BLOK 1 Woordpakket 1 de spleet spreek de barst morst de straat strekt de borst wenst de straf strak de dorst minst de streep de kerst botst

Vergelijkbare documenten
Taalverhaal.nu: Woordpakketten groep 4

Woordpakket 11 Groep 4. Woordpakket 12 Groep 4

Woordpakket 11 Groep 4. Woorden: Ook zo-woorden. draai foei gooi mooi nooit ooit roeit saai blijf fijn de gein het plein de pijn vijf zei

BLOK 1 Woordpakket 1 de spleet spreek de barst morst de borst de straat strekt de dorst wenst de straf strak de kerst minst de streep

Klankgroep en lettergreep

golf Ik hoor u tussen 2 medeklinkers. Ik schrijf de tussenklank u niet. Categorie 5a Woorden met lf Thema 2 groep 4

klas Ik schrijf op wat ik hoor. Categorie 4a Twee medeklinkers aan het begin Thema 1 groep 4

je schrijft het woord zoals je het hoort je schrijft het woord zoals je het hoort je schrijft het woord zoals je het hoort

Woordpakket 1 Groep 4. Woorden: Regel: de bloes de bril de broek groot de knie de krul maakt de muts past praat de rits de snor de trui het vest wast

Blok 1. Groep 4. Signaaldictee

Spelling in beeld groep 4 woordpakketten per week

het dier de koe de muis de neus de poes de uil het gras groen knap de slak smal

Woordpakket 1 Groep 4. Woorden: Luisterwoorden

WOORDPAKKET 1. Ik schrijf woorden met een medeklinker aan het begin en einde van een woord: woorden net als man.

Ik schrijf op wat ik hoor.

Week 3 als het beest de buurt haast de heks juist kort de laars de lamp meest de mens de mist de muts naast niets ons paars soms hij loopt hij woont

Taaljournaal Digitale woordpakketten spelling groep 4

woorden met eer (heer) De /r/ is een plaagletter bij /eer/. volgwoord woorden met oor (oor) De /r/ is een plaagletter bij /oor/.

instapkaarten spelling

ring bank touw blauw vinkje kroontje bloempje stoel kast schrift schuur Thema 2 De boom ik leer: woorden lezen die uit twee woorden bestaan, zoals

Woordpakket 31 Groep 4. Woordpakket 32 Groep 4

thema 5 les 2 extra oefenen

Huiswerk spelling. Woordpakketten thuis oefenen. Dit is een huiswerkmapje om de woordpakketten die we in de klas leerden in te oefenen.

Woordpakket thema 1 (Taal Actief 3 groep 4) tent

*woorden lezen (eerst u, dan uw kind, om en om, of uw kind alleen) *woorden overschrijven (u controleert samen met uw kind de woorden op

Oefenbundel. Pasen. 2 de leerjaar

Week 2. Week 1. Week 3

Woordpakket 21 Groep 4

kern 7 kroon fles glas stuur krom kern 7 laars pols gips fiets berg kern 7 laars pols gips fiets berg

Taal op maat - spelling

as dit muur bak dom rook boom hoog toon dak hut val den jas zaak beul geul mouw bouw hout poes deuk jouw rouw dief kous wieg doek luik zoet

tent als bont heks kans koers lamp lift mens munt wesp kist haast juist kast kust mest mist nest muts fiets rits

blauw 1 Schrijf het woord op. 2 Schrijf het woord op. spelling 11a pauw Kies uit: au blauw gauw 1 Dit is een kleur. 2 Dit roep je als je pijn voelt.

haast juist kast kust mest mist nest = = = fiets rits

Woordpakket 21 Groep 4 Regel woorden Woorden:

Les 3: helm halm kalm

Wij willen u vragen niet vooruit te gaan werken/oefenen. Er kan dan verwarring ontstaan bij het kind. Wij willen dit graag voorkomen!

Woorden met twee medeklinkers achteraan: Tent: Als, bont, heks, kans, koers, lamp, lift, mens, munt, wesp

Les 3. kist haast juist kast kust mest mist nest muts fiets rits

Afspraak 31 weetwoord. Afspraak 30 regelwoord. liniaal, actueel. thermometer. Afspraak 32a weetwoord. Afspraak 32b weetwoord. team.

Dyslexiebehandeling. Informatiepakket leerkracht:

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van eind groep 3 en groep 4 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

Spelling Klankwoorden. Werkboek Geschikt voor de groepen 3 en 4

Spellingboek instructiegroepen B4 & M4

koers brug wesp heks glas broer greep blik brief kans bloem lamp als bril lift bruin munt bont broek mens

Woordpakketten. Taal actief. groep 4

Een nieuw huis Les 1 groep 4

Een nieuw huis Les 1 groep 4

r k t u g f o uu b v ij j i oo ee w h ui aa n e d l m z p eu s a oe sch ie de het een -d

Woordpakket 31 Groep 4. Ook zo-woorden. Woorden:

Woordpakketten groep 4 van Taalverhaal Spelling. Woordpakket 1 Woordpakket 2. Woordpakket 3 Woordpakket 4

mollen -> de o wordt uitgesproken als o. Dit noemen wij een woord met een woord met een gesloten lettergreep: mol len.

Zoek de 10 woorden die beginnen met de letter: b

Informatieavond 1. Groep 3

Medio groep 4 vervolg 1

de bult druk de gesp gluur de groep groet haast jeukt de klier knap het lint de pluis de pruik de speen de stof

Spelling Klankwoorden. Werkboek Geschikt voor de groepen 7 en 8

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Dit werkboek is van :

slee Ik hoor aan het eind van het woord ee. Ik schrijf ee. Categorie 42 Woorden met een ee aan het eind Thema 7 groep 4

mollen -> de o wordt uitgesproken als o. Dit noemen wij een woord met een woord met een gesloten lettergreep: mol len.

REEKS 186 2de leerjaar: 2de leerjaar: Oefendictee 1

De spreeuw en de musch

Taaljournaal spelling groep 5. Week 1 Categorie 10, 17: ng/ nk, samenstellingen

EURO 0 5CENT 1EURO EURO

1. poes Luisterweg Ik luister goed naar het woord, Dan schrijf ik het zoals het hoort.

z w aai t n ooi t extra oefenen les 2 thema 4 1 Vul het woord in. 2 Schrijf het goede woord op. Een woord met aai of ooi.

Woordpakketten Taal op maat groep 4

KIND TOCH! Een bad op straat

Luisterwoorden: Schrijf het zoals je het hoort. Maandag Dinsdag Woensdag. maakt de muts past praat de rits de snor

Taal We kunnen nu al echte verhalen schrijven. Daar zien we dan ook echte leuke verhalen van de kinderen.

Maandbrief groep 3/4 - maart 2015

Dit programma is gemaakt voor leerlingen van groep 4 en 5 van de basisschool, het praktijkonderwijs, vmbo bbl en mbo 1.

Online leren lezen - Overzicht van de oefeningen

Leerlijn Spelling 1. Leerlijn Spelling Leerinhouden LEERINHOUDEN KLAS 3

eeuw ij d u oo au ei oor v f t ie k aai ee eer h ui oe a g j e s b p ng sch n aa w o ooi eu z m l uu eur ou nk r i ch de het een -d

Maandbrief groep 3/4 april/mei 2015

Versie Basisonderwijs. Groep 4 NAAM SCHOOL. Naam:... Schooljaar:...

Het verwoorden van de spellingsregel is belangrijk (bewustwording waarom je iets op een bepaalde manier schrijft).

Leerstofaanbod groep 4

ng de angst langzaam de tong hij brengt hij vangt nk dankbaar hij bedankt hij bedenkt hij drinkt het stinkt

schrijf je meestal ch, behalve bij ik lig, ik leg en ik zeg. Dan schrijf je ij. Dan schrijf je ij.

samenstellingen de afspraak de afwas daarom erin de koelkast

Lezen We hebben de laatste weken weer heel veel woorden en letters geleerd.

Blok Klankgrgoepenwoord Deze categorie komt in veel woorden voor en is een heel lastige categorie.

net-als-woord: slang, bank, driehoek

Wist je dat? Week

Wist je dat? Lezen. Week

Wist je dat? W

Totaaloverzicht kant-en-klare sjablonen Nederlands Cito spelling 3.0 Cito spelling 2.0 Begrijpend lezen Grammatica Studievaardigheid

1 Schrijf het woord op.

extra oefenen les 2 thema 2 1 = v Schrijf het woord op. 2 Welk dier is het? Een dier met v of w. Schrijf het woord op. spelling 3a v l a g

Spelling Klankwoorden. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6

Woorden die je schrijft zoals je ze hoort

net-als-woord: ei, ijs, beer, leeuw

Uitprobeerpakket. Uitlegkaarten 4

Storm in het bos. Storm in het bos. Isabel Versteeg Storm in het bos

net-als-woord: ei, ijs, beer, leeuw Pas op voor de plaagletter r. De ee, de oo en de eu klinken er anders door

ik zil in schat. raa, raa, wie ben ik? ooooooo en ook in schep. weet jij het al? school schat schip schep schop schaap schaaf scheef schot

woorden met drie medeklinkers

Transcriptie:

Taalverhaal.nu Spelling Woordpakketten GROEP 4 BLOK 1 Woordpakket 1 de spleet spreek de barst morst de straat strekt de borst wenst de straf strak de dorst minst de streep de kerst botst de strik klotst de stroom laatst de stroop Woordpakket 2 de beuk de kluif buigt thuis de breuk de kluis sluipt de deugd de pruik de dreun de struik kreukt de gleuf de trui leukst de keus de vuist de spreuk het kruis de steun Woordpakket 3 scheef de schat de schaaf schreef scheel de schaar de schaal schrik schiet de schep de schoen de schram schor de schil de school het schrift de schop het schaap het schip het schort Woordpakket 4 elf kalm warm de jurk erg de helft de film de arm de vork de berg de golf de helm de vorm het park de verf de wolf de melk het werk het dorp de wolk Pagina 1 van 6

BLOK 2 Woordpakket 5 Eenlettergrepige woorden met ng [-ang] [-eng] [-ing] [-ong] [-ng + medeklinker(s)] bang eng dwing jong langs de gang meng de ring de long brengt de wang streng de kring de tong springt de slang het kreng het ding de sprong de angst Woordpakket 6 eenlettergrepige woorden met nk [-ank] [-ink] [-onk] [-nk + medeklinker] mank drink zonk links de bank flink klonk bonkt de drank hink schonk denkt de klank zink de vonk klinkt de plank de pink de stronk de inkt Woordpakket 7 eenlettergrepige woorden met f / v [f + klinker] [f + medeklinker] [v + klinker] [v + medeklinker] fel fris vel vreest fors de friet vol de vraag de fee de flap vals de vlam de fiets de fles de vorst de vlieg het feest de fluit het vuur het vlees Woordpakket 8 eenlettergrepige woorden met eer, oor en eur [-eer] [-oor] [-eur] [-eer, -oor, -eur] + nog een letter teer door zeur leert de beer vroor de deur hoort de peer de boor de geur de poort het meer het koor de kleur de koorts het weer het spoor de scheur de beurt Pagina 2 van 6

BLOK 3 Woordpakket 9 eenlettergrepige woorden met ei of -ij [-ei] [-ei] [-ij] [-ij] mei klein blij wijs de hei reist bijt krijgt de klei de trein fijn de pijl de geit het zeil grijs de lijst de dweil het plein de pijn de rijst Woordpakket 10 Eenlettergrepige woorden met s- of z- [s-] [s-] [z-] [z-] sip de som zet de zak suf de soep ziek de zus de sik de soort zien de zeef de sok het sap zoek de zeep de sul het sop zoet de zoon Woordpakket 11 Eenlettergrepige woorden met aai, ooi en -oei [-aai] [-ooi] [-oei] [-aai, -oei, -ooi+ mk] saai de gooi oei loeit fraai de kooi foei gloeit de aai de plooi bloei nooit de baai de prooi groei strooit de haai het hooi knoei zwaait Woordpakket 12 Eenlettergrepige woorden met d [-aard] [-and] [-ld] [-nd] [-d] de baard de hand de naald de hond de hoed de haard de mand de speld de mond de meid het paard de brand het veld de maand het bord het zwaard het strand het beeld de wind het hoofd Pagina 3 van 6

BLOK 4 Woordpakket 13 Samenstellingen (twee lettergrepen met twee of drie niet botsende medeklinkers) [schaar] de balpen de leesbril de sneltrein de schatkist de rugzak de schooltas de zwembroek het schaakspel de voordeur de smeerkaas de fietspomp het schrijfblok de soepkom de stoelpoot de gangkast het dagboek de voetbal de tuindeur de hangmat het puntdak Woordpakket 14 Verkleinwoorden met je, -tje [n + tje] [r + tje] [l + tje] [woord +je] [woord t + je] het beentje het haartje het kuiltje het hapje het taartje het kroontje het broertje het steeltje het huisje het plaatje het kraantje het beertje het stoeltje het blokje het vestje het treintje het veertje het schaaltje het laarsje het vuistje Woordpakket 15 Tweelettergrepige woorden met el, -er, -en, -te [-el] [-er] [-en] [-te] simpel verder blijken de tante sluipen de lente de deksel de gieter ruiken de ruimte de sleutel de moeder de groente de tempel de kleuter de keuken de warmte de vlieger het zaagsel het laken Woordpakket 16 Tweelettergrepige woorden met be-, ge-, ver-, -te [be-] [ge-] [ver-] [te-] bedankt gelijk het verhaal terug genoeg het verlies tekeer het begin het vervoer teleur het bezoek het getal het verzoek terecht het bedrag het gevaar het verdriet het besluit het gedrag het tehuis Pagina 4 van 6

BLOK 5 Woordpakket 17 Eenlettergrepige woorden met au-, -auw, ou-, -ouw [au] [auw] [ou] [ouw] au gauw blauw fout bouw de saus kauw flauw zout de mouw lauw de pauw oud de vouw nauw de kou de vrouw rauw de kous het touw Woordpakket 18 Tweelettergrepige woorden met medeklinkerverdubbeling [-a] [-e] [-i] [-o] [-u] de ballen de lessen de pillen de bossen de mussen de jassen de petten de vissen de klokken de muggen de katten de stemmen de zinnen de knoppen de bruggen de slakken de vlekken de stippen de snorren de krullen Woordpakket 19 Tweelettergrepige woorden met klinkerverenkeling [-a] [-e] [-o] [-u] de jaren de repen de ogen de uren de namen de stenen de dromen de buren de draken de zwepen de knopen de muren de zwanen de beren de spoken de sturen de straten de peren de scholen de schuren Woordpakket 20 Eenlettergrepige woorden ei, -ij, au-, -ou [-ei] [-ij] [au-] [-ou] de reis kwijt rijk grauw bouwt de prei de bijl spijt kauwt trouwt het eind de lijm de pijp snauwt het hout het feit het lijf de prijs de klauw het woud Pagina 5 van 6

BLOK 6 Woordpakket 21 Eenlettergrepige woorden met ch, -cht [-ach(t)] [-ech(t)] [-ich(t)] [-och(t)] [-uch(t)] de lach de pech zich toch kuch de nacht recht dicht de bocht de lucht de gracht slecht de nicht de tocht de zucht de knecht de plicht het vocht de vrucht Woordpakket 22 Eenlettergrepige woorden met d: regel (bnw + onr. znw) en onthoud [langer maken + e] langer maken: onr. mv] [onthoud] goed hard het kind de stad altijd luid wild het lied het bad waard dood glad het blad het pad de moed rood blond de grond wijd kwaad Woordpakket 23 Een- of tweelettergrepige woorden met a, -o, -u aan het eind. [-a] [-o] [-u] de sla de aula zo de auto nu de vla de kassa de vlo de foto het menu bijna de pinda het stro de kano hoera de ranja de metro zodra de zebra de radio Woordpakket 24 Een-of tweelettergrepige woorden met eeuw, uw en ieuw. [-eeuw] [-ieuw] [-uw] de eeuw de leeuwin nieuw ruw de geeuw de sneeuwbal het nieuws sluw de leeuw de sneeuwpop de kieuw schuw de meeuw de zeeleeuw huwt de sneeuw de zeemeeuw de duw de spreeuw de schreeuw Pagina 6 van 6