Voordracht van P. Oosterveld op een RIN medewerkersbijeenkomst in Arnhem. op 29 maart 1971«

Vergelijkbare documenten
Heidebeheer en fauna. Verslag veldwerkplaats Droog Zandlandschap Strabrechtse Heide, 4 juni 2009

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen.

' I 6300 HERZIEN VEGETATIEBEHEER VOOR DE KAVELS U 81 EN U 82 IN HET NATUURTERREIN "DE WILDWALLEN" door. J. Hoogesteger H.J. Drost

Begrazing van natuurgebieden

Voorbereiding post 1. Werken voor hei en ven Groep 4-5

Grasland en Heide. Hoofdstuk 2.2 en 2.4

1. Natuur Vaardigheden van herder bij het proces van planning en uitvoering begrazing

Levende cultuur in ons landschap. Geert Boink SZH Landgoed Mariënwaerdt Beesd

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

grazers helpen de natuur.

Begrazing met geiten in de Nieuwkoopsche Plassen

Drukbegrazing en Chopperen als Alternatieven voor Plaggen van Natte heide


HEIDE ROZENDAALSE VELD EN ROZENDAALSE ZAND. Beleidsnota

16 Beweiding 16.1 Inleiding

Bermenplan Assen. Definitief

Fauna in de PAS. Hoe kunnen we effecten van N-depositie op Diersoorten mitigeren? Marijn Nijssen Stichting Bargerveen

Effecten van begrazing in kustduinen

Marijn Nijssen, Toos van Noordwijk, Annemieke Kooijman, Herman van Oosten, Bart Wouters, Chris van Turnhout, Jasja Dekker, Michiel Wallis de Vries,

Ecologische meerwaarde gehoede schaapskuddes. Loek Kuiters en Pieter Slim

Welk bosbeheer heeft wat met natuurbeheer te maken?

Voorbereiding post 1. Werken voor de hei Groep 4-5

Bezoekerscentrum Lauwersmeer Globale verhaallijn (concept)

1.2 landschap, natuur en recreatie. Landschap

ECOLOGIE. foto s. Yves Adams (Vilda) Lars Soerink (Vilda)

Knelpunten van de Natuurzoom.

Brabantse bijen behoeven betere bescherming (beknopte beschouwing betreffende beheer & beleid) Tim Faasen

Motivaties in het beheer van de duinen

Een wereld door verschil op kinderboerderijen?

De Peelvenen. Hoogveenherstel op het randje. Gert-Jan van Duinen en vele anderen

OP KWELDERS EEN IDEALE COMBINATIE VOOR DE NATUURBESCHERMING. Rijksinstituut voor Natuurbeheer

Struinen door De Stille Kern

Vegetatie van de heide,

Evaluatie natuurbeheer Kwintelooijen Han Runhaar en Bert Budding, Natuurwerkgroep Kwintelooijen, 11 november 2014.

Herkauwers & Akkerbouw

Advies betreffende de verspreiding van het kruipend moerasscherm langs de Grote Geule (Beveren-Waas)

Plan van aanpak. Kigo project: CoP Valorisatie Biomassa uit Natuur & Landschap

Natuurherstel: van standplaats naar landschap

De Staart in kaart. 4 jaar bosontwikkeling op voormalige akkers

Voorbereiding post 1. Werken voor hei en ven Groep 6-7-8

Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147)

Programma. Beheerplan Elperstroomgebied

Begrazing in beekdalen

Voorbereiding post 1. Werken voor de hei Groep 6-7-8

Convenant gedragsregels Jacobskruiskruid Groningen

Esdonk 8, Gemert. Onderbouwing grondgebonden karakter. Rundveehouderij Meulepas V.O.F. Bedrijfsopzet Esdonk 8, Gemert

Stroomdalgraslanden in Nederland

Weidevogelnieuws. Landbouwkundige situatie vroeger en nu. Rijswijkse Veld

Honden aan de lijn, ook die niets doen. in samenwerking met de gemeenten Boortmeerbeek, Haacht en Keerbergen

Natuurkwaliteit en bosgebruik Natura Rienk-Jan Bijlsma

landbouw-breed CSPE KB 2011 minitoets bij opdracht 15

Bodemgebruik in Nederland,

ERFBEPLANTINGSSPLAN HEUSDEN BEHELP 13 (CAMPING DE PEEL) GEMEENTE ASTEN

Nu geen verstuivingen in de Noordwest Natuurkern NPZK!

Natuurontwikkeling op voormalige landbouwgronden; herstel van blauwgraslanden

Steenmeel in de praktijk: Van bodem via planten ook effecten op dieren?

Limosterrein Nijmegen

Heidebeheer in de 21 e eeuw

Ervaringen met begrazing in de Noordwaard

Beschikbaarheid en duurzaamheid in EU

Waarde van kruidenrijk gras en inpassing in de bedrijfsvoering

De schaapskudde Een educatief programma voor groep 5 en 6 Handleiding Deel 3 Locatie Hoog-Buurlo

Planning graslandgebruik bij 109 percelen en 5 groepen koeien

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Kruiden- en faunarijk grasland

Insecten in grasbermen: kansen, maar geen wonderen. Jinze Noordijk, Theo Zeegers EIS Kenniscentrum Insecten (Naturalis)

Quickscan Flora- en Faunawet Nieuwbouw Doorninkweg 6. Verkennend onderzoek naar beschermde natuurwaarden ten behoeve van ruimtelijke ontwikkelingen

werkdocument -,p.- rljksdienst voor de ijsselmeerpolders rnlntsterle van verkeer en waterstaat ~eideperiode van de graskavels door Ing. P.J.

MMet het Mobiele AM-systeem melkt de veehouder z n koeien in de weide

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Van mais naar vochtig schraalland, de teletijdmachine van Blues in the marshes

Nieuwsbrief. Presentatie schaapskudde Hof van Twente op 14 april Bijzondere kudde

4.2 Deelgebied 2: Ballumerduinen Verzwaring

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

2. Waalwijk. 2.1 Grondgebruik. Databron: LGN7

Aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Ede, t.a.v. mevrouw D.W. Vreugdenhil, wethouder, Postbus 9022, 6710 HK Ede.

Weidemengsels 2016 Informatie en productenoverzicht

Weidemengsels 2018 Informatie en productenoverzicht

Verjongen en uitbreiding van Jeneverbessen in de gewestbossen van Ravels

Beheer van een gangbaar graslandperceel

Weidemengsels 2018 Informatie en productenoverzicht

Pilobolus. sporenkanon

Regionaal Landschap Groene Corridor vzw

Weidemengsels 2016 Informatie en productenoverzicht

Grote grazers en behoud van biodiversiteit

Committed to Green Bevordert kwaliteit, Verhoogt speelvreugde, Geeft een groen imago Bevordert golf als boswachter Europa Nederland

Rapport visitatie 12 juni 2018 Planken Wambuis

B i j l a g e 6. N a d e r e o n d e r b o u w i n g g r o n d g e b o n d e n b e d r i j f

Resultaten enquête onder beheerders

Schaapskuddes in het natuurbeheer

Herstel van hellingschraallanden

Veranderingen op verlaten landbouwgronden in de Baronie Cranendonck met behulp van begrazing door IJslandse pony's

Nut en noodzaak fosfaatonderzoek natuurinrichting WaalenBurg

Verslag Solabio Dijkendag Assenede (B) 24 juni 2011

Kwaliteitsregeling gescheperde schaapskuddes. Radio Kootwijk, 25 september 2015

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

Particulier Natuurbeheer bloemrijk grasland in Groot Mijdrecht Noord-Oost

Begrazing in kustduinen Marijn Nijssen & Annemieke Kooijman

Begrazing op kwelders

Hoe boeren afwegingen maken over weidevogelbeheer en natuurinclusieve landbouw. Theo Vogelzang, Wageningen Economic Research,

Ervaringen en dilemma s

Transcriptie:

* Voordracht van P. Oosterveld op een RIN medewerkersbijeenkomst in Arnhem Onderwerp: BEGRAZING, op 29 maart 1971«Over ca. 5 ^ 10 jaar hoop ik u enige resultaten te kunnen geven van datgeen, waarvan ik u nu een onderwerpprogram zal voorspiegelen. Al geruime tijd leefde bij het voormalige RIVON de gedachte om bij het beheer van allerlei natuurterreinen meer aandacht te besteden aan de mogelijkheden van begrazing. De laatste jaren is het onderwerp nog actueler geworden i.v.m. de inrichting van 1 e : droogvallende gronden in het Deltagebied, Lauwerszee en IJsselmeer en 2e : voormalige landbouwgronden, die binnen de huidige maatschappelijke ontwikkelingen niet meer rendabel geexploiteerd kunnen worden. Nu is het zeker niet de bedoeling om bij het beheer van bestaande en wordende natuurterreinen voortaan alleen maar te grazen. Veel waardevolle gebieden danken hun bestaan aan het feit dat er juist niet gegraasd wordt, b.v. de blauwgraslanden en ook voor nieuwe terreinen komen naast begrazing zeker andere methoden in aanmerking afhankelijk van de bestemming, welke men voor dat terrein beoogt. Heeft men nog geen doel voor ogen dan lijkt begrazing een goede methode om een bepaalde toestand te stabiliseren of om de schok van een plotselinge verandering - van zout naar zoet, van landbouwbeheer naar natuurbeheer - op te vangen en meer geleidelijk te laten verlopen. Bovendien zal begrazing éên van de goedkopere beheersmethodaxblijken te zijn mede veroorzaakt door enige gunstige neveneffecten in de recreatieve sfe.er, schaapskuddes e.d., maar ook omdat het een goede motivatie biedt om de oude landrassen in stand te houden, waarvan de waarde moeilijk te schatten is. Juist voor het beheer van natuurterreinen zijn deze rassen uitermate geschikt omdat zij de minste verzorging behoeven (heideschapen, Friese en Zeeuwse melkschapen, Veluwse geiten)«het doel van het onderzoek naar de invloed van herbivoren op wat ik maar de rest van het oecosysteem zal noemen is in eerste instantie het geven van goede adviezen, gegrond op een uitgebreid scala van feitenkennis en verricht onderzoek, om bestaande en,wordende^natuurterreinen zo aantrekkelijk (recreatie) en zo gedifferentieerd (wet. onderzoek) mogelijk te houden cq. te scheppen. Hiervoor hebben we in Nederland een instelling,, het zgn. Rijksinstituut voor Natuurbeheer, en het hoeft dan ook geen verbazing te wekken dat juist dit Instituut het initiatief tot dergelijk onderzoek heeft genomen. Wanneer momenteel de zaak ergens uit de hand dreigt te lopen moet vaak gezegd worden, gebaseerd op praktische ervaring

r 2 ervaring in andere gebieden 'Wel, probeer het eens met een paar schapen In de toekomst hopen we in dergelijke gevallen L omschrijven wat het effect van een bepaald graasregiem op een bepaald terrein zal zijn. Het is m.io zaak in de eerste plaats het geheel in de gaten te houden en de adviezen en de daaruit voortvloeiende maatregelen niet specifiek af te stemmen op de in standhouding van een enkele zeldzame soort in het desbetreffende gebied» Ook lijkt een globaal advies b»v. 'bij extensieve beweiding met koeien kan ongeveer dat vegetatietype verwacht worden, waarbij de mogelijkheid bestaat dat die en die soorten erbij komen en die soorten teruggedrongen worden' voorlopig van meer waarde te zijn dan dat alleen gezegd kan worden, bij gebrek aan onderzoekers om alle aspekten te bekijken, zoiets van: 'bij begrazing met koeien zal in dit terrein het aantal collembolen per dm^ met gemiddeld 25 afnemen tot 17 en wat er verder gebeurt daar is exact nog niets over te zeggen' Wat ik hiermee duidelijk wil maken is daf er bij voorkeur eerst algemeen gewerkt moet worden, stoelend op de veldervaring van diverse lieden, terwijl geleidelijk, naarmate er meer werkkracht beschikbaar komt, specifiek onderzoek verricht kan worden naar bepaalde aspecten; met andere woorden het praktische ev. TNO-aspect voor het ZWO-aspect» ONDERZOEK SCHEMA (vereenvoudigd) (< n cj c r~ e' /, e r /? "" / / C.. U r? / '_/ '/ ') 'ft /ia & / i/o H /' 6-7' A T /! / I: Vraat, vernieling, besmetting II: Betreding, vernieling, verdichting : minder belangrijke relaties - Van -

- 3 - Van de afzonderlijke onderwerpen is een enorme kennis aanwezig; in Nederland speciaal van de nrs. 2 en 3 Er zijn bodem- en vegetatiekaarten van een groot aantal gebieden; er is vrij voel aan autoecologisch onderzoek aan verschillende plantensoorten gedaan. Van de enkele relaties 1--2, 1 3) 2 3> ^--2, 2 5» is ruime kennis aanwezig: enkele voorbeelden: Het is in Wageningen precies bekend hoe herbivoren eten in een optimaal bemeste vegetatie bestaande uit drie grassoorten en witte klaver, hoeveel % van elk genuttigd wordt en hoeveel.koekjes van welke samenstelling er dan nog bijgevoerd moet worden om op een zo klein mogelijk areaal bij de minste kosten een zo groot mogelijk melk/vlees productie te verzekeren. Het zal duidelijk zijn dat dergelijke gegevens voor ons onderzoek niet bruikbaar zijn, maar wellicht bieden de gebruikte methodieken enige aanknopingspunten» 1 5 : Morris heeft aantallen hemiptera en heteroptera vergeleken op begraasde en onbegraasde kalkgraslanden in Engeland; sterke afname bij begrazing» Diverse auteurs hebben nadelige invloeden van intensieve begrazing gerapporteerd op de weidevogelstand» ^ Naarmate de relaties gecompliceerder worden b.v. 1 3 2, 1 2--5, ^ 2, is or minder in de literatuur te vinden en integrale kennis omtrent de relatie herbivoren rost van het oecosysteem is niet voorhanden» De werkgroep Begrazing stelt zich ten doel dit ideaal te benaderen d.ji.v, onderzoek aan de enkele relaties, waarbij 1 2 voorlopig prioriteit zal krijgen» 1 3 2 is een deel van het promotie-onderzoek van Drs» Blom (100)«Ondergetekende zal zich t»z»t» speciaal toeleggen op de relaties 1 2 5? 1 3 5 en 1 3 2 5» Wat gaat er vanaf 1971 gebeuren? Er zijn een aantal natuurterreinen in Nederland, welke momenteel al d.rruv» begrazing beheerd worden (ca. 35) Het is de bedoeling dat van al deze terreinen in de loop van de komende jaren een overzicht gemaakt wordt van wat er al bekend is: de afzonderlijke punten 1 t/m 5, welke relaties er in dat terrein al bestudeerd zijn, hoe het historisch gegroeid is etc» Waar iets ontbreekt, en dat is in de meeste gevallen het merendeel, zal beoordeeld worden in hoeverre het zin heeft voor het onderzoek als geheel om daarin te voorzien door b»v» een vegetatiekartering of een fauna-inventarisatie uit te voeren» Wanneer het gebied groot genoeg is zal beoordeeld worden in hoeverre er wellicht gelijktijdig enige experimentele situaties geschapen kunnen worden - stukken uit de begrazing nemen, andere stukken er bij trekken - uiteraard gepaard gaande met een gelijktijdig vergelijkend onderzoek. - Daarnaast -

Daarnaast zijn or de nieuwe terreinen welke voor begrazing in aanmerking komen» Hier zullen bij voorkeur, vooral in de eerste jaren, experimentele situaties gecreërd worden; _onbegraasd en diverse vormen van begrazing naast elkaar, helemaal niets doen, maaien enz» Bij alle onderzoek-situaties is het echter van het grootste belang dat voordat het experiment van start gaat, eerst de uitgangs-situatie zoveel mogelijk is vastgelegd» Bij het huidige aanbod van terreinen is het dan ook van belang dat naast het beschikbaar stollen van een zak $f, de werkgroep dit jaar al uitgebreid wordt met tenminste 2.^egetatiekundigon; terwijl voor het behandelen van praktische problemen met de herbivoren- parasitaire ziekten, normale ziekten en ongesteldheden, fokschema's e.d een veterinair toegevoegd zal moeten worden- GEPLAND WERK VOOR 1971. experimenteel» I: Terschelling/^Groede^a 300 ha, sinds 50 jaar beweid met jaarlijks ruim.100 stuks -jongvee en-oen aantal.paarden. I 1: Gedurende het gehele seizoen zal de verspreiding van de dieren opgenomen worden cn geplot op de voorlopige vegetatiekaart; 1 maal per dagen exact vier-maal per etmaal, in de tussentijd dagelijks vanaf een hoogzit» I 2: Gedragsstudie van een aantal individuele dieren aver het gehele etmaal en gedurende het gehele seizoen» l38c4t'het vastleggen:.wan een uitgangssituatie op twee oppervlakten van 100 bij 150 m», waar met ingang van 1972 stukken van 50 bij 100 m. uit de begrazing zullen worden genomen» Dit">betreft het vervaardigen van een gedetailleerde vegetatiekaart en een grondige fauna-inventarisatie I5&6 ; Idem voor twee plaataen, waar met ingang van 1972 het stek verzet zal worden, waarbij gelijktijdig in een qua potentie hetzelfde gebied een stuk uit de begrazing genomen zal worden en er een stuk bijgetrokken zal worden. I 7' Een vergelijkend vegetatiekundig onderzoek naar de invloeden van begrasing op lange termijn d m»v» vegetatiekundige opnamen in potentieel dezelfde vegetaties 'ter weerszijden van het stek I 8: Vergelijkend onderzoek met een gedetailleerde vegetatiekartering^ over 2 ha ter weerszijden van het stek in het NVJ deel van de Groede, I 9' Het bepalen v an de gewichtsaanwas van het jongvee en paarden over het seizoen 1971. _ ümaering _

- 5 - UITVOERING; 1. F. Kuyck, doctoraal onderwerpj/biologie, 6 maanden, voor do afdu Natuurbehoud en -beheer v an de Landbouwhogeschool, V/agoningon» 2. P. Minaard, ing. onderworp, 3 maanden voor idem«periode juli-oktober.»». «>» open...» 3,^,5,6, fauna-inventarisatie... RIN, Leersum». 3,5 vegetatiekartering...sin, Leersum. ^,6 vegetatiekartering......open... 7,8 In cursusverband door de afd. Geobotaiiie van de K.U. Nijmegen. 9» Inst» voor Veeteeltkundig Onderzoek "Schoonoord", Zeist. II. Schiermonnikoog,/ Oosterkwelder. Tot 1958 werd het gehele 0. gedeelte van Schiermonnikoog met jongvee beweid; na dit jaar is men met de beweiding gestopt op het meest westelijke stuk van ca 25 ha na, Het gebied is enigszins verruigd, hetgeen vooral te merken is in de afname van de vogelstand, terwijl ook een voortschrijdende nivelatie van de vegetatie verondersteld wordt. Met ingang van 1971 zal de beweiding weer geleidelijk uitgebreid worden met de bedoeling' het begraasde gedeelte t.z.t. weer tot de derde slenk uit te breiden» In verband met het feit dat het vee voor drinkgelegenheid is aangewezen op het meest westelijke gedeelte van het terrein kan t.z.t. een gradiënt van begrazings-intensiteit verwacht worden in O-V/ richting. Planning en uitvoering van begeleidende experimenten in samenwerking met het Lab. voor Planten-oocologie van do R.U. Groningen. Iii«Schiermonnikoog,/de voormalige Westerkwelder. Het gebied is thans ingepolderd en met ingang van 1971 zal het N-gedeelte, ca 20 ha. met een tiental ponies begraasd worden. Er moet nog een vegetatiekaart van het gebied gemaakt worden, terwijl met een aantal PQ's de ontwikkeling gevolgd zou moeten worden» Ook is hier een gelegen - heid om iets meer te weten te komen omtrent het gedrag en de voedselkeus van ponies. Planning 011 uitvoering... open... - IV -

- 6 - IVo Mariapeel, Limburg- In clit gebied is men bevreesd dat de open terreinen, Calluna, Mollinia heiden, geheel met berken zullen dicht groeien«, Op een stuk van ha is een experiment gepland om na te gaan of vier veluwae geite»'de berken onder contrôle kunnfn houden» Er aal een gedetailleerde vegetatiekaarttvan het betref-* fende stuk gemaakt worden, terwijl maandelijks één dag het graasgedrag van de geiten vastgelegd zal worden* Planning en uitvoering «. <, RIN, Leersurru V. Het Kranenveld, Brabant. In dit gebied zal met ingang van 1972 een terrein van ca 60 ha, bestaande uit bos, afgebrand bos en voormalige landbouwgronden, ompaald worden. Binnen het raster zullen vanaf die tijd, in samenwerking met het IJslandse pon?y stamboek 60/'jonge pontes losgelaten worden. Het is van belang dat seeds dit jaar de uitgangssituatie wordt vastgelegd: vegetatiekartering, bodemkartering, fauna-inventarisatie,- hoogtekaart, planning experimentele situaties.. Planning in voorbereiding bij het RIN, Leersum.- Uitvoering*»oocoooo..»»..., open, In verband met het begrazingsonderzoek zou dit jaar al in de volgende terreinen gewerkt kunnen worden; 1.. Berghofweide, 2 ha kalkgrasland, Zd.Limburg: (graas)gedrag van 2 stuks j ongvee = 2 Strabrechtse Heide, Brabant: vergelijkend vegetatie-onderzoek van intensief begraasde hei (binnen het raster van 25 ha) met smukken, waar minder gegraï d wordt en stukken, die op verschillende tijdstippen afgebrand en/of gemaaid zijn.-bestudering (graas)gedrag van Kempische heideschapen. 3. 'Dijfkwater, Schouwen: vegetatiekartering. -Vroongrondenj Schouwen: gedetailleerde vegetatiekartering van stukken, die eventueel uit de begrazing genomen zouden kunnen worden met een vergelijkende fauna-inventarisatie; (graas)gedrag fjordenpaarden; vegetatiestudie en faunainventarisatie langs een transect vanaf het hek het veld in - betredingsgradiënt -. -.5. -

5o Haringvreter, Veerse meer; vergelijkend vegetatieonderzoek binnen ("betreding en vraat New forest ponies) en buiten het stek (maaien en betreding door recreanten)? (graas)gedrag new forest ponies 60 Middelplaten, Veerse Meer: bestudering (graas)gedrag schapen; eventueel experimenteel, bestudering van het randeffect langs een slingerend stek» 7. Terschelling^ duingrasland met aangrenzend stuk duinheidevegetatie: gedetailleerde vegetatiekartering, fauna-inventarisatie; bestudering (graas)gedrag Friese melkschapen. Voor I t/m V zijn gedetailleerde programma's in bewerking bij het EIN, Leersum«