Arbeidsrisico s in de papier en (golf)karton producerende en verwerkende industrie



Vergelijkbare documenten
Arbeidsrisico s in de uitgeverijsector

Arbeidsrisico s in de grafimedia

Arbeidsrisico s in de autoschadeherstelbranche

Arbeidsrisico s in de papier- en (golf)kartonproducerende

ARBOCATALOGUS PKGV- INDUSTRIE De arbocatalogus PKGV- industrie is een in fasen ontwikkelde catalogus die beheerd wordt door het Verbond Papier- en

Arbeidsrisico s in de beveiligingsbranche

Arbeidsrisico s in de kinderopvang

Arbeidsrisico s in de grafimedia

Arbeidsrisico s in de uitgeverijsector

Arbeidsrisico s in de Koek en Snoep sector

Arbeidsomstandighedenbeleid

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ARBEIDSINSPECTIE EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT GROENTE, FRUIT, ZUIVEL EN DRANKEN (A430)

Arbeidsrisico s in de metaalindustrie

Arbeidsrisico s in de houthandel

Arbeidsrisico s in de bestratingsbranche

Arbeidsrisico s in de kinderopvang

Arbeidsrisico s in de kappersbranche

Arbeidsrisico s in de kappersbranche

Arbeidsrisico s in de glazenwassersbranche

Arbeidsrisico s in de timmerindustrie

arboregelgeving Informatiebron Arbo-aspecten bij het gebruiken van biomassa voor energie-opwekking arbowet

Arbeidsrisico s in de afvalbewerking en afvalrecycling

Veilig werken met apparaten en machines

Blootstelling aan geluid

Basisinspectiemodule

Arbeidsrisico s in de metaalindustrie. Een inspectie in uw bedrijf

Veilig en gezond werken in de diervoederindustrie

Arbeidsomstandigheden. Congres Transport van Afval 5 februari 2015 Marjolein Gobes

Metaalbewerker / bankwerker

1. Arbowet: plichten van de werkgever

Arbeidsrisico s in de banden- en wielenbranche

Arbeidsrisico s in de sociale werkvoorziening

Arbeidsrisico s in de sociale werkvoorziening

Module: 01 Arbobeleid

Wetgeving valbeveiligingsmiddelen

Aan de slag met de branche afspraken. Marcel Balm en Fieke Horsten vhp

Arbeidsrisico s in de Sociale Werkvoorziening

Welkom ATEX: is het explosieveiligheidsdocument nog actueel? ATEX ATEX= Atmosphères Explosibles

Arbeidsinspectie Den Haag Januari 2006 Inspectieproject glas en keramiek. Looptijd: 1 februari 2006 t/m 30 april 2006

EUROPEAN CONSTRUCTION CAMPAIGN 2004

Praktijkrichtlijn ATEX toegepast in de metaalverwerking en metalelektro

Helger Siegert. Agenda

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers

Werkplekinrichting (aangepast aan Arbowet 1 januari 2007)

Arbeidsrisico s in de verpleging en verzorging

1.1 Hoe vrijblijvend is de Arbowet?

Arbeidsrisico s in garagebedrijven

Arbeidsrisico s in de keramiek

Arbodienstverlening. Informatie voor werkgevers

Arbeidsrisico s in de scheepsbouw en -reparatie

ARBEIDSINSPECTIE MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Risico-inventarisatie & evaluatie en Preventiemedewerker

1 Arbeidsmiddelen volgens het Arbobesluit

Veilig opslaan van glas op glasbokken en -karren, schuif- en rolstellingen

ATEX. Wordt ATEX 137 de nieuwe standaard? Atmosphère. Explosible

Arbeidsrisico s in het primair onderwijs Basisonderwijs (BaO), Speciaal Basisonderwijs (SBaO), (Voortgezet) Speciaal Onderwijs (V)SO

Arbeidsrisico s in de afvalinzameling

PRAKTISCHE INSTRUMENTEN VOOR ARBORISICO S IN DE GRAFIMEDIA. RI&E Risico-inventarisatie en -evaluatie is wettelijk verplicht

Heeft u een klacht? Meld het bij de Arbeidsinspectie

Arbeidsrisico s in de glastuinbouw

Arbeidsrisico s bij de behandeling van containers

Wijziging Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving

REACH: Nieuwe regels voor chemische stoffen. Informatie voor professionele gebruikers van stoffen

Projectrapportage Autoschadeherstelbedrijven Project A860

Arbeidsrisico s in de gehandicaptenzorg

2 Inventariseren. 2.1 Inleiding. 2.2 Zelf doen of uitbesteden?

Een introductie op de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E)

Arbeidsomstandigheden

ATEX REGELGEVING Regels en voorschriften voor apparaten, arbeidsmiddelen en arbeidsplaatsen in explosieve omgevingen

Arbeidsrisico s in garagebedrijven

Samenvatting wetgeving omtrent Machines en Arbeidsmiddelen

Arbeidsrisico s in de betonindustrie

De Arbeidsinspectie in het kort. Blootstelling aan trillingen heftrucks

Basisinspectiemodule FYSIEKE BELASTING Tillen

Arbocatalogus pkgv-industrie Fysieke belasting

Dé VCA-specialist van Zuid-Nederland

Gezond werken met. de heftruck. dé arbo- en verzuimspecialisten in transport en logistiek

RSI. Informatie voor werknemers en werkgevers

Machineveiligheid toepassen om de Arbeidsveiligheid en Arbeidsgezondheid continu te stimuleren.

Meta(al)morfose Inspecties op het gebied van machineveiligheid, geluid en arbobeleid in de metaalindustrie

Themamiddag Arbo Hoofdsector S&A

In dit document zijn de letterlijke teksten van relevante wetsartikelen opgenomen.

OF STOFZUIG JIJ? VEEG NIET GEBRUIK GEEN PERSLUCHT ZUIG HET STOF OP. Initiatiefnemers:

Arbeidsrisico s in garagebedrijven

Basisinspectiemodule Arbozorg: VOeT (Voorlichting, Onderricht en Toezicht)

Fysieke belasting. Te nemen maatregelen:

Handleiding voor het opstellen van een bedrijfsnoodplan

MACHINEVEILIGHEID ALGEMEEN

Arbeidsomstandigheden bij het inlenen van medewerkers van Wedeo

Arbeidsrisico s in de geestelijke gezondheidszorg en verslavingzorg

Basisinspectiemodule Arbozorg: VOeT (Voorlichting, Onderricht en Toezicht)

7. Tillen en Dragen. Tillen en Dragen. Fysieke belasting. Het arbothemablad Tillen en Dragen is onderdeel van de Arbocatalogus Tuincentra.

Ernstige arbeidsongevallen

Arbocatalogus Tuincentra

Vrijwilligers en Arbeidsomstandigheden

Arbeidsrisico s in het voortgezet (speciaal) onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs

Kansen pakken met RI&E; hoe veilig is uw bedrijf?

Arbeidsrisico s in de meubelindustrie

Vakjargon uit Arbowet en arbocatalogus. FNV Woordenlijst

GELUID. Knelpunten. De brancheafspraken. Sector Bos en Natuur

Transcriptie:

Arbeidsrisico s in de papier en (golf)karton producerende en verwerkende industrie Gerichte inspecties in uw branche

2

De belangrijkste arbeidsrisico's in de PKGV-industrie Deze brochure vertelt u meer over de belangrijkste arbeidsrisico's in de papier-, karton- en golfkartonproducerende en -verwerkende (PKGV) industrie, de branche waartoe uw bedrijf behoort. U kunt lezen wat u daarvoor moet regelen en waar de Arbeidsinspectie bij inspecties op zal letten. Investeren in goede arbeidsomstandigheden draagt bij aan het gezond houden van uw werknemers en uw bedrijf. In de PKGV-industrie hebben de belangrijkste arbeidsrisico s te maken met: veilig werken met machines pagina 11 intern transport en inrichting van de werkomgeving pagina 17 gevaarlijke stoffen pagina 19 fysieke belasting pagina 25 geluid pagina 29 De Arbeidsinspectie controleert tijdens een inspectie specifiek op deze arbeidsrisico's. Met deze brochure kunt u zich hier goed op voorbereiden. Op andere onderwerpen inspecteert de Arbeidsinspectie alleen als daar een concrete aanleiding voor is. In het eerste deel van deze brochure kunt u lezen: welke verplichtingen u als werkgever heeft; hoe een inspectie verloopt. In het tweede deel vindt u: de belangrijkste arbeidsrisico's in uw branche uitgewerkt; de inspectienormen per arbeidsrisico; verwijzingen naar bestaande instrumenten en hulpmiddelen om aan de regels te voldoen. Daar waar de activiteiten in uw bedrijf nauw aansluiten bij die in de grafimedia, kan het interessant zijn om aanvullend de brochure Arbeidsrisico s in de grafimedia te lezen (Arbeidsinspectie, bestelnummer 610). 3

Deel 1 Veiligheid en gezondheid, uw zorg Als werkgever moet u een zo goed mogelijk arbeidsomstandighedenbeleid voeren. Daarvoor organiseert u het werk zodanig dat dit geen nadelige invloed heeft op de veiligheid of de gezondheid van uw werknemers. Kennis van de risico's is hiervoor een belangrijke basis. Zo kunt u gericht zoeken naar oplossingen om de arbeidsomstandigheden te verbeteren. Dit doet u aan de hand van een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). RI&E en plan van aanpak De Koninklijke Vereniging van Nederlandse Fabrikanten van Kartonnages en Flexibele Verpakkingen (Kartoflex) heeft een erkende branchespecifieke RI&E beschikbaar (zie www.kartoflex.nl). Deze geldt alleen voor de bedrijfstak Kartonnage en Flexibele Verpakkingen.Voor de overige bedrijven is geen erkend branchespecifiek RI&E-instrument beschikbaar. Met de resultaten van de RI&E stelt u een plan van aanpak op. Dit kunt u zelf doen of uitbesteden aan een derde partij. U bent verplicht uw RI&E inclusief het plan van aanpak te laten toetsen. Een gecertificeerde deskundige die aan uw bedrijf verbonden is of een gecertificeerde arbodienst kan dit doen. Voor bedrijven met ten hoogste 25 werknemers geldt een uitzondering. De deskundige toets hoeft dan niet te worden uitgevoerd, mits gebruik gemaakt wordt van een erkend branchespecifiek RI&E-instrument dat instemming heeft van de CAO-partijen. In het plan van aanpak beschrijft u: welke verbeteringen u wilt doorvoeren; welke verbeteringen prioriteit hebben; wanneer de verbeteringen uitgevoerd moeten zijn; wie voor de uitvoering verantwoordelijk is. Voor het aanpakken van verbeteringen gelden de volgende uitgangspunten: Risico s moeten zoveel mogelijk aan de bron worden weggenomen (bijvoorbeeld het aanschaffen van geluidsarme machines en het werken met oplosmiddelvrije stoffen). Is deze bronaanpak redelijkerwijs niet mogelijk (vanwege technische, organisatorische en/of economische redenen), dan treft u maatregelen die voor alle werknemers gunstig zijn (bijvoorbeeld het omkasten van geluidsbronnen, toepassen ventilatie en afzuiging, gebruik van heftafels en het aanpassen van de werkwijze). In sommige gevallen is het niet mogelijk om een aanpak aan de bron of een algemeen beschermende aanpak te kiezen. In die gevallen stelt u persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking aan de werknemers (bijvoorbeeld gelaatsmaskers, handschoenen, gehoorbescherming) waarbij u ook toeziet dat deze gebruikt worden. Deze aanpak staat bekend als de arbeidshygiënische strategie. 4

De Arbeidsinspectie bij u op bezoek Hoe verloopt een inspectie? De Arbeidsinspectie inspecteert uw arbeidsomstandighedenbeleid op basis van de bepalingen in de Arbowet en -regelgeving. Bij aanvang van de inspectie in uw bedrijf zal de inspecteur meestal vragen of een lid van de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging bij de inspectie aanwezig wil zijn. Deze personen hebben op basis van de wet dit vergezelrecht. Bovendien heeft de ondernemingsraad het recht om een gesprek met de inspecteur te vragen zonder dat u als werkgever daarbij aanwezig bent. De inspectie verloopt als volgt: De inspecteur kijkt op de werkplek hoe u de regels van de belangrijkste arbeidsrisico s naleeft. De inspecteur bespreekt zijn bevindingen met u of degene die u mag vertegenwoordigen. Het kan zijn dat u aan alle verplichtingen voldoet. Het kan ook zijn dat u dat niet of in onvoldoende mate doet, waardoor nadere afspraken over naleving worden gemaakt. De inspecteur legt geconstateerde overtredingen schriftelijk vast. Dit kan in de vorm van een waarschuwing of een eis. Bij sommige overtredingen kan de inspecteur direct een boeterapport opmaken. Deze brochure gaat over de belangrijkste risico's in uw branche. Mogelijk gelden er voor uw bedrijf ook nog andere, specifieke regels of risico's. Deze risico s moet u ook in de R&IE en het plan van aanpak opnemen. Ook moet u maatregelen treffen om deze risico's weg te nemen of te verminderen.voorbeelden van andere risico s in de PKGV-industrie zijn extreem hete omstandigheden (heatstress), biologische agentia (o.a. legionella), blootstelling aan stof en het werken onder hoge tijdsdruk. 5

6

U voldoet niet of onvoldoende aan de verplichtingen In geval van overtredingen geeft de Arbeidsinspectie u een waarschuwing of stelt zij u een eis. U krijgt een waarschuwing als direct duidelijk is wat u moet doen om de overtreding op te heffen. U krijgt een eis als niet direct vanuit de wet duidelijk is wat u moet doen om de overtreding op te heffen. De Arbeidsinspectie geeft in deze eis aan wat u precies moet doen om aan de wettelijke verplichting te voldoen. Na een waarschuwing of een eis krijgt u enige tijd om de overtreding op te heffen. Dit wordt altijd gecontroleerd. Is de overtreding niet opgeheven binnen de gestelde termijn dan kunt u alsnog een boete krijgen. Bij een eis of een boete krijgt u altijd de mogelijkheid daar op te reageren en/of uw bezwaar kenbaar te maken. Bij een ernstige overtreding zegt de Arbeidsinspectie een boete aan en kan zij het werk (gedeeltelijk) stilleggen totdat de overtreding is opgeheven. De hoogte van een boete is afhankelijk van de ernst van de overtreding en de omvang van uw bedrijf. Kleine bedrijven betalen minder dan grote. Boetes naar aanleiding van een ongeval zijn hoger dan voor gewone overtredingen.werkzaamheden of machines worden stilgelegd als de Arbeidsinspectie vindt dat er ernstig gevaar is voor personen. De Arbeidsinspectie heft een stillegging op als het gevaar is weggenomen.voor strafbare feiten wordt een proces-verbaal opgemaakt. Werknemers kunnen een boete krijgen wanneer zij bewust geen gebruikmaken van de veiligheidsmaatregelen. Bijvoorbeeld wanneer zij geen persoonlijke beschermingsmiddelen dragen of wanneer zij beveiligingen van een machine verwijderen of uitschakelen. Wat u nog meer moet weten Voorlichting, onderricht en toezicht Als werkgever bent u verplicht uw werknemers voor te lichten over de risico s die het werk met zich meebrengt. Ook moet u hen onderrichten over de maatregelen die deze risico s beperken of wegnemen. Voorlichting en onderricht is een belangrijke maatregel om ongevallen, verzuim en stagnatie in de productie te voorkomen of te beperken. Als werkgever moet u er bovendien op toezien dat de instructies en voorschriften worden nageleefd. Uw werknemers hebben daarin een eigen verantwoordelijkheid. Zij moeten met de nodige voorzichtigheid en zorgvuldigheid handelen en instructies opvolgen. De Arbeidsinspectie kan uw werknemer een boete geven als hij zich schuldig maakt aan ernstige overtredingen waarvan hij op grond van de voorlichting/opleiding had kunnen weten dat het om een overtreding van de wet gaat. 7

Preventiemedewerker Ieder bedrijf met meer dan 25 medewerkers moet een preventiemedewerker aanstellen of een personeelslid de preventietaken laten uitvoeren. Deze medewerker speelt een belangrijke rol bij het maken van de RI&E en het plan van aanpak. Ook kan deze persoon een rol spelen bij het geven van voorlichting over arbeidsomstandigheden aan de (andere) werknemers en het onderzoeken van eventuele ongevallen in het bedrijf. Heeft uw bedrijf ten hoogste 25 medewerkers dan kunt u als werkgever zelf de taak van preventiemedewerker vervullen. Uw branche, de PKGV-industrie In Nederland is de productie van papier en karton in handen van een aantal grote internationale concerns. Hier werken circa 6.000 werknemers. Met de verdere verwerking van papier en karton tot verpakkingen houden zich in grote diversiteit veel bedrijven bezig. Hier zijn circa 8.000 mensen werkzaam. Arboconvenant De afgelopen jaren is in de sector een grote inspanning gedaan om de arbeidsomstandigheden te verbeteren.via arboconvenanten hebben de werkgevers, verenigd in de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Papier- en Kartonfabrieken (VNP), de Vereniging Golfkarton (VG) en de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Fabrikanten van Kartonnages en Flexibele Verpakkingen (Kartoflex) samen met de vakbonden (FNV Bondgenoten, FNV KIEM, CNV Bedrijvenbond en De Unie) en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, gewerkt aan een gezonde bedrijfsvoering. De aanpak kende een breed scala aan onderwerpen: schadelijk geluid, werkdruk, organische oplosmiddelen, heatstress, machine- en arbeidsveiligheid, fysieke belasting, het realiseren van een trendbreuk in de WAO-instroom en het verbeteren van verzuim en re-integratie. Tijdens dit traject zijn diverse hulpmiddelen ontwikkeld, zoals de GeluidsReductieFactor, een middel om kosten en baten van geluidsbestrijdende maatregelen te selecteren, en het Kartoflex-project Omgaan met oplosmiddelen.verder is er een gedragsbeïnvloedingprogramma ontwikkeld om juist het veilig handelen te bevorderen.vooral door dit laatste instrument is het ongevalcijfer flink gedaald. Informatie over het arboconvenant is te vinden via www.arboconvenanten.szw.nl en www.verbondpk.nl. De hulpmiddelen zijn voor leden beschikbaar via www.verbondpk.nl. 8

Bedrijfshulpverlening De Arbeidsinspectie kan ook op de organisatie van de Bedrijfshulpverlening (BHV) inspecteren. De BHV-organisatie is onderdeel van uw RI&E en het plan van aanpak. Een aantal zaken moet u in ieder geval op orde hebben. Zo moeten - afhankelijk van de omvang van en de risico s in uw bedrijf - een of meer werknemers zijn opgeleid als bedrijfshulpverlener. Iedere BHV-er moet voor een of meer van de hulpverleningstaken (eerste hulp bij ongevallen, branden blussen en ontruimen) zijn opgeleid.alle drie de hulpverleningstaken dienen hierbij vertegenwoordigd te zijn. U kunt de BHV ook gezamenlijk met andere bedrijven in uw omgeving realiseren. Klachten Soms ontvangt de Arbeidsinspectie klachten over arbeidsomstandigheden in een bedrijf. De Arbeidsinspectie neemt een klacht alleen in behandeling als deze komt van een werknemer (of een relatie of rechtshulpverlener van die werknemer) of een vakbond. Klachten of tips van anderen onderzoekt de Arbeidsinspectie in principe niet, tenzij er sprake is van ernstig gevaar voor personen. Ongevallen Ernstige ongevallen moet u bij de Arbeidsinspectie melden. Dit betreft arbeidsongevallen die dodelijk zijn, of leiden tot opname in een ziekenhuis of - naar redelijk oordeel - leiden tot blijvende gezondheidsschade. De Arbeidsinspectie voert dan een onderzoek uit. Beroepsziekten Zijn er beroepsziekten binnen uw bedrijf, dan meldt uw bedrijfsarts dit aan het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten. 9

Deel 2 Vijf belangrijke arbeidsrisico s nader belicht Dit deel van de brochure gaat dieper in op de belangrijkste arbeidsrisico's in de PKGV-industrie: veilig werken met machines intern transport en inrichting van de werkomgeving gevaarlijke stoffen fysieke belasting geluid U kunt lezen wat het arbeidsrisico is, wat de gevolgen kunnen zijn voor de gezondheid en veiligheid van uw werknemers, en wat u moet regelen om dit te voorkomen. Hier zal de Arbeidsinspectie bij inspecties op letten. Aan het eind volgen verwijzingen naar bestaande instrumenten en hulpmiddelen die u helpen om aan de regels in de Arbowet te voldoen. Hoe zijn de risico's bepaald? De Arbeidsinspectie heeft de vijf belangrijke arbeidsrisico's in uw branche bepaald aan de hand van: de ongevallencijfers binnen uw branche; cijfers van aandoeningen die door het werk worden veroorzaakt (beroepsziekten); instroomcijfers op de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA); inschattingscijfers van risico's door de Arbeidsinspectie. Ook heeft de Arbeidsinspectie intensief overlegd met de werkgevers- en werknemersorganisaties in uw branche en enkele bedrijven bezocht. 10

Veilig werken met machines De PKGV-industrie maakt gebruik van diverse machines, variërend van pulpmachines voor het bewerken van grondstoffen tot vouwmachines bij de productie van enveloppen.van enkele machines is ook een korte beschrijving te vinden in de Achtergronden voor de RI&E Grafimedia: Machineveiligheid. Aan het werken met deze machines kleven risico s. Wat zijn de risico s? Snijwonden en beknelde of geplette ledematen zoals vingers en handen zijn bekende gevolgen van ongevallen veroorzaakt door het onveilig werken met machines.vaak komt dit door het onjuist gebruik van hulpmiddelen op of bij de machines en van het onjuist gebruik of buitenwerking stellen van beveiligingen, zoals het weghalen van beschermkappen. Ook door het niet goed functioneren van een beveiliging of een verkeerde werkmethode kunnen dergelijke ongevallen ontstaan. Bovendien kunnen ongevallen plaatsvinden tijdens het afstellen en onderhouden van de machines zoals bij het schoonmaken van draaiende machinedelen, waarbij vingers en handen bekneld kunnen raken. Wat moet u doen? Wat betreft machineveiligheid heeft u zowel met de Warenwet als de Arbowet rekening te houden. De Warenwet legt verplichtingen op aan zowel de fabrikant als aan de gebruiker van de machine. De Arbowet legt verplichtingen op aan werkgevers en in bepaalde gevallen aan werknemers. Bouwjaar machine Regelgeving die van toepassing is Vóór 1 januari 1995 voorschriften voor uitvoering en gebruik arbeidsmiddelen: Hoofdstuk 7 Arbobesluit Na 1 januari 1995 voorschriften voor gebruik arbeidsmiddelen: Hoofdstuk 7 Arbobesluit voorschriften voor uitvoering machines in Warenwetbesluit Machines: > CE-markering > EG-verklaring van overeenstemming > Nederlandstalige gebruiksaanwijzing 11

12

Machines die in 1995 of later zijn gebouwd moeten voorzien zijn van een verklaring van de fabrikant of leverancier. Dit is de EG-verklaring van overeenstemming. Hierin bevestigt hij dat de machine naar zijn mening voldoet aan het Warenwetbesluit machines. Bovendien moet de fabrikant de machine voorzien van een CE-markering en moet hij er een Nederlandstalige gebruiksaanwijzing bij leveren. U moet de EG-verklaring van overeenstemming en de gebruiksaanwijzing in uw bezit hebben. Heeft u een tweedehandse, een aangepaste of zelf ontwikkelde machine in gebruik? Als u zelf een machine ontwikkelt of een (bestaande) machine ingrijpend wijzigt dan bent u naast werkgever ook machinefabrikant en moet u tevens aan de certificeringverplichtingen van de Warenwet voldoen. Dat houdt dan voor u in: Heeft u een machine na 1 januari 1995 zelf gebouwd, dan dient u een volledig certificeringtraject te doorlopen. Heeft u een machine na 1 januari 1995 ingrijpend gewijzigd, dan zult u in overleg met de oorspronkelijke fabrikant voor aanpassing van de CE-markering moeten zorgen of zelfstandig als fabrikant een volledig certificeringtraject doorlopen. Heeft u een machine na 1 januari 1995 naar de Europese Economische Ruimte (EER) geïmporteerd, dan gelden zowel de voorschriften uit het Arbobesluit als ook uit het Warenwetbesluit Machines zoals in het schema hierboven is aangegeven. Voor tweedehands machines is het tijdstip waarop de machine voor het eerst binnen de EER in gebruik is genomen (of geïmporteerd van erbuiten) bepalend voor welke regelgeving van toepassing is. De peildatum is ook hiervoor 1 januari 1995 (zie tabel). 13

Voorschriften voor veilig gebruik Voor alle machines gelden altijd de voorschriften voor het veilig gebruik uit het Arbobesluit.Voor machines die vanaf 1 januari 1995 zijn geleverd en in gebruik genomen komen de gebruiksvoorschriften van de fabrikant daar nog bij. Deze gebruiksaanwijzingen bevatten voorschriften voor onder meer veilig gebruik, afstelling en onderhoud van de machine. Veilig gebruik arbeidsmiddel; Machines worden uitsluitend gebruikt voor het doel, de manier en op de plaats waarvoor zij zijn ingericht en bestemd. Machines met een 2-handenbediening mogen niet door meer dan één persoon worden bediend. Daarnaast moet u in overleg met uw medewerkers afspraken maken over veilig werkgedrag. U ziet erop toe dat deze afspraken worden gehandhaafd en spreekt de medewerker erop aan wanneer dit niet het geval is om herhaling te voorkomen. Deugdelijkheid arbeidsmiddelen en ongewilde gebeurtenissen; Het materiaal en de constructie moeten deugdelijk zijn.verder moet de machine zo geplaatst en ingericht worden dat er geen gevaar is voor verschuiven, omvallen en kantelen, oververhitting, ontploffing en elektrocutie. Deskundigheid werknemers; Werknemers moeten voldoende deskundig zijn (voorlichting, scholing, ervaring). Veiligheidsvoorzieningen in verband met bewegende delen van arbeidsmiddelen; Bewegende delen van machines moeten voldoende afgeschermd of beveiligd zijn. Controleer bijvoorbeeld ook regelmatig of beveiligingen door werknemers intact worden gelaten. Bediening van arbeidsmiddelen; Bedieningssystemen moeten duidelijk en veilig zijn. Het in werking stellen moet uitsluitend kunnen door een opzettelijk verrichte handeling met een daarvoor bestemd bedieningssysteem.tevens moet een arbeidsmiddel veilig kunnen worden stopgezet en voorzien zijn van een noodstop. Montage, demontage, onderhoud, reparatie en reiniging van arbeidsmiddelen; Machines moeten goed worden onderhouden. Ook moeten onderhouds- en reinigingswerkzaamheden veilig kunnen worden uitgevoerd, bijvoorbeeld door de machine stapsgewijs of op kruipsnelheid te laten bewegen, of de machine stroom- of drukloos te maken. Keuringen; Arbeidsmiddelen moeten (periodiek) gekeurd worden. Dit geldt ook voor apparatuur onder druk zoals stoomketels en luchtvaten. Inrichting arbeidsplaatsen; Rondom arbeidsmiddelen moet voldoende loop- en werkruimte zijn.voor machines met een eigen aandrijving, zoals heftrucks, reachtrucks, bovenloop- en portaalkranen, is een scheiding van looproutes en arbeidsplaatsen en een verkeersplan noodzakelijk. 14

Veilig werken De ervaring leert dat het overgrote deel van de ongevallen te maken heeft met onveilig handelen en gedrag. In het kader van het arboconvenant is daarom veel aandacht besteed aan veilig gedrag en het veranderen van gedrag. Hiervoor is een speciaal programma ontwikkeld Veiligheid door gedragsbeïnvloeding. Hoe inspecteert de Arbeidsinspectie? De Arbeidsinspectie gaat tijdens een inspectie na of de machines en het gebruik ervan voldoen aan de wettelijke regels van het Arbobesluit, het Warenwetbesluit Machines en het Warenbesluit Drukapparatuur. De inspecteur zal indien nodig handhaven door de werkzaamheden die ernstig gevaar opleveren stil te leggen en het bedrijf een boete aanzeggen. Het werk mag pas weer worden hervat als het ernstig gevaar is weggenomen. Meer informatie > www.arbografimedia.nl zoek op machineveiligheid, en download Achtergronden RI&E: Machineveiligheid > Voorbeelden van uiteenlopende ongevallen met machines: www.verbondpk.nl kijk onder arbo bij machine- en arbeidsveiligheid > www.verbondpk.nl bekijk de handboeken machine- en arbeidsveiligheid en het programma Veiligheid door gedragsbeïnvloeding Verwijzingen naar wet- en regelgeving > Arbobesluit, hoofdstukken 3 en 7 > Warenwetbesluit machines 15

16

Intern transport en inrichting van de werkomgeving Bij de productie en verwerking van papier en karton vindt veel intern transport plaats. De gebruikte transportmiddelen variëren van transportbanen tot vorkheftrucks en van palletkarretjes tot bovenloopkranen. Heftrucks zijn verreweg de meest toegepaste mobiele transportmiddelen. In de omgeving van deze transportmiddelen bevinden zich veel arbeidsplaatsen die risicovol zijn. Wat zijn de risico s? Een onveilige inrichting van de werkplek kan leiden tot ongevallen met blijvend letsel of zelfs dodelijke afloop, bijvoorbeeld door het kantelen van gestapelde papierrollen. Heftrucks spelen een belangrijke rol bij het veroorzaken van (dodelijke) ongelukken door onveilig intern transport. Bijna de helft van de ongevallen heeft letsel aan voeten tot gevolg. Reachtrucks, stapelaars en aangedreven palletwagens hebben vergelijkbare risico s als heftrucks. Wat moet u doen? Goed opgeleide heftruckbestuurders veroorzaken minder ongevallen en dus minder schade en aanrijdingen. De kans op ongevallen kunt u verkleinen door de deskundigheid van de werknemers in de omgang met transportmiddelen te vergroten, afspraken te maken over het gebruik van deze middelen, toe te zien op de naleving hiervan, en te zorgen voor een veilige inrichting van het werkterrein. Bij een veilig werkgebied moet u denken aan het aanbrengen van duidelijke verbindingswegen en doorgangen voorzien van deuren en hekken, markering op de vloeren, aanwezigheid van vluchtwegen en nooduitgangen en het veilig stapelen van papier en karton. Veilige transportmiddelen Werkt u met interne transportmiddelen zoals heftrucks, reachtrucks, stapelaars en aangedreven palletwagens, dan bent u verplicht om aan de volgende punten aandacht te besteden: Keuring en onderhoud; Transportmiddelen moeten minimaal jaarlijks gekeurd worden (beschrijven in de RI&E) door een interne of externe deskundige. Dit legt u digitaal of op papier vast als bewijs van keuring. Uitrusting heftrucks; Maatregelen nemen tegen kantelgevaar (beschrijven in de RI&E) en maatregelen tegen ongewild in beweging komen. Gebruik heftrucks; Heftruckchauffeurs zijn goed opgeleid en getraind voor veilig rijgedrag. Hierop wordt toegezien en aandacht besteed in de RI&E, met name bij 16- en 17-jarige heftruckchauffeurs. In overleg met de heftruckchauffeurs zijn afspraken gemaakt over veilig rijgedrag. U ziet erop toe dat deze afspraken worden nagekomen, en spreekt de medewerker erop aan wanneer dit niet het geval is om herhaling te voorkomen. 17

Hoe inspecteert de Arbeidsinspectie? De Arbeidsinspectie gaat tijdens een inspectie na of de arbeidsmiddelen voor intern transport en de arbeidsplaatsen voldoen aan de wettelijke regels van het Arbobesluit en het Warenwetbesluit Machines (zie machineveiligheid). De inspecteur zal indien nodig handhaven door de werkzaamheden die ernstig gevaar opleveren stil te leggen en het bedrijf een boete aanzeggen. Het werk mag pas weer worden hervat als het ernstig gevaar is weggenomen. Meer informatie > Brochure Heftrucks: Hoe voorkom ik ongevallen en schade? Zie www.arbeidsinspectie.nl onder brochures > www.verbondpk.nl bekijk de handboeken machine- en arbeidsveiligheid Verwijzingen naar wet- en regelgeving > Arbobesluit hoofdstukken 3 en 7, en artikel 4.3a en 8.3 > Warenwetbesluit machines 18

Gevaarlijke stoffen Bij de productie van papier en karton worden gevaarlijke stoffen gebruikt zoals logen, zuren en peroxide. Bij het bedrukken en lijmen gaat het vooral om inkten, lijmen en schoonmaakmiddelen die vluchtige organische stoffen (VOS) kunnen bevatten. Daarnaast is het mogelijk dat u nog andere gevaarlijke stoffen gebruikt of dat dergelijke stoffen vrijkomen bij verwerking of in het productieproces. Wat zijn de risico's? Afhankelijk van de eigenschappen van een stof, kan deze giftig, kankerverwekkend, etsend of irriterend zijn. Blootstelling aan dergelijke stoffen tijdens gebruik of door onzorgvuldige opslag ervan kan dus schadelijk voor de gezondheid zijn. Zo kan blootstelling aan VOS bijvoorbeeld leiden tot aantasting van het zenuwstelsel. Langdurige blootstelling kan chronische toxische encefalopathie (CTE) veroorzaken, beter bekend als het organisch psychosyndroom (OPS). Bij gebruik of opslag van vluchtige organische stoffen en bij fijn stof afkomstig van papier of karton bestaat de kans op brand- en explosiegevaar. Bijvoorbeeld: dampen die vrijkomen bij het gebruik van (licht) ontvlambare stoffen, en dampen die een explosief mengsel kunnen vormen. In afzuigsystemen voor fijn stof komen regelmatig stofexplosies voor. De menging van het fijne papierstof met de lucht in het systeem kan leiden tot een explosief mengsel. Ook in processen waar met fijne poeders wordt gewerkt zoals zetmeel bestaat de kans op stofexplosies. Wat moet u doen? Het gebruik van gevaarlijke stoffen moet voorkomen of zoveel mogelijk beperkt worden. Is er geen vervangend middel beschikbaar en is het gebruik noodzakelijk voor de bedrijfsvoering, dan moet u ervoor zorgen dat het risico van schade aan de gezondheid wordt voorkomen of beperkt door het treffen van concrete maatregelen. U moet daarbij op de volgende zaken letten: Is de vervangingsregeling van toepassing? Als werkgever bent u verplicht na te gaan of deze vervangingsregeling in uw bedrijf van toepassing is. Deze regeling heeft betrekking op bepaalde drukprocessen. Daarin worden beperkingen gesteld aan het gebruik van vluchtige organische stoffen die voorkomen in inkten, reinigingsmiddelen en vochtwater. Bent u in het bezit van een blootstellingsbeoordeling en een RI&E? De blootstelling aan gevaarlijke stoffen kan worden bepaald door het uitvoeren van metingen of door hiervan een onderbouwde schatting te maken. Uit de RI&E blijkt of er sprake is van brand- en/of explosiegevaar en of er een te hoge blootstelling aan gevaarlijke stoffen is. In dat geval zult u maatregelen moeten treffen om de risico s te minimaliseren. Dit beschrijft u in een plan van aanpak, waarin u ook aangeeft wanneer de maatregelen gerealiseerd zullen zijn. 19

20

Maatregelen om de blootstelling te verminderen 1 Beoordeel of een gevaarlijke stof vervangen of het gebruik ervan verminderd kan worden. 2 Laat de werkzaamheden voor zover mogelijk uitvoeren in een gesloten systeem. Bijvoorbeeld het drogen van gedrukte producten in een op de pers aangesloten droger die voorzien is van een afvoer naar buiten. 3 Maak gebruik van bronafzuiging. Bijvoorbeeld bij het afzuigen van dampen die tijdens het aanmaken en mengen van inkten vrijkomen. 4 Pas ruimteventilatie toe met voldoende capaciteit. 5 Als de blootstelling aan gevaarlijke stoffen niet of niet voldoende op bovenstaande manier kan worden gereduceerd, dan dient u de medewerkers te voorzien van persoonlijke beschermingsmiddelen. Worden de gevaarlijke stoffen correct opgeslagen? Voorraden van gevaarlijke stoffen horen opgeslagen te zijn in een aparte opslagvoorziening. Richtlijnen hiervoor kunt u vinden in de PGS 15 (voor gevaarlijke stoffen in emballage) of in de PGS 29 (opslag licht ontvlambare stoffen in tanks). Deze richtlijnen worden ook door de vergunningverlener Wet Milieubeheer gebruikt. Werkt u veilig? Heeft u deskundig personeel? Heeft u duidelijke werkinstructies? Zorg dat werknemers op de hoogte zijn van de risico's van gevaarlijke stoffen en dat deze risico's duidelijk beschreven staan in (werk)instructies.van alle gevaarlijke stoffen moet u in het bezit zijn van een veiligheidsinformatieblad (VIB). De informatie uit deze bladen moet u verwerken in werkplekinstructiekaarten (WIK). Heeft u noodmaatregelen beschreven? Op het moment dat het ondanks alle maatregelen toch mis gaat, moeten de gevolgen van een calamiteit zoveel mogelijk worden beperkt. Zorg daarom voor goede noodinstructies en bijbehorende middelen als branddekens, blusmiddelen en nooddouches. De vluchtwegen moeten vrij toegankelijk en goed herkenbaar zijn.verder moet u zorgen voor alarmeringen en ontruimingsplannen samen met een goede bedrijfshulpverlening. Voldoet u aan de ATEX regelgeving? Vanaf 1 juli 2006 moeten volgens de ATEX regelgeving (ATmosphères EXplosives) op alle werkplekken maatregelen zijn getroffen om gas- en stofexplosie te voorkomen. Als werkgever moet u daarvoor de brandbare stoffen, risicovolle situaties en het aantal blootgestelde werknemers inventariseren. Gezien de aard van de stoffen die in uw branche gebruikt worden is het mogelijk dat u een gevarenzone-indeling nodig heeft. 21

Heeft u een gevarenzone-indeling nodig? Voor gasexplosiegevaar is een gevarenzone-indeling nodig indien er meer dan de onderstaande hoeveelheden vloeistof aanwezig zijn in een gesloten gebouw: a meer dan 5 kg K0 vloeistof (vlampunt < 0 C); b meer dan 50 kg K1 vloeistof (vlampunt tussen 0 C en 21 C); c meer dan 500 kg K2 of K3 vloeistof (vlampunt tussen 21 C en 100 C). Een algemene stelregel is: als het vlampunt groter is dan 43 C en de vloeistof niet verwarmd wordt, is een gevarenzone-indeling meestal niet zinvol. K3-vloeistoffen blijven dan buiten beschouwing. Voor stofexplosiegevaar is een gevarenzone-indeling noodzakelijk indien er meer dan de onderstaande hoeveelheden brandbaar stof aanwezig is: a inwendige van apparaten: 100 gram stof met een deeltjesgrootte < 0,1 mm 1 kg stof met een deeltjesgrootte tussen 0,1 en 0,5 mm b in een werkruimte: laagjes stof mogen niet dikker zijn dan 0,5 mm c in een gebouw: 50 kg stof met een deeltjesgrootte < 0,1 mm 500 kg stof met een deeltjesgrootte tussen 0,1 en 0,5 mm d buiten het gebouw: geen stofexplosiegevaar Heeft u maatregelen genomen om een explosie te voorkomen of om de gevolgen van een explosie zo laag mogelijk te houden? Afhankelijk van de gevarenzone-indeling moeten er maatregelen genomen worden om een gas- of stofexplosie te voorkomen. Dit kan betekenen dat u explosieveilig materieel moet toepassen of speciale voorzieningen moet aanbrengen, bijvoorbeeld in de afzuiginstallatie. Ook moet u voorkomen dat stoflagen tijdens de productie of bewerking kunnen ontstaan die de kans op stofexplosies verhogen. Dit kunt u doen aan de hand van een schoon huishouden -programma (Good house keeping). Zijn uw werknemers op de hoogte van explosierisico's? Is er een explosieveiligheidsdocument? Werknemers moeten voorgelicht worden over explosiegevaar, de gevolgen en het belang van maatregelen. Daarnaast worden in een explosieveiligheidsdocument alle maatregelen beschreven die in het kader van ATEX genomen zijn, waaronder een inventarisatie van brandbare stoffen, een beoordeling van de explosierisico s (ontstekingsbronnen), de gevarenzone-indeling en een omschrijving van technische en organisatorische maatregelen. 22

Hoe inspecteert de Arbeidsinspectie? De Arbeidsinspectie controleert of u aan de vervangingsregeling voldoet. Is dit niet het geval dan zal de inspecteur een boete aanzeggen.verder zal hij u vragen naar de blootstellingsbeoordeling, een eventueel plan van aanpak en de uitvoer van deze maatregelen. Bij het ontbreken van een betrouwbare en actuele blootstellingsbeoordeling volgt een waarschuwing. De inspecteur kijkt verder of u aan de richtlijnen voor opslag van gevaarlijke stoffen voldoet.tevens zal hij inspecteren of uw werknemers voldoende voorlichting en onderricht hebben gehad met betrekking tot het werken met gevaarlijke stoffen, en hoe te handelen in geval van een calamiteit. Is dit niet het geval, dan kan dit leiden tot een waarschuwing. Met betrekking tot gas- en stofexplosiegevaar zal de inspecteur controleren of er maatregelen op de werkvloer zijn genomen conform de gevarenzone-indeling. Bij het ontbreken van beoordeling, gevarenzone-indeling of maatregelen op de werkvloer kan dit leiden tot een waarschuwing of (bij ernstig gevaar) tot een boete. 23

Meer informatie > Stoffenmanager: zie www.stoffenmanager.nl Vervangingsregeling > Zie www.arbeidsinspectie.nl >arbeidsomstandigheden>gevaarlijke stoffen>werk oplosmiddelvrij > De instrumenten oplosmiddelenreductie offset, zeefdruk, flexografie en verpakkingsdiepdruk: zie www.arbografimedia.nl onder hulpmiddelen > Voor offset is een gevalideerd hulpmiddel ontwikkeld om de benodigde ventilatiecapaciteit te bereken: zie www.arbografimedia.nl onder hulpmiddelen ATEX > Brochure:Veilig werken in een explosieve atmosfeer. Bestelcode 607. Ook te downloaden via www.arbeidsinspectie.nl onder brochures > Brochure: Niet bindende gids voor goede praktijken met het oog op de tenuitvoerlegging van richtlijn 1999/92/EG. Zie www.arbeidsinspectie.nl onder brochures > Arbo-informatieblad AI-34;Veilig werken in een explosieve atmosfeer.verkrijgbaar bij SDU-uitgeverij > Nederlandse Praktijkrichtlijn NPR 7910-1; Gevarenzone-indeling met betrekking tot ontploffingsgevaar - Deel 1: Gasontploffingsgevaar, gebaseerd op NEN-EN-IEC 60079-10.Verkrijgbaar bij NEN > Nederlandse Praktijkrichtlijn NPR 7910-2; Gevarenzone-indeling met betrekking tot ontploffingsgevaar - Deel 2: Stofontploffingsgevaar, gebaseerd op NEN-EN 50281-3.Verkrijgbaar bij NEN Opslag gevaarlijke stoffen > PGS 15 richtlijn: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen, te vinden op www.vrom.nl > PGS 29 richtlijn: Opslag van brandbare vloeistoffen in verticale cilindrische tanks, te vinden op www.vrom.nl, Publicatiereeks Gevaarlijke stoffen Verwijzingen naar Arbowet- en regelgeving > Arbobesluit: artikel 3.5a t/m 3.5f (paragraaf 2a; explosieve atmosferen) > Arbobesluit: artikel 4.2 (beoordeling van de blootstelling aan gevaarlijke stoffen) > Arbobesluit: artikel 4.4 (voorkomen van ongewilde gebeurtenissen) > Arbobesluit: artikel 4.62a (definitie vluchtige organische stof) > Arbobesluit: artikel 4.62b en Arboregeling 4.32 b t/m e (vervangingsregeling) 24

Fysieke belasting Fysieke belasting is de belasting die het houdings- en bewegingsapparaat van mensen ondervindt tijdens lichamelijke arbeid. Fysieke belasting op zich is niet gezondheidsbedreigend, fysieke overbelasting wel. Fysieke overbelasting kan tot gevolg hebben: klachten aan het bewegingsapparaat, gezondheidsschade en zelfs uitval uit het arbeidsproces. Overbelasting kan optreden bij tillen, duwen en trekken, maar ook bij repeterende bewegingen en het aannemen van een ongunstige werkhouding, vaak door een niet goed ingerichte werkplek. Wat zijn de risico's? In uw sector kunnen aandoeningen voorkomen aan het houdings- en bewegingapparaat, zoals rugklachten en klachten aan arm, nek en schouder. Met name tillen, duwen en trekken vormen een risico, zoals bij het schoonmaken van de machines (kracht bij het hanteren van hogedrukspuiten), bij het verwisselen van pers- en droogvilten en bij het aan- en afvoeren van materialen en producten, zoals pakken en rollen papier of karton en pallets met gereed product. Ook werk met repeterende handelingen en een slechte werkhouding kan leiden tot overbelasting, zoals bij het invoeren van papier of karton in bewerkingsmachines of bij controlewerkzaamheden. Wat moet u doen? Als werkgever organiseert u het werk zodanig dat de gevaren voor de veiligheid en gezondheid van de werknemer door fysieke overbelasting worden voorkomen of zoveel als mogelijk worden beperkt. Een eerste stap hierin is het uitvoeren van de verplichte risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). Uw sector heeft hiervoor informatie en producten ontwikkeld. Zo is er informatie over fysieke belasting door zwaar werk en een vragenlijst om snel ergonomische knelpunten te inventariseren van het productieproces en industriële werkplek (zie Quickscan handboek). Ook wordt informatie gegeven over de aandoening KANS, een verzamelnaam voor aanhoudende Klachten aan Arm, Nek en Schouder (voorheen RSI genoemd). Tillen Voor het tillen van rollen papier, pakken en dozen wordt in uw sector al op grote schaal gebruik gemaakt van mechanische hulpmiddelen. Ook is er al veel geautomatiseerd. Hierdoor wordt fysieke belasting meestal beperkt of zelfs voorkomen. Daar waar nog wel handmatig lasten worden getild, geduwd of getrokken moet u voorlichting en instructie geven. Duwen of trekken Bij het duwen of trekken van een last om deze over langere afstand te verplaatsen zonder dat deze gedragen wordt, kan fysieke overbelasting ontstaan. Zoals het verplaatsen van (zware) pallets met een handpompwagen. 25

26 ARBEIDSRISICO S IN DE GEHANDICAPTENZORG

Duwen heeft de voorkeur boven trekken. Bij duwen ontstaat in het algemeen een lagere belasting op de lage rug dan bij trekken. Het gebruik van hulpmiddelen, zoals elektrische palletwagens of kleinere elektrokarretjes als de easymover, kan de belasting voorkomen. Werkplek De inrichting van een werkplek kan de oorzaak zijn van een ongunstige werkhouding. De werkplek moet u daarom volgens ergonomische beginselen zodanig inrichten dat een werknemer zijn taken in een goede werkhouding kan verrichten. Het gaat hierbij om optimale ondersteuning van het lichaam, op de juiste werkhoogte, met alle materialen en producten binnen handbereik en met voldoende voet- en beenruimte. Dit geldt voor zowel zittend als staand werk. Hoe inspecteert de Arbeidsinspectie? De Arbeidsinspectie kijkt of de werkplekken doelmatig zijn ingericht en of er sprake is van handmatig verplaatsten van lasten door tillen of duwen en trekken. Indien er sprake is van handmatig verplaatsen van lasten maakt de inspecteur gebruik van een methode, gebaseerd op de NIOSH-methode. Dit is een rekenmethode van een Amerikaans wetenschappelijk instituut (National Institute of Occupational Safety & Health), waamee kan worden berekend hoeveel kilogram er in een bepaalde situatie getild mag worden. Bij duwen of trekken vormen de gezondheidskundige waarden van N.J. Delleman de basis voor de inspectiemethode. Als er sprake is van één of meerdere overtredingen zal de inspecteur een waarschuwing geven of een eis tot naleving stellen. Meer informatie In uw sector is een aantal instrumenten ontwikkeld rond het onderwerp ergonomie om de fysieke belasting te verminderen. Deze zijn te vinden op www.verbondpk.nl onder arbo. > Startnotitie Ergonomie > Algemene informatie over fysieke belasting > Quickscan handboek en formulieren > Diverse documenten over bewustwording, preventiemedewerker en trainingen Het handboek Fysieke Belasting, Peereboom, bevat nadere informatie over de methode van N.J. Delleman Verwijzingen naar Arbowet- en regelgeving > Fysieke belasting algemeen: Arbobesluit artikel 5.2. en 5.3 > Werkplekinrichting: Arbobesluit artikel 5.4 met bijbehorende beleidsregels > Voorlichting handmatig hanteren van lasten: Arbobesluit artikel 5.5 27

28

Geluid In de PKGV-industrie staan relatief veel medewerkers bloot aan hoge geluidsniveaus. De blootstelling wordt bepaald door de constructie van de machine, de opstelling en het aantal machines in de werkruimte, de inrichting van de arbeidsplaats, de aankleding van de werkruimte en de verblijfstijd van de werknemer in de werkruimte. Ondanks dat de afgelopen jaren grote verbeteringen zijn bereikt, wordt nog steeds een aanzienlijk deel van de werknemers, circa 35%, blootgesteld aan geluidsniveaus hoger dan 80 db(a). Wat zijn de risico's? Langdurige blootstelling aan geluid boven de 80 decibel kan de beroepsziekte lawaaidoofheid tot gevolg hebben. Deze gehoorbeschadiging is blijvend en heeft ook grote sociale gevolgen. Zo zijn gesprekken in gezelschap nauwelijks meer te volgen. Bijkomende risico s zijn kans op verhoogde bloeddruk, vermoeidheid en concentratieverlies. Wat moet u doen? Er zijn wettelijke grenswaarden bij de blootstelling aan geluid waar u aan moet voldoen. De blootstelling aan geluid wordt gedefinieerd als de gemiddelde dagelijkse blootstelling over een 8-urige werkdag (dagdosis). Bij een blootstelling boven de 80 en 85 decibel zijn volgens het Arbobesluit bepaalde maatregelen verplicht: > 80 db(a) en < 85 db(a) geluidsbeoordeling beschikbaar stellen gehoorbescherming audiometrie (gehoortest) voorlichting > 85 db(a) geluidsbeoordeling verplicht gebruik gehoorbescherming audiometrie (gehoortest) plan van aanpak en uitvoering (tot < 80 db(a) markering werkplekken met pictogrammen > 87 db(a) als met inbegrip van de dempende werking van de gehoorbescherming dit niveau wordt overschreden, moeten er maatregelen genomen worden om onder dit niveau te komen. Zie verder > 85 db(a) Het risico moet u wegnemen of zoveel mogelijk beperken door eerst de geluidsbron aan te pakken (de arbeidshygiënische strategie). U maakt hiervoor eerst een inventarisatie van de geluidsbelasting op de werkplekken via een beoordeling of metingen. 29

Als u op alle arbeidsplaatsen in uw bedrijf tijdens de normale productie een gesprek kunt voeren op één meter afstand van elkaar zonder stemverheffing dan heeft u volgens de Arbowet geen geluidsprobleem. Is dit niet het geval en staan er meerdere geluidsbronnen in een ruimte, of verrichten uw werknemers meerdere taken op een dag, dan moet u een deskundige inschakelen om de problematiek in kaart te brengen en u te helpen bij het opstellen van het plan van aanpak. Vanuit uw inventarisatie stelt u vast welke bronnen de grootste bijdrage leveren aan de blootstelling. U kunt nagaan of uw geluidsreducerende maatregelen effectief zijn met behulp van de GeluidsReductieFactor, een instrument ontwikkeld door het Verbond Papier en Karton. Uw werknemers hebben ook verplichtingen. Gebruiken werknemers de verstrekte beschermingsmiddelen niet of handelen ze niet volgens de voorschriften, spreek ze dan hierop aan en leg dit zonodig schriftelijk vast. Ook werknemers kunnen van de Arbeidsinspectie een boete krijgen. Hoe inspecteert de Arbeidsinspectie? De Arbeidsinspectie gaat tijdens een bedrijfsinspectie na of geluid een risico vormt. Op de werkplekken met de hoogste geluidsbelasting voert de inspecteur zelf indicatieve geluidsmetingen uit. Hij zal u ook vragen naar de dagdosis op die werkplekken. Indien de in de tabel beschreven maatregelen bij blootstelling boven de 80 db(a) respectievelijk 85 db(a) niet zijn genomen, zal de inspecteur een waarschuwing geven. Constateert de inspecteur dat er geen gehoorbescherming wordt gedragen, de dagdosis boven de 85 db(a) en de dempende werking van de gehoorbescherming onvoldoende is, dan kan hij het werk stilleggen en een boeterapport opmaken. Deze stillegging van het werk kan worden opgeheven als de juiste gehoorbeschermingsmiddelen worden verstrekt en gebruikt. Bovendien toetst de inspecteur of de arbeidshygiënische strategie voldoende is toegepast. Daarbij houdt hij rekening met de stand van de techniek in uw branche. Meer informatie > www.verbondpk.nl; zoek onder Arbo, Schadelijk geluid > www.arbeidsinspectie.nl; zoek onder Veilig en Gezond, Schadelijk geluid Verwijzingen naar Arbowet- en regelgeving > Arbobesluit, hoofdstuk 6, afdeling 3 30

Colofon Deze brochure is ontwikkeld in opdracht van de Arbeidsinspectie, 2007. Disclaimer In deze brochure staan de belangrijkste arbeidsrisico's in de PKGV-industrie, de branche waartoe uw bedrijf behoort. U kunt lezen hoe de Arbeidsinspectie op deze risico's inspecteert. Mogelijk zijn niet al deze risico s in uw bedrijf aan de orde, dan is dat deel van de tekst niet op u van toepassing. Is er in uw bedrijf sprake van risico s die niet in deze brochure zijn genoemd, dan moet u deze risico's ook opnemen in de RI&E en het plan van aanpak. Ook moet u maatregelen nemen om deze risico's weg te nemen of te verminderen. De regels waar het in deze brochure over gaat zijn bestaande regels. Meer informatie vindt u op www.arbeidsinspectie.nl en www.arbonieuwestijl.nl. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is niet verantwoordelijk voor informatie op websites van derden waarnaar in deze brochure wordt verwezen. Aan de tekst van deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend. Nadere informatie U kunt deze brochure in digitale vorm vinden op www.arbeidsinspectie.nl. Daar vindt u ook meer informatie over de verwijzingen naar bestaande instrumenten en hulpmiddelen in deze brochure.alle Arbowet- en regelgeving vindt u op www.overheid.nl. Extra exemplaren van deze brochure zijn aan te vragen via Postbus 51 tel. 0800-8051 of www.postbus51.nl Met dank aan alle meewerkende bedrijven en organisaties uit de branche. 31

De Arbeidsinspectie maakt deel uit van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus 11563 2502 AN Den Haag www.arbeidsinspectie.nl Bestelnummer 619 versie mei 2007