BLOED- LINK DLINK * LESBRIEF * BLOEDLINK * LESBRIEF * BLOEDLINK LESBRIEF DRAMA ONDERBOUW. Beste docent,

Vergelijkbare documenten
BLOED- LINK DLINK * LESBRIEF * BLOEDLINK * LESBRIEF * BLOEDLINK LESBRIEF DRAMA BOVENBOUW. Beste docent,

BLOED- LINK DLINK * LESBRIEF * BLOEDLINK * LESBRIEF * BLOEDLINK NATUURKUNDE ONDER- & BOVENBOUW. Beste docent,

BLOED- LINK DLINK * LESBRIEF * BLOEDLINK * LESBRIEF * BLOEDLINK LESBRIEF LICHAMELIJKE OPVOEDING ONDER- & BOVENBOUW. Beste docent,

BLOED- LINK DLINK * LESBRIEF * BLOEDLINK * LESBRIEF * BLOEDLINK LESBRIEF CKV / KUNST ALGEMEEN ONDER- & BOVENBOUW. Beste docent,

REVOLUTIONS BRIEF * LESBRIEF * LESBRIEF * LESBRIEF * LESBRIEF * LESBRI

REVOLUTIONS BRIEF * LESBRIEF * LESBRIEF * LESBRIEF * LESBRIEF * LESBRI

BLOED- LINK DLINK * LESBRIEF * BLOEDLINK * LESBRIEF * BLOEDLINK LESBRIEF MAATSCHAPPIJLEER ONDER- & BOVENBOUW. Beste docent,

OTHELLO BRIEF * LESBRIEF * LESBRIEF * LESBRIEF * LESBRIEF * LESBRI LESBRIEVEN VO BOVENBOUW. Beste docent,

REVOLUTIONS BRIEF * LESBRIEF * LESBRIEF * LESBRIEF * LESBRIEF * LESBRI

REVOLUTIONS BRIEF * LESBRIEF * LESBRIEF * LESBRIEF * LESBRIEF * LESBRI

LESBRIEF Jihad, de voorstelling

REVOLUTIONS BRIEF * LESBRIEF * LESBRIEF * LESBRIEF * LESBRIEF * LESBRI

XQ Managementprogramma. Overzicht. I I have a dream Van een missie naar een visie en weer terug

WAT ZIJN WIJ? MENSEN? OF DIEREN? OF WILDEN?

Filosoferen over kinderrechten

Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

Annette Koops: Een dialoog in de klas

Handleiding voor de leerkracht bij de muziektheatervoorstelling WijDe Wereld

DE L CKER DOELEN STELLEN

Over de voorstelling:

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

Over taaie taboes en lastige liefdes

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

Lesbrief: Beroepenmagazine Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk

Wat is Kraak kracht? Kraak kracht

EEN JONGE NAVEL? De Vloer Op Jr. in de klas

Breuken(taal), meetkunde, voortzetting eerlijk verdelen

Educatief programma Feiten & meningen

Leerlingen ervaren de manier waarop in de Europese Unie vergaderd wordt en hoe de verschillende bestuurslagen zich tot elkaar verhouden.

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe.

WAT ZIJN WIJ? MENSEN? OF DIEREN? OF WILDEN?

DE BIBLIOTHEEK VAN JE DROMEN? groep A

LESSUGGESTIES BIJ DE BOEKENKIST COMING OF AGE - praktijkonderwijs

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen

DE L CKER IKBAL: MEISJE IN JONGENSKLEREN

DE L CKER ZELFVERTROUWEN NA PESTEN

IK WIL JOU NIET VERLIEZEN

Ik geloof dus ik ben?

Instructie voor leerlingen.. 5. Gebruik van de lesbrieven. 6. Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7. Wat wil je zijn en worden.

Hoe aardgasvrij woon jij?

Lesmateriaal Fairplay Theater DeGasten i.o.v. de Anne Frank Stichting!

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie

DE L CKER EEN LEUKE ONTDEKKING: MASTURBEREN

Lesbrief: ff offline Thema: Waar ga ik heen?

TROETEL JE NIEUWE KIND MAAR

Werkloos, hoezo? Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les:

Duurt eerlijk het langst?

Spider(wo)man. Doelstellingen

Handleiding In Dialoog met studenten aan de hand van uitkomst JOB-monitor:

GELOVEN IN DE WERELD LESBRIEF VOORTGEZET ONDERWIJS TOT ZIENS IN 0NS MUSEUM! GELOVEN IN DE WERELD PAG > 1

Lesbrief: Dagje uit Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

Werkvorm 1: "Je laatste Whatsapp, Sms, Ping of Tweet"

DOE MEE! - LESBRIEF VOOR DOCENTEN - Het is tijd voor een nieuwe vorm van herdenken.

Lesbrief: Vakmensen Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk

ONS GELOOF, JOUW GELOOF PA!

IK WIL ZELF BESLISSEN

Wijsneuzen in de klas

Skeletpuzzel. Activiteit in de klas Docentblad

Schrijfopdracht 5: Zijn vrienden het altijd eens?

opdrachten bij thema participatiesamenleving

Kinderboeken in de klas. Begeleidingsbrochure voor leerkrachten

Kansrekenen. Lesbrief kansexperimenten Havo 4 wiskunde A Maart 2012 Versie 3: Dobbelstenen

VOORTGEZET ONDERWIJS VOORDEEL ZONDER VOOROORDELEN

De Sleutel tot het benutten van potentie

Dia 1 Introductie max. 2 minuten!

EDUCATIE BIJ LEO & LENA

Spider(wo)man. Doelstellingen

Praten over boeken in de klas Het vragenspel van Aidan Chambers

DE L CKER JAPANSE MANGACULTUUR ALS HOBBY

Les 1. Wensen & Grenzen. Praten over seks... Hoe en hoezo?

Luisteren en samenvatten

lesbrieven avonturenpakket de uitvinders en de verdronken rivier leerlingen werkblad Lesbrief 2:

Ik geloof, geloof ik. Levensbeschouwelijk dossier Griftland college Bovenbouw. Mijn naam en klas:

Handleiding Werkvormen Overtuigend presenteren

Thema in de kijker : Filosoferen met kinderen

(Vak)teksten lezen in vmbo - mbo - Handleiding

Lichtbende TUTU projectietheater (Nederland)

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

HANDLEIDING TALENTENQUIZ

Alles wat je wilt weten over. kringactiviteiten

januari/februari 2014 De Rosa Mentorles Mens & Maatschappij Nederlands Engels Drama PROJECT TITEL Werkboek First ID

DANS MET MIJ! LESBRIEF

Wie ben jij? HANDLEIDING

Studenten ervaren de manier waarop in de Europese Unie vergaderd wordt en hoe de verschillende bestuurslagen zich tot elkaar verhouden.

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS

Criteria. Doel. Leerlingen leren kiezen en nemen steeds meer de regie in handen, hetgeen het eigenaarschap en de motivatie bij leerlingen vergroot.

Tekst lezen en vragen stellen over de tekst

Mentor Datum Groep Aantal lln. Helma Goudsmits a 32

INHOUDSOPGAVE. Regels & Tot slot blz. 8. Regels NEUSHOORN SPEKTAKEL. Informatie en boekingen

Aardoliealarm in het bos

JA BUKA! Trešnja Municipal Theatre (Kroatië)

Stap 1 Voorafgaand aan het bestuderen van een nieuw onderwerp vatten leerlingen in kleine groepjes samen wat ze al van het onderwerp weten.

Ik kom voor mezelf op (lessenserie Omgaan met pesten)

Werkvorm: Bekend, Benieuwd en Bewaard.

september 2013 Huygens College Kernuur Leesles Muziek Engels Dans PROJECT TITEL Werkboek First ID

Overzicht van de coöperatieve werkvormen per leerjaar Tweede leerjaar

Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub

Voedsel onder de loep

Transcriptie:

DLINK * LESBRIEF * BLOEDLINK * LESBRIEF * BLOEDLINK LESBRIEF DRAMA ONDERBOUW BLOED- LINK Beste docent, Wij kijken ernaar uit u en uw leerlingen binnenkort te ontvangen bij Bloedlink, de nieuwste voorstelling van NTjong. Met het educatieve programma bereidt u (samen met uw collega s) het voorstellingsbezoek van de leerlingen voor. Over de voorstelling In een probleemklas heeft een docent haar leerlingen totaal niet in de hand, tot ze een pistool vindt in één van de schooltassen. Ze gijzelt haar leerlingen, zet de verhoudingen op scherp en begint een manipulatief spel. Eindelijk is het stil in de klas. De leerlingen en docent komen tegenover elkaar te staan maar ook onderling broeit het in heftige discussies over afkomst en gedrag, over afwijzing en erkenning, over wat nou eigenlijk echt belangrijk is in je leven. Bloedlink is de nieuwe voorstelling in een muzikale en energieke Coming of Age-reeks voor jongeren. Verhalen over kantelpunten, grote gebeurtenissen die je horizon verbreden en die je dwingen om stelling te nemen. Over het educatieprogramma Het educatieprogramma bij Bloedlink richt zich op de vaksecties: CKV/Kunst Algemeen Drama (onder- en bovenbouw) Natuurkunde Lichamelijke opvoeding Maatschappijleer (bovenbouw) of de mentorles (onderbouw) Wij vragen u het voorstellingsbezoek voor te bereiden door minimaal één van de lessen te doen. De tijdsinvestering is 50 minuten. U beslist; hoeveel tijd u wilt investeren, met hoeveel van de aangeboden lesbrieven u aan het werk gaat en in welke vaksecties. We vragen u één les te doen ter voorbereiding, maar de lessen kunnen ook na en zelfs los van de voorstelling gegeven worden. U kunt het programma inzetten als projectonderwijs voor een breder perspectief op het thema en een stevigere inbedding van theaterbezoek. Thema: Druk De lesbrieven zijn allemaal ontworpen rondom het begrip druk. Bij elk vak wordt dit begrip op een andere manier benaderd. U onderzoekt de thema s van het stuk uitgaand van het vak dat u doceert. De manier waarop u deze lesbrieven behandelt, verschilt per docent en is afhankelijk van uw tijd en het niveau van uw leerlingen. Voelt u zich vrij om zelf de juiste afstemming te maken en eventuele aanpassing te doen. Na afloop van de voorstelling vindt er een nagesprek plaats in de zaal (ongeveer 20 min.). Dit is onderdeel van het educatieprogramma. Laat dit uw leerlingen vooraf weten. Workshop bij de voorstelling U kunt ook een workshop afnemen. Deze vindt in principe plaats na de voorstelling, maar is ook mogelijk voorafgaand aan de voorstelling als u daar de voorkeur aan geeft. In deze workshop ligt de nadruk niet op acteren, maar op theatraal onderzoek. In de workshop, in de vorm van een detectivespel, wordt een situatie die dreigt te ontploffen van alle kanten benaderd. Er wordt gekeken naar wat de escalatie heeft veroorzaakt. Was dit onvermijdelijk? Wat was jouw rol in het geheel? Had jouw puzzelstuk ervoor kunnen zorgen dat het anders zou zijn verlopen? NTjong probeert samen met jongeren psychologische en maatschappelijke systemen bloot te leggen. Heeft u naar aanleiding van het lezen van deze lesbrief nog vragen of wilt u de workshop boeken? Neem dan contact op met Dimphna van Kempen: dimphnavankempen@hnt.nl of 070 31 81 498.

I HAVE A DREAM In de voorstelling krijgen uw leerlingen een klas te zien waarin felle discussies worden gevoerd over afkomst, discriminatie en racisme. De onderlinge verhoudingen komen hierdoor op scherp te staan. De klas kan je zien als een mini maatschappij. In deze les onderzoekt u op theatrale wijze met de klas (deze specifieke mini-maatschappij) wat groepsdruk en gelijkheid is en hoe de verhoudingen in deze klas zijn. U werkt toe naar een theatrale vertaling van de wensen van de leerlingen met betrekking tot de verhoudingen in de klas. De leerlingen laten zich hiertoe inspireren door de beroemde I Have A Dream speech van Martin Luther King Jr. Benodigdheden Pen en papier voor iedere leerling Bijlage 2: Rollenkaartjes geprint en geknipt voor de helft van de klas OPDRACHT 1 FIGUREN EN OBSERVATIE Deze opdracht dient als warming-up. Om de les te beginnen verdeelt u de klas in 2 groepen: een observatiegroep en een onderzoeksgroep. De observatiegroep gaat in een rij aan de kant zitten en de onderzoeksgroep komt op de vloer staan. Onderzoeksgroep Deel aan alle leerlingen van de onderzoeksgroep de rollenkaartjes uit bijlage 2 uit (ze mogen niet zeggen welke rol ze hebben). Ga kort en in algemeenheden na aan welke eigenschappen zij denken bij de verschillende rollen. In deze opdracht spelen de leerlingen de rol van het kaartje dat ze hebben gekregen. Ze voeren de opdrachten uit vanuit die rol. Laat de leerlingen in hun rol vrij door de ruimte lopen. In eerste instantie leidt u de leerlingen door de oefening heen door figuren te roepen die de leerlingen gezamenlijk moeten lopen. De figuren zijn: driehoek, vierkant, cirkel, diagonaal of een kluitje. U geeft na enige tijd de opdracht om weer vrij te gaan lopen. Aankomst is vertrek. Als de groep het aankan, kunt u ze de vrijheid geven om zonder uw leiding figuren te maken. Observatiegroep De observatiegroep zit aan de kant. Zij observeren wat er in de onderzoeksgroep gebeurt en noteren hun bevindingen in bijlage 1. Het formulier is ingedeeld in de verschillende rollen. Het is aan de observatiegroep bij alle leerlingen in de onderzoeksgroep na te gaan welke rol zij hebben aangenomen, wat de kenmerken zijn en wat voor effect zij op het grotere geheel hebben. De leerlingen in de observatiegroep noteren individueel zo veel mogelijk observaties tijdens het onderzoek. Als vervolgstap kunt u ze vragen figuren zonder te overleggen te maken. Na ongeveer 5 minuten worden de bevindingen gedeeld door beide groepen. Ga met de leerlingen in een kring zitten. Begin met de observaties van de observatiegroep en maak een koppeling naar hoe de groep normaal gesproken functioneert. Zegt deze oefening iets over hoe de groep normaal functioneert? En laat dit ook iets zien over hoe de maatschappij functioneert? OPDRACHT 2 GESPREK OVER GELIJKHEID Het delen van de bevindingen bij opdracht 2 loopt direct over in het filosofisch gesprek over gelijkheid. Het doel van het filosofisch gesprek is het verder bevragen van de thematiek.

U neemt de rol van gespreksleider aan, voor enkele tips over het leiden van een filosofisch gesprek leest u bijlage 3. In het gesprek zoekt u samen met de leerlingen naar parallellen tussen gelijkheid en de klas als mini-maatschappij. Maak actief de koppeling tussen deze twee elementen door bijvoorbeeld te vragen: Hoe ervaren jullie dit in deze klas?, en Zien jullie dit terug in de maatschappij?. Start vanuit onderstaande vragen. Voel aan wanneer een volgende vraag nodig is. Probeer alle vragen te behandelen, houd dus rekening met de tijd. 1. Wat zou er veranderen als iedereen hetzelfde is? 2. Wat is belangrijker: de leider of de zorgdrager? de groep of het individu? vrijheid of gelijkheid? 3. Wanneer ervoer je voor het laatst dat je als minder of meerderwaardig werd behandeld? 4. Wat zou er veranderen in deze klas als je alles zou zeggen wat je denkt? OPDRACHT 3 SPEECH SCHRIJVEN 15 MINUTEN In de opdrachten hiervoor heeft u het met de leerlingen gehad over gelijkheid en verschillende rollen binnen de klas en de samenleving. In deze opdracht vertaalt u met de leerlingen de bevindingen van de vorige opdrachten naar een speech. In een speech spreken leiders vaak over de wereld waar ze van dromen, zoals Martin Luther King Jr in zijn I have a dream speech. In zijn wereldberoemde toespraak sprak hij over vrijheid en gelijkheid. Als de tijd het toelaat kunt u een stukje van de speech laten zien via deze link. Mocht u hier geen tijd voor hebben kunt u de onderstaande quote voorlezen. Martin Luther King Jr zei o.a.: I have a dream that one day on the red hills of Georgia the sons of former slaves and the sons of former slave owners will be able to sit down together at a table of brotherhood. leerlingen erop dat ze de speech straks ook in een scene gaan gebruiken en dat het van belang is dat ze de zinnen zo formuleren dat ze krachtig, theatraal en overtuigend overkomen. OPDRACHT 4 SCÈNE MAKEN De leerlingen maken aan de hand van de geschreven speech een scène. De scène heeft een aantal eisen: De scène heeft een begin, midden en eind. De locatie van de scene is een klaslokaal. Er is een probleem/conflict. De speech moet een verandering teweegbrengen. De rollen uit opdracht 2 moeten terugkomen in de scène, de leerlingen maken de rollen herkenbaar door gebruik te maken van stem, beweging en handeling. Ze kunnen hier hun eigen bevindingen vanuit het ingevulde formulier van het observatieteam op toepassen. De leerlingen kiezen zelf welke rol zij aannemen. Het groepje kan bijvoorbeeld uit allemaal leiders bestaan waarin zij allemaal speechen of 4 leiders en een stille eenling die het woord neemt. Dit is geheel aan de fantasie van de leerlingen. OPDRACHT 5 PRESENTEREN De groepjes presenteren om de beurt hun scène. Bespreek de scène kort na met de klas op de opdrachten waaraan de scène moest voldoen. Het is niet heel erg als niet alle groepjes kunnen presenteren, eventueel kunt u ze de scènes een volgende les nog laten spelen. Verdeel de leerlingen in groepjes van 5. Vertel de leerlingen dat ze aan de hand van het zojuist gevoerde gesprek en hun bevindingen een eigen speech gaan schrijven. Een speech die ook een verandering teweeg gaat brengen. Vraag de leerlingen wat zij in de klas zouden willen veranderen, dit is het uitgangspunt voor het schrijven van de speech. De speech start met I have a dream, en eindigt met I have a dream today. De leerlingen schrijven samen 5 zinnen daartussen over hun droom voor de klas. Attendeer de

BIJLAGE #1 / OBSERVATIEFORMULIER LEIDER Leidt het proces. Zet graag anderen aan het werk en kan van nature goed taken verdelen. ZORGDRAGER Zorgt voor iedereen en voor de harmonie in de groep, heeft moeite met conflicten en kan wel eens overbezorgd zijn. ADVISEUR Verstandig, bedachtzaam en kritisch. Denkt eerst veel na voor hij/zij handelt. DOENER Veel energie, probeert veel uit zonder daarover na te denken. STILLE EENLING Voelt zich eigenlijk niet thuis in een groep, zondert zich af.

BIJLAGE #2 / ROLLENKAARTJES LEIDER Leidt het proces. Zet graag anderen aan het werk en kan van nature goed taken verdelen. LEIDER Leidt het proces. Zet graag anderen aan het werk en kan van nature goed taken verdelen. ZORGDRAGER Zorgt voor iedereen en voor de harmonie in de groep, heeft moeite met conflicten en kan wel eens overbezorgd zijn. ZORGDRAGER Zorgt voor iedereen en voor de harmonie in de groep, heeft moeite met conflicten en kan wel eens overbezorgd zijn. ADVISEUR Verstandig, bedachtzaam en kritisch. Denkt eerst veel na voor hij/zij handelt. ADVISEUR Verstandig, bedachtzaam en kritisch. Denkt eerst veel na voor hij/zij handelt. DOENER Veel energie, probeert veel uit zonder daarover na te denken. DOENER Veel energie, probeert veel uit zonder daarover na te denken. STILLE EENLING Voelt zich eigenlijk niet thuis in een groep, zondert zich af. STILLE EENLING Voelt zich eigenlijk niet thuis in een groep, zondert zich af.

BIJLAGE #3 TIPS VOOR DE GESPREKSLEIDER De startvragen en stellingen die u vindt bij de opdracht zijn zo geconstrueerd dat ze de aanzet geven tot een filosofisch gesprek. Hieronder leest u wat wij met het filosofisch gesprek beogen en tevens een aantal handvatten voor u als gespreksleider. Filosoferen gaat niet over het leren van een waarheid, maar over het doen van onderzoek naar dingen waar we niet direct een (eenduidig) antwoord op weten. Een filosofisch gesprek vraagt diepgang; meningen dienen verder verkend te worden, standpunten worden onderbouwd en argumenten moeten (met voorbeelden) onderzocht, verhelderd en getoetst worden. Filosoferen doe je niet in je eentje, maar in een groep. Als docent doet u zelf niet mee aan het gesprek, u hebt een andere essentiële taak, die van gespreksleider. DE REGELS BIJ EEN FILOSOFISCH GESPREK Natuurlijk gelden ook bij een filosofisch gesprek de gebruikelijke regels van elk ander gesprek, maar daarnaast zijn er een aantal specifieke regels waar u mee werkt: Wees nieuwsgierig naar de gedachten van de leerlingen en verwacht dit ook van de leerlingen naar elkaar. Let er op dat filosoferen een groepsproces is, waarbij je samen bouwt aan het onderzoek. Bouwen doe je door bijvoorbeeld te luisteren naar de redenen achter een mening. Wie een mening inbrengt moet bereid zijn uit te leggen waarom hij/zij dat vindt. Elkaar laten uitpraten is vanzelfsprekend. Probeer altijd verder te zoeken dan het eerste antwoord. Om het gesprek helder te houden, is het fijn om geregeld te checken of iedereen het nog kan volgen. Schrijf af en toe een mooie zin of een belangrijk woord op. Tijdens het filosofisch gesprek gebruiken we alleen de ideeën en gedachten van de deelnemers in de groep. Alleen deze personen zijn hier om hun mening uit te leggen. Deelnemers hebben het recht om te zwijgen. Betrokken luisteren is even waardevol. Rond een gesprek altijd af, hoe kort of lang het ook is geweest. Dat kan door samen met de groep de lijn van het gesprek na te lopen. Kijk of er misschien conclusies getrokken kunnen worden. U kunt ook de mooiste uitspraken van het gesprek laten benoemen of vragen of de deelnemers tijdens het gesprek iets hebben gehoord dat ze nog lang zullen onthouden. Als gespreksleider bent u geen deelnemer in het gesprek. Laat u, als docent, aan het einde van een gesprek niet (toch nog) verleiden uw persoonlijke mening over het onderwerp te geven. Laat de leerlingen overtuigd zijn van het belang van hun eigen onderzoek en meningen.