GEMEENTE BAARLE-NASSAU. Wijzigingsplan Buitengebied 2008, partiële wijziging Wilhelminastraat 18

Vergelijkbare documenten
GEMEENTE BAARLE-NASSAU

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

Buitengebied - wijzigingsplan Provincialeweg Zuid

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren

Besluit artikel 3.6 lid 1 onderdeel a Wro Buitengebied Asten 2008, wijziging Keizersdijk 2

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg

Toelichting. vastgesteld 23 februari Meeuwisdijk 9

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant

Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Ruimtelijke onderbouwing

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem

GEMEENTE BAARLE-NASSAU

GEMEENTE BAARLE-NASSAU

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het. bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro. Weverwijk 7 rood te Meerkerk

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree

Bestemmingsplan buitengebied

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland

Skuniadyk 14 te Bakhuizen

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45

Ruimtelijke onderbouwing van Agrarisch naar Wonen Turfstraat 7 in Sprundel

wijzigingsplan Boerderijsplitsing Bemmerstraat 7, Beek en Donk gemeente Laarbeek

GEMEENTE BAARLE-NASSAU

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

Wijzigingsplan Spierdijkerweg 89/89a Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bestemming agrarisch naar wonen.

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

INHOUDSOPGAVE Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep in Nieuweroord Vastgesteld bij collegebesluit d.d. 17 juni 2008

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello

Ruimtelijke onderbouwing. Afwijken bestemmingsplan voor realisatie schoorstenen Mosstraat 23, Rijen

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling

AMER GEMEENTE NOORDOOSTPOLDER BESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED 2004 WIJZIGING AANDUIDING INTENSIEVE VEEHOUDERIJ WIJZIGING MARKNESSERWEG 13

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied 2000, herziening 2002 Locatie Marmelhorstweg 2a

Namens cliënte, familie Van Kessel, woonachtig aan de Kwadestaartweg 10 te (5752 PV) Deurne, richt ik mij tot u met het volgende.

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Dijkstraat 51 GEMEENTE ASTEN

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften Plankaart 10

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Vervanging woning Miedweg 6 Stroobos Ruimtelijke onderbouwing 1. INLEIDING

Wijzigingsplan De Wedze 22c te Twijzel

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

Duurzame locatie toets Klotterpeellaan 3, De Rips

Bestemmingsplan Buitengebied Grubbenvorst

Omgevingsvergunning Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden. concept

Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen:

Wijzigingsplan. Leliëndaalseweg 7 Middelburg. ontwerp vastgesteld. 14 maart mei 2013 NUMRO.0687.BPWBGMLEL-ON99 NL.IMRO.0687.

Gemeente Woerden. Toetsing aan de wijzigingsregels Teckop 11 in Kamerik

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

Toelichting. Wijzigingsplan Buitengebied Hoge Vaartkant 118. Status: vastgesteld. Datum vaststelling: 8 maart 2018

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het bestemmingsplan ex. artikel 3.6 Wro. Kortenhoevendijk 11, Lexmond

Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten. Gemeente Eijsden-Margraten

TOELICHTING. Boerderijsplitsing aan de Eerselseweg 41 te Knegsel. G.C.M. van de Ven Eerselseweg KL Knegsel. project.

TOEGANGSPOORT BAARSCHOT 6, ESCH

1. Eindhovenseweg 39 Boxtel

RO Wielemakersbaan 6 Ride by the Sea

Notitie oppervlakteregeling aan- en uitbouwen en bijgebouwen Buitengebied Steenwijkerland

Ruimtelijke onderbouwing. Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord

Bijlage 1: kwaliteitsverbetering

Buitengebied e wijziging (Broekstraat 23 Wehl)

Duinkampen 23 te Paterswolde

Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een woning aan Laurens Stommespad 2 te Middelburg

1 Inleiding 2. 2 Ladder voor duurzame verstedelijking 3. 3 Uitgangspunten 5. 4 Marktanalyse Laddertoets 19. Bijlage A 25.

Gemeente Bronckhorst. Wijzigingsplan Buitengebied 2009 Schuttestraat 32/34 Vorden. OOSTZEE stedenbouw. Datum: 3 september 2009 Project: GBO 604

Toetsingskader. Ruimte voor ruimteregeling. Gemeente Heumen

Saskia Jansma van 8

Ruimtelijke onderbouwing

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP

Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat

Nieuwe woning van 750 m³ met bijgebouw van 75 m² - sloop van 850 m² bebouwing.

Wijzigingsplan Buitengebied Goirle, Burgerwoningen Gemeente Goirle

Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten

Wijzigingsplan Julianastraat 30, Avenhorn Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Toelichting behorende bij de binnenplanse wijziging van het. bestemmingsplan ex. Artikel 3.6 Wro. Weverwijk 30A te Leerbroek

10 e Wijzigingsplan Bestemmingsplan Binnenstad

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis

Ruimtelijke onderbouwing Ontwerp - omgevingsvergunning Landelijk gebied Braamberg 5

Toelichting Wijzigingsplan Buitengebied, Lage Klappenberg 55. vastgesteld: 20 januari 2016

bijlagen bij de Toelichting

Beleidskader. Vrijkomende Agrarische Bebouwing

Vaststellen bestemmingsplan Elshout herziening Kapelstraat 14

BUITENGEBIED WIJZIGING 2017, VEERSTEEG 12A

Bijlage 2 Uitwerking uitbreidingsmogelijkheden Rooye Hoefsedijk 38 in Gemert

Eva Welten - van Gerwen Advies

Bijlage 1. Onderbouwing Zuidrand De Mortel, fase 1 volgens de Verordening Ruimte

Beleidskader Vrijkomende Agrarische Bebouwing

Wijzigingsplan miniwinkel Dorpsstraat 153 te Vlieland

Wijzigingsplan Buitengebied Sint Anthonis, Hank 39. Gemeente Sint Anthonis

Bijlage 1 Nadere toelichting cultuurhistorie en archeologie

ZOETERMEER Rokkeveenseweg 182 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

GEMEENTE HOOGEVEEN. BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan Trambaan 5 te Nieuweroord

Toelichting. 1 e WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Noord (Vagevuur 11c Lepelstraat)

Ontwerp Wijzigingsplan. Ballumerweg 23 te Nes Ameland

GEMEENTE SON EN BREUGEL

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG

(Ontwerp) Ruimtelijke Onderbouwing. Afwijking bestemmingsplan. Tolhuisweg 49 Midlaren. Herbouw schuur

Transcriptie:

GEMEENTE BAARLE-NASSAU Wijzigingsplan Buitengebied 2008, partiële wijziging Wilhelminastraat 18

Inhoud 1: Toelichting 2: Verbeelding Gemeente: Baarle-Nassau Status van het plan: Vastgesteld oktober 2013 Projectnummer: Projectverantwoordelijke: EB/03051.003 De heer P. Mandemakers 2

GEMEENTE BAARLE-NASSAU Wijzigingsplan Buitengebied 2008, partiële wijziging Wilhelminastraat 18 TOELICHTING 3

INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 5 1.1 Aanleiding en doel... 5 1.2 Leeswijzer... 6 2. Beleidskader en toetsing ruimtelijk beleid... 7 2.1 Rijksbeleid... 7 2.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, 2012... 7 2.1.2 Conclusie toetsing rijksbeleid... 7 2.2 Provinciaal beleid... 7 2.2.1 Structuurvisie Ruimtelijke Ordening (SVRO)... 7 2.2.2 Verordening ruimte Noord-Brabant 2012... 8 2.2.3 Conclusie toetsing provinciaal beleid...11 2.3 Gemeentelijk beleid...11 2.3.1 Bestemmingsplan Buitengebied 2008...11 2.3.2 Conclusie toetsing gemeentelijk beleid...19 Bijlage: Situatieoverzicht huidige en gewenste situatie...21 4

1. Inleiding 1.1 Aanleiding en doel De heer Geerts heeft tot voor kort op de locatie aan de Wilhelminastraat 18 te Ulicoten een agrarisch bedrijf geëxploiteerd. Inmiddels heeft initiatiefnemer het agrarisch bedrijf gestaakt. De milieuvergunning welke destijds is verleend ten behoeve van het agrarisch bedrijf is na de staking van de agrarische activiteiten ingetrokken. Momenteel heeft de locatie de bestemming Agrarisch, agrarisch bedrijf in het Bestemmingsplan Buitengebied 2008 van de gemeente Baarle-Nassau. Het agrarisch bedrijf is reeds beëindigd, derhalve is geen sprake meer van een woning welke ten dienste staat aan het bedrijf. De bestemming dient dan ook te worden gewijzigd naar Wonen. De locatie is gelegen in het bestemmingsplan Buitengebied 2008 van de gemeente Baarle-Nassau. In afbeelding 1 is een luchtfoto weergegeven met de ligging van de locatie. Afbeelding 1: luchtfoto locatie Door de bestemming te wijzigen naar Wonen zal de voormalige bedrijfswoning positief worden bestemd in het bestemmingplan. Indien de wijziging niet wordt uitgevoerd is bewoning van de woning in strijd met de regels van het bestemmingsplan omdat deze woning volgens het vigerende bestemmingsplan enkel mag worden bewoond door een huishouden wiens huisvesting noodzakelijk is in verband met het agrarisch bedrijf. Voorliggend wijzigingsplan heeft derhalve betrekking op de wijziging van de bestemming Agrarisch, agrarisch bedrijf naar de bestemming Wonen. Tevens zal het bestemmingsvlak worden verkleind naar een omvang van 1.500 m 2. De gronden welke daarmee buiten het bestemmingsvlak worden gesitueerd zullen worden bestemd als Agrarisch conform de omliggende gronden buiten het plangebied. Voor een situatietekening van de huidige en beoogde situatie zie de bijlage. Door initiatiefnemer is deelgenomen aan de regeling Subsidieverordening sloop ongewenste bebouwing buitengebied gemeente Baarle-Nassau. De bestemmingswijziging is als voorwaarden verbonden aan deze regeling en derhalve bekend bij de gemeente en provincie. 5

1.2 Leeswijzer Het wijzigingsplan partiële wijziging Wilhelminastraat 18 is vervat in een verbeelding en gaat vergezeld van deze toelichting. De verbeelding en regels vormen tezamen het juridisch bindende deel van het wijzigingsplan. In deze toelichting wordt de opzet van het plan beschreven en zijn de aan het plan ten grondslag liggende uitgangspunten en gedachten vermeld. De toelichting bestaat uit drie hoofdstukken. Na dit inleidende hoofdstuk, wordt in hoofdstuk 2 het beleidskader en de toetsing van het ruimtelijk beleid behandeld. In paragraaf 2.1, 2.2 en 2.3 komt respectievelijk de toetsing van het rijksbeleid, provinciaal beleid en gemeentelijk beleid aan bod. Hoofdstuk 3 betreft de conclusie naar aanleiding van de vermelde toetsingskaders van hoofdstuk 2. 6

2. Beleidskader en toetsing ruimtelijk beleid 2.1 Rijksbeleid 2.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, 2012 De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is vastgesteld op 13 maart 2012. De Structuurvisie is de opvolger van de voormalige Nota Ruimte. In de SVIR legt het Rijk de ambities voor Nederland in 2040 vast, er wordt dus een visie gepresenteerd van waar Nederland in 2040 moet staan. Dit gebeurd aan de hand van (inter)nationale ontwikkelingen die de ruimtelijke en mobiliteitsopgaven zowel bovengronds als ondergronds voor de toekomst moeten bepalen. Zo werkt het Rijk aan een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig Nederland. Dit betekent onder andere dat het Rijk een aantrekkelijk vestigingsklimaat wil ontwikkelen, waarbij de concurrentiekracht voor internationale bedrijven en een economische ontwikkeling wordt versterkt. Hierbij zijn onder andere sterke stedelijke regio s nodig, waarbij een goede quality of life, optimale bereikbaarheid en goede (logistieke) verbindingen met Europa en de wereld het uitgangspunt zijn. Om deze ambities waar te kunnen maken vraagt het Rijk ook steun aan de decentrale overheden, de diverse marktpartijen en kennisinstellingen. Naast deze ambities voor de lange termijn kiest het Rijk tevens drie concrete doelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028), te weten: Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijkeconomische structuur van Nederland; Het verbeteren en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat; Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn. Hierbij maakt het Rijk gebruik van verschillende nationale belangen, waarvoor zij verantwoordelijk zijn en resultaten wil boeken. Naast de Structuurvisie kent de Rijksoverheid ook het Besluit en ministeriële regeling algemene regels ruimtelijke ordening (Barro, Rarro), 2011. De eerste tranche van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening is vastgesteld op 22 augustus 2011 en op 30 december 2011 in werking getreden. Dit Barro is ontstaan bij het ontwerp Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR). Het Rijk heeft hierin vastgelegd dat voor een aantal specifieke onderwerpen algemene regels gelden, dit is immers een bevoegdheid van het Rijk. Het gaat hierbij om het beschermen van de nationale belangen. 2.1.2 Conclusie toetsing rijksbeleid Onderhavig plan heeft geen invloed op de in de SVIR beschreven doelen die het Rijk nastreeft. De beoogde ontwikkeling heeft een te kleinschalig karakter om hier effect op te hebben. Aangezien bij onderhavige planvorming geen nationaal belang is gemoeid zijn ook de regels uit het Barro en Rarro niet van toepassing. 2.2 Provinciaal beleid 2.2.1 Structuurvisie Ruimtelijke Ordening (SVRO) De Structuurvisie Ruimtelijke Ordening (SVRO) van de provincie Noord-Brabant is vastgesteld op 1 oktober 2010 en in werking getreden per 1 januari 2011. De SVRO geeft de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid tot 2025 weer (met een doorkijk naar 2040). De visie is bindend voor het ruimtelijk handelen van de provincie. Het is de basis voor de wijze waarop de provincie de instrumenten inzet die de Wet ruimtelijke ordening biedt. De genoemde visie in de SVRO is doorvertaald in de regels van de Verordening ruimte. Daarnaast ondersteunt de structuurvisie het 7

beleid op andere provinciale beleidsterreinen, zoals het economisch-, mobiliteits-, sociaal-, cultureel-, milieu- en natuurbeleid. Volgens de structurenkaart, zie afbeelding 2, is de planlocatie aan de Wilhelminastraat 18 gelegen in landelijk gebied, gemengd landelijk gebied. Binnen het gemend landelijk gebied is multifunctioneel gebruik uitgangspunt. Wonen in dit gebied is in beginsel alleen mogelijk op vrijkomende locaties. Hierbij dient rekening te worden gehouden met omliggende functies van derden. De locatie betreft een vrijkomende locatie. Een toelichting van de omliggende functies wordt verderop in dit hoofdstuk toegelicht (onder paragraaf gemeentelijk beleid). Afbeelding 2: Uitsnede structurenkaart, SVRO 2.2.2 Verordening ruimte Noord-Brabant 2012 De provincie Noord-Brabant heeft een planologische ruimtelijke verordening, de Verordening ruimte (VR), opgesteld, waarmee gemeentes rekening dienen te houden bij de vormgeving van hun ruimtelijke plannen. Op 11 mei 2012 heeft Provinciale Staten de Verordening ruimte 2012 vastgesteld. De Verordening ruimte 2012 betreft een actualisering van de Verordening Ruimte Noord-Brabant 2011. Deze verordening regelt diverse ruimtelijke onderwerpen. De bepalingen voor deze onderwerpen zijn gebaseerd op het provinciale beleid zoals dat opgenomen is in de vigerende SVRO. Ten aanzien van onderhavig initiatief zijn er twee sporen die gevolgd moeten worden in het kader van toetsing aan de Verordening ruimte. Ten eerste zijn er algemene regels voor de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit van toepassing, die opgenomen zijn in hoofdstuk 2 van de VR. Onderhavige locatie is gelegen in een zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling. Hieromtrent zijn regels gesteld in hoofdstuk 3, artikel 3.3 van de VR. Daarnaast moet getoetst worden aan hoofdstuk 11. Dit hoofdstuk is het toetsingskader voor niet-agrarische ruimtelijke ontwikkelingen buiten bestaand stedelijk gebied. Algemene regels (hoofdstuk 2 VR): Zorgplicht ruimtelijke kwaliteit In artikel 2.1 wordt gesteld dat bij ruimtelijke ontwikkelingen buiten bestaand stedelijk gebied, bijgedragen moet worden aan de zorg voor het behoud en de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit van het daarbij betrokken gebied en de naaste omgeving, in het bijzonder aan het principe van zorgvuldig ruimtegebruik. 8

Zorgvuldig ruimtegebruik blijkt bij onderhavig initiatief voldoende uit het feit dat er geen nieuwe bebouwing zal worden gerealiseerd. Het meerdere aan bebouwing zal worden gesloopt conform de uitgangspunten uit het gemeentelijk bestemmingsplan en de regeling Subsidieverordening sloop ongewenste bebouwing buitengebied gemeente Baarle-Nassau waaraan door initiatiefnemer is deelgenomen. Het bestemmingsvlak zal worden verkleind en de regels met betrekking tot de bestemming Wonen uit het vigerende bestemmingsplan zullen van kracht worden op dit wijzigingsplan. Hierdoor is verzekerd dat er niet meer dan 200 m 2 aan bijgebouwen aanwezig is bij de woning (zie berekening sloop bijgebouwen, paragraaf 2.3.1). Op deze wijze blijft de ruimtelijke impact beperkt. De nu voorgestelde eenheid heeft mede door de clustering van de bebouwing een kleinere impact op de omgeving dan de huidige situatie. Ten aanzien van de zorgplicht voor het behoud en de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving dient de toelichting van een bestemmingsplan hieromtrent een verantwoording te bevatten. In deze verantwoording moet blijken dat er rekening is gehouden met de gevolgen van de beoogde ruimtelijke ontwikkeling, voor wat betreft de bodemkwaliteit, de waterhuishouding, de archeologische waarden, de cultuurhistorische waarden, ecologische waarden, de aardkundige waarden en de landschappelijke waarden. Tevens moet de omvang passend zijn in de omgeving en afgestemd worden op de aanwezige infrastructurele voorzieningen. De toetsing van de gevolgen van het initiatief op bovengenoemde waarden is uitgebreid uiteengezet in deze toelichting. Het initiatief heeft geen negatieve invloed op de aanwezige infrastructurele voorzieningen. Immers werd ter plaatse reeds een agrarisch bedrijf geëxploiteerd. De verkeersbewegingen zullen derhalve afnemen in de beoogde situatie en nagenoeg geen vrachtwagens en andere grotere transportmiddelen betreffen. De aanwezige infrastructuur rondom de Wilhelminastraat 18 beschikt over voldoende capaciteit voor de afwikkeling van het verkeer, zijnde voornamelijk personenauto s van en naar de woning. Kwaliteitsverbetering van het landschap In artikel 2.2 van de VR wordt ten aanzien van de kwaliteitsverbetering van het landschap gesteld dat verantwoord moet worden op welke wijze financieel, juridisch en feitelijk is verzekerd dat de realisering van de beoogde ruimtelijke ontwikkeling gepaard gaat met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van de extensieve recreatieve mogelijkheden van het gebied. Onderhavig initiatief betreft het wijzigen van de bestemming Agrarisch agrarisch bedrijf in de bestemming Wonen. Het bestemmingsvlak wordt daarbij verkleind naar 1.500 m². Met de beëindiging van het agrarisch bedrijf wordt 1.485 m² aan stallen en 540 m² aan sleufsilo s gesloopt. De sloop levert daarmee een aanzienlijke verbetering aan het landschap. De ruimtelijke kwaliteit van het plangebied wordt aanzienlijk verbeterd door het slopen van bedrijfsgebouwen. De totale bebouwde oppervlakte en inhoud neemt in de nieuwe situatie aanzienlijk af. Door het intrekken van de destijds verleende milieuvergunning is sprake van een aanzienlijke vermindering van emissies van ammoniak, geur en fijnstof, waardoor de kwaliteit van de leefomgeving en het milieu ter plaatse verbetert. Daarnaast zorgt de afname van de ammoniakemissie voor een depositieafname op de diverse natuurgebieden in de omgeving. De locatie is gedeeltelijk omgeven door een siertuin met passende beplanting. Na sloop van de gebouwen zal deze tuin worden uitgebreid zodat de locatie verder wordt ingepast. De beoogde situatie is in het kader van de concept notitie Kwaliteitsverbetering landschap van de Regio West- Brabant een categorie 1 ontwikkeling. Bij categorie 1 ontwikkelingen hoeft geen (extra) kwaliteitsverbetering plaats te vinden. 9

Stedelijke ontwikkeling (hoofdstuk 3 VR): Onderhavige locatie is gelegen in een zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling, zie afbeelding 3. In artikel 3.3 van de VR zijn voor deze gebieden regels gesteld. Hierin is bepaald dat een bestemmingsplan, gelegen in een zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling, kan voorzien in een stedelijke ontwikkeling mits de toelichting daaromtrent een verantwoording bevat. Met onderhavig initiatief wordt de bestemming Agrarisch omgezet naar de bestemming Wonen. Uit de verantwoording zoals hierboven bedoeld blijkt dat er financiële, juridische of feitelijke mogelijkheden ontbreken om de beoogde vorm van stedelijke ontwikkeling binnen bestaand stedelijk gebied van een van de kernen van de gemeente te situeren. Op de locatie is reeds een bestaande woning aanwezig waarvan met onderhavig initiatief gebruik wordt gemaakt en waarbij overtollige bebouwing wordt gesloopt. Het is derhalve niet mogelijk dit initiatief binnen bestaand stedelijk gebied te laten plaatsvinden. Tevens bepaald artikel 3.3 lid 4 onder a en b dat de stedelijke ontwikkeling aan dient te sluiten bij bestaand stedelijk gebied of plaats vindt in een nieuw cluster van stedelijke ontwikkeling en bij de inrichting van het gebied rekening wordt gehouden met de aanwezige ruimtelijke kwaliteiten en structuren. De locatie is gelegen nabij de kern van Ulicoten. Zoals reeds aangegeven zal de ruimtelijke kwaliteit worden verbeterd met onderhavig initiatief. Specifieke regels niet agrarische ontwikkelingen (hoofdstuk 11 VR): Het toetsingskader ten aanzien van ruimtelijke ontwikkelingen aangaande niet agrarische ontwikkelingen buiten bestaand stedelijk gebied is opgenomen in hoofdstuk 11 van de VR. In artikel 11.1 zijn regels opgenomen voor het wonen buiten bestaand stedelijk gebied. Voor een plan dat is gelegen in de groenblauwe mantel of agrarisch gebied kan een bestemmingsplan voorzien in gebruik van een voormalige bedrijfswoning als burgerwoning, mits is verzekerd dat: a. Er geen splitsing in meerdere woonfuncties plaatsvindt; b. Overtollige bebouwing wordt gesloopt. Het plangebied is gelegen in agrarisch gebied (afbeelding 4). Met onderhavig initiatief vindt geen splitsing in meerdere woonfuncties plaats. De sloop van de overtollige bebouwing is reeds verzekerd middels de deelname aan de gemeentelijke subsidieregeling ten behoeve van sloop. Daarnaast bevat het bestemmingsplan Buitengebied 2008 ten aanzien van wijziging van de bestemming naar Wonen voorwaarden met betrekking tot sloop van overtollige bebouwing. In de volgende paragraaf zal worden getoetst aan de regels uit dit bestemmingsplan. Afbeelding 3: Uitsnede plankaart Wijziging Verordening ruimte 2012, kaartaanpassingen 10

Afbeelding 4: Uitsnede plankaart VR overige agrarische ontwikkelingen en windturbines 2.2.3 Conclusie toetsing provinciaal beleid Onderhavig initiatief past binnen de uitgangspunten en regels van de SVRO en VR. Het onderhavige initiatief doet immers geen inbreuk af aan de aanwezige ruimtelijke kwaliteit. Daarnaast zal overtollige bebouwing worden gesloopt en de tuin worden uitgebreid. 2.3 Gemeentelijk beleid 2.3.1 Bestemmingsplan Buitengebied 2008 Het ruimtelijke beleid van de gemeente Baarle-Nassau voor het plangebied aan de Wilhelminastraat 18 is vastgelegd in het bestemmingsplan Buitengebied 2008. Dit bestemmingsplan omvat het hele buitengebied van de gemeente, met uitzondering van de landbouwontwikkelingsgebieden en het traject van de rondweg. Het bestemmingsplan is vastgesteld door de gemeenteraad op 16 juli 2009. Omdat de provincie van mening was dat gedeeltes van het bestemmingsplan strijdig waren met het provinciaal belang heeft de provincie op 25 augustus 2009 een reactieve aanwijzing gegeven. De reactieve aanwijzing heeft geen invloed op onderhavig plan. Op afbeelding 5 is het bestemmingsvlak en de toegekende bestemming voor de projectlocatie weergegeven. De locatie heeft de bestemming Agrarisch, agrarisch bedrijf. De omliggende gronden zijn bestemd als Agrarisch. Op de archeologische waardenkaart is te zien dat het hele grondgebied de dubbelbestemming Waarde archeologie toegekend heeft gekregen. 11

Afbeelding 5: Uitsnede verbeelding 1 bestemmingsplan Buitengebied 2008 Het bestemmingsplan bevat in artikel 4.4.2 een wijzigingsmogelijkheid naar de bestemming Wonen ten behoeve van omzetting naar een burgerwoning. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Agrarisch, agrarisch bedrijf wijzigen in de bestemming Wonen waarbij na bedrijfsbeëindiging de verbouw c.q. het gebruik van een voormalige boerderij voor woondoeleinden kan worden toegestaan. Aan toepassing van deze bevoegdheid zijn de volgende voorwaarden verbonden: a. uit voorafgaand onderzoek dient te zijn gebleken dat er geen belemmeringen zijn met betrekking tot de afstemmingsaspecten bedoeld in artikel 23, lid 23.3; De afstemmingsaspecten uit artikel 23, lid 23.3 zijn hieronder (schuingedrukt) opgesomd. Tevens staat er per aspect aangegeven waarom onderhavig initiatief op deze punten is afgestemd. - 23.3.1 Afstemming algemeen Een initiatief moet redelijkerwijs uitvoerbaar zijn, mede gelet op 'buitenplanse' ruimtelijke randvoorwaarden vanuit wet- of regelgeving en het beleid op het terrein van milieu waaronder ook begrepen mestaanwending, mestverwerking en dierwelzijn, water, natuur, landschap, cultuurhistorie en archeologie. Ook andere ruimtelijke relevante regelgeving (wetten, verordeningen, algemene maatregelen van bestuur, overige regelgeving) zal bij de afweging wat betreft de uitvoerbaarheid worden betrokken. Voor recreatieve activiteiten dient voor zover van toepassing advies te worden gevraagd aan de adviescommissie voor recreatie en toerisme. Nieuwe bebouwing, waaronder begrepen permanente teeltondersteunende voorzieningen, ten behoeve van bedrijven, bedrijfswoningen of nieuw (af te splitsen) woningen (in boerderijen) dient in ruimtelijk-milieuhygiënisch opzicht aanvaardbaar te zijn. In dat kader zullen tenminste de onderstaande aspecten bij de ruimtelijke afweging betrokken worden. Het betreft een bestaande bedrijfswoning die gebruikt zal worden als burgerwoning. Zoals uit onderstaande blijkt wordt voldaan aan de voorwaarden die zijn gesteld in het bestemmingsplan. - 23.3.2 Afstemming geluidhinder Indien sprake is van nieuwe geluidsgevoelige bebouwing, te weten nieuwe (1e of 2e) bedrijfswoningen bij agrarische bedrijven of nieuwe (af te splitsen) woningen (in boerderijen) 12

zal voldaan moeten worden aan de bepalingen van de Wet geluidhinder, of andere wetgeving ter zake, wat betreft een aanvaardbaar geacht geluidsniveau op de gevels van die woningen. Binnen geluidzones, ingevolge de Wet geluidhinder, vanwege wegverkeerslawaai zal voldaan moeten worden aan de bepalingen van de Wet geluidhinder ter zake. Dit betekent dat de gevelbelasting van nieuwe geluidsgevoelige bebouwing volgens dit plan niet meer mag bedragen dan de grenswaarde van 48 db(a). Bij onderhavig initiatief is enkel sprake van een wijziging van de bestemming. Er worden derhalve geen nieuwe geluidgevoelige objecten toegevoegd. Deze aanvullende eisen zijn derhalve niet van toepassing voor onderhavig initiatief. - 23.3.3 Afstemming geurhinder Afhankelijk van de ligging van een agrarisch bestemmingsvlak zal, indien er sprake is van nieuwe geurgevoelige of geurveroorzakende bebouwing of functies wordt voorafgaand aan de toepassing onderzocht of wordt voldaan aan de eisen die worden gesteld door wet- en regelgeving op het gebied van geur/stankhinder (Wet geurhinder en veehouderij). Indien er sprake is van belemmeringen vindt een afweging plaats. De woning maakt in het vigerende bestemmingsplan onderdeel uit van een veehouderij. Na beëindiging van de veehouderij hoeft er ter plaatse van de voormalige bedrijfswoning nog steeds niet te worden getoetst op de geurbelasting van omliggende veehouderijen. In artikel 3, lid 2 van de Wet geurhinder en veehouderij is opgenomen dat ook voor geurgevoelige objecten die op of na 19 maart 2000 deel uitmaakten van een andere veehouderij geen toetsing van de geurbelasting hoeft plaats te vinden. In het kader van de Wet geurhinder en veehouderij dienen voor deze woningen enkel de vaste afstanden te worden aangehouden van 50 meter tot een veehouderij. De dichtstbijzijnde veehouderij is gelegen op circa 311 meter van de woning. Derhalve voldoet initiatief aan de normen met betrekking tot geur. - 23.3.4 Afstemming bodem Voorafgaand aan de toepassing wordt onderzocht of de bodemsituatie ter plaatse de beoogde activiteiten toelaat. Daarbij wordt bezien of er vanwege de feitelijke situatie ter plaatse belemmeringen zijn, voortvloeiend uit de geldende wet- en regelgeving, zoals de Wet bodembescherming en de Woningwet. Bij belemmeringen vindt een afweging plaats. Er vindt geen toename van bebouwing plaats. De woning en de te behouden berging wordt in de huidige situatie reeds voor dezelfde activiteiten gebruikt. Hierin vindt geen wijziging plaats. Derhalve hoeft niet opnieuw getoetst te worden of de bodemsituatie geschikt is voor het gebruik dat reeds jarenlang heeft plaatsgevonden. - 23.3.5 Afstemming veiligheid/verstoring Indien nieuwe bebouwing of functieverandering plaatsvindt in bepaalde zones waar sprake is van mogelijke onaanvaardbare gevolgen in verband met veiligheid of verstoring dan zal eveneens nader afgewogen moeten worden. Hierbij gaat het om de volgende zaken: 1. Toetsingszone leidingen (artikel 22) 2. Defensie (artikel 26) 3. Rioolwaterzuiveringsinstallatie (artikel 26) 4. Externe veiligheid wegen e.d. en inrichtingen Voorafgaand aan de toepassing wordt onderzocht of wordt voldaan aan de eisen die worden gesteld door het Besluit externe veiligheid inrichtingen en andere van belang zijnde wet- en regelgeving op het gebied van externe veiligheid. Indien er sprake is van belemmeringen vindt een afweging plaats. 1. Ter plaatse zijn geen leidingen aanwezig waarvoor een extra toetsing plaats moet vinden. 2. Onderhavige locatie is niet gelegen binnen een veiligheidscontour, zoals opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied 2008. 3. Onderhavige locatie is niet gelegen binnen een zone waterzuivering, zoals opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied 2008. 13

4. Externe veiligheid beschrijft de risico's die ontstaan als gevolg van opslag of handelingen met gevaarlijke stoffen. Na analyse van de risicokaart van de provincie Noord-Brabant, zie afbeelding 5, blijkt dat de inrichting aan de Dorpsstraat 7 de enige inrichting in de omgeving is waar gevaarlijke stoffen aanwezig zijn. Het gaat hierbij om een propaantank waarbij een veiligheidsafstand wordt aangehouden van 15 meter. De inrichting is gelegen op een afstand van 256 meter van de woning aan de Wilhelminastraat 18. De inrichting vormt derhalve geen belemmering voor onderhavig initiatief. Ook geeft de risicoatlas niet aan dat er nabij de projectlocatie transport plaatsvindt van gevaarlijke stoffen. Afbeelding 6: Uitsnede risicokaart provincie Noord-Brabant - 23.3.6 Afstemming luchtkwaliteit Voorafgaand aan de toepassing wordt onderzocht of wordt voldaan aan de eisen die worden gesteld door wet- en regelgeving op het gebied van luchtkwaliteit. Indien er sprake is van belemmeringen vindt een afweging plaats. Er vind geen realisatie plaats van een nieuwe woning. De luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied zal verbeteren met de bestemmingswijziging doordat er minder dieren zullen worden gehouden. - 23.3.7 Afstemming archeologie en cultuurhistorie Voorafgaand aan de toepassing wordt onderzocht of er sprake is van aantasting van archeologische of cultuurhistorische waarden. Daarbij zal een ter zake deskundige instantie worden betrokken. Het gaat daarbij om de vraag of waarden worden aangetast die worden beschermd door wet- en regelgeving. Indien er sprake is van relevante waarden vindt een afweging plaats. 14

Archeologie Gemeente Baarle-Nassau heeft de Archeologieverordening gemeente Baarle-Nassau vastgesteld op 5 september 2012. Deze verordening is op 20 oktober 2012 in werking getreden. Het plangebied is gelegen in de historische kern, zijnde categorie 2. Voor dit gebied is bepaald dat het verboden is om zonder of in afwijking van een vergunning van het college het gebied te verstoren, te beschadigen of te vernielen. Het verbod is niet van toepassing bij bodemingrepen die minder diep gaan dan 40cm onder maaiveld met een omvang van minder dan 100m² in categorie 2 op de gemeentelijke archeologische beleidskaart van de gemeente Baarle-Nassau. Bij de sloop van de bijgebouwen zal de verwijderde fundering weer worden opgevuld met schone grond. Omdat er geen bouw van gebouwen plaatsvindt hoeft er geen verdere afweging plaats te vinden. Afbeelding 7: Uitsnede archeologische beleidskaart gemeente Baarle-Nassau Cultuurhistorie Uit de cultuurhistorische waardenkaart van de provinciale Verordening ruimte, zie afbeelding 8, blijkt dat het plangebied niet gelegen is binnen een gebied met cultuurhistorische waarden. Verder blijkt dat er ter plaatse geen monumenten, cultuurhistorisch waardevolle bebouwing en landschappelijke waarden aanwezig zijn. 15

Afbeelding 8: Uitsnede kaart cultuurhistorie, Verordening ruimte - 23.3.8 Afstemming waterbeheer Voorafgaand aan de toepassing vindt overleg plaats met de beherende instantie op het vlak van waterbeheer. De resultaten van dit overleg worden in de afweging meegenomen. Voorafgaand aan de toepassing vindt overleg plaats met de beherende instantie op het vlak van waterbeheer bij permanente teeltondersteunende voorzieningen omtrent het infiltreren in de bodem van afkomend regenwater. De resultaten van dit overleg worden in de afweging meegenomen. De wijziging van de bestemming heeft geen invloed op de waterhuishoudkundige situatie ter plaatse. Door de sloop van de bijgebouwen neemt het verhard oppervlak in het plangebied af. Het hemelwater wat terecht komt op de erfverharding wordt afgevloeid naar naastgelegen gronden/tuin. Omdat het een bestaande woning betreft is het niet mogelijk om hemelwater te gebruiken voor andere doeleinden zoals het spoelen van het toilet. - 23.3.9 Afstemming groene regelgeving Voorafgaand aan de toepassing wordt onderzocht of er sprake is van aantasting van wettelijk beschermde natuurwaarden. Het gaat daarbij om de vraag of waarden worden aangetast die worden beschermd door wet- en regelgeving. Indien er sprake is van relevante waarden vindt een afweging plaats. EHS Onderhavige locatie is niet gelegen in de Ecologische Hoofdstructuur, zoals opgenomen in de provinciale Verordening ruimte (zie afbeelding 9). Het meest nabij gelegen EHS gebied is gelegen op een afstand van circa 152 meter van het bestaande agrarisch bouwvlak. Op 128 meter afstand ligt een zoekgebied ecologische verbindingszones en een zoekgebied behoud en herstel van watersystemen. De sloop van de bijgebouwen en wijziging van de bestemming heeft geen invloed op deze gebieden. Er vindt geen toename plaats van het verhard oppervlak in de vorm van bebouwing of erfverharding. 16

Afbeelding 9: Uitsnede kaart Natuur en landschap, Verordening ruimte Flora en Fauna In Nederland komen ongeveer 30.000 soorten dieren en planten voor. Sinds april 2002 regelt de Flora- en Faunawet de bescherming van circa 500 in het wild voorkomende soorten inheemse planten en dieren. In de Flora- en Faunawet is onder meer bepaald dat beschermde diersoorten niet gedood, gevangen of verontrust mogen worden en plantensoorten niet geplukt, uitgestoken of verzameld mogen worden. Bovendien dient iedereen voldoende zorg in acht te nemen voor in het wild levende dieren en planten. Daarnaast is het niet toegestaan om hun directe leefomgeving, waaronder nesten en holen, te beschadigen, te vernielen of te verstoren. Bij het beoordelen van de in het plangebied voorkomende beschermde soorten gaat het primair om soorten die door de ingreep direct beïnvloed worden, doordat: Zij fysiek aangetast worden (doden/verwonden van dieren, verwijderen van planten); Zij verstoord worden (toename van geluid of licht); Hun vaste verblijfplaatsen c.q. groeiplaatsen aangetast of verstoord worden. Afhankelijk van de voorgestane activiteiten op de planlocatie en de aangetroffen soorten geldt een vrijstelling of dient een ontheffing te worden aangevraagd. Hierbij geldt dat de regeling strikter is bij een zeldzame soort en ingrijpende activiteit. Vogels zijn in Nederland op gelijke wijze beschermd, waarbij geldt dat vooral in het broedseizoen (15 maart 15 juli) sprake kan zijn van verontrusten, doden of verstoren van nestplaatsen. De soortenbeschermende werking is dus opgenomen in de Flora- en Faunawet. Gelet op de aard van het initiatief aan de Wilhelminastraat 18 dient met name bepaald te worden of zich in de te slopen bebouwing te beschermen fauna aanwezig is (rode lijst soorten), die verstoord zouden kunnen worden. Verboden handelingen dienen desondanks zoveel mogelijk te worden voorkomen en handelingen mogen niet leiden tot aantasting van de gunstige staat van instandhouding. Het (onopzettelijk) doden, verwonden of verontrusten van deze soorten dient zo veel mogelijk voorkomen te worden. Doordat de gebouwen tot voor kort in gebruik zijn geweest voor het houden van vee kan worden geconcludeerd dat rode lijst soorten niet voor komen binnen de gebouwen. Een ontheffing in het kader van de Flora- en Faunawet is dan ook niet noodzakelijk. 17

b. indien het bestemmingsvlak Agrarisch, agrarisch bedrijf is gelegen in een op verbeelding 3 weergegeven verwevingsgebied en de locatie in het verwevingsgebied volgens de als bijlage achter deze regels ingevoegde Handleiding duurzame locaties en duurzame projectlocaties voor intensieve veehouderij is aan te merken als een duurzame locatie intensieve veehouderij, kan de bevoegdheid niet worden toegepast; Onderhavige locatie is op verbeelding 3 gelegen in een extensiveringsgebied. In een extensiveringsgebied kan de wijzigingsbevoegdheid worden toegepast. c. er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing; Bij de woning is reeds een tuin aanwezig. Na sloop van de bedrijfsgebouwen zal de tuin aan de achterzijde worden uitgebreid waardoor de bestaande bebouwing landschappelijk wordt ingepast. De beoogde situatie is in het kader van de concept notitie Kwaliteitsverbetering landschap van de Regio West-Brabant een categorie 1 ontwikkeling. Bij categorie 1 ontwikkelingen hoeft geen (extra) kwaliteitsverbetering plaats te vinden. d. indien de bebouwing tevens is bestemd tot Waarde - cultuurhistorie mag de functiewijziging geen onevenredige aantasting van de cultuurhistorische waarden tot gevolg hebben. Voor zover het geen monument betreft in het kader van de Monumentenwet 1988 of de gemeentelijke monumentenverordening wordt hieromtrent advies gevraagd aan een ter zake deskundige commissie of instantie; De bebouwing is niet bestemd tot Waarde cultuurhistorie. Derhalve is dit lid niet van toepassing. e. de bevoegdheid kan uitsluitend worden toegepast als sprake is van een afbraak van overtollige bedrijfsbebouwing. Daarbij geldt dat de benodigde afbraak in voldoende mate moet zijn zeker gesteld; Initiatiefnemer maakt gebruik van de regeling Subsidieverordening sloop ongewenste bebouwing buitengebied gemeente Baarle-Nassau. De sloop van de gebouwen zal plaatsvinden conform de in deze verordening gestelde voorwaarden. Er wordt een oppervlakte van 1.485 m² aan stallen en 540 m² aan sleufsilo s gesloopt. f. indien de inhoud van een te handhaven voormalige bedrijfswoning, inclusief de inpandige stal/deel en aanbouwen, het in de bestemming Wonen gegeven maximum overschrijdt geldt dat deze inhoud mag worden gehandhaafd indien het een pand met cultuurhistorische waarde betreft. Hieromtrent wordt advies gevraagd aan een ter zake deskundige commissie of instantie; De woning betreft een bestaande woning van circa 660 m³ welke binnen de gegeven maximum grootte in de regels voor de bestemming Wonen blijft. In deze regels is opgenomen dat voor woningen welke ten tijde van het ter visie leggen van het ontwerpbestemmingsplan reeds aanwezig zijn de grootte op dat moment als maximum geldt als deze boven de 600 m³ is gelegen. g. de bebouwde oppervlakte van de vrijstaande bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 80 m² per woning; indien sprake is van amovering van voormalige bedrijfsgebouwen kan een bebouwde oppervlakte aan vrijstaande bijgebouwen worden toegestaan van 80 m² vermeerderd met 20% van de bebouwde oppervlakte van de geamoveerde gebouwen tot een totaal maximum bebouwde oppervlakte van 200 m²; Er wordt een totaal van 1.485 m² bedrijfsgebouwen gesloopt. Dit betekent dat de toegestane oppervlakte aan bijgebouwen van 80 m² vermeerderd mag worden met (1.485 x 20% = 297 m²) 200 m². In totaal mag bij de woning 200 m² aan bijgebouwen aanwezig zijn. Op de situatietekening is te zien dat een oppervlakte van circa 143 m² beoogd is. Dit voldoet daarmee aan de hier gestelde voorwaarde. 18

h. de oppervlakte van het te wijzigen bestemmingsvlak mag niet vergroot worden en dient verkleind te worden voor zover dat voor een doelmatige inrichting en gebruik van de hergebruiksfunctie mogelijk is met dien verstande dat de oppervlakte nooit meer mag bedragen dan 0,5 ha; Het bestemmingsvlak zal 1.500 m² bedragen en daarmee de in dit lid gestelde maximum grootte van 5.000 m² niet overschrijden. i. het aantal woningen mag niet worden vermeerderd; Onderhavig initiatief leidt niet tot vermeerdering van het aantal woningen. j. in afwijking van het bepaalde onder i. is splitsing toegestaan met dien verstande dat: 1. woningsplitsing uitsluitend is toegestaan bij voormalige boerderijgebouwen met een inhoud van minimaal 800 m3 (inclusief aanbouwen); 2. de voormalige boerderij mag worden gesplitst in maximaal 2 woningen; 3. de beide woningen na splitsing een inhoud dienen te hebben van minimaal 400 m³ (inclusief aanbouwen); 4. per woning een vrijstaand bijgebouw van max. 80 m² mag worden opgericht. De voormalige bedrijfsgebouwen dienen, voor zover de toegestane oppervlakte aan vrijstaande bijgebouwen wordt overschreden, te worden geamoveerd, tenzij ze beschikken over cultuurhistorische waarde. In gevallen waar mogelijk sprake is van aanwezige cultuurhistorische waarde raadplegen burgemeester en wethouders een ter zake deskundige commissie of instantie, alvorens te besluiten; 5. de splitsing mag geen belemmeringen opleveren voor de omliggende agrarische bedrijven. Splitsing is bij onderhavig initiatief niet aan de orde. 2.3.2 Conclusie toetsing gemeentelijk beleid Het initiatief voldoet aan alle voorwaarden die gesteld worden in de wijzigingsbevoegdheid van burgemeester en wethouders in artikel 4.4.2 ten aanzien van wijziging van de bestemming naar een woonbestemming. 19

3. Conclusie Initiatiefnemer is voornemens om de voormalige bedrijfswoning aan de Wilhelminastraat 18 te Ulicoten te bewonen als burgerwoning. In de vigerende bestemming is het niet toegestaan om een bedrijfswoning te bewonen als burger. Het vigerende bestemmingsplan Buitengebied 2008 van de gemeente Baarle-Nassau biedt een wijzigingsbevoegdheid om de gewenste wijziging te realiseren. In dit kader is het onderhavig initiatief zowel getoetst aan het rijksbeleid, provinciaal beleid en gemeentelijk beleid op het gebied van ruimtelijke ordening. Het rijksbeleid is beschreven in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. En verankerd in het Besluit en ministeriële regeling algemene regels ruimtelijke ordening. De structuurvisie is niet rechtstreeks bindend voor bedrijven en burgers, maar biedt enkel het kader voor provinciaal en gemeentelijk beleid. Onderhavig plan heeft echter geen invloed op de in de SVIR beschreven doelen die het Rijk nastreeft. De beoogde ontwikkeling heeft een te kleinschalig karakter om hier effect op te hebben. Aangezien bij onderhavige planvorming geen nationaal belang is gemoeid zijn ook de regels uit het Barro en Rarro niet van toepassing. Het beleid van de provincie Noord-Brabant is opgenomen in de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening en Verordening ruimte. Wijziging van de bestemming past binnen de uitgangspunten en regels van dit provinciale beleid. De wijziging voldoet aan de eisen zoals gesteld in de Verordening ruimte. De kwaliteitsverbetering wordt behaald door sloop van 1.485 m 2 aan bedrijfsgebouwen en 540 m² aan sleufsilo s, intrekking van de destijds verleende milieuvergunning en verkleining van het bestemmingsvlak van 6.612 m 2 naar 1.500 m 2. Het beleid van de gemeente Baarle-Nassau is vastgelegd in het bestemmingsplan Buitengebied 2008. In de wijzigingsbevoegdheid van artikel 4.4.2 zijn alle voorwaarden opgenomen, waaraan het initiatief moet voldoen, voordat wijziging van de bestemming doorgang kan vinden. Het plan aan de Wilhelminastraat 18 voldoet aan al deze voorwaarden. Wijziging van de bestemming Agrarisch, agrarisch bedrijf naar de bestemming Wonen voldoet dus aan het rijksbeleid, provinciaal beleid en gemeentelijk beleid. Er zijn derhalve geen belangrijke bezwaren die zich verzetten tegen het toekennen van een bestemmingsvlak met de bestemming Wonen. Na vaststelling van onderhavig wijzigingsplan wordt verbeelding 1 van het bestemmingsplan Buitengebied 2008 ter plaatse van de Wilhelminastraat 18 vervangen door het plangebied aangegeven op de verbeelding behorende bij dit wijzigingsplan. Daar het een binnenplanse wijziging betreft, betekent dit tevens dat de regels van het moederplan Buitengebied 2008 van toepassing blijven. 20

Bijlage: Situatieoverzicht huidige en gewenste situatie 21

GEMEENTE BAARLE-NASSAU Wijzigingsplan Buitengebied 2008, partiële wijziging Wilhelminastraat 18 VERBEELDING 22