Theorieavond URV Viking - 1 -
Opzet instructie Viking Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4-2 -
Instructie Fase 1 st1 (wherry) sc1 (wherry/c4x+) centraal geregeld/data bekend afsluiting: pannenkoekentocht en ploegvorming voor fase 2-3 -
Instructie Fase 2 b1 (C4+) st2 (C4+ / C4x+) Ploegen van 5-6 roeiers met vaste instructeur(s) Instructietijd zelf afspreken met instructeurs - 4 -
sc2 (C1x) Instructie Fase 3 sc3 /sc4 (1x) Op eigen initiatief aanmelden bij instructiecommissie of zelf instructeur zoeken - 5 -
st3 (4x+ / 4+) Instructie Fase 4 Op verzoek - 6 -
Inhoud Het belang van goed sturen Vaarregels en vaartekens Roeireglement Viking, Orca en Triton Algemene aandachtspunten - 7 -
Belang van goed sturen - 8 -
Belang van goed sturen Veiligheid voor bemanning EN materiaal Merwedekanaal is druk bevaren Toertochten (bv 11-stedentocht) -9-
Vaarregels en vaartekens - 10 -
1. Vaarverbod uitgevaardig door het bestuur Vaarverbod 2. IJs of drijfijs, hoe weinig ook 3. Temperatuur overdag < 0.5 C 4. Mist zodanig dat de letters van de Toys XL niet meer te zien zijn vanaf de loods 5. (Dreigend) onweer 6. Windkracht 6 bft 7. Tussen een half uur na zonsondergang en een half uur voor zonsopgang - 11 -
Vaarregels Vaarregels in Binnenvaart Politie Reglement (BPR) -Typen boten: motorschip klein (<20m) motorschip groot zeilschip boten door spierkracht voortbewogen Vaarreglement Viking, Orca, Triton - Aanvullend - 12 -
Samenvatting vaarregels 1. Goed zeemanschap 2. Koers houden 3. Schip aan stuurboordwal heeft voorrang 4. Grote schepen hebben voorrang 5. Kleine schepen onderling Spierkracht wijkt voor zeilschip Motorschip wijkt voor spierkracht Roeiboten onderling stuurboord voorrang - 13 -
Vaarregel 1 Goed zeemanschap voldoende voorzorgsmaatregelen nemen verplichting van iedereen om aanvaring te voorkómen Kijk goed om je heen (ook achterom!) Als het niet kan zoals het moet, dan moet het zoals het kan Neem het zekere voor het onzekere! - 14 -
Vaarregel 2 Koers houden Houd koers (en snelheid) als je niet wijkplichtig bent Dus verander niet plotseling van koers Wijken: koers en/of snelheid veranderen, om aanvaring te voorkómen Wijk duidelijk en tijdig let op: roeiboten zijn relatief klein en laag - 15 -
Vaarregel 3 Schip aan stuurboordwal heeft voorrang rechts varen langs de wal of in vaargeul Als je stuurboordwal vaart, heb je voorrang op schepen die dat niet doen (Gewoon netjes rechts houden geeft een voorrangspositie) - 16 -
Vaarregel 3 Schip aan stuurboordwal heeft voorrang rechts varen langs de wal of in vaargeul - 17 -
Vaarregel 3 Oplopen (inhalen) via bakboord (links), alleen bij genoeg ruimte Het schip dat wordt opgelopen (B) moet medewerking verlenen - 18 -
Vaarregel 4 Grote schepen (>20m) hebben voorrang op kleine schepen - 19 -
Grote schepen (>20m) Vrachtschepen, rondvaartboten Geldt ook voor: duw- of sleepboten passagierschepen (>12 personen) Veerpont Beroepsvissers als ze <20m zijn passagierschip beroepsvisser - 20 -
Grote schepen: dode hoek Blijft uit de buurt, minimaal 150 m! Als jij de stuurhut van het schip kunt zien, kan de schipper jou ook zien! Belemmeren ook jouw zicht! - 21 -
Grote schepen: zuiging/golven Zuiging Zwenken Vooral merkbaar in smal water (sluis) Houd afstand! - 22 -
Vaarregel 5 Bij kruisende koersen van kleine schepen onderling (als geen van de schepen stuurboordwal vaart), geldt: Spierkracht wijkt voor zeilschip (onder zeil) Motorschip wijkt voor spierkracht Grote boten - 23 -
Vaarregel 5 Bij kruisende koersen van roeiboten onderling (als geen van de schepen stuurboordwal vaart) geldt: Bij kruisende koersen heeft roeiboot die van stuurboord komt voorrang - 24 -
Enkele bijzonderheden Engtes Hoofdvaarwater nevenvaarwater Haven - 25 -
Kleine moterboot en een roeiboot Engtes Kleine moterboot moet voorrang verlenen aan boten op spierkracht - 26 -
Een roeiboot en een zeilschip Engtes Boot op spierkracht moet voorrang verlenen aan zeilboot - 27 -
Engtes met stroming Stroomafwaarts heeft voorrang ( naar de stad ) Groot schip moet ook voorrang verlenen aan klein schip Let op borden / lichten die voorrang kunnen bepalen - 28 -
Hoofdwater/Nevenwater Schip op (bebord) hoofdvaarwater heeft voorrang Vaargeul op een meer is een hoofdvaarwater Haven: invarend schip heeft voorrang boven uitvarend (geldt voor elk schip!) - 29 -
Roeireglement Viking, Orca en Triton - 30 -
Aanvullend Geldt alleen voor roeiboten onderling Meneer Jansen uit Uitwellingerga kent deze regels niet Voor meneer Jansen en voor jou geldt dan alleen het BPR - 31 -
Roeireglement Roeiboot naar stad heeft voorrang onder bruggen (stroomafwaarts in engtes = BPR) Wegvaren en aanleggen met boeg naar stad Bij wegvaren niet ronden bij het vlot Binnenkomende boten voorrang op vertrekkende boten (= BPR) - 32 -
Algemene aandachtspunten Eerst kijken (en denken!) dan doen Extra opletten bij wegvaren, oversteken en schemer Let op voor vissers en zwemmers Blijf rondkijken - 33 -
Algemene aandachtspunten Bij een dreigende aanvaring met andere roeiboot, roep: skiff, twee, vier, acht! Wat te doen als je toch omgaat? Zwem naar de wal, laat de boot achter Let op de stuur (ivm dikke kleding) - 34 -
Samenvatting vaarregels 1. Goed zeemanschap 2. Koers houden 3. Schip aan stuurboordwal heeft voorrang 4. Grote schepen hebben voorrang 5. Kleine schepen onderling Spierkracht wijkt voor zeilschip Motorschip wijkt voor spierkracht Roeiboten onderling stuurboord voorrang - 35 -
WIE HEEFT VOORRANG? - 36 -
Wie mag er eerst? 1 3 Grote boten 2-37 -
Tegengestelde koersen Twee roeiboten komen elkaar recht tegemoet - 38 -
Tegengestelde koersen Schip aan stuurboordwal heeft voorrang, roeiboot aan bakboord moet wijken - 39 -
Tegengestelde koersen Een grote boot (>20m) en een roeiboot komen elkaar tegemoet, ze varen allebei midden op het kanaal - 40 -
Tegengestelde koersen Grote schepen hebben voorrang, dus roeiboot moet wijken - 41 -
Oplopende koers Twee roeiboten, de acht vaart sneller dan de vier - 42 -
Oplopende koers Oplopende schip (8) wijkt naar bakboord als daar geen andere boten varen! Het opgelopen schip (4) houdt stuurtboord wal en verleend medewerking (geeft ruimte) - 43 -
Oplopende koers Een roeiboot + een motorbootje (<20m) - 44 -
Oplopende koers Kleine schepen onderling: oplopend ship wijkt naar bakboord, roeiboot houdt koers aan stuurboord - 45 -
Einde - 46 -
Verkeerstekens Geluidssein: een keer lang: ATTENTIE! Bruglichten - 47 -
Verkeerstekens (verbod) Voor roeier van belang: ondiepte attentie sport verboden voor kleine schepen geen doorvaart verboden voor spierkracht Voor een compleet overzicht, zie: http://www.datacharter.com/ vaarwijzer/borden.htm - 48 -
- 49 -
- 50 -