Rapportering Coördinatieopdracht Kleine Nete. Bijlage 3. Projectnota Sigmaplan Nete en Kleine Nete

Vergelijkbare documenten
gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan vallei van de kleine nete en aa

Rapport van de informatieavond op 6 november 2013 over het Sigmaproject georganiseerd n.a.v. de Coördinatieopdracht voor de vallei van de Kleine Nete

Rapportering Coördinatieopdracht Kleine Nete. Bijlage 6. Nota ADLO globale evaluatie landbouwimpact

Hoe omgaan met de landbouwbedrijven in Varenheuvel-Abroek

Werken Sigmaplan Netevallei starten in Polder van Lier

Demerdag Demer als Sigmaproject: Sigmaplan Demervallei

Geactualiseerd Sigmaplan: een unieke kans voor natuur

Raamakkoord en NIP Blankaart regelen afspraken over waterpeilen en natuurherstel

Rapportering Coördinatieopdracht Kleine Nete. Bijlage 7. Bundel projectfiches

Erkenning natuurreservaat Rothoek-Kwarekken Erkenning van het privaat natuurreservaat E-211 Rothoek-Kwarekken te Westerlo (Antwerpen) 21 juni 2012

Water en natuur: complexe uitdaging in een versnipperd landschap. Koen Martens, VMM AOW met input van vele collega s

Natuurdoelstellingen voor Vogelrichtlijngebied IJzervallei. Danny Maddelein Agentschap voor Natuur en Bos

2. men is aangifteplichtig vanaf een gebruik vanaf 2 ha of een productie vanaf 300 kg fosfaat.

- Goedele Schuerman, DenS Communicatie

ONTMOET DE SCHELDE. VNSC SYMPOSIUM Antwerpen

Goedele Schuerman, DenS Communicatie

Natuurdoelen realiseren in een versnipperd Vlaanderen

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei

SIGMAPLAN - participatief beleid

Drie dossiers instandhoudingsdoelstellingen van Vogelrichtlijngebieden

BOUWEN AAN DE TOEKOMST. Hans De Preter

Toelichting scenario overstromingsgebied vallei van de Aa Oud-Turnhout 5 juni 2019

Opvolgingscommissie Kleine Nete

PERSMEDEDELING VAN DE VLAAMSE OVERHEID 7 november 2012 VLAAMSE REGERING KIEST VOOR BREED OVERLEG BIJ UITVOERING PLANNEN HAVEN VAN ANTWERPEN

WATERPROEF. Het geactualiseerde SIGMAPLAN en de Antwerpse Scheldekaaien. Naar een klimaatbestendig Antwerpen

VR DOC.1571/2

Managementplan. Griet Beckers 09 september 2014

VOORWOORD. L.S., Beste lezer,

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

Participatie bij de opmaak en realisatie van de Europese natuurdoelen in Vlaanderen

V L A A M S E R E G E R I N G Vergadering van vrijdag 12 december

CONCREET VOORBEELD. Ga vervolgens naar stap 2

Datum: 19/04/2017 Rita Heyvaert (Omgeving Vlaanderen) Betreft : Beschrijvende nota bouwaanvraag Polder van Lier

Rapportering Coördinatieopdracht Kleine Nete. Bijlage 1. Bundel projectfiches

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Kelsbeek Nieuwenhoven

Ontmoet de Netes. Welkom bij het Sigmaproject Nete en Kleine Nete

COÔRDINATIE GEWESTELIJKE PLANNEN EN PROJECTEN IN DE VALLEI VAN DE KLEINE NETE EN AA TUSSEN KASTERLEE EN LIER VOORTGANGSRAPPORTAGE SEPTEMBER 2013

Signaalgebieden Toetsing signaalgebieden Korte termijnactie Omzendbrief

Levende Beerze. Informatieavond Esche Stroom 9 juni 2009

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

analyse GGOR Voor verdere informatie (zoals ligging verschillende natuurdoeltypen) wordt verwezen naar de beschrijving en kaarten van het AGOR.

Nut en noodzaak fosfaatonderzoek natuurinrichting WaalenBurg

open ruimteproject Moervaartvallei 5 juli 2017 open ruimteproject moervaartvallei

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2

Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Dijlevallei van Werchter tot Hever

NATUURPUNT MALDEGEM-KNESSELARE nominatie Groene Pluim 2014

ALTERNATIEVENONDERZOEKSNOTA KLUISBOS

Toelichting openbaar onderzoek projectrapport natuurinrichting DE LIEREMAN

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

EEN DIJK VAN EEN PLAN. Wim Dauwe

Europees beschermde natuur

Stand van zaken. 13 juni

Gecontroleerd overstromingsgebied Kruibeke-Bazel-Rupelmonde

Advies. IHD Beneden-Schelde. Brussel, 16 mei Bron cover: SALV

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

IHD & lokale besturen. Dinsdag 26 maart 2013

Gewestplan 1978 tot GRUP

Inrichting Straelensbroek/ Straelens Schuitwater

Haven en Natuur. 22/05/2013 Laura Verlaeckt (Havenbedrijf Antwerpen) Peter Symens (Natuurpunt)

ADVIES VAN 25 MEI 2016 OVER HET VOORONTWERP RUP MUNSTERBOS

ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN. Gemeente Someren. Project 3: Beekdal van de Aa ten oosten van de Zuid Willemsvaart

Gebied: De Drie Polders

Landbouwgevoeligheidsanalyse & Landbouweffectenrapport. Glastuinbouwconcentratie Sint-Katelijne-Waver. 5 januari 2010

Verzoek wijziging bestemmingsplan

Aandeel Natura 2000-habitat in Vogel- en Habitatrichtlijngebieden beheerd in functie van het behalen van de instandhoudingsdoelen

Beraadslaging VTC nr. 13/2014 van 14 mei 2014

Provincie Vlaams Brabant

Integrale beekherstelprojecten in Vlaanderen. Kansen voor realisatie doelstellingen KRLW én Habitatrichtlijn?

Bijlage: beoordeling duurzame locatie

De Kaartse Beek een nieuwe visie i.f.v. integraal waterbeheer

De vroedmeesterpad in Vlaanderen. 28 november 2018 Dries Desloover Agentschap voor Natur en Bos

Aanvullende nota bij het plan-mer ruilverkaveling Schelde-Leie

Historisch gegroeid bedrijf De Kaasboerin in Mol

Instrumentenkoffer voor projecten, plannen en programma s

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL

Particulier Natuurbeheer bloemrijk grasland in Groot Mijdrecht Noord-Oost

Drasland. Groot Wilnis-Vinkeveen

Rapportering Coördinatieopdracht Kleine Nete. Bijlage 2. Verslag OC en standpunt

Toetsing signaalgebieden Uitvoering actie A4 bekkenbeheerplan Demer. Actorenoverleg 27/02/2012

Vandaag zie ik hier voor mij landbouwers, bewoners, mensen uit het. bedrijfsleven en vertegenwoordigers van de overheid Een unieke

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Stand van zaken Onderzoek naar de Haalbaarheid natuurinrichting. 13 juni

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

REACTIENOTA ACTORENOVERLEG TWEEDE RUP-VOORSTEL GROTE NETE

- Goedele Schuerman, DenS Communicatie

Realisatie Eckeltse vennen

Project optimalisatie aanbod speelzones

(IHD): wat betekent dit voor jouw gebied?

ADVIES VAN HET INSTITUUT VOOR NATUURBEHOUD A Verantwoording voor opname van de plangebieden in een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

SIGNAALGEBIED INDUSTRIEGEBIED E17 DEERLIJK ANALYSE MOGELIJKE COMPENSATIE SEPTEMBER 2015 IN OPDRACHT VAN INTERCOMMUNALE LEIEDAL

Nieuwsbrief zuidwestelijke ontsluiting Waaslandhaven

RUP Demervallei en Laak. Actorenoverleg 23 juni 2017

Ontwerp startbeslissing signaalgebied SINT-TRUDOSTRAAT WEST BRUGGE (ASSEBROEK)

coördinatieopdracht gouverneur Berx gewestelijke projecten en planningsprocessen in de vallei van de Kleine Nete

Vergelijking van het Nieuw Limburgs Peil met het Waterbeheerplan van waterschap Peel en Maasvallei

Strategisch Plan voor de Haven van Antwerpen

Motivatie wijzigingsplan

Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe

Transcriptie:

Rapportering Coördinatieopdracht Kleine Nete Bijlage 3. Projectnota Sigmaplan Nete en Kleine Nete januari 2014

1. Stand van zaken 1.1 Antecedenten Op 28 april 2006 nam de Vlaamse Regering een beslissing over de 2015-projecten van het geactualiseerd Sigmaplan. Deze beslissing voorziet als onderdeel van het Meest Wenselijk Alternatief dat het gebied Varenheuvel-Abroek langs de Kleine Nete tussen E313 en Netekanaal ingericht zal worden in functie van het herstel van de winterbedding van de vallei d.m.v. dijkverplaatsing (veiligheidsdoelstelling) en in functie van de realisatie van een mozaïek van voedselrijke zoomrijke ruigten, dottergrasland en laaggelegen schraal hooiland (natuurdoelstelling) voor een oppervlakte van 200 ha binnen een totaal van 211 ha natuurontwikkeling. Naar aanleiding van de kalibratie van de natuurdoelen voor het Sigmaplan wordt de realisatie van geschikt biotoop voor 4 koppels Roerdomp voorzien als doelsoort. Per koppel Roerdomp dient een aaneensluitende zone van minimaal 50 ha roerdomphabitat gevonden te worden. De verdere uitwerking van deze projecten gebeurt in overleg met de lokale besturen en middenveldorganisatie via projectmatige werkgroepen. Resulterend uit de LER en op vraag van de landbouworganisaties is een alternatievenonderzoek uitgevoerd waarbij nagegaan is of de doelstellingen inzake veiligheid en natuur in een uitgebreider zoekgebied gerealiseerd kunnen worden, dit om een landbouwzone binnen de oorspronkelijke contour van Varenheuvel-Abroek te vrijwaren. In 2012 werd het, door de landbouwsector naar voor geschoven gebied, onderzocht. Zowel het verplaatsen van de veiligheidsdoelstellingen als de natuurdoelstellingen werd bestudeerd. Uit het onderzoek bleek dat het gebied reeds volledig aangesproken wordt als buffergebied voor de lokale zijwaterlopen van de Kleine Nete. Extra waterberging is hier onmogelijk. Daarnaast zijn reeds S-IHD (andere natuurdoelstellingen) voor dit gebied voorzien. Het verplaatsen van deze doelstellingen, die niet compatibel zijn met de IHD-Z (Sigma-natuurdoelstellingen), zou verplaatsen van de problematiek naar een andere zone betekenen. Er werd bijgevolg geconcludeerd dat er verder gezocht diende te worden naar een geoptimaliseerd scenario waarbij de veiligheidsdoelstellingen gealloceerd blijven aan Varenheuvel-Abroek en de natuurdoelstellingen gedeeltelijk aan een alternatief gebied en gedeeltelijk aan een deel van Varenheuvel-Abroek gealloceerd worden. Daarbij zullen winteroverstromingen in Varenheuvel-Abroek binnen het natuurgebied mogelijk blijven en de landbouwzone volledig geïsoleerd worden. Vervolgens werd deze conclusie door de Vlaamse Regering bekrachtigd door de beslissing te nemen om bijkomend zoekgebied te onderzoeken. Daarnaast werd via deze beslissing Gouverneur Berx aangesteld in een coördinerende rol binnen de vallei van de Kleine Nete m.b.t. parallel lopende Vlaamse initiatieven. (BVR 20/07/2012). Het bijkomend zoekgebied omvatte 3 deelgebieden: - Zoekgebied 1: Omgeving Hof Ter Lachenen, de vijvers aan Anderstadt en de Polder van Lier, stroomafwaarts Lier (± 56 ha) - Zoekgebied 2 : Gebied tussen Netekanaal en samenvloeiingsgebied Grote en Kleine Nete, stroomopwaarts Lier (± 154 ha) - Zoekgebied 3 : Meest stroomafwaartse zone van de Grote Nete (± 178 ha).

1.2. Resultaten bijkomend onderzoek 1.2.1 Omgevings- en sectorale analyse Uit de omgevings- en sectorale analyse van de drie zoekgebieden blijkt dat de uitgangssituatie in zoekgebied 2ongeschikt is voor het realiseren van de Sigmadoelen. De enige actuele synergie tussen de bestaande toestand en de Sigmadoelen situeert zich op vlak van de ruimtelijke visie van de provincie. Naast deze synergie zijn er geen verdere opportuniteiten binnen deze zone met de actuele situatie of toekomstige planningsprocessen te detecteren en is een realisatie binnen deze zone niet haalbaar. Zoekgebied 2 werd dan ook niet behouden. Op vlak van bestaand gebiedsgericht beleid is de synergie tussen de bestaande toestand en de Sigmadoelen voor zoekgebied 1 en 3 overwegend neutraal tot positief. De raakvlakken met de bestaande regelgeving zijn voornamelijk neutraal. Het feit dat zoekgebied 1 overlapt met een SBZ en met VEN-gebied wordt als positief aanzien. De fysische kenmerken van de drie zoekgebieden zijn overwegend neutraal tot negatief. Dit is voornamelijk te wijten aan het voorkomen van weekendverblijven, visclubs en stortplaatsen in het gebied. Maar zowel gemeente Nijlen als Lier hebben al aangegeven dat de aanwezigheid van de weekendverblijven en visclubs in de gebieden een uitdovend karakter hebben.

Er wordt in zoekgebied 1 1 bijkomende landbouwer getroffen (naast de 4 landbouwers in de Polder van Lier, dat reeds als Sigmagebied was opgenomen); in zoekgebied 3 worden 5-tal landbouwers getroffen, waarvan de impact echter relatief beperkt is. De conclusie van de omgevings- en sectorale analyse is dan ook dat de zoekgebieden 1 en 3 wel geschikt zijn als alternatief. Deze komen zowel vanuit het gebiedsgericht beleid, de bestaande regelgeving als het fysisch voorkomen als geschikte gebieden, met de meeste positieve raakvlakken, naar voor. 1.2.2 Natuurpotenties voor roerdompleefgebied INBO stelde de hydrologische en ecologische randvoorwaarden voor de inrichting als roerdompleefgebied van de zoekgebieden op. De haalbaarheid van deze randvoorwaarden werd binnen de verschillende zoekgebieden onderzocht en de potenties van de gebieden werden afgewogen om tenslotte voor de meest potentievolle gebieden inrichtingsmaatregelen voor te stellen. Uit het onderzoek is gebleken dat zoekgebied 1 voldoende potenties heeft om aangesloten leefgebied voor roerdomp te realiseren. Voor zoekgebied 2 zijn er onvoldoende aaneengesloten potenties aanwezig om in aanmerking te komen en een rol te kunnen spelen in de zoektocht naar volwaardige alternatieven. Voor zoekgebied 3 is er voldoende areaal (grootteorde 50 ha) langs beide oevers van de Grote Nete maar moet er nog verder (grondwater)onderzoek gebeuren naar de (water)voeding en waterhuishouding voor de zones op rechteroever; in casu de karakterisatie van het regime van de grondwaterstroming in de zoekzone. Daarnaast kan ook sterk vermoed worden dat voor zoekgebied 3 er nog aanzienlijke graafwerken dienen uitgevoerd te worden om de natuurpotenties te realiseren, welke gepaard zullen gaan met minimaal een archeologisch vooronderzoek en zal er mogelijks een ringdijk voorzien moeten worden om de veiligheid in het kader van het Sigmaplan te garanderen. 1.3 Overzicht resultaten per deelgebied 1.3.1 Deelgebied Beneden Nete: Polder van Lier, Anderstadt I, Anderstadt II, Hof van Lachenen, vijvers t.h.v. Anderstadt Naast het onderzoek naar de potenties voor roerdompbiotoop is ook de ecologische inrichting van Anderstadt II (stroomopwaarts) en Anderstadt I (stroomafwaarts) verder onderzocht. Voor Anderstadt II wordt gevraagd om de oorspronkelijke inrichting van GGG (met de ontwikkeling van estuariene natuur) te verlaten en de bestaande GOGwerking en natuurwaarde te behouden aangezien de ecologische kwaliteit van dit gebied reeds voldoet als leefgebied voor roerdomp. Op die manier kan dit gebied bijdragen aan de te behalen natuurdoelstelling. Anderstadt I blijkt uit historische geschriften, een paaiplaats voor de vissoorten fint (meivis) en spiering te zijn. Deze vissoorten zijn met de ecologische verbetering van de Schelde aan een opmars bezig. Onderzoek van de Universiteit Antwerpen geeft aan dat het ontpolderen en geschikt maken van dit deelgebiedje als paaiplaats voor fint en spiering (doelsoorten geactualiseerd Sigmaplan) de ecologisch meest zinvolle keuze is. Hierbij zal op een aantal

plaatsen de Netedijk terug afgegraven worden met de verzekerde veiligheid (tegen overstromingen in Lier) en het behouden van de bevaarbaarheid van de Beneden Nete als belangrijkste aandachtspunten. Het toevoegen van de tip van het gebied als overstroombare zone in combinatie met de ontpoldering van de eerdere GOG zorgt ervoor dat het huidig veiligheidsniveau voor de stad ook in de toekomst verzekerd blijft. Voor Polder van Lier zijn er potenties aanwezig om het roerdomphabitat te realiseren. De oorspronkelijke doelstelling (schrale graslanden) dient in dat geval geherlokaliseerd te worden. Om het veiligheidsniveau te behouden zal er mogelijks binnen het gebied afgegraven dienen te worden. De vijvers t.h.v. Anderstadt bezitten de potentie om leefgebied voor roerdomp te realiseren. Samengevat betekent dit voor het deelgebied Beneden Nete: 1) er wordt ongeveer 65 ha roerdompbiotoop gecreëerd met die bedenking dat a. de polder van Lier (25 ha) moerasvegetatie krijgt ipv schrale natte graslanden, zoals oorspronkelijk beslist door de Vlaamse regering. b. er bijkomend 25 ha nieuwe natte natuur gecreëerd wordt. 2) er komt ongeveer 10 ha estuariene natuur bij ipv de vooropgestelde 15 ha 1.3.2 Deelgebied (= Zoekgebied 3): monding Grote Nete Het vooropgestelde areaal kan in zoekgebied 3 gerealiseerd worden mits enerzijds een verschillend stuwpeil op linkeroever (circa 4,6 m TAW) en rechteroever (circa 5.1 m TAW) en mits anderzijds de nodige technische ingrepen (significante vergravingen, ontbossing, ) uitgevoerd worden. Over de waterbeschikbaarheid en waterhuishouding moet nog verder onderzoek worden uitgevoerd evenals over de technische ingrepen naar veiligheid (bijvoorbeeld of de bouw van een ringdijk noodzakelijk is). Verder zal bekeken worden of en in welke mate het gebied zou kunnen bijdragen aan het verhogen van de veiligheid. Samengevat voor dit zoekgebied kan er gezegd worden dat er ongeveer 50 ha nieuwe natte natuur gecreëerd wordt die ook geschikt is als roerdompbiotoop. 1.3.3 Deelgebied Varenheuvel Abroek Het landbouwgebied en het natuurgebied zullen zodanig ingericht worden dat er geen interferentie tussen de twee gebieden zal zijn (vooral scheiding van oppervlakte- en grondwatersysteem). Bovendien wordt het landbouwgebied zo optimaal mogelijk voor duurzame economische landbouw ingericht met drainagegrachten en afwateringspunten naar de Kleine Nete. De Kleine Pulse Beek wordt maximaal geïsoleerd van het landbouwgebied, waardoor er zo weinig mogelijk water vanuit het landbouwgebied nog door het natuurgebied stroomt. Op die manier worden de natuurdoelen niet gehypothekeerd en kan er zonder bijkomende restricties aan landbouw worden gedaan in de middenblok. Deze optimalisatie zal bij de technische uitwerking in detail worden bestudeerd. Uit het Landbouweffectenrapport (LER) blijkt circa 150 ha in Varenheuvel-Abroek aangegeven te zijn als landbouwgrond. In de huidige inrichtingsvisie voor dit gebied is 75 ha bestemd als landbouwgebied. D.w.z. dat circa 50% van het

oorspronkelijke landbouwgebied in Varenheuvel-Abroek gevrijwaard blijft. Daarnaast is het zo dat het natuurgebied een graslandinvulling krijgt die na een omvormingsperiode van 5 jaar (door de zittende landbouwers) nog een extensieve landbouwbedrijfsvoering toelaat. Figuur: Aangepaste contouren: het grote centraal gearceerde deel blijft voorbehouden voor volwaardig landbouwgebruik. 1.4. Flankerend beleid 1.4.1 Reeds belangrijke stap gezet - Flankerend landbouwbeleid geactualiseerd Sigmaplan Het flankerend landbouwbeleid van het geactualiseerd Sigmaplan werd bekrachtigd met de BVR van 17/12/2004 en 22/07/2005. Het in deze regeringsbeslissingen voorziene flankerend beleid wordt door de VLM uitgevoerd. Daarbij wordt in nauw overleg met iedere individuele getroffen landbouwer, gezocht worden naar de flankerende maatregelen die op elk individueel bedrijf kunnen toegepast worden. Elke individuele landbouwer wordt een alternatief aangeboden voordat de bedrijfsvoering op het betreffende perceel in projectgebied wordt stopgezet of bijgesteld. Daarnaast wordt in overleg met de individuele landbouwers bekeken in welke mate er nog, in functie van bedrijfsvoering, optimalisaties mogelijk zijn. 1.4.2 Flankerend landbouwbeleid geactualiseerd Sigmaplan op maat van getroffen landbouwers in deelgebied Varenheuvel-Abroek in de cluster Nete/Kleine Nete

Naast de algemene flankerende maatregelen worden er voor de landbouwers in het deelgebied Varenheuvel-Abroek een aantal specifieke flankerende maatregelen genomen: - Getroffenheid bekijken en oplossingen zoeken vanuit de globale getroffenheid van bedrijven door de totaliteit aan overheidsinitiatieven in de Vallei van de Kleine Nete tussen Lier en Kasterlee. - Reduceren van de getroffen oppervlakte landbouwgebied. - Optimaliseren van het uitgespaarde landbouwgebied - Optimaliseren medegebruik/-beheer natuurdeel door getroffen landbouwers - Fasering o Fase I: deelgebied Lier o Fase II: deelgebied Netemonding o Fase III: deelgebied Varenheuvel-Abroek Oost & landbouwenclave o Fase IV: deelgebied Varenheuvel-Abroek West - Grenscorrecties ifv verlaging landbouwimpact of ecologische optimalisatie 1.4.3 Optimalisatie instrumentarium flankerend landbouwbeleid Daarnaast lijkt het aangewezen om, nu de perimeters van de 2015-projecten concrete vorm aannemen, ook de effectiviteit van het bestaande flankerend landbouwbeleid te bekijken en na te gaan of binnen de krijtlijnen van bovengenoemde regeringsbeslissingen het flankerend landbouwbeleid kan/moet worden geoptimaliseerd. 1.5 Beoordeling 1.5.1 Natuur Tijdens het volledige traject was het sluitend houden van de drieledige Sigmaboekhouding voor natuur (oppervlakte, broedkoppels roerdompkwartelkoning en globale oppervlaktebalans verschillende natuurdoeltypes Sigma) de randvoorwaarde. Het voorstel vanuit het bijkomende alternatievenonderzoek, is in dit opzet geslaagd. 1) De realisatie van 211 ha natte natuur Volgens de beslissing van de Vlaamse Regering van 28-04-2006 over het geactualiseerde Sigmaplan diende 211 ha natte natuur in Varenheuvel-Abroek gerealiseerd te worden. Als resultaat van het alternatievenonderzoek, meer bepaald de bijkomende natuuroppervlakte in zoekgebied 1 en 3, kan er 75 ha landbouwgebied in Varenheuvel-Abroek gevrijwaard blijven en komt er op andere locaties (deelgebied Lier 25 ha, deelgebied Netemonding 50 ha) extra natuur bij waardoor de oppervlaktebalans toch in evenwicht blijft. 2) De realisatie van broedbiotoop voor 4 koppels roerdomp Tijdens het bijkomende alternatievenonderzoek heeft het ANB ook binnen de andere Sigmaclusters nog eens bekeken of er mogelijke locaties zijn voor 85 ha roerdompbiotoop. Daarvoor is in de cluster Kalkense Meersen de nodige oppervlakte gevonden.

3) De globale oppervlaktebalans van de verschillende habitattypes, zoals vastgelegd in de IHD-Z (voor het totale Sigmaplan) blijven gerespecteerd. Het doorschuiven van doelen voor 2 roerdompen / 85 ha roerdomphabitat impliceert dat de vooropgestelde natuurdoelstellingen van de cluster Kalkense Meersen (schrale natte graslanden - 1 à 2 broedparen kwartelkoning) naar Varenheuvel-Abroek doorgeschoven worden. Daardoor blijft de globale natuurbalans van Sigma gerespecteerd. De minimumcriteria voor kwartelkoninghabitat zijn: oppervlakkig uitdrogende, extensief beheerde, onbemeste bloemrijke graslanden, met doorgaans regelmatig overstromingsregime in de winter en het voorjaar; een open gebied ononderbroken zicht > 200m; relatief hoog gras in broedseizoen (30-60cm), deels vochtige bodem; grote delen niet geïnundeerd na mei, indien broedverdacht maaien na 15 augustus (Adriaens& Ameeuw, 2008). (Dit habitat kan ontwikkelen tot Natura 2000 habitattype - 6510 subtype Vossenstaartgrasland) Er wordt een areaal van 15-30 ha overstromingsgrasland gerekend voor 1 broedpaar kwartelkoning (deze vork wordt gehanteerd als rekenparameter voor de broeddensiteitgegevens van kwartelkoning van de s-ihd en de gewestelijke IHD.). Dit komt voor Varenheuvel-Abroek overeen met 1 à 2 koppels (broedparen) kwartelkoning. 1.5.2 Veiligheid De winteroverstromingen worden, zoals voorzien in de oorspronkelijke beslissing, bestendigd binnen Varenheuvel-Abroek, zij het enkel in de zone voorbehouden voor het realiseren van de natuurdoelstellingen. De winteroverstromingen zullen zorgen voor een vertraagde afvoer naar de Kleine Beek, en vervolgens Kleine Nete.