Dienstverlening en zorg. Plusdeel Schoonmaken

Vergelijkbare documenten
Nederlands. Woordenschat Dienstverlening en zorg

Assistent verkoop/retail

Voorbereidende interne stage

Nederlands. Woordenschat Basis

Ik en de maatschappij. Vrije tijd

Economie en handel. Assistent logistiek. Deel 1 van 6 Ontvangt Goederen/producten

REKENEN VERHOUDINGEN Verhoudingen voor1f

Assistent installatie- en constructietechniek

Ik en de maatschappij. Regels en wetten

NEDERLANDS Spreken en gesprekken voor 1F Deel 4 van 5

Rekenen verhoudingen. Procenten voor 1F

REKENEN. Meetkunde voor 1F Deel 2 van 2

Lengte, omtrek en oppervlakte

Loopbaanoriëntatie -begeleiding

Economie en handel. Assistent logistiek. Deel 5 van 6 Voert handelingen op goederen/producten uit

Begeleide externe stage

Ik en de maatschappij. Klussen in huis

Nederlands. Woordenschat Techniek

Ik en de maatschappij. Ik en wij

Grafieken en tabellen

Ik en de maatschappij. Zorgen voor je leefomgeving

Economie en handel. Assistent logistiek. Deel 4 van 6 Maakt goederen/producten verzendklaar

Ik, leren en werken. Aan het werk

Assistent plant of (groene) leefomgeving

Verhoudingen in verband

Nederlands Luisteren Voor 1F Deel 2 van 2

Ik en de maatschappij. Meedoen en meepraten

Seksuele vorming. Seksuele veiligheid

REKENEN METEN EN MEETKUNDE. Meetkunde voor 1F Deel 1 van 2

REKENEN METEN EN MEETKUNDE Inhoud. voor 1F

Certificaat B-VCA. Deel 2 van 3

Ik en de maatschappij. Planten en dieren thuis

Begeleide interne stage

NEDERLANDS. Schrijven. voor 1F Deel 3 van 5

Ik en de maatschappij. Lichaam en geest

Ik en de maatschappij. Gezondheid

NEDERLANDS Taalverzorging 1F Woord/zin Deel 1 van 3

Ik en de maatschappij. Online

Ik en de maatschappij. Democratie

Assistent installatie- en constructietechniek

Praktische sectororiëntatie. Dienstverlening en zorg

Ik en de maatschappij. Reizen

Economie en handel. Plusdeel Assistent bediening

Nederlands. Luisteren. Voor 1F Deel 1 van 2

Economie en handel. Assistent logistiek. Deel 6 van 6 Inventariseert de voorraad/magazijninventaris

Nederlands. Woordenschat Dienstverlening en economie

3. Een opleidingsdomein kiezen

Ik en de maatschappij. Kiezen en kopen

ECONOMIE EN HANDEL Assistent Logistiek. Deel 3 van 6 Verzamelt goederen/producten/ emballage/verpakkingsmaterialen

Assistent verkoop/retail

Ik en de maatschappij. Rondkomen

Ik en de maatschappij. Geldzaken

PRAKTISCHE SECTORORIËNTATIE. Economie en Handel

Woordenschat Plant en groene leefomgeving

Ik en de maatschappij. Uiterlijke verzorging

Assistent installatie- en constructietechniek

4. Een vervolgopleiding kiezen

Certificaat B-VCA. Deel 1 van 3

Nederlands. Woord/zin. Voor 1F Deel 2 van 3

Praktische sectororiëntatie. Techniek

Assistent dienstverlening en zorg

Assistent bouwen, wonen en onderhoud

Seksuele vorming. Anticonceptie en zwangerschap

Praktische sectororiëntatie. Voedsel, natuur en leefomgeving

Nederlands. Woord/zin. Voor 1F Deel 3 van 3

Edu4all LOB. 1. Leren Kiezen. Licentie: Voor het activeren van de licentie kijk op pagina 5 van dit werkboek.

Ik en de maatschappij. Samen maar verschillend

Seksuele vorming Ik Sova. Ik.indd 1 29/09/14 07:58

Werken binnen commercieel groen

Assistent verkoop en retail

Rekenen Meten en meetkunde. voor 1F

Werken aan zelfredzaamheid in huis

Financieel en administratief beheer 1

Training. Talentherkenning

Bronnenboek Haarverzorging

Basisvaardigheden Nederlands Deel 1 van 2

Werken in een sportcentrum

Werken in de dagbesteding

Voorbereiden op stage en bijbaan

Communiceren in de beroepspraktijk

Cursus. Schuldhulpverlening (budgetteren)

Werken in een ziekenhuis

Training. Enquêteren

Cursus. Leerlingen met specifieke begeleidingsvragen

Werken als metselaar

Project. Kinderen begeleiden

Werken als gastheer-vrouw in de catering

Training. Observeren en rapporteren

Cursus. Evalueren begeleiding van activiteiten

Ondernemen en het ondernemingsplan 2

Werken als specialistisch banketbakker

Project. Interculturele communicatie

Partie Kleine kaart. Werkboek

Financieel en administratief beheer 2

Keuzedeel Schoonmaken

Werken aan natuur en milieu

Verbeteren en vernieuwen van de dienstverlening in de keuken

Werken als officemanager

Loopbaanoriëntatie -begeleiding

Mastiek en mise-en-place. Werkboek

Transcriptie:

Dienstverlening en zorg Plusdeel Schoonmaken

Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Hanneke Molenaar Inhoudelijke redactie: Daphne Ariaens, Edu'Actief Titel: Plusdeel schoonmaken ISBN: 978 90 3724 225 6 Beeld: Edu Actief b.v. Omslagfoto: Shutterstock.com Edu Actief b.v. 2018 Eerste druk/eerste oplage Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu Actief, te vinden op www.edu-actief.nl. 2

Inhoud Voorwoord 4 Hoofdstuk 1 6 Hoofdstuk 2 Schoonmaakmethodes 51 Hoofdstuk 3 Onderhoud en schoonmaak van interieur 63 Hoofdstuk 4 Onderhoud en schoonmaak van sanitair 85 Hoofdstuk 5 Professioneel onderhoud en schoonmaak van vloeren 108 Eindopdracht 129 3

Voorwoord Dit leer-werkboek gaat over schoonmaken. In veel verschillende sectoren krijg je te maken met schoonmaak. Je leert hoe je interieur, vloeren en sanitair schoonmaakt. Je leert schoonmaakwerkzaamheden professioneel, efficiënt en ergonomisch uit te voeren. Je leert welke schoonmaakmiddelen en -materialen er zijn. Ook leer je hoe je systematisch werkt volgens een schoonmaakplan. Picto In dit boek zie je bij sommige opdrachten een picto. Een pictogram geeft je informatie over de opdracht. Hierna lees je wat de picto s betekenen. Bij dit picto ga je nadenken over een opdracht. Je denkt na over wat je straks gaat doen. Je gaat de opdracht voorbereiden. Bij dit picto ga je de opdracht uitvoeren. Je gaat bijvoorbeeld iets maken. Of je gaat iets doen. Bij dit picto ga je evalueren. Je controleert of je de opdracht goed hebt gedaan. Wat ging er goed en wat ging er minder goed? Wat vond je van de opdracht? Wat kon je eerst niet, wat je nu wel kunt? Wat ga je de volgende keer anders doen? Bij dit picto ga je reflecteren. 4

Voorwoord Je denkt na over wat je hebt geleerd. En wat dat betekent voor je toekomst. Wat ga je nu doen? Hoe gaat het verder? Bij dit picto ga je in gesprek. Om een opdracht na te bespreken kun je de StruX-kaarten gebruiken. Bij dit picto ga je iets bekijken op de website van StruX. Dit kan bijvoorbeeld een foto, formulier of film zijn. Volg deze stappen. 1. Ga naar www.strux.nl 2. Klik op de knop deelnemer. 3. Klik op Dienstverlening zorg. 4. Klik op de foto van dit leer-werkboek. 5. Klik op de link van de opdracht. Misschien werk je met een portfolio. In je portfolio stop je bewijsstukken. Als je dit picto ziet, kun je een bewijsstuk toevoegen. Bespreek dit. Beeldwoordenboek In dit boek staan gekleurde woorden. Gekleurde woorden moet je kennen. Het zijn belangrijke woorden. Deze woorden kun je opzoeken in het beeldwoordenboek. Ga naar beeldwoordenboek.strux.nl. 5

Schoonmaken en schoonmaakmiddelen Dit hoofdstuk gaat over schoonmaken en schoonmaakmiddelen voor de professionele schoonmaak. Het hoofdstuk gaat ook over veiligheidsvoorschriften en gevaarsymbolen. Aan het eind van het hoofdstuk kun je etiketten lezen en begrijpen. En je weet hoe je met een schoonmaakprogramma werkt. Opdracht 1 Ga naar www.strux.nl en klik op de link van deze opdracht. Welke eisen stelt een docent aan zijn/haar werkkamer als het om hygiëne gaat? Welke eisen over schoonmaak stelt een bezoeker van een winkel? Welke eisen over schoonmaak stel jij aan een toiletruimte op school? Opdracht 2 Wanneer is een ruimte professioneel schoon? Loop met een klasgenoot de school door. Schrijf per ruimte op wat je er zelf van denkt. Docentenkamer Is de ruimte opgeruimd? ja/nee Opmerkingen: Aula Is de ruimte schoon? ja/nee 6

Opmerkingen: Keuken Is de ruimte schoon? ja/nee Opmerkingen: Toiletten Is de ruimte schoon? ja/nee Opmerkingen: Klaslokaal Is de ruimte schoon? ja/nee Opmerkingen: Gangen Is de ruimte schoon? ja/nee Opmerkingen: Opdracht 3 Kies een ruimte van jouw school die je bekeken en beoordeeld hebt. Maak voor deze ruimte een overzicht van wat er schoongemaakt moet worden. 7

Een schone en veilige omgeving Op je werk zorg je ervoor dat het er schoon en veilig is. Een schone en veilige omgeving betekent dat mensen geen gevaar lopen. De ruimtes moeten hygiënisch schoon zijn. Dus: geen vuil en geen schadelijke stoffen. Van sommige plekken vind je het logisch dat ze schoon zijn: verpleeghuis ziekenhuis buurtcentrum keukens en kantines sport- en fitnesscentrum zwembaden personeelsruimtes. Maar ook in kantoren, schoolgebouwen, gemeentehuizen, fabrieken, werkplaatsen en winkels moet het schoon zijn. Dat is gezond voor iedereen die er komt. Plaatsen waar veel mensen bij elkaar komen, mogen geen risico opleveren voor de veiligheid en de volksgezondheid. Dat betekent dat mensen geen gevaar mogen lopen door rondslingerende dingen en dat de verblijfsruimtes hygiënisch schoon moeten zijn: vrij van vuil en schadelijke stoffen. Na een goede schoonmaak zie je geen vuil meer. Interieur, vloeren en sanitair zijn: stofvrij vlekvrij vrij van rommel en obstakels vrij van schadelijke bacteriën vrij van schimmels vrij van ongedierte. Een ander woord voor schoonmaken is reinigen. Signaleren van vuil Waar mensen bezig zijn, wordt het vuil. Je moet daarom regelmatig schoonmaken. Schoonmaken doe je op verschillende manieren en met verschillende middelen. Je kijkt daarom wat voor vuil het is: Je kunt het goed zien of juist niet (zichtbaar en onzichtbaar vuil). Het is los- of vastzittend vuil. Het hoort bij de ruimte/omgeving of het hoort er juist niet (onvermijdbaar en vermijdbaar vuil). Schoonmaakster met kar. 8

Opdracht 4 Waarom moet een gebouw altijd schoon zijn? Wat is hygiënisch schoon? Opdracht 5 Maak groepen van 4. Je zoekt voorbeelden van soorten vuil. Van je docent krijg je een stapel kaartjes met soorten vuil, zoals zichtbaar vuil en onzichtbaar vuil. En een stapel kaartjes met voorbeelden van vuil, zoals papier en stof. Leg alle kaartjes van de soorten vuil verspreid op tafel. Leg de kaartjes van de voorbeelden van vuil bij het juiste kaartje van het soort vuil. Van sommige voorbeelden heb je meer kaartjes, omdat die bij verschillende soorten horen. Papier is bijvoorbeeld zichtbaar vuil, maar ook losliggend vuil. Leg een kaartje met een soort vuil op tafel. Leg de voorbeelden eromheen. Maak daarvan een foto. Doe dat met alle soorten vuil. Zoek daarna samen naar foto s van voorbeelden van de soorten vuil. Per soort vuil maak of zoek je minimaal 2 foto s. Zet de foto s van de kaartjes met het soort vuil en de foto van de voorbeelden bij elkaar. Dat kan in een PowerPointpresentatie, of in een poster. Presenteer jullie foto s aan de groep. 9

Welke voorbeelden hebben andere groepen? Soort vuil Voorbeelden Opdracht 6 Beschrijf hoe op jouw school, stage of werkplek vuil ontstaat. Beschrijf 4 situaties. Vertel: welk soort vuil het is hoe het vuil ontstaat waarom het een ongewenste situatie is wat je kunt doen om het schoon en veilig te maken. Schoonmaakmaterialen Als je schoonmaakt, gebruik je professionele materialen. De materialen zorgen ervoor dat je goed, veilig en ergonomisch verantwoord kunt schoonmaken. Je moet de materialen op de juiste manier en voor het juiste doel gebruiken. En je moet ze na gebruik op de goede manier schoonmaken en opruimen. Materialen slijten door gebruik, of gaan kapot. Bij professioneel schoonmaken hoort dat je versleten of kapotte materialen op tijd vervangt. 10

Hoofdstuk 1 Ziet er zo uit Gebruik Emmer Water en sop Rolemmer met pers Water en sop, dweilen, moppen Stofdoek Stof afnemen 11

Ziet er zo uit Gebruik Huishoudtrap Om op te staan Dweil/mop Dweilen, moppen Vlakmop Dweilen, moppen 12

Ziet er zo uit Gebruik Spons, zeem en raamtrekker Ramen schoonmaken Raamwisser Ramen schoonmaken Veger Stof van de vloer halen Wisser Stof van de vloer halen Stoffer en blik Kleine hoopjes vuil en zand opvegen Microvezeldoek Met de hand schoonmaken 13

Ziet er zo uit Gebruik Kruimeldief Kleine rommeltjes opzuigen Stofzuiger Grote oppervlakte zuigen Werkdoekjes Met de hand schoonmaken Ragebol Plafonds en hoge hoeken schoonvegen Plumeau Breekbare spullen afstoffen Bezem Gladde vloeroppervlakken vegen 14

Opdracht 7 Je moet schoonmaakmaterialen goed verzorgen. Leg uit hoe je dat doet. Opdracht 8 Bekijk de lijst met schoonmaakmaterialen. Welke schoonmaakmaterialen heb jij al eens gebruikt? Zet een kruisje in het schema bij dat materiaal in de middelste kolom. Zet in de laatste kolom voor welke schoonmaak je dat materiaal gebruikte. Schoonmaakmateriaal Emmer Rolemmer met pers Stofdoek Huishoudtrap Dweil/mop/vlakmop Spons en zeem Raamtrekker Raamwisser Veger/wisser Stoffer en blik Microvezeldoek Kruimeldief Stofzuiger Werkdoekjes Ragebol Dit gebruikte ik al eens: Voor deze schoonmaakklus gebruikte ik het: 15