Advies over het Parijscommuniqué van 25 mei 2018 en de implementatie ervan in Vlaanderen

Vergelijkbare documenten
Advies over de moderniseringsagenda hoger onderwijs van de Europese Unie

Advies over de toekomst van het Bolognaproces

Advies over het Yerevancommuniqué

Advies ter voorbereiding van de Bolognaopvolgingsconferentie. in Leuven en Louvain-la-Neuve

Advies over de wijziging van het accreditatieverdrag

Stafmobiliteit gewikt en gewogen

Advies over het Leuvencommuniqué en de implementatie ervan

Advies over het uitvoeringsbesluit over de erkenning van beroepskwalificaties en van onderwijskwalificaties voor se-n-se en hbo5

Advies over het Londen-communiqué, het Bologna-proces en de implementatie ervan in Vlaanderen

Advies over de definitie van werkstudenten in het hoger onderwijs naar aanleiding van de conceptnota hbo5

Advies BVR duaal leren BuSO

Advies over het voorontwerp van decreet over de uitbouw van de graduaatsopleidingen

Advies over een voorstel van opleidingsprofiel volwassenenonderwijs Studiegebied Slagerij

Kwaliteitscode - Vlaanderen

Advies over de uitstroomfinaliteit. gerichte bacheloropleiding

Advies over de operationalisering van het begrip leerlingenpopulatie

Advies over het 'networks of European Universities'- initiatief van de Europese Commissie

Advies over het strategisch plan De Vlaming leeft gezonder in 2025

Advies over een voorstel van opleidingsprofiel volwassenenonderwijs (OP Bibliotheekmedewerker informatiebemiddelaar )

Advies over het voorontwerp van decreet betreffende de scholengemeenschappen in het basis- en secundair onderwijs

Advies over de voorstellen van opleidingsprofielen volwassenenonderwijs voordrachten januari, februari en maart 2016

Advies over nieuwe opleidingen in het dbso voor textielverzorging en de groensector

SUCCESFACTOREN. Checklist

Advies over de procedure voor de actualisering en schrapping van beroepskwalificaties

Advies over het nieuwe NVAO-reglement

Advies over een vereenvoudigd studiegeldenmechanisme

Reactie op het Bergen-communiqué 2005

Advies over Vlaanderen in 2050: mensenmaat in een metropool? Groenboek beleidsplan Ruimte

Advies over de aanpassingen aan het kwaliteitszorgsysteem hoger onderwijs

Advies over het actieplan gecoördineerd Vlaams vrijwilligersbeleid

Naar transparanter hoger onderwijs. Het Nederlandse Nationale Kwalificatieraamwerk

Verslag over de ronde tafel de meerwaarde van het Aanmoedigingsfonds van 25 maart 2013

ADVIES. Raad Hoger Onderwijs. 29 januari 2009 RHO/IDR/ADV/002

Het erkenningsbesluit sociale huisvesting: stimulans voor bewonersparticipatie

Advies over de erkenning van een nieuw structuuronderdeel in het gewoon voltijds secundair onderwijs: Productontwerpen - tweede graad

Advies over de beleidsevaluatie van een aantal aspecten van het financieringsmechanisme hoger onderwijs

Advies over het versterken van studentenparticipatie door de Vlaamse instellingen hoger onderwijs

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

Advies over voorontwerp van decreet houdende diverse bepalingen onderwijs

1. WAAROM DIT HANDBOEK? 2

Advies over de voorstellen van opleidingsprofiel voor het secundair volwassenenonderwijs

Advies over de keuzemodule 'armoede en sociale uitsluiting' in enkele opleidingsprofielen basiseducatie

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

Raad Hoger Onderwijs. 9 juni 2015 RHO-RHO-ADV

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader

Agenda. 1. Verwelkoming 2. Kennismaking 3. Huis van het kind - Toelichting 4. Ronde tafel met kernvragen 5. Cirkels 6. Slot

Advies over het NVAO-voorstel voor een nieuw accreditatiestelsel

Advies over de decreetwijziging betreffende de Regionale Technologische Centra (RTC)

Standpunt van de VLIR betreffende de visitatie van het onderwijs aan de universitaire instellingen in Vlaanderen

04 Support staff training

Naar een team Jeugd en Vrijetijdsparticipatie

Advies over het decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid

Rapport over de screening van ontwerpcertificaatsupplementen

Toll-net: samenwerken aan e-leren en gecombineerd leren voor volwassenen

National Qualifications Framework in an international perspective. Vlaams Ministerie Onderwijs en Vorming Brussel, 30 november 2009

Advies over duaal leren in het hoger onderwijs

Advies over transparantie-instrumenten

Rol: Maatschappelijk assistent

Kinderopvang en MFC s realiseren samen inclusieve kinderopvang voor elk kind en elke ouder

HET BOLOGNA PROCES: EEN KRITISCHE REFLECTIE

Beleidsplan AUHL

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING

bosgroepen en regionale landschappen

Beleidsvisie Sociaal Werk

Advies. Proefproject LZV s. Brussel, 24 juni Mobiliteitsraad

Internationale kaders voor onderwijsbeleid Een overheidsperspectief

Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad, 27 september Didier Reynaert Lector sociaal werk, HoGent Gastlector kinderrechten, Odisee

Advies over de beleidsbrief

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR

Advies over het programmadecreet bij begrotingsopmaak 2014

Advies over het Belgische rapport voor de Voluntary National Review 2017

Warme overdracht tussen leren en werken en de VDAB: visietekst

Functiebeschrijving. Functiehouder. Functiegegevens. Doel van de functie. Plaats in de organisatie OCMW SCHOTEN

SCAN. in kwaliteitsvol toetsen

BBB en Deugdelijk Bestuur binnen de Vlaamse Overheid Werkgroep I - Beleidsraad en Managementcomité

Resultaten De te bereiken resultaten m.b.t. de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 kunnen als volgt worden omschreven:

Beleidsaanbevelingen over onderwijs aan kinderen met ernstige en meervoudige beperkingen

Industrie 4.0 presentatie Vlaams parlement. 18 mei 2017 Leo Van de Loock

MEMORANDUM Het VVS-memorandum naar aanleiding van de Vlaamse, federale en Europese verkiezingen van 26 mei 2019

O.D. 1.1 Zoeken naar argumenten om anders/meer/beter te investeren, bijvoorbeeld in fietsenstallingen

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder

AANGENOMEN TEKSTEN. Tenuitvoerlegging van het Bolognaproces stand van zaken en follow-up

FUNCTIEFAMILIE 1.3 Technisch specialist

De beleidsnota Omgeving

Position paper voor de Europese consultatie over een European Area of Skills and Qualifications

Charter Flanders Food Faculty

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Advies over het ontwerp van besluit over de vrijstelling van beschikbaarheid voor een opleiding

bachelor en master in de mobiliteitswetenschappen

Advies. over het ontwerp van kaderdecreet Vlaamse ontwikkelingssamenwerking

Een geïntegreerd vrijetijdsbeleid: Focus op participatie van mensen in armoede CULTUURFORUM, 23 APRIL 2014

HET BELEIDSVOEREND VERMOGEN BINNEN ONZE SCHOLENGEMEENSCHAP. De 8 dragers voor een beleidseffectieve SG

Advies over de voorstellen van opleidingsprofielen voor het secundair volwassenenonderwijs

Brussel, 18 februari _Advies_studiefinanciering_HO. Advies. Studiefinanciering en studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

Het museum: - beschikt over een kwaliteitslabel als museum - heeft tijdig een aanvraag ingediend voor Vlaamse indeling en subsidiëring

Advies over voorontwerp van programmadecreet bij begrotingsaanpassing 2015

ADVIES MAATSCHAPPELIJKE EN POLITIEKE VORMING OP SCHOOL

Contactpersoon Team vergunningen en erkenningen Telefoon Bijlagen 3

Transcriptie:

Raad Hoger Onderwijs 9 oktober 2018 1819 ADV - 15286 Advies over het Parijscommuniqué van 25 mei 2018 en de implementatie ervan in Vlaanderen Vlaamse Onderwijsraad Koning Albert II-laan 37 BE-1030 Brussel T +32 2 219 42 99 www.vlor.be info@vlor.be

Advies op eigen initiatief Uitgebracht door de Raad Hoger Onderwijs op 9 oktober 2018 met eenparigheid van stemmen Voorbereiding: de werkgroep Internationale tendensen hogeronderwijsbeleid op 4 en 24 september 2018 onder voorzitterschap van Frederik De Decker Dossierbeheerder: Isabelle De Ridder Vlaamse Onderwijsraad Koning Albert II-laan 37 BE-1030 Brussel info@vlor.be www.vlor.be

1 Situering Op 24 en 25 mei 2018 kwamen de ministers verantwoordelijk voor hoger onderwijs van 48 Europese landen samen in Parijs om er een stand van zaken op te maken van het Bolognaproces. De conclusies van de ministers werden vastgelegd in een communiqué dat de toekomstvisie, de prioriteiten en werkpunten voor het Bolognaproces weergeeft. In dit advies becommentarieert de Vlor dit communiqué en geeft hij ook een aantal aandachtspunten voor Vlaanderen mee. 2 Bewust van de uitdagingen In 2017 bracht de Vlor een advies uit over de toekomst van het Bolognaproces. 1 Daarin gaf hij aan dat er een zekere Bolognamoeheid heerst bij de partnerlanden en dat het proces nood heeft aan een nieuwe dynamiek. De Vlor wees op volgende uitdagingen: Het Bolognaproces is steeds uitgebreid en sterk top-down gestuurd waardoor het ook steeds bureaucratischer wordt. Het Bolognaproces is een vrijwillig proces. Dit is zowel de kracht als de zwakte ervan. Men kiest ervoor om geen sancties op te leggen bij niet-realisatie, waardoor sommige landen kunnen blijven achterophinken. Doordat ook steeds nieuwe landen aanhechten, worden de verschillen in implementatiesnelheid steeds groter. Dit leidt tot innovatiemoeheid bij de koplopers en frustratie over de verwachtingen bij de achterhoede. Om aan die uitdagingen te verhelpen, riep de Vlor op tot een ambitieus Parijscommuniqué. De Vlor merkt vandaag aan de tekst dat de ministers zich bewust zijn van de problematiek die in het Vlor advies geschetst werd. Men tracht in elk geval het bureaucratische te overstijgen en er worden trajecten opgestart om te verhelpen aan de verschillende snelheden waarmee de partnerlanden evolueren binnen het Bolognaproces. 3 Peer groups : een goede aanzet tot expertisedeling De raad is tevreden dat het communiqué op z n minst een poging doet om de implementatieverschillen tussen de partnerlanden aan te pakken. Men neemt zich immers voor om in zogenaamde peer groups te werken aan een aantal thema s zodat verschillende landen van elkaar kunnen leren. Er wordt hiervoor ook een zeker engagement gevraagd. Op deze manier wordt toch een vorm van begeleiding voorzien voor die landen die zich in de achterhoede bevinden. De Vlor is ook tevreden dat zo ook wordt ingezet op uitwisseling van expertise en dialoog. De Vlor had hierom in zijn vorig advies gevraagd. De Vlor is van mening dat Vlaanderen zeker aan de peer groups moet participeren en voor een aantal prioritaire thema s het voortouw moet nemen. Vooral rond kwaliteitszorg, kwalificatieraamwerken en automatische erkenning van buitenlandse diploma s heeft Vlaanderen expertise opgebouwd die de moeite waard is om te delen. 1 Vlaamse Onderwijsraad, Raad Hoger Onderwijs. Advies over de toekomst van het Bolognaproces, 9 oktober 2017. 1

De samenstelling van de peer groups mag echter niet beperkt blijven tot vertegenwoordigers van de verschillende nationale overheden. De Vlor pleit voor een uitbreiding met vertegenwoordigers van de stakeholders en experten uit het werkveld. Hij is ook bereid vanuit zijn overlegstructuren input te bezorgen aan de vertegenwoordigers in de peer groups waarin Vlaanderen vertegenwoordigd is. 4 Consolideren en afslanken van doelstellingen De Vlor is tevreden dat het communiqué aangeeft dat het Bolognaproces wil inzetten op drie sleutelengagementen ( key commitments ): de drie cycli structuur, het implementeren van de Lissabon Recognition Convention en kwaliteitszorg. Het is ook positief dat de thematische peer groups (zie 3) hierop zijn afgestemd. De betrokken landen kunnen op die manier makkelijker prioriteiten bepalen en ervoor zorgen dat de absoluut minimale doelstellingen om de initiële doelstellingen (o.a. met betrekking tot het faciliteren van mobiliteit) gehaald kunnen worden door alle partnerlanden. 5 Nood aan een goede balans tussen autonomie en nieuwe initiatieven De Vlor apprecieert dat de ministers de dynamiek opnieuw willen aanzwengelen met een hoofdstuk rond learning and teaching en ziet hier ook wel een aantal opportuniteiten, bijvoorbeeld in een Europese digitale databank van competenties. Voor instellingen kan dit een hulp zijn in het erkennen van competenties. Het is ook een basis voor automatische erkenning. De Vlor stelt zich vragen bij de haalbaarheid van dit initiatief, maar vindt het idee wel lovenswaardig. Door de verschillende implementatiesnelheden binnen het Bolognaproces, bestaat het risico echter dat men een aantal voornemens steeds dwingender formuleert in de hoop hiermee landen die het moeilijker hebben, te laten bijbenen. Dit kan leiden tot een te strakke regelgeving. Er is natuurlijk wel nood aan voortdurende innovatie. Het is daarom belangrijk dat het Bolognaproces nadenkt over mechanismen die de dynamiek van de instellingen ondersteunen, zonder dat de overheid hiervoor een dwingend regelgevend kader oplegt. 6 Integratie van mobiliteit en levenslang leren De Vlor gaf eerder al aan dat aandacht voor mobiliteit en levenslang leren belangrijk blijven in het Bolognaproces. De Vlor is tevreden dat deze twee aandachtspunten in het Parijscommuniqué niet meer afzonderlijk behandeld worden maar als een deel gezien worden van de andere thema s. Dit betekent dat het Bolognaproces zo geëvolueerd is dat de randvoorwaarden voor mobiliteit en levenslang leren voldaan zijn en dat de ontwikkelde ondersteunende instrumenten ondertussen zo geperfectioneerd zijn dat mobiliteit en levenslang leren geen doel op zich meer zijn, maar een geïntegreerd onderdeel van de internationaliseringsstructuren van hoger onderwijs. 2

6.1 Mobiliteit: middelen en stafmobiliteit De Vlor blijft er wel voor pleiten dat Vlaanderen voortdurend naar afstemming zoekt met de mobiliteitsprogramma s van de Europese Commissie en hiervoor ook de nodige cofinanciering voorziet. De Vlor is ook tevreden dat het communiqué zowel inzet op staf- als studentenmobiliteit. In Vlaanderen kan stafmobiliteit zeker nog groeien en moet er ook nog verder nagedacht worden over het wegwerken van de drempels. 6.2 Verdere uitbouw van de graduaatsopleidingen De Vlor vraagt speciale aandacht voor de plaats van de graduaatsopleidingen, die expliciet in het communiqué vermeld worden als ECTS-based short cycle qualifications, binnen de mobiliteitsprogramma s. Aangezien graduaatsopleidingen hogeronderwijsopleidingen zijn, kunnen zij aanspraak maken op dezelfde mobiliteitsprogramma s. Dit betekent echter logischerwijze dat de middelen verhoogd moeten worden omdat meer studenten aanspraak kunnen maken op deze middelen. Belangrijk is ook dat de studieprogramma s van de graduaatsopleidingen een plaats geven aan mobiliteitsopportuniteiten. De Vlor dringt ook aan op de uitbouw van graduaatsopleidingen als echte opleidingen levenslang leren, conform de doelstellingen van het Bolognaproces. 7 Blijvend evalueren van de partnerlanden De Vlor vraagt telkens te evalueren of zowel de landen die willen toetreden tot de Bolognaruimte als de huidige partnerlanden wel hun engagementen kunnen nakomen, politieke stabiliteit vertonen en een democratisch hoger onderwijs nastreven. 8 Inzetten op diversiteit De Vlor stelt vast dat de studentenpopulatie in het Europese hoger onderwijs nog steeds niet de samenleving reflecteert. Hij pleit daarom voor specifieke aandacht voor de participatie van kansengroepen aan het hoger onderwijs. Hierin moet de monitoring van deze participatie centraal staan, maar ook stimulerings- en ondersteuningsacties. De Vlor stelt ook vast dat studenten uit kansengroepen veel minder participeren aan mobiliteitsprogramma s. De redenen hiervoor zijn dikwijls van financiële, maar ook van socioculturele en socio-economische aard. Voor specifieke kansengroepen vormt het ontbreken van bijzondere ondersteuning (zoals doventolken, toegankelijkheid, onderwijs- en examenfaciliteiten) ook een probleem wanneer zij hier geen beroep op kunnen doen in het gastland. De Vlor is van mening dat deze drempels weggewerkt moeten worden. Hiervoor is nog meer stimulering (financiële en andere), ondersteuning en sensibilisering nodig. Vlaanderen moet hierin het voortouw nemen en het overleg met de partnerlanden hierover opstarten. 3

9 Een goed evenwicht tussen onderwijs en onderzoek De Vlor vindt het positief dat door de internationale evoluties, onderwijs meer in onderzoek ingebed raakte en dat in het Parijscommuniqué de link met onderzoek en innovatie en de Europese Onderzoeksruimte expliciet vermeld worden. Hij vindt deze nexus onderwijs-onderzoek erg belangrijk. Hij pleit er wel voor om een goed evenwicht tussen onderwijs en onderzoek te bewaken. 10 Nood aan transparante dataverzameling De Vlor is tevreden dat het communiqué de nadruk blijft leggen op implementatie van de afgesproken hervormingen. De raad blijft echter van mening dat er in de partnerlanden grotere aandacht moet gaan naar een transparante dataverzameling. De Vlor stelt namelijk vast dat die dataverzameling nog steeds stroef verloopt, waardoor het moeilijk evalueren blijft. Het zogenaamde stocktaking-proces, waarbij men twee- of driejaarlijks aan de partnerlanden vraagt om te rapporteren over de vooruitgang van de realisatie van de doelstellingen, is geen waterdicht systeem. Doelstellingen kunnen op papier worden gerealiseerd, zonder draagvlak en zonder diepgaande implementatie. Of sommige vragen worden in de verschillende partnerlanden anders begrepen en geïnterpreteerd. Bologna heeft geen enkele controle op de resultaten. Maar ook wat mobiliteit betreft, blijft het moeilijk om op een uniforme manier data te verzamelen. Ook Vlaanderen kampt met dit probleem. Het blijft een uitdaging om definities op eenzelfde manier in alle landen en in alle instellingen te interpreteren en op een accurate manier aan te leveren. Dit komt de vergelijkbaarheid niet ten goede. Ook niet alle partnerlanden registreren (alle vormen van) mobiliteit. Om een goede evaluatie of goed evaluatieonderzoek uit te voeren, is een degelijke dataverzameling cruciaal. Regelmatige meet- en evaluatiemomenten zijn noodzakelijk. Gegevens over de sociale dimensie, participatie en mobiliteit zijn essentieel. Om een Europees beleid mogelijk te maken en de vergelijkbaarheid te verzekeren, moet deze dataverzameling op een uniforme wijze gebeuren. Het is hierbij belangrijk dat alle partnerlanden deelnemen. De Vlor vraagt de overheid hier blijvend aandacht aan te besteden en op het internationale niveau te blijven aandringen op een transparante dataverzameling. Daarnaast moeten de Vlaamse cijfers voortdurend gemonitord en nagekeken worden en moeten instellingen blijvend geïnformeerd worden over welke data zij precies moeten verzamelen en aanleveren en onder welke vorm dit moet gebeuren. 11 Nood aan goede communicatie De Vlor stelt herhaaldelijk vast dat heel wat Bologna-instrumenten in het Vlaamse hogeronderwijsveld nog niet helemaal ingeburgerd en bekend zijn. Vaak is het moeilijk om onmiddellijk de praktische toepasbaarheid ervan te zien en de mogelijke vertaling ervan naar de Vlaamse context (bijvoorbeeld de ECTS users guide, de Revised Standards and Guidelines for Quality Assurance in the European Higher Education Area en de European Approach for Quality Assurance of Joint Programs ). De Vlor is ervan overtuigd dat de communicatie over dit soort van instrumenten en breder, over de concrete verwezenlijkingen van het Bolognaproces, 4

onvoldoende gebeurt en het brede bewustzijn hierrond in Vlaanderen dan ook afneemt. Hij is bereid hierin een rol op te nemen. 12 Tot slot Welke uitdagingen kan het Bolognaproces aan Vlaanderen dan nog stellen? De Vlor vindt het belangrijk dat Vlaanderen hierover nadenkt en niet berust in de bestaande situatie. De Vlor beveelt aan om het Bolognanetwerk (de partnerlanden, thematische groepen, contacten ) verder te gebruiken in het kader van een sterkere internationalisering en kwaliteitsbewaking van het Vlaamse hoger onderwijs. De Vlor is alvast tevreden dat Vlaanderen wil deelnemen aan de peer groups om de hier opgebouwde expertise met andere landen te delen. Hij is bereid de overheid hierin inhoudelijk te ondersteunen. De Vlor stelt voor dat in Vlaanderen de overheid het laatste implementatierapport met een aantal experten van naderbij bekijkt. Zij kunnen die punten waar er in Vlaanderen nog ruimte is voor verbetering identificeren. Daarnaast is het nodig dat Vlaamse experten uit het werkveld aangeven op welke problemen ze nog steeds stuiten bij de samenwerking met partnerlanden (bijvoorbeeld de implementatie van de grade conversion ). De Vlor wil hieraan ook een bijdrage leveren. Isabelle De Ridder secretaris Raad Hoger Onderwijs Dylan Couck ondervoorzitter Raad Hoger Onderwijs 5