Studiegids 2014-2015. Master Leren en Innoveren. Stoas Wageningen Vilentum Hogeschool



Vergelijkbare documenten
Master. Deeltijd Leren en Innoveren. Voor beroepsonderwijs en bedrijfsleven

Leren & Innoveren. Informatiedossier ten behoeve van en verzoek tot inschrijving voor de masteropleiding

Leren & Innoveren. Informatiedossier ten behoeve van en verzoek tot inschrijving voor de masteropleiding

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

Praktijkopleider agrotechniek

MASTER PEDAGOGIEK MASTEROPLEIDING DEELTIJD

De Gespecialiseerde Professional

ICLON Powerpoint sjabloon

Associate degree Deeltijd

Volg de Master Leren en Innoveren

Masteropleiding Leren en Innoveren Locatie Helmond

Leren en Innoveren Masteropleiding deeltijd. Amsterdam Den Haag

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Management & Organisatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

BIJLAGE 3: LEERWERKOVEREENKOMST (Master) Beste student(e),

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

Schoolleider Voortgezet Onderwijs Basisbekwaam

Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303

Informatie voor aanbieders van werkplekken voor bachelor- en Associate degreestudenten

Onderwi Leren en Levensb

donderdag 27 augustus en vrijdag 28 augustus.

Beroepsproduct (aankruisen) Datum: UITSTEKEND GOED x VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE

WINDESHEIM IN ZWOLLE: UNIEKE MASTER VOOR HET BEROEPS- ONDERWIJS. Inspirators voor de toekomst

Opleiden in het. zorgonderwijs. Modules leergangen master

OPLEIDER IN DE SCHOOL, COACH en OPLEIDINGSCOÖRDINATOR Post-HBO opleidingen

Avans visie Onderwijs & ICT

Fricolore Academy in samenwerking met Penta Nova. Middenmanagement (MMOT)

Handleiding Honours Programma Wiskunde

e - V a a r d i G t r a i n e n e n c o a c h e n o n l i n e t r a i n e n o p l e i d e n c o a c h e n o r G a n i S a t i e a d V i e S

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Management in de Zorg (Associate degree: duaal/deeltijd)

Masteropleiding Leren en Innoveren Locatie Helmond

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG

Inleiding 2. Het toelatingsexamen 3. NVO-examen 5. Het Pre-masterprogramma 6. Studeren in deeltijd 8

Professionalisering ontwikkelteam NID Duaal

Management in de Zorg (Associate degree: duaal/deeltijd)

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Bachelor Built Environment

Management & Organisatie

spoorzoeken en wegwijzen

1. Leerwerkplekovereenkomst Master Educational Needs (Master EN) Seminarium voor Orthopedagogiek HU

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

Professionalisering ontwikkelteam NID Duaal

Opleiding jonge kind specialist (Post HBO)

: Afstudeerproject BSc KI : Bachelor Kunstmatige Intelligentie Studiejaar, Semester, Periode : semester 2, periode 5 en 6

Dagdeel Een dagdeel is bij BOGO standaard 3 uur, tenzij anders vermeld in de lescyclus van de BOGO.

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN ILO EN SCHOOL VOOR VOORTGEZET ONDERWIJS (inzake het praktijkdeel van Bachelor-Minor-studenten met een aanstelling)

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Management in de Zorg (Bachelor: duaal/deeltijd)

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Specialisatie jonge kinderen

Integraal HR voor leidinggevenden

BELEID, COMMUNICATIE EN ORGANISATIE PROF. DR. BIANCA BEERSMA DRS. THERESE ONDERDENWIJNGAARD

Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding

POST HBO OPLEIDING GEDRAGSSPECIALIST

Dutch Interview Protocols Vraagstellingen voor interviews

Instituut voor Sociale Opleidingen

MASTER ONDERWIJSKUNDE

Leergang Hoger Management

Internship & Communication Consultancy Masterprogramma Communicatie- en Informatiewetenschappen

Tabel Competenties docentopleiders/-trainers

FiT. Mastering Financiality. In tien maanden tijd je circle of influence vergroten

Schoolleider Primair Onderwijs - Basisbekwaam

EVC-traject Wft-Pensioenverzekeringen WFTNIVO

Leergang mbo Programma

Praktijkvoorbeeld van werken aan onderzoekend vermogen in de lerarenopleidingen. Onderzoekend en transdisciplinair vermogen in de lerarenopleiding

Ontwerpkaders: Onderwijs. Versie 1.0/november 2016

Middenmanagement VO-MBO-HBO

MASTER ONDERWIJSKUNDE

Bijlage BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Master Programma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Leergemeenschappen Cultuureducatie

HANDLEIDING VOOR SCHOLEN Beroepsproducten

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Onderwijskunde. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC,

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

HOGESCHOOL WINDESHEIM

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

LEREN IN EEN COMMUNITY OF PRACTICE

Inleiding 2. Het toelatingsexamen 3. NVO-examen 6. Het Pre-masterprogramma 7. Studeren in deeltijd 9

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Leergemeenschappen Cultuureducatie

Intercultureel vakmanschap in de stage

Succesvol innoveren met het Co-Creatie-Wiel

Internship & Communication Consultancy Masterprogramma Communicatie- en informatiewetenschappen

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Nieuwe serie Workshops! met het Co-Creatie-Wiel. Succesvol innoveren. Drie workshops Najaar 2018

middelbaar beroepsonderwijs Brainport regio Eindhoven Onderwijsvisie Onze kijk op onderwijs

Professionalisering ontwikkelteam NID Duaal

Vrijstellingsregels Open Universiteit: procedure voor het verlenen van vrijstelling

Inleiding 2. Het toelatingsexamen 3. NVO examen 5. Het schakelprogramma 6. INHOLLAND met doorstroomminor 8. Studeren in deeltijd 9

STARTDOCUMENT TBV TOELATING PRAKTISCHE INFORMATIE PRAKTISCH

Master of Laws De Master Legal Management (MLM) is in 2014 gestart als een door de NVAO geaccrediteerde, onbekostigde masteropleiding.

Transcriptie:

Studiegids 2014-2015 Master Leren en Innoveren Stoas Wageningen Vilentum Hogeschool

Inhoudsopgave Inleiding... 1 Hoofdstuk 1 Professional Master Leren en Innoveren (MLI)... 2 1.1 Aanleiding 2 1.2 Beroepsprofiel en arbeidsmarkt 2 1.3 Onderwijsvisie en didactiek 2 1.4 Opbouw curriculum en competenties 3 1.5 Toelating 5 1.6 Intakeprocedure 5 1.7 Instroommomenten 6 1.8 Diplomering 6 Hoofdstuk 2 Het programma... 6 2.1 Kenmerken van het onderwijsprogramma 6 2.2 Onderzoeks-innovatie opdracht 7 2.3 Leercommunities 7 2.4 Onderzoeksbegeleiding intern en extern 7 2.5 Go-no go onderzoeksvoorstel 8 2.6 Onderzoek uitvoering en waardering 8 2.7 De thema s, het studium en de leercommunities 8 2.8 Begeleiding en beoordeling 9 2.9 Summer Course en Winter Course 9 Hoofdstuk 3 Organisatie en uitvoering... 10 3.1 Master opleidingsmanager en Master director 10 3.2 Studentzaken en administratie 10 3.3 Locatie 10 3.4 Planning en roosters 10 3.5 Docenten en Management 11 3.6 Studiekosten, literatuur en randvoorwaarden 11 3.7 Apparatuur en programma s 12 3.8 Kwaliteitszorg en medezeggenschap 12 3.9 In- en uitschrijving 12 Hoodstuk 4 Informatie en communicatie... 13 4.1 Website, intranet en elektronische leeromgeving 13 4.2 Blackboard 13 4.3 Contacten binnen de master-groep: Outlook en Knowledge Forum 13 4.4 Studievoortgangsregistratie in Alluris 13

Hoofdstuk 5 Praktische zaken... 14 5.1 Voorzieningen 14 5.2 Bibliotheek 14 5.3 Regeling voor gebruik van ruimten en materialen 14 5.4 Surfspot en netwerkopslag 14 5.5 Arbo en bedrijfshulpverlening 14 5.6 Bereikbaarheid 15 Bijlage 1 Curriculum 2 jarige Masteropleiding Leren en Innoveren... 1

Inleiding Net zoals je eten en drinken nodig hebt om je fysiek goed te voelen, heb je leren en ontwikkelen nodig om je psychisch wel te bevinden. Leren en ontwikkelen zijn kernprocessen in ons leven. Ze geven ons de mogelijkheid om te gaan met steeds nieuwe uitdagingen (Ruijters, 2011 1 ). In deze studiegids is inhoudelijke en praktische informatie opgenomen voor de Masteropleiding Leren en Innoveren Stoas Wageningen Vilentum Hogeschool. Deze deeltijdopleiding tot Master of Education (MEd) duurt twee jaar en is bedoeld voor docenten in het beroepsonderwijs en voor professionals in het bedrijfsleven, die ambitie en potentie hebben om het leren in de organisatie en het leren van personen naar een hoger plan te tillen en daarmee bij te dragen aan de ontwikkeling van de onderwijs/opleidingspraktijk in en buiten school en bedrijf. Deze gids bevat informatie over zaken die van belang zijn voor de inhoud, organisatie en vormgeving van de opleiding. Aanvullende informatie over de opleiding is beschikbaar via https://intranet.stoasvilentum.nl en via de Blackboard cursus masteropleiding. Drs. Hanneke de Laat Opleidingsmanager Master Leren en Innoveren Stoas Wageningen Vilentum Hogeschool 1 Ruijters, M. (2011). Leren en ontwikkelen van mens en organisatie. Rede in verkorte vorm uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van lector ecologie van het leren aan Stoas Hogeschool op 21 maart 2011. Wageningen: Stoas Hogeschool. 1

Hoofdstuk 1 Professional Master Leren en Innoveren (MLI) 1.1 Aanleiding Een permanente stroom van onderwijskundige innovaties vraagt om experts die innovaties evidence informed (Pollard, 2005 2 ) kunnen leiden en begeleiden. In het beroepsonderwijs en bedrijfsleven blijkt veel behoefte te zijn aan een professionaliseringstraject op masterniveau voor professionals gericht op de rolontwikkeling van de onderzoekende innovator van leren. De Masteropleiding Leren en Innoveren (MLI) komt aan deze behoefte tegemoet. Het doel van de MLI is om professionals gericht op leren/ontwikkelen (zoals docenten, teamleiders, adviseurs personeel & organisatie, managers) op te leiden om de rol van onderzoekende innovator van leren goed te kunnen vervullen. Hierbij gaat het om innovaties gericht op leren, instructie, training en human development. De afgestudeerde master heeft een leidende rol bij de ontwikkeling, implementatie en uitvoering van onderwijsvernieuwingen op basis van evidence informed practice/innovation 3. Hierdoor draagt de afgestudeerde master niet alleen bij aan de ontwikkeling van de individuele docent/kennismanager, maar aan de ontwikkeling van de gehele organisatie waar de docent/kennismanager werkzaam is. 1.2 Beroepsprofiel en arbeidsmarkt Gedurende de opleiding ontwikkelen masterstudenten hun competenties op het niveau van ontwikkelingsgericht en methodisch innoveren, evidence informed onderzoek, het begeleiden van collega s en het creatief ontwikkelen van onderwijsconcepten en materialen. De student is de spin in het web tussen management, teams, klanten en de wetenschap. Hij is in staat wetenschappelijke kennis en een hoog vaardigheidsniveau in te zetten in professionele ontwikkelingsprocessen in de eigen werkcontext. Dit beroepsprofiel komt tegemoet aan ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, zoals de wens de organisatie meer te laten aansluiten bij kenmerken en mogelijkheden van lerende in hun omgeving en bij de wensen van het beroepenveld maar vooral ook leaders te hebben in innovatie processen die op basis van hun kennis en kunde als innovator en onderzoeker hierin autoriteit van hun collega s verwerven. 1.3 Onderwijsvisie en didactiek Stoas Wageningen Vilentum Hogeschool 4 hanteert kenniscreërende en een constructivistische visie op leren. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de student productief en constructief om leert gaan met kennis, zodat de student kenniscompetent is en kennis nut oplevert voor de student zelf en voor zijn omgeving. De student construeert, in interactie met anderen (soms direct maar altijd gemedieerd door taal en cultuur), kennis over de werkelijkheid. Leren is daarmee een kenniscreërend, actief, constructief, diagnostisch, sociaal en een in de situatie (cultureel) ingebed proces. Het leren in de beroepspraktijk neemt daarbij een belangrijke plaats in. Het innovatieproject waarbinnen de student een onderzoek uitvoert, is in dit leren een bij uitstek kenniscreërend proces. Leren is daarin zowel een actieve individuele als ook een collectieve activiteit die tot betekenis leidt. Kenniscreatie is meer dan weten en geloven in een feit of theorie, het is veel meer een 2 Pollard, A. (2005). Reflective teaching. London, Contiunuum. 3 Evidence informed practice /innovation = het handelen in de praktijk is gebaseerd op, of laat zich voeden in de beslissingen die genomen worden door onderzoek of met inzichten uit onderzoek. 4 Hierna genoemd Stoas. 2

ontwerpmodus waarin inzicht gecreëerd wordt. Dit resulteert in nieuwe concepten voor de student zelf, waarop anderen kunnen voortbouwen. Ook de student bouwt hier weer op voort en kan daardoor samen met anderen tot veranderde of nieuwe collectieve kennis en inzichten komen. Deze manier van leren ontstijgt het kennen van feiten ( weten dat ) of vaardig procedures uitvoeren ( weten hoe ) en leidt tot kenniscompetente mensen. Dit is wat verwacht mag worden op masterniveau. De gehanteerde opleidingsdidactiek van de Master Leren en Innoveren steunt op vier belangrijke pijlers waarin de bovenstaande visie tot zijn recht komt: 1. Een authentiek probleem in het werkveld is het startpunt voor het leren van de student; 2. In zijn ontwikkeling werkt de student aan een integratie van drie verschillende kennismodi: wereld 3-kennis (algemeen wetenschappelijke, theoretische kennis), wereld 2-kennis (eigen opvattingen die het handelen sturen) en wereld 1-kennis (eigen ervaringskennis en werkveldkennis). 3. Motor van het leren is de motivatie om zich te willen professionaliseren in de rol van de onderzoekende innovator, waarin het gaat om zowel het doen van onderzoek als het aansturen en begeleiden van innovaties binnen concrete praktijksituaties. 4. Kenniscreatie wordt gefaciliteerd door communities (communities of practice en communities of learning (c.q. kenniscreatie)), waarin medestudenten en docenten, maar ook externe deskundigen deelnemen. Niet de monoloog of de dialoog, maar het kennis creëren met anderen en het samen bouwen aan de collectieve inzichten (conceptual artefacts) is een belangrijk leerelement en competentie van de onderzoekende innovator. In de MLI richt het onderwijs zich op de professionalisering c.q. competentieontwikkeling van studenten gerelateerd aan de innovatie van de praktijk van de studenten. De student zal op wetenschappelijke wijze verkregen kennis verbinden met zijn ervaringskennis en werkveldkennis in de praktijk, waardoor hij zijn eigen kennisideeën (theorieën) ontwikkelt. Hij doet dit door de theoretische kennisbasis uit te proberen in de context van het probleem of de innovatie waaraan hij werkt. Door vanuit de probleemcontext de wetenschap te bevragen leert hij wat deze kennis voor hem en zijn praktijk betekent. Door te onderzoeken wat een kennisidee of theorie wel of niet doet in de betreffende probleemcontext leert hij beargumenteren welke kennisinzichten relevant zijn en welke kennisinzichten toekomst hebben. 1.4 Opbouw curriculum en competenties Het studiejaar is het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daarop volgende jaar. Het onderwijsprogramma bestaat uit zeven thema s met parallel daaraan een doorlopende onderzoekslijn en ontwikkeling van de rol als onderzoekende innovator die resulteert in het masterexamen en de ontwikkelde rol als onderzoekende innovator. 3

De eindkwalificaties en daaraan gekoppelde competenties van de opleiding zijn vertaald in zeven thema's waaruit het curriculum is opgebouwd (zie afbeelding 1). 1. Thema innoveren in teams 2. Thema leren 3. Thema ontwerpen voor leren 4. Thema comuniceren binnen innovaties 5. Thema omgeving, ecologie van innoveren 6. Thema organiseren, methoden en technieken 7. Thema onderzoek en innovatie De studenten vormen tijdens de lesperioden inhoudelijke leergemeenschappen. Inhoudelijke vragen gerelateerd aan de competenties worden hierin vanuit het onderzoek van elke student ingebracht. Persoonlijke en collectieve inzichten die ontstaan in deze leergemeenschappen worden weer ingebracht in het onderzoek van de student. Elke periode wordt afgesloten met een studium, georganiseerd door masterstudenten. In het studium wordt gewerkt aan de collectieve kennisinzichten uit de leergemeenschap, interactief met authentieke acteurs, via masterclasses of virtuele conferenties (met buitenlandse personen bijvoorbeeld). Tijdens de opleiding voert de student een eigen onderzoek uit. De kennis en vaardigheden die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van deze stadia van onderzoek wordt aangeboden in de vorm van persoonlijke onderzoeksbegeleiding en leeractiviteiten binnen het thema organiseren, methoden en technieken. De competenties die de studenten ontwikkelen tijdens het opleidingstraject, zijn vastgesteld op basis van onderzoek en in overleg met het beroepenveld. De competenties voldoen tevens aan het Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL)-kader en de Dublin descriptoren. In tabel 1 zijn de opeenvolgende programmathema s genoemd met verwijzing naar de competenties van de MLI. Meer informatie over de competenties, de indicatoren voor die competenties, het bijbehorende onderwijsaanbod, studentactiviteiten, begeleiding en assessment is opgenomen in de bij de competenties behorende themabeschrijvingen. Deze zijn beschikbaar in Blackboard en worden bij start van ieder thema uitgereikt. Tabel 1: overzicht curriculum Master Leren en Innoveren Stoas Thema's EC Jaar Beoordeling/Assessment 1. Thema innoveren in teams 5 1 Themaproduct beoordeeld door opleidingsdocenten 2. Thema leren 5 1 Themaproduct beoordeeld door opleidingsdocenten 3. Thema ontwerpen voor leren 4. Thema communiceren binnen innovaties 5. Thema omgeving, ecologie van innoveren 5 1 Themaproduct beoordeeld door opleidingsdocenten 5 2 Themaproduct beoordeeld door opleidingsdocenten 5 2 Themaproduct beoordeeld door opleidingsdocenten 6. Thema organiseren, 5 1 Themaproduct: onderzoeksopzet beoordeeld door commissie met twee externe 4

methoden en technieken 7. Thema onderzoek en innovatie beoordelaars (wetenschapper en opdrachtgever) en een interne beoordelaar (opleidingsdocent) (go/no-go) 5 1 Assessment 1 ( baseline-assessment) beoordeeld door studiecoach (onderzoek-innovatieportfolio) 5 1 Assessment 2 beoordeeld door een opleidingsdocent (onderzoek-innovatieportfolio) 5 2 Assessment 3 beoordeeld door een opleidingsdocent (onderzoek-innovatieportfolio) 5 2 Assessment 4 = onderdeel masterexamen, beoordeling zie bij masterthesis (onderzoek-innovatieportfolio) 10 2 Masterthesis beoordeeld door de afstudeercommissie met twee externe beoordelaars (wetenschapper en opdrachtgever) en een interne beoordelaar (opleidingsdocent, niet de studiecoach) = onderdeel masterexamen Totaal 60 1.5 Toelating Om voor toelating in aanmerking te komen, dient de student minimaal twee jaar relevante praktijkervaring te hebben en in het bezit te zijn van een hbo-bachelordiploma. Kandidaten zijn bij voorkeur werkzaam als professionals gericht op leren/ontwikkelen (zoals docenten, teamleiders, adviseurs personeel & organisatie, managers) in het beroepsonderwijs of bedrijfsleven en werken in een innovatieve context waaraan zij de onderzoek-innovatieopdracht t.b.v. het thesisonderzoek kunnen verbinden. Studenten gaan zelf op zoek naar een innovatieopdracht, die door de toelatingscommissie tijdens de intake wordt beoordeeld op geschiktheid. Een competent (senior) persoon in de omgeving van de student fungeert gedurende het opleidingstraject als opdrachtgever en/of werkplekbegeleider voor dit onderzoek. Alvorens de student start met de master wordt er een intentieverklaring getekend door de opdrachtgever en de student. Een goede beheersing van de Engelse taal en een goede internetvoorziening zijn essentieel voor het succesvol afronden van de opleiding. Om de opleiding succesvol te kunnen doorlopen, moet de student minimaal 17,5 uur per week kunnen reserveren voor studieactiviteiten. 1.6 Intakeprocedure Het gesprek heeft o.a. betrekking op de motivatie van de student, condities voor het leren, het inzicht in het eigen leervermogen en leerwensen, abstractievermogen en mogelijkheden voor onderzoek en begeleiding op de eigen werkplek. De student verzamelt ter voorbereiding op het gesprek in een portfolio materialen ter ondersteuning van zijn aanmelding. Het intakegesprek dient 5

niet alleen als toelatingsmethodiek, maar is bij gebleken toelaatbaarheid tevens het vertrekpunt voor het leertraject van de student. 1.7 Instroommomenten Het studiejaar loopt van augustus tot augustus. Per nieuwe studiejaar starten we met een nieuwe groep. De planning van de themablokken is te vinden in bijlage 2. 1.8 Diplomering Na het behalen van alle credits (60) voor de Masteropleiding ontvangt de student het getuigschrift Master of Educuation for Professional Learning and Development (MEd). Meer informatie over procedure rondom afstuderen is beschikbaar op Blackboard. Hoofdstuk 2 Het programma 2.1 Kenmerken van het onderwijsprogramma Het programma van de MLI kan in 2 jaar worden afgerond. De normstudielast voor het programma is 17,5 uur per week. Daarbij is uitgegaan van 46 werkweken per jaar en deelname aan de Summer Course en Winter Course, die beide max. een week duren. In totaal omvat het programma 60 credits. De gemiddelde studielast is opgenomen in tabel 2. Tabel 2: overzicht programma in uren en credits Bijeenkomsten, Werkplekactiviteiten, workshops, gesprek experts, colleges, peerbegeleiding studium Thema Innoveren in teams Thema leren Thema Ontwerpen voor leren Thema Communiceren binnen innovaties Thema omgeving, ecologie van innoveren Thema organiseren, methoden, technieken Literatuur en zelfstudie, COL 30 30 Literatuur en zelfstudie: 40 COL: 30 30 30 Literatuur: 40 Overig en zelfstudie: 30 30 30 Literatuur en zelfstudie: 40 COL: 30 30 30 Literatuur en zelfstudie: 40 COL: 30 30 30 Literatuur en zelfstudie: 40 COL: 30 30 30 Literatuur en zelfstudie: 40 COL: 30 COP Totaal uren 10 140 5 10 140 5 10 140 5 10 140 5 10 140 5 10 140 5 Thema 40 80 Literatuur en 20 280 10 Credits 6

onderzoek en innovatie zelfstudie: 110 COL: 30 Rol ontwikkeling onderzoekende innovator 130 280 Literatuur en zelfstudie: 40 COL: 30 Totaal 350 uur 540 uur 630 uur 160 uur 2.2 Onderzoeks-innovatie ambitie 80 560 20 1680 uur 60 credits De onderzoeks-innovatie ambitie vormt de spil van de opleiding. Deze leeractiviteit voltrekt zich gedurende de volledige twee jaar van het mastertraject. De werkplek of externe opdrachtgever levert een relevant probleem of innovatietraject aan ten behoeve van onderzoek voor de student en levert tevens de condities waarin de student in zijn rol van onderzoekende innovator van leren onderzoek kan uitvoeren en eventuele oplossingen kan implementeren. De MLI faciliteert de student met het opbouwen van de benodigde kennis en vaardigheden en begeleiding voor het uitvoeren van onderzoek gedurende de opleiding. De onderzoeks-innovatie ambitie heeft betrekking op kwaliteit en effectiviteit van het bestaande onderwijs en onderwijsontwikkelingen binnen de context van een innovatietraject of -project. De student heeft de taak de onderwijsinnovatieactiviteit(en) op de werkplek te ondersteunen door degelijke analyse en opbrengsten van het proces op basis van onderzoek. Op deze wijze leert hij onderzoeksresultaten te gebruiken voor sturing, begeleiding en eventuele opschaling van onderwijsverbeteringen. Onderzoek hoeft niet per definitie verklarend, bewijs, voorspellende inzichten op te leveren (evidenced informed), ook het beter inzicht en begrijpen van de relaties in de activiteit in samenhang met betrokken actoren, het fenomeen, problematiek, object van onderzoek kan een als opbrengst worden gezien (explorerend en hermeneutisch onderzoek). Ook kan het actieonderzoek betreffen. De student werkt binnen de onderzoeks-innovatie opdracht op natuurlijke wijze in de beroepscontext aan de ontwikkeling van zijn competenties op masterniveau. 2.3 Leercommunities Ondersteuning van het leerproces vindt o.a. plaats vanuit het thema-aanbod per blok. Bovendien zullen studenten op basis van specifieke taken of aandachtsvelden binnen hun eigen opdracht communities of practice (COP) vormen. Binnen deze kleine communities wisselen de studenten praktische ervaringen uit, delen ze dilemma s, brengen ze kennis in en bouwen ze voort op elkaars inzichten en dragen uiteindelijk bij aan de collectieve kennisontwikkeling van de community. De COP wordt beschouwd als een kennis creërend, peer-coachend team, waarbinnen ook alumni actief kunnen zijn. 2.4 Onderzoeksbegeleiding intern en extern De student krijgt een vaste studiecoach die hem in de voortgang van zijn onderzoek begeleidt bij de onderzoeksfasen: probleemoriëntatie, probleemanalyse, literatuurstudie, hypothesevorming, opzetten van onderzoeksontwerp, uitvoering, dataverwerking, interpretatie van data en conclusies en schrijven van de thesis. De student krijgt bovendien een strippenkaart om externe expertbegeleiding in te zetten waar het gaat om specifieke expertise op het gebied van onderzoek. Dit betreft ook inhoudelijke domein expertise zoals (extra) gastdocenten/experts al of niet voor de hele groep of meerdere studenten tegelijk. 7

Op de werkplek wordt de student begeleid door zijn opdrachtgever, een senior mentor die de coaching op zich neemt m.b.t. de projectfasering. Regelmatig overleg met de opdrachtgever over de voortgang, richting die het project neemt, tussenproducten, planning en volgende te activeren fasen in het project is absoluut noodzakelijk. 2.5 Go-no go onderzoeksvoorstel Gedurende het eerste opleidingsjaar schrijft de student een onderzoeksvoorstel waarin voorbereidende activiteiten voor het onderzoek en het onderzoeksdesign (probleemstelling, vraagstelling, operationalisering, onderzoeksopzet) zijn beschreven. Een commissie, bestaande uit een opleidingsdocent, een externe wetenschapper en de opdrachtgever beoordeelt of het onderzoeksplan uitvoeringswaardig is (go of no/go). De student krijgt uitgebreide feedback en feedforward van alle commissieleden, wat verwerkt wordt in een rapportage. 2.6 Onderzoek uitvoering en waardering Gedurende de voorbereiding (eerste jaar) en uitvoering (tweede jaar) van de onderzoeksinnovatie-opdracht wordt de student begeleid door zijn studiecoach en een begeleider in de werksituatie. De opdracht mondt uit in het ter verdediging aanbieden van de masterthesis. De thesis wordt beoordeeld op - onderzoekstechnische kwaliteit - interpretatie van data - coherentie van de conclusies - innovatief karakter, relevantie en impact voor de praktijk - kennis creërend gehalte, bijdrage aan theorievorming - leesbaarheid Een toetsingscommissie van minimaal twee personen beslist of de thesis voor verdediging in aanmerking komt. De student verdedigt gedurende 45 minuten zijn thesis ten overstaan van de afstudeercommissie. In deze commissie hebben een wetenschappelijk onderzoeker, opdrachtgever en opleidingsdocent zitting. Na beraad adviseert de afstudeercommissie de examencommissie over het verlenen van de mastergraad, waaraan de lofprijzing met genoegen of cum laude kan worden toegevoegd. Procedurele informatie over de toekenning van de mastergraad is opgenomen in de Onderwijs- en Examenregeling (zie Stoas Hogeschool Intranet). 2.7 De thema s, het studium en de leercommunities De thema s die in het onderwijsaanbod voorkomen, zijn afgeleid van de competenties die de masterstudent ontwikkelt gedurende de opleiding. Binnen het tijdbestek van ieder thema ontwikkelt de student zich van bachelor- naar masterniveau om uiteindelijk bij de verdediging tijdens het masterexamen een volwaardig masterniveau te laten zien. Een gedetailleerde inhoud van ieder thema is opgenomen in de themahandleidingen. Daarin wordt voor ieder thema een situatieschets gegeven en wordt vermeld welke indicatoren gelden voor het gewenste niveau van kennis en inzicht, toepassing van verworven kennis en inzicht, oordeelvorming, communicatie en leervaardigheden. Er is ook aangegeven hoe feedback en assessment plaatsvinden, hoe het onderwijsprogramma eruit ziet en welke literatuur gebruikt wordt. Binnen de thema s vinden diverse leeractiviteiten plaats: de student volgt het groepsprogramma, doet aan kenniscreatie via het programma Knowledge Forum, geeft en 8

ontvangt feedback van medestudenten en wordt begeleid door zijn vaste studiecoach. Bovendien organiseert hij met zijn leergroep een (themagebonden) studium maand, waarin hij zich tot op masterniveau verdiept of gerichte thema gerelateerde vragen, uitmondend in een Studiumdag, waarin producten worden gepresenteerd die op basis van opgedane kennis en inzicht zijn ontstaan. De student bouwt per thema aan een portfolio op basis waarvan 5 credits worden toegekend bij voldoende prestaties waaruit de ontwikkeling naar masterniveau blijkt. 2.8 Begeleiding en beoordeling Tijdens de opleiding krijgen studenten regelmatig een waardering van medestudenten (peerfeedback in de COP), themadocent (via bijdragen in Knowledge Forum), studiecoach (onderzoeksbegeleiding). Deze waardering ondersteunt het proces van professionele ontwikkeling, maar speelt ook een belangrijke rol in de toekenning van studiepunten. Uitgangspunten van het toetsbeleid zijn beschreven in de informatiegids Waarderen en toekennen studiepunten., beschikbaar in de cursus Blackboard. 2.9 Summer Course en Winter Course Gedurende de opleiding gaan studenten tweemaal gezamenlijk op pad om zich te verdiepen in aspecten van leren en innoveren en onderzoek die thema overstijgend zijn. De Summer Course behelst een programma tijdens de opstart van de opleiding. Masterstudenten verdiepen zich in de wereld van onderwijs en onderzoek en de Knowledge Building (kenniscreatie) benadering. Zij zullen in de gelegenheid zijn presentaties, posters, demonstraties, kennisbijeenkomsten bij te wonen en in gesprek te gaan met onderzoekers en ontwikkelaars van over de gehele wereld. Op die manier maken zij kennis met de internationale knowledge building community. Studenten nemen deel aan het reguliere programma van een conferentie en wonen extra meetings specifiek voor de mastergroep bij. Het doel daarvan is kennis maken met de theorie en inhouden achter het gedachtegoed van Knowlegde Building en in gesprek gaan met de grondleggers prof. dr. Marlene Scardamalia en prof. dr. Carl Bereiter. Gastdocenten prof. dr. Kate Bielaczyc (Unversity of Singapore) en prof dr. Jan van Aalst (Faculty of Education, The University of Hong Kong) zullen indien mogelijk gastcolleges of workshops verzorgen op het gebied van learning communities en knowledge building in teacher education. De Winter Course project- and researchweek is een week waarin intensief gewerkt wordt aan specifieke onderzoeksvaardigheden in relatie tot de onderzoek-innovatie opdracht. De Winter Course is gepland in januari in het eerste leerjaar. Beoogde resultaten zijn: 1) Gericht kunnen werken met zoeksystemen en databases voor literatuur op gebied van onderwijs en onderzoek gekoppeld aan eigen onderzoek-innovatie-opdracht. 2) Refereren en zakelijk schrijven volgens APA stijl. 3) Bepalen van onderzoeksdoel en onderzoeksvraag (richtfase). 4) Het opstellen van een theoretisch kader volgens APA normen (richtfase). 5) Feedback-en feedforward op het eerste concept van het onderzoeksvoorstel aan het einde vnan de wintercourse door een review uitgevoerd door expert op gebied van onderzoek (intern en extern) en alumni. 9

Hoofdstuk 3 Organisatie en uitvoering 3.1 Master opleidingsmanager en Master director Naast de organisatorische en operationele wel en wee van de opleiding is de master opleidingsmanager aanspreekpunt voor de studenten waar het gaat om programma coördinatiezaken. In geval van klachten of het niet eens zijn met uitslag van examenonderdelen, kan de masterstudent een klacht neerleggen bij de commissie van beroep en commissie van bezwaar. Meer informatie hierover is terug te lezen in de Onderwijs-en examenregeling van de masteropleiding. Deze wordt bij de start van de opleiding uitgereikt en is digitaal beschikbaar op Intranet van Stoas Wageningen Vilentum Hogeschool. 3.2 Studentzaken en administratie Contactgegevens: Stoas Wageningen Vilentum Hogeschool Mansholtlaan 18, 6708 PA Wageningen Contactpersoon: Mevr. Marieke van Voorthuizen-Lokhorst E-mail: M.van.Voorthuizen@stoasvilentum.nl 3.3 Locatie Stoas heeft Wageningen als opleidingslocatie waar het themaonderwijs en overige groepsactiviteiten worden georganiseerd. Afspraken tussen studenten onderling en tussen individuele studenten en begeleiders of experts worden in onderling overleg gemaakt, bij voorkeur op de opleidingslocatie, maar ook via sociale media. 3.4 Planning en roosters De jaarplanning van het tweejarig opleidingstraject is opgenomen in bijlage 1. In dit overzicht is de samenhang van langlopende en bloksgewijze onderwijsactiviteiten van de studentengroep weergegeven. De deelnemers ontvangen uiterlijk twee weken voor de start van een nieuw thema schriftelijke informatie over het programma en de daarvoor noodzakelijke voorbereiding. Bovendien wordt voorafgaand aan ieder thema een kick-off meeting georganiseerd waarin inhoudelijke informatie wordt verstrekt ter voorbereiding van de activiteiten. Per thema wordt gewerkt met een terugkerend viermaandelijks programma. In dit programma zijn groepsbijeenkomsten gepland in de eerste, tweede en derde maand op vrijdag (9.00-21.00) en zaterdagochtend (9.00-12.00). In dit programma is tevens ruimte voor individuele afspraken: elke vrijdag van 12.00 tot 14.30. De vierde maand betreft de verdiepende studiummaand uitmondend in een studiumdag. De verdiepende activiteiten in de studiummaand en de delen met... -activiteiten op de studiumdag worden door studenten zelf per thema georganiseerd. 10

De data van planning van bijeenkomsten zijn terug te lezen in het jaarrooster behorende bij het opleidingsjaar waarin de masterstudent zich bevind. Deze informatie is beschikbaar in de blackboardcursus Master Leren en Innoveren. De studenten nemen het initiatief voor het maken van afspraken met hun studiecoach. Meer informatie over de gang van zaken rondom assessment en beoordeling is terug te lezen in het document Waarderen en toekennen studiepunten. Deze informatie is beschikbaar in een cursus Blackboard Master Leren en Innoveren. 3.5 Docenten en Management Voor de organisatie en uitvoering van de opleiding wordt beroep gedaan op een groot aantal interne en externe experts. Contactgegevens van betrokkenen: Master director Dr. Frank de f.de.jong@stoasvilentum.nl Jong Master Drs. Hanneke h.de.laat@stoasvilentum.nl opleidingsmanager de Laat Opleidingsdocent Drs. Hennie van h.van.heijst@stoasvilentum.nl Heijst Opleidingsdocent Drs. Tom van t.van.oeffelt@stoasvilentum.nl Oeffelt Opleidingsdocent Drs. Lia l.spreeuwenberg@stoasvilentum.nl Spreeuwenberg Opleidingsdocent Drs. Joan van j.van.den.ende@stoasvilentum.nl den Ende Opleidingsdocent Dr. Niek van n.van.berg@stoasvilentum.nl den Berg Opleidingsdocent Drs. Ard a.sonneveld@stoasvilentum.nl Sonneveld Opleidingsdocent Dr. Ilya ZItter i.zitter@stoasvilentum.nl Opleidingsdocent Opleidingsdocent Dr. Jantine van Beek Drs. Niek van Benthum j.van.beek@stoasvilentum.nl n.van.benthum@stoasvilentum.nl 3.6 Studiekosten, literatuur en randvoorwaarden De studiekosten voor de opleiding bestaan uit: - Collegegeld per studiejaar (wordt jaarlijks door ministerie OC&W vastgesteld) - Studiematerialen (boeken, artikelen etc.) jaar 1 1000,00 en jaar 2 600,00 - Summer Course (éénmalig gedurende opleiding) max. 1000,00 Indien werkzaam als docent in het beroepsonderwijs is het mogelijk om subsidiebeurs aan te vragen Erasmus+ regeling - Studentbijdrage 1 e jaars (diner, lunch tijdens bijeenkomsten) 200,00 p.j. Studenten dienen ervoor te zorgen dat zij de beschikking hebben over minimaal de verplichte literatuur van de verschillende thema s, welke de student zelf moet aanschaffen (digitaal, nieuw, 2 e hands). 11

3.7 Apparatuur en programma s Studenten dienen in het bezit te zijn van een laptop met office-programma s en software t.b.v. onderzoek (SPSS) en communicatie (o.a. Skype) en (draadloze) internetverbinding is een vereiste om onderzoeks- en communicatieactiviteiten efficiënt te laten plaatsvinden. Ook apparatuur zoals een digitale camera, hoofdtelefoon en apparatuur voor audio-opname zijn bijzonder handig om informatie te registreren en te verwerken. Tevens dienen zij lid te worden van een Universiteitsbibliotheek in den landen waar voldoende toegang is tot wetenschappelijke publicaties in het domein van de onderwijswetenschappen, innovatie- en veranderkunde. 3.8 Kwaliteitszorg en medezeggenschap De werkwijze rondom kwaliteitszorg is beschreven in het handboek Kwaliteitszorg masteropleiding Leren en Innoveren. Het kwaliteitszorgteam van Stoas is verantwoordelijk voor het uitvoeren van studenttevredenheidsonderzoeken. Bovendien zijn vertegenwoordigers uit het werkveld lid van de Raad van Advies van de MLI. Deze leden worden ingezet in begeleiding van het onderzoek en bij het master-examen. Studenten kunnen zich verkiesbaar stellen voor de studentgeleding van de Medezeggenschapsraad van Stoas en voor de opleidingscommissie. 3.9 In- en uitschrijving Aanmelding vindt plaats via www.studielink.nl Indien het advies van de toelatingscommissie, naar aanleiding van de intake, positief is wordt de student toegelaten. Ook adreswijziging of uitschrijving moeten aan Studielink worden doorgegeven. Indien een student zich wil uitschrijven, dan kan via de opleidingsmanager van de MLI een aanvraag voor uitschrijving gedaan worden. Een exitgesprek met de studiecoach is onderdeel van de procedure. Verder dient een student zich uit te schrijven via www.studielink.nl Voor meer informatie hierover kan contact worden gelegd met de opleidingsmanager van de MLI. 12

Hoodstuk 4 Informatie en communicatie 4.1 Website, intranet en elektronische leeromgeving Stoas intranet geeft informatie over alle opleidingen en diensten van Stoas. Nieuwsberichten over zaken die de hogeschool aangaan worden via intranet bekend gemaakt. Bij aanvang van de opleiding ontvangen studenten een account voor het Stoas-netwerk, te vinden op het intranet (www.stoashogeschool.nl). Met hun persoonlijke inloggegevens kunnen studenten via het intranet o.a. Knowledge Forum (KF), Blackboard (BB), Outlook. Het Stoas e-mailadres wordt gebruikt om te communiceren over praktische zaken gedurende de opleiding. Studenten zijn zelf verantwoordelijk voor de check van hun e-mail om op de hoogte te blijven van de laatste mededelingen. Er is een mogelijkheid om de Stoas e-mail te koppelen aan een persoonlijke e-mail adres. Deze informatie wordt uitgereikt tijdens een lesbijeenkomst. 4.2 Blackboard De masteropleiding Leren en Innoveren maakt gebruik van de cursus Master leren en innoveren in Blackboard om opleidingsdocumenten te publiceren. Hier worden alle relevante opleidingsdocumenten geplaatst, zoals het opleidingsprogramma, themabeschrijvingen en specifieke informatie over bijvoorbeeld begeleiding en beoordelen. Informatie die betrekking heeft op de gehele hogeschool, zoals regelingen voor gebruik van apparatuur en lijsten van medewerkers, is beschikbaar via intranet. 4.3 Contacten binnen de mastergroep: Outlook en Knowledge Forum Personeel van de hogeschool en studenten kunnen elkaar bereiken via het e-mailprogramma Outlook. In dit programma is het mogelijk groepen of individuen te adresseren. Het programma Knowledge forum wordt gebruikt voor inhoudelijke kenniscreatie in de COP en ook de inhoudelijke begeleiding. De kenniscreatie op KF wordt ondersteund met Face-to-Face (F2F) kenniscreatiegesprekken tijdens de maandelijkse bijeenkomsten. Masterstudenten hebben de mogelijkheid om buiten de maandelijks bijeenkomsten te overleggen met medestudenten. Hiervoor kunnen werkruimtes in het Stoas schoolgebouw gereserveerd worden via outlook. 4.4 Studievoortgangsregistratie in Alluris Inzage van de registratie van studievoortgang in het programma Alluris is mogelijk via intranet met de persoonlijke inloggegevens. 13

Hoofdstuk 5 Praktische zaken 5.1 Voorzieningen Op de opleidingslocatie in Wageningen zijn o.a. de volgende ruimten en voorzieningen aanwezig: theorielokalen, vergaderruimten, presentatieruimte en een Open Leer Centrum. Tijdens de onderwijsdagen zijn voor de mastergroep de voor de groepsactiviteiten noodzakelijke voorzieningen gereserveerd. 5.2 Bibliotheek Via de zoeksystemen van de bibliotheken kunnen studenten online teksten downloaden of aanvragen en boeken lenen. Met name om ook op het gebied van wetenschappelijke (onderwijskundige) literatuur gebruik te kunnen maken van de meest actuele (internationale) bronnen, dient iedere student in overleg een lidmaatschap bij één van de universitaire bibliotheken te nemen (bijvoorbeeld bij de Radboud Universiteit Nijmegen, Universiteit Utrecht, Universiteit Twente of Wageningen Universiteit). Een indicatie voor de kosten hiervan is een bedrag van 15 tot 50 euro, afhankelijk van de geleverde faciliteiten. 5.3 Regeling voor gebruik van ruimten en materialen De gebouwen zijn op werkdagen geopend van 07.30 tot 18.00 uur. Op dinsdag, woensdag- en donderdagavond geldt tevens een avondopenstelling van 18.00 tot 19.30 uur. Voor het geval studenten buiten de onderwijsblokken tijd willen doorbrengen op de locaties gelden de regels voor gebruik van het gebouw en faciliteiten zoals vermeld in de infogidsen van de locatie. Inzage in die gidsen is mogelijk via Intranet. 5.4 Surfspot en netwerkopslag Naast de website heeft de school een intranet (https://intranet.stoasvilentum.nl) op de login pagina tref je een aantal koppelingen naar programma s die in je studietijd van belang kunnen zijn. De belangrijkste naast de intranet login is de koppeling naar het schoolnetwerk waar eigen netwerkschrijfruimte beschikbaar wordt gesteld. Een andere aardige koppeling is de link naar de online winkel van SURF, Surfspot. Hier is goedkope legale software en andere ict-producten verkrijgbaar. 5.5 Arbo en bedrijfshulpverlening Studenten en personeel genieten dezelfde bescherming vanuit de arbeidsomstandighedenwet. Het aanspreekpunt m.b.t. ARBO-zaken binnen de directie is Madelon de Beus. Op de opleidingslocatie is een team van bedrijfshulpverleners actief die in voorkomende gevallen een drietal taken hebben: het verrichten van levensreddende handelingen bij incidenten, het blussen van beginnende kleine branden en het coördineren van ontruimingen van het gebouw. De BHV-ers zijn tijdens calamiteiten herkenbaar aan hun gekleurde helm. Tijdens alarm zijn studenten en personeel verplicht aanwijzingen van de BHV-ers op te volgen en te letten op de vluchtroutes die in het gebouw zijn aangegeven. Meer informatie over de procedure bij calamiteiten is te vinden in de infogidsen van de opleidingslocatie. 14

5.6 Bereikbaarheid Adresgegevens opleidingslocatie: Stoas Wageningen Vilentum Hogeschool Mansholtlaan 18 6708 PA Wageningen Routebeschrijving openbaar vervoer en per auto is te vinden op de website www.stoasvilentum.nl 15

Bijlage 1 Curriculum 2 jarige Masteropleiding Leren en Innoveren; opzet thema 1

Thema Tijdlijn Competentielijn Master - CoP Maand 2 Maand 1 Maand 3 Thema Maand 4 Studiummaand Studiumdag Master Leren en Innoveren - Community of Practice. Kenniscreatie onderzoek + onderzoeksbegeleiding input M&T - O&I Methoden & Technieken, Organiseren & Innoveren input Learning Community Thema - niveau Persoonlijke en collectieve kennisverdieping alle studenten Publiceerbare inzichten Inzichten relevant voor eigen onderzoekthematiek Inhoudelijke voorbereiding studium Virtueel en face to face Werken aan kennis & inzichten: Aanbrengen van kennisbasis: Colleges Aan de competentie gerelateerde thema-onderwerpen & opdrachten Niveau assessment Actuele wetenschappelijke literatuur (artikelen, authentieke publicaties) Gastdocenten Masterclasses Open space Georganiseerd Masterclasses door de Workshops voor het veld studenten Werkt dit bij mijn opdracht? Discussiepanel Competentieontwikkeling: Theorie en lopend onderzoek met kennis Virtuele conferenties met auteurs publiek gaan Bezoek conferenties Bachelor Master 2 feedback & feedforward