BIJLAGENRAPPORT 9. GEmALEN Of vermalen worden fase 3 OPEN SCHROEFPOMPEN. w09 RAPPORT

Vergelijkbare documenten
Schroefcentrifugaalpompen

Bijlagenrapport 9 Open schroefpompen

BIJLAGENRAPPORT 3. GEmALEN Of vermalen worden fase 3 VIJZELS & FAUNAPOMP. w03 RAPPORT

Bijlagenrapport 7 Gesloten schroefpompen (compact)

Bijlagenrapport 8 Gesloten schroefpompen

Bijlagenrapport 4 Centrifugaalpompen

Bijlagenrapport 6 Hidrostalpompen

Bijlagenrapport 3 Vijzels; faunapomp

Onderwerp: Voorlopige resultaten doortrekmetingen vislift H&Z polder Datum: Kenmerk: /not02 Status: Definitief Opsteller: J.

De visstand in vaarten en kanalen

Het visperspectief. Een blije blik? Veel vragen, weinig antwoorden! Peter Heuts Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden

2 Materiaal en methode

Bijlagenrapport 10 Visvriendelijke hidrostal en Amarex KRT(D)

Onderzoek naar de visdichtheid in de Twentekanalen m.b.v. sonar

NATUURATLAS ZAANSTAD VISSEN

MONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012

Vissen met een potje water edna metabarcoding

Monitoring vismigratie - najaar 2013/ voorjaar 2014

Vismigratie onder het kanaal

Visstand Haringvliet en Voordelta - heden -

Visserij Service Nederland sterk in viswerk Monitoring vismigratieknelpunten 2013

KNNV afdeling Delfland

Experimentele inventarisatie van visschade bij gemalen

Vertroebeling en (verarming van) de visstand in het Julianakanaal. Jasper Arntz 6 juni 2013

edna vismonitoring van grote modderkruiper naar soortsamenstelling (KRW)

Vismigratie onderzoek Hertogswetering

Bekdraden en rugvinnen in Gelderland Determinatie en visgemeenschappen

Waterschap Zuiderzeeland

KRW visstandbemonstering Waterschap Rivierenland 2014

Rapportnummer: /rap02 Status rapport: Definitief Datum rapport:

Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland

VISSTANDSONDERZOEK OP DE LEIEMEANDER TE WEVELGEM, West-Vlaanderen Burg 2B B-8000 Brugge. Duboislaan 14 B-1560 Hoeilaart-Groenendaal

Rapport vissterfte op de Boezingegracht augustus 2013

Soortenlijst zoete wateren en FAME-indeling voor gilden

Nieuwsbrief 18 van RAVON Afdeling Utrecht Maart 2015

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest

Wetterskip Fryslân. Monitoring van vismigratie bij gemaal J.L. Hoogland en de Johan Friso-sluis. Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2.

Visbestandopnames op de Noordede en de Blankenbergsevaart (2009)

Resultaten monitoring Koopmanspolder

Vismonitoring Hollandse IJssel 2003

Met DNA visstand monitoren op de grote rivieren

Netwerk vissenwaarnemers Noord-Brabant

Flora- en faunabemonstering Capreton en Linge

Rapport Hengelvangstregistraties Volkerak-Zoommeer en kanalen

Werkprotocol onderzoeken vismigratie

Biomassaschatting van de pelagische visstand in een haven van de Antwerpse Linkerscheldeoever

Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen

VISPASSAGES IN HET BEHEERSGEBIED VAN WATERSCHAP REGGE EN DINKEL

Onderzoek naar het visbestand in de Leiemeanders Wevelgem, Bavikhove en de oude Leiearm Ooigem- Desselgem, najaar 2013.

Steeknet & Hengelvangstregistratie

Vistoets Opsterlandse Compagnonsvaart

Onderzoeksrapport. Sonaronderzoek naar de visdichtheid. zomer mei Onderdeel van: Rapport visserijkundig onderzoek Lauwersmeer.

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest. Leiemeanders Oost-Vlaanderen

RWS Waterdienst. Monitoring van de visstand in 4 afgeschermde en 4 open kribvakken in de Lek bij Everdingen in Projectnummer:

RAVON Vissenweekend 2011 Limburg

Witteveen+Bos B.V. t.a.v. R. ter Harmsel MSc Ecologie Postbus AE Deventer

1 HET AANVRAGEN VAN WEDSTRIJDEN OP FEDERATIEF WATER... 2

Onderzoek naar het visbestand in de Scheldemeanders Kriephoek, Nedername en de Mesureput, najaar 2013.

Aanpassing vismaatlatten voor M-typen. Inleiding. Inleiding. 1 - Deelmaatlat Aantal soorten. 1 - Deelmaatlat Aantal soorten

Rivierkreeften, wat doen we ermee? Menno Soes

Rapportage Fuikenmonitoring Vispassage Vechtpark Vechtpark te Hardenberg

Rode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014

Hoogheemraadschap van Rijnland. Monitoring van stroomafwaartse migratie van vis bij gemaal Katwijk

Inventarisatie vissen in de Harderhoek en de Stille Kern, Flevoland

TREKVISSEN IN HET MEER EN DE POLDERS VAN UBBERGEN EN BEEK. onderzoek aan vier vispassages

Visserij Service Nederland sterk in viswerk Monitoring vismigratieknelpunten 2011

Onderzoek naar het visbestand in enkele meervormige viswateren in provincie Antwerpen, najaar 2013.

Visbestandopnames op het Kanaal van Beverlo 2011-Bemonsteringsverslag

Onderzoek naar de visoverleefbaarheid. Ennemaborgh op 23 oktober 2012

Vis en Kaderrichtlijn Water in Zeeland

Visbestandopnames in het Netebekken 2011-Bemonsteringsverslag

Onderzoek naar de visstand in Tochten H en J

KRW visstandmonitoring Woldmeer 2016

Evaluatie stroboscooplampen en FishTrack bij gemaal Offerhaus. Stroomafwaartse migratie

Visbestandopnames in het bekken van de Brugse polders 2012Bemonsteringsverslag

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Schoendalebocht, Oude Leiearm te St-Baafsvijve en het Waggelwater, 2012

Onderzoek naar het visbestand in enkele stilstaande viswateren in het Vlaamse Gewest. Openbare Scheldemeanders West-Vlaanderen

Rapport Monitoring Bijvangst Krabbenvisserij IJsselmeer

KRW visstandmonitoring Kanalen Oldambt 2016

Visonderzoek Gamerensche Plas

KRW-visstandmonitoring Kanaal Fiemel 2011

Visserij Service Nederland sterk in viswerk Visinventarisatie 2014

Visvriendelijk waterbeheer. Aanleg vispassage bij renovatie gemalen Kerkeland en Vuylcop-Oost in Schalkwijk

Vissoorten Aal Herkenning: Verspreiding: Voedsel: Lengte afgebeelde vis: Lengte tot circa: Snoek Herkenning: Verspreiding: Voedsel:

! " # # $ ( ) * +, ( " - +. ( '. / / #

KRW-visstandmonitoring Noord-Willemskanaal 2013

Bepaling visaanbod Noordoost-Groningen

Langlopend onderzoek naar het visbestand in de Boven-Schelde

EINDRAPPORT TESTFASE PROJECT VISVRIENDELIJK SLUISBEHEER AFSLUITDIJK EN HOUTRIBDIJK

Visstandonderzoek in vier waterlichamen in het beheergebied van waterschap Zuiderzeeland 2013

KRW visstandmonitoring Oldambtmeer 2016

Vismonitoring Aqualân Grou 2013 A&W-rapport 1942

RAVON Vissenweekend 2007 Biesbosch

Provinciale Visserijcommissie West-Vlaanderen Technische vergadering 15 februari 2019 Ambtswoning van de gouverneur

Vismonitoring Aqualan Grou 2012 A&W-rapport 1828

Visrechten Water Verhuurder Huurder Visrecht Ringvaart HHS van Schieland WJ den Boer volledig Ringvaart Hennipsloot

Onderzoek naar het visbestand in de kleine en stilstaande wateren Hazewinkel, De Bocht en Den Aerd, 2012

Visbestandopnames op het Albertkanaal (2008)

Kader Richtlijn Water

Onderzoek naar het visbestand in stilstaande viswateren, Scheldemeander Nederename, Eine de Ster-Noord & Zuid, Heurne den Heuvel en Spettekraai 2018.

Transcriptie:

BIJLAGENRAPPORT 9 GEmALEN Of vermalen worden fase OPEN SCHROEFPOMPEN RAPPORT w9

BIJLAGENRAPPORT 9 Gemalen of vermalen worden fase Open schroefpompen RAPPORT w9 Bijlagenrapport 9 bij het hoofdrapport Gemalen of vermalen worden (fase ). Onderzoek naar de visvriendelijkheid van 6 opvoerwerktuigen (STOWA -) stowa@stowa.nl www.stowa.nl TEL 6 FAX 6 Stationsplein 89 88 LE Amersfoort POSTBUS 8 8 CD AMERSFOORT Publicaties van de STOWA rapporten kunt u bestellen op www.stowa.nl

Colofon Amersfoort, februari Uitgave: Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer Postbus 8 8 CD Amersfoort Projectuitvoering: Visadvies BV, Nieuwegein Begeleidingscommissie: A. Tomson, M. Beers, J. van Alphen, J. Lammers, H. Maandag, G.J. van Dijk, M. Thanhausser, G. Alkemade, P. Heuts, J. van IJmeren. Expertgroep: W. de Wit, M. Klinge, T. Buijse, R. Schreuders, G. Manshanden, N. Brevé. (Eind)redactie: Pui Mee Chan, Bert-Jan van Weeren STOWA: -W-9 Op stowa.nl kunt u een exemplaar van dit rapport bestellen, of een pdf van het rapport downloaden. Kijk onder de kop Producten Publicaties. Copyright De informatie uit dit rapport mag worden overgenomen, mits met bronvermelding. De in het rapport ontwikkelde, dan wel verzamelde kennis is om niet verkrijgbaar. De eventuele kosten die STOWA voor publicaties in rekening brengt, zijn uitsluitend kosten voor het vormgeven, vermenigvuldigen en verzenden. Disclaimer Dit rapport is gebaseerd op de meest recente inzichten in het vakgebied. Desalniettemin moeten bij toepassing ervan de resultaten te allen tijde kritisch worden beschouwd. De auteurs en STOWA kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade die ontstaat door toepassing van het gedachtegoed uit dit rapport.

Inhoudsopgave Algemeen... Tilburg.... Algemene overzichten.... Tijdseries... 9. Schade in relatie tot vislengte... 9. Schadetypen... Nijverheid.... Algemene overzichten.... Tijdseries... 8. Schade in relatie tot vislengte... 9. Schadetypen... Thabor.... Algemene overzichten.... Tijdseries... 8. Schade in relatie tot vislengte... 9. Schadetypen...

Algemeen De open schroefpompen die zijn onderzocht door de monitoring van de natuurlijke doortrek betreffen: opvoerwerk Tilburg; opvoerwerk Nijverheid; opvoerwerk Thabor. Dit zijn allen conventionele open schroefpompen die voornamelijk van elkaar verschillen op basis van capaciteit. Tilburg. Algemene overzichten In navolgende figuren en tabellen worden de resultaten gepresenteerd welke verkregen zijn bij opvoerwerk Tilburg. In tabel. is de visserij inspanning behorend bij de natuurlijke doortrek weergegeven. In deze tabel wordt per datum het aantal lichtingen weergegeven, evenals het tijdbestek waarin gevist is (inclusief maalduur). In totaal is er bij opvoerwerk Berkel vijf maal gemonitord in de periode van 9 oktober tot en met december 9. Tijdens deze periode zijn in totaal fuiklichtingen uitgevoerd en heeft het opvoerwerk 7,6 maaluren gemaakt. tabel. Visserij inspanning natuurlijke doortrek. Datum Volgnr Begintijd Eindtijd Maalduur (uren) 9-okt-9 :: ::,8 -okt- 9 -okt- 9 :: ::, :: ::,8 -nov-9 :: ::, 6-nov-9 :: ::,8 9-nov- 9 -nov- 9 6 :: :: 6, 7 :: ::,8 -dec-9 8 :: ::, -dec-9 9 :: ::, -dec-9 :: ::, Totaal maaluren 7,6 In tabel. is de visserij inspanning weergegeven, behorend bij de aanbodsbepaling van vis aan de instroomzijde van het opvoerwerk. In deze tabel is per datum weergegeven hoeveel tijd het vangtuig in het water heeft gestaan. Het aanbod van vis is bepaald door middel van een aalfuik en visfuik, welke respectievelijk 8, en 7, etmalen in het water hebben gestaan.

tabel. Visserij inspanning aanbod (uren). Datum Aalfuik Visfuik 9-okt-9,, -okt-9, 7,8 -nov-9 7, 7, 6-nov-9, 9-nov-9 7, 7, -nov-9,, -dec-9,, -dec-9,8,8 -dec-9,8,8 Totaal uren 9,7 68, Totaal etmalen 8, 7, In tabel. is de totale vangst van vis welke het opvoerwerk gepasseerd heeft weergegeven, in de periode zoals in tabel. is vermeld. Tevens is de minimale en maximale lengte van de gevangen soorten weergegeven, evenals het totale vangstgewicht per soort. tabel. Totale vangst natuurlijke doortrek. Soort N L min L max Gewicht (kg) baars 98 6,99 brasem 67 8,97 blankvoorn 7,6 ddstekelbaars 8, giebel 6 8 6,7 hybride 9, karper 6,8 kolblei 967 7,7 paling 9 8 78,9 pos 86 6 8, riviergrondel 8,8 ruisvoorn 8 7, snoekbaars 6 8, snoek 8 8, winde 9 9,7 Totaal 68 9, In totaal zijn er tijdens de bemonsteringsmethode iets meer dan 6. exemplaren gevangen, overeenkomend met iets meer dan 9 kg. Zowel op aantal- als gewichtbasis werd de vangst van de natuurlijke doortrek vooral gevormd door de soorten brasem en kolblei. In totaal zijn er verschillende soorten aangetroffen welke het opvoerwerk passeerden (exclusief hybride, een kruising tussen twee cyprinidae). Deze vissen hadden een lengte variërend van cm (kolblei) tot maximaal 78 cm (paling).

In tabel. worden de vangsten van de aanbodfuiken weergegeven (totale vangst), welke verkregen is door middel van de inspanning welke in tabel. is weergegeven. Deze totale vangst presenteert tevens de minimale en maximale lengte van de gevangen soorten, evenals het totale vangstgewicht per soort. In totaal zijn er iets meer dan. exemplaren gevangen aan de aanbodzijde, overeenkomend met bijna 7 kg. Op basis van aantallen bestaat deze vangst met name uit kolblei en brasem. Het grootste aandeel in de biomassa wordt gevormd door respectievelijk kolblei, snoek, paling en brasem In totaal bestaat het aanbod van vis uit verschillende soorten (exclusief hybride, een kruising tussen twee cyprinidae). De kleinste aangetroffen vis had een lengte van cm (kolblei), de grootste had een lengte van 8 cm (paling). tabel. Totale vangst aanbodfuiken. Soort N L min L max Gewicht (kg) baars 6, brasem 9 6 8,8 blankvoorn 6 6, giebel 8 9,6 hybride 7, kolblei 6, paling 7 8 8,69 pos 9 6,8 ruisvoorn 6 8, snoekbaars 66,6 snoek 7 79 9,8 zeelt 6 8,77 Totaal 7 6,8 In figuur. is het aandeel (%) vis weergegeven dat het opvoerwerk passeerde, of dat in de fuiken aan de instroomzijde is aangetroffen (aanbod). Het totale aantal gevangen exemplaren is hierbij het totaal (passage + aanbod). Bij de presentatie van de gegevens is onderscheidt gemaakt in lengteklasse (tot en met cm of groter). De figuur geeft weer in hoeverre er een verschil is in passage en aanbod tussen de verschillende lengteklassen en vissoorten. 6

Passage Aanbod Alver Baars Bittervoorn Brasem Blankvoorn DD-stekelbaars Giebel Karper Kolblei Kopvoorn Paling Pos Roofblei Riviergrondel Ruisvoorn Snoekbaars Snoek TD-stekelbaars Vetje Winde Zwartbekgrondel Zeelt Vis< cm. : Tilburg % % % 7% % 7 98 7 7 77 8 8 86 8 6 9 9 Passage Aanbod Alver Baars Bittervoorn Brasem Blankvoorn DD-stekelbaars Giebel Karper Kolblei Kopvoorn Paling Pos Roofblei Riviergrondel Ruisvoorn Snoekbaars Snoek TD-stekelbaars Vetje Winde Zwartbekgrondel Zeelt Vis> cm. : Tilburg % % % 7% % 9 9 8 8 6 6 7 8 6 figuur. Procentueel aandeel vis < cm en vis > cm in aanbod en natuurlijke doortrek (passage). Bij de vissen groter dan cm zijn van de soorten brasem, blankvoorn, giebel, karper, kolblei en snoekbaars relatief veel soorten na passage aangetroffen. Bij paling passeerden 9 van de 6 aangetroffen exemplaren het opvoerwerk, terwijl bij de zeelt geen enkel exemplaar het opvoerwerk passeerde, hoewel er wel enkele in het aanbod zaten. Bij de vissen met een lengte tot cm is veruit het grootste deel na passage aangetroffen.. In tabel. zijn de gegevens weergegeven uit figuur.. Hierbij wordt tevens het percentage weergegeven van de lengteklassen behorend bij aanbod en passage. Het aanbod van vis bestaat voor 87,% uit exemplaren tot cm en voor,% uit exemplaren groter dan cm. Van de passerende vissen behoort 7,6% tot de lengteklasse groter dan cm en bestaat 9,% van de vangst uit exemplaren met een lengte tot cm. Het aandeel van vis groter dan cm is hiermee bijna tweemaal zo groot in het aanbod in vergelijking met passage. 7

tabel. len van soorten in lengte klassen in aanbod en passage. Soort Vis < Vis > cm cm Aanb. Pass. Aanb. Pass. baars 98 brasem 7 8 9 blankvoorn 7 dd-stekelbaars 8 giebel 6 8 hybride karper 6 kolblei 9 77 6 paling 7 9 pos 9 86 riviergrondel 8 ruisvoorn 7 snoekbaars 8 8 snoek winde zeelt 6 Totaal 7 7 6 Percentage 87, 9,, 7,6 In tabel.6 is voor cyprinidae en percidae weergegeven hoeveel exemplaren per maaluur het opvoerwerk passeerden en welk aantal/percentage dit niet overleefde. tabel.6 passages en per maaluur cyprinidae en percidae. Datum Volgnr cyprinidae Pass. per maaluur Dood per maaluur percidae Pass. per maaluur Dood per maaluur 9--9,,, 6,,,9 9--9 8,,, 8,,, --9,, 8,,,, --9 97, 7, 7,7 6,,, 6--9 67, 8,7 7,6 8,,7, 9--9 6 8, 9,8,9,,, --9 7 7,8 8,, 6,,, --9 8,8,, 9,,8 6, --9 9 8,,,,, 9, --9 6, 7, 9, 9,8,, Het totaal aantal passages varieert bij cyprinidae tussen de, tot meer dan per maaluur. Bij de percidae varieert het aantal passages tussen de 9,8 en 6 per maaluur. 8

. Tijdseries In figuur. is per meetronde grafisch weergegeven hoeveel cyprinidae of percidae per lichting het opvoerwerk passeerden (aantal passages per maaluur). Tevens is het bijbehorende sterftepercentage weergegeven. cyprinidae: Tilburg percidae: Tilburg N passages per maaluur Gepasseerd % 7% % % % % schade per datum N passages per maaluur Gepasseerd % 7% % % % % schade per datum 9-9- - - 6-9- Datum - - - - 9-9- - - 6-9- Datum - - - - figuur. Opbouw passages en per maaluur cyprinidae (links) en percidae (rechts). Het aantal passages per maaluur vertoont voor cyprinidae en percidae enige gelijkenis, waarbij het aantal passages het hoogst was tijdens de eerste meting en begin november. In het algemeen geldt dat tijdens de eerste fuiklichting van elke meetronde ( x uur) veelal een hoger aantal passages per maaluur is waargenomen.. Schade in relatie tot vislengte In figuur. is voor cyprinidae de lengtefrequentieverdeling van het aanbod en passage weergegeven. Tevens is weergegeven welke aantallen geen of lichte schade opliepen, of zelfs dood waren na passage van het opvoerwerk. LF cyprinidae. Gemaal: Tilburg (Passage) LF cyprinidae en. Dood Licht passages Geen 7 8 6 8 6 6 6 9

LF cyprinidae. Gemaal: Tilburg (Aanbod) 8 6 8 6 6 figuur. LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en %) en LF-verdeling aanbod. Het aanbod van cyprinidae bestaat veelal uit vis met een lengte tot circa cm. De lengtefrequentieverdeling van de cyprinidae welke het opvoerwerk passeerden vertoont hierbij een sterke gelijkenis met die van het aanbod. Het sterftepercentage neemt toe bij een toename in lengteklasse. Overigens is sterfte waargenomen over de gehele lengterange van de gepasseerde cyprinidae. In figuur. wordt de lengtefrequentieverdeling van de percidae weergegeven (aanbod en passage). Tevens is weergegeven welke aantallen geen of lichte schade opliepen, of zelfs dood waren na passage van het opvoerwerk. LF percidae. Gemaal: Tilburg (Passage) Dood Licht Geen LF percidae en. passages 8 6 6 6

LF percidae. Gemaal: Tilburg (Aanbod) 6 figuur. LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en %) en LF-verdeling aanbod. Het aanbod van percidae bestaat voornamelijk uit exemplaren met een lengte tot cm, wat ook enigszins is waargenomen bij de percidae welke het opvoerwerk passeerden. Bij deze lengteklasse was het sterftepercentage veelal beperkt. De percidae met een lengte groter dan cm ( in totaal) overleefde de passage echter allen niet. Hierdoor ontstaat de indruk dat het sterftepercentage groter is bij een toenemende lengteklasse. Het sterftepercentage van percidae groter dan cm is echter gebaseerd op slechts vissen. In figuur. is voor alle schubvis de lengtefrequentieverdeling van het aanbod en passage weergegeven. Tevens is weergegeven welke aantallen geen of lichte schade opliepen, of zelfs dood waren na passage van het opvoerwerk. LF schubvis. Gemaal: Tilburg (Passage) LF Schubvis en. Dood Licht Geen passages 8 8 6 8 6 6 6 7 8 6 7 8

LF Schubvis. Gemaal: Tilburg (Aanbod) 8 6 8 6 6 7 8 figuur. LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en percentage) en LF-verdeling aanbod. Door het hoge aantal cyprinidae in zowel passage als aanbod vertonen bovenstaande lengtefrequentieverdelingen, evenals het bijbehorende sterftepercentage, een grote gelijkenis met de figuren van de cyprinidae. Bij een grotere lengteklasse wordt een hoger schadepercentage waargenomen, waarbij deze naar de % gaat bij schubvissen met een lengte van tot cm. De lengtefrequentieverdelingen van aal aan de instroomzijde (aanbod) en uitstroomzijde (passage) zijn weergegeven in figuur.6. Tevens is weergegeven welke aantallen geen of lichte schade opliepen, of de passage zelfs niet overleefden. LF aal. Gemaal: Tilburg (Passage) LF Aal en. Dood Licht Geen passages 8 6 6 7 8 9 6 7 8 9

LF Aal. Gemaal: Tilburg (Aanbod) 6 7 8 9 figuur.6 LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en percentage) en LF-verdeling aanbod. De meeste alen in zowel aanbod als passage vallen in de lengteklasse van circa tot 8 cm. Van de negen alen welke opvoerwerk Tilburg passeerden overleefden twee dit niet en raakte er één licht beschadigd. Het aantal passerende exemplaren per familie en lengteklasse is weergegeven in tabel.7. Tevens wordt weergegeven welke aantallen geen of lichte schade opliepen, of de passage niet overleefden. Bij sterfte is tevens de proportie weergegeven, evenals de bijbehorende boven- en ondergrens (bij 9% betrouwbaarheidsinterval). tabel.7 Gepasseerde aantallen en schade per familie. Percentage schade, schadeproportie en betrouwbaarheidsinterval (x = dood; N= totaal gepasseerd). Tilburg Tilburg Familie LK Dood Licht Geen totaal x N Bovengrens Ondergrens Proportie anguillidae > 6 9 anguillidae > 9,6,8, cyprinidae < 8 9 cyprinidae < 8 9,97,68,79 > 76 9 8 cyprinidae > 76 8,7,7, esocidae > esocidae >,,, gasterosteidae < 8 8 gasterosteidae < 8,8,, percidae < 9 998 6 percidae < 6,669,9,8 > 6 8 percidae > 6 8,7,78,7 totaal 77 796 68 Van de meer dan 6. vissen welke het opvoerwerk passeerden raakten er 77 licht beschadigd en gingen er. dood. De betrouwbaarste sterftepercentages zijn behaald bij de cyprinidae (beide lengteklassen) en percidae (tot cm). Bij de cyprinidae groter dan cm is een relatief hoog sterftepercentage waargenomen wat tussen de 7 en 7% ligt. Bij de kleine cyprinidae ligt dit percentage lager, rond de 8%. De kleine cyprinidae ondervinden wel een hogere sterfte kan de percidae in dezelfde lengteklasse, waarbij het sterftepercentage circa % is. Bij de percidae groter dan cm zit het sterftepercentage tussen de 7 en 76%. De kans op schade per familie en lengteklasse is weergegeven in figuur.7, evenals het 9% betrouwbaarheidsinterval.

- - - - Schade percentage (%) % 7% 9 9 8 8 6 8 % % % anguillidae > cobitidae < cottidae < Kans op schade (met interval) bij gemaal: Tilburg cyprinidae < cyprinidae > esocidae < esocidae > gasterosteidae < gobiidae < osmeridae < percidae < percidae > pleuronectidae < salmonidae > figuur.7 Kans op schade (rode bal) en 9% betrouwbaarheidsinterval (zwarte staaf) van schade Bovenstaande figuur geeft duidelijk weer dat het sterftepercentage van de cyprinidae en kleine percidae vrij duidelijk is vastgesteld. Bij de percidae groter dan cm is de kans op sterfte waarschijnlijk vrij groot. Bij de alen is enige sterfte te verwachten, maar is door het beperkte aantal gepasseerde exemplaren de betrouwbaarheid beperkt.. Schadetypen Het schadebeeld bij opvoerwerk Tilburg is weergegeven in tabel.8. Het schadebeeld bij dit opvoerwerk wordt gedomineerd door insnijdingen / doorsnijdingen, dat met 8,% het hoogst scoort. Daarna volgen abnormale zwembewegingen,%, breuken / facturen met,% en schade aan ogen met,%. Beschadigingen aan kieuwdeksels etc. werden niet waargenomen. Het schadebeeld is bepaald op basis van individuen. tabel.8 Typering van de schade bij opvoerwerk Tilburg Schadetype Percentage schade. Insnijding / doorsnijding 8,%. Breuken / fracturen,%. Schade aan (of ontbrekende) ogen,%. Beschadiging aan (of omgeklapte) kieuwdeksels/bogen,%. Abnormale zwembewegingen (zonder uiterlijke beschadigingen),% Nijverheid. Algemene overzichten In navolgende figuren en tabellen worden de resultaten verkregen bij opvoerwerk Nijverheid gepresenteerd.

In tabel. is de visserij inspanning behorend bij de natuurlijke doortrek weergegeven. In deze tabel wordt per meetronde het aantal lichtingen weergegeven, evenals het tijdbestek waarin gevist is (inclusief maalduur). In totaal is er bij opvoerwerk Nijverheid vijf maal gemonitord in de periode van 9 oktober tot en met december 9. In deze periode hebben er fuiklichtingen plaatsgevonden. Het opvoerwerk heeft gedurende deze periode 9, maaluren gemaakt. tabel. Visserij inspanning natuurlijke doortrek. Datum Volgnr Begintijd Eindtijd Maalduur (uren) 9-okt-9 :: ::,8 9-okt-9 :: ::, -okt-9 :: ::,9 -nov-9 :: ::,8 6-nov-9 :: ::, 9-nov- 9 6 :: :: 6,7 -nov- 9 7 :: ::,9 -dec-9 8 :: ::,7 -dec-9 9 :: ::,7 -dec-9 :: ::,9 Totaal maaluren 9, In tabel. is de visserij inspanning weergegeven, behorend bij de aanbodsbepaling van vis aan de instroomzijde van het opvoerwerk. In deze tabel is per datum weergegeven hoeveel tijd het vangtuig in het water heeft gestaan. Het aanbod van vis is bepaald door middel van een aalfuik, die 9, etmalen in het water heeft gestaan in de periode waarin ook de natuurlijke doortrek is bepaald. tabel. Visserij inspanning aanbod (uren). Datum Aalfuik Visfuik 9-okt-9, 9-okt-9, -okt-9, -nov-9,8 6-nov-9, 9-nov-9, -nov-9, -dec-9,8 -dec-9, -dec-9, Totaal uren 7, Totaal etmalen 9, In tabel. is de totale vangst van vis welke het opvoerwerk gepasseerd heeft weergegeven, in de periode zoals in tabel. is vermeld. Tevens is de minimale en maximale lengte van de gevangen soorten weergegeven, evenals het totale vangstgewicht per soort.

tabel. Totale vangst natuurlijke doortrek. Soort N L min L max Gewicht (kg) baars 6,6 brasem,79 blankvoorn 9 6 6, kolblei, paling 7,9 pos 69 6,9 td-stekelbaars, winde 9 9, zeelt 6,6 Totaal, In totaal zijn er tijdens de monitoring van de natuurlijke doortrek exemplaren gevangen, overeenkomend met bijna kg. Op basis van aantallen en biomassa bestaat deze vangst grotendeels uit pos en baars. In totaal zijn er 9 verschillende soorten aangetroffen welke het opvoerwerk passeerden. Deze vissen hadden een lengte variërend van cm (tiendoornige stekelbaars en zeelt) tot maximaal 7 cm (paling). In tabel. worden de vangsten van de aanbodfuiken weergegeven (totale vangst), welke verkregen is door middel van de inspanning welke in tabel. is weergegeven. Deze totale vangst presenteert tevens de minimale en maximale lengte van de gevangen soorten, evenals het totale vangstgewicht per soort. tabel. Totale vangst aanbodfuiken. Soort N L min L max Gewicht (kg) baars, blankvoorn 7 8 6,9 paling 8 8,9 snoek, Totaal, In totaal zijn er slechts exemplaren gevangen aan de aanbodzijde, overeenkomend met iets meer dan, kg. Het aanbod bestaat uit verschillende soorten. De kleinste aangetroffen vis had een lengte van 8 cm (blankvoorn), de grootste vis had een lengte van cm (snoek). In figuur. is het aandeel (%) vis weergegeven dat het opvoerwerk passeerde, of dat in de fuiken aan de instroomzijde is aangetroffen (aanbod). Het totale aantal gevangen exemplaren is hierbij het totaal (passage + aanbod). 6

Bij de presentatie van de gegevens is onderscheidt gemaakt in lengteklasse (tot en met cm of groter). De figuur geeft weer in hoeverre er een verschil is in passage en aanbod tussen de verschillende lengteklassen en vissoorten. Passage Aanbod Alver Baars Bittervoorn Brasem Blankvoorn DD-stekelbaars Giebel Karper Kolblei Kopvoorn Paling Pos Roofblei Riviergrondel Ruisvoorn Snoekbaars Snoek TD-stekelbaars Vetje Winde Zwartbekgrondel Zeelt Vis< cm. : Nijverheid % % % 7% % 7 69 6 Passage Aanbod Alver Baars Bittervoorn Brasem Blankvoorn DD-stekelbaars Giebel Karper Kolblei Kopvoorn Paling Pos Roofblei Riviergrondel Ruisvoorn Snoekbaars Snoek TD-stekelbaars Vetje Winde Zwartbekgrondel Zeelt Vis> cm. : Nijverheid % % % 7% % figuur. Procentueel aandeel vis < cm en vis > cm in aanbod en natuurlijke doortrek (passage) Doordat het aanbod van vis zeer beperkt was is het lastig een vergelijking te maken tussen aanbod en passage. Bij de vissen met een lengte tot cm zijn met name exemplaren aangetroffen bij passage (met name baars en pos). In de lengteklasse groter dan cm zijn veelal slechts enkele exemplaren aangetroffen. In tabel. geeft de gegevens weer uit tabel.. Hierbij wordt tevens het percentage weergegeven van de lengteklassen behorend bij aanbod en passage. Het aanbod van vis bestaat voor 7% uit vis tot cm en voor % uit vis groter dan cm. Dit aanbod was echter zeer beperkt. Na passage is de verhouding tussen de lengteklassen 97,7% voor vis tot cm en,% voor vis groter dan cm. tabel. len van soorten in lengte klassen in aanbod en passage. Soort Vis < Vis > 7

cm cm Aanb. Pass. Aanb. Pass. baars brasem blankvoorn 6 7 kolblei paling pos 69 snoek td-stekelbaars winde zeelt Totaal 7 7 8 Percentage 7, 97,7,, In tabel.6 is voor cyprinidae en percidae weer hoeveel exemplaren per maaluur het opvoerwerk passeerden en welk aantal/percentage dit niet overleefde. tabel.6 passages en per maaluur cyprinidae en percidae. Datum Volgnr cyprinidae Pass. per maaluur Dood per maaluur percidae Pass. per maaluur 9--9,,, 7,9 Dood per maaluur, 9--9,,, 7,7,, --9,,, 6,,, --9,,,,,, 6--9,,, 6,7,, 9--9 6,,,,7,, --9 7,9, 9, 7,,, --9 8,,,,8,, --9 9,6,, 6,,, --9,7,, 6,9,, Het totaal aantal passages varieert bij cyprinidae tussen geen enkele vis tot maximaal, per maaluur. Bij percidae ligt dit aantal hoger, variërend tussen de,8 en 7,9 passages per maaluur.. Tijdseries In figuur. is per lichting grafisch weergegeven hoeveel cyprinidae of percidae het opvoerwerk passeerden (aantal passages per maaluur). Tevens is het bijbehorende sterftepercentage weergegeven. 8

N passages per maaluur cyprinidae: Nijverheid Gepasseerd % 7% % % % schade per datum N passages per maaluur percidae: Nijverheid Gepasseerd % 7% % % % schade per datum % % 9-9- - - 6-9- Datum - - - - 9-9- - - 6-9- Datum - - - - figuur. Opbouw passages en per maaluur cyprinidae (links) en percidae (rechts). Het aantal passages per maaluur laat voor zowel cyprinidae als voor percidae een grillig verloop in de tijd zien. Bij cyprinidae is deze passage constant laag, terwijl deze bij percidae enigszins lijkt af te nemen eind november.. Schade in relatie tot vislengte In figuur. is voor cyprinidae de lengtefrequentieverdeling van het aanbod en passage weergegeven. Tevens is weergegeven welke aantallen geen of lichte schade opliepen, of zelfs dood waren na passage van het opvoerwerk. 6 LF cyprinidae. Gemaal: Nijverheid (Passage) Dood Licht Geen 6 LF cyprinidae en. passages 8 6 6 6 9

LF cyprinidae. Gemaal: Nijverheid (Aanbod) 6 figuur. LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en %) en LF-verdeling aanbod. Door het zeer beperkte aanbod van cypriniden is het lastig de lengtefrequentieverdelingen te vergelijken. Wel geldt dat de meeste cyprinidae weke het opvoerwerk passeerden circa cm of kleiner waren. Het sterftepercentage lijkt enigszins toe te nemen bij een toenemende lengteklasse, al is dit door het lage aantal passages niet eenduidig vast te stellen. In figuur. wordt de lengtefrequentieverdeling van de percidae weergegeven (aanbod en passage). Tevens is weergegeven welke aantallen geen of lichte schade opliepen, of zelfs dood waren na passage van het opvoerwerk. LF percidae. Gemaal: Nijverheid (Passage) Dood Licht Geen LF percidae en. passages 8 8 6 8 6 6 6 6

LF percidae. Gemaal: Nijverheid (Aanbod) 6 figuur. LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en %) en LF-verdeling aanbod. Doordat het aanbod van percidae slechts uit één gevangen vis bestaat is dit niet te vergelijken met de gepasseerde lengteklassen. Met name percidae kleiner dan cm hebben het opvoerwerk gepasseerd. Hierbij is voor alle aangetroffen lengteklassen een vrij laag sterftepercentage waargenomen welke in veel gevallen % was. Percidae groter dan circa cm hebben het opvoerwerk niet gepasseerd. In figuur. is voor alle schubvis de lengtefrequentieverdeling van het aanbod en passage weergegeven. Tevens is weergegeven welke aantallen geen of lichte schade opliepen, of zelfs dood waren na passage van het opvoerwerk. LF Schubvis en. Gemaal: Nijverheid (Passage) LF Schubvis en. Dood Licht Geen passages 8 8 6 8 6 6 6 7 8 6 7 8

LF Schubvis. Gemaal: Nijverheid (Aanbod) 6 7 8 figuur. LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en %) en LF-verdeling aanbod. Doordat met name de soorten pos en baars het opvoerwerk gepasseerd hebben vertoont de lengtefrequentieverdeling van passage grote gelijkenis met die van de percidae. Het sterftepercentage verschilt wel enigszins, met name door het sterftepercentage wat bij de cyprinidae is waargenomen. De lengtefrequentieverdelingen van aal aan de uitstroomzijde van het opvoerwerk (passage) en aan de instroomzijde (aanbod) zijn weergeven in figuur.6. Tevens is weergegeven welke aantallen geen of lichte schade opliepen, of de passage zelfs niet overleefden. Aan de instroomzijde van het opvoerwerk (aanbod) is geen aal gevangen. LF aal. Gemaal: Nijverheid (Passage) LF Aal en. Dood Licht Geen passages 8 6 6 7 8 9 6 7 8 9

LF Aal. Gemaal: Nijverheid (Aanbod) 6 7 8 9 figuur.6 LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en %) en LF-verdeling aanbod. Zowel bij aanbod als passage zijn bijna geen exemplaren gevangen. De twee alen welke het opvoerwerk passeerden deden dit beide zonder aantoonbare schade. Het aantal passerende exemplaren per familie en lengteklasse is weergegeven in tabel.7. Tevens wordt weergegeven welke aantallen geen of lichte schade opliepen, of de passage niet overleefden. Bij sterfte is tevens de proportie weergegeven, evenals de bijbehorende boven- en ondergrens (bij 9% betrouwbaarheidsinterval). tabel.7 Gepasseerde aantallen en schade per familie. Percentage schade, schadeproportie en betrouwbaarheidsinterval (x = dood; N= totaal gepasseerd). Nijverheid Nijverheid Familie LK Dood Licht Geen totaal x N Bovengrens Ondergrens Proportie anguillidae > anguillidae >,89,, cyprinidae < cyprinidae <,78,7,667 > cyprinidae >,89,6, gasterosteidae < gasterosteidae <,89,, percidae < percidae <,78,, > percidae >,89,, totaal 6 9 Van de in totaal gepasseerde vissen (waarvan percidae tot cm) zijn er 6 die dit niet hebben overleefd en waren er geen licht beschadigd. Vanwege het veelal beperkte aantal passages zijn enkel bij percidae met een lengte tot cm betrouwbare sterftepercentages vast te stellen. Het sterftepercentage ligt hierbij vrijwel zeker onder de % De kans op schade per familie en lengteklasse is weergegeven in figuur.7, evenals het 9% betrouwbaarheidsinterval.

- - - - Schade percentage (%) % 7% % % % anguillidae > cobitidae < cottidae < Kans op schade (met interval) bij gemaal: Nijverheid cyprinidae < cyprinidae > esocidae < esocidae > gasterosteidae < gobiidae < osmeridae < percidae < percidae > pleuronectidae < salmonidae > figuur.7 Kans op schade (rode bal) en 9% betrouwbaarheidsinterval (zwarte staaf) van schade De figuur geeft duidelijk weer dat de meest betrouwbare sterftepercentages zijn verkregen bij percidae met een lengte tot cm. Daarnaast is het waarschijnlijk dat cyprinidae een hoger sterftepercentage hebben, alleen is de betrouwbaarheid van deze waarden beperkt.. Schadetypen Het schadebeeld bij opvoerwerk Nijverheid is weergegeven in tabel.8. Het schadebeeld bij dit opvoerwerk wordt volledig bepaald door de categorie insnijdingen / doorsnijdingen dat scoort met %. Bedacht moet worden dat dit slechts op basis van 6 dode vissen is gebeurd waarmee het schadebeeld onnauwkeurig is. tabel.8 Typering van de schade bij opvoerwerk Nijverheid. Schadetype Percentage schade. Insnijding / doorsnijding,%. Breuken / fracturen,%. Schade aan (of ontbrekende) ogen,%. Beschadiging aan (of omgeklapte) kieuwdeksels/bogen,%. Abnormale zwembewegingen (zonder uiterlijke beschadigingen),% Thabor. Algemene overzichten In navolgende figuren en tabellen worden de resultaten verkregen bij opvoerwerk Thabor gepresenteerd. In tabel. is de visserij inspanning behorend bij de natuurlijke doortrek weergegeven. In deze tabel wordt per meetronde het aantal lichtingen weergegeven, evenals het tijdbestek waarin gevist is (inclusief maalduur). In totaal is er bij opvoerwerk Thabor zes maal gemonitord ( maal x uur en maal x uur) in de periode van oktober tot en met december 9. Het opvoerwerk heeft gedurende deze periode 9, maaluren gemaakt.

tabel. Visserij inspanning natuurlijke doortrek. Maalduur Datum Volgnr Begintijd Eindtijd (uren) -okt-9 9:: ::, 6-okt-9 9:: ::, -okt-9 9:: :: 6, -okt-9 9:9: :9:, -nov-9 7:: 9::, -nov-9 6 7:: 8::, 7-nov- 9 8-nov- 9 6-nov- 9 7 6:: :: 7, 8 6:: ::, 9 :: :: 6, -dec-9 :: ::, Totaal maaluren 9, In tabel. is de visserij inspanning weergegeven, behorend bij de aanbodsbepaling van vis aan de instroomzijde van het opvoerwerk. In deze tabel is per datum weergegeven hoeveel tijd het vangtuig in het water heeft gestaan. Het aanbod van vis is bepaald door middel van een aalfuik, welke respectievelijk,7 etmalen heeft gestaan. tabel. Visserij inspanning aanbod (uren). Datum Aalfuik Visfuik -okt-9 8, 6-okt-9 6, 9-okt-9 69, -okt-9,8 -okt-9 6, -nov-9,8 -nov-9,8 7-nov-9, 8-nov-9,8 6-nov-9 8,8 7-nov-9,8 Totaal uren, Totaal etmalen,7 De totale vangst van vis welke het opvoerwerk gepasseerd heeft is weergegeven in tabel., in de periode zoals in tabel. is vermeld. Tevens is de minimale en maximale lengte van de gevangen soorten weergegeven, evenals het totale vangstgewicht per soort. In totaal zijn er tijdens de bemonsteringsmethode exemplaren gevangen, overeenkomend met circa, kg. Op basis van aantallen hebben met name de soorten baars en giebel het opvoerwerk gepasseerd, op basis van biomassa met name paling en giebel. tabel. Totale vangst natuurlijke doortrek. Soort N L min L max Gewicht

(kg) baars 9 6 9, bittervoorn 6 8, brasem 6 9, blankvoorn 7, dd-stekelbaars, giebel 6 7 6,7 kolblei, paling 7,8 pos 7, riviergrondel 6, vetje, zeelt, Totaal, In totaal zijn er verschillende soorten aangetroffen welke het opvoerwerk passeerden. Deze vissen hadden een lengte variërend van cm (driedoornige stekelbaars) tot maximaal 7 cm (paling). In tabel. worden de vangsten van de aanbodfuiken weergegeven (totale vangst), welke verkregen is door middel van de inspanning welke in tabel. is weergegeven. Deze totale vangst presenteert tevens de minimale en maximale lengte van de gevangen soorten, evenals het totale vangstgewicht per soort. tabel. Totale vangst aanbodfuiken. Soort N L min L max Gewicht (kg) baars 7, bittervoorn 6, brasem 6, giebel 6 7,9 paling 69 6 7, pos 8, riviergrondel, snoek 7 7,6 vetje 6 7, Totaal,7 In totaal zijn er exemplaren gevangen aan de aanbodzijde, overeenkomend met circa kg. Op aantalbasis bestaat het aanbod met name uit giebel en paling, op basis van biomassa vooral uit paling. In het aanbod zijn 9 verschillende soorten aangetroffen. De kleinste aangetroffen vis had een lengte van cm (bittervoorn), de grootste had een lengte van 7 cm (paling). In figuur. is het aandeel (%) vis weergegeven dat het opvoerwerk passeerde, of dat in de fuiken aan de instroomzijde is aangetroffen (aanbod). Het totale aantal gevangen exemplaren is hierbij het totaal (passage + aanbod). 6

Bij de vissen groter dan cm is het meest opvallende het relatief hoge aandeel van paling in het aanbod, iets wat ook is waargenomen bij giebels (beide lengteklassen). Van de soorten baars en blankvoorn (< cm) geldt dat deze met name bij passage zijn aangetroffen. Passage Aanbod Alver Baars Bittervoorn Brasem Blankvoorn DD-stekelbaars Giebel Karper Kolblei Kopvoorn Paling Pos Roofblei Riviergrondel Ruisvoorn Snoekbaars Snoek TD-stekelbaars Vetje Winde Zwartbekgrondel Zeelt Vis< cm. : Thabor % % % 7% % 89 7 Passage Aanbod Alver Baars Bittervoorn Brasem Blankvoorn DD-stekelbaars Giebel Karper Kolblei Kopvoorn Paling Pos Roofblei Riviergrondel Ruisvoorn Snoekbaars Snoek TD-stekelbaars Vetje Winde Zwartbekgrondel Zeelt Vis> cm. : Thabor % % % 7% % 69 figuur. Procentueel aandeel vis < cm en vis > cm in aanbod en natuurlijke doortrek (passage) De gegevens uit figuur. zijn weergegeven in tabel.. Hierbij wordt tevens het percentage weergegeven van de lengteklassen behorend bij aanbod en passage. Het aanbod van vis bestaat voor 7, % uit vis tot cm en voor 9,% uit vis groter dan cm. Na passage is deze verhouding 87,% voor vis tot cm en,8% voor vis groter dan cm. De verhouding tussen de beide lengteklassen verschilt hiermee enigszins tussen aanbod en passage. tabel. len van soorten in lengte klassen in aanbod en passage. Soort Vis < Vis > cm cm Aanb. Pass. Aanb. Pass. 7

baars 89 bittervoorn brasem blankvoorn 7 dd-stekelbaars giebel kolblei paling 69 pos riviergrondel snoek vetje zeelt Totaal 77 77 7 6 Percentage 7, 87, 9,,8 In tabel.6 is voor cyprinidae en percidae weergegeven hoeveel exemplaren per maaluur het opvoerwerk passeerden en welk aantal/percentage dit niet overleefde. tabel.6 passages en per maaluur cyprinidae en percidae. Datum Volgnr cyprinidae Pass. per maaluur Dood per maaluur percidae Pass. per maaluur Dood per maaluur --9,9,,,,, 6--9,,,,6,, --9,8,,,,, --9,,,,,, --9,,,,,, --9 6,,,,,, 7--9 7,,7 79,,,, 8--9 8,8, 9,9,,, 6--9 9,,,,,, 7--9,8,,7,,, Het totaal aantal passages varieert bij cyprinidae tussen, tot maximaal, passages per maaluur. Bij percidae ligt dit aantal tussen, tot, passages per maaluur. Sterfte is enkel bij de cyprinidae waargenomen en was maximaal circa 9%. Tijdseries In figuur. is per lichting grafisch weergegeven hoeveel cyprinidae of percidae het opvoerwerk passeerden (aantal passages per maaluur). Tevens is het bijbehorende sterftepercentage weergegeven. 8

N passages per maaluur 6 cyprinidae: Thabor Gepasseerd % 7% % % % % schade per monsternummer N passages per maaluur 8 6 percidae: Thabor Gepasseerd % 7% % % % % schade per datum - 6- - - - - Datum 7-8- 6-7- - 6- - - - - Datum 7-8- 6-7- figuur. Opbouw passages en per maaluur cyprinidae (links) en percidae (rechts). De passage van cyprinidae was het hoogst in de periode van half tot eind november, bij percidae was dit begin november het geval. In het geval van de percidae is geen sterfte waargenomen, bij de percidae met name in november, bij een hoger aantal passages per maaluur.. Schade in relatie tot vislengte In figuur. is voor cyprinidae de lengtefrequentieverdeling van het aanbod en passage weergegeven. Tevens is weergegeven welke aantallen geen of lichte schade opliepen, of zelfs dood waren na passage van het opvoerwerk. 6 LF cyprinidae. Gemaal: Thabor (Passage) Dood Licht Geen 6 LF cyprinidae en. passages 8 8 6 8 6 6 6 6 9

LF cyprinidae. Gemaal: Thabor (Aanbod) 6 6 figuur. LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en %) en LF-verdeling aanbod. De lengtefrequentieverdeling van aanbod en passage tonen een grote gelijkenis, waarbij met name exemplaren kleiner dan cm zijn aangetroffen. Bij een toenemende lengte is hierbij duidelijk een toename in het sterftepercentage waarneembaar, welke boven een lengte van cm waarschijnlijk minimaal % is. In figuur. wordt de lengtefrequentieverdeling van de percidae weergegeven (aanbod en passage). Tevens is weergegeven welke aantallen geen of lichte schade opliepen, of zelfs dood waren na passage van het opvoerwerk. LF percidae. Gemaal: Thabor (Passage) Dood Licht Geen LF percidae en. passages 8 6 6 6

LF percidae. Gemaal: Thabor (Aanbod) 7 6 6 figuur. LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en %) en LF-verdeling aanbod. Het beperkte aantal aangetroffen percidae in het aanbod had veelal een lengte van circa cm. Bij passage werd een enigszins vergelijkbare lengtefrequentieverdeling waargenomen. Bij passage van deze lengteklassen (tot maximaal circa cm) is geen sterfte waargenomen. In figuur. is voor alle schubvis de lengtefrequentieverdeling van het aanbod en passage weergegeven. Tevens is weergegeven welke aantallen geen of lichte schade opliepen, of zelfs dood waren na passage van het opvoerwerk. LF Schubvis en. Gemaal: Thabor (Passage) LF Schubvis en. Dood Licht Geen passages 8 6 6 7 8 6 7 8

LF Schubvis. Gemaal: Thabor (Aanbod) 6 6 7 8 figuur. LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en %) en LF-verdeling aanbod. De lengtefrequentieverdeling van aanbod en passage van schubvis komt redelijk overeen, waarbij het grootste aantal vissen kleiner dan cm is en de maximale lengte circa cm bedraagt. Het sterftepercentage komt sterk overeen met dat van de cyprinidae, waarbij een toename van het percentage is te zien bij een grotere lengte van de vis. In figuur.6 is voor aal de lengtefrequentieverdeling van het aanbod en passage weergegeven. Tevens is weergegeven welke aantallen geen of lichte schade opliepen, of zelfs dood waren na passage van het opvoerwerk. LF aal. Gemaal: Thabor (Passage) LF Aal en. Dood Licht Geen passages 8 6 6 7 8 9 6 7 8 9

LF Aal. Gemaal: Thabor (Aanbod) 6 6 7 8 9 figuur.6 LF-verdeling en schade bij passage (aantallen en %) en LF-verdeling aanbod. Zowel in het aanbod als bij passage zijn alen in de lengterange van circa tot 7 cm aangetroffen, waarbij de meeste alen kleiner dan cm waren. Bij de algen welke het opvoerwerk passeerden is boven een lengte van circa cm vrij veel sterfte waargenomen. Het aantal passerende exemplaren per familie en lengteklasse is weergegeven in tabel.7. Tevens wordt weergegeven welke aantallen geen of lichte schade opliepen, of de passage niet overleefden. Bij sterfte is tevens de proportie weergegeven, evenals de bijbehorende boven- en ondergrens (bij 9% betrouwbaarheidsinterval). Van de gepasseerde vissen zijn er die dit niet hebben overleefd en waren er licht beschadigd. Voor de percidae tot cm geldt dat deze vrijwel zonder sterfte het opvoerwerk kunnen passeren. Bij cyprinidae in deze lengteklasse is echter een aanmerkelijk sterftepercentage waargenomen van circa %. Ook voor de aal geldt dat het sterftepercentage vrij hoog is, ongeveer 8%. Het betrouwbaarheidsinterval is hierbij echter vrij groot. tabel.7 Gepasseerde aantallen en schade per familie. Percentage schade, schadeproportie en betrouwbaarheidsinterval (x = dood; N= totaal gepasseerd). Thabor Thabor Familie LK Dood Licht Geen totaal x N Bovengrens Ondergrens Proportie anguillidae > 8 anguillidae > 8,66,8,8 cyprinidae < 9 7 cyprinidae < 7,7,79, > cyprinidae >,996,9,6667 gasterosteidae < gasterosteidae <,89,, percidae < percidae <,6,, > percidae >,89,, totaal 6 Van de overige families/lengteklassen hebben weinig exemplaren het opvoerwerk gepasseerd, waardoor geen duidelijk beeld van het sterftepercentage is verkregen.

- - - - De kans op schade per familie en lengteklasse is weergegeven in figuur.7, evenals het 9% betrouwbaarheidsinterval. Schade percentage (%) % 7% 7 % % % anguillidae > cobitidae < cottidae < Kans op schade (met interval) bij gemaal: Thabor cyprinidae < cyprinidae > esocidae < esocidae > gasterosteidae < gobiidae < osmeridae < percidae < percidae > pleuronectidae < salmonidae > figuur.7 Kans op schade (rode bal) en 9% betrouwbaarheidsinterval (zwarte staaf) van schade Uit bovenstaande figuur is duidelijk het lage sterftepercentage van percidae kleiner dan cm waarneembaar en het relatief hoge sterftepercentage van cyprinidae kleiner dan cm.. Schadetypen Het schadebeeld bij opvoerwerk Thabor is weergegeven in tabel.8. Het schadebeeld bij dit opvoerwerk wordt volledig bepaald door de categorie insnijdingen / doorsnijdingen dat scoort met %. Bedacht moet worden dat dit slechts op basis van dode vissen is gebeurd waarmee het schadebeeld onnauwkeurig is. tabel.8 Typering van de schade bij opvoerwerk Thabor Schadetype Percentage schade. Insnijding / doorsnijding,%. Breuken / fracturen,%. Schade aan (of ontbrekende) ogen,%. Beschadiging aan (of omgeklapte) kieuwdeksels/bogen,%. Abnormale zwembewegingen (zonder uiterlijke beschadigingen),%