Deel deze inleiding via:
INLEIDING Inleiding Over een creatieve industrie die niet bestaat. Een verregaande en ietwat polemiserende ondertitel voor een boek waarmee we bijna een jaar bezig zijn geweest. Toch is het niet zo dat wij, en de mensen die wij voor dit boek spraken, ons al die tijd hebben beziggehouden met een soort monster van Lochm Ness. Hoewel we na het schrijven van dit boek durven te beweren dat er niet zoiets is als dé creatieve industrie, zien we dat ondernemers, wetenschappers, beleidsmakers en andere belanghebbenden ieder een eigen definitie formuleren, zich die eigen maken en er op die manier prima mee kunnen werken. We hebben vele benamingen gehoord. De creatieve industrie is een industriële mindset, een containerterm, een vorm van erkenning, een bezuinigingsmaatregel, of zelfs een schaamlap, een muur van retoriek om het nog iets te laten lijken. Sommige ondernemers in de sector voelen zich thuis bij het idee van een creatieve industrie, anderen houden zich er zo weinig mogelijk mee bezig en sommigen kunnen zich totaal niet vinden in de combinatie van de woorden creativiteit en industrie. Precies die onduidelijkheid wekte onze verwondering. Er is de laatste jaren veel te doen rondom de creatieve industrie, merkten we ook in ons eigen werk. Koen in zijn werk als adviseur en onderzoeker in de creatieve industrie, Jozien in haar journalistieke werk en vanuit haar achtergrond in de literatuurwetenschap. Om te beginnen is de creatieve industrie een van de topsectoren van het Nederlandse overheidsbeleid. Sinds 2012 heeft de overheid negen topsectoren in het leven geroepen, waarmee ze voortdurend in gesprek is over regelgeving en faciliteiten en waarin ze op verschillende manieren investeert. Deze sectoren zijn Agri & Food, Chemie, Energie, High Techsystemen en -materialen, Life sciences & Health, Logistiek, Tuinbouw en uitgangsmaterialen, Water en, zoals gezegd, Creatieve industrie. Deze sectoren zijn volgens de website van het topsectorenbeleid kennisintensief, exportgeoriënteerd en kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Over de creatieve industrie valt te lezen: De topsector Creatieve industrie is de meest dynamische topsector van de Nederlandse economie. De creatieve sectoren (zoals design, media en entertainment, mode, gaming en architectuur) zijn een aanjager van innovatie in andere sectoren. Het eerste dat in dit citaat opvalt, is het gebruik van het woord zoals. De creatieve sectoren worden hier niet uitputtend opgenoemd en dat wekt de suggestie dat er best nog meer sectoren kunnen zijn die een plekje in de creatieve industrie opeisen. Het tweede is de dienstbare rol die de industrie hier toebedeeld krijgt. Ze geldt als aanjager voor innovatie in andere sectoren, die zich op die manier verder kunnen ontwikkelen. Een van de eerste keren dat de term creatieve industrie opduikt, is rond 1998 in het Verenigd Koninkrijk. In het zogenaamde Creative Industries Task Force Mapping Document wordt gesproken over een industrie die haar oorsprong vindt in individuele creativiteit, vakmanschap en talent en die haar omzet haalt uit de generatie en exploitatie van intellectueel eigendom. Voor die tijd was de term cultural industries al gebruikelijk; de creatieve industrie vloeit daaruit voort. Er doet een verhaal de ronde dat de Engelse beleidsmakers zich prettiger voelden bij de nieuwe benaming, omdat deze meer economisch en commercieel geladen is. Toen het idee van de creatieve industrie in Nederland voet aan de grond kreeg, is ervoor gekozen de Engelse term creative industries letterlijk te vertalen. Het Nederlandse woord industrie is eigenlijk niet hele maal op zijn plaats, omdat de Engelse term breder moet worden opgevat dan het Nederlandse woord industrie. Het gaat immers om een breder scala aan bedrijvigheid. Ook, of misschien wel juist, de dienstensector en de ambachtelijke vorm van productie worden onder de creatieve industrie 5 WWEKD_DEFDEF.indd 5 14-09-15 17:06
INLEIDING geschaard. Dat de term creatieve industrie de laatste jaren zo in zwang is geraakt, wordt door velen op het conto geschreven van de Amerikaanse socioloog Richard Florida. In 2002 publiceerde hij het boek The rise of the creative class, waarin hij zijn theorie beschrijft over de opkomst van de zogenaamde creatieve klasse. De kern van zijn verhaal is dat steden en regio s waar de creatieve klasse in grote mate aanwezig is, een grotere economische groei laten zien. Florida omschrijft hoe aantrekkelijk het kan zijn voor overheden om te investeren in die klasse. Inmiddels is zijn onderzoek en theorie deels door andere wetenschappers ontkracht, maar de discussie over de waarde van de creatieve industrie is nog steeds gaande. Veel landen investeren in deze industrie. Productie-arbeid verplaatst zich veelal naar Azië en Afrika, en zeker voor westerse landen is het aantrekkelijk om in te zetten op creatie en creativiteit. Zo ook in Nederland. In 2014 was de creatieve industrie bijvoorbeeld het hoofdthema van de tweejaarlijkse Asia Europe Meeting-conferentie (ASEM). Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Jet Bussemaker zei in de speech die ze tijdens die conferentie hield: De concrete verbinding van kunstenaars en creatieven met andere maatschappelijke en economische werelden is één van de meest veelbelovende ontwikkelingen van deze tijd. Er is dus veel aandacht voor de creatieve industrie, maar verbazingwekkend genoeg is er geen algemeen geaccepteerde definitie van het begrip. Over het algemeen kunnen we stellen dat ondernemers en bedrijven die vallen binnen de sectoren Kunsten en erfgoed, Media en entertainment en Creatieve zakelijke dienstverlening meevaren onder de vlag creatieve industrie. De discussie gaat vooral over de onderliggende bedrijfstakken. Hoe zit het bijvoorbeeld met bedrijven werkzaam op het gebied van literatuur en festivalorganisatie? Wat doen we met ontwerpers binnen grote kledingketens? En hoe verhoudt de klassieke muziek zich ertoe? Of het nu gaat om de Topsector Creatieve industrie, onderzoeksinstituut TNO, het CBS of de Europese Unie: verschillende instanties en auteurs gebruiken verschillende definities. Wel lijken ze het eens te zijn over de toegevoegde waarde die de industrie kan hebben voor andere sectoren en voor de gehele economie. Er is wel een aantal gemeenschappelijke kenmerken van bedrijven in de indus trie aan te wijzen. Ondernemers in de creatieve industrie denken innovatief en nemen de artistieke kwaliteit als uitgangspunt voor hun onderneming. De sector levert economische waarde, maar draagt ook maat schappelijke en culturele waarde uit. Inhoud is in de creatieve industrie net zo belangrijk als vormgeving en verkoop. Het is op dit moment een van de snelst groeiende, maar ook een van de meest gefragmenteerde sectoren in ons land. De creatieve industrie bestaat namelijk voor een groot deel uit kleine en middelgrote bedrijven en zelfstandig ondernemers. Er staan ongeveer 130.000 bedrijven binnen de sector ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, waar voor 180.000 fte aan mensen werken. Gemiddeld staan er dus nog geen twee fte op de loonlijst. Dat is weinig, zeker als je bedenkt dat grote bedrijven als Endemol ook onder de creatieve industrie worden geschaard. In 2012 was 43% van de professionals in deze sector werkzaam als zelfstandig ondernemer en dat zullen er de afgelopen jaren alleen maar meer zijn geworden. Dit feit was voor ons een tweede reden om aan dit boek te beginnen. Want wat doet het met een sector wanneer bijna de helft van de werkenden zelfstandig ondernemer is? De term creatief ondernemerschap is veelgehoord in de gesprekken over de creatieve industrie en de overheid stimuleert zelfstandig ondernemerschap met bijvoorbeeld belastingvoordeel. Maar wat is dat creatief ondernemerschap eigenlijk? Waarom moet, of wil, iedereen ineens ondernemer worden? En hoe werken al deze individuele ondernemers samen met andere, vaak grotere, bedrijven uit andere sectoren? 6 WWEKD_DEFDEF.indd 6 14-09-15 17:06
INLEIDING Op een avond in de zomer van 2014 bespraken we onze verwondering over bovenstaande ontwikkelingen. Het verwarde ons dat er beleid gemaakt kan worden op een industrie die geen algemeen gedeelde definitie kent en waarin een groot scala aan verschillende soorten ondernemers en ondernemingen actief is. We vroegen ons af wie de mensen zijn die in het hart van die creatieve industrie werken, wat die industrie dan ook precies mag zijn, en wat zij van alle ontwikkelingen merken en vinden. En zoals je in goede gesprekken in de avonduren nog wel eens wilt doen, besloten we dat gewoon aan hen te vragen. We kozen ervoor om vijftien ondernemers te spreken, die zelf verantwoordelijk zijn voor zowel de zakelijke als de creatieve keuzes in hun werk en wiens visie niet al heel vaak is opgetekend. We vroegen naar hun visie op de creatieve industrie, de manier waarop ze hun ondernemerschap vormgeven en hun inspiratiebronnen. Daarnaast spraken we vijf wetenschappers over de huidige ontwikkelingen in deze creatieve industrie en vroegen hen om onze bevindingen in een breder perspectief te plaatsen. We hebben bijna alleen maar enthousiaste reacties gekregen van de mensen die we benaderden. Velen zijn blij hun verhaal te kunnen doen en vinden de discussie rondom de creatieve industrie erg waardevol. Dat is volgens ons ook de kracht van dit boek. Het geeft ondernemers en wetenschappers een stem in de discussie over de creatieve industrie en brengt twee werelden bij elkaar die veelal langs elkaar heen bewegen. Honderden kilometers hebben we afgelegd, opvallend vaak naar Rotterdam, maar ook naar Zaandam, Eindhoven, Vught en Arnhem. We lieten ons tot op zekere hoogte leiden door wie ons werden aangeraden. Dat zorgt ervoor dat de spreiding, wat betreft leeftijd, genoten opleiding of sekse, niet geheel evenredig is. Dat is iets dat we vanaf het begin af aan accepteerden; een representatieve doorsnede van de creatieve industrie zou veel groter en moeilijker te bereiken zijn, omdat er altijd mensen uit de donkere hoeken van de industrie zouden blijven opduiken. We willen en kunnen de randen van de creatieve industrie niet zelf vaststellen. Dit is geen wetenschappelijk boek, wel zijn we onderzoekend te werk gegaan. We willen onze verwondering delen, het begrip creatieve industrie verkennen en verschillende visies tegenover elkaar zetten. We geven geen antwoord op de vraag wat de creatieve industrie precies is. Het boek is een bundel van persoonlijke verhalen van ondernemers en wetenschappers, die hun visie geven op een grote maatschappelijke ontwikkeling waar ze, of ze dat willen of niet, onderdeel van zijn. Dat betekent niet dat er geen grond ligt onder hun beweringen. De creatieve industrie is tijdens een interview wat de geïnterviewde er van maakt, iedereen bepaalt zijn eigen kaders en er zijn daarin geen juiste of foute definities. Waar alle ondernemers en wetenschappers, en na deze ervaring zeker ook wijzelf, het over eens zijn, is dit: samenwerken is het toverwoord in de wereld van ondernemers in de creatieve industrie. En wat doe je voordat je een samenwerking aangaat? Precies. Misschien moeten we eens koffie drinken. Koen van Vliet Jozien Wijkhuijs 7 WWEKD_DEFDEF.indd 7 14-09-15 17:06
OVER DE AUTEURS KOEN VAN VLIET auteur Koen is ondernemer. Hij is initiator van een platform voor ondernemerschap, projectleider van een Gelderse prijs voor design en innovatie en verbonden aan diverse (wetenschappelijke) onderzoeken. Koen publiceerde eerder het boek Crowdfunding, de hype voorbij, waarin hij samen met drie andere auteurs vanuit een kritische invalshoek de werking van crowdfunding onderzocht. WWW.KOENVVLIET.NL JOZIEN WIJKHUIJS - auteur Jozien is journalist. Ze werkt als international editor bij magazine Univers in Tilburg en is daarnaast freelance journalist en tekstschrijver. Ook is ze eindredacteur bij weblog hard//hoofd en onderdeel van het collectief Het Eerste Uur, een creatieve werkplaats voor jonge, creatieve ondernemers in Nijmegen. WWW.JOZIENWIJKHUIJS.NL STEN PETERSEN fotografie Sten is zelfstandig fotograaf en studeert aan de Fotoacademie in Amsterdam. Fotografie is voor hem de manier om zijn interesse in de mens en al haar eigenzinnigheden vorm te geven. Hij kruipt graag dicht op de huid van zijn onderwerpen en laat zijn foto s het verhaal vertellen. JOLIJN CEELEN vormgeving Jolijn begon haar studieloopbaan met een propedeuse Algemene Cultuurwetenschappen aan de universiteit, vervolgens is ze afgestudeerd aan ArtEZ in Arnhem en werkzaam als zelfstandig grafisch ontwerper. Haar grafisch werk is eigenzinnig, functioneel en doortastend. Toepassingen hiervan lopen uiteen van huisstijlen, tot muurschilderingen, videoclips en live VJ-werk. Eerder publiceerde ze het boekje 100 tips to prevent typographical blunders. WWW.JOLIJNCEELEN.NL achter.indd 1 14-09-15 17:09
De creatieve industrie. Het is een industriële mindset, een containerterm, een vorm van erkenning. Het is ook een bezuinigingsmaatregel, of zelfs een schaamlap, een muur van retoriek om het nog iets te laten lijken. Sommige ondernemers voelen zich thuis bij het idee van een creatieve industrie, anderen houden zich er zo weinig mogelijk mee bezig en weer anderen kunnen zich totaal niet vinden in de combinatie van de woorden creativiteit en industrie. Niemand weet wat de term creatieve industrie precies inhoudt, toch hebben duizenden ondernemers, professionals, wetenschappers en beleidsmakers er in hun dagelijkse werk mee te maken. Zelden vragen we ons af: hoe kijken zij tegen dit begrip aan? Wat betekent ondernemen in deze industrie? Hoe definiëren zij de term? Welke rol heeft de creatieve industrie in onze samenleving? En wat drijft hen om hierin actief te zijn? We moeten eens koffie drinken is een verzameling verhalen van ondernemers en wetenschappers. Zij delen hun kijk op een maatschappelijke ontwikkeling waar ze, of ze dat willen of niet, onderdeel van zijn. Daarnaast plaatsen zij de creatieve industrie in een breder perspectief. De auteurs nemen je mee in hun verwondering over de opkomst van het creatief ondernemerschap en de groeiende aandacht voor deze industrie. Copyright tekst Koen van Vliet & Jozien Wijkhuijs Copyright foto s Sten Petersen Vormgeving Jolijn Ceelen, One of Us, Nijmegen Letter Stanley, Optimo, Zwitserland Uitgever Eburon, Delft Drukwerk MVL Group, Waddinxveen Papier Papier van tomatenvezel, Schut Papier, Heelsum Oplage 1000 ISBN 9789463010078 WWW.WEMOETENEENSKOFFIEDRINKEN.NL 2015 Koen van Vliet en Jozien Wijkhuijs. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbende. Mede mogelijk gemaakt door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en het Materiaalfonds voor Beeldende Kunst en Vormgeving. Uitgegeven door Uitgeverij Eburon Postbus 2867 2601 CW Delft t 015-2131484 info@eburon.nl WWW.EBURON.NL achter.indd 3 14-09-15 17:09
Deel deze inleiding via: