Jaarplan 2011. Postbus 129 8470 AC WOLVEGA telefoon 0561 614857 www.worldservants.nl



Vergelijkbare documenten
Malawi Kanjazi km2 (3.5 x Nederland) Aantal inwoners: 14,3 miljoen (2008)

Projectplan Postbus AC WOLVEGA telefoon

Bolivia Bella Vista

Tanzania Handeni

Ghana km2 (7 x Nederland) Aantal inwoners: 23,9 miljoen (2008) Officiële taal:

India Vijayadka

Jamaica Dalmally

Zambia Nambo km2 (18x Nederland)

Jaarplan Postbus AC WOLVEGA telefoon

Oekraïne Czaslivci

(Marcus 10: (NBV) ( ) Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, zal de anderen moeten dienen, en wie van jullie de eerste wil zijn, zal ieders

PROTOS onderschrijft volop de Millenniumdoelstellingen!

F Lees bron 1 en beantwoord daarna opdracht 1.

Wezep bouwt aan verandering

F Lees bron 1 en beantwoord daarna opdracht 1.

Katakle Business Plan Groeiplan voor het programma van The Hunger Project in Benin

Postbus AC WOLVEGA telefoon

JAARVERSLAG Postbus AC WOLVEGA telefoon

JAARVERSLAG Postbus AC WOLVEGA telefoon

Voorstel: CSP GH-0420

3. Meer dan de helft van de 57 miljoen niet-schoolgaande kinderen leeft in Afrika bezuiden de Sahara. Juist Bron:

UNICEF in Mozambique: Preventie en behandeling van gevaarlijke kinderziekten.

MINDER ARMOEDE MILLENNIUMDOEL 1. Beantwoord de volgende vragen en gebruik daarbij de kaart MINDER ARMOEDE.

Beleidsplan

jaarplan 2013 bouwen aan jezelf door te bouwen voor een ander

JAARVERSLAG 2014 Stichting

Rampenmanagement Zuid-Soedan

Samenvatting Aardrijkskunde Leefbaarheid en zorg in stedelijke en landelijke gebieden

aan: TK-woordvoerders Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Nieuwsbrief van Stichting Wondem, juli 2018

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2008 tot en met 2012

Beleidsplan Stichting Help Bukedea

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8

Sustainable development goals

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

UPDATE NOODHULP NEPAL

STRATEGISCH PLAN Samen opbouwend. Postbus AC WOLVEGA telefoon

2020 COLLECTEROOSTER

Informatie 17 december 2015

Over de. Bernard van Leer Foundation

Bevolkingsspreiding. Waar zit iedereen? Juist of onjuist: China is het grootste land ter wereld. A. Juist. B. Onjuist

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2009 tot en met 2013

Projecten Inhoudsopgave

JAARVERSLAG Stichting Mano a Mano Bolsward

een wereld apart Vanuit aardrijkskundige (= geografische) invalshoek

Zuid-Azie zag in deze periode zijn scholingsgraad in het basisonderwijs stijgen van 78 naar 93%. Bron:

Het komende uur. Bevolkingsparticipatie. Zuid-Amerika als nieuwe examenregio: een voorproefje. De achtergrond van bevolkingsparticipatie

Nigeria. 1. Bevolking en welvaart in Nigeria 2. Voedselvoorziening in Nigeria 3. Nigeria in de wereldeconomie 4. Gezond in Nigeria

1) Algemeen 4 Wat doet World Servants 4 World Servants wereldwijd 5 Bestedingsproces bouwprojecten 5 Waarborgen kwaliteit 6

ADOPTIE Trends en analyse Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2007 tot en met 2011

JAARVERSLAG 2015 Stichting

Stichting So Logical Foundation

Schoon drinkwater en verbeterde hygiëne voor de bevolking van Deh Sabz, Centraal Afghanistan. Eindrapportage

6,2. Werkstuk door een scholier 1726 woorden 7 januari keer beoordeeld. 10 kenmerken over de mate van ontwikkeling van een land:

CHRISTELIJKE GEZONDHEIDSORGANISATIE VAN KENIA (Christian Health Association of Kenya) PMTCT PROJECT VOORUITGANGS RAPPORT SEPT.

Informatie 10 januari 2015

Leiderschap in je community GETALENTEERDE MAAR KANSARME JONGEREN LEREN EEN SOCIAAL PROJECT OPZETTEN

Type special need bij geadopteerde kinderen in 2009

Investeer in zuiver water en sanitaire voorzieningen

Leidraad voor provinciale besluitvorming in het kader van noodhulp

Welzijn vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Kritisch kijken op verschillende schaalniveaus

De Meern, maart Multifunctionele bibliotheek voor Serey Damnak basisschool in Takeo

MDG. Eerst en tweede graad. Te lezen zinnen (in willekeurige volgorde!)

Overzicht van de bij Mondial aangesloten organisaties en de millenniumdoelen waaraan zij werken.

Persbericht. Arbeidsmarkt ook in 2001 gunstig. Centraal Bureau voor de Statistiek

EEN ZAMBIAANSE SPIEGEL

Projectplan Postbus AC WOLVEGA telefoon

Het Kinderrechten lespakket

Ontwikkelingsstage India

Migranten in de Nederlandse Antillen Deel 1

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Vrienden van dorcas.

Beste deelnemers aan Kenia Indepth,

VERSLAG VAN DE ACTIVITEITEN IN HET BOEKJAAR 2009

Ontwikkeling leerlingaantallen

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Ontwikkelingssamenwerking

Multiple choice quiz Vraag 1 Vraag 2

Human Development Report 2013 Verrassende cijfers over armoede en kantelende wereldverhoudingen

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief

Stichting ASAP. Projectvoorstel. Sponsoring studenten particuliere middelbare agrarische school, Burkina Faso

BEDRIJVEN KINDERARBEID AANPAKKEN

Projectvoorstel CFP. Verbeteren van de dienstverlening in 53 gezondheidscentra en 4 ziekenhuizen ( ) CDI-Bwamanda

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8

- Voorstellen. - Op verzoek van Chris de Groot (RC-Leerdam), samen in Waterplatform R-NL

Stichting Jyambere Aanmoediging tot ontwikkeling

De kloof wordt breder. Boekverslag door H woorden 15 februari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

ADOPTIE. Trendsen analyse. Statistisch overzicht interlandelijke adoptie over de jaren 2007 tot en met Maart 201 2

1. GEEN ARMOEDE 2. GEEN HONGER. Armoede uitroeien, in al zijn vormen en overal. Honger beëindigen, betere voeding en duurzame landbouw promoten

Opties voor Internationale samenwerking Bijlage 2 bij advies internationale samenwerking

Diversiteit hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Overzicht van het aantal verstrekte beginseltoestemmingen over de jaren

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS-EU

ESPANOR Informatie projecten (2014)

«WELZIJNSBAROMETER 2010» SAMENVATTING EN CONCLUSIES

Jaarplan 2017 Stichting Present Assen

Jaarplan Stichting Thomas. Contactgegevens:

For a Healthy, Christ-Centred and Self-sustainable Community

Wandelen voor Water Kenia, Oeganda en Tanzania

Jaarverslag. bouwen aan. verandering

Transcriptie:

Jaarplan 2011 Postbus 129 8470 AC WOLVEGA telefoon 0561 614857 www.worldservants.nl

Hoofdstuk 1 Inhoudsopgave 2 World Servants-projecten 3 2.1 World Servants 3 2.2 Missie World Servants Nederland 3 2.3 Onderdelen van een World Servants-project 3 2.4 Motto World Servants Nederland 4 2.5 Belangrijke waarden voor World Servants 4 3 Ontwikkelingen 2010 6 3.1 De projectlanden 6 3.2 Nieuwe projectlanden en partners 13 3.3 Nieuwe ontwikkelingen betreffende subsidies 13 3.4 Werving en training 16 4 Projecten 2011 20 4.1 Partners 20 4.2 Projecten 20 5 Staf, vorming/training en werving 2011 21 5.1 Verdeling van de deelnemers 21 5.2 Deelnemers 21 5.3 Opleiding stafleden 21 5.4 Plaatselijke groepsleiders 21 5.5 Projecten op maat en projecten voor bestaande grote groepen 21 5.6 Vrijwilligers 21 5.7 Vorming 22 5.8 Fondsenwerving 22 6 Samenvatting uitgangspunten 26 7 Bijlagen 29 7.1 Overzicht aantal deelnemers sinds 1996 29 7.2 Opbouw van de leeftijdsgroepen 29 7.3 Criteria voor projecten 30 7.4 Trainingsdata 33 7.5 Overzicht begroot / maximaal aantal deelnemers 35 2

Hoofdstuk 2 World Servants-projecten 2.1 World Servants World Servants is een christelijke organisatie die programma s van partners op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg, water en sanitatie (WATSAN) en sociaal maatschappelijke voorzieningen ondersteunt. Dit gebeurt voornamelijk door het bouwen van scholen, klinieken, schoonwatervoorzieningen en huizen in samenwerking met de plaatselijke gemeenschap. Daarnaast wordt er in een aantal landen activiteiten ondersteund die de capaciteit van de gemeenschap versterken of jongeren leren zichzelf beter te beschermen bijvoorbeeld tegen aids. Door het bijdragen aan deze programma s wil World Servants een bijdrage leveren aan duurzame armoedebestrijding en aan de Millennium Development Goals (MDG s) of de Education for All (EfA) doelstellingen. In dertien verschillende ontwikkelingslanden gaan groepen jongeren en volwassenen twee à drie weken lang samen met de plaatselijke bevolking aan de slag. Een World Servantsproject is een ervaring die zowel bij de lokale gemeenschap als bij de deelnemers een blijvende indruk achterlaat. 2.2 Missie World Servants Nederland World Servants Nederland wil, vanuit het geloof in Jezus Christus, mensen enthousiast maken en toerusten om zich dienstbaar in te zetten in deze wereld. World Servants doet dat door het uitsturen van groepen jongeren en volwassenen die bouwprojecten realiseren in ontwikkelingslanden: scholen, klinieken, huizen en waterprojecten. Deze bouwprojecten zijn onderdeel van programma's van lokale partnerorganisaties en dragen bij aan het blijvend verbeteren van de levensomstandigheden van een hele gemeenschap. Zowel het bouwen als het overige programma, waarin thema s als armoede, praktisch geloven en omgaan met cultuurverschillen een rol spelen, vinden plaats in nauwe samenwerking met de plaatselijke bevolking. Deelnemers hebben zo de kans om daadwerkelijk te ervaren wat dienstbaarheid inhoudt. 2.3 Onderdelen van een World Servants-project Een World Servants-project bestaat uit vier pijlers: Bouwen Deelnemers helpen bij het realiseren van scholen, klinieken, waterprojecten en huisvesting voor gemarginaliseerde groepen als (half)wezen, kinderen met een beperking en krottenwijkbewoners. Deze gebouwen zijn onderdeel van programma s die gericht zijn op de verbetering van de basisgezondheidszorg, het onderwijs en de levensomstandigheden van gemeenschappen. Een gebouw wordt op initiatief van en in samenwerking met de plaatselijke bevolking gerealiseerd. World Servants zorgt voor een zorgvuldige selectie, een goede voorbereiding en evaluatie tot vijf jaar na een project. Cultuur Het leren kennen van het land en de cultuur waar de deelnemers te gast zijn, is een vast onderdeel van het project. Daarom wordt de groep bij voorkeur en indien de omstandigheden het toelaten gehuisvest in de gemeenschap zelf. Naar de winkel of de markt gaan, meewerken op land, napraten op het schoolplein of een partijtje voetbal maken dat je gemakkelijk betrokken raakt bij het dagelijks leven van de mensen waar je mee samenwerkt en leeft. Om het nog persoonlijker en indringender te maken worden er gezinnen thuis bezocht en in de meeste landen wordt er dan ook bij hen overnacht. Ook andere voorzieningen, als ze in de directe omgeving aanwezig zijn, zoals een kliniek of ziekenhuis, watervoorziening of scholen worden bezocht. Daarnaast maken de deelnemers enkele toeristische uitstapjes en bezoeken andere projecten. 3

Geloven World Servants ziet geloven als een werkwoord. Het is het fundament dan wel het uitgangspunt van de projecten en alle programmaonderdelen. Tijdens een project zijn er iedere ochtend dagopeningen en de deelnemers bezoeken op zondag de plaatselijke kerk. Dit alles vindt plaats in een open sfeer en met respect voor de verschillende kerkelijke achtergronden. Ook deelnemers die niet geloven, maar daar wel voor open staan, zijn van harte welkom. Persoonlijke ontwikkeling Een World Servants-project biedt deelnemers zowel in het voorbereidingstraject als tijdens de projectperiode de kans om te bouwen aan hun kwaliteiten. De fondsenwervende activiteiten vooraf vormen een praktijkschool voor competenties en vaardigheden als samenwerken, communiceren, vergaderen, organiseren en publiciteit genereren. Tijdens het project zijn er volop mogelijkheden voor deelnemers om hun kwaliteiten te ontdekken. De staf stimuleert deelnemers daarin en coacht hen in het ontwikkelen van hun talenten. Voorafgaand aan het project formuleren deelnemers persoonlijke projectdoelen voor elk van de vier pijlers. De projectdoelen helpen de deelnemers om het vormingsaspect van een World Servantsproject te concretiseren en maximaal te benutten. De stafleden ondersteunen de deelnemers bij het invullen van hun persoonlijke doelen en passen ze zodanig in het projectprogramma dat de doelen het groepsproces versterken. 2.4 Motto World Servants Nederland Het motto van World Servants is: Bouwen aan jezelf door te bouwen voor een ander. 2.5 Belangrijke waarden voor World Servants Omdat we ons willen laten leiden door de Bijbel als norm voor ons leven, zijn de volgende kernwaarden voor World Servants essentieel om elkaar op aan te spreken: Christusgericht We willen ons werk voor World Servants doen vanuit het geloof in en vanuit de liefde van Jezus Christus. Dienen We willen in navolging van Jezus Christus dienstbaar zijn aan elkaar en aan alle betrokkenen bij World Servants en daarin een voorbeeld zijn voor anderen. Samenwerking We willen op alle fronten streven naar optimale samenwerking, met mensen en organisaties in Nederland en in de landen waar we werken - met respect voor mensen en cultuurverschillen. Samenwerken doen we omdat we ervan overtuigd zijn dat we samen meer kunnen dan alleen; samenwerking is geen keuze maar een roeping. Kwaliteit We willen betrouwbaar zijn in alle aspecten van ons werk. Ontwikkeling We willen dat de potentie in elk mens en elke situatie de kans heeft om zo veel mogelijk tot ontwikkeling te komen. 4

Enthousiasme We willen dat alle activiteiten van World Servants met een aanstekelijk enthousiasme worden uitgevoerd. De stichting hanteert als grondslag de geloofsbelijdenis van de wereldwijde kerk zoals die in het Apostolicum is opgetekend en heeft een interkerkelijk karakter. Strategische beleidskeuzes 2011-2015 Om een maximale impact van de World Servants projecten te bewerkstelligen, zijn er voor de periode 2011 2015 de volgende strategische beleidskeuzes gemaakt: 2.6 De drie strategische keuzes voor 2011 2015 1. Beheerste groei van het aantal deelnemers van in totaal 7 % per jaar Deze groei zal worden gerealiseerd door: a. Het, naast het handhaven van het huidige productaanbod, ontwikkelen van nieuwe producten; b. Consolidatie en verbetering van de kwaliteit van de projecten en van de organisatie. 2. Samenwerking met partners in het Noorden en het Zuiden Zowel in de projectlanden (het Zuiden) als in Nederland (het Noorden) gaat World Servants complementaire partnerrelaties aan om maximale impact te bereiken. 3. Optimaliseren van de actieve betrokkenheid van vrijwilligers in de organisatie World Servants is een organisatie die waar mogelijk vrijwilligers inzet. Zij wil dat doen met een professionele aanpak en ondersteuning en zal er in de komende jaren naar streven het beleid verder te consolideren. Bovendien zullen de volgende twee accenten worden gelegd: a. Begeleiding van vrijwilligers en het bieden van groeikansen bij World Servants. b. Het uitbouwen van de mogelijkheden met plaatselijke World Servants-groepen. In dit jaarplan zijn een aantal van de punten opgenomen die voortvloeien uit deze strategische keuzes. 5

Hoofdstuk 3 Ontwikkelingen 2010 3.1 De projectlanden Het aantal landen waar World Servants in 2010 haar activiteiten uitvoerde bleef stabiel op dertien staan. Er waren echter, zoals in voorgaande jaren, geen projecten in Egypte en Sierra Leone, maar wel in Kenia (Kenia Indepth i.s.m. Tear) en in Tanzania (i.s.m. Dorcas). De deelnemers assisteerden bij de realisatie van in totaal 28 projecten in: Bolivia, Brazilië, Dominicaanse Republiek, Ecuador, Ghana, Haïti, India, Jamaica, Kenia, Malawi, Oekraïne, Tanzania en Zambia. De uitgevoerde projecten in deze landen dragen bij aan EFA goals (Education For All) en de MDG (Millennium Development Goals). Bolivia is een van de armste landen van Zuid-Amerika. Het merendeel van de Boliviaanse bevolking van 9.879.000 inwoners (2009) slaagt er niet in te voorzien in haar basisbehoeften. Volgens gegevens van de Boliviaanse autoriteiten leeft ruim zestig procent (2010) van de bevolking in armoede. Een klein deel van de landeigenaren, slechts 20%, bezit 97% van de voor landbouw geschikte grond. De huidige president Evo Morales probeert hier verandering in te brengen en komt op voor de rechten van de inheemse bevolking. De rijke provincies zijn het niet eens met Morales, omdat hij hun rijkdom weggeeft aan met name de inheemse bevolkingsgroepen. Hierdoor vinden er zowel illegale als legale referenda plaats die de positie van de president doen wankelen. Toch is Morales in december 2009 opnieuw verkozen tot president van Bolivia met 63% van de stemmen. Hoewel sociale indicatoren wat betreft levensverwachting, gezondheid, onderwijs en voeding- in het laatste decennium in absolute termen zijn verbeterd, blijft Bolivia laag scoren op de Human Development Index van de UNDP (2009: 113de plaats van 182 landen). De alfabetiseringsgraad van volwassenen is gestegen tot 90,7% (2007). Bijna een derde van de plattelandsbevolking, waaronder vooral vrouwen, is echter nog analfabeet. De World Servants activiteiten, met name gericht op onderwijs en basisgezondheidszorg, zijn geconcentreerd in drie gemeenten: Samaipatta, San Julian en Mineros. Met deze gemeenten heeft World Servants een samenwerkingsovereenkomst. De overeenkomst met de lokale landcoördinator is in 2008 met twee jaar verlengd en loopt eind 2010 af. Inmiddels is er een nieuwe partnerorganisatie gevonden: POM Valores. Deze organisatie zal in 2010 ingewerkt worden door de huidige landcoördinator en zal vanaf 2011 meedraaien in MFS 2. De verwachtingen in Brazilië zijn hooggespannen. Eind 2010 zullen er nieuwe verkiezingen plaatsvinden. Aangezien de huidige president Lula zijn tweede ambtstermijn heeft vervuld kan hij volgens de Braziliaanse wet niet nogmaals gekozen worden. Men verwachtte veel van president Lula. Hij zette in op meer werkgelegenheid en de strijd tegen de honger onder de arme bevolking. De verwachtingen werden na verloop van tijd echter enigszins naar beneden bijgesteld. De regering van Lula wordt geteisterd door verschillende schandalen. De kloof tussen arm en rijk in Brazilië is nog steeds groot. De inkomens- en vermogensverdeling in Brazilië is zeer ongelijk. De hoogste tien procent van de huishoudens met een geregistreerd inkomen verdient 45,8% van het nationale inkomen, de laagste tien procent van de huishoudens verdient 0,8% daarvan. De toegang tot gezondheidszorg en basisonderwijs is vooral een probleem in het noorden en het noordoosten van het land. De perioden van droogte die zich regelmatig in het noordoosten voordoen, veroorzaken problemen voor de voedselvoorziening. De samenwerking met de OSFA voor het woningbouwprogramma in Ocara, in het noordoosten van Brazilië, is beëindigd. In 2009 zijn de laatste huizen uit het vijfjarenplan gebouwd. In São Paulo is in 2008 en begin 2009 het gebouw van CBAE afgebouwd met een tweede verdieping. Hiermee is het 6

project afgerond. In 2010 zal World Servants in samenwerking met BEM (Bem Estar do Menor) een pilotproject uitvoeren in Paulistas. Deze samenwerking is tot stand gekomen door de wederzijdse samenwerking met Tear. In 2011 zal dit project worden afgebouwd. Hoewel op de Dominicaanse Republiek het inkomen per hoofd van de bevolking een behoorlijke groei liet zien in 2007 van 8,5%, was dit in 2009 slechts 1,8%. Deze groei is vooral ten goede gekomen aan een klein deel van de bevolking. Het armste deel van de bevolking ontvangt slechts 20% van het BNP, terwijl de rijkste 10% van de bevolking 40% van het nationaal inkomen krijgt. Op 16 mei 2008 werd opnieuw Leonel Fernández van de Partido Liberación Dominicana (PLD) als president gekozen. Er staat hem echter nog steeds een immense taak te wachten. Niet alleen worden er maatregelen op het gebied van economische stabilisatie verwacht, maar ook een hervorming van de elektriciteitssector, versterking van de staatsinstituties, verbetering van het onderwijssysteem en het uitroeien van corruptie, om er slechts enkele te noemen. Volgens de meest recente gegevens (2009) leeft 43 procent van de totale bevolking nog steeds op of onder de armoedegrens. De kindersterfte is sterk gedaald en bedraagt nu 25 per 1000 inwoners voor de armste 20% van de bevolking. Desondanks heeft 20% van de bevolking nog steeds geen toegang tot sanitaire voorzieningen. Armoede treft men in de grensstreek, in de sloppenwijken en in de oostelijke regio. Samen met Servidores Mundiales continueert World Servants de activiteiten die bijdragen aan het verbeteren van de levensomstandigheden in het gebied rondom Los Anones San Cristóbal. Hier zullen in 2011 de water- en sanitaire voorzieningen verbeterd worden, zoals ook in de afgelopen jaren is gebeurd. TACISAR is de partner die technische ondersteuning levert bij de uitvoering van de projecten. Servidores Mundiales verzorgt een leiderschapstraining gericht op het dienstbaar zijn aan de gemeenschap. Daarnaast wordt er ook een watercomité getraind die de watersystemen kan onderhouden en de kwaliteit van het water kan testen. Ook wordt er in het gebied rondom San Cristóbal gezondheidszorg geboden door middel van een mobiele kliniek. Sinds eind 2009 wordt er ook medische attentie gegeven vanuit het multifunctionele centrum in Los Anones, dat in februari 2009 in samenwerking met World Servants is gebouwd. In 2011 zal ook verder gegaan worden met het woningbouwproject in de buitenwijk van Constanza. Hierbij maken we gebruik van de ervaring die is opgedaan met het project in Ocara (Brazilië). Ecuador ging in de jaren negentig door een enorme economische crisis waarbij het failliet ging. De nationale munt, de Sucre, werd vervangen door de Amerikaanse dollar. Sindsdien is het land weer aan het stijgen op de Human Development Index en staat het sinds 2009 op de tachtigste plaats. Van de Zuid-Amerikaanse landen staan alleen Paraguay en Bolivia lager gerankt. Ecuador heeft nog steeds een zeer ongelijke inkomensverdeling en de kloof tussen arm en rijk wordt steeds groter. Volgens de meest recente analyses (2010) leeft ongeveer 35% van de bevolking in armoede, voornamelijk door de diepe economische en politieke crisis. Het aandeel van de inheemse bevolkingsgroep in die 35% is relatief hoog. Een bijkomend fenomeen is de grote aantallen eenoudergezinnen in met name rurale gebieden door de nog steeds stijgende emigratie van Ecuadoranen (meestal jonge mannen) naar de Verenigde Staten, Spanje en Italië. Door de armoede blijft kinderarbeid een veel voorkomend probleem, vooral in de bananensector. In augustus 2009 werd de linkse econoom Rafael Correa voor de tweede keer gekozen tot president van Ecuador. In zijn eerste regeringsjaren heeft hij een nieuwe grondwet opgesteld waarin de staat een centrale rol toegewezen kreeg. Tegelijkertijd wil hij Ecuador voor iedereen gelijk en sociaal maken door middel van de zogenoemde burgerrevolutie. Er zijn veel tegenstanders van zijn nieuwe regime, waardoor zo nu en dan de spanningen in het land toenemen. Sinds 2004 werkt World Servants samen met MCCH, een lokale partnerorganisatie die gericht is op het ondersteunen van kleine boerencoöperaties. Dit doet MCCH door middel van trainingen en het geven van onderricht in het verbouwen van biologische cacao en door hen te helpen deze cacao voor een goede prijs te verkopen. Samen werken we aan de verbetering van de 7

levensomstandigheden van kleine boerengemeenschappen in de provincie Esmeraldas. Dit doen we door het aanleggen van waterleidingen, het bouwen van scholen en multifunctionele centra die door de lokale coöperatie en de gemeenschap gebruikt worden. In 2011 zullen er twee scholen gebouwd gaan worden in verafgelegen gemeenschappen die door de overheid niet of slechts deels worden gesteund. MCCH helpt de gemeenschappen om hun recht op door de overheid betaalde leraren te verkrijgen. In Ghana daalt de armoede in algemene zin nog steeds. Het land zal dan, zoals het nu lijkt, een aantal van de MDG s in 2015 gaan halen. Kijkend naar de afzonderlijke regio s blijkt echter dat de drie noordelijke regio s: Upper East, Upper West en Northern Region nog steeds te kampen hebben met grote armoede. Het verschil in inkomen tussen de noordelijke en zuidelijke regio s is alleen maar groter geworden. Diverse indicatoren voor onderwijs en gezondheidszorg laten zien dat de toegang tot faciliteiten en diensten wel is verbeterd. Echter, een aantal gezondheidsindicatoren is nog steeds zorgelijk, vooral met betrekking tot kinderen: het sterftecijfer bij bevalling is 451 per 100.000 geboorten (MDG doel is 54 per 100.000 in 2015). Ook het sterftecijfer bij kinderen onder 5 jaar is met 76 per 1.000 levend geborene nog steeds hoog. Voor de kinderen onder 1 jaar is dit 51 per 1. 000 1. Door het National Health Insurance Scheme (ziektekostenverzekering), inmiddels 55% van de bevolking is geregistreerd, krijgen steeds meer mensen toegang tot gezondheidszorg. Tegenover de toenemende vraag staat in de Noordelijke regio s een nog groter probleem, namelijk het gebrek aan gekwalificeerd medisch personeel. Veel artsen en verpleegkundigen werken in het buitenland of in het Zuiden van Ghana (Accra en omgeving). Ghana heeft 2.080 artsen, 70% (1.456) werkt in het Zuiden en slechts 3,9% (82) in de drie Noordelijke Regio s. Een voorbeeld van hoe erg de situatie is, zijn de resultaten van het toewijzen van artsen 2 in de Upper East Region. In de periode 2001 2009 werden 43 artsen toegewezen, waarvan slechts vier hier daadwerkelijk aan de slag gingen. De instroom in het basisonderwijs voor zowel jongens als voor meisjes is de laatste jaren toegenomen doordat onderwijs gratis en verplicht is. Landelijk nam het aantal getrainde leerkrachten toe en daalde het aantal leerlingen per leerkracht. Voor de Noordelijke regio s zijn de cijfers minder rooskleurig: ruim 60% van de leerkrachten is niet getraind en er zitten veel meer kinderen in de klas dan het algemeen gemiddelde van 35. Door de grote toestroom zijn er te weinig klaslokalen en andere voorzieningen als latrines, meubilair en leermiddelen. Net als in de gezondheidszorg gaan gekwalificeerde leerkrachten liever in het Zuiden werken. AGREDS, de partner in Ghana, heeft daarom progamma s die gericht zijn op het verbeteren van de toegang en de kwaliteit van het onderwijs en de gezondheidszorg in de Upper-East en de Northern Region. De, in het kader van deze programma s, door World Servants ondersteunde projecten werden in de periode 2007-2010 gefinancierd met gelden uit het MFS 1 (Medefinancieringsstelsel). De verwachting is dat vanaf 2011 (een definitief besluit valt op 1 november 2010) de projecten gefinancierd kunnen worden met gelden uit MFS 2. De projecten zijn onderdeel van het Ghana onderwijsprogramma van de ICCO alliantie. Dit programma wordt in samenwerking met Oikonomos, Wycliffe, Leger des Heils en Edukans uitgevoerd. De lokale partners zijn verenigd in de Ghana Alliance en actief in het noorden en het zuiden van Ghana. Hoofddoelstelling van het programma is het versterken van gemeenschappen en organisaties zodat zij zelf hun onderwijsinstellingen kunnen onderhouden en uitbouwen. Daarnaast blijven het verbeteren van de kwaliteit en de toegang tot onderwijs, het terugdringen van het analfabetisme bij volwassenen en vakonderwijs belangrijke doelstellingen. AGREDS en World Servants blijven zich richten op het noorden van Ghana. Het (basis)gezondheidszorgprogramma van AGREDS draagt bij aan het verbeteren van de kwaliteit en de toegang. AGREDS is lid van CHAG (Christian Health Association of Ghana) en beheert een medisch centrum en een districthospitaal in het Noorden van Ghana. Verder ondersteunt zij hier 1 UNICEF Statistics 2008 2 Ministry of Health Ghana Independent Review 2009 8

gezondheidszorg en hiv/aidsprojecten in negen andere gemeenschappen. Deze projecten zijn onderdeel van het gezondheidszorg- en hiv/aidsprogramma van de ICCO alliantie. World Servants werkt hierbij samen met ICCO. De projecten die World Servants ondersteunt, zijn bedoeld om de voorzieningen (klinieken, ziekenhuizen, woningen voor medisch personeel) te verbeteren. Deze verbeteringen dragen bij aan de doelstelling om meer gekwalificeerde artsen en verpleegkundigen in het noorden te krijgen en te houden. Daarnaast zijn er activiteiten die voornamelijk gericht zijn op het informeren van jongeren en vrouwen over de risico s van onveilig (seksueel) gedrag. Haïti was ten tijde van de onafhankelijkheid in 1804 de rijkste Franse kolonie. Twee eeuwen later is het echter het armste land van het westelijk halfrond. Het eiland is een ecologisch rampgebied, gekenmerkt door droogte, honger, zware ontbossing (98%) en bodemerosie. Na het aftreden van Aristide in februari 2004 kwam er tot de nieuwe verkiezingen in april 2006 een interim-regering onder leiding van Gerard Latortue. René Préval won deze verkiezingen met 51% van de stemmen, waardoor de (nog altijd fragiele) stabiliteit terugkeerde. Hij ontving grote steun van buitenlandse overheden en multilaterale organisaties in het land. Door de aardbeving in januari 2010 is de situatie in het land echter compleet veranderd. Vele gebouwen, waaronder het regeringsgebouw, zijn ingestort en veel mensen, ook regeringsambtenaren, zijn omgekomen. De fragiele stabiliteit van het land is in een klap weer weggevaagd. Préval is nog steeds president, maar het vertrouwen van de bevolking is geschaad doordat de regering in hun ogen niet adequaat genoeg heeft gereageerd. Op 28 februari en 3 maart 2010 zouden er verkiezingen plaatsvinden maar deze zijn voor onbepaalde tijd uitgesteld. Haïti is op sociaaleconomisch gebied het minst ontwikkelde land op het westelijk halfrond. Volgens de meest recente gegevens is tweederde van de beroepsbevolking werkloos of heeft onvoldoende werk, vooral op het platteland. 80% van de bevolking leeft onder de armoedegrens, 48% van de volwassenen is analfabeet en een achtste van de kinderen sterft voor de leeftijd van 5 jaar. De gemiddelde levensverwachting wordt geschat op 53 jaar. Bijna de helft (46%) van de bevolking heeft geen toegang tot schoon water, terwijl malaria, tuberculose, mazelen, wormen, denguekoorts en chronische ondervoeding, evenals de sterk toenemende hiv/aids en andere STD-besmettingen niet onder controle zijn. World Servants leverde in 2007 een bescheiden bijdrage aan het verbeteren van de omstandigheden in Puit Cousin en in 2008 in Boulanger. Dit laatste project kon echter niet in samenwerking met de Nederlandse deelnemers gebouwd worden, omdat het gebied door de orkanen onbegaanbaar was geworden. Daarom heeft de lokale aannemer dit samen met de lokale bevolking gebouwd. De World Servants-groep heeft vervolgens, in plaats van in Boulanger aan het werk te gaan, geholpen bij de wederopbouw van een aantal huizen in Fermathe. In 2009 is er een drietal lokalen gebouwd in Atrel waarop in 2010 een tweede verdieping gebouwd zou gaan worden. Door de gevolgen van de aardbeving en op verzoek van de partner is dit project echter veranderd in herstelwerkzaamheden en heropbouw van een school in Griffin. Daarom zal World Servants in 2011 alsnog gaan bijdragen aan de bouw van de tweede verdieping in Atrel. World Servants assisteert haar partner BHM bij het onderwijsprogramma waarbij watertanks, klaslokalen en sanitaire voorzieningen gebouwd worden. BHM beheert 350 scholen op Haïti en is een organisatie met een lange staat van dienst. India heeft door de snelle economische groei in de jaren 70 en 80 op dit moment een stevige economische basis en is door haar eigen economische kracht minder door de economische crisis getroffen dan andere landen. De economische groei is al sinds 1997 sterk positief (gemiddeld boven de 7%) en ook in 2009 wist het land een groei te realiseren van 6,5%. Na China is India het land met de meeste inwoners ter wereld, op dit moment rond de 1,1 miljard inwoners. Ongeveer dertig procent van de bevolking woont in de urbane gebieden. India is er in geslaagd om de hongersnoden uit te bannen, de bevolkingsgroei terug te dringen, de sociale indicatoren geleidelijk te verbeteren en een groot reservoir aan hoog opgeleide 9

werkkrachten te creëren. Desondanks leeft ongeveer 41% van de bevolking nog onder de armoedegrens van US$ 1,25 per dag en 75% van de bevolking onder de grens van US$ 2 per dag. India kampt nog met grote problemen, zoals het feit dat 46% van de kinderen onder de 5 jaar ondervoedt is. Gemiddeld 66% van de bevolking van 15 jaar en ouder kan lezen en schrijven, voor de mannen is dit 73% en voor de vrouwen slechts 47%. Veel Indiërs krijgen geen kans om een beter leven op te bouwen omdat het kastensysteem cultureel gezien nog steeds intact is. Hierdoor wordt vooral de bevolking uit de laagste kaste benadeeld. Het hoger onderwijs is bijvoorbeeld nauwelijks toegankelijk voor mensen uit lagere kasten. Over het algemeen is het niveau van onderwijs in India laag. Samen met TRACS India ondersteunt World Servants scholen, klinieken en andere organisaties of gemeenschappen die zich met name inzetten voor de gemarginaliseerden in de Indiase samenleving, zoals Dalits (mensen die tot geen enkele kaste behoren), gehandicapten, vrouwen, kinderen en mensen die besmet zijn met het hiv-/aidsvirus. World Servants gaat na 2010 haar activiteiten op Jamaica afbouwen; in 2011 wordt het laatste reguliere project uitgevoerd. World Servants was ruim twintig jaar actief op Jamaica. Er is, samen met de projectlandcoördinator (Pastor Leroy Gordon) en met achttien lokale gemeenschappen in het St. James district gewerkt aan het verbeteren van het onderwijs. We hebben geassisteerd bij het opknappen of bouwen van basic schools (dit is een soort kleuteronderwijs, pre-school Education). De honderden kinderen die hier nu onderwijs volgen, kunnen beter voorbereid aan de primary school (basisschool) beginnen. Daarnaast gaf het de ouders, in het bijzonder vrouwen, de mogelijkheid om te werken. De scholen staan meestal in kleine gemeenschappen. Een kwalitatief goede voorziening als een basic school verbetert de leefbaarheid en voorkomt dat gezinnen wegtrekken. Na twintig jaar werken in het St. James district is de situatie van de basic schools enorm verbeterd. Daarnaast zijn steeds meer gemeenschappen zelfstandig of met hulp van derden in staat om hun eigen onderwijsvoorzieningen in stand te houden en uit te breiden. Dit is een van de belangrijkste redenen om het werk af te bouwen. Een andere reden is dat het World Servants samen met haar coördinator niet gelukt is om dit programma bij een lokaal gevestigde partnerorganisatie (NGO) onder te brengen. Het programma continueren in een ander verafgelegen district met de huidige coördinator zou te kwetsbaar en niet efficiënt zijn. Malawi behoort nog steeds tot de armste landen ter wereld, ondanks een stijging van de economie met 7% over de afgelopen 5 jaar. De levensomstandigheden voor veel mensen zijn zwaar: 65% van de bevolking leeft onder de armoedegrens. Minder dan de helft van de totale bevolking beschikt over veilig drinkwater. Het sterftecijfer bij bevalling is 984 per 100.000 geboorten, bijna het dubbele van Ghana. Het sterftecijfer 3 voor kinderen onder 5 en onder 1 jaar is 100 respectievelijk 65 per 1.000. Men schat dat 49% van de kinderen ondervoed is. Daarnaast eist de hiv/aids pandemie haar tol. Malawi heeft te kampen met een hoog percentage aidspatiënten. Ongeveer een zevende deel (14,2%) van de bevolking in de leeftijdscategorie van 15 49 jaar is geïnfecteerd (seropositief). De gemiddelde levensverwachting is onder meer daardoor 38 jaar 4. Jaarlijks sterven er 80.000 mensen en komt er een gelijk aantal wezen bij. Het aantal wezen is inmiddels gestegen tot 900.000. Bijna 58% van de bevolking, dat besmet is met hiv zijn vrouwen en meisjes. In de leeftijdscategorie van 15 24 jaar is 60% van de meisjes met hiv besmet. Het basisonderwijs is sinds de overgang naar een meerpartijendemocratie in 1994 kosteloos. Er gaan sindsdien veel meer kinderen naar school. De faciliteiten en het aantal getrainde leerkrachten zijn echter nog steeds ontoereikend. In Malawi zijn de projecten onderdeel van het gezamenlijke programma van de Malawiaanse partners en de ICCO alliantie. Ze worden gefinancierd met MFS 1 gelden. World Servants werkt hier samen met Edukans, Oikonomos en Red een Kind. Net als in Ghana verwachten we dat het 3 UNICEF statistics 2008 4 UNAIDS Report on the global AIDS epidemic, 2006 10

programma met steun van MFS 2 gecontinueerd kan worden. Ook de hoofddoelstellingen voor de periode 2011 2015 zijn gelijk aan die van Ghana. Het onderwijsdepartement van de Church of Central Africa Presbyterian (CCAP) Synod of Livingstonia gebruikt de SIP-methode (School Improvement Plan) om de in de gemeenschap aanwezige structuren, zoals een PTA (Parents Teacher Association) en SMC (School Management Committee), te versterken. Training en begeleiding moeten hen helpen om meer op eigen kracht het onderwijs en de levensomstandigheden in hun dorp te verbeteren. Ook andere belangrijke actoren als ouders, Traditional Authorities en de overheid worden hierin meegenomen. Vaak is een belangrijke uitkomst van het SIP de noodzaak tot het verbeteren van de infrastructuur, zoals klaslokalen, woningen voor leerkrachten en sanitaire voorzieningen. World Servants en haar partner kunnen de gemeenschap hierbij assisteren. Ook een aidsvoorlichting- en bewustwordingsprogramma maken hier deel van uit. In de periode 2011 2015 zullen opnieuw vijftien gemeenschappen in het Kasungu District geholpen worden. Oekraïne is na de toetreding van acht nieuwe landen tot de Europese Gemeenschap een van de nieuwe buren van Europa. Ondanks dat het land op de grens met Europa ligt, zijn de problemen in het land op veel terreinen groot. De overheid heeft weinig of geen middelen om de basisvoorzieningen in stand te houden en met de verkiezing van een procommunistische regering begin 2010 is de verwachting dat de problemen niet adequaat aangepakt zullen worden. De industriesector is zwaar geraakt door de economische crisis, waardoor het land in financiële moeilijkheden verkeert. De armoede in de Oekraïne is groot in vergelijking met Europa, hoewel het over het algemeen minder zichtbaar aanwezig is als in de andere projectlanden van World Servants. Dit geldt ook voor de werkloosheid. Veel mensen zijn werkzaam in de informele sector waardoor het beeld vertekend is. Voor verschillende bevolkingsgroepen waaronder gehandicapten, bejaarden, mensen met hiv/aids en weeskinderen is geen aandacht vanuit de overheid. Voor weeskinderen is er bijvoorbeeld na hun achttiende levensjaar geen opvang mogelijk en moeten ze voor zichzelf zorgen. Dit zorgt voor een toename van de criminaliteit, overlast en zelfs zelfdodingen onder deze groep. Door geldgebrek is de kwaliteit van de gezondheidszorg matig tot slecht. Bovendien wordt het beschikbare geld inefficiënt besteed. Het onderwijs, in het bijzonder op het platteland, lijdt aan tekorten aan geld, lesmaterialen en goede leerkrachten. De bevolking in Oekraïne bestaat voor 77% uit Oekraïners. Er is een vrij grote Russische minderheid (17%) die vooral in het oosten en zuiden woont. Andere minderheden zijn onder andere Moldaviërs, Roemenen, Polen, Hongaren, Rutheniërs (vooral in Transkarpatië) en Duitsers. World Servants steunt vooral projecten voor gehandicapten, straat-/weeskinderen en kleine gemeenschappen bij het opzetten van een Kindergarten (kleuteronderwijs), omdat met name de overheid op deze gebieden geen voorzieningen aanbiedt. Sierra Leone heeft een periode van grote onrust achter zich gelaten. In 2000 braken nog gevechten uit tussen opstandelingen, regeringstroepen en VN-vredeshandhavers. Vooral door Brits militair ingrijpen kon het vredesproces worden voortgezet. Sinds 2001 is het rustiger in het land. De presidents- en parlementaire verkiezingen in augustus 2007 verliepen vreedzaam. De oorlog heeft de economie en sociale structuur van Sierra Leone volkomen ontwricht. Sierra Leone zakte naar een van de laatste plaatsen op de Human Development Index. De gemiddelde levensduur in Sierra Leone was de kortste ter wereld: slechts 27 jaar. Inmiddels is de levensverwachting gestegen naar 55,6 jaar (cijfer 2010). Echter, de gemiddelde leeftijd is 19 jaar. Slechts 3,6% is ouder dan 65 jaar. 35,1% van de bevolking van 15 jaar en ouder kan lezen en schrijven. Sanitaire voorzieningen zijn er nauwelijks en ook gezondheidszorg is een probleem. Het aantal kinderen onder 5 jaar dat sterft is 11

194 per 1.000 onder 1 jaar is 123. Het percentage mensen dat besmet is met hiv/aids wordt geschat op 1,7%, er sterven jaarlijks 3.300 5 mensen. 60% van de bevolking is Moslim en 10% is Christen. Veel mensen werken in de landbouw. 62% van de bevolking woont dan ook op het platteland. Tijdens de burgeroorlog moesten meer dan 500.000 boerenfamilies vluchten. Veel van de teruggekeerde families moesten weer een nieuw bestaan opbouwen. Samen met de partnerorganisatie Cotton Tree Foundation Sierra Leone gaat World Servants in het Kambia-district hierbij assisteren. Rondom Dibiyya, op 150 km afstand van de hoofdstad Freetown, ligt de focus op het verbeteren van het onderwijs. Het vijfjaren programma voor de periode 2011 2015 omvat onder andere infrastructuur, training van leerkrachten, alfabetisering en vakonderwijs. Terwijl de economische vooruitzichten voor Zambia goed zijn merken de meeste Zambianen daar weinig van. Nog steeds leeft 64% van de bevolking van minder dan 1 US$ per dag. De overheid heeft wel de inflatie weten te beteugelen door harde maatregelen te nemen, maar dit had wel negatieve gevolgen voor de sociale voorzieningen zoals onderwijs en gezondheidszorg. In de gezondheidszorg kampt men met een tekort aan medicijnen, apparatuur en gekwalificeerd personeel. Verder is Zambia hard getroffen door de hiv/aids pandemi. Het percentage volwassen dat besmet is wordt geschat op zestien procent. De cijfers voor de kinderensterfte onder 1 en 5 jaar zijn nog slechter dan die van Malawi, namelijk: onder 5 jaar 148 en onder 1 jaar 92 per 1.000. Jaarlijks sterven er 77.000 kinderen jonger dan 5 jaar. Circa 50% van de kinderen onder 5 jaar is ondervoed. Slechts 36% van de mensen op het platteland (het overgrote deel van Zambia) heeft toegang tot een degelijke (en hopelijk veilige) drinkwatervoorziening. Lager onderwijs in Zambia is sinds 2003 gratis. Net als in buurland Malawi is het aantal leerlingen daardoor fors toegenomen: van 1,8 miljoen in 2000 naar 3,03 miljoen in 2007. Deze enorme toename heeft echter de kwaliteit van onderwijs sterk verminderd. De gemiddelde leerlingen/leraarratio is met 57:1 nog steeds hoog en op het platteland nog veel hoger. Daarnaast is het gebrek aan leerkrachten en leermiddelen een probleem. Op lagere scholen is het niet ongewoon dat vijf kinderen samen een leerboek moeten delen. De infrastructuur is zowel kwalitatief als kwantitatief onvoldoende. Juist in het onderwijs zijn de effecten van de hiv/aidsepidemie dramatisch voelbaar: het hoge sterftecijfer onder volwassenen zorgt voor een dramatische afname van het aantal gekwalificeerde leerkrachten. World Servants is in Zambia in twee districten actief. Samen met partner MCC (Mkushi Christian Community) zet World Servants zich in het Mkushi district in op het verbeteren van het onderwijs, de (basis)gezondheidszorg en de hulp aan weduwen en wezen als gevolg van de hiv/aidsepidemie. Er wordt samengewerkt met het Ministerie van Onderwijs en Gezondheidszorg om de hulp zo efficiënt en effectief mogelijk te maken. In 2010 wordt er een pilotproject gedaan in het Lundazi district dat grenst aan Malawi. Dit is in samenwerking met het onderwijsdepartement van de CCAP Synod of Zambia. Deze partner is een zusterkerk van de organisatie waarmee World Servants in Malawi samenwerkt. CCAP Synod of Livingstonia helpt haar zusterkerk met het versterken van haar programma. Ook de SIP-methode wordt nu in Zambia toegepast. CCAP Synod of Zambia heeft een vijfjarenplan gemaakt voor de periode 2011 2015 met als doel de kwaliteit en de toegang tot onderwijs te verbeteren. In het bijzonder voor meisjes. Naast de SIP gaat het daarbij om het bouwen van klaslokalen, woningen en latrines, het trainen van leerkrachten, het bieden van steun aan wezen en een hiv/aidsvoorlichtingprogramma. 5 CIA factbook (2007 estimation) 12

3.2 Nieuwe projectlanden en partners Omdat twee van de huidige projectlanden, Egypte en Jamaica, op de nominatie staan om afgebouwd te worden, zijn de mogelijkheden in een aantal nieuwe landen onderzocht: Ethiopië: hier wordt in 2010 een verkenning uitgevoerd bij partnerorganisaties van Tear. Sierra Leone: komt terug als projectland, vanaf 2011 wordt het onderwijsverbeteringsprogramma van Cotton Tree Foundation ondersteund. Met deze Woord en Daad partner zijn in de periode van 2007 2009 al projecten gedaan. Tanzania: de samenwerking met Dorcas heeft er toe geleid dat in 2010 hun programma in dit land ondersteund zal worden. Zambia: in hetzelfde gebied (Eastern Province) waar ook de nieuwe partner CCAP Synod of Zambia actief is zal vanaf 2010 in samenwerking met Woord en Daad het programma van de partner GCPDO ondersteund worden. In Bolivia vindt er een wisseling van partner plaats: de lokale organisatie POM Valores (Program de Orientación Moral) gaat de activiteiten van de lokale coördinator, Florencio Segovia Vargas, met ingang 2011 overnemen. Ook in Oekraïne is er een traject ingezet waarbij de activiteiten met de huidige coördinator zullen worden overgenomen door een lokale organisatie Stand by me geheten. 3.3 Nieuwe ontwikkelingen betreffende subsidies In 2010 eindigt de MFS 1 subsidie. Het vorige kabinet heeft nog wel een besluit genomen over de opvolger van het Medefinancieringsstelsel (het subsidiekanaal van het Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking) dat kortweg MFS 2 heet. World Servants is via Oreon lid van Prisma, een vereniging van christelijke ontwikkelingsorganisaties, die armoedebestrijding als een gezamenlijke verantwoordelijkheid beschouwen. Prisma is lid van de ICCO alliantie die een aanvraag heeft ingediend om MFS 2 geld te mogen besteden. Deze gezamenlijke aanvraag is door de eerste ronde heen gekomen. Nu moet voor 1 juli 2010 de definitieve aanvraag ingediend worden. Op 1 november 2010 is dan bekend welke allianties welk bedrag toegekend krijgen. Ook bij MFS 2 werken de leden van Prisma programmatisch samen met de andere deelnemers uit de ICCO alliantie. Naast ICCO nemen Kerk in Actie (KiA), Edukans, Share People, Yente en het Zeister Zendingsgenootschap (ZZg) hieraan deel. World Servants draagt bij aan twee programma s die naar verwachting vanuit MFS 2 gefinancierd zullen worden, namelijk basisgezondheidszorg en onderwijs. Het betreft onderwijsprogramma s in Bolivia (nieuw in MFS 2), Ghana en Malawi. Het basisgezondheidszorgprogramma in Ghana willen we onder MFS 2 ook continueren. De gelden die vanuit het MFS worden ontvangen, maken het World Servants mogelijk om ook andere (innovatieve) onderdelen van het programma van de partner te financieren. Hierdoor kan de impact van een bouwproject extra versterkt worden. In Malawi heeft dit geresulteerd in een SIP (School Improvement Plan), een hiv/aids education project en een best school competitie. Bij het onderwijsprogramma in Ghana gaat het om het opvangen van regenwater, het verbeteren van de hygiëne op school en in de gemeenschap en speciale voorlichtingsprogramma s voor meisjes. In Malawi en Ghana zijn bouwprojecten binnen het programma van de partner gerealiseerd zonder de inzet van een World Servants-groep. De ervaring heeft geleerd dat, als er vooraf is samengewerkt tussen de gemeenschap en een World Servants-groep, een dergelijk project beter verloopt dan als dat niet het geval is. Tijdens de MFS 1 periode heeft World Servants geïnvesteerd in het opbouwen van de capaciteit van de partners in Ghana en Malawi. Zowel in het Noorden als het Zuiden werden er door medewerkers trainingen gevolgd en seminars bezocht. Regelmatig waren er veld- en werkbezoeken die gebruikt zijn om de onderlinge werkwijzen op elkaar af te stemmen en de rapportages aan te laten sluiten op de gestelde doelen uit het bedrijfsplan van de ICCO alliantie. Daarnaast is World Servants bezig met het ontwikkelen van een geautomatiseerd management informatiesysteem in Pluriform waardoor veel handelingen geautomatiseerd zullen worden. 13

MFS biedt World Servants mogelijkheden om de samenwerking met andere Prisma- of alliantieleden te ontwikkelen. Het programma kan versterkt worden door, waar mogelijk, activiteiten te combineren. KPA- (Matra)programma NCDO Het KPA-programma, uitgevoerd door de NCDO, zal worden afgebouwd. 2010 is het laatste jaar waarin men nog subsidie kan aanvragen. Doordat de gemaakte afspraken tussen de NCDO en World Servants in 2010 niet meer van toepassing waren heeft World Servants besloten in 2010 al geen aanvragen meer in te dienen. Wilde Ganzen De samenwerking met Wilde Ganzen is uitgebreid en versterkt. Deze zal in 2011 gecontinueerd worden. Voor de overige (niet-mfs 2 projecten) zal World Servants een premieaanvraag indienen bij Wilde Ganzen. Ontwikkelingen Door de val van het kabinet zijn susbisidiemogelijkheden, zoals een jongerenloket, in de ijskast terecht gekomen en de vraag is of ze daar nog uitkomen. Reden te meer voor World Servants om verder te zoeken naar andere financieringsbronnen. Een sector waarin World Servants haar activiteiten wil uitbreiden zijn de zogenaamde WATSANprojecten (water en sanitatie). Hiervoor wordt nadrukkelijk gezocht naar samenwerking met kennisinstituten en het bedrijfsleven. Met name op de Dominicaanse Republiek is al veel ervaring opgedaan met dergelijke projecten. Dit zou uitgebreid kunnen worden naar andere landen zoals Ecuador en Sierra Leone. Ook zullen de mogelijkheden worden onderzocht voor Europese subsidie (indien uitvoerbaar) met betrekking tot thema s gericht op jongeren, zoals wereldburgerschap en ontwikkelingssamenwerking. 14

3.4 Ontwikkelingen projectmanagement Lerende organisatie Als lerende organisatie werkt World Servants verder aan het upgraden van haar systeem tot een PBMEL Planning Budgeting Monitoring Evaluation and Learning systeem. Het nieuwe programma, Pluriform, moet er aan bijdragen dat de gebruikte, deels losse, systemen beter geïntegreerd worden. De huidige wijze van monitoren, beschrijvend en met indicatoren (cijfers) en de Most Significant Change Theory geeft een goed beeld van de behaalde resultaten. Wel zal de komende periode de monitoring verder verbeterd worden waarbij het accent meer gelegd zal worden op de vraag hoe de uiteindelijke resultaten behaald zijn en wie en wat heeft bijgedragen daaraan. Hierbij wordt ook gebruik gemaakt van de Theory of Change (TOC). World Servants heeft haar manier van werken om de gewenste verandering in het Noorden en het Zuiden te bereiken in het onderstaande schema uitgewerkt. Theorie van verandering voor World Servants projecten: Uitzending van World Servants teams naar projectlanden Actieve aanwezigheid van World Servants teams in projectland Deelnemer s begrip van levensomstandigheden Deelnemer s sympathie met de armen en hun wereldbeeld Deelnemer s motivatie om te dienen Dienstbaarheid van deelnemer Versnelde constructie van basisvoorzieningen Gemeenschap s capaciteit voor collectief handelen Gemeenschap s betrokkenheid bij eigen ontwikkeling Gemeenschap s bewustzijn van waarde van en eigen vermogen tot collectief handelen Gemeenschap s netwerken/ samenwerken met anderen Ontwikkeling van gemeenschap Verandering van mensen door dienstbaar te zijn aan verandering van gemeenschappen De TOC kan helpen om een beter inzicht te krijgen (informatie over de stappen) hoe je van bepaalde output tot een gewenste outcome komt. Samenwerking Zowel in het Zuiden als in het Noorden zoekt World Servants naar vormen van samenwerking. In het Zuiden zijn partners van belang die complementair zijn aan de bouwactiviteiten die World Servants uitvoert binnen een onderwijs- of gezondheidsprogramma. Binnen Prisma en de ICCO alliantie (MFS 1 & 2) zijn dergelijke vormen van samenwerking inmiddels gerealiseerd. 15

Ook de partnerorganisaties waarmee World Servants in het Zuiden samenwerkt worden gestimuleerd en geholpen om andere lokale organisaties te benaderen die aanvullend zijn en hun programma kunnen versterken. Een voorbeeld hiervan is het onderwijsprogramma s van de Ghana Alliance. In het Noorden zijn er diverse vormen van samenwerking. Met collega organisaties als Dorcas, Red een Kind, Leger des Heils en Woord en Daad werkt World Servants samen om hun achterban de mogelijkheid te bieden met de programma s in het Zuiden kennis te laten maken door middel van een bouwproject. Daarnaast zijn er scholen en kerken die gebruik maken van de expertise die World Servants heeft om groepen jongeren en volwassen te laten assisteren bij bouwprojecten in het Zuiden. Verder werkt World Servants samen met Tear en Time to Turn. Samenwerken biedt ook veel mogelijkheden tot leren. World Servants heeft veel geleerd en gebruik mogen maken van de kennis en ervaring van andere organisaties op verschillende terreinen. 3.5 Werving en training Deelnemers Het aantal deelnemers voor 2010 was begroot op 990, maar is bijgesteld naar 900 (reguliere) deelnemers. Het aantal deelnemers ligt per juni 2010 echter op 859 reguliere deelnemers. Daarnaast zijn er 93 deelnemers van projecten die door World Servants met modules ondersteund worden. Deze projecten worden in eigen beheer uitgevoerd door de PKN in Leek (twee projecten in Tanzania) en Wezep (een project in Malawi). World Servants verleent ondersteuning op het gebied van Projectmanagement, 24-uurs noodprocedure, de training van staf en deelnemers etc. In 2009 bedroeg het totaal aantal deelnemers 902. In verband met te weinig aanmeldingen is het voorjaarsproject in Haïti (HA110) geannuleerd. De werving van deelnemers voor het zomerproject naar Haïti verliep ook moeizaam. De leeftijdsgrens van dit project is daarom verschoven van 16-24 jaar naar 16-30 jaar. Na de aardbeving in Haïti is het aantal aanmeldingen met circa vijftien deelnemers toegenomen waardoor het project toch door kan gaan. Vanwege de aardbeving is de inhoud van het project gewijzigd. In plaats van een project in het noorden van Haïti gaat de groep nu in het getroffen gebied drie klaslokalen bouwen. De aanmelding van deelnemers voor de volwassenprojecten loopt minder goed dan begroot. Aan het voorjaarsproject naar de Oekraïne hebben maar vijftien deelnemers deelgenomen. Voor de najaarsprojecten in de Dominicaanse Republiek, Bolivia en Ghana zijn nog deelnemers nodig. In januari zijn diverse belacties gedaan om deelnemers te werven voor de volwassenprojecten en specifiek voor het zomerproject in Haïti (HA210). Voor de belactie ten behoeve van de volwassenprojecten werd een bestand gebruikt van personen die eind 2009 via de website van Wat gelooft u een enquête hadden ingevuld. In deze enquête was een vraag opgenomen of zij interesse hadden in deelname aan een project van World Servants. Dit leverde 379 respondenten op. 113 personen gaven aan voortaan de Worldserver te willen ontvangen. 115 personen willen graag de projectbrochure voor 2011 ontvangen. Er zijn niet meteen nieuwe deelnemers voor 2010 uitgekomen. Voor de belactie voor HA210 zijn 404 personen gebeld. Dit betroffen oud-deelnemers van het afgelopen jaar. Wat opviel was dat velen oprechte interesse hadden, maar dat geld de belangrijkste reden was om niet mee te gaan. Een aantal personen gaf aan er serieus over na te denken, maar uiteindelijk resulteerde dit niet in aanmeldingen. In onderstaande grafiek is het aantal deelnemers over de afgelopen jaren opgenomen: 16

1200 1000 800 600 400 Begroting Aantal dln 200 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 62% (528) van de deelnemers was jonger dan 24 jaar (zie tabel hieronder). In 2009 bedroeg dit percentage 61% (547). Het percentage deelnemers ouder dan 30 jaar is gestegen van 26% naar 28%. Qua aantal is dit nagenoeg gelijk aan 2009. Leeftijd 2010 % 2009 % 16 t/m 20 386 45% 425 47% 21 t/m 23 142 17% 122 14% 24 t/m 30 95 11% 121 13% 31 t/m 40 48 6% 45 5% 41 t/m 50 65 8% 67 7% 51 t/m 60 88 10% 82 9% 61 t/m 70 30 3% 35 4% > 70 5 1% 5 1% Totaal 859 100% 902 100% In 2010 zijn er in totaal 38 projecten (zie hoofdstuk 7 voor een uitleg van het soort projecten). De Projecten Op Maat worden uitgevoerd in samenwerking met Woord en Daad, Vrije Baptisten Gemeente Bethel Drachten, De Pijler Lelystad en het Leger des Heils. De Projecten in Eigen Beheer betreft de ondersteuning van projecten van PKN Leek en Wezep. De overige projecten betreft 2 ICT projecten in Ghana. Categorie 2010 2009 Regulier Project 25 21 Grote Groep Project 2 3 Project op Maat 4 4 Project Eigen Beheer 3 0 Overig 2 0 Project zonder groep 2 2 Totaal 38 30 17

De reguliere projecten worden uitgesplitst in: Categorie 2010 2009 16-24 jaar 14 13 21-40 jaar 1 0 25-75 jaar 7 6 Verdiepingsproject 3 2 Totaal 25 21 Fondsenwerving De fondsenwerving richt zich op verschillende doelgroepen. De inkomsten uit fondsenwerving worden als volgt gerangschikt: Opbrengsten vaste donateurs Mailingen Algemene giften (bedrijven, kerken, particulieren, scholen, stichtingen en fondsen) Projectmatige giften (stichtingen en fondsen, set-up inkomsten, bedrijven, particulieren) Extra opbrengsten van deelnemers Opbrengsten vanuit moduleverkoop Vaste donateurs Momenteel bestaat de achterban van World Servants uit ruim 1.540 vaste donateurs. Zij dragen ongeveer 90.000 per jaar bij aan het werk van World Servants. In het voorjaar van 2010 hebben verschillende belacties plaatsgevonden waarbij de Plaatselijke Groepen Voorthuizen en Bodegraven tegen een korting op hun deelnemersbijdrage een bestand oud- deelnemers hebben gebeld. Dit betrof deelnemers van projecten in 2009 die in 2010 niet meer mee gaan. De belactie in Voorthuizen heeft geresulteerd in 6 nieuwe donateurs (gemiddeld 6,58 per maand) en 6 eenmalige giften ( 75, -). De belactie in Bodegraven heeft 8 nieuwe donateurs ( 4,46 gemiddeld per maand) en 16 eenmalige giften opgebracht (ter waarde van 340, -). De belacties hebben minder nieuwe donateurs opgeleverd in vergelijking tot de belacties van het jaar daarvoor. In 2011 worden wederom plaatselijke groepen ingeschakeld om nieuwe donateurs te werven. De laatste maanden zijn er regelmatig donateurs die hun donateurschap opzeggen. Mailingen De mailingacties zijn bedoeld om de achterban van World Servants op de hoogte te houden van de laatste ontwikkelingen. Bij iedere mailingactie zit ook een acceptgiro waarmee men een gift kan overmaken. Momenteel zijn er gemiddeld 9.100 mensen die deze mailing thuisgestuurd krijgen. De afgelopen maanden zijn er door belacties en stands circa 200 nieuwe World Server lezers bijgekomen. Algemene giften De algemene giften die World Servants binnenkrijgt komen met name van particulieren en kerken. Er wordt geprobeerd om ook bedrijven meer ter betrekken bij het werk van World Servants. Dit kan op verschillende manieren (inzetten van hun kapitaal, expertise of een project voor de medewerkers). Als bedrijven het financieringsdoel van een project voor hun rekening nemen, kunnen verschillende vormen van publiciteit worden aangeboden (foto van de vlag van het bedrijf tijdens het project, logo op de website bij het betreffende project, publicatie in de Worldserver). Projectmatige giften Projectmatige giften zijn met name de giften die binnenkomen op de financieringsverzoeken die World Servants stuurt naar stichtingen en fondsen en bedrijven. In 2009 zijn er een aantal grote nieuwe stichtingen en fondsen geacquireerd, echter het blijkt dat het opbouwen van continuïteit hierin best lastig is. Over het algemeen gaan deze stichtingen en fondsen geen persoonlijk relaties aan en het is gebleken dat een aantal grote stichting die in 2009 nog een groot bedrag doneerden in 2010 de aanvraag afwees. Veelal is de reden dat zij ook andere organisaties een kans willen geven. Extra deelnemersbijdragen 18

World Servants stimuleert de plaatselijke groepen om extra acties te voeren voor de projecten. Hiervoor is een bedrag begroot van 35.000. Opbrengsten vanuit moduleverkoop In 2010 ondersteunt World Servants drie projecten die in eigen beheer door twee verschillende kerken worden uitgevoerd. De bruto-inkomsten bedragen ruim 20.000. Stafleden De kwaliteit van een World Servants-project is voor een groot deel afhankelijk van een goed getrainde en op elkaar ingespeelde staf. World Servants toetst de kwaliteit van de stafleden met een selectieprocedure bij aanmelding. Hoe eerder staven compleet gevormd zijn, hoe beter de teams zich kunnen voorbereiden. In 2010 is het gelukt om nagenoeg alle stafvacatures in te vullen voor het staftrainingsweekend aan het eind van maart. Voor de projecten van 2010 konden stafleden zich al voor de officiële start van het seizoen inschrijven. Door deze vervroegde inschrijving konden we de staven nog eerder compleet hebben. Plaatselijke groepen In november 2006 is er gestart met een meer intensieve begeleiding van de plaatselijke groepen. Er werden vier kantoormedewerkers als groepscoach aangesteld om de plaatselijke groepen vanaf vijf deelnemers te begeleiden. De groepscoaches hebben bijna al hun groepen kunnen bezoeken. Alle groepen kunnen verder gebruik maken van de helpdesk, het kantoormanagement van World Servants. Na een eerste positieve evaluatie is besloten deze werkwijze met enkele wijzigingen voort te zetten. De plaatselijke groepen vormen de basis van het werk van World Servants in Nederland. De lokale activiteiten creëren op uiteenlopende manieren draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking. 19

Hoofdstuk 4 Projecten 2011 4.1 Partners Voor de wijze waarop World Servants werkt (assisteren bij) zijn partners en hun programma s cruciaal. In de periode 2007 tot 2010 is uitvoering gegeven aan het beleid om in ieder projectland samen te werken met 1 of soms 2 partnerorganisaties. Inmiddels is dit in 10 van de 12 landen het geval. De landen waar dit niet het geval is zijn; Jamaica en de Oekraïne. Met 6 van de 11 partners is een overeenkomst (Memorandum of Understanding - MOU) getekend. Bij de overige partners zal de ondertekening later gebeuren. Bijvoorbeeld als de nieuwe partner en World Servants beide de afgesproken proefperiode als positief (elkaar versterkend) hebben ervaren. Het aantal projectlanden in 2011 komt uit op 14. Dit is inclusief Kenia en Tanzania. Hieronder staat de belangrijkste veranderingen per land genoemd. Brazilië: bij BEM wordt de assistentie gecontinueerd. Hier wordt samengewerkt met Tear en Wonen Brazilië. Dominicaanse Republiek: met Servidores Mundiales is de samenwerking meer geformaliseerd en duidelijker vast gelegd wat beide World Servants organisaties van elkaar verwachten. Egypte: op basis van de evaluatie is besloten de World Servants activiteiten te stoppen. Jamaica: voor dit land is een afbouwtrajact vastgesteld. In 2011 wordt het laatste reguliere project uitgevoerd. Kenia: het Kenia Indepth programma in samenwerking met Tear wordt in 2011 gecontinueerd. Oekraïne: met ingang van 2011 worden de activiteiten gecoördineerd door de lokale organisatie Stand by me. Zambia: het ondersteunen van het programma van partner GCPDO door Woord en Daad en World Servants zal in 2011 voort gezet worden. 4.2 Projecten In 2011 staan 29 projecten gepland. Hiervan worden 6 projecten door een Grote Groep gedaan. Daarnaast is naast deze 29 projecten nog ruimte voor 3 Projecten in Eigen Beheer (moduleondersteuning). In de projecten in Ghana, Malawi en Bolivia is naast het bouwproject financieel nog ruimte om ook het programma van de partner te ondersteunen (MFS2). Soort Aantal Voorjaar Zomer Najaar 16-24 jaar 13 0 13 0 21-30 jaar 1 0 1 0 25-75 jaar 6 2 0 4 Grote Groep Projecten 6 0 6 0 Verdiepingsprojecten 3 0 3 0 Totaal 29 2 23 4 In de tabel in bijlage 7.5 zijn in totaal 29 projecten met hun begrote bouwkosten opgenomen (bestaande uit vaste bouwkosten, afbouw en inrichting, de kosten voor coördinatie, set-up kosten en onvoorzien). De bouwkosten die samenhangen met de projecten die in gezamenlijk met Woord & Daad en Dorcas worden gedaan, worden (deels) door deze organisaties gefinancierd. Voor het project in Kenia in samenwerking met Tear zijn geen bouwkosten opgenomen. 20