INSPECTIERAPPORT 2014 Objectnummer 242701 Boerderij Enne-Jans Heerd Maarhuizen 3 te Maarhuizen Monumentenwacht Groningen Hoge der A 5 9712 AC Groningen tel. 050-5891585/ fax. 050-3123362 info@monumentenwachtgroningen.nl www.monumentenwachtgroningen.nl
Objectgegevens Objectnummer : 242701 Object : Boerderij Enne-Jans Heerd Gelegen te : Maarhuizen 3 te Maarhuizen Eigenaar/beheerder : Staatsbosbeheer Regio Noord Adres eigenaar : T.a.v. de heer J. van der Laan, Postbus 333, 9700 AH Groningen Monumentnummer rijksdienst : 39038 Categorie : 08 Agrarische gebouwen Inspectiegegevens Inspectienummer : 242701.14 Inspectie uitgevoerd door : J. Olthof Inspectiedatum : 09-09-2014 Aanvang inspectie : 8:00 Einde inspectie : 14:15 Aantal inspectie-uren : 1 x 6,25 Totaal aantal uren 6,25 uur + 4 uur administratie = 10.25 uur Algemeen (aanname gevel maarhuizen = noordgevel) k Het herstellen van schade aan monumenten is M A atwer Wij raden u aan om voorafgaand aan uit te voeren werkzaamheden, ook herstel van aardbevingsschade, contact op te nemen met de Gemeente, over het al dan niet benodigd zijn van een vergunning. Note Voor de uitvoering ook rekening houden met ontruimen, opslag en terugbrengen van inventaris. Het schoonmaken bij oplevering. Sanitaire voorziening en gebruik nutsvoorziening. Afschermen van onderdelen, zoals vloeren trap e.d. Proefvlakje voegwerk Bij herstel van schade aan het metsel en voegwerk is het aan te bevelen dat de uitvoerende eerst een proefvlakje voegwerk aanbrengt, ter goedkeuring van de eigenaar of de door hem aangewezen adviseur, alvorens al het voegwerk wordt hersteld.! Herstel scheuren ten gevolge van aardbevingen. Het is niet aan te bevelen een verankering ter plaatse in de gevel aan te brengen. Een gebouw scheurt bijna altijd over de zwakste schakel. Dit is langs of boven en onder deur en raamopeningen. Wanneer op die plaatsen het metselwerk wordt verankerd kan bij een volgende trilling de gevel over een vlak scheuren. Hierbij is de schade, dan mogelijk, nog veel groter. Het is aan te bevelen deze plaatsen als zwakste schakel te houden. Bij een volgende beving bestaat de mogelijkheid dat het op deze plek weer hersteld moet worden. Advies: het metselwerk ter plaatse van de scheur repareren met een mortel van gelijke structuur, kleur en hardheid als het omringende metselwerk. Gebroken stenen door nieuwe gelijkende stenen, dit zijn stenen van dezelfde maat, kleur, structuur en hardheid als het overige metselwerk, vervangen. Wanneer er geen bijpassende stenen voorhanden zijn is het een optie om ALLEEN de stenen te lijmen met een kunstmortel. Hakwerk bij reparaties alleen handmatig uitvoeren! (Kleine hamer met dun scherp beiteltje. Zo nodig voorboren) eventueel gebruik maken van een Multimaster of lucht aangedreven handgereedschap. GEEN gebruik maken van slijptol! Inspectienummer 242701.14 pagina 2
Uitgevoerde werkzaamheden door de Monumentenwacht Gezamenlijke opname van de aardbevingschade met dhr. R. de Jong van Bouwadvies van Maaren BV als schade taxateur. En dhr. M. Jager en dhr. J. van der Laan namens Staatsbosbeheer. Voor de visie van de Monumentenwacht over de eventuele afwijkende mening of herstelmethode is de volgorde van de fotobladen van dhr. de Jong overgenomen. Inspectienummer 242701.14 pagina 3
Foto 3 t/m 12 en 204 en 205 en 167 t/m 171 Scheurvorming in de noordgevel van de bijschuur. Deze scheuren worden beoordeeld als C-schade en hebben geen causaliteit. Tijdens de opname op 09-09-2014 waren we het er over eens dat een aantal scheuren niet aardbeving gerelateerd zijn, maar dat enkele wel gerelateerd kunnen zijn. Zoals de diagonale scheur van het midden naar rechts onder. En de scheur van het anker naar rechts onder. Evenals de scheur van de onderhoek van het raam naar rechts onder. Mede omdat de gevel plaatselijk verankerd zit aan de sporen door de hulpconstructie aan de binnenkant is het aannemelijk dat de gevel plaatselijk gaat scheuren, omdat bij een beving de kapconstructie gaat springen. Hieruit is het ook mogelijk dat de horizontale scheuren ontstaan verergerd zijn door de beving. Inspectienummer 242701.14 pagina 4
Dit is mede ook aannemelijk omdat er in de rest van het pand ook aardbevingschade aangetroffen is. Tevens is de gevel, uit veiligheidsoverwegingen, gestut. Hiervoor zal een oplossing gevonden moeten worden, om de gevel te fixeren. Hersteladvies: voor de noordgevel. De scheuren en loszittend metselwerk aan de buitenzijde opkappen. Gescheurde stenen uithakken en inboeten met stenen van gelijke afmeting, hardheid, structuur en kleur als de omringende stenen. Alleen los en /of loszittend en gescheurd voegwerk HANDMATIG uithakken. De uitgehakte voeg schoonmaken met lucht en of water. Eventueel gebruik maken van een minerale kant-en-klaar mortel voor reparatie van het achterliggend metselwerk. (Bijv. van Remmers de M20, een mortel van Sakrete of een kalkreparatie mortel van ABC- Adamas.) Het voegwerk herstellen met een mortel van gelijke kleur, structuur en hardheid als het omringende voegwerk. Hierbij opletten dat de overtollige mortel van de stenen wordt verwijderd. De voeg iets terug-liggend aanbrengen zodat de randen van de stenen zichtbaar blijven. Een andere optie is: Eventueel de muur opnieuw opmetselen, de verankering hoger aan de stijlen aanbrengen. Vermoedelijk is de muurplaat ook, d.m.v. kozijnankers aan de gevel bevestigd. Dit geeft een te starre belasting op de gevel. Voor de rest zijn de aangetroffen schades, de kwalificatie en de herstelmethodiek hiervan in overeenstemming met de opinie van de Monumentenwacht Groningen. Inspectienummer 242701.14 pagina 5
Hersteladviezen Metselwerk Hersteladvies: de scheuren en loszittend metselwerk aan de buitenzijde opkappen. Gescheurde stenen uithakken en inboeten met stenen van gelijke afmeting, hardheid, structuur en kleur als de omringende stenen. Hierna afvoegen volgens het voegrecept. Voegwerk: algemeen Het voegwerk is plaatselijk van onvoldoende waterkerend vermogen. Alleen die delen van het voegwerk die slecht zijn vervangen. Een licht beschadigde voeg die zijn functie nog vervult is te prefereren boven een nieuwe voeg. Hersteladvies: alleen los en /of loszittend en gescheurd voegwerk HANDMATIG uithakken. De uitgehakte voeg schoonmaken met lucht en of water. Eventueel gebruik maken van een minerale kant-en-klaar mortel voor reparatie van het achterliggend metselwerk. (Bijv. van Remmers de M20, een mortel van Sakrete of een kalkreparatie mortel van ABC- Adamas.) Het voegwerk herstellen met een mortel van gelijke kleur, structuur en hardheid als het omringende voegwerk. Hierbij opletten dat de overtollige mortel van de stenen wordt verwijderd. De voeg iets terug-liggend aanbrengen zodat de randen van de stenen zichtbaar blijven. En waar aanwezig de dagstrepen met een dagijzer weer aanbrengen. De voeg naar origineel model aanbrengen, zoals een schaduw-, snij- of knipvoeg. Bij verweerde voegen, deze ook zo herstellen. R.v.s. spiraalanker Hersteladvies: waar eventueel geadviseerd een r.v.s. (316) spiraalanker aanbrengen die wordt bevestigd met een mortel van gelijke structuur en hardheid als het overige metselwerk. Bijv. een minerale kant-en-klaar mortel. (Bijv. van Remmers de M20, een mortel van Sakrete of een kalkreparatie mortel van ABC- Adamas.) Binnenstucwerk Hersteladvies: de scheuren en loszittend stucwerk aan de binnenzijde opkappen. Het achterliggend metselwerk voegen met een mortel van gelijke structuur en hardheid als het overige metselwerk. Eventueel gebruik maken van een minerale kant-en-klaar mortel voor reparatie van het achterliggend metselwerk. (Bijv. van Remmers de M20, een mortel van Sakrete of een reparatie kalkmortel van ABC- Adamas.) Het stucwerk herstellen met een mortel van gelijke structuur, kleur en hardheid als het overige stucwerk. 20-10-2014, J. Olthof Monumentenwacht Groningen. Inspectienummer 242701.14 pagina 6