KNMG. Radiotherapie. Achtergrond. Radiotherapie

Vergelijkbare documenten
KNMG. Jeugdgezondheidszorg. Perspectief

KNMG. Revalidatiegeneeskunde. Achtergrond. Revalidatiegeneeskunde

KNMG. Longziekten en tuberculose. Achtergrond. Longziekten en tuberculose

KNMG. Psychiatrie. Achtergrond. Psychiatrie

KNMG. Keel- neus- en oorheelkunde. Achtergrond. Keel- neus- en oorheelkunde

KNMG. Cardiologie. Achtergrond. Cardiologie

KNMG. Inwendige geneeskunde. Achtergrond. Inwendige geneeskunde

KNMG. Medische microbiologie. Achtergrond. Medische microbiologie

KNMG. Huisartsgeneeskunde. Achtergrond. Huisartsgeneeskunde

KNMG. Radiologie. Achtergrond. Radiologie

KNMG. Cardio-thoracale chirurgie. Achtergrond. Cardio-thoracale chirurgie

KNMG. Nucleaire geneeskunde. Achtergrond. Nucleaire geneeskunde

KNMG. Kindergeneeskunde. Achtergrond. Kindergeneeskunde

KNMG. Arts voor arbeids- en bedrijfsgeneeskunde bedrijfsarts. Achtergrond

KNMG. Orthopedie. Achtergrond. Orthopedie

KNMG. Urologie. Achtergrond. Urologie

KNMG. Klinische genetica. Achtergrond. Klinische genetica

KNMG. Klinische geriatrie. Achtergrond

KNMG. Pathologie. Achtergrond. Pathologie

KNMG. Obstetrie en gynaecologie. Achtergrond. Obstetrie en gynaecologie

KNMG. Heelkunde. Achtergrond. Heelkunde

KNMG. Reumatologie. Achtergrond. Reumatologie

KNMG. Oogheelkunde. Achtergrond. Oogheelkunde

KNMG. Maag- darm- leverziekten. Achtergrond. Maag- darm- leverziekten

KNMG. Sportgeneeskunde. Achtergrond

KNMG. Neurochirurgie. Achtergrond. Neurochirurgie

KNMG. Arts voor arbeids- en bedrijfsgeneeskunde verzekeringsarts. Achtergrond

KNMG. Dermatologie en venerologie. Achtergrond. Dermatologie en venerologie

KNMG. Anesthesiologie. Achtergrond. Anesthesiologie

KNMG. Plastische chirurgie. Achtergrond. Plastische chirurgie

KNMG. Neurologie. Achtergrond. Neurologie

KNMG. Arts voor verstandelijk gehandicapten. Achtergrond

KNMG. Verpleeghuisgeneeskunde. Achtergrond. Verpleeghuisgeneeskunde

Arts Maatschappij en Gezondheid

WIJZIGINGSBLAD A2. BORG 2005 versie 2 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 2.2. Publicatiedatum : 31 maart Ingangsdatum : 1 april 2010

WIJZIGINGSBLAD A2. Regeling Brandmeldinstallaties 2002 BMI 2002 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 1.0. Publicatiedatum : 1 april 2012

Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering

INSPECTIE BOUWKUNDIGE BRAND- VEILIGHEID Specifieke normen en verwijzingen

INSPECTIE BOUWKUNDIGE BRANDVEILIGHEID Vakbekwaamheid en ervaring

Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013

INSPECTIE GASDETECTIEBEVEILIGING Vakbekwaamheid en ervaring

Juridische handreiking relatie BIM-protocol en de DNR 2011 (voor adviseurs en opdrachtgevers) prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis

BORG 2005 versie 2 / A10: Versie : 1.0. Publicatiedatum : 1 mei 2018

INSPECTIE BOUWKUNDIGE BRAND- VEILIGHEID Specifieke normen en verwijzingen

Leidraad inbrengwaarde

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek

Beschouwingen naar aanleiding van het wetsvoorstel Aanbestedingswet

Loopbaanoriëntatie -begeleiding

Prof. mr. drs. F.C.M.A. Michiels Mr. A.G.A. Nijmeijer Mr. J.A.M. van der Velden. Het wetsvoorstel Wabo

Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties

administratie afdeling debiteurenadministratie Kaderberoepsgerichte leerweg

Check je en brief

INSPECTIE GASDETECTIEBEVEILIGING Specifieke normen en verwijzingen

Gebruik ruimte. Over het herverdelen van gebruiksruimte in het omgevingsplan en de verbinding met het beleidsconcept gebruiksruimte

INSPECTIE BOUWKUNDIGE BRANDVEILIGHEID Goed- en afkeurcriteria bouwkundige brandveiligheid

Colofon. Titel: Xact groen Wiskunde deel 2 ISBN: NUR: 124 Trefwoord: Wiskunde groen

Loopbaanoriëntatie -begeleiding

Seksuele vorming Ik Sova. Ik.indd 1 29/09/14 07:58

Lijmen in de bouw. deel 5. Copyright SBR, Rotterdam

Praktische toelichting op de UAV 2012

handel en administratie thema inkomende goederen

UAV 2012 Toegelicht. Handleiding voor de praktijk. prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis. Eerste druk

De hybride vraag van de opdrachtgever

Zelfstandige Externe Stage

Preadviezen Content.indd :55:32

Medische terminologie

UvA-DARE (Digital Academic Repository) : Peeters-Podgaevskaja, A.V. Link to publication

Basisvaardigheden Nederlands Deel 1 van 2

Praktische toelichting op de UAV 2012 (2 e druk)

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

PrOmotie. Rekenen en Wiskunde. Werkboek Uurwerk

handel en administratie thema de afdeling boekhouding Basisberoepsgerichte leerweg

PrOmotie. Cultuur en Maatschappij. Werkboek Rondkomen

handel en administratie thema inkomende goederen

WIJZIGINGSBLAD A1 Regeling Brandmeldinstallaties 2002

Handleiding Eetmeter. Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding Eetmeter. februari 2007

handel en administratie thema inkomende goederen

Bijzonder geschikt voor het werk

B-toets Vragenlijst Bejegening Versie voor jongeren

Lodewijk het lieve beestje

Spreken en gesprekken voor 1F

Ambitie.info. BPV Werken in de detailhandel, goederen komen binnen

De Kern van Veranderen

Taal op niveau Gesprekken voeren Op weg naar niveau

Belastingwetgeving 2015

Colofon. Titel: Xact groen Wiskunde deel 1 ISBN: NUR: 124 Trefwoord: Wiskunde groen

AMBITIE.INFO. BPV Verkopen

Handleiding . Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding

PrOmotie. Cultuur en maatschappij. Werkboek Media 2

Ethno-territorial conflict and coexistence in the Caucasus, Central Asia and Fereydan

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Onderzoek als project

PrOmotie. Cultuur en Maatschappij. Werkboek De Nederlandse staat

Copyright SBR, Rotterdam

Praktische sectororiëntatie. De 4 sectoren

Transcriptie:

Achtergrond Radiotherapie Radiotherapie Een radiotherapeut is een medisch specialist die patiënten met ioniserende straling behandelt. Meestal gaat het om patiënten met kanker, maar een enkele keer worden ook goedaardige aandoeningen bestraald. De straling kan zowel uitwendig via een lineaire versneller als inwendig worden toegepast. Bij de inwendige bestraling (brachytherapie) worden onder algehele of plaatselijke verdoving bronhouders in het lichaam van de patiënt geplaatst, waarna via zogeheten afterloading apparatuur radioactief materiaal in die bronhouders wordt gebracht. Radiotherapie is een klinisch vak met technische aspecten. Patiënten worden meestal poliklinisch behandeld. De radiotherapeut ziet de patiënt gedurende de behandeling variërend van één tot zeven weken elke week. In de periode die daarop volgt, ziet de radiotherapeut de patiënt om en om met de verwijzend specialist. Radiotherapie is een multidisciplinair vak, omdat binnen het werkterrein van bijna alle andere specialismen mensen met kanker voorkomen. Goede contactuele eigenschappen zijn daarom van belang voor het goed functioneren van een radiotherapeut. Belangstellenden kunnen meelopen met een radiotherapeut die werkt bij een van de 21 radiotherapeutische centra die ons land rijk is. De opleiding radiotherapie duurt vijf jaar. beroepskeuze Slecht een derde (32 procent) van de 74 ondervraagde radiotherapeuten blijkt tijdens de studie al aan het specialisme te hebben gedacht. Een net iets kleinere groep, 30 procent, nam huisartsgeneeskunde in overweging. Radiotherapeuten hebben tijdens de studie veel specialismen overwogen. Men dacht onder 319

Perspectief meer aan: inwendige geneeskunde (24 procent); heelkunde (23 procent); obstetrie en gynaecologie (19 procent) en kindergeneeskunde (20 procent). Voor het merendeel (93 procent) van de respondenten was radiotherapie uiteindelijk het eerst gekozen specialisme. De radiotherapeuten zijn zeer (89 procent) of enigszins (7 procent) tevreden over de gemaakte keuze. beroepsgroep De ondervraagde radiotherapeuten zijn gemiddeld 16 jaar in het specialistenregister ingeschreven. Binnen de respondentengroep vinden we meer mannen (69 procent) dan vrouwen (31 procent). De gemiddelde leeftijd is 49 jaar. meest aantrekkelijke aspecten van radiotherapie Twee derde van de opmerkingen hebben betrekking op het patiëntencontact van de radiotherapeut; zo noemt bijvoorbeeld 31 procent van de respondenten de intensiteit van het contact, en 9 procent noemt het soort patiënten waar ze veel mee te maken hebben. "Het gaat om mensen met reële klachten", vindt één van de respondenten. De helft van de ondervraagden noemt het contact met andere specialismen één van de meest aantrekkelijke kanten van hun vak. Het feit dat het een technisch vak is, is voor bijna de helft (49 procent) van de respondenten reden tot tevredenheid. 21 procent noemt de regelmatige werktijden een aantrekkelijke kant van het beroep; " De diensten zijn beslist niet zwaar of arbeidsintensief", meent één van de radiotherapeuten. 15 procent vindt de breedte van het vak een positief aspect. "Het is een veelzijdig specialisme; een combinatie van oncologie, techniek en psychologie." minst aantrekkelijke aspecten van radiotherapie Twee vijfde van de ondervraagden noemt de emotionele belasting van het werk één van de minst aantrekkelijke aspecten. Eén van de respondenten specificeert: "Je hebt veel ernstig zieke patiënten die niet te genezen zijn, en daar moet je mee om kunnen gaan." 320

x = 7,8 = 1,4 13 procent vindt de stress die ze van hun werk ondervinden een onaantrekkelijke kant. Eveneens 13 procent vindt de relatief lage status onaantrekkelijk: "Het is een relatief onbekend en ondergewaardeerd specialisme; onbekend maakt onbemind." wat de co-assistent moet weten als hij voor radiotherapie kiest 27 procent van de respondenten vindt dat co-assistenten die geïnteresseerd zijn in radiotherapie, zich moeten realiseren dat het een technisch vak is. Bijna een kwart (24 procent) vindt dat co-assistenten moeten beseffen dat in de radiotherapie de oncologische behandelingen het meest voorkomen. Eén van de respondenten vindt radiotherapeuten: " Eén van de weinige fulltime oncologen die er zijn." Eenzelfde percentage waarschuwt dan ook voor de vaak zware psychische belasting die het vak met zich mee kan brengen. Hiermee samenhangend benadrukt 14 procent van de respondenten nog eens dat het patiëntencontact vaak zeer intensief is. Eén van de respondenten waarschuwt: " Men moet beslist in staat zijn werk en vrije tijd te scheiden en de patiëntenproblemen niet mee naar huis nemen, anders is dit vak niet vol te houden." Kritische factoren autonomie De radiotherapeuten hebben redelijk veel autonomie; op een schaal van 1 tot 10 geven ze gemiddeld een 7,8. Drie kwart geeft 8 punten of hoger. Slechts 8 procent van de respondenten geeft een score 5 of lager. beperkte autonomie veel autonomie 321

x = 7,2 = 1,5 x = 7,6 = 1,6 x = 7,9 = 1,3 patiëntenzorg Als radiotherapeut heeft men veel met directe zorg voor patiënten te maken. De gemiddelde score op deze schaal is 7,2. Ruim de helft (55 procent) van de respondenten geeft met een score van 8 of hoger aan daar het merendeel van de tijd aan te besteden. Slechts 4 procent geeft een score aan de tegenovergestelde kant van de schaal (score 3 of lager). helemaal geen tijd merendeel van de tijd continuïteit behandelrelaties Volgens de radiotherapeuten is de behandelrelatie die zij met de patiënten opbouwen langdurig. De gemiddelde score voor dit aspect is 7,6. De spreiding binnen de antwoorden is gering. 85 procent van de respondenten geeft een score 7 of hoger. korte (behandel) relaties lange (behandel) relaties variatie De gemiddelde score van 7,9 wijst erop dat radiotherapeuten veel variatie kennen in hun werk. Men is het roerend eens over deze bevinding. Slechts 2 radiotherapeuten scoren aan de linkerkant van de schaal (5 of lager); 65 procent geeft een score 8 of hoger. weinig variatie veel variatie 322

x = 5,6 = 2,3 x = 8,2 = 0,7 x = 5,1 = 1,6 vereiste deskundigheid Sommige radiotherapeuten hebben vooral brede kennis nodig bij de uitoefening van hun vak, terwijl anderen juist meer specifieke kennis nodig hebben. De gemiddelde score is 5,6. Er zijn echter iets meer radiotherapeuten die voor de brede kant van de schaal kiezen (25 procent score 3 of lager), dan voor de specifieke kant van de schaal (21 procent score 8 of hoger). brede kennis specifieke kennis standaardisering van werk Het werk van de radiotherapeut is in hoge mate gestandaardiseerd. Bijna 90 procent geeft met een score van 8 of hoger aan dat er sprake is van een hoge mate van standaardisering. De gemiddelde score komt uit op 8,2. niet volgens protocollen of standaarden volledig volgens protocollen of standaarden denken versus doen De radiotherapeuten zijn duidelijk in hun mening: hun vakgebied is zowel een 'denk' vak als een 'doe' vak. De gemiddelde score is 5,1. Ruim drie kwart (80 procent) van de radiotherapeuten geeft een score 4 tot en met 7, de schaaluiteinden worden weinig ingevuld. vooral denken vooral doen 323

x = 5,7 = 2,1 x = 9,0 = 1,1 x = 8,5 = 1,2 medisch-technisch handelen Ook op dit aspect komt de gemiddelde score rond de middenpositie uit. Deze is 5,7. Bijna een kwart voert voornamelijk medisch-technische handelingen uit (een score 8 of hoger). Bij 18 procent is amper sprake van dit soort handelingen (score 3 of lager). geen medisch-technisch handelen uitsluitend medisch-technisch handelen interactie andere medische disciplines Radiotherapeuten hebben allemaal veel te maken met andere medische disciplines. De gemiddelde score voor dit aspect is 9,0. Bijna drie kwart (72 procent) van de respondenten geeft voor dit aspect een 9 of 10. weinig contact veel contact inhoudelijke voldoening Radiotherapie is een vak dat de beoefenaar veel inhoudelijke voldoening verschaft; de gemiddelde score is 8,5. Slechts 12 procent geeft een score 7 of lager. Bijna 60 procent geeft een score 9 of 10. weinig voldoening veel voldoening 324

x = 6,6 = 1,9 x = 6,9 = 1,7 x = 3,5 = 2,0 werkdruk Voor de radiotherapeut levert het vak wel wat stress en werkdruk op. De gemiddelde score is 6,6. Tegenover 11 procent die vindt dat het vak weinig stress en werkdruk oplevert (score 3 of lager) staat 33 procent die vindt dat het vak veel stress en werkdruk geeft (score 8 of hoger). weinig stress/werkdruk veel stress/werkdruk medische beleidsverantwoordelijkheid De mogelijkheden om het eigen medische beleid te bepalen, zijn voor de radiotherapeut redelijk groot. Er wordt een gemiddelde score van 6,9 gegeven. 19 procent van de respondenten neigt naar geen bepaling (score 5 of lager). Bij 40 procent is sprake van veel invloed op het beleid (score 8 of hoger). geen bepaling medisch beleid totale bepaling medisch beleid regelmaat Radiotherapeuten werken merendeels op regelmatige/vaste uren. De gemiddelde score op deze schaal is 3,5. Bij slechts 16 procent van de respondenten is sprake van onregelmatige uren, zo blijkt uit hun score 6 of hoger. regelmatige/vaste uren onregelmatige/onvoorspelbare uren 325

x = 8,8 = 1,3 x = 5,2 = 1,8 x = 6,1 = 1,9 zekerheid De mate van zekerheid in de positie als radiotherapeut is groot, zo blijkt uit de gemiddelde score van 8,8. Slechts twee respondenten zeggen eerder weinig dan veel zekerheid te ervaren (score 5 of lager). Twee derde van de respondenten spreekt met een score 9 of 10 van veel zekerheid. weinig zekerheid veel zekerheid status ten opzichte van andere medische disciplines Wanneer radiotherapeuten de status van hun vakgebied vergelijken met de status van andere disciplines, dan nemen zij met een gemiddelde score van 5,2 een middenpositie in. Onder de respondenten zijn de meningen wel verdeeld: 38 procent zit meer aan de linkerkant van de schaal (score 4 of lager), en 28 procent zit meer aan de rechterkant (score 7 of hoger). lagere status hogere status vrije tijd Met een gemiddelde score van 6,1 geven radiotherapeuten aan dat zij eerder voldoende dan onvoldoende vrije tijd over houden, maar hun mening is niet erg uitgesproken op dit aspect. Het merendeel van de scores (86 procent) bevindt zich tussen de 4 en de 8. onvoldoende vrije tijd voldoende vrije tijd 326

x = 7,4 = 1,7 x = 5,7 = 1,8 werkomstandigheden De werkomstandigheden bieden radiologen over het algemeen veel voldoening. De gemiddelde score is 7,4. Slechts 14 procent geeft een score van 5 of lager. Een vijfde geeft met een score 9 of 10 aan zeer tevreden te zijn over de werkomstandigheden. weinig voldoening veel voldoening inkomen Wanneer radiotherapeuten hun inkomen vergelijken met de eisen die hun vak stelt, dan nemen zij met een gemiddelde score van 5,7 een middenpositie in. Bijna een kwart geeft aan het inkomen aan de lage kant te vinden (score 4 of lager), tegenover een derde van de respondenten dat het inkomen eerder aan de hoge kant vindt. inkomen laag in verhouding tot eisen inkomen hoog in verhouding tot eisen Beroepsuitoefening patiëntenpopulatie Met uitzondering van een enkeling werken alle radiotherapeuten rechtstreeks met patiënten. Het gaat gemiddeld om 42 contacten per week. Het merendeel van deze contacten wordt poliklinisch afgewikkeld (89 procent). Telefonische contacten komen weinig voor (7 procent), net zoals klinische contacten (6 procent). Leeftijdsopbouw: 65-plusser 53% Volwassene 47% Kind - Zuigeling/kleuter - 327

De radiotherapeut ziet ietsje minder mannen dan vrouwen (respectievelijk 48 en 52 procent). De opbouw van de patiëntenpopulatie van de radiotherapeut is als volgt. De grootste groep wordt gevormd door de chronische patiënten (42 procent). Weinig patiënten zijn gezond (5 procent) of gezond doch met gezondheidsklachten (14 procent). Ruim een tiende (15 procent) van de populatie is acuut. Een radiotherapeut behandelt een groot aantal terminale patiënten (21 procent). meest voorkomende symptomen/ziektebeelden/themata kanker, zonder specificatie 56 % mammacarcinoom 53 % longtumoren 44 % pijnbestrijding 27 % hoofd/ halstumoren 27 % prostaatkanker 23 % meest uitdagende symptomen/ziektebeelden/themata kanker 23 % hoofd/ halstumoren 21 % mammacarcinoom 10 % pijnbestrijding 9 % type praktijk Het merendeel (88 procent) van de radiotherapeuten is in loondienst, slechts 12 procent is zelfstandig gevestigd. Een kwart werkt binnen een groepspraktijk, niemand heeft een solopraktijk. De verhouding tussen degenen die werken bij academische ziekenhuizen en algemene ziekenhuizen, is 49 procent versus 29 procent. 30 procent werkt (ook) bij andere instellingen binnen de gezondheidszorg en 8 procent (ook) aan de universiteit. 328

invulling werkweek Radiotherapeuten werken gemiddeld 47 uur per week. Een kwart werkt 40 uur per week of minder, 66 procent werkt tussen de 40 en 60 uur, en slechts 7 procent werkt meer dan 60 uur per week. Radiotherapeuten besteden per werkweek ruim twee derde van de tijd aan directe patiëntenzorg (25 uur per week) en aan andere beroepsmatige activiteiten, zoals lesgeven, onderzoek en adviseren (7 uur). De procentuele verdeling van de uren over de verschillende soorten activiteiten is als volgt: 16 % 7 % 54 % 5 % Administratie (7 %) Nascholing (5 %) Bestuur/beleid (12 %) Overig (6 %) Anders beroepsmatig (16 %) Directe patiëntenzorg (54 %) slotopmerking Ruime een kwart (26 procent) van de respondenten benadrukt nog eens dat het vak draait om de behandeling van en omgang met oncologische patiënten. "Radiotherapie lijkt een vrij technisch vak, maar is een zeer menselijk vak, waarbij het omgaan met patiënten en hun emoties een grote uitdaging vormt", vindt één van de radiotherapeuten. 14 procent heeft als laatste opmerking dat het vak zeer veelzijdig is; hiertegenover staat de lage status, vindt 13 procent van de radiotherapeuten. Dit komt volgens veel respondenten mede door gebrekkige informatie over hun vak in het curriculum. "In dit vak is men zinvol bezig, en men kan veel voor de patiënt betekenen, veel meer dan de gemiddelde student voor mogelijk houdt." Ook het intensieve patiëntencontact dat zich voordoet in de radiotherapie wordt genoemd door 12 procent. "Een zwaar specialisme; het vergt een grote mate van empathie, flexibiliteit en daarnaast inzicht in techniek en fysica." 12 % 6 % 329

gemiddelde scores voor kritische factoren inhoud van het werk gemiddeld context beroepsuitoefening gemiddeld autonomie 7,8 werkdruk 6,6 patiëntenzorg 7,2 medische beleidsverantwoord. 6,9 continuïteit 7,6 regelmaat 3,5 variatie 7,9 zekerheid 8,8 vereiste deskundigheid 5,6 status 5,2 standaardisering 8,2 vrije tijd 6,1 denken versus doen 5,1 werkomstandigheden 7,4 medisch-technisch handelen 5,7 inkomen 5,7 interactie 9,0 inhoudelijke voldoening 8,5 330

Oefening Als je het bovenstaande beroepsprofiel goed hebt doorgelezen, maak dan de volgende oefening: Schrijf hieronder je top-vijf van kritische factoren; Zet in kolom A de scores die je in de Voorbereiding aan elk van deze factoren hebt gegeven; Zet in kolom B de gemiddelde scores die je in het hierboven beschreven profiel aantrof; Trek de scores in kolom B af van die in kolom A en schrijf het resultaat in kolom C; Tel de cijfers in kolom C op. Let op: negeer + en tekens! Hoe dichter het totaal-getal bij de 0 ligt, des te waarschijnlijker het is dat dit specialisme aansluit bij je wensen. Verder onderzoek is natuurlijk geboden. Dit cijfer alleen zegt niet zoveel voordat je het hebt vergeleken met die voor andere specialismen! Kritische factoren A B C (jouw waardering) (gemiddelde score) (verschil) Totaal: 331

332

ISBN: 90 71941 46 9 Copyright 1999 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de te Utrecht. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van art. 16b Auteurswet 1912, het besluit van 20 juli 1974, Staatsblad 471, en art. 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijke verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 882, 1180 AW Amstelveen). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatie werken (art. 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de te wenden. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. Daar waar hij staat in de navolgende hoofdstukken, wordt ook zij bedoeld.