IK WIL JOU NIET VERLIEZEN

Transcriptie

1 IK WIL JOU NIET VERLIEZEN De Vloer Op Jr. in de klas Leeftijd: 9-12 jaar, jaar Niveau: bovenbouw basisonderwijs, onderbouw voortgezet onderwijs Tijd: 55 min Benodigdheden: beamer of digibord, internetverbinding, voorwerpen voor improvisatie Ik wil jou niet verliezen Shahine s broer, Achmed, vertrekt naar het Midden-Oosten om daar te vechten tegen IS. Shahine vindt het maar niks: denkt hij nu echt dat zijn aanwezigheid daar enig verschil zal maken, terwijl hij thuis zoveel verdriet veroorzaakt? Vakgebied Maatschappijleer / Filosofie / Levensbeschouwing Kernbegrippen Identiteit familie verantwoordelijkheid geloof - Midden-Oosten IS idealisme Kerndoelen Aan het einde van deze les kunnen de leerlingen een duidelijke mening vormen over hun eigen identiteit, verantwoordelijkheidsgevoel en idealisme. Ze kunnen deze mening verdedigen en zich verplaatsen in een ander. Verdieping Deze video over identiteit en opvoeding is onderdeel van de serie De Vloer Op Jr. in de klas. Op de website van Schooltv.nl staan nog meer video s over integratie & discriminatie, identiteit & opvoeding en identiteit & seksualiteit. Opbouw les Deze les bestaat uit het bekijken van de scène Ik wil je niet verliezen (5.30 minuten), waarna de leerlingen individueel nadenken over de verdiepingsvragen en/of deze uitschrijven op het werkblad (zie bijlage). Dit kan individueel, in groepjes of klassikaal behandeld worden. Vervolgens kan er een creatieve opdracht naar keuze worden uitgevoerd (afhankelijk van de tijd die over is).

2 VERDIEPINGSVRAGEN (5 min) 1) Wat is volgens jou het grootste verdriet van Shahine? 2) Wat vind je van Achmeds beweegredenen? 3) Hoe ver zou je gaan om iets te bereiken? 4) Waarvoor zou jij willen vechten? 5) Zijn er problemen in de wereld die jij wilt helpen verbeteren? 6) Wat is belangrijker: je familie of je inzetten voor een maatschappelijk probleem? CREATIEVE OPDRACHTEN (50 min) Improvisatie (30 min) A. jij bent de zoon/dochter van B > je snapt niet dat je vader/moeder jullie fijne leven hier in Nederland in de steek laat om wildvreemde kinderen te helpen. B. je reist af naar een ontwikkelingsland, waar je noodhulp gaat verlenen aan kinderen. OF A. je bent beroepsmilitair en wordt uitgezonden naar een land dat in oorlog verkeert om daar de lokale bevolking te helpen. B. je bent de broer/zus van A en vindt het verschrikkelijk dat hij/zij je gaat verlaten voor een levensgevaarlijke missie. Hoe kan hij/zij dat nu doen!? Tips bij het improviseren Een violist kan niks zonder zijn viool. Bij improviseren is jouw instrument je lijf en je ogen en oren voeden je denken en je emoties. Dus: Luister goed naar de opdracht. Luister écht naar je tegenspeler. (Hij is belangrijker dan jijzelf, van hem krijg jij je inspiratie. Als je goed luistert, ontstaat er vanzelf een reactie, net als bij een gewoon gesprek. Daar bedenk je ook niet van tevoren wat je gaat zeggen.) Zeg nooit nee. Accepteer het aanbod van je tegenspeler. (Als hij zegt dat hij Piet heet, zeg dan geen Jan tegen hem.) Improviseren is geen wedstrijd. (Het gaat niet om winnen of verliezen. Je tegenspeler is GEEN tegenstander, maar een medespeler. Bij een gelukte scène bereiken jullie samen de eindstreep ) Durf en daag elkaar uit. Lok je tegenspeler uit zijn/haar tent. (Het is een spel, hoe gevaarlijker, des te spannender, dus doe en zeg wat je normaal nooit zou durven.) Niet denken, maar doen. Niet praten over, maar handelen. DUS: sta open voor de ander, kijk goed, luister écht naar elkaar en speel samen.

3 Interview ouders (voorbereiding 10 minuten; nabespreking 10 minuten) A. Kern van het interview: Vind jij dat iedereen iets moet doen voor de maatschappij, zonder daarvoor iets terug te krijgen, en heb jij dat wel eens gedaan? B. Klassikaal wordt een lijst vragen opgesteld voor een interview, dat de leerlingen hun ouders thuis gaan afnemen. Laat de kinderen eerst in kleine groepen nadenken en vragen formuleren. Daarna worden alle vragen klassikaal voorgelezen, aangevuld en/of verbeterd. Inventariseer en maak een definitieve vragenlijst op het bord. Probeer met de kinderen al pratend ook dilemma s te formuleren, die ze aan hun ouders kunnen voorleggen. Voorbeeldvragen: Als ik later in een ontwikkelingsland ga werken, wat zou je daarvan vinden? Als ik later mee ga vechten in een oorlog, hoe vind jij dat dan? Als ik nu meedoe met een groot project voor een goed doel, maar daardoor blijf ik wel zitten, wat zou je daarvan vinden? Vroeger had je de dienstplicht. Zou je het ermee eens zijn als iedereen na de middelbare school een verplichte maatschappelijke stage moet lopen van 6 maanden? C. Laat de leerlingen het interview uitwerken op papier en thuis uitvoeren. Bespreek de interviews na in de klas. Waar zitten de verschillen en overeenkomsten? Formuleer met de klas een eindconclusie op de kernvraag: vinden wij dat iedereen iets moet doen voor de maatschappij zonder daarvoor iets concreet terug te krijgen? Interviewtips Luister goed naar de geïnterviewde en laat hem/haar uitpraten Stel open vragen (vragen waarop je niet enkel met ja of nee kunt antwoorden) Vraag door en reageer op de geïnterviewde Als de geïnterviewde iets niet wilt vertellen, accepteer dat dan en ga door naar een andere vraag Extra Uitdaging/verdieping Laat de leerlingen op zoek gaan naar krantenartikelen over strijden in ontwikkelingslanden. Laat de leerlingen in groepjes in gesprek gaan over dit onderwerp. Laat de leerlingen een presentatie geven over dit onderwerp. Koppeling met ander vak Aardrijkskunde: Wat is een ontwikkelingsland? Bespreek met de leerlingen wat een ontwikkelingsland is en waarom daar hulp geboden moet worden. Aan de hand van de volgende vragen: Is ieder ontwikkelingsland hetzelfde? Waarom is het een ontwikkelingsland? Hoe kan er hulp geboden worden? Is elke hulp goede hulp? Waarom wel/niet?

4 Koppeling met Schooltv Alles van: Over-leven in ontwikkelingslanden. Zoals; Geen leven zonder water - Niger. De Niger wordt gebruikt om het land te bevloeien. In de droge streken moeten de mensen ver lopen om water te halen, maar er komen moderne pompen. Ontwikkelingssamenwerking. Het Nederlandse beleid. Nederland doet het meestal goed op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. We voldoen aan de voorwaarde dat minimaal 0,7% van het BNP aan ontwikkelingssamenwerking wordt besteed. Clipphanger. Wat is de derde wereld? Vroeger was de derde wereld nog aan te wijzen op de wereldkaart: alle landen die niet bij de eerste en tweede wereld hoorden. Maar de wereld van vandaag zit heel anders in elkaar. Koppeling met Human Duivelse Dilemma s: Mijn zoon is jihadist Een vader probeert wanhopig te voorkomen dat zijn geradicaliseerde zoon vertrekt naar Syrië. Mag hij zijn zoon verraden om zijn martelaarsdood te voorkomen? Dus ik ben: Arm en rijk. Gastdenker Paulina vindt dat haar ouders meer zouden moeten verdienen. Ze vraagt de denktank van 'Dus ik ben JR.' met haar mee te denken over wat nou eigenlijk 'eerlijk' is. Samen onderzoeken ze deze vraag door zo eerlijk mogelijk een taart te verdelen.

5 IK WIL JOU NIET VERLIEZEN De Vloer Op Jr. in de klas Werkblad Verdiepingsvragen 1) Wat is volgens jou het grootste verdriet van Shahine? 2) Wat vind je van Achmeds beweegredenen? 3) Hoe ver zou je gaan om iets te bereiken? 4) Waarvoor zou jij willen vechten? 5) Zijn er problemen in de wereld die jij wilt helpen verbeteren? 6) Wat is belangrijker: je familie of je inzetten voor een maatschappelijk probleem?