UITVOERINGSDOCUMENT WINDENERGIE GEMEENTE MOERDIJK

Vergelijkbare documenten
22 januari 2013 NOTITIE WINDENERGIE GEMEENTE MOERDIJK

Aan: Het college van Gedeputeerde Staten Provincie Noord-Brabant Postbus MC s HERTOGENBOSCH. Geachte college,

INLEIDING LEESWIJZER

Borgen regionaal aanbod windenergie in gemeentelijk Windbeleid. 1. Raadsbesluit 1. Brief provincie aan RWB Ambtelijke coördinatie:

Beleidskader windenergie

gemeen~ Moerdük RAADSVOORSTEL Raadsvergadering van 16 januari 2014 Agendanummer: 7.1 Onderwerp: Notitie Windenergie gemeente Moerdijk

STAND VAN ZAKEN REGIONAAL BOD WINDENERGIE

Raadsinformatieavond invulling sociale randvoorwaarden windenergie Zonzeel Welkom

Beleidsnotitie. Kleine Windturbines in de Gemeente Oude IJsselstreek

Achtergrond en doel presentatie

Ontwerp wijziging PRVS

De paragrafen en worden in het kader van deze partiële herziening als volgt gewijzigd;

Ja. Ja. D66 wil dat Groningen in 2040 al CO 2- neutraal is en wil dat de provincie een ambitieuze regionale energiestrategie opstelt.

Bestuursovereenkomst overdracht bevoegdheden inzake realisatie windopgave gemeente Brielle

Commissie voor Ruimtelijke Ontwikkeling en Wonen

Houtskoolschets Windstreek 2011

Heerhugowaard Stad van kansen

"We zetten stappen om Lelystad bekend te laten staan als stad met een duurzaam profiel, kansrijk

Vraag en antwoord windmolens in de gemeente Dronten

Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht

Presentatie van het onderzoek: Windenergie in Dordrecht? Verkenning van kansen

statenstukken Provinciale Staten Vragen van het statenlid dhr. Babijn (Partij voor Zeeland) ingevolge artikel 44 reglement van orde AANHANGSEL

Aan de Raad Raad Made, 24 oktober 2014

Vraag- en antwoordlijst Windenergie op Goeree-Overflakkee Aanleiding

Windenergie met beleid. Brief aan de raadsleden. Pl atform DUURZAME E N ERGIE W e st Br ab ant - 1 -

de raad van de gemeente Kampen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Prodeon B.V., gevestigd te Zwolle, appellante,

Windmolenproblematiek in rangorde van grof naar fijn Probleem Gevolg Waarschijnlijk gevolg Maatregel Voornemen E.U. Beleid Nederlandse regering

windenergie beter te vertegenwoordigen in de structuurvisie dan nu het geval is.

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug

Sociale Windenergie. Windenergie langs de A16. Wind A16 & Sociale windenergie

Raadsvoorstel Agendanr. :

Duurzame energie op Goeree-Overflakkee

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 9. Extra windturbines in gemeente Dalfsen. Datum: 25 maart Decosnummer: 7

Bij brief van 13 december 2016, ingekomen op 13 december 2016, heeft u namens de GroenLinks fractie schriftelijke vragen gesteld.

AMBITIEDOCUMENT ZONNE-ENERGIE UITWERKING OMGEVINGSVISIE - GEMEENTE OPSTERLAND

Agendapunt 5 Opinienota

Raadsvoorstel gemeente Coevorden

WELKOM. Algemene Ledenvergadering 15 februari 2018

Motivering besluit ontwerp-vvgb windturbinepark Waardpolder

Bestuursovereenkomst overdracht bevoegdheden inzake realisatie windopgave gemeente Krimpen aan den IJssel

GEMEENTE OLDEBROEK PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN STRUCTUURVISIE CONCEPT, DECEMBER 2014 KENMERK

Realisatie wind-energie in Weert in samenwerking met Nederweert, Leudal en Peel-en Maas. Informatiebijeenkomst Commissie Weert, 17 november 2015

Windenergie & Windpark Neer. Har Geenen Eric van Eck

Voorkeursvariant Windpark Industrieterrein Moerdijk. Raadsinformatieavond 10 maart 2016

Onderwerp: Kaders voor windenergie

Publicatie beoordelingscriteria zonneparken op maaiveld Dalfsen

3. Coöperatie Windgroep Goeree-Overflakkee, namens deze Arjan van der Tol, handelend als voorzitter, hierna te noemen: Windgroep.

Provinciale Staten AGENDAVERZOEK

Als omwonende van de Turfweg waar het college een locatie voor Skaeve Huse wil aanwijzen, wil ik uw aandacht vragen voor het volgende.

AANVULLENDE OVEREENKOMST 155 WINDPARK OUD DINTEL. Aanvulling bij de locatieontwikkelingsovereenkomst 155 Windpark Oud Dintel d.d.

Windmolens voor en na de verkiezingen. Geachte aanwezigen,

Onderwerp Raadsinformatiebrief Regionale Energiestrategie (RES) Metropoolregio Eindhoven

RAADSCOMMISSIE. Nummer:

4. Toetsingskader kleinschalige windturbines

Voordracht aan Provinciale Staten. van Gedeputeerde Staten. Besluit Studielocaties Windenergie Nationale Landschappen.

ONTVANGEN 14 MEI 2014 GRIFFIE ROTIERDAM

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2013/18

Aan Dorpsbelangen Zoutkamp, Wehe-den Hoorn, 16 juni 2014

Notitie energiebesparing en duurzame energie

INITIATIEFVOORSTEL Onderwerp : Onderzoek uitbreiding windenergie Voorstelnummer : Raadstafel : 15 maart 2017 Raadsvergadering : 31 mei 2017

Morgen, woensdag 8 juni 2016, bespreekt u in de commissie Ruimte en Leefbaarheid onder meer de partiële herziening VRM / PlanMER windenergie.

Beleidsregel zonneparken gemeente Coevorden

Eerste officiële inspraak Windenergie A16

Windenergie in Almere

Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland. Haarlem, 14 april Vragen nr. 27

Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:

No Emmeloord, 24 juli Onderwerp Plan van aanpak zonneweides. Advies raadscommissie. Aan de raad. Status: ter besluitvorming

Deelnotitie 4.6 Landschappelijke inpassing en voorlopige grenzen zoekgebied

/23, RS Adema E.F. (050) Stand van zaken Windpark N33


Wijziging Verordening ruimte 2014, actualisatie 2017

Zuid-Holland. Windmolens op land zijn belangrijk en zullen wij stimuleren. Doelstelling voor de provincie

c. de wieklengte van een windturbine : de afstand tussen de uiterste punt van een wiek en de naaf.

Aan de Raad. Uw raad heeft zich tot nu toe (formeel) niet uitgesproken inzake windmolens langs de N33.

Energievisie Energiecoöperatie Noordseveld

De Minister van Economische. Zaken en. De Minister van Infrastructuur en Milieu. Overwegende dat:

Waarom dit windpark? Windplan Blauw. Energieakkoord 2020: Megawatt (MW) aan windenergie op land in 11 provincies

INITIATIEFVOORSTEL. Onderwerp : Verkennend onderzoek uitbreiding windenergie. Agendapunt : Ingediend op : Voorstelnummer : Portef.

Noord-Holland. De partij zal sociale windmolens actief stimuleren, ook solitair staande sociale molens.

Fryslân. Windmolens op land zijn belangrijk en zullen wij stimuleren. Doelstelling voor de provincie:

Toelichting Beleidsnotie voor bedrijvigheid aan huis Pekela 2013

Raadscommissievoorstel

Windenergie Al 6 Samen op weg naar een duurzame toekomst -- >--- GEMEENTE. elen. >X<&< Gemeente Breda. gemeente. Zundert. lvloerdijk 2 ( S3W < fed

Fotoverslag Gesprek 1 Stadsgesprek Duurzame energie Rijnenburg

Beleidskader. Vrijkomende Agrarische Bebouwing

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.1. Onderwerp: keuze tussen twee locaties voor een brandstofverkooppunt te Fijnaart.

Wij hopen dat u deze punten zult meenemen in de definitieve startnotitie. 1

Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Windturbines De Grift

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Beleidskader Vrijkomende Agrarische Bebouwing

Ruimte voor windturbineparken in West-Vlaanderen

Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas

Vragen bijeenkomst Windmolens 6 maart 2014

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Nota van B&W. onderwerp Beleidsregels Ruimtelijke inpassing zonnepanelen parken. Portefeuilehouder Adam Elzakalai, John Nederstigt

Vragen Provincie Partij Hoe belangrijk vindt u dat er draagvlak van omwonenden is bij het plaatsen van windturbines?

Comité Hou Friesland Mooi

Nota van beantwoording zienswijzen NRD planmer behorende bij Energievisie

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem

BELEIDSNOTITIE PLAATSEN KLEINE WINDTURBINES.

Transcriptie:

UITVOERINGSDOCUMENT WINDENERGIE GEMEENTE MOERDIJK

2

INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING... 5 INLEIDING... 7 LEESWIJZER... 7 HOOFDSTUK 1 NUT EN NOODZAAK VAN WINDENERGIE... 9 3.2 algemeen... 9 3.3 wat levert het op?... 9 3.4 reductie CO 2... 9 HOOFDSTUK 2 BELEIDSAMBITIES...11 2.1 de Europese ambitie...11 2.2 de Rijksambitie...11 2.3 de provinciale ambitie...12 2.4 de ambitie van de Regio West-Brabant...12 2.5 de gemeentelijke ambitie...13 HOOFDSTUK 3 DE BESTAANDE SITUATIE...15 3.1 de bestaande locaties...15 3.2 de locatie in procedure...15 3.2 nieuwe initiatieven...15 HOOFDSTUK 4 UITVOERINGSSTRATEGIE TOT 2030...17 4.1 inleiding...17 4.2 afwegingscriteria...17 4.3 de beoogde locaties en opschaling...17 4.4 totaaloverzicht windturbinelocaties...18 HOOFDSTUK 5 RISICOFACTOREN...21 5.1 inleiding...21 5.2 draagvlak...21 5.3 overige risicofactoren...21 SLOTWOORD...23 3

4

SAMENVATTING In de raadsvergadering van 25 oktober 2012 is de Paraplunota Leefomgeving vastgesteld. Een van de daarin geformuleerde hoofddoelen is het opwekken van 30% van de totale energiebehoefte in de vorm van windenergie in 2030. Momenteel staat in de gemeente voor een capaciteit van circa 20 MW, wat goed is voor 7% van de energiebehoefte in de gemeente Moerdijk. In procedure zijn twee projecten met een capaciteit van 27 MW, goed voor circa 9,5% van de energiebehoefte. In totaal 47 MW, waarmee iets meer dan de helft van de beoogde doelstelling van 30% windenergie wordt gerealiseerd. Dit betekent dat nog 38 MW aan windenergie gerealiseerd dient te worden. Dit gebeurt enerzijds door nieuwe locaties aan te wijzen waar turbines geplaatst kunnen worden en anderzijds door het meewerken aan het opschalen van de bestaande locaties. De nieuwe locaties betreffen Logistiek Park Moerdijk en een cluster langs de A16 (Zonzeel-Westzijde). Opschaling is met name in beeld bij de Volkeraksluizen, Sabinadijk en industrieterrein Moerdijk. Het gemeentelijk beleid is ingebracht in het Regionaal bod van de Regio West-Brabant om hiermee een bijdrage te leveren aan de landelijke doelstelling van 6.000 MW windenergie in 2020. Steeds zal pas bij het indienen van een concreet plan de afweging worden gemaakt of daadwerkelijk medewerking wordt verleend. Toetsing gebeurt aan de hand van relevante wet- en regelgeving, het gemeentelijk beleid en het regionale bod West-Brabant. 5

6

INLEIDING Op 8 juli 2004 is de Nota Visie Windenergie gemeente Moerdijk vastgesteld, die tot op heden als toetsingskader heeft gefungeerd bij verzoeken tot het plaatsen van windturbines. Deze nota sloot aan bij het toen geldende landelijk en provinciale beleid. Met een aantal regiogemeenten was de Intentieverklaring Regionale Ontwikkeling Windenergie West-Brabant opgesteld met als doel om gezamenlijk 60 MW windenergie in 6 jaar te realiseren. De gemeente Moerdijk had een doelstelling van 35 MW in 2010, waarvan circa 20 MW daadwerkelijk is gerealiseerd. Inmiddels heeft de opwekking van duurzame (wind)energie een vlucht genomen. Op Europees, landelijk, provinciaal en regionaal niveau zijn de doelstellingen inmiddels aangescherpt. In de vergadering van 25 oktober 2012 heeft de gemeenteraad de Paraplunota Leefomgeving vastgesteld, waarin de gemeente zijn duurzaamheidsbeleid heeft verwoord en geconcretiseerd. Een van de doelen is dat 30% van de totale energiebehoefte in Moerdijk in 2030 wordt opgewekt in de vorm van windenergie. Bij het totstandkomen van de Paraplunota Leefomgeving hebben verschillende initiatiefnemers gepleit voor het aanwijzen van meerdere locaties voor het plaatsen van windturbines. Daar tegenover staan echter ook verontruste burgers die aandacht vragen voor de aantasting van het landschap en voor de overlast die de turbines kunnen geven voor de (woon)omgeving. Het Uitvoeringsdocument windenergie gemeente Moerdijk geeft de geactualiseerde kaders aan waarbinnen windenergie gerealiseerd kan worden. Met name wordt ingegaan op de locaties waar de windturbines geplaatst dan wel opgeschaald kunnen worden. LEESWIJZER In hoofdstuk 1 wordt in het kort ingegaan op het nut en de noodzaak van windenergie. Hoofdstuk 2 beschrijft de ambities van de betrokken overheidsorganen. In hoofdstuk 3 wordt de bestaande situatie in Moerdijk beschreven. Hoofdstuk 4 vormt de kern van dit uitvoeringsdocument. Het beschrijft de afwegingscriteria voor het plaatsen en opschalen van turbines en de locaties waar dit is toegestaan. Hoofdstuk 5 gaat in op de risicofactoren die de plaatsing van de turbines kunnen beïnvloeden. Het document eindigt met een slotwoord. 7

8

HOOFDSTUK 1 NUT EN NOODZAAK VAN WINDENERGIE 3.2 algemeen Door het toepassen van windenergie wordt het gebruik van fossiele grondstoffen en fossiele brandstoffen verminderd. Windenergie veroorzaakt geen uitstoot van broeikasgassen, waaronder CO 2, wat minder belastend is voor het ecosysteem. Hierdoor heeft het toepassen van deze vorm van duurzame energie bij de meeste mensen een positief imago. Toepassing van windenergie genereert nieuwe werkgelegenheid, waaronder het ontwikkelen van steeds efficiëntere technologieën. 3.3 wat levert het op? Hierop is geen eenduidig antwoord te geven. De opbrengst van de turbines hangt af van diverse factoren: de hoogte, de grootte en vorm van de rotorbladen, windsnelheid, aantal uren dat de turbine in werking is, e.d.. Gemiddeld genomen levert een turbine van 3MW een opbrengst van tussen de 6 en 7,5 miljoen kwh elektriciteit per jaar. Dit is het vergelijkbaar met het verbruik van ongeveer 1.800-2.200 huishoudens. 3.4 reductie CO 2 Een turbine van 3 MW levert zoals hierboven vermeld circa 6-7,5 miljoen kwh aan elektriciteit. Deze hoeveelheid behoeft dan niet in een energiecentrale te worden opgewekt. Dit bespaart circa 2.400-3.800 ton CO 2 -uitstoot per jaar. 9

10

HOOFDSTUK 2 BELEIDSAMBITIES 2.1 de Europese ambitie De Europese Unie heeft als doel dat 20% van het totale energieverbruik in 2020 in de vorm van duurzame energie wordt opgewekt. Windenergie zou hiervan 12 tot 14% deel uit moeten maken. Per EU-lidstaat zijn de doelen vertaald in streefcijfers. In juni 2010 hebben alle EU-lidstaten een nationaal actieplan duurzame energie opgeleverd. Dit volgt uit de Europese Duurzame Energie Richtlijn. Hierin staat voor Nederland onder andere de doelstelling van 14% duurzaam opgewekte energie in 2020. 2.2 de Rijksambitie Het kabinet Rutte-2 heeft inmiddels in het Regeerakkoord een doelstelling vastgelegd van 16% duurzame energie in 2020, 2% meer dan met Europa is afgesproken. Het Rijk (de ministeries van IenM en EZ) zijn gestart met het opstellen van de Structuurvisie Windenergie op Land (SV WOL). Het doel hiervan is om enerzijds bij te dragen aan het realiseren van de doelstelling van 6.000 Megawatt opgesteld vermogen aan windenergie in 2020 en anderzijds bij te dragen aan een zorgvuldige inpassing van grootschalige windenergieprojecten in het landschap en in de omgeving. Het gaat hierbij om nieuwe locaties met een capaciteit van minimaal 100 MW. Realisatie gebeurt zoveel mogelijk in overleg met de provincies in de vorm van prestatieafspraken. Het Rijk heeft in de regio West-Brabant de locatie A16 op het oog. Rijksconcentratiegebieden windenergie Zuid- West Nederland 11

2.3 de provinciale ambitie De provincie Noord-Brabant wil zich inzetten om vóór 2020 320 MW aan windenergie vergund te hebben. Deze doelstelling is tevens de Brabantse bijdrage aan de 6.000 MW windenergie op land in 2020, die het rijk als doelstelling heeft geformuleerd. Er is gekeken naar de landschappelijk meest aantrekkelijke gebieden. Dit zijn grootschalige open landschappen en productielandschappen, zoals industrieterreinen. Op basis van deze criteria ziet de provincie plaatsingsmogelijkheden op grote gedeelten van de kleigronden in West-Brabant en bij (middel)zware bedrijventerreinen van minstens 20 ha, zoals het Industrieterrein Moerdijk. (deelkaart provinciaal beleid) 2.4 de ambitie van de Regio West-Brabant Op 31 oktober 2011 heeft de regio West-Brabant een bod gedaan aan de provincie Noord-Brabant en aan het Rijk voor het plaatsen of opschalen van (nieuwe) windturbines. West-Brabant heeft daarmee niet het moment willen afwachten dat de provincie en het Rijk zelf locaties zouden gaan aanwijzen. De gemeenten in West-Brabant voldoen met het aanbod aan de vraag van het Rijk en Provincie. Dit waarborgt dat er geen aanvullende locaties worden aangewezen en dat geen medewerking wordt verleend aan initiatieven die niet binnen dit bod vallen. De Regio West-Brabant ziet dit als een finaal bod waarin geen veranderingen mogelijk zijn en waarbij andere locaties in de regio zijn uitgesloten. 12

(deelkaart regionaal bod) 2.5 de gemeentelijke ambitie In de vergadering van de raad van 25 oktober 2012 is de Paraplunota Leefomgeving vastgesteld. Hoofddoelstelling hiervan is het creëren van een toekomstbestendige leefomgeving. Dit is verder uitgewerkt in een aantal subdoelstellingen, die bij het plaatsen van windturbines een rol spelen: L2 L3 40% minder CO 2 -uitstoot (exclusief het Industrieterrein Moerdijk) Het doel is 40% CO 2- reductie, conform hetgeen in de Strategische Visie is vastgelegd. 10% minder CO 2 -uitstoot op het Industrieterrein Moerdijk Op het industrieterrein Moerdijk komt veel CO 2 vrij en wordt nu de lucht in geblazen. CO 2 kan echter prima hergebruikt worden, met name in de glastuinbouw. Aan de Spiepolder ligt een kassencomplex dat op termijn nog aanzienlijk wordt uitgebreid. Ook bij het AFC in Steenbergen zijn ontwikkelingen gaande, waaronder het realiseren van meer glastuinbouw. Deze projecten zouden een reductie van circa 90 Kton kunnen opleveren. De overige 250 Kton reductie wordt behaald door ontwikkeling en toepassing van nieuwe productietechnieken en verhandelbare CO 2 -rechten. G2 lokaal opwekken van duurzame energie (70% in 2030): - 30% windenergie in 2030; - 10% bio-energie in 2030; - 30% zonne-energie binnen de gebouwde omgeving De gemeentelijke energiebehoefte wordt voor 7% voorzien uit windenergie. Er lopen nog twee projecten; Oud Dintel en Sabinapolder, gezamenlijk goed voor circa 27MW, wat gelijk is aan 9,5% van de totale energiebehoefte in Moerdijk. De ambitie is om dit percentage te verhogen naar 30% in 2030. Dit wordt uitgewerkt in een uitvoeringsdocument windenergie gemeente Moerdijk. Aanvullend wil de gemeente een bijdrage leveren aan de landelijke doelstelling van 6.000 MW windenergie op land in 2020. De bijdrage van Moerdijk is opgenomen in het bod van de Regio West-Brabant. 13

14

HOOFDSTUK 3 DE BESTAANDE SITUATIE 3.1 de bestaande locaties De huidige turbines hebben in totaal een capaciteit van circa 20 MW, waarmee op een duurzame manier voor 7% in de totale energiebehoefte in de gemeente Moerdijk kan worden voorzien. Locatie Aantal turbines Aantal MW (totaal afgerond) Percentage van totale energiebehoefte Moerdijk Keteldiep 1 0,5 Industrieterrein Moerdijk (Middenweg) 2 1,5 Volkeraksluizen 11 11 Sabinadijk 7 7 Totaal bestaand 20 7% 3.2 de locatie in procedure Aanvullend hierop zijn er nog twee locaties in procedure. Deze locaties leveren 27 MW op, wat neerkomt op 9,5% van het huidige energieverbruik in de gemeente Moerdijk: Locatie Aantal turbines Aantal MW (totaal) Percentage van totale energiebehoefte Moerdijk Sabinapolder 3 9 Oud Dintel 6 18 Totaal in procedure 27 9,5% Op de strekdam aan het Volkerak (in het verlengde van de Sabinadijk) zijn in 1996 twee windturbines planologisch mogelijk gemaakt, waarbij de maximale ashoogte 75m mag bedragen. Tot op heden is hiervan één turbine gerealiseerd. Deze turbine is in het bovenstaande overzicht opgenomen. 3.2 nieuwe initiatieven Naast de al gerealiseerde projecten hebben diverse initiatiefnemers bij de gemeente geïnformeerd naar de mogelijkheden voor het plaatsen van nieuwe windturbines op de volgende locaties: - cluster Zonzeel-Westzijde (A16) - Markdijk - de strook rondom het industrieterrein Moerdijk - Hokkenberg Voor al deze locaties zijn nog geen officiële verzoeken om medewerking ingediend. De meeste initiatiefnemers wachten op de vaststelling van de nieuwe gemeentelijke uitgangspunten. In het volgende hoofdstuk is dit verder uitgewerkt, waarin wordt aangegeven of met deze locaties kan worden ingestemd. 15

16

HOOFDSTUK 4 UITVOERINGSSTRATEGIE TOT 2030 4.1 inleiding De bestaande en in procedure zijnde projecten hebben een gezamenlijk vermogen van 47 MW. Hiermee wordt 16,5% van de totale energiebehoefte opgewekt uit windenergie. Iets meer dan de helft van de doelstelling van 30% in 2030. Er resteert daarmee nog een opgave van 13,5% wat neerkomt op 38 MW aan extra windenergie. Het realiseren hiervan kan enerzijds door het plaatsen van nieuwe turbines en anderzijds door opschaling van bestaande turbines. 4.2 afwegingscriteria In de Nota Visie Windenergie zijn eerder afwegingen gemaakt over geschikte locaties voor windenergie. Op basis van deze uitgangspunten zijn of worden turbines geplaatst op het industrieterrein Moerdijk, de Volkeraksluizen, Sabinadijk, Sabinapolder en Rolleplaatweg. Gebleken is dat het realiseren van windturbines op locaties in het (open) polderlandschap veel weerstand oproept. Bij de keuze van de locaties voor extra windturbines is daarom aansluiting gezocht bij bedrijventerreinen en infrastructuur, omdat hiervoor het meeste draagvlak bestaat. Het realiseren van turbines op nieuwe locaties in het (open) polderlandschap wordt met dit nieuwe beleid uitgesloten. Bij voorkeur geschiedt het plaatsen van windturbines op bedrijventerreinen. Helaas kunnen de turbines bedrijfsactiviteiten en nieuwvestiging van bedrijven belemmeren. Ter bescherming van de leefomgeving is het een goede zaak dat bedrijven geconcentreerd zijn op een bedrijventerrein. De bedrijventerreinen moeten daarvoor optimaal gebruikt worden. De gemeente laat in die situaties het belang van de bedrijven prevaleren boven de plaatsing van turbines. De rijksoverheid wil haar doelstelling van 6.000 MW in 2020 realiseren door het aanwijzen van grootschalige locaties van tenminste 100 MW. Voor West-Brabant wordt de strook langs de A16 hiervoor aangewezen. In de regio is hierop geanticipeerd, maar wel onder de voorwaarde dat alleen de gedeelten die in het regionaal bod zijn verwerkt van toepassing zijn en niet de gehele strook langs de A16. Voor Moerdijk betekent dit dus alléén de locatie Zonzeel-West, waarvoor een conceptplan is ingediend. Uit bedrijfsmatig oogpunt gezien is wenselijk dat eerder geplaatste turbines vervangen kunnen worden door andere, meer rendabelere turbines. Dit draagt ook bij aan het bereiken van de gemeentelijke doelstelling. De gemeente staat hier positief tegenover. Elk verzoek wordt getoetst aan de bestaande wet- en regelgeving en het gemeentelijk beleid. De vaststelling van dit uitvoeringsdocument betekent daarom niet dat op de aangewezen locaties zonder meer turbines kunnen worden geplaatst. Per verzoek wordt een zorgvuldige afweging gemaakt. In de vergadering van 25 oktober 2012 heeft de gemeenteraad ingestemd met de invoering van een compensatieregeling. Dit houdt in dat bij elk initiatief (nieuw of opschaling) dat de landschappelijke kwaliteit aantast, een bedrag van 15.000 per MW verschuldigd is. Dit bedrag wordt gestort in het fonds ruimtelijke ontwikkeling en kan worden gebruikt voor projecten ter verbetering van de leefomgeving. 4.3 de beoogde locaties en opschaling In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de locaties voor extra windenergie. * industrieterrein Moerdijk Deze locatie is al langer in beeld in Moerdijk en is ook opgenomen in de Nota Visie Windenergie. Er staan nu twee turbines aan de Middenweg. In het kader van de herziening van het bestemmingsplan wordt de haalbaarheid onderzocht van het plaatsen van turbines aan de Oostelijke Randweg en een 17

gedeelte van de Zuidelijke Randweg. Daarnaast is het plaatsen van turbines op de percelen van de bedrijven zelf in principe mogelijk. * Logistiek Park Moerdijk (LPM) In het publiek programma van eisen (PPVE) voor het LPM is vastgelegd dat dit terrein hoogwaardig vernieuwend duurzaam moet worden ontwikkeld. Aanvankelijk was het idee om dit gedeeltelijk met het plaatsen van windturbines te realiseren. Inmiddels is komen vast te staan dat de haalbaarheid van het realiseren van het terrein door plaatsing van turbines in het geding komt omdat dit niet samengaat met de realisatie van de benodigde kantoorruimtes (externe veiligheid). Als gevolg van technische ontwikkelingen en/of gewijzigde wetgeving is het niet uitgesloten dat in de toekomst realisatie van windturbines op het LPM alsnog mogelijk is. Deze locatie is daarom wel als (toekomstige) locatie voor windenergie aangewezen. * opschaling Volkeraksluizen en Sabinadijk Voor deze locaties bestaan plannen voor het opschalen van het vermogen. Het idee is minder turbines, maar dan met een vermogen van minimaal 3 MW. Dit betekent dat de turbines hoger worden (circa 150 meter) dan de bestaande (circa 75 meter). Een tweede optie is om enkele turbines van 6 MW te plaatsen, met een hoogte van circa 200 meter. In overleg met initiatiefnemers (en omwonenden) zal gezocht worden naar een aanvaardbaar plan. * cluster Zonzeel-Westzijde (A16) Deze locatie is nieuw. Met het opnemen van deze locatie wordt tegemoet gekomen aan de eis van het Rijk om in de regio een locatie aan te wijzen waar tenminste 100 MW aan windenergie gerealiseerd kan worden. Dit gebied loopt verder door in zuidelijke richting naar Breda en Zundert. Er is een plan ingediend voor het plaatsen van 8 turbines nabij Zonzeel, waarbij er 5 turbines op grondgebied van Moerdijk worden geplaatst en 3 turbines op het gebied van de gemeente Drimmelen. De gemeente Drimmelen heeft inmiddels met deze locatie ingestemd. Op Moerdijks grondgebied is dit de enige locatie langs de A16 waar windenergie wordt toegestaan. Clustering met Drimmelen beperkt de landschappelijke gevolgen. * overige verzoeken ( Hokkenberg, Markdijk en de strook rondom industrieterrein Moerdijk) Deze locaties passen niet binnen de afwegingscriteria en aan deze initiatieven wordt daarom geen medewerking verleend. Voor de genoemde locaties die passen binnen het gemeentelijk beleid, zijn nog geen definitieve plannen ingediend. Wel zijn voornemens kenbaar gemaakt op basis waarvan een globale inschatting gemaakt is van het aantal extra Megawatts dat hiermee gerealiseerd wordt: Locatie Aantal turbines Aantal Mw (nieuw of extra) Percentage van de totale energiebehoefte Moerdijk Industrieterrein Moerdijk openbaar 8 27 terrein Locatie A16 Zonzeel-West 5 18 Logistiek Park Moerdijk (LPM) - - Opschaling Volkeraksluizen/Sabinadijk 11 ipv 18 20-40 totaal 65-85 Mw 23-30% Deze locaties zijn voldoende om de nog resterende 38 MW aan windenergie in 2030 te realiseren. Toch zijn er veel risicofactoren die de realisatie hiervan kunnen frustreren. Een ruime buffer is daarom noodzakelijk. In het volgende hoofdstuk wordt nader op deze risicofactoren ingegaan. 4.4 totaaloverzicht windturbinelocaties Op de volgende overzichtskaart ziet u de bestaande turbines, de in procedure zijnde objecten en de zoekgebieden voor toekomstige plaatsing en opschaling: Rood: bestaande turbines (Volkerak/Sabinadijk/Keteldiep/Middenweg) Blauw: in procedure (Sabinapolder/Oud Dintel) Groen: locaties voor nieuwe turbines en/of opschaling (Volkerak/Sabinadijk/Industrieterrein Moerdijk/LPM/A16 Zonzeel-West) 18

HOOFDSTUK 5 RISICOFACTOREN 5.1 inleiding Om aan de gemeentelijke doelstelling van 30% windenergie te voldoen is nog 38 MW aan windenergie nodig, wat goed is voor 13,5% van de totale energiebehoefte in Moerdijk. Op grond van bovenstaande potenties lijkt sprake te zijn van een overcapaciteit. Er is echter een aantal risicofactoren dat de realisatie van windturbines kan belemmeren. 5.2 draagvlak In paragraaf 4.2 is al ingegaan op het belang van draagvlak in de afwegingen om wel of geen windenergielocaties aan te wijzen of om tot opschaling over te gaan. Meest ideale situatie is wanneer iedereen de plaatsing van de turbines toejuicht. De praktijk is meestal anders. Met name omwonenden, vaak wel voorstander van duurzame (wind)energie, hebben liever geen turbines in de eigen directe woonomgeving. Bedrijven zien een toekomst in windenergie en pleiten voor zoveel mogelijk locaties. Overigens groeit bij bedrijven het maatschappelijk verantwoord ondernemen, wat betekent dat het winstoogmerk niet meer het enige aspect is dat telt. Daarnaast verlangen Rijk en provincie een bijdrage in hun doelstellingen. De gemeente moet met al deze (soms tegenstrijdige) belangen rekening houden. Onvoldoende belangenafweging kan leiden tot weerstand en (onnodige) juridische procedures. 5.3 overige risicofactoren Overlast en gezondheidsaspecten mogen niet uit het oog verloren worden. Dit geldt met name voor turbines die dicht bij woningen staan. Het gaat dan met name om geluidhinder en slagschaduw. Daarnaast kunnen psychische aspecten een rol spelen. In het (open) polderlandschap is de inpassing in het landelijk gebied een belangrijk aspect. Gerelateerd hieraan is het aspect van biodiversiteit in de vorm van bescherming van vleermuizenpopulaties e.d.. Het gehele grondgebied van Moerdijk ligt binnen het onderzoeksgebied van radarstation Woensdrecht. Dit betekent dat er bij plaatsing en opschaling altijd een toets gedaan moet worden of de turbines het radarsysteem al dan niet verstoren. Op industrieterrein Moerdijk en het Logistiek Park Moerdijk speelt het aspect van externe veiligheid in relatie met bedrijvigheid, zoals de opslag van gevaarlijke stoffen en de aanwezigheid van kantoorruimtes. Tot op heden is meestal gebruik gemaakt van subsidiemogelijkheden van het Rijk. Het is afwachten hoe het nieuwe kabinet hier in de toekomst mee om gaat en/of het realiseren van windturbines ook rendabel wordt zonder subsidiemogelijkheden. Het Rijk houdt uitdrukkelijk een stok achter de deur om er zeker van te zijn dat haar ambitie van 6.000 MW windenergie in 2020 is gerealiseerd. Het jaar 2015 wordt als een evaluatiejaar gezien om te kijken hoeverre de via de provincies ingebrachte megawatts daadwerkelijk gerealiseerd zijn. Het Rijk gaat er hierbij vanuit dat de gemeenten alles in het werk stellen om de turbines te realiseren. Gebeurt dit niet dan zal het Rijk zelf de regie overnemen en de benodigde procedures opstarten. Het Rijk is niet gebonden aan de locaties die wij nu zelf hebben aangewezen. Omdat het grondgebied van Moerdijk geheel als zoekgebied van het Rijk is aangewezen, is de kans groot dat er meerdere (grootschalige) locaties worden gerealiseerd dan wat nu in het regionale bod is vastgelegd. 21

22

SLOTWOORD Met de vaststelling van dit uitvoeringsdocument houdt de gemeente de regie over de plaatsing van windturbines. Het document geeft duidelijkheid aan marktpartijen en burgers over de plaatsingsmogelijkheden. Dit betekent meteen ook dat windenergie op de niet aangewezen locaties is uitgesloten. Op basis van aanvullend (eigen) beleid zoals de Paraplunota Leefomgeving, bestemmingsplannen en een compensatieregeling, wordt onevenredige overlast voor omwonenden en onevenredige aantasting van het landschap voorkomen. 23