VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOTRONIC 200. voor de gebruiker van de installatie

Transcriptie

1 Bedieningshandleiding voor de gebruiker van de installatie VIESMANN Verwarmingsinstallatie en woningventilatiesysteem met warmtepompregeling Vitotronic 200, type WO1C VITOTRONIC 200 8/2012 Bewaren a.u.b.!

2 Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel.! Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu. Gegevens met het woord "" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Gevaar Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden aan de installatie kunnen leiden tot levensgevaarlijke ongevallen. Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektromonteurs worden uitgevoerd. Wat te doen bij brand Gevaar Bij vuur bestaat verbrandingsgevaar. De installatie uitschakelen. Gebruik een gekeurde brandblusser (brandklasse ABC). Deze bedieningshandleiding is bedoeld voor de bedieners van de installatie. Dit toestel is niet bedoeld om te worden gebruikt door personen (waaronder kinderen) met beperkte fysieke, sensorische of geestelijke capaciteiten of met gebrek aan ervaring en/of kennis, tenzij deze onder toezicht van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon staan of aanwijzingen hebben gekregen hoe het toestel te gebruiken. Opgelet! Kinderen moeten onder toezicht staan. Zorg ervoor dat kinderen niet met het apparaat spelen. 2

3 Veiligheidsvoorschriften Voor uw veiligheid (vervolg) Voorwaarden voor de opstelling Opgelet! Ontoelaatbare omgevingsvoorwaarden kunnen schade aan de installatie veroorzaken en een veilige werking belemmeren. Binnenshuis opgesteld apparaat: Omgevingstemperaturen: Vitocal 200-A: Omgevingstemperaturen van meer dan 5 ºC en minder dan 30 ºC garanderen. Alle overige Vitocal: Omgevingstemperaturen van meer dan 0 ºC en minder dan 35 ºC garanderen. Luchtverontreiniging door halogeenkoolwaterstoffen (deze bevinden zich bijv. in sprays, verven, oplosmiddelen en reinigingsproducten) vermijden. Permanent hoge luchtvochtigheid (bijv. door het permanent drogen van was) voorkomen. Extra componenten, reserveonderdelen en aan slijtage gevoelige onderdelen Opgelet! Componenten die niet met de installatie zijn gekeurd, kunnen leiden tot schade aan de installatie of de goede werking ervan belemmeren. Montage resp. vervanging uitsluitend door het installatiebedrijf laten uitvoeren. Buitenshuis opgesteld apparaat: Omgevingstemperaturen van meer dan 20 ºC en minder dan 35 ºC garanderen. 3

4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Eerst informeren Eerste inbedrijfstelling... 9 Vakbegrippen... 9 Uw installatie is vooraf ingesteld... 9 Tips voor energiebesparing Tips voor meer comfort Over de bediening Regeling openen Bedieningseenheid Bedieningsaanwijzingen Symbolen Basismenu Uitgebreid menu Hoe te gebruiken Werkingsprogramma Werkingsprogramma's voor verwarmen, koelen, warm water, vorstbescherming Werkingsprogramma's voor ventilatie Bijzondere werkingsprogramma's Tijdprogramma Tijdprogramma instellen met als voorbeeld ruimteverwarming/-koeling Tijdprogramma effectief instellen Periodes wissen In- en uitschakelen Warmtepomp inschakelen Warmtepomp uitschakelen Met vorstbewaking Zonder vorstbewaking (buitenbedrijfstelling) Kamerverwarming/kamerkoeling Kamertemperatuur Normale kamertemperatuur instellen voor verwarmen/koelen Gereduceerde kamertemperatuur instellen voor verwarmen/koelen Werkingsprogramma Werkingsprogramma instellen voor verwarmen/koelen Tijdprogramma Tijdprogramma instellen voor verwarming/koeling Verwarmingsinstallatie met verwarmingswaterbuffer Tijdprogramma instellen voor verwarmingswaterbuffer Stooklijn/koellijn Lijnen instellen voor verwarmen/koelen

5 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Kamerverwarming/-koeling uitschakelen Comfortfunctie Partywerking Partywerking instellen voor verwarming/koeling Partywerking beëindigen Energiespaarfunctie Spaarwerking Spaarwerking instellen voor verwarmen Spaarwerking beëindigen Energiespaarfunctie Vakantieprogramma Vakantieprogramma instellen voor verwarming/koeling Vakantieprogramma afbreken of wissen Warmwaterbereiding Warmwatertemperaturen Normale warmwatertemperatuur instellen Verhoogde warmwatertemperatuur instellen Werkingsprogramma Werkingsprogramma instellen voor de warmwaterbereiding Tijdprogramma Tijdprogramma instellen voor de warmwaterbereiding Inschakeloptimalisatie instellen Uitschakeloptimalisering instellen Het tijdprogramma instellen voor de circulatiepomp Warmwaterbereiding buiten het tijdprogramma x WW-bereiding activeren Warmwaterbereiding uitschakelen Verwarmingsinstallatie met bijkomende elektrische verwarming Actieve koeling Actieve koeling vrijgeven en blokkeren Lucht-/water-warmtepompen Ventilatie Ventilatie inschakelen Ventilatie uitschakelen Uitschakelwerking activeren Ventilatie uitschakelen om de filter te vervangen Werkingsprogramma Werkingsprogramma instellen voor ventilatie Ventilatie zonder warmterecuperatie Kamertemperatuur instellen voor ventilatie Minimumtemperatuur instellen voor ventilatie

6 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Tijdprogramma Tijdprogramma instellen voor ventilatie Comfortfunctie Intensieve werking Intensieve werking instellen voor ventilatie Intensieve werking beëindigen Energiespaarfunctie Spaarwerking Spaarwerking instellen voor ventilatie Spaarwerking beëindigen Energiespaarfunctie Vakantieprogramma Vakantieprogramma instellen voor ventilatie, verwarmen/koelen Vakantieprogramma afbreken of wissen Stroom uit fotovoltaïsche installatie Gebruik van eigen elektriciteit Overige instellingen Contrast van het display instellen Helderheid van het display instellen Naam voor de verwarmings-/koelcircuits instellen Verkozen verwarmings-/koelcircuit voor basismenu instellen Tijd en datum instellen Taal instellen Temperatuureenheid instellen ( C/ F) Fabrieksinstellingen opnieuw instellen Opvragingen Informatie opvragen Zonne-energieopbrengst opvragen Bedrijfsdagboek Estrikdroging Meldingen opvragen Manuele bediening Speciale installatie-uitvoeringen Wat doen? Ruimten te koud Ruimten te warm Geen warm water Warm water te heet knippert en Aanwijzing wordt weergegeven knippert en Waarschuwing wordt weergegeven

7 Inhoudsopgave Inhoudsopgave knippert en Storing wordt weergegeven Blok. dr. energiebedrijf C5 wordt weergegeven Bediening geblokkeerd wordt aangegeven Filter controleren wordt weergegeven Deuren/Vensters gaan moeilijk open Deuren/vensters slaan open Onderhoud Reiniging verwarmingsinstallatie In combinatie met de aardwarmte/water- of water-/waterwarmtepomp In combinatie met lucht-/waterwarmtepomp Vitotronic-regeling Inspectie en het onderhoud van een verwarmingsinstallatie Warmwaterboiler (indien voorhanden) Veiligheidsklep (warmwaterboiler) Tapwaterfilter (indien aanwezig) Beschadigde aansluitkabels Reiniging woningventilatiesysteem Luchttoevoer-/afvoerkleppen reinigen Filters in de afvoerkleppen vervangen Filter in het ventilatietoestel vervangen Onderhoudsindicatie terugzetten Appendix Koelmiddel Overzicht Uitgebreid menu Opvraagmogelijkheden in Informatie

8 Inhoudsopgave Inhoudsopgave (vervolg) Verklaring van de begrippen Actieve koeling ( active cooling ) Installatie-uitvoering Werkingsprogramma Werkingsmodus Eigen gebruik van de stroom van het fotovoltaïsch systeem Elektrische bijverwarming Blokkering energiebedrijf Vloerverwarming Geluidsarme werking Stookwerking/koelwerking Stooklijn/koellijn Verwarmings-/koelcircuits CV-pomp CV-water-doorstroomtoestel CV-waterbuffer Gecontroleerde woningventilatie Koeling Koelfuncties Koellijn Koelcircuit Ventilatie Mengklep Kamertemperatuur Veiligheidsklep Secundaire pomp Zonnecircuitpomp Boilerlaadpomp Tapwaterfilter Compressor Weersafhankelijke stookwerking / koelwerking Woningventilatie Tijdprogramma Circulatiepomp Index

9 Eerst informeren Eerste inbedrijfstelling De eerste inbedrijfstelling en aanpassing van de warmtepompregeling aan de plaatselijke en bouwkundige situatie en de onderwijzing over de bediening moeten door uw cv-installateur worden uitgevoerd. In deze bedieningshandleiding worden ook de functies beschreven die slechts met enkele warmtepomptypen of alleen met accessoires mogelijk zijn. Deze functies worden niet apart gekenmerkt. Bij vragen over de functionaliteit en het accessoires van uw warmtepomp en uw verwarmingsinstallatie wendt u zich tot uw verwarmingsfirma. Vakbegrippen Om de functies van uw Vitotronic regeling beter te begrijpen, worden enkele begrippen verklaard. Deze begrippen zijn als volgt gekenmerkt: Meer informatie vindt u in het hoofdstuk Begripsverklaringen in de bijlage. Uw installatie is vooraf ingesteld Uw verwarmingsinstallatie is in de fabriek ingesteld en is hierdoor bedrijfsklaar: Kamerverwarming/kamerkoeling Uw kamers worden van 00:00 tot 24:00 uur met 20 C gewenste kamertemperatuur verwarmd (normale kamertemperatuur). Als een verwarmingswaterbuffer aanwezig is, wordt deze verwarmd. Een ev. aanwezige bijkomende elektrische verwarming is vrijgegeven (zie hoofdstuk Bijkomende elektrische verwarming vrijgeven ). De actieve koelwerking is geblokkeerd (zie hoofdstuk Actieve koelwerking vrijgeven en blokkeren ). 9

10 Eerst informeren Uw installatie is vooraf ingesteld (vervolg) Warmwaterbereiding Het warme water wordt iedere dag van 0.00 tot uur tot een gewenste warmwatertemp. van 50 C opgewarmd. Een eventueel aanwezige circulatiepomp is uitgeschakeld. Een ev. aanwezige bijkomende elektrische verwarming is vrijgegeven (zie hoofdstuk Bijkomende elektrische verwarming vrijgeven ). Vorstbescherming De vorstbescherming van uw warmtepomp, warmwaterboiler en verwarmingswaterbuffer (indien aanwezig) is gegarandeerd. Bij temperaturen onder 15 C is de vorstbescherming van de warmtepomp, van de warmwaterboiler en van de verwarmingswaterbuffer alleen gegarandeerd als een verwarmingswaterdoorstromer (door de installateur te voorzien) is geïnstalleerd. Woningventilatie met Vitovent 300-F Van 00:00 tot 24:00 uur: Woningventilatie in werkingsstatus Normaal. Winter-/zomertijdomzetting De omschakeling vindt automatisch plaats. Datum en tijd Datum en tijd zijn door uw verwarmingsfirma ingesteld. Uw verwarmingsfirma kan bij de eerste inbedrijfstelling verdere instellingen voor u invoeren. U kunt alle instellingen te allen tijde individueel overeenkomstig uw wensen wijzigen. Stroomuitval Bij een stroomuitval blijven alle instellingen behouden. 10

11 Eerst informeren Tips voor energiebesparing Kamerverwarming/kamerkoeling Normale kamertemperatuur ( Gewenste kamertemperatuur, zie pagina 32): Maak de kamers niet te warm. Elke graad kamertemperatuur minder spaart tot 6% stookkosten. Stel de kamertemperatuur niet hoger in dan 20 C. Tijdprogramma (zie pagina 33): De kamers overdag met de normale en 's nachts met de gereduceerde kamertemperatuur verwarmen (niet zinvol voor vloerverwarming). Stel hiervoor het tijdprogramma in. Werkingsprogramma: Als u geen kamerverwarming of -koeling nodig hebt, kiest u een van de volgende werkingsprogramma's: Enkel warm water (zie pagina 41): Wanneer u in de zomer de kamers niet wilt verwarmen, maar wel warm water nodig heeft. Uitschakelwerking (zie pagina 30): Wanneer u langere tijd geen kamers wilt verwarmen en geen warm water nodig heeft. Korte afwezigheid (zie pagina 38): Beperk de kamertemperatuur, bijv. wanneer u inkopen gaat doen (niet zinvol voor vloerverwarming). Kies daartoe Spaarwerking. Vakantie (zie pagina 39): Wanneer u op reis gaat, stelt u het Vakantieprogramma in: de kamertemperatuur wordt verminderd en de warmwaterbereiding uitgeschakeld. In combinatie met een ventilatietoestel wordt het ventilatieniveau beperkt. Ventileren: Om te ventileren sluit u de thermostaatkranen en opent u de ramen kortstondig helemaal (als geen woningventilatiesysteem aanwezig is). Rolluiken: Rolluiken (indien aanwezig) neerlaten zodra het donker wordt. Thermostaatkranen: Stel de thermostaatkranen correct in. Radiatoren: Sluit de radiatoren en thermostaatkranen niet. Warmwaterbereiding Circulatiepomp (zie pagina 44): De circulatiepomp alleen activeren voor de periodes waarin regelmatig warm water wordt afgetapt. Stel hiervoor het tijdprogramma in. Warmwaterverbruik: Neem een douche i.p.v. een bad. Een douche vereist doorgaans minder energie dan een vol bad. Woningventilatietoestellen (in combinatie met ventilatietoestel) Kortstondige afwezigheid (zie pagina 50 en 53): Verminder de verluchtingsniveaus, bijv. wanneer u inkopen gaat doen. Kies daartoe de spaarwerking of het werkingsprogramma Basiswerking. Vakantie (zie pagina 54): Wanneer u op reis gaat, stelt u het Vakantieprogramma in: Het verluchtingsniveau wordt gereduceerd. De kamertemperatuur wordt verminderd en de warmwaterbereiding uitgeschakeld. 11

12 Eerst informeren Tips voor energiebesparing (vervolg) Gebruik van eigen elektriciteit (in combinatie met fotovoltaïsche installatie) Voor verdere energiespaarfuncties van de warmtepompregeling kunt u zich tot uw verwarmingsbedrijf wenden. Gebruik de elektriciteit, die door uw fotovoltaïsche installatie wordt opgewekt, voor uw verwarmingsinstallatie (zie pagina 56). Tips voor meer comfort Kamerverwarming/kamerkoeling Normale kamertemperatuur ( Gewenste kamertemperatuur, zie pagina 18): U kunt in het basismenu op elk moment uw comforttemperatuur instellen. Verkozen verwarmingscircuit (zie pagina 59): Wanneer uw verwarmingsinstallatie uit verschillende verwarmingscircuits bestaat, kunt u de belangrijke instellingen voor een verkozen verwarmingscircuit/koelcircuit rechtstreeks in het basismenu invoeren. Tijdprogramma (zie pagina 33): Gebruik het tijdprogramma. In het tijdprogramma kunt u tijdfases met verschillende kamertemperaturen instellen, bijv. overdag anders dan 's nachts. Verwarmingswaterbuffer (indien voorhanden, zie pagina 34): Stel het tijdprogramma voor de verwarmingswaterbuffer zo in dat er steeds voldoende warmte ter beschikking is voor uw verwarmingscircuits, bijv. om blokkeringsperiodes van het energiebedrijf te overbruggen. Bijkomende elektrische verwarming (indien voorhanden, zie pagina 46): Geef de bijkomende elektrische verwarming vrij en stel hiertoe het tijdprogramma in. De bijkomende elektrische verwarming wordt automatisch ingeschakeld wanneer er snel grote hoeveelheden warmte nodig zijn. Actieve koelwerking (zie pagina 47): Na de vrijgave van de actieve koelwerking staat voor de koeling van uw kamers indien nodig een groot koelvermogen ter beschikking. 12

13 Eerst informeren Tips voor meer comfort (vervolg) Stooklijn/koellijn (zie pagina 36): Met de stooklijn kunt u de verwarmingsinstallatie individueel aan de warmtebehoefte van uw kamers aanpassen. Een correcte instelling garandeert dat uw comforttemperatuur gedurende het hele jaar wordt bereikt. Hetzelfde geldt voor de koellijn. Partywerking (zie pagina 37): Stel partywerking in wanneer u uw kamers wilt verwarmen met een temperatuur die afwijkt van het tijdprogramma. Voorbeeld: In het tijdprogramma is 's avonds laat een verminderde kamertemperatuur ingesteld en uw bezoek blijft langer. Warmwaterbereiding Tijdprogramma (zie pagina's 42 en 44): Gebruik het tijdprogramma voor de warmwaterbereiding. In het tijdprogramma kunt u tijdfases met verschillende warmwatertemperaturen instellen, bijv. 's morgens hoger dan overdag. Gebruik het tijdprogramma voor de circulatiepomp. Op de ingestelde tijdfases beschikt u op de aftappunten over warm water met de gewenste temperatuur. Inschakeloptimalisering (zie pagina 43): Met de inschakeloptimalisering is uw warmwaterboiler bij het begin van elke tijdfase tot de ingestelde temperatuur verwarmd. Uitschakeloptimalisering (zie pagina 43): Met de uitschakeloptimalisering is uw warmwaterboiler op het einde van elke tijdfase tot de ingestelde temperatuur verwarmd. Eenmalige warmwaterbereiding (zie pagina 44): Met 1x WW-bereiding verwarmt de warmtepomp de warmwaterboiler onmiddellijk, ongeacht het tijdprogramma. Bijkomende elektrische verwarming (indien voorhanden, zie pagina 46): Geef de bijkomende elektrische verwarming vrij en stel hiertoe het tijdprogramma in. De bijkomende elektrische verwarming wordt automatisch ingeschakeld wanneer alleen de warmtepomp de warmwaterboiler niet snel genoeg kan opwarmen, bijv. tijdens de blokkeringsperiode van het energiebedrijf. Woningventilatietoestellen (in combinatie met ventilatietoestel) Intensieve werking (zie pagina 52): Bij de Intensieve werking verhoogt u de ventilatie in uw kamers, bijv. wanneer u kookt. Werking van lucht-/waterwarmtepompen Geluidsarme werking (zie pagina 48): Stel het tijdprogramma voor een geluidsarme werking in, bijv. om het geluidsniveau van uw lucht-/waterwarmtepomp 's nachts te reduceren. 13

14 Over de bediening Regeling openen Afhankelijk van het warmtepomptype kan de warmtepompregeling er anders uitzien. Regeling aan de voorzijde van de warmtepomp 14 C 21 C Regeling op de warmtepomp Regeling aan de wand BA Aan de achterkant van de afdekklep bevindt zich een korte handleiding. Om deze te openen, trekt u de afdekklep aan de bovenkant naar voren. A Regelingsbovendeel met bedieningseenheid B Knop voor wijziging van de vastklikstand 14

15 Over de bediening Bedieningseenheid Alle instellingen van uw warmtepompregeling kunt u centraal op de bedieningseenheid invoeren. Als in uw kamers afstandsbedieningen geïnstalleerd zijn, kunt u ook de instellingen via deze afstandsbedieningen invoeren. Bedieningshandleiding van de afstandsbediening 14 C 21 C U gaat 1 stap terug in het menu of u breekt een begonnen instelling af. Cursortoetsen U bladert door het menu of stelt een waarde in. OK U bevestigt uw keuze of u slaat de instelling op. Er staan u twee bedieningsniveaus ter beschikking: Het basismenu: Zie pagina 17. Het uitgebreide menu: Zie pagina 18. U roept bedieningsaanwijzingen op (zie volgend hoofdstuk) of aanvullende informatie bij het gekozen menu. U roept het uitgebreide menu op. Als u een paar minuten geen instellingen aan de bedieningseeneid heeft uitgevoerd, wordt de screensaver actief (zie pagina 20). Bedieningsaanwijzingen U krijgt in de vorm van een korte handleiding uitleg bij de bediening. 15

16 Over de bediening Bedieningseenheid (vervolg) Zo roept u de bedieningsaanwijzingen op: Screensaver is actief (zie pagina 20): Druk op de toets. U bevindt zich ergens in het menu: Druk op de toets tot het basismenu verschijnt (zie pagina 17). Druk op de toets. Symbolen De symbolen verschijnen niet constant, maar zijn afhankelijk van de uitvoering van de installatie en van de werkingstoestand. Indicaties: Vorstbescherming is actief Kamerverwarming met normale kamertemperatuur Kamerverwarming met gereduceerde kamertemperatuur. Partywerking voor kamerverwarming is actief Spaarwerking voor kamerverwarming is actief In combinatie met zonnesysteem: Zonnecircuitpomp draait Compressor werkt Bij grond-/water- of water-/waterwarmtepompen: Primaire pomp loopt Bij lucht-/waterwarmtepompen: Ventilator loopt Verwarmingswaterdoorstromer is actief (bijkomende elektrische verwarming) In combinatie met een koelcircuit: Koelwerking is actief In combinatie met een fotovoltaïsche installatie: Gebruik van eigen elektriciteit is actief. Verwarmings-/koelcircuits: VC... Verw.circuit... of verwarmings-/koelcircuit... SKK Apart koelcircuit Werkingsprogramma's: Werkingsprogramma's voor verwarmen, koelen en warm water:,,, : Betekenis van de symbolen zie pagina 22 Werkingsprogramma's voor ventilatie: Ventilatieniveaus 0 tot 4 afhankelijk van het ingestelde werkingsprogramma, zie pagina 25 Ventilatieniveaus (in combinatie met een ventilatietoestel): 0 Geen ventilatie 1 Minimale luchtdebiet 2 Gereduceerde luchtdebiet 3 Normale luchtdebiet 16

17 Over de bediening Bedieningseenheid (vervolg) 4 Maximale luchtdebiet 2 Vorstbescherming voor het ventilatietoestel is actief. Symbool bij het voorbeeld van ventilatieniveau 2 2 Voorverwarmingsregister voor het ventilatietoestel is actief, indien voorhanden. Symbool bij het voorbeeld van ventilatieniveau 2 Ventilatietoestel is via de netschakelaar uitgeschakeld Meldingen: Storing Waarschuwing Aanwijzing Basismenu In het basismenu kunt u de volgende instellingen voor het verkozen verwarmings-/koelcircuit (D) uitvoeren en opvragen: Gewenste kamertemperatuur Werkingsprogramma Zo roept u het basismenu op: Screensaver is actief (zie pagina 20): Druk op de toets OK. U komt in het uitgebreide menu (zie pagina 18): Druk op de toets tot het basismenu verschijnt. D A VC1 B C 14 C 21 C Aanvoertemperatuur 40 C A Werkingsprogramma voor het verkozen verwarmings-/koelcircuit (D) B Actuele buitentemperatuur C Gewenste kamertemperatuur voor het verkozen verwarmings-/koelcircuit (D) 17

18 Over de bediening Basismenu (vervolg) D Verkozen verwarmings-/koelcircuit (zie pagina 59) Geen indicatie indien slechts één verwarmings-/koelcircuit voorhanden is. Het basismenu kan bij speciale uitvoeringen van de hier weergegeven indicatie afwijken (zie hoofdstuk Speciale installatie-uitvoeringen, pagina 69). De instellingen voor het verkozen verwarmings-/koelcircuit kunt u ook in het uitgebreide menu uitvoeren (zie pagina 18). De instellingen voor ev. andere aangesloten verwarmings-/koelcircuits kunt u alleen in het uitgebreide menu uitvoeren. De instellingen voor de ventilatie (indien voorhanden) kunt u alleen in het uitgebreide menu uitvoeren. Uw verwarmingsfirma kan de bediening voor het basismenu blokkeren. In dat geval kunt u noch in het basismenu, noch in het uitgebreide menu instellingen invoeren (zie pagina 73). Normale kamertemperatuur voor het gewenste CV-/koelcircuit instellen Druk op de volgende toetsen: / voor de gewenste waarde. OK ter bevestiging. Werkingsprogramma voor het gewenste CV-/koelcircuit instellen Druk op de volgende toetsen: / voor het gewenste werkingsprogramma. OK ter bevestiging. Uitgebreid menu In het uitgebreide menu kunt u alle instellingen voor de functionaliteiten van de warmtepompregeling invoeren en opvragen, bijv. het vakantieprogramma en tijdprogramma's instellen. Het menuoverzicht vindt u op pagina 85. Zo roept u het uitgebreide menu op: Screensaver is actief: druk na elkaar op de toetsen OK en. U bevindt zich ergens in het menu: Druk op de toets. 18

19 Over de bediening Uitgebreid menu (vervolg) Uw verwarmingsfirma kan de bediening voor het uitgebreide menu blokkeren. In dit geval kunt u alleen meldingen opvragen (zie pagina 65) en in uitzonderlijke gevallen de handmatige werking activeren (zie pagina 68). Menu F verwarmen/koelen Warm water Installatie Handbediening Verder met i OK F Dialoogregel Hoe te gebruiken Als u een paar minuten geen instellingen aan de bedieningseeneid heeft uitgevoerd, wordt de screensaver actief. De helderheid van de displayverlichting wordt gereduceerd. 19

20 Over de bediening Hoe te gebruiken (vervolg) Screensaver B C 14 C 21 C B Actuele buitentemperatuur Druk op de toets OK. U komt in het basismenu (zie pagina 17). 2. Druk op de toets. U komt in het uitgebreide menu (zie pagina 18). Het gekozen menupunt is voorzien van een witte achtergrond. Op de dialoogregel F (zie afbeelding op pagina 19) krijgt u de benodigde bedieningshandleiding. C Gewenste kamertemperatuur De volgende afbeelding laat aan de hand van het voorbeeld voor de instelling van de gewenste kamertemperatuur de procedure zien. De afbeelding omvat de instelling zonder en met selectie van het CV-circuit, maar ook verschillende dialoogvensterregels. Voor ieder CV-circuit/koelcircuit kunt u instellingen voor het verwarmen/koelen van kamers realiseren. Daarom moet u voorafgaand aan de desbetreffende instellingen (bijvoorbeeld kamertemperatuur) het gewenste CV-circuit/koelcircuit selecteren. 20

21 Over de bediening Hoe te gebruiken (vervolg) VC1 14 C 21 C Aanvoertemperatuur 40 C Menu Verwarmen/koelen Warm water Installatie Handbediening Verder met CV-circuit 1 Partywerking ê Spaarwerking ê Gew. kamertemperatuur Verl. kamertemp. gewenst Kiezen met ( CV-circuit 1 OK Gew. kamertemperatuur v/ v Partywerking Spaarwerking Gew. kamertemperatuur OK Verl. kamertemp. gewenst Verder met OK i OK Ù VC1 Ú Selectie CV-circuit Ù VC2Ú VC1 OK VC1 ê ê Ú CV-circuit 2 CV-circuit 2 Werd gekozen Partywerking Spaarwerking Gew. kamertemperatuur Verl. kamertemp. gewenst Verder met OK Gew. kamertemperatuur OK / v/ v Ù HK1 VC2 Ú OK VC2 ê ê 20 C Wijzigen met ( V of v Gew. kamertemperatuur VC1 22 C 20 C Wijzigen met ( V of v Gew. kamertemperatuur VC2 22 C Overnemen met OK Overnemen met OK OK OK Gew. kamertemperatuur VC1 Gew. kamertemperatuur VC2 22 C 22 C Overgenomen Overgenomen 21

22 Over de bediening Werkingsprogramma Werkingsprogramma's voor verwarmen, koelen, warm water, vorstbescherming CV-/koelcircuits CV-circuit VC1, VC2, VC3 Installatie-uitvoering met warmwaterbereiding Installatie-uitvoering zonder warmwaterbereiding Symbool Werkingsprogramma Symbool Werkingsprogramma Uitschakelmodus Uitschakelmodus Alleen warm water Verwarmen en Verwarmen warm water (Fabrieksinstelling) Uitschakelmodus Uitschakelmodus Alleen warm water Verwarmen/koelen Verwarmen/koelen en WW (Fabrieksinstelling) Uitschakelmodus Uitschakelmodus Alleen warm water Koelen en WW koelen (Fabrieksinstelling) CV-/koelcircuit VC1, VC2, VC3 Afzonderlijk koelcircuit SKK 22

23 Over de bediening Werkingsprogramma (vervolg) Symbool Werkingsprogramma Functie Kamer verwarmen/koelen en warmwaterbereiding Verwarmen en warm water De kamers van het gekozen CV-circuit worden volgens de instellingen voor de kamertemperatuur en het tijdprogramma verwarmd (zie hoofdstuk Kamer verwarmen/koelen ). Het warm water wordt volgens de instellingen voor de warmwatertemperatuur en het tijdprogramma verwarmd (zie hoofdstuk Warmwaterbereiding ). Verwarmen/koelen en WW De kamers van het gekozen CV-/ koelcircuit worden volgens de instellingen voor de kamertemperatuur en het tijdprogramma verwarmd/gekoeld (zie hoofdstuk Kamer verwarmen/koelen ). Het warm water wordt volgens de instellingen voor de warmwatertemperatuur en het tijdprogramma verwarmd (zie hoofdstuk Warmwaterbereiding ). Koelen en warm water De kamers in het afzonderlijk koelcircuit wordt doorgaans gekoeld (er kan geen tijdprogramma worden ingesteld). Het warm water wordt volgens de instellingen voor de warmwatertemperatuur en het tijdprogramma verwarmd (zie hoofdstuk Warmwaterbereiding ). 23

24 Over de bediening Werkingsprogramma (vervolg) Symbool Werkingsprogramma Functie Warmwaterbereiding Alleen warm water Het warm water wordt volgens de instellingen voor de warmwatertemperatuur en het tijdprogramma verwarmd (zie hoofdstuk Warmwaterbereiding ). Geen kamerverwarming/kamerkoeling. Vorstbescherming van een eventueel aanwezig CV-waterbuffer is actief. Kamerverwarming/-koeling Verwarmen Verwarmen/koelen koelen Vorstbescherming Uitschakelmodus De kamers van het gekozen CV-circuit worden volgens de instellingen voor de kamertemperatuur en het tijdprogramma verwarmd (zie hoofdstuk Kamer verwarmen/koelen ). De kamers van het gekozen CV-/ koelcircuit worden volgens de instellingen voor de kamertemperatuur en het tijdprogramma verwarmd/gekoeld (zie hoofdstuk Kamer verwarmen/koelen ). De kamers in het afzonderlijk koelcircuit wordt doorgaans gekoeld (er kan geen tijdprogramma worden ingesteld). Geen kamerverwarming/kamerkoeling. Geen tapwateropwarming. Vorstbescherming van de warmtepomp, warmwaterboiler en eventueel aanwezig CV-waterbuffer is actief. 24

25 Over de bediening Werkingsprogramma (vervolg) Werkingsprogramma's voor ventilatie Werkingsprogramma Werkingsstatus Luchtdebiet Ventilatietrap Uitschakelmodus Geen ventilatie 0 Basiswerking Minimaal luchtdebiet 1 Ventilatie-automaat Bijzondere werkingsprogramma's Gereduc. Gereduceerd luchtdebiet 2 Normaal Normaal luchtdebiet 3 Intensief Maximaal luchtdebiet 4 Indicatie in het basismenu VC1 14 C 21 C Estrikdroging Aanvoertemperatuur 40 C E Bijzondere werkingsprogramma's E: Estrikdroging Deze functie wordt door uw verwarmingsfirma geactiveerd. Uw estrik wordt volgens een vast opgegeven tijdprogramma (temperatuur-tijd-profiel) op aangepaste wijze gedroogd. Uw instellingen voor de kamerverwarming/kamerkoeling zijn voor de duur van het estrikdrogen niet actief. Externe bijschakeling Uw warmtepompregeling wordt door een hogergeschikte regeling bestuurd. Extern programma Het werkingsprogramma is door een communicatie-interface omgeschakeld (bijv. Vitocom 100). Vakantieprogramma Zie pagina

26 Over de bediening Werkingsprogramma (vervolg) In het uitgebreide menu kunt u onder Informatie het ingestelde werkingsprogramma opvragen (zie pagina 62). Tijdprogramma Hierna wordt de werkwijze voor de instelling van een tijdprogramma toegelicht. Bijzonderheden over de afzonderlijke tijdprogramma's vindt u in het desbetreffende hoofdstuk. Voor de volgende functies kunt u een tijdprogramma instellen: Kamerverwarming/kamerkoeling (zie pagina 33) Opwarming van de verwarmingswaterbuffer (zie pagina 34) Warmwaterbereiding (zie pagina 42) Circulatiepomp voor warm water (zie pagina 44) Bijkomende elektrische verwarming (zie pagina 46) Geluidsreductie bij lucht-/waterwarmtepompen (zie pagina 48) Woningventilatie (in combinatie met ventilatietoestel, zie pagina 51) Het tijdprogramma kunt u individueel instellen, voor elke dag gelijk of verschillend. U kunt maximaal 8 periodes per dag kiezen. Voor elke periode stelt u het begintijdstip en het eindtijdstip in. De gekozen periode wordt door een witte balk in de tijdstabel aangegeven. De lengte ervan wordt in de tijdtabel aangepast. De afzonderlijke werkingsstatussen worden door verschillende balkhoogten in de tijdtabel weergegeven. Als meerdere periodes elkaar overlappen, heeft de werkingsstatus met de hoogste balk prioriteit. In het uitgebreide menu kunt u onder Informatie het tijdprogramma opvragen (zie pagina 62). In het tijdprogramma verdeelt u de dag onder in periodes, zogenaamde tijdfases. U bepaalt wat in deze periodes gebeurt, bijv. wanneer uw kamers met een normale kamertemperatuur worden verwarmd. Daarvoor stelt u een Werkingsstatus in. 26

27 Over de bediening Tijdprogramma (vervolg) Tijdprogramma instellen met als voorbeeld ruimteverwarming/- koeling Uitgebreid menu: 2. Verwarm./koeling 3. Ev. / voor het gekozen verwarmings-/koelcircuit 4. Tijdprog. verw./koel. 5. Kies het weekdeel of de weekdag. 6. Kies een periode! tot (. De gekozen periode wordt door een witte balk in de tijdstabel aangegeven. 7. Stel het begintijdstip en het eindtijdstip van de betreffende periode in. De lengte van de witte balk in de tijdtabel wordt overeenkomstig aangepast. 8. Kies de gewenste werkingsstatus Gereduceerd, Normaal of Constant. De afzonderlijke werkingsstatussen worden door verschillende balkhoogten in de tijdtabel weergegeven. 9. Druk op om het menu te verlaten. Als u het instellen van een periode voortijdig wilt afbreken, drukt u zo vaak op tot de gewenste indicatie verschijnt. Voorbeeld voor werkingsstatus en periodes in het tijdprogramma voor kamerverwarming! Verwarming / koelingma - Zo ! 00:00-08:30 u Verlaagd? 08:30-12:10 u Normaal Kiezen met? $ % VC1 ( Tijdprogramma voor het weekdeel Maandag Zondag ( Ma-Zo ) Periode!: 00:00 tot 08:30 uur: Gereduc. Periode?: 8:30 tot 12:10 uur: Normaal Periode : 13:00 tot 18:30 uur: Gereduc. Periode $: 20:00 tot 22:00 uur: Constant Periode %: 22:00 tot 24:00 uur: Gereduc. Tussen de periodes is de werkingsstatus Standby actief, in het voorbeeld van 12:10 tot 13:00 uur en van 18:30 tot20:00 uur. 27

28 Over de bediening Tijdprogramma (vervolg) Tijdprogramma effectief instellen Voorbeeld: U wilt voor alle weekdagen behalve maandag hetzelfde tijdprogramma instellen: Kies de periode Maandag-zondag en stel het tijdprogramma in. Tijdprogramma verwarmen Maandag-Zondag Maandag-Vrijdag Zaterdag-Zondag Maandag VC1 êç ê ê Fabrieksinstelling: Voor alle weekdagen hetzelfde, daarom staat het vinkje bij Maandag-zondag. 2. Kies vervolgens Maandag en stel daarvoor het tijdprogramma in. Het vinkje wordt bij het weekdeel Zaterdag-zondag geplaatst, aangezien enkel dan de ingestelde periodes overeenkomen. Kiezen met ( Het vinkje staat altijd bij de weekdelen met dezelfde periodes. Tijdprogramma verwarmen Maandag-Zondag Maandag-Vrijdag Zaterdag-Zondag Maandag VC1 ê ê êç Kiezen met ( Periodes wissen Stel voor het eindtijdstip dezelfde tijd als voor het begintijdstip in. of Kies voor het begintijdstip een instelling vóór 0.00 uur. Op de display verschijnt voor de gekozen periode - - : - -. Verwarming / koeling Ma - Zo! - -: :- - u --- VC ? 08:30-12:10 u Normaal Wijzigen met ( 28

29 In- en uitschakelen Warmtepomp inschakelen Afhankelijk van het warmtepomptype kan de warmtepompregeling er anders uitzien. Regeling aan de voorzijde van de warmtepomp A B C 14 C 21 C A Storingsindicator (rood) B Werkingsindicator (groen) C Netschakelaar Regeling op de warmtepomp AB C A Storingsindicator (rood) B Werkingsindicator (groen) C Netschakelaar 29

30 In- en uitschakelen Warmtepomp inschakelen (vervolg) Regeling aan de wand C 14 C 21 C AB A Storingsindicator (rood) B Werkingsindicator (groen) Schakel de netspanning in, bijv. aan de afzonderlijke zekering of een hoofdschakelaar. C Netschakelaar 2. Schakel de netschakelaar in. Na korte tijd verschijnt op het display het basismenu (zie pagina 17) en brandt de groene werkingsindicator. Uw warmtepomp en, indien voorhanden, de afstandsbedieningen zijn nu bedrijfsklaar. Warmtepomp uitschakelen. Met vorstbewaking Kies voor ieder CV-/koelcircuit het werkingsprogramma Uitschakelwerking. Voor het gewenste CV-/koelcircuit Basismenu / voor het werkingsprogramma Uitschakelwerking (vorstbewaking). 2. OK ter bevestiging. 30

31 In- en uitschakelen Warmtepomp uitschakelen. (vervolg) Voor alle CV-/koelcircuits Uitgebreid menu 2. CV 3. Eventueel / voor het gewenste CV-/ koelcircuit. 4. Werkingsprogramma 5. Uitschakelwerking (vorstbewaking) Bij temperaturen lager dan 15 C is de vorstbescherming van de warmtepomp, de warmwaterboiler en de CVwaterbuffer alleen gegarandeerd, als er een elektrische bijverwarming is geïnstalleerd. De circulatiepompen worden automatisch om de 24 uur even ingeschakeld zodat ze niet vast komen te zitten. Zodra de periode voor de bouwdroging is afgelopen, loopt de warmtepomp met het gekozen werkingsprogramma verder (bijvoorbeeld Ventilatie-automaat ). Werkingsprogramma Uitschakelwerking beëindigen Kies een ander modusprogramma. Zonder vorstbewaking (buitenbedrijfstelling) Schakel de netschakelaar uit. 2. Schakel de warmtepomp spanningsvrij, bijvoorbeeld met de aparte zekering of een hoofdschakelaar. Opgelet! Bij te verwachten buitentemperaturen lager dan 3 C moet u geschikte maatregelen nemen voor de vorstbewaking van de warmtepomp en de CV-installatie. Neem indien nodig contact op met uw CV-installateur. Zodra de periode voor de bouwdroging is afgelopen, loopt deze met minimumdebiet ( 1 ). Adviezen voor langere buitenbedrijfstelling De pompen worden niet van spanning voorzien en daarom kunnen ze vast komen te zitten. Het kan nodig zijn dat u datum en tijd opnieuw moet instellen (zie pagina 60). 31

32 Kamerverwarming/kamerkoeling Kamertemperatuur Meer informatie vindt u in het hoofdstuk Begripsverklaringen in de bijlage. Normale kamertemperatuur instellen voor verwarmen/koelen Fabrieksinstelling: 20 C Voor het gewenste CV-circuit/koelcircuit Basismenu / voor de gewenste waarde. 2. OK ter bevestiging. Voor alle CV-/koelcircuits Uitgebreid menu 2. Verwarmen of Verwarm./koeling 3. Eventueel / voor het gewenste CV-/ koelcircuit. 4. Gew. kamertemperatuur 5. Stel de gewenste waarde in. Kamerverwarming met deze temperatuur: In het tijdprogramma in de werkingsstatus Normaal actief (zie pagina 33). In combinatie met een ventilatietoestel: Stel de kamertemperatuur voor ventilatie max. 4 C lager in dan de kamertemperatuur voor verwarmen/koelen. Dat garandeert een correcte werking van de bypass. Gereduceerde kamertemperatuur instellen voor verwarmen/koelen Fabrieksinstelling: 16 C Voor een afzonderlijk koelcircuit kan geen verlaagde gewenste kamertemperatuur worden ingesteld. Uitgebreid menu 2. Verwarmen of Verwarm./koeling 3. Eventueel / voor het gewenste CV-/ koelcircuit Verl. kamertemp. gewenst 5. Stel de gewenste waarde in. Kamerverwarming met deze temperatuur: In het tijdprogramma in de werkingsstatus Gereduceerd actief (zie pagina 33). In het vakantieprogramma (zie pagina 39).

33 Kamerverwarming/kamerkoeling Werkingsprogramma Meer informatie vindt u in het hoofdstuk Begripsverklaringen in de bijlage. Werkingsprogramma instellen voor verwarmen/koelen Voor het verkozen verwarmings-/ koelcircuit Basismenu / voor het werkingsprogramma: bijv. Verwarmen + warm water Andere mogelijke werkingsprogramma's zie pagina OK ter bevestiging. 3. Ev. / voor het gekozen verwarmings-/koelcircuit 4. Werkingsprogramma 5. bijv. Verwarmen + warm water Andere mogelijke werkingsprogramma's zie pagina 23. Voor alle verwarmings-/koelcircuits Uitgebreid menu 2. Verwarming of Verwarming/koeling Tijdprogramma Meer informatie vindt u in het hoofdstuk Begripsverklaringen in de bijlage. Tijdprogramma instellen voor verwarming/koeling Fabrieksinstelling: één Tijdfase van 0.00 tot uur voor alle weekdagen met de werkingsstatus Normaal. Deze instelling is geschikt voor de werking met vloerverwarming. Voor het aparte koelcircuit kan geen tijdprogramma worden ingesteld. Uitgebreid menu: 2. Verwarming of Verwarming/koeling 3. Ev. / voor het gekozen verwarmings-/koelcircuit 33

34 Kamerverwarming/kamerkoeling Tijdprogramma (vervolg) 4. Tijdprog. verwarmen of Tijdprog. verw./koel. 5. Gewenste tijdfases en werkingsstatus instellen. Methode voor de instelling van een tijdprogramma: zie pagina 26. Tussen de periodes worden de kamers niet verwarmd of gekoeld, alleen de vorstbescherming van de warmtepomp is actief (Werkingsstatus Standby ). Houd bij het instellen rekening met het feit dat uw verwarmingsinstallatie tijd nodig heeft om de kamers tot de gewenste temperatuur te verwarmen of af te koelen. Werkingsstatus voor verwarming/ koeling Normaal De kamerverwarming/kamerkoeling gebeurt met de normale kamertemperatuur Gewenste kamertemperatuur (zie pagina 32). Gereduc. De kamerverwarming vindt plaats met de gereduceerde kamertemperatuur Gereduc. kamertemp. (zie pagina 32). In de werkingsstatus Gereduc. wordt een verwarmings-/koelcircuit niet gekoeld. Constante De kamerverwarming vindt onafhankelijk van de buitentemperatuur met de maximaal toegestane aanvoertemperatuur plaats. De kamerkoeling vindt onafhankelijk van de buitentemperatuur met de minimale aanvoertemperatuur plaats. Fabrieksinstellingen: max. aanvoertemperatuur verwarmen: 40 C Min. aanvoertemperatuur koelen: 10 C Eventueel heeft uw verwarmingsfirma deze waarden aangepast. Verwarmingsinstallatie met verwarmingswaterbuffer Meer informatie vindt u in het hoofdstuk Begripsverklaringen in de bijlage. Tijdprogramma instellen voor verwarmingswaterbuffer Fabrieksinstelling: Eén periode van 0.00 tot uur voor alle weekdagen met de werkingsstatus Normaal. 34

35 Verwarmingsinstallatie met (vervolg) Kamerverwarming/kamerkoeling De tijdfases voor de verwarming van de verwarmingswaterbuffer moeten alle tijdfases voor de kamerverwarming (voor alle verwarmingscircuits) omvatten. Als u de verwarming van de verwarmingswaterbuffer door het tijdprogramma uitschakelt (alle tijdfases zijn gewist - - : - - ), zullen uw kamers niet verwarmd worden. We raden aan om de verwarmingswaterbuffer doorlopend te verwarmen. Uitgebreid menu: 2. Installatie 3. Tijdprog. Buffer 4. Gewenste tijdfases en werkingsstatus instellen. Methode voor de instelling van een tijdprogramma: zie pagina 26. Tussen de tijdfases wordt de verwarmingswaterbuffer niet opgewarmd, alleen de vorstbescherming voor de verwarmingswaterbuffer is actief. Houd bij het instellen rekening met het feit dat uw warmtepomp een bepaalde tijd nodig heeft om de verwarmingswaterbuffer tot de gewenste temperatuur te verwarmen. Werkingsstatus voor de verwarming van het CV-waterbuffer Bovenaan Het bovenste gedeelte van de CVwaterbuffer wordt op de grootste gewenste aanvoertemperatuur van alle aangesloten CV-circuits opgewarmd. Er staat een beperkt volume CV-water ter beschikking. Normaal Het totale volume van de CV-waterbuffer wordt op de grootste gewenste aanvoertemperatuur van alle aangesloten CV-circuits opgewarmd. De gewenste aanvoertemperatuur van een CV-circuit ontstaat uit de stooklijn, de buitentemperatuur en de gewenste kamertemperatuur. Constante Het totale volume van de CV-waterbuffer wordt tot op een vaste temperatuurwaarde opgewarmd. Fabrieksinstelling: 50 C; eventueel heeft uw CV-firma deze waarden aangepast. U kunt deze werkingsstatus bijvoorbeeld gebruiken om het CV-waterbuffer met goedkopere nachtstroom te verwarmen. Boven een bepaalde buitentemperatuur wordt de CV-waterbuffer ook in de werkingsstatus Constante niet meer verwarmd. Deze uitschakelgrens kan door uw CV-firma worden aangepast. 35

36 Kamerverwarming/kamerkoeling Stooklijn/koellijn Meer informatie vindt u in het hoofdstuk Begripsverklaringen in de bijlage. Lijnen instellen voor verwarmen/koelen Instellingen af fabriek: Stooklijn: Inclinatie : 0,6 Niveau : 0 Koellijn: Inclinatie : 1,2 Niveau : 0 Uitgebreid menu: 2. Verwarmen of Verwarm./koeling 3. Eventueel / voor het gewenste CV-/ koelcircuit. 4. Stooklijn of Koellijn 5. Inclinatie of Niveau 6. Stel de gewenste waarde in. U krijgt tips over hoe en wanneer u de inclinatie en het niveau van de stooklijn kunt wijzigen, door de toets? in te drukken. Voorbeeld: Inclinatie van de stooklijn wijzigen naar 1,1 Een diagram geeft duidelijk de wijziging van de stooklijn weer, zodra u de waarde voor de inclinatie of het niveau wijzigt. Stooklijn 100 C 35 C 43 C 49 C 55 C VC Steilheid 1,1 Wijzigen met ( Afhankelijk van verschillende buitentemperaturen (weergegeven op de horizontale as) worden de toegekende gewenste aanvoertemperaturen voor het CV-circuit met een witte achtergrond weergegeven. 36

37 Kamerverwarming/-koeling uitschakelen Kamerverwarming/kamerkoeling Voor het gewenste CV-/koelcircuit Basismenu / voor het werkingsprogramma: Alleen warm water (geen kamerverwarming/kamerkoeling) of Uitschakelwerking (vorstbewaking is actief) 2. OK ter bevestiging. 3. Eventueel / voor het gewenste CV-/ koelcircuit. 4. Werkingsprogramma 5. Alleen warm water (geen kamerverwarming/kamerkoeling) of Uitschakelwerking (vorstbewaking is actief) Voor alle CV-/koelcircuits Uitgebreid menu 2. Verwarmen of Verwarm./koeling Comfortfunctie Partywerking Partywerking instellen voor verwarming/koeling Uitgebreid menu 2. Verwarming of Verwarming/koeling 3. Ev. / voor het gekozen verwarmings-/koelcircuit Voor het aparte koelcircuit kan geen partywerking worden ingesteld. 4. Partywerking 5. Stel de gewenste kamertemperatuur voor de partywerking in. Partymodus 23 C VC1 Wijzigen met ( In combinatie met een ventilatietoestel: 37

38 Kamerverwarming/kamerkoeling Comfortfunctie Partywerking (vervolg) Stel de kamertemperatuur voor ventilatie max. 4 C lager in dan voor de partywerking. Dat garandeert een correcte werking van de bypass. Indicatie in het basismenu 14 C 21 C VC1 De indicatie van de ingestelde kamertemperatuur verandert niet. De kamers worden met de gewenste temperatuur verwarmd of gekoeld. Indien door uw verwarmingsbedrijf niet anders ingesteld, wordt eerst het warme water tot de ingestelde warmwatertemperatuur verwarmd voordat de kamerverwarming/kamerkoeling plaatsvindt. De circulatiepomp (indien aanwezig) is ingeschakeld. Aanvoertemperatuur 40 C Partywerking beëindigen Automatisch na 8 uur. of Automatisch bij het omschakelen op de werkingsstatus Normaal of Constante waarde volgens het tijdprogramma. of Stel de partywerking op Uit. Energiespaarfunctie Spaarwerking Spaarwerking instellen voor verwarmen Uitgebreid menu 2. Verwarming of Verwarming/koeling 3. Ev. / voor het gekozen verwarmings-/koelcircuit 4. Spaarwerking 38

39 Energiespaarfunctie Spaarwerking (vervolg) Kamerverwarming/kamerkoeling Indicatie in het basismenu VC1 14 C 21 C Aanvoertemperatuur 40 C De indicatie van de ingestelde kamertemperatuur verandert niet. De koeling via een verwarmings-/koelcircuit is in de spaarwerking uitgeschakeld. Voor het aparte koelcircuit kan geen spaarwerking worden ingesteld. Spaarwerking beëindigen Automatisch bij het omschakelen op werkingsstatus Gereduc. of Standby volgens het tijdprogramma. of Stel de spaarwerking op Uit. Energiespaarfunctie Vakantieprogramma Vakantieprogramma instellen voor verwarming/koeling Het vakantieprogramma geldt voor alle verwarmings-/koelcircuits. Wanneer een ventilatietoestel op de warmtepompregeling is aangesloten, geldt het vakantieprogramma ook voor de woningventilatie. Uitgebreid menu: 2. Verwarming of Verwarming/koeling Het vakantieprogramma start om 0.00 uur op de dag die volgt op de vertrekdag en eindigt om 0.00 uur op de dag van terugkomst. Dat betekent dat op de dag van vertrek en aankomst het ingestelde tijdprogramma actief is (zie pagina 33). 39

40 Kamerverwarming/kamerkoeling Energiespaarfunctie Vakantieprogramma (vervolg) 3. Vakantieprogramma 4. Stel de gewenste vertrek- en aankomstdag in. Vakantieprogramma Vertrekdag: Datum Dag van terugkomst: VC1 Woe 13 juni 2012 Datum Vr. 15 juni 2012 Kiezen met ( Het vakantieprogramma werkt als volgt: Kamerverwarming: voor verwarmings-/koelcircuits in het werkingsprogramma Verwarmen en warm water of Verwarmen/koelen en WW : De kamers worden met de ingestelde gereduceerde kamertemperatuur verwarmd (zie pagina 32). Voor verwarmings-/koelcircuits Alleen warm water : Geen kamerverwarming, de vorstbescherming van de warmtepomp en een ev. aanwezige verwarmingswaterbuffer zijn actief. Kamerkoeling: Geen koeling via een verwarmings-/ koelcircuit. Een apart koelcircuit wordt wel gekoeld. Warmwaterbereiding: Geen warmwaterbereiding, de vorstbescherming voor de warmwaterboiler is actief. Woningventilatie (in combinatie met een ventilatietoestel): Woningventilatie met minimaal luchtdebiet ( 1 ). Indicatie in het basismenu 14 C 21 C Vakantieprogramma Aanvoertemperatuur VC1 40 C Indicatie in het uitgebreide menu In het uitgebreide menu kunt u onder Informatie het ingestelde vakantieprogramma (zie pagina 62). Vakantieprogramma afbreken of wissen Uitgebreid menu 2. Verwarmen of Verwarm./koeling 3. Vakantieprogramma 4. Programma wissen 40

41 Warmwaterbereiding Warmwatertemperaturen Normale warmwatertemperatuur instellen Fabrieksinstelling: 50 C Uitgebreid menu 2. Warm water 3. Gewenste warmwatertemp. 4. Gewenste waarde instellen. Verhoogde warmwatertemperatuur instellen Fabrieksinstelling: 60 C In de volgende gevallen wordt het warm water tot de verhoogde warmwatertemperatuur verwarmd: U hebt in het tijdprogramma voor de warmwaterbereiding voor een tijdfase de werkingsstatus Temp. 2 ingesteld (zie pagina 42). U hebt de eenmalige warmwaterbereiding geactiveerd (zie pagina 44). U hebt de handmatige werking geactiveerd (zie pagina 68). Uitgebreid menu 2. Warm water 3. 2e gewenste WW-temperatuur 4. Gewenste waarde instellen. Geef ev. de bijkomende elektrische verwarming vrij, zodat de gewenste warmwatertemperatuur wordt bereikt (zie pagina 46). Werkingsprogramma Meer informatie vindt u in het hoofdstuk Begripsverklaringen in de bijlage. Werkingsprogramma instellen voor de warmwaterbereiding Voor het verkozen verwarmings-/ koelcircuit Basismenu / voor het werkingsprogramma: bijv. Alleen warm water. Andere mogelijke werkingsprogramma's zie pagina OK ter bevestiging. Voor alle verwarmings-/koelcircuits Uitgebreid menu 2. Verwarming of Verwarming/koeling 3. Ev. / voor het gekozen verwarmings-/koelcircuit 41

42 Warmwaterbereiding Werkingsprogramma (vervolg) 4. Werkingsprogramma 5. bijv. Alleen warm water. Andere mogelijke werkingsprogramma's zie pagina 23. Tijdprogramma Meer informatie vindt u in het hoofdstuk Begripsverklaringen in de bijlage. Tijdprogramma instellen voor de warmwaterbereiding Fabrieksinstelling: Eén periode van 0.00 tot uur voor alle weekdagen met de werkingsstatus Boven. Uitgebreid menu: 2. Warm water 3. Tijdprog. Warm water 4. Gewenste tijdfases en werkingsstatus instellen. Methode voor de instelling van een tijdprogramma: zie pagina 26. Tussen de tijdfases wordt het warme water niet opgewarmd, alleen de vorstbescherming voor de warmwaterboiler is actief. Let er bij het instellen op dat uw verwarmingsinstallatie een poosje nodig heeft om de warmwaterboiler op de gewenste temperatuur te verwarmen. Kies begin en einde dienovereenkomstig vroeger of gebruik de functies Inschakeloptimalisering (zie pagina 43) en Uitschakeloptimalisering (zie pagina 43). Werkingsstatus voor de warmwaterbereiding Bovenaan Het bovenste deel van de warmwaterboiler wordt tot de Gewenste warmwatertemp. (zie pagina 41) opgewarmd, bijv. bij een geringere warmwaterbehoefte. Normaal Het volledige volume van de warmwaterboiler wordt tot de Gewenste warmwatertemp. (zie pagina 41) opgewarmd. Temp. 2 Het volledige volume van de warmwaterboiler wordt tot de 2e gewenste WW-temperatuur (zie pagina 41) opgewarmd. 42

43 Warmwaterbereiding Tijdprogramma (vervolg) Bijzonderheid bij de bedrijfsstatus Normaal en Temp. 2 Bij de volgende installatie-uitvoeringen wordt het gehele volume van de boiler opgewarmd: U hebt een warmtepomp met geïntegreerde warmwaterboiler. U hebt een afzonderlijke warmwaterboiler zonder elektrisch verwarmingselement (elektrische bijverwarming). U hebt geen extra warmtegenerator (bijvoorbeeld olie-/gasketel). of Uw extra warmtegenerator (bijvoorbeeld olie-/gasketel) wordt uitsluitend voor de kamerverwarming en niet voor warmwaterbereiding gebruikt. Bij de volgende installatie-uitvoeringen wordt het bovenste gedeelte van de boiler opgewarmd: U verwarmt een afzonderlijke warmwaterboiler aanvullend met een elektrisch verwarmingselement (elektrische bijverwarming). U verwarmt een afzonderlijke warmwaterboiler aanvullend met een andere warmtegenerator (bijvoorbeeld olie-/gasketel). Bij vragen over uw installatie-uitvoering neemt u contact op met uw CV-installateur. Inschakeloptimalisatie instellen De inschakeloptimalisering garandeert dat aan het begin van een periode in het tijdprogramma het warme water reeds op de ingestelde temperatuur is opgewarmd. Uitgebreid menu: 2. Warm water 3. Inschakeloptimalisatie Voorbeeld: U heeft 's morgens vanaf 6:00 uur warm water nodig om te douchen. U stelt in het tijdprogramma het begin van de periode in op 6 uur. Met de inschakeloptimalisatie start de warmwaterbereiding automatisch vroeger. Daarmee staat om 6:00 uur water met de ingestelde temperatuur ter beschikking. Uitschakeloptimalisering instellen De uitschakeloptimalisering zorgt ervoor dat de warmwaterboiler conform het tijdprogramma op het einde van de periode met de werkingsstatus Normaal steeds volledig is opgewarmd. Uitgebreid menu: 2. Warm water 3. Uitschak.optimalisering 43