Samenloop van burgerrechtelijke aansprakelijkheidsregimes: een queeste voor billijkheid en rechtvaardigheid

Vergelijkbare documenten
Masterproef De burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de preventieadviseur

Schulduitsluiting en rechtvaardiging in het burgerlijk buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht

Zich vergissen in het contractenrecht

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling. Masterproef De invloed van een opzettelijke fout op de verdeling van de schadelast

Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND. Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling

Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders

Inleiding. Het systeem II 15. Causaal verband Relativiteit Groepsaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid voor personen

Hof van Cassatie van België

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts

Oorzakelijkheid in het verzekeringsrecht

Hof van Cassatie van België

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014)

DE TOEPASSING VAN FRAUS OMNIA CORRUMPIT IN HET BUITENCONTRACTUEEL AANSPRAKELIJKHEIDSRECHT

Advies nr. 2017/16 van 22 februari Arbitragecommissie

1. Termijn voor het instellen van de vordering

DE TOEREKENBAARHEID VAN ART. 544 B.W. EN AANNEMERS BIJ BURENHINDER: SNIJDT HET HOF VAN CASSATIE ZICH NIET IN HAAR EIGEN VINGERS?

CAUSALE ONZEKERHEID EN PROPORTIONELE AANSPRAKELIJKHEID

Arbitragecommissie. Advies over de sancties bepaald in artikel 5 van de wet

De aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent

AANSPRAKELIJKHEID IN HET LICHT VAN HET GELIJKHEIDSBEGINSEL

Het is nadien aan de hoofdaannemer en de onderaannemer zelf om onderling uit te maken aan wie de consigneerde som uiteindelijk zal toekomen.

([RQHUDWLHEHGLQJHQLQKHWJHPHHQUHFKW

Geldigheidsvereisten voor elke overeenkomst toegepast op borgtocht

IS DE ZORGVULDIGHEIDSNORM EEN ECONOMISCH CRITERIUM?

Auteur. Onderwerp. Uitgave

MEDEHUURDERS EN DE EVENWICHTSLEER VAN ART. 544 B.W.: HET BEGRIP NABUURSCHAP

Medische aansprakelijkheid en de beroepsaansprakelijkheidsverzekering voor medische beroepen.

Worden opeenvolgende in concreto noodzakelijke voorwaarden voor schade altijd als equivalente oorzaak beschouwd?

DE VERGOEDING VAN SCHADE ALS GEVOLG VAN GEZONDHEIDSZORGEN

Juridische beschermingsmogelijkheden voor de EDPB in geval van niet of laattijdige betaling van facturen door de aangeslotenen

Misbruik van exoneratiebedingen in het Belgische recht. Een rechtsvergelijkend perspectief met de Draft Common Frame of Reference

INHOUDSOPGAVE Woord vooraf Inhoudsopgave 7 Verhouding straf(proces)recht - aansprakelijkheidsrecht Strafrechtelijke en civielrechtelijke fout

INHOUD. Vooraf. Vlaams Pleitgenootschap bij de Balie te Brussel: 120 jaar springlevend!... v

Het cassatieberoep is gericht tegen een arrest, op 23 mei 2007 gewezen door het hof van beroep te Antwerpen.

Faculteit Rechtsgeleerdheid. Universiteit Gent. Academiejaar

Kanaal- en schoorsteenarrest

Zorginspectie en aansprakelijkheid

Hof van Cassatie van België

MEDISCHE AANSPRAKELIJKHEID EN VERZEKERING

Concubinaat. De buitenhuwelijkse tweerelatie. Patrick Senaeve (ed.) Acco Leuven / Amersfoort

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

HET ONGERECHTVAARDIGD KARAKTER VAN EEN ONGERECHTVAARDIGDE VERRIJKING

FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling

Hof van Cassatie van België

Het begrip causaal verband in het aansprakelijkheidsrecht, het verzekeringsrecht en het sociaal recht (arbeidsongevallen en beroepsziekten)

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996

HOF VAN CASSATIE ARRESTEN VAN HET JAARGANG 2004 / NR. 4 MET DE CONCLUSIES EN ANNOTATIES VAN HET OPENBAAR MINISTERIE

Financial Law Institute

Instelling. Onderwerp. Datum

Overeenkomst tussen sitebeheerder en depot m.b.t. aansprakelijkheid

Juridische verantwoordelijkheden /aansprakelijkheid van de preventieadviseur

Voorwoord 13. Lijst van gebruikte afkortingen Inleiding Het thema De opzet 26. Deel I 29

Het advies van de accountant of belastingconsulent en de rechtsdwaling in strafzaken

E. De gerechtelijke ontbinding. Wet 21 maart 1804 B.W. (uittreksel art. 1184) Wet 21 maart 1804 Burgerlijk Wetboek (B.S., 3 september 1807)

Hof van Cassatie van België

Auteur. Elfri De Neve. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer

Stedebouw en ruimteiqke ordenino

De grondslagen van de culpa in contrahendo

Vergoedingsregeling zwakke weggebruiker

De positie van de hulpverlener in welzijnsvoorzieningen: geprangd tussen aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid.

Hof van Cassatie van België

NOOT onder Cass. 30 april 2015 C F

De aansprakelijkheid van de CB-arts

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten

Arbitragecommissie. Advies over de verbintenissen aangegaan tijdens de bedenktijd van een maand

Faculteit Rechtsgeleerdheid. Universiteit Gent. Academiejaar

Contracten: basisbeginselen. Door Mr. Franky De Mil Advocaat-vennoot bij Pure Advocaten

Pluraliteit van verzekeringen in de W.A.M. (wet van 1 juli 1956, inzake de verplichte aansprakelijkheidsverzekering voor mortorrijtuigen)

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België

Rolnummers 4767 en Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T

De nieuwe wettelijke regeling voor de burgerlijke professionele aansprakelijkheid van de notaris

Akkoord over prijs en zaak voldoende voor verkoop Of toch niet?

Inhoud. Voorwoord 11. Maklu 5

Nr. C F M. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. L. N., 2. D. M..

Bewijs van een negatief feit: wie bewijst wat?

Rolnummer Arrest nr. 33/2008 van 28 februari 2008 A R R E S T

Aansprakelijkheid en vergoeding voor schade bij wrongful birth en wrongful life

DE CIVIELRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN KADERLEDEN, ANDERE WERKNEMERS EN AMBTENAREN VOOR SCHADE VEROORZAAKT DOOR MILIEUVERONTREINIGING(*)

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST

Hof van Cassatie van België

$DQVSUDNHOLMNKHLGYRRUGLHUHQ (HQMXULGLVFKH]RHNWRFKWGLHRQVOHLGWYDQHHQ RUGLQDLUHKRQGHQEHHWWRWGH]LHNHQKXLVEDFWHULH

DE BEGRIPPEN OPZET EN ZWARE FOUT IN

Hof van Cassatie van België

Deel I. Het belang en de situering van het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht

De aansprakelijkheid voor gebreken van de verkoper: een overzicht van diverse regimes

VALKUILEN BIJ DE AANKOOP VAN EEN ONROEREND GOED. E. Ontstaan bij het aangaan van de overeenkomst

Uitvoering van overheidsopdrachten van werken

PROFESSIONELE AANSPRAKELIJKHEID

Hof van Cassatie van België

HOOFDELIJKHEID IN DE GEMEENTELIJKE BELASTINGREGLEMENTEN

Hof van Cassatie van België

Bewijswaarde van een sms-bericht bij de verkoop van een onroerend goed

Samenvatting Privaatrecht. Jonathan Himpe. Universiteit Hasselt. Auteur: Sophie Stijns

Circulaire over de verzekering brand en andere gevaren, wat eenvoudige risico's betreft, en over de informatieplicht betreffende deze verzekering

Transcriptie:

Samenloop van burgerrechtelijke aansprakelijkheidsregimes: een queeste voor billijkheid en rechtvaardigheid Sociaal overleg in KMO s: een te zware last voor de werkgever of nodige bescherming voor de werknemer? Alexander Mondy Onder wetenschappelijke begeleiding van Prof. dr. Annick De Boeck 1. INLEIDING 1. Juristen zoeken reeds gedurende meer dan een eeuw naar een antwoord op de vraag of samenloop tussen de burgerrechtelijke aansprakelijkheidsregimes mogelijk is. De laatste decennia was de storm wat gaan liggen en het verdict leek te zijn gevallen. Tot in 2006. Toen velde het Hof van Cassatie een arrest dat het imbroglio nieuw leven in blies. Sommige auteurs zagen een kentering, anderen zagen continuïteit. Het staat echter buiten kijf dat samenloop opnieuw actueel is. 2. De summa divisio binnen de civielrechtelijke aansprakelijkheid stelt zich klassiek tussen de contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid. Aansprakelijkheid kan dus voortvloeien hetzij uit een contractuele wanprestatie, hetzij uit een onrechtmatige daad. De vraag naar samenloop luidt dan als volgt: kan een contractant wiens medecontractant een contractuele wanprestatie begaat, de overeenkomst aan de kant schuiven en zijn medecontractant aanspreken op grond van de quasi-delictuele aansprakelijkheid? Of staat het bestaan van het contract een buitencontractuele vordering in de weg? Deze vraag is uiteraard van groot belang: een actio aquiliana zal in bepaalde gevallen voor de contractant wiens rechten gefrustreerd zijn, meer opleveren. 3. Samenloop blijft vele juridische zielen die van mij net als van vele andere juristen beroeren. In 1984 schreef COUSY reeds dat het onderwerp op de hitlijst van de juridische twistvragen langzamerhand de positie van een evergreen heeft ingenomen. 1 Dertig jaar later spreekt het nog steeds tot de verbeelding: een problematiek die zich kenmerkt door een grote complexiteit, om talloze nuances vraagt en verscheidene belangenafwegingen impliceert. Toegegeven, de kwestie heeft al veel inkt doen vloeien, maar met het arrest 1 H. COUSY, Het verbod van samenloop tussen contractuele en extracontractuele aansprakelijkheid en zijn weerslag, TPR 1984, 155. Jura Falconis Jg. 52, 2015-2016, nr. 4 731

ALEXANDER MONDY Tiercé Franco-Belge van 2006 is gebleken dat de controverse nog verre van over is. 4. Eerst en vooral zal uiteraard het begrip samenloop heel nauwkeurig moeten afgelijnd worden. Vervolgens loont het de moeite om uiteen te zetten waarom het onderwerp samenloop een grondige studie waardig is: wat is de juridische relevantie? Daarop volgt een korte bespreking van samenloop indien de fout eveneens een strafrechtelijk misdrijf uitmaakt, wat strikt genomen buiten het bestek van dit onderzoek valt. Ten slotte moet, ook in het kader van een precieze begripsafbakening, samenloop goed onderscheiden worden van co-existentie. 5. In een volgend deel wordt een overzicht gegeven van de Belgische rechtspraak, vooral deze van het Hof van Cassatie. Een bespreking van de doctrine is eveneens essentieel. Daarom zal dit onderzoek de verschillende standpunten in de doctrine uiteenzetten en synthetiseren. Een korte mijmering over de wijze waarop ons hoogste rechtscollege rechtspreekt, is daarbij gepast. 6. In het laatste deel geef ik mijn persoonlijke analyse van de huidige situatie. Telkens wordt de naar mijn mening meest billijke en logische interpretatie gegeven van de voorwaarden gesteld door het Hof van Cassatie. 2. BEGRIPSONSCHRIJVING 2.1. HET BEGRIP SAMENLOOP 2.1.1. Algemeen 7. Samenloop bevindt zich op het kruispunt tussen de twee grootste regelgevende systemen binnen het privaatrecht: het contractuele en het buitencontractuele aansprakelijkheidsregime. Burgerrechtelijke aansprakelijkheid kan immers zijn oorsprong vinden hetzij in een contractuele wanprestatie, hetzij in een onrechtmatige daad. De vraag naar samenloop luidt dan als volgt: kan een contractspartij wiens medecontractant een contractuele wanprestatie begaat, de overeenkomst naast zich neer leggen en schadevergoeding vorderen op grond van de buitencontractuele aansprakelijkheid? Met het oog op een vlot verder verloop lichten we nu misschien best reeds een tipje van de sluier op: samenloop is in België aan strenge voorwaarden onderworpen, zodat velen maar niet allen gewagen van een relatief samenloopverbod. 2 2 Zie bijv. S. STIJNS, Samenloop van civielrechtelijke aansprakelijkheidsregimes: quo vadis? in H. VUYE en Y. LEMENSE (eds.), Springlevend aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2011, 168. 732 Jura Falconis Jg. 52, 2015-2016, nr. 4

SAMENLOOP VAN BURGERRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEIDSREGIMES 8. Een centraal wetsartikel in deze discussie is uiteraard art. 1382 BW, alom bekend en de grondslag in het Belgisch recht voor de civielrechtelijke aansprakelijkheid voor de persoonlijke fout. De vraag naar samenloop stelt zich eveneens bij de kwalitatieve aansprakelijkheid voor gebrekkige zaken (art. 1384, eerste lid BW), aanstellers (art. 1384, derde lid BW) 3, dieren (art. 1385 BW) en ingestorte gebouwen (art. 1386 BW). 4 Een contractant, geconfronteerd met een contractuele wanprestatie begaan door de aangestelde van zijn medecontractant, kan daarom deze medecontractant in principe niet aanspreken als aansteller op grond van art. 1384, derde lid BW, maar moet diens contractuele aansprakelijkheid voor fouten van hulppersonen inroepen. Dit standpunt is echter niet geheel vrij van controverse. Een minderheid van de rechtsleer betwist dat de aansprakelijkheid voor zaken die men onder zich heeft (art. 1384, eerste lid BW) ook onder het samenloopverbod valt. 5 WEYTS en VANSWEEVELT wijzen er terecht op dat het geheel zou indruisen tegen de finaliteit van de uitoefeningsvoorwaarden voorgeschreven door het Hof van Cassatie (zie infra) om deze aansprakelijkheidsgrond uit te sluiten van het toepassingsgebied van de samenloopleer. 6 Indien de in het contract opgenomen 3 Dit werd zelfs uitdrukkelijk bevestigd door het Hof van Cassatie: Cass. 23 mei 1997, Arr.Cass. 1997, 563, RW 1998-99, 681. 4 Gent 2 februari 2012, NJW 2013, 76, noot S. GUILIAMS; Antwerpen 19 maart 2012, T.Gez. 2014-15, 29, noot S. ILEGEMS; I. CLAEYS, Samenhangende overeenkomsten en aansprakelijkheid. De quasiimmuniteit van de uitvoeringsagent herbekeken, Antwerpen, Intersentia, 2003, 60-61; R.O. DALCQ, Examen de jurisprudence (1973-1979). La responsabilité délictuelle et quasi délictuelle, RCJB 1980, 385; P.A. FORIERS, Les concours de responsabilités contractuelle et extracontractuelle - Observations sur le droit positif in M. DUPONT, F. GLANSDORFF en E. VAN DEN HAUTE (eds.), Les obligations contractuelles en pratique. Questions choisies, Limal, Anthemis, 2013, 121; C. HERIJGERS, Landbouwmachines en (samenloop van) aansprakelijkheid (noot onder Gent 16 mei 2013), TBBR 2014, afl. 9, 472; S. ILEGEMS, Contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid veroorzaakt door een gebrekkige zaak: nood aan een veiligheidsverplichting van arts en ziekenhuis (noot onder Antwerpen 19 maart 2012), T.Gez. 2014-15, 35; S. STIJNS, Samenloop van civielrechtelijke aansprakelijkheidsregimes: quo vadis? in H. VUYE en Y. LEMENSE (eds.), Springlevend aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2011, 148; H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE, L. WYNANT en M. DEBAENE, Overzicht van rechtspraak (1994-1999). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, TPR 2000, 1783, nr. 92; T. VANSWEEVELT en B. WEYTS, Handboek Buitencontractueel Aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, 100; P. WÉRY, L option des responsabilités entre parties contractantes in S. STIJNS en P. WÉRY (eds.), De raakvlakken tussen de contractuele en de buitencontractuele aansprakelijkheid, Brugge, die Keure, 2010, 225. In het Frans recht: G. VINEY, Traité de droit civil. Introduction à la responsabilité, Parijs, LGDJ Lextenso éditions, 2008, 616-617; G. VINEY en P. JOURDAIN, Traité de droit civil. Les conditions de la responsabilité, Parijs, LGDJ Lextenso éditions, 2013, 890 e.v. 5 L. CORNELIS, De buitencontractuele aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door zaken, Kluwer, Antwerpen, 1982, 263, nr. 272bis; H. COUSY, Het verbod van samenloop tussen contractuele en extracontractuele aansprakelijkheid en zijn weerslag, TPR 1984, 181-188; J.-L. FAGNART, La responsabilité civile, chronique de jurisprudence 1968-1975, JT 1976, 572, nr. 2; J.-L. FAGNART, La responsabilité du fait des choses dans les relations contractuelles (noot onder Bergen 1 december 2011), Rec.Jur.Ass. 2011, 104-109. 6 C. HERIJGERS, Landbouwmachines en (samenloop van) aansprakelijkheid (noot onder Gent 16 mei 2013), TBBR 2014, afl. 9, 472; T. VANSWEEVELT en B. WEYTS, Handboek Buitencontractueel Aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, 101. Voor een toepassing op de relatie artspatiënt: T. VANSWEEVELT, De civielrechtelijke aansprakelijkheid van de geneesheer en het ziekenhuis, Jura Falconis Jg. 52, 2015-2016, nr. 4 733

ALEXANDER MONDY verbintenissen het gebruik van welbepaald materieel of gereedschap behelzen wat normaal gezien het geval zal zijn als een contractspartij zich beroept op art. 1384, eerste lid BW berust het gebruik van die zaken namelijk niet op een latente buitencontractuele verplichting 7 maar kadert het in de uitvoering van de overeenkomst. Bovendien is de schade contractueel, omdat ze voortvloeit uit het gebruik van dat per hypothese gebrekkige materieel en dus nauw verbonden is met de uitvoering van het contract. 9. Een eventuele samenloop heeft, zo wordt traditioneel aangenomen, niet tot doel een cumul van schadevergoedingen toe te laten. Het slachtoffer moet een keuze maken tussen beide regimes en kan uiteindelijk slechts aanspraak maken op één schadevergoeding. Daarom spreekt de Franstalige doctrine liever van option of concours des responsabilités in plaats van cumul des responsabilités. 8 Er is een cumul van vorderingen in rechte, maar uiteindelijk indien aan de voorwaarden voor samenloop voldaan is zal de schadelijder slechts één schadevergoeding kunnen bekomen, deze die voor hem het voordeligst is. 9 Sommige auteurs erkennen nu echter dat een cumul van vorderingen én vergoedingen uitzonderlijk mogelijk is, meer bepaald in het geval van een zogenaamde gemengde fout (zie infra). 2.1.2. Drie toepassingsvoorwaarden a. Het onderscheid tussen de toepassingsvoorwaarden en uitoefeningsvoorwaarden voor samenloop 10. Strikt genomen vormen de hier besproken toepassingsvoorwaarden de vereisten voor contractuele aansprakelijkheid. Aangezien contractuele aansprakelijkheid een conditio sine qua non is voor samenloop, zijn de drie elementen eveneens de toepassingsvoorwaarden voor samenloop en worden ze in de loop van dit artikel ook als dusdanig benoemd. Zij moeten goed onderscheiden worden van de uitoefeningsvoorwaarden die verder uitgebreid aan bod komen. Slechts indien de drie onderstaande toepassingsvoorwaarden Antwerpen, Maklu, 1997, 681, nr. 1092. Zie ook: H. VANDENBERGHE, Overzicht van rechtspraak (2000-2008). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, TPR 2011, 463-465. 7 Dergelijke verbintenissen kunnen trouwens niet bestaan, gezien de transformatie die een buitencontractuele verbintenis ondergaat na haar contractualisering (zie infra nrs. 94 e.v.). 8 H. DE PAGE, Traité élémentaire de droit civil belge, II, Les incapables. Les obligations, Brussel, Bruylant, 1964, 895; B. DUBUISSON, V. CALLEWAERT, B. DE CONINCK en G. GATHEM, La responsabilité civile. Chronique de jurisprudence 1996-2007 Volume 1: Le fait générateur et le lien causal in Les Dossiers du Journal des tribunaux, Brussel, Larcier, 2009, 481; B. DUBUISSON, Responsabilité contractuelle et responsabilité extracontractuelle Volume 2 in Traité théorique et pratique, Antwerpen, Kluwer, 2003, 20; V. SIMONART, La quasi-immunité des organes de droit privé (noot onder Cass. 7 november 1997), RCJB 1999, 736; P. WERY, L option des responsabilités entre parties contractantes in S. STIJNS en P. WERY (eds.), De raakvlakken tussen de contractuele en de buitencontractuele aansprakelijkheid, Brugge, die Keure, 2010, 227. 9 H. DE PAGE, Traité élémentaire de droit civil belge, II, Les incapables. Les obligations, Brussel, Bruylant, 1964, 895; C. HERIJGERS, Landbouwmachines en (samenloop van) aansprakelijkheid (noot onder Gent 16 mei 2013), TBBR 2014, afl. 9, 471. In de Franse doctrine: P. LE TOURNEAU, Droit de la responsabilité et des contrats, Parijs, Dalloz, 2010, 394. 734 Jura Falconis Jg. 52, 2015-2016, nr. 4

SAMENLOOP VAN BURGERRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEIDSREGIMES cumulatief vervuld zijn, rijst de vraag naar samenloop. Slechts dan komen de uitoefeningsvoorwaarden ter sprake. 11. De drie toepassingsvoorwaarden voor samenloop zijn de volgende. 10 Vooreerst moet er, op het ogenblik van het schadeverwekkend feit, een geldige overeenkomst bestaan tussen schadeverwekker en gelaedeerde. Ten tweede dient de aan de schadeverwekker toerekenbare tekortkoming betrekking te hebben op één of meerdere verbintenissen die hun ontstaan danken aan de overeenkomst. De schade moet ten slotte geleden worden door de medecontractant of een persoon die ermee kan vereenzelvigd worden. 12. Van zodra aan de toepassingsvoorwaarden voldaan is en de benadeelde contractspartij via de contractuele weg vergoeding van de geleden schade kan proberen te bekomen, kan hij zich afvragen of hij evengoed geen buitencontractuele vordering kan instellen. Opdat deze vordering zou slagen, moet vanuit een conceptueel oogpunt in een tweede fase nog aan twee uitoefeningsvoorwaarden voldaan zijn: een (deels) buitencontractuele fout en schade. Deze uitoefeningsvoorwaarden zijn, in tegenstelling tot de toepassingsvoorwaarden, niet inherent aan de vraag naar samenloop. Hun bestaan is het gevolg van de weg die het Hof van Cassatie heeft ingeslagen met het Stuwadoorsarrest in 1973 (zie infra nr. 121). b. Een geldige overeenkomst tussen schadeverwekker en gelaedeerde op het ogenblik van het schadeverwekkend feit 13. Vooraleer de vraag naar samenloop zou rijzen, moet er een geldige overeenkomst bestaan tussen de schadeverwekker en de schadelijder op het moment dat de schadeverwekkende daad wordt gesteld. De schade moet veroorzaakt zijn in de periode waarin de overeenkomst uitwerking krijgt. Deze toepassingsvoorwaarde leidt de samenloop weg van de problematiek van de 10 I. CLAEYS, Samenhangende overeenkomsten en aansprakelijkheid. De quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent herbekeken, Antwerpen, Intersentia, 2003, 36 e.v.; B. DUBUISSON, V. CALLEWAERT, B. DE CONINCK en G. GATHEM, La responsabilité civile. Chronique de jurisprudence 1996-2007 Volume 1: Le fait générateur et le lien causal in Les Dossiers du Journal des tribunaux, Brussel, Larcier, 2009, 469 e.v.; B. DUBUISSON, Le concours des responsabilités contractuelles et extracontractuelle: ultime tentative de conciliation in I. BOONE, I. CLAEYS en L. LAVRYSEN (eds.), Liber amicorum Hubert Bocken. Dare la Luce, Brugge, die Keure, 2009, 67-70; O. GOUT, Le cumul des responsabilités contractuelle et extracontractuelle en droit belge et en droit français: de la genèse des règles aux perspectives d évolution in E. VAN DEN HAUTE (ed.) Le droit des obligations dans les jurisprudences française et belge, Brussel, Bruylant, 2013, 134-138; J. HERBOTS, Quasi-delictuele aansprakelijkheid en overeenkomsten, TPR 1980, 1056; S. STIJNS, Samenloop van civielrechtelijke aansprakelijkheidsregimes: quo vadis? in H. VUYE en Y. LEMENSE (eds.), Springlevend aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2011, 143; T. VANSWEEVELT en B. WEYTS, Handboek Buitencontractueel Aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, 84-86; P. WÉRY, L option des responsabilités entre parties contractantes in S. STIJNS en P. WÉRY (eds.), De raakvlakken tussen de contractuele en de buitencontractuele aansprakelijkheid, Brugge, die Keure, 2010, 227-228. Voor de verhouding tussen deze toepassingsvoorwaarden en de algemene voorwaarden van art. 1382 BW: zie nr. 182. Jura Falconis Jg. 52, 2015-2016, nr. 4 735

ALEXANDER MONDY precontractuele zorgvuldigheidsplichten: een culpa in contrahendo 11 kan enkel de buitencontractuele aansprakelijkheid in het gedrang brengen, om de eenvoudige reden dat er op dat ogenblik nog geen overeenkomst gesloten is. 12 Dat gaat ook op als de schade zich pas veruitwendigt nadat de overeenkomst gesloten is. Daarnaast wordt de postcontractuele fase, de tijdspanne nadat de overeenkomst volledig is uitgevoerd, evenzeer uitsluitend beheerst door de algemene zorgvuldigheidsnorm van art. 1382 BW. 14. Een beginselakkoord, een voorcontract (zoals een contractbelofte of een voorkeurcontract) of een voorbereidende overeenkomst (zoals een kaderovereenkomst) kwalificeren daarentegen wel als werkelijke overeenkomsten, zodat de schending ervan tot contractuele aansprakelijkheid aanleiding zal geven. 13 De miskenning van de verbintenissen voortvloeiende uit een overeenkomst onder opschortende voorwaarde zal eveneens vergoed worden volgens de regels van het contractuele aansprakelijkheidsrecht. 14 De overeenkomst bestaat namelijk reeds; enkel de uitvoering van de verbintenis is afhankelijk van een toekomstige en onzekere gebeurtenis. 15 11 Men denke aan de situatie waarin één van de onderhandelende partijen de onderhandelingen abrupt en op onzorgvuldige wijze afbreekt, of foutieve of misleidende informatie geeft. 12 A. DE BOECK, De schade bij samenloop en co-existentie. Een verkenning van de grens tussen contractuele en buitencontractuele schade in A. DE BOECK, I. SAMOY, S. STIJNS en R. VAN RANSBEECK (eds.), Knelpunten in het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Brugge, die Keure, 2013, 26; H. DE PAGE, Traité élémentaire de droit civil belge, II, Les incapables. Les obligations, Brussel, Bruylant, 1964, 905; B. DUBUISSON, V. CALLEWAERT, B. DE CONINCK en G. GATHEM, La responsabilité civile. Chronique de jurisprudence 1996-2007 Volume 1: Le fait générateur et le lien causal in Les Dossiers du Journal des tribunaux, Brussel, Larcier, 2009, 471; B. DUBUISSON, Le concours des responsabilités contractuelles et extracontractuelle: ultime tentative de conciliation in I. BOONE, I. CLAEYS en L. LAVRYSEN (eds.), Liber amicorum Hubert Bocken. Dare la Luce, Brugge, die Keure, 2009, 68; P.A. FORIERS, Les concours de responsabilités contractuelle et extracontractuelle -Observations sur le droit positif in M. DUPONT, F. GLANSDORFF en E. VAN DEN HAUTE (eds.), Les obligations contractuelles en pratique. Questions choisies, Limal, Anthemis, 2013, 123; O. GOUT, Le cumul des responsabilités contractuelle et extracontractuelle en droit belge et en droit français: de la genèse des règles aux perspectives d évolution in E. VAN DEN HAUTE (ed.) Le droit des obligations dans les jurisprudences française et belge, Brussel, Bruylant, 2013, 135-136; S. STIJNS, Samenloop van civielrechtelijke aansprakelijkheidsregimes: quo vadis? in H. VUYE en Y. LEMENSE (eds.), Springlevend aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2011, 143; H. VANDENBERGHE, Overzicht van rechtspraak (2000-2008). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, TPR 2011, 618; T. VANSWEEVELT en B. WEYTS, Handboek Buitencontractueel Aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, 84-85; P. WÉRY, L option des responsabilités entre parties contractantes in S. STIJNS en P. WÉRY (eds.), De raakvlakken tussen de contractuele en de buitencontractuele aansprakelijkheid, Brugge, die Keure, 2010, 229. 13 S. STIJNS, Leerboek verbintenissenrecht, Boek 1, Brugge, die Keure, 2013, 2005, 115-117, nr. 158-160. 14 S. STIJNS, Schorsing van verbintenissen door opschortende voorwaarden en termijnen in A. DE BOECK, S. STIJNS en R. Van RANSBEECK (eds.), Schorsing van verbintenissen en overeenkomsten Leerstoel Contant Matheeussen 2009, Brugge, die Keure, 2010, 102-103, nr. 17-18; T. VANSWEEVELT en B. WEYTS, Handboek Buitencontractueel Aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, 85. 15 Cass. 5 juni 1981, Arr.Cass. 1980-81, 1157, Pas. 1981, I, 1149, RW 1981-82, 245, concl. H. LENAERTS, RCJB 1983, 1999, noot J. HERBOTS. 736 Jura Falconis Jg. 52, 2015-2016, nr. 4

SAMENLOOP VAN BURGERRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEIDSREGIMES 15. Het belangrijke cassatiearrest van 27 november 2006, dat verder uitvoerig besproken wordt, plaatst bij deze voorwaarde nog een andere kanttekening: indien de rechtsverhouding de verlening van een openbare dienst betreft, is deze niet van contractuele maar van reglementaire aard en kan de vraag naar samenloop niet rijzen. 16 16. Ten slotte, in geval van verschillende, achtereenvolgende fouten, de ene contractueel, de andere buitencontractueel, valt elk van deze tekortkomingen onder een afzonderlijk aansprakelijkheidsregime. In een zaak voor het Hof van Beroep van Brussel werd een notaris beticht van twee verschillende fouten: een contractuele tijdens het verlijden van de onderhandse akte, een buitencontractuele bij het verlijden van de authentieke akte. Het Hof oordeelde terecht dat het probleem van samenloop zich niet stelde. 17 c. Een tekortkoming aan een contractuele verbintenis 17. Volgens deze tweede toepassingsvoorwaarde moet de schadeverwekker zich schuldig maken aan een tekortkoming aan één van de verbintenissen die voortvloeit uit de overeenkomst met de schadelijder. Het Hof van Cassatie vermeldt de voorwaarde telkens kort in zijn arresten. 18 Om te kunnen onderzoeken of aan de vereiste voldaan is, moet men eerst het domein van de contractuele verbintenissen afbakenen, i.e. het geheel van verbintenissen die hun oorsprong vinden in de overeenkomst. 19 De doctrine noemt dit heel 16 Cass. 27 november 2006, RABG 2007, 1257, noot L. PHANG, NJW 2008, 28, noot I. BOONE. De reglementaire rechtsverhouding in kwestie was tussen een elektriciteitsmaatschappij en haar afnemers. Voor verdere toepassingen: H. VANDENBERGHE, Overzicht van rechtspraak (2000-2008). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, TPR 2011, 621. 17 Brussel 17 november 2009, RABG 2012, 35, noot A. DE BOECK. Zie ook O. VANDEN BERGHE, De buitencontractuele aansprakelijkheid van de uitvoeringsagent en de onderstelling van contractualisering in S. STIJNS en P. WÉRY (eds.), De raakvlakken tussen de contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid, Brugge, die Keure, 2010, 261. 18 Zie o.a. Cass. 14 oktober 1985, Arr.Cass. 1985-86, 179, RCJB 1988, 341, noot M. VAN QUICKENBORNE: Een contractspartij kan wegens een bij de uitvoering van de overeenkomst begane fout slechts dan extra-contractueel aansprakelijk worden gesteld ; Cass. 27 november 2006, RABG 2007, 1257, noot L. PHANG, NJW 2008, 28, noot I. BOONE: contractspartijen hun contractuele rechtsverhouding en een in dit raam begane wanprestatie. (eigen cursivering). 19 H. BOCKEN, Samenloop contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid. Verfijners, verdwijners en het arrest van het Hof van Cassatie van 29 september 2006, NJW 2007, 725; I. CLAEYS, Samenhangende overeenkomsten en aansprakelijkheid. De quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent herbekeken, Antwerpen, Intersentia, 2003, 74; B. DUBUISSON, V. CALLEWAERT, B. DE CONINCK en G. GATHEM, La responsabilité civile. Chronique de jurisprudence 1996-2007 Volume 1: Le fait générateur et le lien causal in Les Dossiers du Journal des tribunaux, Brussel, Larcier, 2009, 474; S. STIJNS, Samenloop van civielrechtelijke aansprakelijkheidsregimes: quo vadis? in H. VUYE en Y. LEMENSE (eds.), Springlevend aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2011, 142; P. WÉRY, L option des responsabilités entre parties contractantes in S. STIJNS en P. WÉRY (eds.), De raakvlakken tussen de contractuele en de buitencontractuele aansprakelijkheid, Brugge, die Keure, 2010, 229. Jura Falconis Jg. 52, 2015-2016, nr. 4 737

ALEXANDER MONDY toepasselijk le perimètre contractuel 20 of le champ contractuel 21. Dit komt neer op een causaliteitstest: zou de niet nagekomen verbintenis ook bestaan indien we abstractie maakten van het contract? 22 18. De rechtsleer stipt terecht aan dat dit contractuele domein is toegenomen in omvang, zelfs in zulke mate dat er een overlap is ontstaan met het buitencontractuele terrein, wat de zaken er natuurlijk niet op vergemakkelijkt. 23 Contractuele verplichtingen krijgen namelijk een almaar ruimere invulling: contractanten zijn niet enkel gehouden tot wat uitdrukkelijk in de overeenkomst terug te vinden is. Een overeenkomst brengt eveneens bepaalde impliciete, aanvullende contractuele verplichtingen met zich mee. 24 Denk aan veiligheids-, informatie- en waarschuwingsplichten. 25 We kunnen het ook onder een algemenere noemer plaatsen: de vooral aanvullende 20 B. DUBUISSON, V. CALLEWAERT, B. DE CONINCK en G. GATHEM, La responsabilité civile. Chronique de jurisprudence 1996-2007 Volume 1: Le fait générateur et le lien causal in Les Dossiers du Journal des tribunaux, Brussel, Larcier, 2009, 469 e.v.; B. DUBUISSON, Le concours des responsabilités contractuelles et extracontractuelle: ultime tentative de conciliation in I. BOONE, I. CLAEYS en L. LAVRYSEN (eds.), Liber amicorum Hubert Bocken. Dare la Luce, Brugge, die Keure, 2009, 67 e.v. 21 H. DE PAGE, Traité élémentaire de droit civil belge, II, Les incapables. Les obligations, Brussel, Bruylant, 1964, 903. 22 A. DE BOECK, De schade bij samenloop en co-existentie. Een verkenning van de grens tussen contractuele en buitencontractuele schade in A. DE BOECK, I. SAMOY, S. STIJNS en R. VAN RANSBEECK (eds.), Knelpunten in het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Brugge, die Keure, 2013, 27; P. VAN OMMESLAGHE, Droits des obligations, II, Brussel, Bruylant, 2010, 1164. 23 H. BOCKEN, Samenloop contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid. Verfijners, verdwijners en het arrest van het Hof van Cassatie van 29 september 2006, NJW 2007, 725; M. DEBAENE en P. DEBAENE, Samenloop en co-existentie contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid in Comm.Bijz.Ov., Mechelen, Kluwer, losbl., 2007, 1; B. DUBUISSON, V. CALLEWAERT, B. DE CONINCK en G. GATHEM, La responsabilité civile. Chronique de jurisprudence 1996-2007 Volume 1: Le fait générateur et le lien causal in Les Dossiers du Journal des tribunaux, Brussel, Larcier, 2009, 475-477; O. GOUT, Le cumul des responsabilités contractuelle et extracontractuelle en droit belge et en droit français: de la genèse des règles aux perspectives d évolution in E. VAN DEN HAUTE (ed.) Le droit des obligations dans les jurisprudences française et belge, Brussel, Bruylant, 2013, 137; S. STIJNS, Samenloop van civielrechtelijke aansprakelijkheidsregimes: quo vadis? in H. VUYE en Y. LEMENSE (eds.), Springlevend aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2011, 144; H. VANDENBERGHE, Overzicht van rechtspraak (2000-2008). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, TPR 2011, 626-627; M. VAN QUICKENBORNE, Réflexions sur le dommage purement contractuel (noot onder Cass. 14 oktober 1985), RCJB 1988, 348-349; P. VAN OMMESLAGHE, Droits des obligations, II, Brussel, Bruylant, 2010, 1163; P. WERY, Les rapports entre responsabilité aquilienne et responsabilité contractuelle à la lumière de la jurisprudence récente, TBBR 1997-98, 88; P. WERY, L option des responsabilités entre parties contractantes in S. STIJNS en P. WERY (eds.), De raakvlakken tussen de contractuele en de buitencontractuele aansprakelijkheid, Brugge, die Keure, 2010, 228. De Franse doctrine wijst ook op deze moeilijkheid: P. LE TOURNEAU, Droit de la responsabilité et des contrats, Parijs, Dalloz, 2010, 396. 24 A. DE BOECK, De schade bij samenloop en co-existentie. Een verkenning van de grens tussen contractuele en buitencontractuele schade in A. DE BOECK, I. SAMOY, S. STIJNS en R. VAN RANSBEECK (eds.), Knelpunten in het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Brugge, die Keure, 2013, 27. 25 Voor kritiek op de contractuele veiligheidsplichten: J.-L. FAGNART, La responsabilité du fait des choses dans les relations contractuelles (noot onder Bergen 1 december 2011), Rec.Jur.Ass. 2011, 95-97. 738 Jura Falconis Jg. 52, 2015-2016, nr. 4

SAMENLOOP VAN BURGERRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEIDSREGIMES werking van de goede trouw (art. 1134, lid 3 en 1135 BW). Deze functie van de goede trouw wordt vorm gegeven met behulp van de billijkheid en redelijkheid, en eist van partijen een loyale samenwerking en medeverantwoordelijkheid om de overeenkomst naar behoren uit te voeren. 26 Slotsom van deze wijziging van de grenzen van het contractuele domein is dat de aanvullende contractuele verplichtingen inhoudelijk nog nauwelijks te onderscheiden zijn van de algemene zorgvuldigheidsnorm van art. 1382 BW. 27 Van een contractspartij mag men aldus in grote mate hetzelfde verwachten als van de bonus pater familias. d. De medecontractant lijdt schade 19. De schadelijder moet ten slotte, ten gevolge van het relativiteitsbeginsel (art. 1165 BW), een contractspartij zijn of een persoon die met hem kan vereenzelvigd worden. 28 Vereenzelviging met een contractspartij zal mogelijk zijn bij algemene of bijzondere rechtsopvolging (bijv. een cessie van schuldvordering), bij vertegenwoordiging of bij subrogatie. 29 Ook deze 26 W. VAN GERVEN, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2010, 99-100. 27 Zo besliste het Hof van Cassatie dat de regels van de kunst bij toepassing van art. 1135 BW behoren tot het contractuele domein: Cass. 2006, Arr.Cass. 2006, 259, Pas. 2006, 265, RW 2008-09, 926. De uitvoeringsagent die een verwarmingsinstallatie plaatst op een houten vloer zonder een brandvrije sokkel, schendt daarom een contractuele verbintenis. Rechtspraak neemt verder bijvoorbeeld vaak aan dat op de arts of op het ziekenhuis met wie de patiënt een overeenkomst sluit, een veiligheidsverplichting rust die slaat op het gebruikte materiaal. Inhoudelijk sluit deze plicht nauw aan bij de buitencontractuele aansprakelijkheid van de bewaarder van een gebrekkige zaak (art. 1384, lid 1 BW), maar zij is wel degelijk contractueel van aard en zal dus in beginsel samenloop uitsluiten. Zie onder meer Antwerpen 22 februari 1999, A.J.T. 1999-2000, 481, RGAR 2000, nr. 13.257, T.Gez. 1999-2000, 285. 28 A. DE BOECK, De schade bij samenloop en co-existentie. Een verkenning van de grens tussen contractuele en buitencontractuele schade in A. DE BOECK, I. SAMOY, S. STIJNS en R. VAN RANSBEECK (eds.), Knelpunten in het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Brugge, die Keure, 2013, 27; R. DE WIT, Bouwpromotie en buitencontractuele aansprakelijkheid van de architect (noot onder Luik 28 februari 2013), T.Aann. 2015, 117; B. DUBUISSON, Le concours des responsabilités contractuelles et extracontractuelle: ultime tentative de conciliation in I. BOONE, I. CLAEYS en L. LAVRYSEN (eds.), Liber amicorum Hubert Bocken. Dare la Luce, Brugge, die Keure, 2009, 70; B. DUBUISSON, V. CALLEWAERT, B. DE CONINCK en G. GATHEM, La responsabilité civile. Chronique de jurisprudence 1996-2007 Volume 1: Le fait générateur et le lien causal in Les Dossiers du Journal des tribunaux, Brussel, Larcier, 2009, 477-478; P.A. FORIERS, Les concours de responsabilités contractuelle et extracontractuelle -Observations sur le droit positif in M. DUPONT, F. GLANSDORFF en E. VAN DEN HAUTE (eds.), Les obligations contractuelles en pratique. Questions choisies, Limal, Anthemis, 2013, 123; J. HERBOTS, Quasidelictuele aansprakelijkheid en overeenkomsten, TPR 1980, 1067, nr. 27; T. VANSWEEVELT en B. WEYTS, Handboek Buitencontractueel Aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, 86; P. WÉRY, L option des responsabilités entre parties contractantes in S. STIJNS en P. WÉRY (eds.), De raakvlakken tussen de contractuele en de buitencontractuele aansprakelijkheid, Brugge, die Keure, 2010, 231. 29 Zo kan de nieuwe eigenaar die een goed gekocht had van een bouwpromotor en aan wie eveneens de schuldvorderingen jegens de architecten waren overgedragen, enkel een contractuele vordering instellen tegen de architect, tenzij uiteraard aan de uitoefeningsvoorwaarden voor samenloop is voldaan: Cass. 21 juni 2002, Arr.Cass. 2002, 1578, Pas. 2002, 1407. Voor een uitvoerige bespreking: zie B. DUBUISSON, Responsabilité Jura Falconis Jg. 52, 2015-2016, nr. 4 739

ALEXANDER MONDY personen kunnen bijgevolg slechts een buitencontractuele vordering tegen de medecontractant instellen indien aan de uitoefeningsvoorwaarden voor samenloop voldaan is, tenzij zij natuurlijk niet handelen voor rekening van hun rechtsvoorganger maar eigen schade hebben geleden. Volslagen derden, die schade lijden als gevolg van een contractuele wanprestatie begaan in het kader van een overeenkomst waaraan zij vreemd zijn, kunnen daarentegen uitsluitend het buitencontractuele pad bewandelen. Dan verlaten we echter de wereld van de samenloop en komen we terecht bij co-existentie (zie infra 2. 5). 30 2.2. ONEIGENLIJKE SAMENLOOP 20. Het belang van de tweede toepassingsvoorwaarde mag niet worden onderschat: niet elk schadegeval dat zich voordoet tussen contractspartijen doet de vraag naar samenloop rijzen. Het schadeverwekkend feit moet daadwerkelijk een tekortkoming uitmaken aan een contractuele verbintenis. Er kunnen zich gemakkelijk feitenconstellaties voordoen die sterk gelijken op een situatie van samenloop maar daarvan wel degelijk moeten onderscheiden worden. Om het belang van dit onderscheid te onderstrepen wil ik een nieuw begrip introduceren: oneigenlijke samenloop. 21. Samenloop in de eigenlijke zin houdt in dat een contractspartij haar medecontractant aansprakelijk stelt wegens een contractuele wanprestatie, niet op grond van het contractuele regime dat nochtans het meest voor de hand ligt maar via een alternatieve weg, deze van de buitencontractuele aansprakelijkheid. 31 Opdat de vraag naar samenloop zou rijzen, moet in eerste instantie de contractuele aansprakelijkheid in het vizier komen. De benadeelde contractant wenst een alternatief, maar een alternatief vooronderstelt per definitie evenzeer het bestaan van een initiële keuzemogelijkheid. Daarom is voor eigenlijke samenloop vereist dat de verweten gedraging een contractuele wanprestatie uitmaakt. 22. Indien een begrip voorafgegaan wordt door het adjectief oneigenlijk, behoort een jurist te weten dat de auteur totaal niet bedoelt wat er op het eerste gezicht staat. Hier net hetzelfde. Met de woorden oneigenlijke samenloop doel ik op een situatie waarbij schadeverwekker en gelaedeerde niet meer dan contractuelle et extracontractuelle Volume 1 in Traité théorique et pratique, Antwerpen, Kluwer, 2003, 18 e.v. 30 A. DE BOECK, De schade bij samenloop en co-existentie. Een verkenning van de grens tussen contractuele en buitencontractuele schade in A. DE BOECK, I. SAMOY, S. STIJNS en R. VAN RANSBEECK (eds.), Knelpunten in het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Brugge, die Keure, 2013, 27; B. DUBUISSON, Le concours des responsabilités contractuelles et extracontractuelle: ultime tentative de conciliation in I. BOONE, I. CLAEYS en L. LAVRYSEN (eds.), Liber amicorum Hubert Bocken. Dare la Luce, Brugge, die Keure, 2009, 70. 31 A. DE BOECK, De schade bij samenloop en co-existentie. Een verkenning van de grens tussen contractuele en buitencontractuele schade in A. DE BOECK, I. SAMOY, S. STIJNS en R. VAN RANSBEECK (eds.), Knelpunten in het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Brugge, die Keure, 2013, 34. 740 Jura Falconis Jg. 52, 2015-2016, nr. 4

SAMENLOOP VAN BURGERRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEIDSREGIMES toevallig eveneens contractspartijen zijn en het schadegeval volledig losstaat van de nakoming van de overeenkomst. De miskende verbintenis behoort niet tot het contractuele domein. Denk aan de verhuurder en diens huurder die verwikkeld zijn in een auto-ongeval: het ongeval is geheel vreemd aan de huurovereenkomst en het is puur toeval dat de betrokkenen een contract met elkaar waren aangegaan. In dergelijk geval moet de naleving van de uitoefeningsvoorwaarden voor samenloop gewoonweg niet onderzocht worden: het gaat om een buitencontractuele fout met buitencontractuele schade tot gevolg die zal vergoed worden op grond van het buitencontractuele aansprakelijkheidsrecht. 32 Eén van de toepassingsvoorwaarden is reeds niet vervuld. 23. Een superpositie van aansprakelijkheden is dus mogelijk, pour l excellent motif que le champ contractuel est nettement délimité, et qu au-delà se trouve le champ délictuel ou quasi délictuel, que, pour cette raison et nonobstant le 32 H. BOCKEN, Samenloop contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid. Verfijners, verdwijners en het arrest van het Hof van Cassatie van 29 september 2006, NJW 2007, 725, voetnoot 26; I. CLAEYS, Samenhangende overeenkomsten en aansprakelijkheid. De quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent herbekeken, Antwerpen, Intersentia, 2003, 51-55; H. COUSY, Het verbod van samenloop tussen contractuele en extracontractuele aansprakelijkheid en zijn weerslag, TPR 1984, 160-161; J. DABIN en A. LAGASSE, Examen de jurisprudence (1951 à 1955). La responsabilité délictuelle et quasi-délictuelle, RCJB 1955, 217-218, nr. 3; M. DEBAENE, P. DEBAENE, Samenloop en co-existentie contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid. Afdeling 2. De samenloop in Comm.Bijz.Ov., Mechelen, Kluwer, losbl., 2007, 1; A. DE BOECK, De schade bij samenloop en co-existentie. Een verkenning van de grens tussen contractuele en buitencontractuele schade in A. DE BOECK, I. SAMOY, S. STIJNS en R. VAN RANSBEECK (eds.), Knelpunten in het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, Brugge, die Keure, 2013, 27; H. DE PAGE, Traité élémentaire de droit civil belge, II, Les incapables. Les obligations, Brussel, Bruylant, 1964, 902-906; B. DUBUISSON, Le concours des responsabilités contractuelles et extracontractuelle: ultime tentative de conciliation in I. BOONE, I. CLAEYS en L. LAVRYSEN (eds.), Liber amicorum Hubert Bocken. Dare la Luce, Brugge, die Keure, 2009, 69; S. GUILIAMS, Bewijs van een fout vereist opdat het samenloopverbod tussen contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid ingevolge een misdrijf kan worden opgeheven (noot onder Gent 2 februari 2012), NJW 2013, 79; H. VANDENBERGHE, Overzicht van rechtspraak (2000-2008). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, TPR 2011, 470; H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE en P. HAMELINK, Overzicht van rechtspraak (1964-1978). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, TPR 1980, 1454, nr. 238; H. VANDENBERGHE, Overzicht van rechtspraak (2000-2008). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, TPR 2011, 615; O. VANDEN BERGHE, De buitencontractuele aansprakelijkheid van de uitvoeringsagent en de onderstelling van contractualisering in S. STIJNS en P. WÉRY (eds.), De raakvlakken tussen de contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid, Brugge, die Keure, 2010, 260; P. VAN OMMESLAGHE, Droits des obligations, II, Brussel, Bruylant, 2010, 1163; T. VANSWEEVELT en B. WEYTS, Handboek Buitencontractueel Aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, 86; P. WÉRY, Les rapports entre responsabilité aquilienne et responsabilité contractuelle à la lumière de la jurisprudence récente, TBBR 1997-98, 84-85; P. WÉRY, L option des responsabilités entre parties contractantes in S. STIJNS en P. WÉRY (eds.), De raakvlakken tussen de contractuele en de buitencontractuele aansprakelijkheid, Brugge, die Keure, 2010, 230. STIJNS sluit zich hier bij aan, zij het niet op nadrukkelijke wijze: S. STIJNS, Samenloop van civielrechtelijke aansprakelijkheidsregimes: quo vadis? in H. VUYE en Y. LEMENSE (eds.), Springlevend aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2011, 148, voetnoot 24. Zelfs het Franse recht, dat voor het overige een sterk samenloopverbod hanteert, kent oneigenlijke samenloop. Zie: P. LE TOURNEAU, Droit de la responsabilité et des contrats, Parijs, Dalloz, 2010, 392-393. Jura Falconis Jg. 52, 2015-2016, nr. 4 741

ALEXANDER MONDY contrat, l une des parties peut parfaitement invoquer contre l autre. 33 De benadeelde contractant kan bijgevolg geenszins kiezen welke vordering hij instelt een keuze die net het wezen uitmaakt van eigenlijke samenloop. Noteer wel dat, ofschoon de vraag naar samenloop zich strikt genomen niet stelt, nog zal blijken dat bij oneigenlijke samenloop a fortiori voldaan is aan de uitoefeningsvoorwaarden voor (eigenlijke) samenloop (zoals die bestonden voor 2006). 24. Een aantal eminente auteurs herformuleert samenloop graag zonder meer als de vraag of er tussen contractspartijen plaats is voor de toepassing van de regels van de buitencontractuele aansprakelijkheid. 34 Nu is echter duidelijk dat deze vraagstelling onnauwkeurig en te ruim is, vermits zij ook slaat op de gevallen van oneigenlijke samenloop. 35 Samenloop betreft een samenloop van 33 H. DE PAGE, Traité élémentaire de droit civil belge, II, Les incapables. Les obligations, Brussel, Bruylant, 1964, 905. 34 L. CORNELIS, Verkeerd verbonden in V. SAGAERT en D. LAMBRECHT (eds.), Actuele ontwikkelingen inzake verbintenissenrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, 305; R. KRUITHOF, H. BOCKEN, F. DE LY en B. DE TEMMERMAN, Overzicht van rechtspraak (1981-1992), Verbintenissen, TPR 1994, 488, nr. 202; W. VAN GERVEN, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2010, 306. VAN GERVEN stelt op de volgende pagina wel dat in geval van samenloop de aangeklaagde handeling door een contractpartij in verband met de uitvoering van de overeenkomst werd gepleegd. Deze bewoordingen zijn echter nogal ambigu. 35 Zo casseerde het Hof van Cassatie een arrest van het Hof van Beroep van Luik omdat die laatste de buitencontractuele aansprakelijkheid had uitgesloten, op de enige grond dat, vermits er tussen eiser en verweerder een overeenkomst gesloten was, men ten deze op contractueel terrein staat. Het Hof van Beroep had nog moeten onderzoeken of de niet nagekomen verbintenis voortvloeide uit de overeenkomst tussen partijen. In casu had een veearts tegen een boer, de eigenaar van het dier dat de veearts behandelde, een vordering ingesteld op grond van art. 1385 BW omdat het dier tijdens de behandeling de veearts had verwond. De overeenkomst gesloten tussen de boer en de veearts legde aan de boer inderdaad geen veiligheidsverplichting op ten aanzien van de persoon van de veearts (Cass. 7 november 1969, Arr.Cass. 1970, 241, R.W. 1969-70, 1088, J.T. 1970, 279, R.G.A.R. 1970, nr. 8439, Pas. 1970, I, 215). Zie ook: B. DUBUISSON, Responsabilité contractuelle et responsabilité extracontractuelle Volume 2 in Traité théorique et pratique, Antwerpen, Kluwer, 2003, 22, nr. 79. Sommige auteurs verwijzen ten onrechte naar het arrest als een relikwie uit de periode van voor het relatieve samenloopverbod. Het Hof zou volgens hen tot een andere beslissing gekomen zijn na 1971 of 1973, quod non. Zie o.a. P.A. FORIERS, Les concours de responsabilités contractuelle et extracontractuelle - Observations sur le droit positif in M. DUPONT, F. GLANSDORFF en E. VAN DEN HAUTE (eds.), Les obligations contractuelles en pratique. Questions choisies, Limal, Anthemis, 2013, 117, voetnoot 26; V. SIMONART, La quasi-immunité des organes de droit privé (noot onder Cass. 7 november 1997), RCJB 1999, 737, nr. 8, voetnoot 11; S. STIJNS, Samenloop van civielrechtelijke aansprakelijkheidsregimes: quo vadis? in H. VUYE en Y. LEMENSE (eds.), Springlevend aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2011, 163, nr. 29, voetnoot 75; P. VAN OMMESLAGHE, Droits des obligations, II, Brussel, Bruylant, 2010, 1168-1169; T. VANSWEEVELT en B. WEYTS, Handboek Buitencontractueel Aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, 98, nr. 130, voetnoot 418. De vrederechter van Zomergem diende ook te beslissen over een geval van oneigenlijke samenloop. (Vred. Zomergem 9 juli 2008, TGR-TWVR 2009, afl. 3, 153, T. Vred. 2010, afl. 1-2, 19). In casu had een landbouwer (de verweerder) een loonwerker (de eiser) ingehuurd om een akker te frezen als voorbereiding op zaaiing. Niemand betwiste dat er een (mondelinge) overeenkomst was gesloten. Een machine van de eiser liep schade op door een groot stuk graniet dat zich in het veld bevond. Op de loonwerker rust geen contractuele plicht om de akker te controleren op hindernissen, net zoals er in hoofde van de landbouwer geen contractuele verbintenis bestaat om een akker ter beschikking te stellen die vrij van gebreken 742 Jura Falconis Jg. 52, 2015-2016, nr. 4

SAMENLOOP VAN BURGERRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEIDSREGIMES aansprakelijkheden, niet louter een samenloop van een contractuele en een buitencontractuele relatie. Bovendien ziet een groter deel van de doctrine de verhouding tussen deze toepassingsvoorwaarde en de uitoefeningsvoorwaarden, zoals het Hof van Cassatie ze vooropstelt, niet altijd even helder. Dit wordt verder besproken (zie infra Deel 5). 2.3. HET BELANG VAN DE VRAAG NAAR SAMENLOOP 25. Het belang van de vraag naar samenloop is niet min. Hoewel de contractuele en de buitencontractuele aansprakelijkheid naar elkaar toegroeien 36, kan de benadeelde contractant er toch belang bij hebben om zich op het buitencontractuele regime te beroepen. Ook het Hof van Cassatie erkent het bestaan van zekere verschillen tussen beide regimes en stelt dat het onderzoek van de vordering op grond van de contractuele aansprakelijkheid niet noodzakelijk leidt tot dezelfde beslissing als bij de toepassing van de regels die betrekking hebben op de delictuele aansprakelijkheid. 37 We geven hier een kort overzicht. 38 26. De verschillen die voortvloeien uit de eigen aard van het regime zijn eerder gering. 39 Vooreerst zou de contractuele aansprakelijkheid het bewijs van een lichte fout (culpa levis) vereisen, terwijl voor het buitencontractuele regime de lichtste fout (culpa levissima) zou volstaan. Het moderne verbintenissenrecht hanteert echter hetzelfde zorgvuldigheidscriterium: de rechter gaat na of de laedens zich heeft gedragen zoals een normaal, vooruitziend en zorgvuldig persoon in dezelfde omstandigheden geplaatst. 40 Op grond van de buitencontractuele aansprakelijkheid is ook onvoorzienbare schade verhaalbaar, terwijl art. 1150 BW vereist dat de schade voorzienbaar is. De rechtspraak heeft deze vereiste echter sterk uitgehold (zie infra nrs. 108-109). Verder moet de contractant die een wanprestatie pleegt in de regel in gebreke gesteld worden opdat diens aansprakelijkheid in het gedrang zou kunnen is. Aangezien er geen enkele contractuele verbintenis geschonden is, komt de contractuele aansprakelijkheid niet in het gedrang en stelt de vraag naar samenloop zich niet. In dezelfde zin: Bergen 1 december 2011, T.Verz. 2013, 382; Gent 2 februari 2012, NJW 2013, 76, noot S. GUILIAMS. 36 Zie B. DUBUISSON, Responsabilité contractuelle et responsabilité aquilienne. Comparaison n est pas raison in S. STIJNS en P. WERY (eds.), De raakvlakken tussen de contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid, Brugge, die Keure, 2010, 1-51; I. DURANT, Le dommage réparable dans les deux ordres de responsabilité in S. STIJNS en P. WERY (eds.), De raakvlakken tussen de contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid, Brugge, die Keure, 2010, 53-96. 37 Cass. 13 november 1989, Arr.Cass. 1989-90, 339, Pas. 1990, 298, RW 1990-91, 234. 38 Zie M. DEBAENE, P. DEBAENE, Samenloop en co-existentie contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid in Comm.Bijz.Ov., Mechelen, Kluwer, losbl., 2007, 7; T. VANSWEEVELT, B. WEYTS, Handboek Buitencontractueel Aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, 87-96. 39 S. STIJNS, Samenloop van civielrechtelijke aansprakelijkheidsregimes: quo vadis? in H. VUYE en Y. LEMENSE (eds.), Springlevend aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2011, 146. 40 T. VANSWEEVELT en B. WEYTS, Handboek Buitencontractueel Aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, 88. Jura Falconis Jg. 52, 2015-2016, nr. 4 743

ALEXANDER MONDY komen. De quasi-delictuele aansprakelijkheid kent deze vereiste niet. 41 Tot slot lopen de verjaringstermijnen niet gelijk (zie art. 2262bis BW). 27. Van groter belang zijn de verschillen die voortvloeien uit bijzondere wetgeving van toepassing op bepaalde benoemde overeenkomsten, bijv. een kortere verjaringstermijn. Een verschil in de toepasselijke regels van IPR kan eveneens ingrijpend zijn. Verder zullen rechtsbijstands- en aansprakelijkheidsverzekeringen vaak enkel de buitencontractuele aansprakelijkheid dekken. 42 Meestal zal het nog de aanwezigheid van een contractueel beding zijn die de keuze voor het ene of het andere regime motiveert. Een exoneratiebeding of een (te laag) schadebeding kan namelijk schadeloosstelling ernstig beletten. 43 2.4. SAMENLOOP TUSSEN BURGERRECHTELIJKE EN STRAFRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID 28. De twee vormen van burgerrechtelijke aansprakelijkheid moeten onderscheiden worden van de strafrechtelijke aansprakelijkheid. De wetgever beschouwt de overtreding van bepaalde normen als zo moreel verwerpelijk dat hij aan dergelijke overtredingen een strafsanctie vasthangt. Deze strafsanctie dringt zich op ongeacht of het misdrijf daadwerkelijk schade heeft berokkend. Een fundamentele verstoring van de maatschappelijke orde kan niet ongestraft voorbij gaan, schade of niet. Voor de civielrechtelijke aansprakelijkheid is schade daarentegen wel een vereiste. 29. Hoewel strafrechtelijke en burgerrechtelijke aansprakelijkheid van elkaar moeten onderscheiden worden, kunnen zij samengaan of samenlopen. 44 Er zal een situatie van samenloop ontstaan indien uit een misdrijf schade ontstaat voor een derde. Dat is zeker zo als het aanrichten van schade deel uitmaakt van de delictsomschrijving. De samenloop van strafrechtelijke en civielrechtelijke aansprakelijkheid zal zich daarom in de eerste plaats manifesteren indien het strafrecht en burgerlijk recht een uniform foutbegrip hanteren. 45 Zo stemt het 41 Cass. 26 september 1996, Arr.Cass. 810, Pas. 1996, 868, RW 1996-97, 1030. 42 B. DUBUISSON, Responsabilité contractuelle et responsabilité extracontractuelle Volume 2 in Traité théorique et pratique, Antwerpen, Kluwer, 2003, 21. 43 S. STIJNS, Samenloop van civielrechtelijke aansprakelijkheidsregimes: quo vadis? in H. VUYE en Y. LEMENSE (eds.), Springlevend aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2011, 147. 44 S. STIJNS, Leerboek verbintenissenrecht, Boek 1bis, Brugge, die Keure, 2013, 123, nr. 153; S. STIJNS, Samenloop van civielrechtelijke aansprakelijkheidsregimes: quo vadis? in H. VUYE en Y. LEMENSE (eds.), Springlevend aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2011, 150; W. VAN GERVEN, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2010, 299 en 302. 45 S. STIJNS, Leerboek verbintenissenrecht, Boek 1bis, Brugge, die Keure, 2013, 125, nr. 156; S. STIJNS, Samenloop van civielrechtelijke aansprakelijkheidsregimes: quo vadis? in H. VUYE en Y. LEMENSE (eds.), Springlevend aansprakelijkheidsrecht, Antwerpen, Intersentia, 2011, 150; W. VAN GERVEN, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2010, 302-305. De eenheid van het straf- en burgerrechtelijk schuldbegrip is reeds fel bekritiseerd geweest: zie P. DELVAUX en G. SCHAMPS, Unité ou dualité des fautes pénale et civile; les enjeux d une controverse, RGAR 1991, nr. 11.795. 744 Jura Falconis Jg. 52, 2015-2016, nr. 4