Spelregels IK BOX spel (3 of 4 personen)



Vergelijkbare documenten
We ontmoeten de ander, maar ook ons zelf. Met andere woorden, in het contact met de ander spiegelen we elkaar.

Breukenpizza! Ga je mee om de wonderlijke wereld van de breuken te ontdekken? Bedacht en ontwikkeld door Linda van de Weerd.

Aan de tafel! Ga je mee om de wonderlijke wereld van de tafels te ontdekken? Bedacht en ontwikkeld door Linda van de Weerd.

SPELREGELS SPELMATERIAAL BIG BROTHER VOORBEREIDING roddeltabel confrontatiekaarten camerakaarten de 20 stemkaartjes SPELVERLOOP 4 spelers

TUK TUK TAXI. 2-4 spelers 7+ jaar 40+ minuten

- Printversie van het Grote Sinterkerst Dobbelspel - - Veel plezier! -

spelregels Paul de Leeuw

Petri ACHTERGROND. van Jürgen Heel

15 min NL Spelregels _ikleer_naar groep2_guide.indd :10

6 Kleine Spiele Ravensburger, 1996 MEISTER Heinz 2-4 spelers vanaf 5 jaar ± 15 minuten

Kopen van kussens Einde van het spel

Druk alle kartonnen delen uit de raampjes. Stel de pionnen samen door het kartonnen deel in het voetje te steken.

TAFELTASJE. Tafeltasje is een rugzak met daarin allemaal leuke spelletjes om de maal- en deeltafels in te oefenen. juf Tessa

Mijn project noemt Het Wari-spel. De doelgroep van mijn programma is iedereen die houdt van strategische spelen.

Stefanie Rohner + Christian Wolf. Spelregels

DONOR IN HART EN NIEREN

Auteur: Reiner Knizia Uitgegeven door Goldsieber Spiele, 2001 Een tactisch ontdekkingsspel voor 2 tot 5 spelers vanaf 10 jaar.

Hoi boer. De speler links van de gever begint het spel door een kaart open op tafel te draaien. Daarna doet de volgende speler hetzelfde; enzovoort.

Sinterklaas Dobbelspel

-

SPELREGELS. spelen en leren, kijk eens wat ik al kan!

Primo Calculino. Selecta + +

SPELREGELS. Benodigdheden: Het speelbord, de dobbelsteen, de zandloper, pionnen, vragenkaarten, kwartetkaarten en Match-it! kaarten.

Doel: Opzet: Spelregels: De speler met de groene pion begint.

KLOK MONOPOLY. Iedere speler heeft 1 pion en de 32 huisjes in dezelfde kleur nodig. Je neemt dus maar de helft van de paarse kaartjes uit de doos!

Die Zwergen-Stadt. Inhoud. De bouwkaarten

Corso Cannelloni. Spel voor kinderen vanaf 3 jaar: Het verhaal

SPELVARIANTEN. Heb je vragen, feedback of wil je op weg geholpen worden, neem contact met ons op.

15 min NL Spelregels _ikleer_naar groep1_guide.indd :39

Het medezeggenschapsspel

De schatkist wordt in het midden op tafel gezet, zodat elke speler er goed bij kan. Het rode kussen wordt er naast gelegd.

Voor 3 tot 5 spelers vanaf 8 jaar. Speelduur: ca. 45 minuten.

Balance Me. Arschoot Elien. Herhaling boekhouden. 3 de jaar ASO. D hauwers Fien. Leerlingenhandleiding. (Afbeelding: persoon met vergrootglas, sd)

Habermaaß-spel Nr Slot Sidderstein. Een griezelige spellenverzameling voor 1-6 kleine spookjes van jaar. Kai Haferkamp & Markus Nikisch

Ideeën om spelenderwijs thuis de rekenvaardigheid te stimuleren

BORDSPEL: PERSOONLIJK TRIVIANT

VOLGENDE PATIËNT. Voor 2 tot 4 spelers vanaf 8 jaar. Spelregels

het grote kerstdobbelspel

Spelregels: Als de kaartjes wel bij elkaar horen, neemt de speler deze uit het spel en mag hij nog een keer proberen.

BOOMTOWN. Spelmateriaal. Face 2 Face Games, 2005 Bruno CATHALA & Bruno FAIDUTTI 3 5 spelers vanaf 10 jaar ± 30 minuten

Inhoud van het doosje 25 Koeienkaarten 30 Boerderijkaarten 1 Spelregelboekje

Rob Bervoets - 3 Balo a 0. Het verhaal achter het spel

Versterk spelenderwijs je emo-zelfbeeld en je omgang met anderen.

Mauritius Mokka Bombay Ceylon Batavia. Kaap de Goede Hoop (de veilige haven)

HANDLEIDING HET IJSBERENSPEL

RONDE 1 dobbelsteen met ogen

Mijn rechten in de jeugdhulp

Jijbent.nl: spelregels Egelrace. Frank Nestel Copyright 2017 University Games

Lees hieronder de spelregels, het is ongetwijfeld een feest der herkenning. Alleen nu spelen jullie de hoofdrollen. Maak er wat moois van!

Voorbereiding post 5. Bochten in beken Groep 4-5-6

Vegas Alea, 2012 Rüdiger DORN 2-5 spelers vanaf 8 jaar ± 45 minuten

Sinterklaasspel / Kerstspel

Can't stop Met touw en dobbelsteen! Franjos, 2005 SACKSON Sid 2-4 spelers vanaf 8 jaar ± 45 minuten

Een keizerlijk kaartspel over strijdende Japanse dynastieën. Spelmateriaal. Doel van het spel. Een spel van Michael Schacht. 110 karakterkaarten

Voorbereiding post 1. Hoe ik paddenstoel word Groep

Het spelbord Het spelbord bestaat uit een kaart van een deel van de wereld met daarop de handelshavens van Oost-Indiё en hun lokale goederen:

SPELVARIANTEN. Bonus: Ondertussen oefen je met het geven en ontvangen van feedback en bouw je aan het vertrouwen in jouw team.

-

Het Sinterklaasdobbelspel

Inhoud: Aan de slag! Florissant met Sleutelkaarten. In elkaar zetten van Florissant.

Het Kaartspel. Samenvatting spel. Spelinhoud. De heksen zoeven weer langs op hun bezemstelen om gekleurde toverdranken af te leveren met

Edel, Stein & Reich ALEA, 2003 STAUPE Reinhard 3-5 spelers vanaf 9 jaar ± 90 minuten

Vragenkaartjes voor kinderen van 4 t/m 6 jaar

Voorbeeld van een inhoudelijke brug 3ko-1lo : Taal Organisatie

Sushizock im Gockelwok Een spannende gokwedstrijd om de koude delicatessen! Zoch, 2008 Reiner KNIZIA 2-5 spelers vanaf 8 jaar ± 45 minuten

In de schaduw van de zonnekoning

DONOR IN HART EN NIEREN

Het spel wordt met drie of vier spelers gespeeld. Een taktische variante voor twee spelers komt op het einde van de spelregels voor.

Isidore School der Magie

Speelmateriaal. 1 speelbord, 4 x 25 edelstenen, 4 x 3 actiekaarten, 4 speelfiguren, 4 platte startschijfjes, 4 ronde waardestenen, 4 dobbelstenen.

Heckmeck am Bratwurmeck Zoch, 2005 KNIZIA Reiner 2-7 spelers vanaf 8 jaar ± 30 minuten

Herr der Ziegen Amigo, 2008 Günter BURKHARDT 2-5 spelers vanaf 8 jaar ± 60 minuten

op weg naar groep 3 Inhoud - 4 lottokaarten - 48 lotto fiches - 4 kruiswoordplaten - 90 letterkaartjes - 10 cijferkaarten - 1 plaat met de heks

Doel van het spel Stapel tegels met overeenkomstige eigenschappen zo hoog mogelijk op elkaar.

Spelenderwijs rijmen. Linda Willemsen.

Doel van het spel Verdien zoveel mogelijk punten met het goed beantwoorden van de vragen. Inhoud. Voorbereiding

OPZET EN DOEL VAN HET SPEL

Project Skyline Amigo, 2006 Jung Je HO 2-4 spelers vanaf 10 jaar ± 60 minuten

Spelmateriaal voor het dobbelspel

Phil Orbanes. De snelle NIEUWE spelvariant. Spelregels

Elfer raus! Het geliefde kaartspel voor de ganse familie. Ravensburger, spelers vanaf 7 jaar ± 30 minuten

Zirkus Flohcati Vlooien, dieren, attracties Amigo, 1998 KNIZIA Reiner 3-5 spelers vanaf 7 jaar ± 30 minuten

Money Lisa Kosmos, 2007 Peter NEUGEBAUER 3-4 spelers vanaf 10 jaar ± 90 minuten

De laatste 37 minuten (voor 3 of 4 spelers)

Speel nu thuis Postcode Loterij Eén tegen 100!

6 Nimmt! Geen kaartspel voor stommelingen! Uitgever : Amigo, 1995 Auteur : KRAMER Wolfgang Spelers : spelers vanaf 10 jaar Duurtijd : ± 45

32 stadskaarten 9 karakterkaarten 5 politiekaarten. 60 gangsterblokjes (42 professionals - 18 gelegenheidsgangsters)

SPELVARIANTEN. Je ontdekt meer in een uur spelen dan in een jaar converseren Plato

taal taal Handleiding.indd :16:04

Inhoud Na Tuurlijk! Basisspel:

Die sieben Siegel Amigo, 2003 DORRA Stefan 3-5 spelers vanaf 10 jaar ± 45 minuten

INHOUD INSTRUCTIES OPBOUW VERLOOP VAN HET SPEL TL A /17 EINDE VAN HET SPEL FAQ OVERZICHT REGELS

Delfino Het spel met de draai Franckh-Kosmos, 1989 BÜCKEN Hajo 2-4 spelers vanaf 10 jaar ± 45 minuten

Een diepgravend legspel van Ron van Dalen. Voor 2 tot 4 spelers vanaf 8 jaar. Speelduur: 30 tot 45 minuten.

Dit spel bedoelt te kijken naar je leven: terugkijken èn vooruit kijken.

Montanara Abacus Spiele, 2005 Jong KONG 2 spelers vanaf 10 jaar ± 30 minuten

marathon 1 Aangepast spelenset voor bejaarden Caritas West-Vlaanderen vzw Bosdreef Torhout kb@caritaswest.be

Inhoud. Voor wie is dit spel. Spelduur. Spelvoorbereiding

Deze strook afsnijden, anders past het niet netjes in de doos.

Kern 2: teen - een - neus - buik - oog. Spellen bij kern 2. In deze kern leert uw kind: Letters: t n b oo ee Woorden: teen - een - neus - buik - oog

Transcriptie:

IK BOX spelregels

Spelregels IK BOX spel (3 of 4 personen) Spelmateriaal 1 spelbord (binnenkant van de IK BOX) met aan de zijkanten de grote ZaaiGoedkaarten. 4 pionnen (Tess, Mo, Max en Kate). 4 bakjes. 1 dobbelsteen. 36 complimentenkaarten. 28 gekleurde steentjes (voor ieder personage 7 steentjes). 28 ZaaiGoedkaartjes. Het bord 4 startvakjes voor ieder personage. Dit zijn de vakjes met de afbeelding van Tess, Mo, Max en Kate. 17 blauwe vakjes: kom je op dit vakje, pak dan een ZaaiGoedkaartje van de stapel. 6 samenwerkvakjes met het gebaar van ʻwerk samenʼ: kom je op dit vakje ruil dan een kaartje met een medespeler. 5 complimentenvakjes met de afbeelding van een duim; kom je op dit vakje, geef jezelf of een medespeler een complimentje en, als het kan, ʻdoeʼ wat er op het kaartje staat.

Voorbereiding Druk de 4 pionnen Tess, Mo, Max en Kate uit het vel en zet deze op een voetje. Leg het bord op tafel en plaats de vier pionnen op hun eigen startvakje. Schud de ZaaiGoed- en complimentenkaartjes en leg deze als twee aparte stapels naast het bord. Leg bij iedere speler 7 gekleurde steentjes in het eigen bakje. Doel Speldoel: de speler die als eerste in het bezit is van alle 7 eigen ZaaiGoedkaartjes en op ieder cijfer van de eigen grote ZaaiGoedkaart een steentje heeft liggen, wint het spel. ZaaiGoeddoel: spelenderwijs maken de kinderen kennis met de Zaai- Goedboodschappen. Door tijdens het spel aandacht te besteden aan de boodschappen die staan beschreven op de ZaaiGoedkaartjes besteden we aandacht aan de vier pijlers van de visie: ʻBewust Zijnʼ, ʻBewust Legenʼ, ʻBewust Ontvangenʼ en ʻBewust Vullenʼ. Begin van het spel en spelverloop De jongste speler mag beginnen. Iedere speler begint op het eigen startvakje. Bij elke beurt gooit de speler de dobbelsteen. De speler verplaatst de pion met de klok mee naar het aantal ogen dat er gegooid is. Bij zes mag je nog een keer gooien. De dobbelsteen wordt na iedere beurt met de klok mee doorgegeven aan de volgende speler. Er mogen meerdere spelers op één vakje staan. Spelvariant: Voor kinderen die al wat ouder zijn kun je ervoor kiezen om niet alleen met de klok mee over het spelbord te lopen. Kinderen mogen dan zelf kiezen of ze naar links of rechts gaan.

Uitleg spelkaarten ZaaiGoedkaartjes Voor ieder personage zijn er 7 eigen ZaaiGoedkaartjes in het spel (zie de grote ZaaiGoedkaart op het bord). Voor ieder eigen Zaai- Goedkaartje dat de speler in handen krijgt, wordt een steentje op de grote ZaaiGoedkaart gelegd. De speler die als eerste die kaart vol heeft wint. Hoe kom je aan ZaaiGoedkaartjes en dus aan steentjes op je kaart? a) ZaaiGoedkaartjes verzamelen: de speler die op een blauw vakje komt mag een ZaaiGoedkaartje pakken. De speler legt alle ZaaiGoedkaartjes die hij heeft gepakt open op tafel. Dit kunnen kaartjes van de eigen personage zijn of die van één van de anderen. b) ZaaiGoedkaartjes ruilen: de speler die op een vakje met het gebaar van ʻwerk samenʼ komt mag een ZaaiGoedkaartje met een andere speler ruilen. De speler die aan de beurt is, kiest een eigen ZaaiGoedkaartje dat in handen is van een andere speler en ruilt dat bij voorkeur met een ZaaiGoedkaartje van de personage van de andere speler. Als dat niet kan mag er ook geruild worden met een willekeurig ander ZaaiGoedkaartje. Je mag één kaart per beurt ruilen. c) Je kunt twee complimentenkaartjes ruilen voor één ZaaiGoed kaartje: De twee complimentenkaartjes gaan dan weer onderop de stapel en je pakt van de ZaaiGoedstapel een nieuw kaartje en legt die weer open voor je neer.

Complimentenkaartjes Iedere speler ontvangt een complimentenkaartje als die op het vakje komt met de afbeelding van de duim. Het complimentenkaartje wordt ook open op tafel gelegd. Wat kan je met een complimentenkaartje doen? a) Complimentje geven en ontvangen: de speler mag het complimentje dat op het kaartje staat aan zichzelf of aan een andere speler geven, door hardop uit te spreken naar zichzelf of de ander. Die andere speler ontvangt het complimentje door te luisteren en te bedanken. De speler die het complimentenkaartje pakt mag het kaartje in eigen bezit houden. b) Complimentje uitbeelden: de speler die het complimentje ontvangt (van zichzelf of van een ander) mag het ook uitbeelden als het iets is wat makkelijk te 'doen' is, bijvoorbeeld hoog springen, dansen, liedje zingen of gekke bekken trekken. De speler die gaat uitbeelden mag ook vragen of één of alle andere spelers mee willen doen. c) Complimentjes verzamelen: iedere speler die twee complimentenkaartjes heeft, mag die ruilen voor één ZaaiGoedkaartje dat je van de ZaaiGoedstapel pakt. De twee complimentenkaartjes worden dan weer onderop de stapel gelegd. Duur en einde van het spel De speler die alle 7 eigen kaartjes heeft verzameld en 7 ge- ZaaiGoedwordt beëindigd, dan heeft de speler kleurde steentjes op de eigen grote ZaaiGoedkaart heeft gelegd, wint het spel. Als het spel tussentijds met de meeste steentjes en eigen ZaaiGoedkaartjes gewonnen.

Dit spel gaat over elkaar ontmoeten. Het spel biedt vele gelegenheden om een gesprekje aan te gaan over het ZaaiGoed, een complimentje te geven of te ontvangen. De sfeer die daardoor kan ontstaan is van grote waarde. Dit kan wel van invloed zijn op de duur van het spel. Je bent natuurlijk vrij om de vaart er in te houden, het spel op een later moment uit te spelen of het tussentijds te beëindigen. Bijzondere spelregels Wat te doen bij minder dan 4 spelers? De hierboven beschreven spelregels zijn op basis van 4 spelers. Het spel kan ook gespeeld worden met 3 spelers. De ZaaiGoedkaartjes van het niet spelende personage worden dan van te voren uit het spel gehaald. Bij meer dan vier spelers kunnen meerdere spelers een team vormen (met elkaar samenwerken) en met elkaar 1 personage kiezen. Als de ZaaiGoedkaartjes op zijn? Als de Zaaigoedkaartjes op zijn, worden de blauwe vakjes ook samenwerkvakjes en mag de speler die op het blauwe vakje komt een ZaaiGoedkaartje ruilen. Complimentenkaartjes kan je dan niet meer inwisselen voor ZaaiGoedkaartjes, omdat er geen stapel meer is. De speler die twee complimentenkaartjes heeft mag dan een ZaaiGoedkaartje van een andere speler afpakken. De twee complimentenkaartjes worden dan weer onderop de stapel gelegd.

Spelregels ZaaiGoeddubbels (2 tot 6 spelers) Spelmateriaal 56 blauwe ZaaiGoedkaartjes: twee dezelfde vormen samen één paar. Voorbereiding De kaartjes goed schudden en ondersteboven op tafel leggen, zodat de blauwe achterkant met ZaaiGoed erop, boven ligt. Leg de kaartjes in een vierkant van bijvoorbeeld 8 rijen van 7 kaartjes. Dit zorgt ervoor dat het makkelijker is om de plek van een kaartje te onthouden. Voor de jongste kinderen kun je ervoor kiezen om niet alle 56 ZaaiGoedkaartjes te gebruiken. Kies zelf het aantal paren dat je wilt gebruiken. Doel De spelers verzamelen zoveel mogelijk paren van hetzelfde ZaaiGoed. De speler met de meeste paren wint het spel. Begin van het spel en spelverloop ZaaiGoeddubbels wordt gespeeld in de richting van de klok. De jongste speler mag beginnen. De speler die aan de beurt is draait twee kaartjes naar keuze om. De kaartjes worden zo omgedraaid dat alle andere spelers de kaartjes ook goed kunnen zien. Als de afbeeldingen op beide kaartjes gelijk zijn, dan mag de speler de twee kaartjes pakken en naast zich neer leggen. Vervolgens mag die speler nog een keer twee kaartjes omdraaien. De speler is net zolang aan de beurt, totdat hij twee kaartjes omdraait die niet hetzelfde zijn. Als dat gebeurt, dan draait de speler de twee kaartjes die geen paar vormen weer om met de blauwe kant naar boven. De volgende speler is aan de beurt. Dit herhaalt zich totdat alle kaartjes van het spel op zijn.

Einde van het spel Het spel eindigt als alle kaartjes van het speelveld op zijn. De speler met de meeste paren wint. Let goed op, ook als je niet aan de beurt bent! Probeer te onthouden waar de kaartjes liggen.

Spelregels Emotiekwartet (2 tot 4 spelers) Spelmateriaal 28 groene emotiekaartjes met smileys, je kunt daarmee 7 keer een kwartet maken. Een kwartet bestaat uit vier kaarten met dezelfde emotie. Bijvoorbeeld: ʻverliefdʼ van Tess, Mo, Max en Kate vormen samen één kwartet. Voorbereiding De kaarten goed schudden en gelijkmatig onder de spelers verdelen. De spelers nemen de kaarten in hun hand, zodat alleen zij zelf de kaarten kunnen zien. Kaarten verdelen Bij vier spelers deel je alle kaarten op onder de spelers, iedereen krijgt dan 7 kaarten. Bij twee of drie spelers krijgt iedere speler ook 7 kaarten en komen de kaarten die overblijven op een blinde stapel te liggen Doel De spelers kunnen door slim te spelen en te vragen zoveel mogelijk kwartetten (setjes van vier kaarten) verzamelen. De speler met de meeste kwartetten wint. Begin van het spel en spelverloop De jongste speler mag beginnen. De speler die aan de beurt is, bekijkt de kaarten in zijn hand en kiest waar hij een kwartet van wil maken. De speler heeft zelf tenminste één kaart met die emotie in handen. Als de speler weet welk kwartet hij wil maken, mag hij aan één van de medespelers een kaart vragen. De speler mag zelf kiezen aan welke medespeler hij een vraag stelt.

De speler noemt de emotie en vraagt een kaart van Tess, Mo, Max of Kate die hij zelf niet heeft. Dat gaat bijvoorbeeld zo: Mag ik van jou van het kwartet ʻBlijʼ, de kaart van Tess?. Als de medespeler de gevraagde kaart heeft, geeft hij die. Nu mag de speler nog een keer. Hij mag nu aan dezelfde speler of aan een andere speler een andere kaart vragen. Als de medespeler de gevraagde kaart niet in zijn hand heeft, is de beurt voorbij. De beurt gaat nu naar de speler aan wie de kaart gevraagd werd. Bij 2-3 spelers: Wanneer de gevraagde kaart niet gegeven kan worden, krijgt de speler een kaart van de blinde stapel als afsluiting van zijn beurt. Heb je geen kaarten meer in je handen, dan mag je een kaart van de blinde stapel pakken en gaat het spel gewoon verder. Bij 4 spelers: Er is geen blinde stapel en de beurt is voorbij wanneer de gevraagde kaart niet gegeven kan worden. Heb je geen kaarten meer in je handen dan lig je uit het spel. Zodra een speler vier kaarten van ZaaiGoed met hetzelfde nummer heeft verzameld, roept hij kwartet! en legt die kaarten open op tafel. Einde van het spel Het spel eindigt als geen enkele speler nog kaarten in handen heeft. De speler met de meeste kwartetten (op tafel) is de winnaar van het spel. Let goed op, ook als je niet aan de beurt bent, en onthoud wie welke kaart vraagt zodat je deze kaarten kunt (terug)vragen.

Spelregels ZaaiGoedkwartet (2 tot 4 spelers) Spelmateriaal 28 blauwe ZaaiGoedkaartjes; van ieder ZaaiGoed heb je er één nodig (de andere 28 kaartjes, de dubbele, leg je weg). Een kwartet bestaat uit vier kaarten met hetzelfde nummer, dus ZaaiGoed 1 van Tess, Mo, Max en Kate vormen met elkaar één kwartet. Zo geldt dat ook voor de andere nummers 2 t/m 7. Voorbereiding Je hebt bij de start 56 blauwe kaarten met ZaaiGoed. Het is de bedoeling dat je, voordat het spel begint, de stapel splitst door de dubbele kaarten eruit te halen. Je hebt nu 28 kaarten. De kaarten goed schudden en gelijkmatig onder de spelers verdelen. De spelers nemen de kaarten in hun hand, zodat alleen zij zelf de kaarten kunnen zien. Kaarten verdelen Bij vier spelers deel je alle kaarten op onder de spelers, ieder krijgt dan 7 kaarten. Bij twee of drie spelers krijgt iedere speler ook 7 kaarten en komen de kaarten die overblijven op een blinde stapel te liggen. Doel De spelers kunnen door slim te spelen en te vragen zoveel mogelijk kwartetten (setjes van vier kaarten) verzamelen. De speler met de meeste kwartetten wint.

Begin van het spel en spelverloop De jongste speler mag beginnen. De speler die aan de beurt is, bekijkt de kaarten in zijn hand en kiest waar hij een kwartet van wil maken. De speler heeft zelf tenminste één kaart met dat ZaaiGoednummer in handen. Als de speler weet welk kwartet hij wil maken, mag hij aan één van de medespelers een kaart vragen. De speler mag zelf kiezen aan welke medespeler de kaart gevraagd wordt. De speler noemt een ZaaiGoednummer en vraagt een kaart van Tess, Mo, Max of Kate die hij zelf niet heeft. Dat gaat bijvoorbeeld zo: Mag ik van jou van het 1e (t/m 7e) ZaaiGoed de kaart van Tess?. Als de medespeler de gevraagde kaart heeft, geeft hij die. Nu mag de speler nog een keer aan dezelfde speler of aan een andere speler een andere kaart vragen. Als de medespeler de gevraagde kaart niet in zijn hand heeft, is de beurt voorbij. De beurt gaat nu naar de speler aan wie de kaart gevraagd werd. Bij 2-3 spelers: Wanneer de gevraagde kaart niet gegeven kan worden, krijgt de speler een kaart van de blinde stapel als afsluiting van zijn beurt. Heb je geen kaarten meer in je handen, dan mag je een kaart van de blinde stapel pakken en gaat het spel gewoon verder. Bij 4 spelers: Er is geen blinde stapel en de beurt is voorbij wanneer de gevraagde kaart niet gegeven kan worden. Heb je geen kaarten meer in je handen dan lig je uit het spel. Zodra een speler vier kaarten van ZaaiGoed met hetzelfde nummer heeft verzameld, roept hij kwartet! en legt die kaarten open op tafel.

Einde van het spel Het spel eindigt als geen enkele speler nog kaarten in handen heeft. De speler met de meeste kwartetten (op tafel) is de winnaar van het spel. Let goed op, ook als je niet aan de beurt bent, en onthoud wie welke kaart vraagt zodat je deze kaarten kunt (terug)vragen.

Spelregels Emotiespel Spelmateriaal 4 bakjes; een blauw, een geel, een groen of een roze bakje van Mo. Op de bodem van het bakje is een kaart te zien met de afbeelding van 6 emoties en 6 rondjes erop. 24 gekleurde steentjes, voor iedere speler 6 van dezelfde kleur. 1 emotiedobbelsteen. Voorbereiding Iedere speler kiest een eigen bakje. Iedere speler legt 6 dezelfde kleur steentjes voor zich neer. Doel De spelers dobbelen emoties met behulp van de emotiedobbelsteen. De speler die het eerst de kaart vol heeft wint. Begin van het spel en spelverloop Het emotiespel wordt gespeeld in de richting van de klok. De jongste speler mag beginnen en gooit de dobbelsteen. De dobbelsteen laat zien welke emotie er is gedobbeld en de speler mag op het rondje bij die emotie een gekleurd steentje neerleggen in zijn bak. Daarna is de volgende speler aan de beurt. Er wordt om de beurt gedobbeld. Wanneer je een emotie dobbelt waar al een gekleurd steentje ligt, kun je er geen gekleurd steentje meer bijleggen. Je beurt is voorbij en de volgende speler mag dan dobbelen. De speler die als eerste bij alle emoties op zijn kaart een gekleurd steentje heeft liggen, wint.

Einde van het spel Het spel eindigt als iemand de kaart vol heeft: bij alle emoties ligt een gekleurd steentje. De speler met een volle kaart wint en roept heel hard: ʻZAAIGOED!ʼ. Uitleg afbeeldingen emoties BOOS GEMEEN VRIENDELIJK TELEURGESTELD BLIJ VERDRIETIG

IK BOX UITGEGEVEN DOOR WWW.ESSISME.NL