Sinterklaas Dobbelspel

Transcriptie

1 Sinterklaas Dobbelspel Spelregels: Iedereen koopt van te voren 3 of 4 cadeautjes voor een vooraf bepaald bedrag. Tijdens het spel houdt iedereen altijd minimaal 1 cadeautje voor zich. Dus een opdracht gaat niet door als dat betekent dat je geen cadeau meer zou overhouden. Een opdracht die niet doorgaat omdat deze bijv niet van toepassing is vervalt en de beurt is voorbij. Ronde 1 Alle cadeautjes liggen op een grote hoop. Gooi om beurten met een dobbelsteen en gooi je 1 of 6 dan mag je een cadeau pakken van de stapel en voor je leggen. Dit cadeau pak je niet uit. Gooi je een 3 dan mag je een cadeau pakken en direct uitpakken en voor je leggen. Zijn alle cadeautjes bij iemand beland dan is de ronde afgelopen Ronde 2 Er wordt nu een wekker gezet en het spel is direct afgelopen als deze wekker afloopt. Dit kan tot 1-1/2 uur duren. Het mooiste is als niemand weet hoe laat dat zal zijn. In deze ronde ook weer steeds om beurten met een dobbelsteen gooien. Gooi je een 1 of een 6 dan moet je een briefje met opdracht pakken van de stapel en deze uitvoeren. Opdrachtkaartjes die gedaan zijn worden in een doos gedaan en als alle kaartjes op zijn worden ze geschut en opnieuw gebruikt. Gooi je een 3 dan mag je een cadeau dat nog ingepakt is uitpakken wat op je eigen stapel ligt. Is alles al uitgepakt dan doet de 3 ook niets meer. Gooi je een ander getal dan is je beurt voorbij en gooit de volgende. Alle cadeautjes die je in het bezit hebt op het moment dat de wekker afloopt zijn voor jou. Variatie: Wil je met de groep ook een speciaal cadeau voor iemand kopen dan kan dat ook in het spel meegenomen worden. De naam wordt op het cadeau gezet en dan ingepakt. Het cadeau gaat gewoon met de rest mee, totdat het uitgepakt wordt en de naam zichtbaar wordt. De persoon voor wie het is krijgt het dan (leest eventueel een gedicht voor dat erop staat) en plaats het cadeau achter zich zodat het niet meer meedoet in het spel. Veel plezier. Website

2 Gooi nog een keer. Na jouw beurt draait de speelrichting Gooi nog een keer. Na jouw beurt draait de speelrichting Gooi nog een keer. Na jouw beurt draait de speelrichting Feestgedachte: Laat de persoon met de meeste cadeaus er 1 geven aan die met de minste cadeaus. Feestgedachte: Laat de persoon met de meeste cadeaus er 1 geven aan die met de minste cadeaus. Feestgedachte: Laat de persoon met de meeste cadeaus er 1 geven aan die met de minste cadeaus. *** BONUSKAART *** Kies een cadeau uit van je eigen stapel. Deze gaat uit het spel en mag je altijd behouden. *** BONUSKAART *** Kies een cadeau uit van je eigen stapel. Deze gaat uit het spel en mag je altijd behouden. *** BONUSKAART *** Kies een cadeau uit van je eigen stapel. Deze gaat uit het spel en mag je altijd behouden. ** BEWAARKAART ** Als iemand iets van je pakt kun je dat met deze kaart teniet doen (1x). Beurt van ander is dan voorbij. ** BEWAARKAART ** Als iemand iets van je pakt kun je dat met deze kaart teniet doen (1x). Beurt van ander is dan voorbij. ** BEWAARKAART ** Als iemand iets van je pakt kun je dat met deze kaart teniet doen (1x). Beurt van ander is dan voorbij.

3 April jarig is. Mei jarig is. Juni jarig is. Juli jarig is. Augustus jarig is. September jarig is. Oktober jarig is. November jarig is. December jarig is. tweede vrouw tweede vrouw tweede man tweede man van de tweede vrouw van de tweede vrouw van de tweede man van de tweede man Pak van een willekeurig iemand het cadeau dat je het leukste vindt.

4 Laat iedereen 1 cadeau uitzoeken bij de persoon rechts van hem. (Dat cadeau mag een ander niet kiezen) Laat iedereen 1 cadeau uitzoeken bij de persoon links van hem. (Dat cadeau mag een ander niet kiezen) Pak het grootste cadeau dat bij iemand ligt. Pak het kleinste cadeau dat bij iemand ligt. van de persoon links van je en 1 cadeau van de persoon rechts van je. Je bepaalt zelf welke cadeaus. van de persoon links van je en 1 cadeau van de persoon rechts van je. welke cadeaus. Pak 1 cadeau bij iemand die meer dan 6 cadeaus heeft liggen. Pak 1 cadeau bij iemand die meer dan 7 cadeaus heeft liggen. Pak 1 cadeau bij iemand die meer dan 5 cadeaus heeft liggen. Wissel alle cadeaus Wissel alle cadeaus Zoek 1 leuk cadeau uit bij een willekeurig iemand. van eigenaar wisselen. Jij krijgt zelf niets en hoeft niets te geven Pak het cadeau dat het laatste van je is afgenomen terug. Maakt niet uit wie het nu heeft. Laat 2 cadeaus van verschillende personen van eigenaar wisselen. Jij krijgt zelf niets en hoeft niets te geven. Ruilen hoeft ook niet! Geef het grootste Geef het grootste Geef het kleinste

5 Maart jarig is. Februari jarig is. Januari jarig is. tweede persoon tweede persoon derde persoon eerste man eerste man derde persoon eerste vrouw eerste vrouw Wijs iemand aan die jou 1 cadeau van een willekeurig persoon moet geven. Geef het lichtste Geef het lichtste Wijs iemand aan die jou 1 cadeau van zichzelf moet geven. Geef het zwaarste Geef het zwaarste Geef het kleinste

6 van: van: van: van: van: van:

7 *** BONUSKAART *** Kies 1 cadeau uit van je eigen stapel. Deze gaat uit het spel en mag je altijd behouden. ** BEWAARKAART ** Als iemand iets van je pakt kun je dat met deze kaart teniet doen (1x). Beurt van de ander is dan voorbij. voor jou een kaartje heeft gelezen. Pak bij wie je wilt het leukste cadeau. Je neemt 1 cadeau voor jou een kaartje heeft gelezen. Je geeft 1 cadeau aan diegene die voor jou een kaartje heeft gelezen. pakken door diegene die voor jou een kaartje heeft gelezen. Dat is aardig! Van ieder persoon die iets eetbaars heeft krijg jij 1 zo n eetbaar cadeau. Wat een pech! Heb jij meer cadeaus dan dat er mensen meedoen? Geef dan iedereen 1 cadeau Wat een geluk. Heb jij het minimale aantal cadeaus? (Zoals afgesproken) Dan krijg je van iedereen 1 cadeau. Feestdagenkaart Het cadeau dat het meest met de feestdagen te maken heeft mag je pakken (bij wie je wilt). Galant: Geef 1 cadeau aan iemand van het andere geslacht. Jij bepaalt welk cadeau en aan wie. ROOD erin. Cadeaupapier telt mee! BLAUW erin. Cadeaupapier telt mee! GROEN erin. Cadeaupapier telt mee! ORANJE erin. Cadeaupapier telt mee! PAARS erin. Cadeaupapier telt mee! ZWART erin. Cadeaupapier telt mee!.

8 *** BONUSKAART *** Kies 1 cadeau uit van je eigen stapel. Deze gaat uit het spel en mag je altijd behouden. ** BEWAARKAART ** Als iemand iets van je pakt kun je dat met deze kaart teniet doen (1x). Beurt van ander is dan voorbij. Degene die na jou aan de beurt is, pakt een kaartje. Hij hoeft deze ronde niet te dobbelen. Heb je meer dan 2 cadeaus? Houd er 2 en geef de rest aan de persoon met de minste cadeaus. Heb je meer dan 3 cadeaus? Houd er 3 en geef de rest aan de persoon met de minste cadeaus. Heb je meer dan 4 cadeaus? Houd er 4 en geef de rest aan de persoon met de minste cadeaus. Gooi nog een keer. Na jouw beurt draait de speelrichting. Je neemt 1 cadeau na jou aan de beurt is na jou aan de beurt is Je geeft 1 cadeau aan diegene die na jou aan de beurt is Je geeft 1 cadeau aan diegene die na jou aan de beurt is voor jou met de dobbelsteen gooide. Je neemt 1 cadeau voor jou met de dobbelsteen gooide. uitzoeken door diegene die voor jou met de dobbelsteen gooide. dus Je geeft 1 cadeau aan diegene die nu de minste cadeaus heeft pakken door diegene die nu de minste cadeaus heeft zelf Heb je zelf nog een Geef er 1 aan diegene met de minste cadeaus en deze moet hem uitpakken. Heb je zelf nog een Pak 1 van deze cadeaus dan nu zelf uit.

9 Ruil 1 cadeau Beiden bepalen zelf Heeft de persoon rechts van je nog een Hij moet er 1 uitpakken en van de persoon Jij bepaalt Ruil 1 cadeau Beiden bepalen zelf Heeft de persoon links van je nog een Hij moet er 1 uitpakken en van de persoon Jij bepaalt Ruil 1 cadeau welke cadeaus. Heeft de eerste vrouw rechts van je nog een Zij moet er 1 uitpakken en van de persoon Ruil 1 cadeau welke cadeaus. Heeft de eerste vrouw links van je nog een Zij moet er 1 uitpakken en van de persoon Wissel alle cadeaus met een willekeurig persoon. Heeft de eerste man rechts van je nog een Hij moet er 1 uitpakken en Laat twee personen (Niet jijzelf) alle cadeaus met elkaar wisselen Feestgedachte: Laat de persoon met de meeste cadeaus er 1 geven aan die met de minste cadeaus. Heeft de eerste man links van je nog een Hij moet er 1 uitpakken en Laat twee personen (Niet jijzelf) 1 cadeau met elkaar wisselen. Ze bepalen zelf wat.

10 zijn stapel en geeft dan door naar links. zijn stapel en geeft dan door naar rechts. de stapel van de linkerbuurman en legt dit op zijn eigen stapel de stapel van de rechterbuurman en legt dit op zijn eigen stapel de stapel van de linkerbuurman en legt dit bij de rechterbuurman de stapel van de rechterbuurman en legt dit bij de linkerbuurman de persoon die de minste cadeaus heeft. Zelf tel je niet mee en bij een gelijk aantal bepaal je zelf met wie je ruilt de persoon die de meeste cadeaus heeft. Zelf tel je niet mee en bij een gelijk aantal bepaal je zelf met wie je ruilt de vrouw die de meeste cadeaus heeft. Zelf tel je niet mee en bij een gelijk aantal bepaal je zelf met wie je ruilt de vrouw die de minste cadeaus heeft. Zelf tel je niet mee en bij een gelijk aantal bepaal je zelf met wie je ruilt de man die de minste cadeaus heeft. Zelf tel je niet mee en bij een gelijk aantal bepaal je zelf met wie je ruilt de man die de meeste cadeaus heeft. Zelf tel je niet mee en bij een gelijk aantal bepaal je zelf met wie je ruilt Geef een willekeurig cadeau van jezelf aan een ander persoon. Laat een willekeurig persoon van jezelf een cadeau pakken. Laat een willekeurig persoon van je rechterbuurman een cadeau pakken. Geef een willekeurig cadeau van je rechterbuurman aan een ander persoon. (Niet aan jezelf) Geef een willekeurig cadeau van je linkerbuurman aan een ander persoon. (Niet aan jezelf) Laat een willekeurig persoon van je linkerbuurman een cadeau pakken.