Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Verwarmingsketel voor houtpellets van 18 tot 48 kw met weersafhankelijke, digitale ketel- en verwarmingscircuitregeling Ecotronic VITOLIGNO 300-C 7/2016 Bewaren a.u.b.!
Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid 2 Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften! Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel. Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu. Gegevens met het woord "" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze bedieningshandleiding is bedoeld voor de gebruikers van de CV-installatie. Dit apparaat kan ook worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en door personen met verminderde fysische, sensorische of mentale vaardigheden of gebrek aan ervaring en kennis, wanneer ze onder toezicht zijn of zijn onderwezen in het veilig gebruik van het apparaat en de gevaren die het gebruik van het apparaat met zich meebrengt.! Opgelet Kinderen in de buurt van het apparaat onder toezicht stellen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en door de gebruiker te verrichten onderhoud mogen niet worden verricht door kinderen die niet onder toezicht staan. Aansluiting van het toestel Het toestel mag enkel door erkende vakmensen aangesloten en in bedrijf genomen worden. Toestel enkel met de geschikte brandstof gebruiken. Vermelde elektrische aansluitvoorwaarden naleven. Wijzigingen aan de aanwezige installatie mogen enkel door erkende vakmensen worden uitgevoerd. Gevaar Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden aan de CV-installatie kunnen leiden tot levensgevaarlijke ongevallen. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektromonteurs worden uitgevoerd. Werkzaamheden aan het toestel Instellingen en werkzaamheden aan het toestel enkel volgens de instructies in deze bedieningshandleiding uitvoeren. Overige werkzaamheden aan het toestel mogen enkel door bevoegde vakmensen worden uitgevoerd. Aangebouwde delen of geïnstalleerde toebehoren niet veranderen of verwijderen. Buisverbindingen niet openen of aantrekken. Gevaar Hete oppervlakken kunnen brandwonden veroorzaken. Hete oppervlakken in de binnenruimte van het toestel alsook aan niet geïsoleerde buizen, armaturen en rookgasbuizen niet aanraken. Wat te doen bij een rookgasgeur Gevaar Rookgas kan levensbedreigende vergiftiging veroorzaken. CV-installatie uitschakelen. Opstellocatie ventileren. Deuren van woonverblijven sluiten. Wat te doen bij brand Gevaar Bij brand bestaat gevaar voor verbranding en explosie. CV-installatie uitschakelen. Gecontroleerde brandblusser van de brandklassen ABC gebruiken. Wat te doen bij storingen aan de CV-installatie Gevaar Storingsmeldingen wijzen op defecten aan de CV-installatie. Niet verholpen storingen kunnen levensgevaarlijke gevolgen hebben. Storingsmeldingen niet meermaals kort na elkaar bevestigen. CV-installateur op de hoogte brengen zodat deze de oorzaken kan analyseren en het defect kan verhelpen. Voorwaarden voor de opstelling Gevaar Gesloten ventilatieopeningen leiden tot een gebrek aan verbrandingslucht. Dat veroorzaakt onvolledige verbranding en de vorming van het levensgevaarlijke koolstofmonoxide. Aanwezige luchttoevoeropeningen niet versperren of afsluiten. Geen latere wijzigingen aan de installatie uitvoeren, die gevolgen voor de veilige werking kunnen hebben (bijvoorbeeld plaatsen van leidingen, bekledingen of scheidingswanden).
Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid (vervolg)! Gevaar Licht ontvlambare vloeistoffen en materialen (bijvoorbeeld benzine, oplos- en reinigingsmiddelen, verf of papier) kunnen explosies en brand veroorzaken. Dergelijke stoffen niet in de CV-ruimte en niet in de onmiddellijke buurt van de CV-installatie opslaan of gebruiken. Opgelet Ontoelaatbare omgevingsvoorwaarden kunnen schade aan de CV-installatie veroorzaken en een veilige werking belemmeren. Voor een omgevingstemperatuur van meer dan 0 ºC en minder dan 35 ºC zorgen. Luchtverontreiniging door halogeen-koolwaterstoffen (bijvoorbeeld in verf, oplos- en schoonmaakmiddelen) en sterke stofvorming (bijvoorbeeld door slijpwerkzaamheden) vermijden. Permanent hoge luchtvochtigheid (bijvoorbeeld door voortdurend wasgoed te drogen) vermijden. Afzuigtoestellen Bij gebruik van toestellen met afvoer naar de buitenlucht (afzuigkap, afzuigtoestel, airconditioning, enzovoort) kan door de afzuiging een onderdruk ontstaan. Bij gelijktijdige werking met de CV-ketel kan terugstroming van het rookgas ontstaan. Gevaar Gelijktijdige werking van de CV-ketel met toestellen met afvoer naar de buitenlucht kan door terugstroming van rookgas levensgevaarlijke vergiftigingen veroorzaken. Neem gepaste maatregelen voor een voldoende aanvoer van verbrandingslucht. Neem indien nodig contact op met uw CV-installateur. Extra componenten, reserveonderdelen en slijtagegevoelige onderdelen! Opgelet Componenten die niet met de verwarmingsinstallatie zijn gekeurd, kunnen leiden tot schade aan de verwarmingsinstallatie of de goede werking ervan belemmeren. Montage resp. vervanging uitsluitend door het installatiebedrijf laten uitvoeren. 3
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Eerst informeren Symbolen... 6 Gebruik conform de regelgeving... 6 Brandstofbestelling... 7 Leveringsvormen... 7 Eerste inbedrijfstelling... 7 Herhaaldelijke emissiemetingen... 7 Uw installatie is vooraf ingesteld... 7 Vaktermen... 8 Tips om energie te besparen... 9 2. Over de bediening Bedieningselementen en onderdelen van de verwarmingsketel... 10 Bedieningselementen en indicaties van de regeling... 10 3. Bediening van de verwarmingsketel Voorbereidingen voor het opstoken... 11 Maatregelen bij keteloververhitting... 11 Ketelwatertemperatuur bereikt 100 C... 11 4. Bediening van de regeling Navigatie in het menu van de regeling... 13 Functie van de start-stop-toets B... 13 Menustructuur van de regeling... 14 5. Kamerverwarming Vereiste instellingen... 17 Verwarmingscircuit selecteren... 17 Kamertemperatuur instellen... 17 Werkingsprogramma instellen... 18 Tijdprogramma instellen... 18 Stooklijnen wijzigen... 21 Kamerverwarming uitschakelen... 23 6. Comfort- en energiespaarfuncties Partywerking kiezen... 24 Spaarwerking kiezen... 24 Vakantieprogramma kiezen... 25 4 7. Warmwaterbereiding Benodigde instellingen... 27 Warmwatertemperatuur instellen... 27 Werkingsprogramma instellen... 27 Tijdprogramma instellen... 27 Periodes wissen... 28 Periodes naar de fabrieksmatige basisinstelling brengen... 29 Warmwaterbereiding uitschakelen... 29 8. Verwarmingswaterbuffer Werkingsprogramma instellen... 30 Tijdprogramma instellen... 30 Periodes wissen... 31 Stooklijn instellen... 31 9. Brandstoftoevoer Blokkeertijden voor automatische brandstoftoevoer... 33 Blokkeertijden instellen... 33 Periodes wissen... 34 Bezetting van de zuigsondes instellen/zuigsondes blokkeren... 34 Zuigsondes spoelen en/of ontgrendelen... 35 10. Overige instellingen Contrast in het display instellen... 36 Helderheid van de schermverlichting instellen... 36 Naam voor de verwarmingscircuits invoeren... 36 Tijd en datum instellen... 37 Taal instellen... 37 Temperatuureenheid ( C/ F) instellen... 37 Ketelwatertemperatuur wijzigen... 38 Minimale systeemtemperatuur instellen... 38
Inhoudsopgave Inhoudsopgave (vervolg) Fabrieksinstelling weer herstellen... 38 11. Opvragen Storingsmeldingen opvragen... 40 Informatie opvragen... 40 Informatie in het basismenu opvragen... 41 Informatie in het uitgebreide menu opvragen... 41 Temperaturen opvragen... 42 12. Buitenbedrijfstelling Buitenbedrijfstelling voor een langere verwarmingspauze... 43 Buitenbedrijfstelling... 43 13. Wat doen? Ruimten te koud... 44 Ruimten te warm... 44 Geen warm water... 45 Warm water te heet... 45 Storing verschijnt in het display... 45 Oververhittingsgevaar zonnesysteem verschijnt in het display... 45 14. Onderhoud Reiniging, inspectie en onderhoud... 46 Zekeringen vervangen... 46 Aanwijzing voor de reiniging... 46 Onderhoudsinterval... 47 Asreservoir leegmaken... 47 15. Bijlage Begripsverklaringen... 49 Efficiënte en emissie-arme werking... 50 Demontage... 50 Instructies inzake afvalverwijdering... 50 Verwijdering van de verpakking... 50 Definitieve buitenbedrijfstelling en verwijdering van de verwarmingsinstallatie... 50 Algemene tips om energie te besparen... 51 16. Index... 52 5
Eerst informeren Symbolen Symbool 1. Betekenis Verwijzing naar ander document met bijkomende informatie Stap in afbeeldingen: de nummering komt overeen met de volgorde van de stappen. Waarschuwing voor materiële schade en schade aan het milieu Bereik onder spanning Goed voor opletten. Onderdeel moet hoorbaar inklikken. of Akoestisch signaal Nieuw onderdeel plaatsen. of In combinatie met gereedschap: Oppervlakte reinigen. Onderdeel deskundig als afval verwijderen. Onderdeel bij geschikt verzamelpunt afgeven. Onderdeel niet met het huisvuil meegeven. Gebruik conform de regelgeving Het toestel mag volgens de regelgeving enkel geïnstalleerd en gebruikt worden in gesloten verwarmingssystemen conform EN 12828, rekening houdend met de bijbehorende montage-, service- en bedieningshandleiding. Het is uitsluitend voorzien voor de opwarming van warm water van tapwaterkwaliteit. Gebruik van het toestel volgens de regelgeving impliceert dat een stationaire installatie in combinatie met installatiespecifiek toegelaten componenten werd uitgevoerd. Het gebruik in bedrijven of industrie voor een ander doel als voor de verwarming van gebouwen of van tapwater geldt als niet volgens de voorschriften. Ieder ander gebruik moet door de fabrikant in elk geval worden goedgekeurd. Verkeerd gebruik van het toestel resp. ondeskundige bediening (bijv. langdurig gebruik in geopende toestand) is verboden en leidt tot aansprakelijkheidsuitsluiting. Van verkeerd gebruik is ook sprake als de voorgeschreven functie van componenten van het verwarmingssysteem wordt gewijzigd (bijv. door het sluiten van rookgas- en luchttoevoerwegen) of als andere dan voor dit toestel voorziene brandstoffen worden gebruikt. 6
Brandstofbestelling Eerst informeren De gebruikte houtpellets moeten aan de eisen van ENplus, klasse A1 en EN 17225-2, Klasse A1 voldoen (a: ÖNORM 7135). Gebruik enkel houtpellets met de volgende eigenschappen: Diameter: 6 mm Lengte: 5 tot 30 mm (max. 20 % van de pellethoeveelheid tot 45 mm) Restvochtigheid: max. 7 tot 12 % Er mag geen afval in deze verwarmingsketel verbrand worden. Leveringsvormen Houtpellets worden in zakken van 15 tot 30 kg, in bigbag tot 1000 kg en in losse vorm aangeboden. In losse vorm worden de houtpellets met de silopompwagen getransporteerd en via een slangsysteem in de voorraadruimte geblazen. De pellettank in de verwarmingsketel heeft een inhoud van ca. 50 liter houtpellets. Dat komt overeen met 2 zakken van elk 15 kg. Eerste inbedrijfstelling De eerste inbedrijfstelling en aanpassing van de regeling aan de plaatselijke en bouwkundige situatie moeten worden uitgevoerd door uw CV-installateur. Servicehandleiding Voorbereiding en realisatie van de emissiemeting conform Besluit emissie-eisen middelgrote stookinstallaties (BEMS): Servicehandleiding Als gebruiker van een nieuwe stookinstallatie bent u verplicht deze stookinstallatie direct bij de Stichting Certificering Onderhoud en Inspectie van Stookinstallaties (SCIOS) aan te melden. Uw schoorsteenveger verstrekt informatie over uit te voeren werkzaamheden aan uw verwarmingsinstallatie (bijv. regelmatige meting, reiniging). Herhaaldelijke emissiemetingen De voorbereiding van de verwarmingsketel voor de meting moet door uw verwarmingsfirma gebeuren. Breng uw verwarmingsfirma ca. 2 weken op voorhand op de hoogte van de volgende emissiemeting. Zorg voor de geschikte brandstof volgens deze bedieningshandleiding. Voorbereiding en realisatie van de emissiemeting conform Besluit emissie-eisen middelgrote stookinstallaties (BEMS): Servicehandleiding Uw installatie is vooraf ingesteld De regeling van uw verwarmingsketel is ingesteld in de fabriek. De verwarmingscircuits zijn ingesteld op het werkingsprogramma Verwarmen. De warmwaterbereiding is ingesteld op het werkingsprogramma Warm water. 7
Eerst informeren Uw installatie is vooraf ingesteld (vervolg) Uw verwarmingsinstallatie is hierdoor klaar voor gebruik: Kamerverwarming Uw ruimtes worden van 6.00 tot 24.00 uur met 22 C Gew. kamertemp. verwarmd (normale stookwerking). Tussen 22.00 en 6.00 uur worden uw kamers met Gered. kamertemp. gewenst verwarmd (kamertemperatuur voor de gereduceerde stookwerking, nachtdaling). Uw installateur kan bij de eerste inbedrijfstelling meer instellingen voor u invoeren. U kunt alle instellingen steeds individueel volgens uw wensen wijzigen (zie vanaf pagina 17). Vorstbescherming De vorstbescherming van uw verwarmingsketel, warmwaterboiler en verwarmingswaterbuffer is gegarandeerd. Winter-/zomertijdomschakeling Deze omschakeling gebeurt automatisch. Datum en tijd Weekdag en tijd werden door uw installateur bij de eerste inbedrijfstelling ingesteld. Stroomuitval Bij stroomuitval blijven alle gegevens behouden. Warmwaterbereiding Het warm water wordt alle dagen van 00.00 tot 24.00 uur op 60 C Gew.temperatuur verwarmd. Uw installateur kan bij de eerste inbedrijfstelling meer instellingen voor u invoeren. U kunt alle instellingen steeds individueel volgens uw wensen wijzigen (zie vanaf pagina 27). Vaktermen Om de functies van uw verwarmingsketel beter te begrijpen, vindt u in de bijlage het hoofdstuk Begripsverklaringen. 8
Tips om energie te besparen Eerst informeren Maak gebruik van de instelmogelijkheden van de regeling van uw verwarmingsketel: Kies voor de kamerverwarming het werkingsprogramma dat aan uw huidige eisen voldoet: Voor korte afwezigheden (enkele uren, bijv. boodschappen) kiest u Spaarwerking (zie pagina 24). Zolang de spaarwerking is ingeschakeld, wordt de kamertemperatuur verlaagd. Als u op reis gaat, stelt u het Vakantieprogramma in (zie pagina 25). Zolang het vakantieprogramma is ingeschakeld, wordt het werkingsprogramma van de kamerverwarming automatisch ingesteld op de Uitschakelwerking. Als u gedurende een langere periode noch ruimtes wilt verwarmen, noch warm water nodig heeft, stelt u voor de desbetreffende verwarmingscircuits en warm water het werkingsprogramma Uitschakelwerking in. Zie pagina 23 voor de desbetreffende verwarmingscircuits Zie pagina 29 voor de warmwaterbereiding Stel de temperatuur in de warmwaterboiler niet te hoog in (zie pagina 27). Voor meer energiebesparende functies van de regeling van uw verwarmingsketel wendt u zich tot de installateur. Algemene adviezen om energie te besparen, zie pagina 51. 9
Over de bediening Bedieningselementen en onderdelen van de verwarmingsketel Uitvoering met zuigsysteem Uitvoering met flexibele worm A B A B C D Afb. 1 C A Bedieningseenheid van de regeling B Hoofdschakelaar van het toestel en resetknop voor veiligheidstemperatuurbegrenzer (VTB) achter de afdekking C Asreservoir D Linker voorplaat (deur) Afb. 2 Gevaar De hoofdschakelaar van het toestel (achter de afdekking B) dient om de regeling spanningsvrij te schakelen. De nettoevoerleiding wordt zo niet uitgschakeld. In de regelingsbehuizing bevinden zich onderdelen die spanning geleiden. Een overzicht van de reinigings- en onderhoudswerkzaamheden vindt u vanaf pagina 47. Bedieningselementen en indicaties van de regeling De bedieningseenheid Alle instellingen aan uw regeling kunt u centraal aan de bedieningseenheid uitvoeren. Afname buffer Ketel Buffer Verwarming Warm water Kiezen met ( d U gaat een stap in het menu terug of annuleert de begonnen instelling. Cursor-toetsen U bladert in het menu of stelt waarden in. U bevestigt uw keuze of bewaart de ingevoerde instelling. U roept de helptekst bij het gekozen menupunt op. U roept het uitgebreide menu op. Bediening van de regeling zie vanaf pagina 13. Afb. 3 10
Voorbereidingen voor het opstoken Bediening van de verwarmingsketel 1. Controleer de druk van de verwarmingsinstallatie op de manometer A: Als de wijzer onder de rode markering staat, is de druk van de installatie te laag. Vul dan water bij of breng uw installateur op de hoogte. Minimale installatiedruk: 1,0 bar (0,1 MPa) 2. Controleer of de be- en ontluchtingsopeningen van de installatieruimte niet geblokkeerd zijn. De verbrandingslucht wordt bij open werking uit de installatieruimte gehaald. Afb. 4 3. Controleer of de warmteopname door de verwarmingsinstallatie of de verwarmingswaterbuffer is gegarandeerd. Open eventueel de thermostaatkranen op de radiatoren. 4. Garandeer dat alle afsluiters voor verwarmingsaanvoer en -retour zijn geopend. 5. Controleer of alle deksels aan de verwarmingsketel zijn gesloten. 6. Zorg ervoor dat de stroomtoevoer van de verwarmingsketel is gegarandeerd. Maatregelen bij keteloververhitting Uw verwarmingsketel is door de veiligheidstemperatuurbegrenzer tegen oververhitting beveiligd. Wijzigingen aan de veiligheidstemperatuurbegrenzer zijn verboden en leiden tot aansprakelijkheidsuitsluiting. Defecte componenten mogen uitsluitend door originele reserveonderdelen van de firma Viessmann worden vervangen. Als de ketel na korte tijd opnieuw of regelmatig oververhit, brengt u uw installateur op de hoogte. Ketelwatertemperatuur bereikt 100 C Veiligheidstemperatuurbegrenzer De terugzetknop van de veiligheidstemperatuurbegrenzer bevindt zich achter de afdekking A van de bedieningseenheid (zie volgende afbeelding). Wanneer de veiligheidstemperatuurbegrenzer actief is geworden, moet u deze handmatig ontgrendelen. De functie opheffen: het terugstellen (ontgrendelen) is pas mogelijk bij een ketelwatertemperatuur van circa 70 C. Inschakelen van de functie: De veiligheidstemperatuurbegrenzer wordt actief als de ketelwatertemperatuur 100 C overschrijdt. 11
Bediening van de verwarmingsketel Maatregelen bij keteloververhitting (vervolg) Afb. 5 A 1. Schuif de afdekking A aan de bedieningseenheid naar rechts. 2. Druk op de groene knop van de veiligheidstemperatuurbegrenzer. U hoort een zacht klakken. De veiligheidstemperatuurbegrenzer is ontgrendeld. 3. Sluit de afdekking aan de bedieningseenheid. 4. Bevestig de te hoge temperatuur aan de bedieningseenheid van de regeling met d. 12
Bediening van de regeling Navigatie in het menu van de regeling Display A B C START STOP Afname buffer Ketel Verwarming Warm water Informatie Kiezen met ( Afb. 6 A Weergave van de werkingsfase B Start-stop-toets C Dialoogregel Het gekozen menupunt heeft een witte achtergrond. In de dialoogregel C staan de nodige handelingsinstructies. Functie van de start-stop-toets B Start-stop-toets: Brandt niet Brandt Knippert Verwarmingsketel is uit, geen vorstbescherming. Verwarmingsketel is in gereedheid en start automatisch na verzoek of verwarmingsketel is in werking. Verwarmingsketel is in uitbrand. of Externe vraag via codeeradres 44 werd geactiveerd. De start-stop-toets is bij aansluiting van een extern bedieningsapparaat gedeactiveerd. De verwarmingsketel kan enkel via het externe apparaat in- en uitgeschakeld worden. Langzaam knipperen Snel knipperen Contact op stekker smö gesloten Er is een externe vraag. Contact op stekker smö geopend Er is geen vraag. 13
Bediening van de regeling Navigatie in het menu van de regeling (vervolg) Voorbeeld: Handelwijze voor instellingen met verschillende dialoogregels Keteltemperatuur Verwarming Warm water Extra. ketel Informatie Kiezen met ( 48 C OK Verwarm.circuit 1 Gew. kamertemperatuur 20 C Werkingsprogramma Partywerking Spaarwerking Kiezen met ( OK Ù VC1 Ú Ú Keus verwarm.circ. Ù VC2Ú Verwarm.circuit 2 Verwarm.circuit 2 Is geselecteerd Gew. kamertemperatuur 20 C Werkingsprogramma Partywerking Spaarwerking Kiezen met ( OK Ù VC2 Ú Gewenste kamertemperatuur VC1 20 C Wijzigen met ( V of v Gewenste kamertemperatuur VC1 22 C Overnemen met OK OK Gew. kamertemperatuur VC1 22 C Overgenomen Afb. 7 Verwarm.circuit 1 ÙVC1Ú Gew. kamertemperatuur 22 C Werkingsprogramma Partywerking Spaarwerking Kiezen met ( 22 C Menustructuur van de regeling Er staan twee bedieningsniveaus ter beschikking, het Basismenu en het Uitgebreide menu. 14
Bediening van de regeling Menustructuur van de regeling (vervolg) Basismenu Afname buffer Ketel Buffer Verwarming Warm water Kiezen met ( Afb. 8 In het basismenu kunt u de meest gebruikte instellingen en opvragingen realiseren: Gewenste kamertemperatuur instellen. Werkingsprogramma instellen. Comfortfunctie Partywerking instellen. Energiespaarfunctie Spaarwerking instellen. Werkingsstatus opvragen. Temperaturen opvragen, bijv. buitentemperaturen Informatie opvragen. en, waarschuwingen en storingsmeldingen opvragen. Zo roept u het basismenu op: Screensaver is actief: Druk op een willekeurige toets. U bevindt zich ergens in het menu: Druk op tot het basismenu verschijnt. Uitgebreid menu Menu Ketel Toevoer Buffer Verwarming Kiezen met ( Afb. 9 In het uitgebreide menu kunt u instellingen uit de minder gebruikte functieomvang van de regeling invoeren en opvragen, bijv. vakantieprogramma en tijdprogramma's instellen. Zo roept u het uitgebreide menu op: Screensaver is actief: Druk op een willekeurige toets en vervolgens op. U bevindt zich ergens in het menu: Op drukken. Screensaver Als u een paar minuten geen instellingen aan de bedieningseenheid heeft aangebracht, wordt de screensaver actief. Afhankelijk van de werkingsfase informeert de screensaver u over de actuele waarden van de verwarmingsketel of de verwarmingswaterbuffer. 15
Bediening van de regeling Menustructuur van de regeling (vervolg) Screensaver bij werkingsfase Ketel lastwerking B Ketel lastwerking A 73 C 56 C C H 25% Rookgas 135 C D Overzicht ketel E G Afb. 10 F A Aanvoertemperatuur verwarmingsketel B Werkingsfase C Retourtemperatuur verwarmingsketel D Rookgastemperatuur E Dialoogregel F Vermogen van de verwarmingsketel G Transportvermogen invoer (pellets) H Vulniveau pellettank Screensaver bij werkingsfase Afname buffer A F E D Afname buffer 73 C 62 C 34 C Overzicht buffer 53% B Afb. 11 C A Werkingsfase B Laadtoestand van de verwarmingswaterbuffer in procent C Dialoogregel D Temperatuur verwarmingswaterbuffer beneden E Temperatuur verwarmingswaterbuffer midden F Temperatuur verwarmingswaterbuffer boven Druk op een willekeurige toets. U gaat naar het basismenu (zie pagina 15). Menu Help U krijgt in de vorm van een korte handleiding verklaringen bij de bedieningselementen en een aanwijzing voor de keuze van het verwarmingscircuit. Zo roept u de korte handleiding op: U bevindt zich ergens in het menu: Roep het menupunt Hulp met de knop? op. 16
Kamerverwarming Vereiste instellingen Als u kamerverwarming wenst, controleer dan de volgende punten: Heeft u het verwarmingscircuit gekozen? Instellingen zie hoofdstuk Verwarmingscircuit kiezen op pagina 17. Heeft u de gewenste kamertemperatuur ingesteld? Instelling zie pagina 17. Heeft u het juiste werkingsprogramma ingesteld? Instelling zie pagina 30. Heeft u het gewenste tijdprogramma ingesteld? Instelling zie pagina 30. Verwarmingscircuit selecteren De verwarming van alle ruimtes kan eventueel over meerdere verwarmingscircuits worden verdeeld. Bij verwarmingsinstallaties met meerdere verwarmingscircuits kiest u voor alle instellingen voor de kamerverwarming eerst het verwarmingscircuit dat u wilt wijzigen. Bij verwarmingsinstallaties met slechts een verwarmingscircuit is die keuzemogelijkheid niet aanwezig. Voorbeeld: Verwarm.circuit 1 is het verwarmingscircuit voor de door u bewoonde kamers. Verwarm.circuit 2 is het verwarmingscircuit voor de kamers van een aparte wooneenheid. Verwarmingscircuit 1 Ù VC1 Ú Keuze verwarmingscircuitù VC2 Ú ruimtetemp. gew. Werkingsprogramma Partywerking Spaarwerking 21 C ß Kiezen met ( Afb. 12 Ú Verwarmingscircu Werd gekozen De verwarmingscircuits worden in de fabriek met Verwarm.circuit 1 (VC1) en Verwarm.circuit 2 (VC2) gekenmerkt. Als u of de installateur de verwarmingscircuits een andere naam heeft gegeven (bijv. bij een aparte wooneenheid ), wordt in plaats van Verwarm.circuit 1 de naam weergegeven (zie pagina 36). Kamertemperatuur instellen Voor het overeenkomstige verwarmingscircuit kunt u de normale kamertemperatuur (voor overdag) (zie pagina 17) en de gereduceerde kamertemperatuur (voor 's nachts) (zie pagina 18) instellen. Kamertemperatuur voor normale stookwerking instellen: Druk in het basismenu op de volgende toetsen: 1. /~ voor de selectie van Verwarming 4. /~ voor Gew. kamertemp.. 5. d ter bevestiging. 6. /~ voor de gewenste temperatuur. 7. d ter bevestiging. In de dialoogregel van het display verschijnt kort Overgenomen. 8. ä zo vaak tot het basisscherm verschijnt. 2. d ter bevestiging. 3. Ù/Ú voor de selectie van Verwarm.circuit 1 (VC1), Verwarm.circuit 2 (VC2), Verwarm.circuit 3 (VC3) of Verwarm.circuit 4 (VC4). 17
Kamerverwarming Kamertemperatuur instellen (vervolg) Kamertemperatuur voor gereduceerde stookwerking instellen (nachtdaling) CV-circuit 1 Ruimtetemp. gew. Gew. verl. ruimtetemp. Bedrijfsprogramma Partywerking Afb. 13 Kiezen met Druk op de volgende knoppen: VC1 1. å voor Uitgebreid menu. 2. /~ voor de selectie van Verwarming 3. d ter bevestiging. 4. Ù/Ú voor de selectie van Verwarm.circuit 1 (VC1), Verwarm.circuit 2 (VC2), Verwarm.circuit 3 (VC3) of Verwarm.circuit 4 (VC4). 5. /~ voor Gered. Gew. kamertemp.. 6. d ter bevestiging. 7. /~ voor de gewenste temperatuur. 8. d ter bevestiging. In de dialoogregel van het display verschijnt kort Overgenomen. 9. ä zo vaak tot het basisscherm verschijnt. Werkingsprogramma instellen Controleer of voor het overeenkomstige verwarmingscircuit Verwarmen is ingesteld. CV-circuit 1 Ruimtetemp. gew. Bedrijfsprogramma Partywerking Spaarmodus Afb. 14 Kiezen met VC1 Druk in het basismenu op de volgende toetsen: 1. /~ voor Verwarming 2. d ter bevestiging. 3. Ù/Ú voor de selectie van Verwarm.circuit 1 (VC1), Verwarm.circuit 2 (VC2), Verwarm.circuit 3 (VC3) of Verwarm.circuit 4 (VC4). 4. /~ voor Werkingsprogramma 5. d ter bevestiging. Het vinkje moet bij Verwarmen staan. Zo niet, ga dan als volgt te werk: 6. /~ voor Verwarmen. 7. d ter bevestiging. 8. ä zo vaak tot het basisscherm verschijnt. De kamers van het gekozen verwarmingscircuit worden volgens de instellingen voor de kamertemperatuur en het tijdprogramma verwarmd. Tijdprogramma instellen Op welk tijdstip voor het verwarmingscircuit kamerverwarming met normale of gereduceerde kamertemperatuur plaatsvindt, hangt af van de instelling van de schakeltijden voor de betreffende dag (vier mogelijke periodes). Als er één of meerdere periodes zijn ingesteld, vindt in deze tijd kamerverwarming met normale kamertemperatuur plaats. Als er geen periodes zijn ingesteld, vindt de hele dag kamerverwarming met gereduceerde kamertemperatuur plaats. 18
Kamerverwarming Tijdprogramma instellen (vervolg) Druk op de volgende toetsen: 1. å voor Uitgebreid menu. 2. /~ voor de selectie van Verwarming 3. d ter bevestiging. 4. Ù/Ú voor de selectie van Verwarm.circuit 1 (VC1), Verwarm.circuit 2 (VC2), Verwarm.circuit 3 (VC3) of Verwarm.circuit 4 (VC4). 5. /~ voor Tijdprogramma verwarming. Houd er bij het instellen van de schakeltijden rekening mee dat uw verwarmingsinstallatie enige tijd nodig heeft om de kamers tot de gewenste temperatuur te verwarmen. Handelingen voor de instelling van de schakeltijden, zie pagina 19. Handelingen om een periode te wissen, zie pagina 20. Tijdens de ingestelde schakeltijden wordt het overeenkomstige verwarmingscircuit op de ingestelde normale kamertemperatuur geregeld. 6. d ter bevestiging. 7. /~ voor de instelling van de gewenste tijd. (zie volgende paragrafen) 8. ä zo vaak tot het basisscherm verschijnt. Bij de kamerverwarming kan maximaal viermaal per dag tussen de normale en de gereduceerde kamertemperatuur worden gewisseld (vier periodes). Af fabriek is voor alle weekdagen de periode! van 6.00 tot 22.00 uur ingesteld; d.w.z. dat in deze periode uw kamers tot normale kamertemperatuur worden verwarmd. U kunt schakeltijden individueel instellen voor de volgende dagen of weekdelen: Voor alle weekdagen gelijk: maandag tot zondag Voor afzonderlijke weekdelen: maandag tot vrijdag en zaterdag tot zondag Voor elke weekdag apart: maandag, dinsdag, enz. Schakeltijden instellen Tijdprogramma verwarming Maandag - Zondag Maandag - Vrijdag Zaterdag - Zondag Maandag Kiezen met Afb. 15 Druk op de volgende toetsen: VC1 4. /~ voor Tijdprogr. verwarmen. 5. d ter bevestiging. Als u de instellingen voor de schakeltijden vroegtijdig wilt afbreken, druk dan op de toets ä tot de basisindicatie verschijnt (zie pagina 14). 6. /~ tot het gewenste weekdeel of de gewenste dag verschijnt. 1. å voor Uitgebreid menu. 7. d ter bevestiging. 2. /~ voor de selectie van Verwarming 3. Ù/Ú voor de selectie van Verwarm.circuit 1 (VC1), Verwarm.circuit 2 (VC2), Verwarm.circuit 3 (VC3) of Verwarm.circuit 4 (VC4). 19
Kamerverwarming Tijdprogramma instellen (vervolg) 8. /~ voor de keuze van de periode. De betreffende periode wordt d.m.v. een getal (!,?, of $) aangegeven. 4. d ter bevestiging. 5. ä zo vaak tot het basisscherm verschijnt. Verwarming Ma-zo VC1 Periodes naar de fabrieksmatige basisinstelling brengen 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24! 06:00-22:00 u Normaal? - -:- - - - -:- - u --- Selecteren met Afb. 16 9. d ter bevestiging. 10. /~ voor het begintijdstip van de periode. 11. d ter bevestiging. 12. /~ voor het eindtijdstip van de periode. 13. d ter bevestiging. 14. Voor de instelling van het begin en einde van andere perioden gaat u te werk zoals beschreven in de stappen 9 tot 14. 15. ä zo vaak tot het basisscherm verschijnt. Periodes wissen Als u een periode wilt wissen, drukt u op de volgende knoppen: 1. Ga te werk zoals in de punten 1 tot 11 van het hoofdstuk Schakeltijden instellen is beschreven. ( Als u alle periodes naar de fabrieksmatige basisinstelling wilt brengen, drukt u op de volgende toetsen: 1. å voor Uitgebreid menu. 2. /~ voor de selectie van Instellingen 3. d ter bevestiging. 4. /~ voor Basisinstelling. 5. d ter bevestiging. 6. /~ voor Verwarming. 7. d ter bevestiging. 8. Ù/Ú voor de selectie van Verwarm.circuit 1 (VC1), Verwarm.circuit 2 (VC2), Verwarm.circuit 3 (VC3) of Verwarm.circuit 4 (VC4). 9. /~ voor de selectie van Ja. 10. d ter bevestiging. 11. ä zo vaak tot het basisscherm verschijnt. 2. d zo vaak tot het eindtijdstip van de gekozen periode verschijnt. 3. /~ zo vaak tot voor het eindtijdstip de indicatie - - : - - verschijnt. De indicatie - - : - - verschijnt, wanneer start- en eindtijd gelijk zijn. Verwarming Ma-vr VC1 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24? - -:- - - - -:- - u Normaal - -:- - - - -:- - u Normaal Overnemen met OK Afb. 17 20
Stooklijnen wijzigen Kamerverwarming U kunt het verwarmingsgedrag wijzigen als de kamertemperatuur gedurende een langere periode niet aan uw wensen voldoet. U beïnvloedt het verwarmingsgedrag door de inclinatie en het niveau van de stooklijn te wijzigen. Meer informatie over de stooklijn vindt u op pagina 22. Volg het gewijzigde stookgedrag gedurende meerdere dagen (zo mogelijk een grote weersverandering afwachten), voordat u de instellingen opnieuw wijzigt. Inclinatie en niveau wijzigen Als instelhulp kunt u gebruikmaken van de volgende tabel: Stookgedrag Maatregel Voorbeeld De woonruimte is in het koude seizoen te koud. Stel de inclinatie van de stooklijn op de eerstvolgende hogere waarde (bijv. 1,5) in. Steilheid 1,5 Niveau 0 K De woonruimte is in het koude seizoen te warm. De woonruimte is in het overgangsseizoen en in het koude seizoen te koud. De woonruimte is in het overgangsseizoen en in het koude seizoen te warm. Stel de inclinatie van de stooklijn op de eerstvolgende lagere waarde (bijv. 1,3) in. Steilheid 1,3 Niveau Stel het niveau van de stooklijn op een hogere waarde (bijv. +3) in. Steilheid 1,4 Niveau Stel het niveau van de stooklijn op een lagere waarde (bijv. 3) in. Steilheid 1,4 Niveau 0 K 3 K -3 K De woonruimte is in het overgangsseizoen te koud, in het koude seizoen echter warm genoeg. De woonruimte is in het overgangsseizoen te warm, in het koude seizoen echter warm genoeg. Stel de inclinatie van de stooklijn op de eerstvolgende lagere waarde in, het niveau op een hogere waarde. Stel de inclinatie van de stooklijn op de eerstvolgende hogere waarde in, het niveau op een lagere waarde. Steilheid 1,3 Niveau 3 K Steilheid 1,5 Niveau -3 K Druk op de volgende toetsen: 6. d ter bevestiging. 1. å voor Uitgebreid menu. 2. /~ voor de selectie van Verwarming 3. d ter bevestiging. 7. /~ voor Inclinatie of Niveau. 8. d ter bevestiging. 4. Ù/Ú voor de selectie van Verwarm.circuit 1 (VC1), Verwarm.circuit 2 (VC2), Verwarm.circuit 3 (VC3) of Verwarm.circuit 4 (VC4). 5. /~ voor Stooklijn. 21
Kamerverwarming Stooklijnen wijzigen (vervolg) 9. /~ voor de gewenste waarde. Stooklijn 100 C 23 C Inclinatie 41 C 55 C 68 C 81 C VC1 20 10 0-10 -20-30 Wijzigen met Afb. 18 10. d ter bevestiging. 1,5 ( 11. ä zo vaak tot het basisscherm verschijnt. Een te hoge of lage instelling van inclinatie of niveau veroorzaakt geen schade aan de verwarmingsinstallatie. Voor de technisch geïnteresseerde gebruiker van de installatie Stooklijnen tonen het verband tussen de buitentemperatuur en de aanvoertemperatuur. Eenvoudiger gezegd: hoe lager de buitentemperatuur, hoe hoger de aanvoertemperatuur. De getoonde stooklijnen gelden bij de volgende instellingen: Niveau van de stooklijn = 0 Een andere waarde voor het niveau toont een stooklijn, die parallel in verticale richting verschoven is. Normale kamertemperatuur = ca. 20ºC In de toestand bij levering is de inclinatie ingesteld op 1,4 en het niveau op 0. Aanvoertemperatuur in C 35 30 25 20 15 10 5 Gew. ruimtetemperatuur in C 90 80 70 60 50 40 30 3,0 3,2 3,4 2,6 2,8 2,4 2,2 2,0 1,8 Steilheid 1,6 1,4 1,2 1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 C B A 10 0-10 -20-30 -14 Buitentemperatuur in C Afb. 19 Voorbeeld voor buitentemperatuur 14 C: A Vloerverwarming, inclinatie 0,2 tot 0,8 B Lagetemperatuurverwarming, inclinatie 0,8 tot 1,6 C Verwarmingsinstallatie met ketelwatertemperatuur boven 75 C, inclinatie 1,6 tot 2,0 22
Kamerverwarming Kamerverwarming uitschakelen Bedrijfsprogramma Verwarmen Uitschakelmodus Afb. 20 Kiezen met Druk in het basismenu op de volgende toetsen: 1. /~ voor Verwarming 2. d ter bevestiging. 3. Ù/Ú voor de selectie van Verwarm.circuit 1 (VC1), Verwarm.circuit 2 (VC2), Verwarm.circuit 3 (VC3) of Verwarm.circuit 4 (VC4). 4. /~ voor Werkingsprogramma 5. d ter bevestiging. 6. /~ voor Uitschakelwerking 7. d ter bevestiging. Op het display verschijnt kort Uitschakelwerking. 8. ä zo vaak tot het basisscherm verschijnt. 23
Comfort- en energiespaarfuncties Partywerking kiezen Met deze comfortfunctie kunt u de kamertemperatuur van een verwarmingscircuit voor een paar uur wijzigen, bijv. als gasten 's avonds langer blijven. Reeds uitgevoerde regelingsinstellingen moet u daarbij niet wijzigen. De kamers worden met de gewenste temperatuur verwarmd. Verwarmingscircuit 1 ruimtetemp. gew. Werkingsprogramma Partywerking Spaarwerking Afb. 21 Ù VC1Ú Aan Þ Kiezen met ( Druk in het basismenu op de volgende toetsen: 1. /~ voor Verwarming. 2. d ter bevestiging. 3. Ù/Ú voor de selectie van Verwarm.circuit 1 (VC1), Verwarm.circuit 2 (VC2), Verwarm.circuit 3 (VC3) of Verwarm.circuit 4 (VC4). 4. /~ voor Partywerking. 5. d ter bevestiging. Op het display wordt de kamertemperatuur tijdens de partywerking aangegeven. 6. /~ voor de gewenste temperatuurwaarde als u deze waarde wilt wijzigen. 7. d ter bevestiging. In de dialoogregel van het display verschijnt kort Overgenomen. In het volgende menu verschijnt op de rechter zijde van het display de weergave Aan. Partywerking beëindigen De partywerking wordt automatisch beëindigd bij de eerstvolgende omschakeling naar kamerverwarming met normale kamertemperatuur, uiterlijk na 8 uur. Verwarmingscircuit 1 ruimtetemp. gew. Werkingsprogramma Partywerking Spaarwerking Afb. 22 Ù VC1Ú Aan Þ Kiezen met ( Als u de partywerking voortijdig wilt beëindigen, drukt u in het basismenu op de volgende toetsen: 1. /~ voor Verwarming. 2. d ter bevestiging. 3. Ù/Ú voor de selectie van Verwarm.circuit 1 (VC1), Verwarm.circuit 2 (VC2), Verwarm.circuit 3 (VC3) of Verwarm.circuit 4 (VC4). 4. /~ voor Partywerking. 5. d ter bevestiging. In de dialoogregel van het display verschijnt kort Uit. In het volgende menu verschijnt op de rechter zijde van het display Uit. Spaarwerking kiezen Om energie te besparen, kunt u de kamertemperatuur tijdens de normale stookwerking verlagen, bijv. als u de woning gedurende een paar uur verlaat. Spaarwerking instellen Bij de spaarwerking wordt de normale kamertemperatuur automatisch verlaagd. Verwarmingscircuit 1 ruimtetemp. gew. Werkingsprogramma Partywerking Spaarwerking Afb. 23 Ù VC1Ú Aan â Kiezen met ( 24
Comfort- en energiespaarfuncties Spaarwerking kiezen (vervolg) Druk in het basismenu op de volgende toetsen: 1. /~ voor Verwarming. 2. d ter bevestiging. 3. Ù/Ú voor de selectie van Verwarm.circuit 1 (VC1), Verwarm.circuit 2 (VC2), Verwarm.circuit 3 (VC3) of Verwarm.circuit 4 (VC4). 4. /~ voor Spaarwerking. 5. d ter bevestiging. Op het display verschijnt kort Spaarwerking Aan. In het volgende menu verschijnt op de rechter zijde van het display de weergave Aan. Spaarwerking beëindigen Als u de spaarwerking voortijdig wilt beëindigen, drukt u in het basismenu op de volgende toetsen: 1. /~ voor Verwarming. 2. d ter bevestiging. 3. Ù/Ú voor de selectie van Verwarm.circuit 1 (VC1), Verwarm.circuit 2 (VC2), Verwarm.circuit 3 (VC3) of Verwarm.circuit 4 (VC4). 4. /~ voor Spaarwerking. 5. d ter bevestiging. Op het display verschijnt kort Spaarwerking Uit. In het volgende menu verschijnt op de rechter zijde van het display de weergave Uit. De spaarwerking eindigt automatisch bij de eerstvolgende omschakeling naar kamerverwarming met normale kamertemperatuur. Vakantieprogramma kiezen Om energie te besparen (bijv. bij langere afwezigheid tijdens de vakantie), kunt u het vakantieprogramma activeren. Vakantieprogramma instellen Het vakantieprogramma start om 00.00 uur van de dag volgend op de vertrekdag. Het vakantieprogramma eindigt om 00.00 uur van de dag van aankomst, d.w.z. dat op de vertrekdag en dag van aankomst de ingestelde schakeltijden actief zijn. De regeling is zo ingesteld dat het vakantieprogramma alle verwarmingscircuits beïnvloedt en geen warmwaterafname plaatsvindt. Als u een wijziging wilt, neemt u contact op met uw installateur. Vakantieprogramma Vertrekdag: Datum Dag van terugkomst: Datum Afb. 24 Wijzigen met ( VC1 Di 25-2-2014 Woe 26-2-2014 Druk op de volgende toetsen: 1. å voor Uitgebreid menu. 2. /~ voor de selectie van Verwarming 3. d ter bevestiging. 4. Ù/Ú voor de selectie van Verwarm.circuit 1 (VC1), Verwarm.circuit 2 (VC2), Verwarm.circuit 3 (VC3) of Verwarm.circuit 4 (VC4). 5. /~ voor Vakantieprogramma. 6. d ter bevestiging; de actuele datum Vertrekdag en de erop volgende datum Dag van aankomst verschijnen. 7. /~ voor vertrekdatum. Als u de instellingen voor het vakantieprogramma vroegtijdig wilt afbreken, druk dan op de toetsg tot de basisindicatie verschijnt (zie pagina 14). 8. d ter bevestiging. 9. /~ voor het instellen van de gewenste datum. 25
Comfort- en energiespaarfuncties Vakantieprogramma kiezen (vervolg) 10. d ter bevestiging. Op het display verschijnt kort Overgenomen. 11. /~ voor de datum van aankomst. 12. d ter bevestiging. 13. /~ voor het instellen van de gewenste datum. 14. d ter bevestiging. In de dialoogregel van het display verschijnt kort Overgenomen. Vakantieprogramma beëindigen Het vakantieprogramma eindigt automatisch op de dag van terugkomst. 3. d ter bevestiging. 4. Ù/Ú voor de selectie van Verwarm.circuit 1 (VC1), Verwarm.circuit 2 (VC2), Verwarm.circuit 3 (VC3) of Verwarm.circuit 4 (VC4). 5. /~ voor Vakantieprogramma. 6. d ter bevestiging. 7. /~ voor Wijzigen? 8. d ter bevestiging. 9. Stel de nieuwe gegevens in volgens de stappen 7 tot en met 14 in het hoofdstuk Vakantieprogramma instellen vanaf pagina 25 Als u het vakantieprogramma voortijdig wilt beëindigen, drukt u op de volgende toetsen: 1. å voor Uitgebreid menu. 2. /~ voor de selectie van Verwarming 3. d ter bevestiging. 4. Ù/Ú voor de selectie van Verwarm.circuit 1 (VC1), Verwarm.circuit 2 (VC2), Verwarm.circuit 3 (VC3) of Verwarm.circuit 4 (VC4). 5. /~ voor Vakantieprogramma. 6. d ter bevestiging. 7. /~ voor Programma wissen. 8. d ter bevestiging. 9. /~ voor Ja. 10. d ter bevestiging. In de dialoogregel van het display verschijnt kort Overgenomen. 11. ä zo vaak tot de basisindicatie verschijnt (zie pagina 14). Ingesteld vakantieprogramma wijzigen Als u het ingestelde vakantieprogramma wilt beëindigen, drukt u op de volgende toetsen: 1. å voor Uitgebreid menu. 2. /~ voor de selectie van Verwarming 26
Warmwaterbereiding Benodigde instellingen Controleer de volgende punten als u warmwaterbereiding wilt: Heeft u de gewenste warmwatertemperatuur ingesteld? Instelling zie pagina 27. Heeft u het juiste werkingsprogramma ingesteld? Instelling zie pagina 30. Heeft u het gewenste tijdprogramma ingesteld? Instelling zie pagina 27. Warmwatertemperatuur instellen Druk in het basismenu op de volgende toetsen: 1. /~ voor Warm water 2. d ter bevestiging. 3. /~ voor Gew.temperatuur. 4. d ter bevestiging. 5. /~ voor de gewenste temperatuur. 6. d ter bevestiging. In de dialoogregel van het display verschijnt kort Overgenomen. 7. ä zo vaak tot de basisindicatie verschijnt (zie pagina 14). Werkingsprogramma instellen Bedrijfsprogramma Warm water Uitschakelmodus Kiezen met Afb. 25 Druk in het basismenu op de volgende toetsen: 2. d ter bevestiging. 3. /~ voor werkingsprogramma. 4. d ter bevestiging. 5. /~ voor Warm water of Uitschakelwerking. 6. d ter bevestiging. 7. ä zo vaak tot het basisscherm verschijnt. 1. /~ voor Warm water. Tijdprogramma instellen Op welk tijdstip voor het verwarmingscircuit warmwaterbereiding plaatsvindt, hangt af van de instelling van de schakeltijden (vier mogelijke periodes) voor de betreffende dag. Het tijdprogramma voor de warmwaterbereiding bestaat uit periodes. In de fabriek wordt een periode van 6.00 tot 22.00 uur voor alle weekdagen ingesteld. In de fabriek wordt voor de warmwaterbereiding Automatische werking ingesteld. Als u geen automatische werking wenst, kunt u voor de warmwaterbereiding individueel tot en met vier periodes per dag kiezen. Voor iedere periode voert u het begin en het einde in. In het uitgebreide menu kunt u onder Informatie het actuele tijdprogramma opvragen (zie pagina 40). Instelling in het uitgebreide menu: 1. å voor Uitgebreid menu. 2. /~ voor Warm water 27
Warmwaterbereiding Tijdprogramma instellen (vervolg) 3. d ter bevestiging. 4. /~ voor Tijdprogr. Warm water 5. d ter bevestiging. 6. /~ voor Individueel Weergegeven voorbeeld: tijdprogramma voor maandag tot vrijdag ( ma-vr ) periode!: Van 4.30 tot 6.30 uur periode?: Van 15:30 tot 20:30!? 7. d ter bevestiging. Warm water Ma-vr VC1 8. /~ voor de keuze van het gewenste gedeelte van de week of de gewenste dag. 9. d ter bevestiging. 10. /~ voor de keuze van de periode!,?, oder $. 11. d ter bevestiging. 12. /~ voor de instelling van het begintijdstip. 13. d ter bevestiging. 14. /~ voor de instelling van het eindtijdstip. 15. d ter bevestiging. 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24! 04:30-06:30 u Normaal? 15:30-20:30 u Normaal Kiezen met Afb. 26 ( Voorbeeld: U wilt voor alle weekdagen, behalve maandag, hetzelfde tijdprogramma instellen: Kies de periode Maandag Zondag en stel het tijdprogramma in. Kies vervolgens Maandag en stel voor die dag het tijdprogramma in. Als u de instelling voortijdig wilt stopzetten, drukt u op tot de gewenste indicatie verschijnt. Periodes wissen Als u een periode wilt wissen, drukt u op de volgende toetsen: 1. Ga te werk zoals in de punten 1 tot 12 van het hoofdstuk Tijdprogramma instellen is beschreven. 4. d ter bevestiging. 5. ä zo vaak tot het basisscherm verschijnt. 2. d zo vaak tot het eindtijdstip van de gekozen periode verschijnt. 3. /~ zo vaak tot voor het eindtijdstip de indicatie - - : - - verschijnt. Tijdprog. Warm water Ma-zo 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24? - -:- - - - -:- - u --- - -:- - - - -:- - u --- Wijzigen met Afb. 27 ( 28
Warmwaterbereiding Tijdprogramma instellen (vervolg) Periodes naar de fabrieksmatige basisinstelling brengen Als u alle periodes van de warmwaterbereiding naar de fabrieksmatige basisinstelling wilt brengen, drukt u op de volgende toetsen: 1. å voor Uitgebreid menu 2. /~ voor Instellingen. 3. d ter bevestiging. 4. /~ voor Basisinstelling. 5. d ter bevestiging. 6. /~ voor Warm water. 7. d ter bevestiging. 8. /~ voor Ja. 9. d ter bevestiging. 10. ä zo vaak tot de basisindicatie verschijnt (zie pagina 14). Warmwaterbereiding uitschakelen Druk in het basismenu op de volgende toetsen: 1. /~ voor Warm water. 2. d ter bevestiging. 3. /~ voor Werkingsprogramma. 4. d ter bevestiging. 5. /~ voor Uitschakelwerking : 6. d ter bevestiging. 29
Verwarmingswaterbuffer Werkingsprogramma instellen Voor de regeling van de verwarmingswatertemperaturen in de verwarmingswaterbuffer zijn 3 werkingsprogramma's beschikbaar: Automatisch Bij de automatische werking wordt de gemiddelde gewenste temperatuur van de verwarmingswaterbuffer automatisch via de ingestelde stooklijn van de buffer bepaald. Afhankelijk van de buitentemperatuur en de ingestelde waarden voor niveau en inclinatie wordt een gewenste waarde vastgesteld. Handmatig Bij de handmatige werking kunt u een vaste waarde voor de gemiddelde gewenste temperatuur van de verwarmingswaterbuffer opgegeven. Deze gewenste waarde kunt u bij ingestelde handmatige werking in het menu Boiler invoeren. Een beschrijving vindt u op pagina 30. Uit De verwarmingswaterbuffer wordt in dit werkingsprogramma door de verwarmingsketel geladen. De verwarmingsketel regelt tot de gewenste ketelwatertemperatuur. De buffertemperaturen beïnvloeden de vermogensregeling van de verwarmingsketel niet. Om het werkingsprogramma in te stellen, drukt u op de volgende toetsen: 1. å voor Uitgebreid menu 2. /~ voor Boiler 3. d ter bevestiging. 4. /~ voor Werkingsprogramma 5. d ter bevestiging. 6. /~ Voor Automatisch, Handmatig of Uit. 7. d ter bevestiging. Gemiddelde gewenste temperatuur van de verwarmingswaterbuffer bij handmatige werking invoeren: 1. å voor Uitgebreid menu 2. /~ voor Boiler 3. d ter bevestiging. 4. /~ voor Gew.temp.handm.werking. Dit menupunt is enkel bij een ingestelde handmatige werking beschikbaar. 5. d ter bevestiging. 6. /~ voor de gewenste temperatuur. 7. d ter bevestiging. Tijdprogramma instellen Door de aanpassing van het tijdprogramma voor de verwarmingswaterbuffer kunt u de laadtijden ervan instellen. In de ingestelde periodes heeft de laadtoestand van de verwarmingswaterbuffer een invloed op de modus van de verwarmingsketel. Als u voor de verwarmingsondersteuning een zonneinstallatie gebruikt, moet u de laadtijden van de verwarmingswaterbuffer op de regeling van de zonneinstallatie afstemmen. Het tijdprogramma voor de verwarmingswaterbuffer bestaat uit periodes. In de fabriek wordt een periode van 6.00 tot 22.00 uur voor alle weekdagen ingesteld. In de fabriek is voor het tijdprogramma van de verwarmingswaterbuffer Automatische werking ingesteld. Bij de automatische werking wordt geen rekening gehouden met het tijdprogramma van de verwarmingswaterbuffer. 30 Als u geen automatische werking wenst, kunt u individueel tot en met vier periodes per dag kiezen. Voor elke periode stelt u het begintijdstip en het eindtijdstip in. In het uitgebreide menu kunt u onder Informatie het actuele tijdprogramma opvragen (zie pagina 40). Tijdprogr. Buffer Automatiek Individueel Afb. 28 Kiezen met Instelling in het uitgebreide menu: 1. å voor Uitgebreid menu.
Verwarmingswaterbuffer Tijdprogramma instellen (vervolg) 2. /~ voor Boiler 3. d ter bevestiging. 4. /~ voor Tijdprogramma 5. d ter bevestiging. 6. /~ voor Individueel 7. d ter bevestiging. 8. /~ voor de keuze van het gewenste gedeelte van de week of de gewenste dag. 9. d ter bevestiging. 10. /~ voor de keuze van de periode!,?, of $. 11. d ter bevestiging. 13. d ter bevestiging. 14. /~ voor de instelling van het eindtijdstip. 15. d ter bevestiging. Weergegeven voorbeeld: tijdprogramma voor maandag tot vrijdag ( Ma-Vr ) periode!: Van 4.30 tot 8.30 periode?: Van 16.30 tot 23.00!? Ma-vr 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 1 04:30-08:30 Normaal 2 16.30-23.00 Normaal Kiezen met Afb. 29 I I 12. /~ voor de instelling van het begintijdstip. Periodes wissen Als u een periode wilt wissen, drukt u op de volgende toetsen: 1. Ga te werk zoals in de punten 1 tot 12 van het hoofdstuk Tijdprogramma instellen vanaf pagina 30 is beschreven. 4. d ter bevestiging. 5. ä zo vaak tot het basisscherm verschijnt. 2. d zo vaak tot het eindtijdstip van de gekozen periode verschijnt. 3. /~ zo vaak tot voor het eindtijdstip de indicatie - - : - - verschijnt. Tijdprogramma Ma-Zo 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24? - -:- - - - -:- - u --- - -:- - - - -:- - u --- Wijzigen met Afb. 30 ( Stooklijn instellen In het werkingsprogramma Automatisch bepaalt de regeling de gemiddelde gewenste temperatuur van de verwarmingswaterbuffer automatisch. Daartoe houdt deze rekening met de ingestelde stooklijn en de buitentemperatuur. Druk op de volgende toetsen: 1. å voor Uitgebreid menu. 31
Verwarmingswaterbuffer Stooklijn instellen (vervolg) 2. /~ voor de selectie van Boiler. 3. d ter bevestiging. 4. /~ voor Stooklijn. 5. d ter bevestiging. 6. /~ voor Inclinatie of Niveau. 7. d ter bevestiging. 8. /~ voor de gewenste waarde. Stooklijn 100 C 60 C 20 10 0-10 -20-30 Inclinatie 65 C Wijzigen met Afb. 31 70 C 75 C 81 C 1,5 ( 9. d ter bevestiging. 10. ä zo vaak tot het basisscherm verschijnt. 32
Brandstoftoevoer Blokkeertijden voor automatische brandstoftoevoer Instellen van de blokkeertijden voor pellettoevoer alleen bij pellettransport met zuigsysteem. Als de pellettank enkel op bepaalde tijdstippen gevuld moet worden, kunt u de blokkeertijden individueel instellen. Kies de tijden zodanig dat in de blokkeertijden voldoende brandstof beschikbaar is. Blokkeertijden instellen Blokkeertijden zuigmodule Maandag-Zondag Maandag-Vrijdag Zaterdag-Zondag Maandag Afb. 32 Kiezen met Druk op de volgende toetsen: 1. å voor Uitgebreid menu.. 2. /~ voor Toevoer. 3. d ter bevestiging. 4. /~ voor Blok zgmd. 5. d ter bevestiging. Als u de instellingen voor de transporttijden vroegtijdig wilt afbreken, drukt u op de toets ä tot de basisindicatie verschijnt (zie pagina 14). 8. /~ voor de keuze van de periode. De betreffende periode wordt door een getal (!,?, of $) aangegeven. 9. d ter bevestiging. 10. /~ voor het begintijdstip van de periode. 11. d ter bevestiging. 12. /~ voor het eindtijdstip van de periode. Blokkeertijd niet langer dan 10 uur instellen. Bij instelling van meer dan 10 uur volgt een storingsmelding omwille van brandstofgebrek. 13. d ter bevestiging. 14. Voor de instelling van het begin en einde van andere perioden gaat u te werk zoals beschreven in de stappen 10 tot 15. 15. ä zo vaak tot de basisindicatie verschijnt (zie pagina 14). 6. /~ tot het gewenste weekdeel of de gewenste dag verschijnt. 7. d ter bevestiging. Ma-Zo 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24! 00:00-06:00 u blokkeert? 22:00-24:00 u blokkeert Kiezen met ( Afb. 33 33