tot uw dienst Jaarverslag 2010 ombfin Bemiddelingsdienst Banken Krediet Beleggingen



Vergelijkbare documenten
Jaarverslag 2011 Ondernemingen. Ombudsman in financiële geschillen. Een geschil over uw krediet? De Ombudsman zoekt een oplossing.

Gedragscode tussen banken en ondernemingen in het kader van de kredietverlening

PROSPECTUS N 1 CONSUMENTENKREDIET

Wet KMO-financiering en Gedragscode

Wet KMO-financiering en Gedragscode

De wederbeleggingsvergoeding

Krediet KMO Wet KMO Financiering Informatieverplichting Wederbeleggingsvergoeding Zekerheden Onrechtmatig beding

NV CENTRALE KREDIETVERLENING Naamloze vennootschap gesticht in 1956 Erkend door FOD Economie nr Spaarbank

ALGEMENE VOORWAARDEN RECHTSBIJSTAND

De Solidaire Lening voor ondernemers

GESCHILLENCOMMISSIE REIZEN CEL VERZOENING GESCHILLENREGLEMENT

WINWINLENING. de kredietgever: [voornaam of voornamen, achternaam, straat en nummer, postnummer en gemeente, rijksregisternummer]

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

Gedragscode in het kader van de Wet van.. betreffende diverse bepalingen inzake de financiering van kleine en middelgrote ondernemingen

Elke weigering moet door de VMSW omstandig worden gemotiveerd.

Gedragscode inzake bankoverstapdienst

Wie mag lenen of ontlenen? De kredietgever moet een natuurlijke persoon zijn die woont in het Vlaams Gewest. Bovendien is vereist dat die persoon:

6 ALGEMEENHEDEN 6 Wie kan een hypothecair krediet sluiten? 6 Bestemming van het hypothecair krediet 6 Welke stappen moet u ondernemen?

De belangrijkste risico s verbonden aan hypothecaire leningen met kapitaalopbouw waarbij een levensverzekering wordt afgesloten, zijn de volgende:

Gedragscode inzake bankoverstapdienst

Lage rentevoeten ondersteunen stijgende vraag naar hypothecaire kredietovereenkomsten in derde trimester

Torenhoge funding loss of wederbeleggingsvergoedingen?

TETRALERT - ONDERNEMING WET FINANCIERING KMO S

Samenvatting. 1. Procedure

Eindtermen Kredietbemiddeling

DVV-Woonkredieten: tarieffiche nr. 161 van 04/12/2018 (bijlage bij Prospectus) Prospectusnummer: 23 van 20/03/2018

De prospectus is ter beschikking, zowel bij de kredietmakelaar als op de maatschappelijke zetel van de N.V. KREFIMA.

Het consumentenkrediet. De Wet van 12 juni Pierre Lettany KLUWER RECHTSWETENSCHAPPEN BELGIE

CONTROLECOMMISSIE VOOR PRESTATIES VAN BODEMVERONTREINIGINGSDESKUNDIGEN EN BODEMSANERINGSAANNEMERS: HUISHOUDELIJK REGLEMENT

Reglement renteloze leningen aan verenigingen

BNP PARIBAS FORTIS NV - AG INSURANCE NV (voorheen Fortis Insurance Belgium NV) Voorwaarden geldig vanaf 01/11/2015

BNP PARIBAS FORTIS NV Maatschappelijke zetel : Warandeberg Brussel

Tarievenkaart Hypothecaire kredieten - DEEL II van de prospectus woonkredieten

Groene kredieten stuwen hypotheekmarkt in 2011 naar ongekende hoogte

nr. 372 van DANIËLLE VANWESENBEECK datum: 7 maart 2018 aan PHILIPPE MUYTERS Winwinleningen - Stand van zaken

BRUPART : nieuwe producten

Bent u ontevreden? Laat het ons weten. Wij luisteren naar u

STEMMEN PER BRIEF. gedematerialiseerde aandelen

Prospectus. Niet-doorlopend geldkrediet. Santander Consumer Finance Benelux B.V.

INFOFICHE FIDEA SCHULDSALDOVERZEKERING

NV CENTRALE KREDIETVERLENING Naamloze vennootschap gesticht in 1956 Erkend door FOD Economie nr Spaarbank

de coöperatie Coöperatieve Rabobank [plaats] Friesland Oost U.A., gevestigd te [plaats], hierna te noemen Aangeslotene.

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

BERAADSLAGING RR Nr 32 / 2005 VAN 15 JUNI 2005

BNP PARIBAS FORTIS NV Maatschappelijke zetel : Warandeberg Brussel

1. Uiteenzetting van de feiten

college van burgemeester en schepenen Zitting van 23 december 2015

Rapport. Datum: 10 oktober 2006 Rapportnummer: 2006/347

SCHADEREGELING I.TOELICHTING

De Commissie stelt vast dat Consument heeft gekozen voor een niet-bindend advies. De uitspraak is daardoor niet-bindend.

CONSUMENTENOMBUDSDIENST PROCEDUREREGLEMENT

Online Spaarrekening: precontractuele informatie

SCHRAPPING ONDERNEMING IN DE KRUISPUNTBANK VAN ONDERNEMINGEN

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»

ALGEMENE VOORWAARDEN

BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS VAN ECONOCOM GROUP NV/SA VAN 13 APRIL Stemming door volmacht

Workshop consumentenkredieten

Record consumentenkredieten. De drijvende kracht achter al uw plannen

Principes om op verantwoorde wijze consumentenen hypothecair krediet aan te gaan en te verstrekken

Beroepsvereniging van het Krediet

Tariefvoorwaarden hypothecaire kredieten Tarieven geldig vanaf 01/04/2017 Prospectus Nr. 8 van 01/04/2017 van toepassing

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

Partijen hebben ter zitting hun standpunten (nader) toegelicht.

Hypotheekmarkt keert terug naar vroeger niveau

Fortis Bank staat onder het toezicht van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, Congresstraat 12-14, 1000 Brussel.

1 van 6. Voorwaarden voor het sluiten van een Winwinlening. Aan welke voorwaarden moet de kredietnemer voldoen?

EUROPESE OVEREENKOMST OVER EEN VRIJWILLIGE GEDRAGSCODE BETREFFENDE VOORLICHTING IN DE PRECONTRACTUELE FASE INZAKE WONINGKREDIETEN ("DE OVEREENKOMST")

ECONOPOLIS WEALTH MANAGEMENT NV: DIENSTVERLENINGSFICHE VERZEKERINGSBEMIDDELING

1. Financiële informatiefiche levensverzekering voor de

BIJZONDERE VOORWAARDEN BETREFFENDE DE KASFACILITEIT I - Van kracht op 23 maart 2015

Begripsomschrijving. Samenstelling en taak GESCHILLENREGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE BEROEPSCODE VOOR ERKEND HYPOTHEEKADVISEURS

Rapport. Rapport over een klacht over Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen. Datum: 14 mei Rapportnummer: 2012/082

OVEREENKOMST VOOR ZELFSTANDIGE DIENSTVERLENING

Het hypothecair krediet

Zijn bevoegdheden zijn omschreven in het artikel 302 van de wet betreffende de verzekeringen van 4 april PROCEDUREREGLEMENT

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 21 november

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. F.

BERAADSLAGING RR Nr 26 / 2007 van 12 september 2007

OPDRACHT VAN DE NOTARIS

Renovatiekredieten populairder dan ooit

Prospectus Hypothecair Investeringskrediet Rechtspersoon

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland te Leiden. Datum: Rapportnummer: 2014/025

Hypothecair krediet : het recordjaar 2010

Tarieven van 24/10/2017 verwijzend naar de prospectus 16/05/2017

Tarieven van 04/12/2018 verwijzend naar de prospectus 01/10/2018

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS VAN ECONOCOM GROUP SE VAN 4 NOVEMBER Stemming door volmacht

Samenvatting. 1. Procedure

De vzw Accesso werd opgericht op initiatief van Assuralia, Febelfin, de Beroepsvereniging van het Krediet, AG Insurance en Belfius Insurance.

NV CENTRALE KREDIETVERLENING Naamloze vennootschap gesticht in 1956 Erkend door FOD Economie nr Spaarbank

HOOFDSTUK I - DEFINITIES... 3

1.2 De bank heeft het beroep bestreden bij een op 18 maart 2013 door de Beroepscommissie ontvangen verweerschrift.

de coöperatie Coöperatieve Rabobank Groesbeek Millingen aan de Rijn U.A., gevestigd te Groesbeek, hierna te noemen Aangeslotene.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. A.M.T. Wigger, voorzitter en mr. Z. Bonoo, secretaris)

Woonkrediet Enkele begrippen

Transcriptie:

tot uw dienst Jaarverslag 2010 ombfin Bemiddelingsdienst Banken Krediet Beleggingen

jaarverslag ombfin 2010 Ondernemingen 2

inhoud VOORWOORD 4 1. PRAKTISCHE INFORMATIE 6 1.1 WELKE ONDERNEMING KAN EEN BEROEP DOEN OP DE OMBUDSDIENST? 6 1.2 KLACHTEN IN VERBAND MET DE KREDIET VERLENING 6 1.3 WELKE FINANCIËLE INSTELLINGEN? 6 1.4 PROCEDURE 6 1.5 COLLEGE KLACHTEN ONDERNEMINGEN 7 2. 2010 IN CIJFERS 8 2.1 EEN LEERRIJK JAAR 8 2.2 DE HELFT OPGELOST IN HET VOORDEEL VAN DE ONDERNEMING 8 2.3 WAAROVER KLAGEN DE ONDERNEMINGEN? 9 3. BESPREKING VAN ENKELE VAN DE BEHANDELDE THEMA S 11 3.1 KOSTEN EN AFREKENINGEN 11 3.2 DE WEDERBELEGGINGSVERGOEDING 11 3.3 WAARBORGEN 12 3.4 OPZEG VAN DE KREDIETEN EN PROBLEMEN BIJ STOPZETTING PROFESSIONELE ACTIVITEITEN 13 3.5 Aanbevelingen 13 4. NUTTIGE LINKS EN ADRESSEN 14 4.1 FEDERALE KREDIETBEMIDDELAAR 14 5. SAMENSTELLING VAN DE BEVOEGDE ORGANEN 14 5.1 OMBUDSDIENST 14 5.2 COLLEGE KLACHTEN ONDERNEMINGEN 14 5.3 Raad van Bestuur van de Ombudsdienst

jaarverslag ombfin 2010 Voorwoord In 2010 werd de bevoegdheid van de Ombudsman van de Bemiddelingsdienst Banken-Krediet- Beleggingen uitgebreid. De Bemiddelingsdienst, samengesteld uit de Ombudsman en de Vertegenwoordiger van de Consumenten, is enkel bevoegd voor klachten van particulieren. Alleen privé-personen of consumenten kunnen op deze dienst beroep doen in verband met klachten in het kader van hun privé belangen. Sinds januari 2010 zijn de Ombudsman en zijn dienst, hierna Ombudsdienst genoemd, ook bevoegd voor klachten van ondernemingen ( KMO s en zelfstandigen), tegen hun financiële instelling met betrekking tot de kredietverlening. De Ombudsdienst nam de taak over van het vroegere Contactpunt KMO bij Febelfin. Deze bevoegdheid werd formeel bevestigd in de Gedragscode tussen banken en ondernemingen in het kader van de kredietverlening die in mei 2010 ondertekend werd. De Gedragscode beoogt het bevorderen van het wederzijds vertrouwen tussen de financiële instellingen en de ondernemingen. De partijen betrokken bij de Gedragscode engageren zich om alles in het werk te stellen opdat de Ombudsdienst zijn opdracht naar behoren kan vervullen. 4

5

jaarverslag ombfin 2010 1. Praktische informatie Sinds 2010 kunnen KMO s en zelfstandigen bij de Ombudsdienst terecht met hun klachten over kredietverlening. 1.1 Welke onderneming kan een beroep doen op de Ombudsdienst? Het begrip onderneming wordt zeer ruim opgevat. De klachten kunnen uitgaan van een zelfstandige of van een rechtspersoon. Elke professioneel die een probleem ondervindt in verband met een krediet, toegestaan door een financiële instelling in het kader van zijn beroepsactiviteit, kan een klacht indienen. 1.2 Klachten in verband met de krediet verlening Er is wel een beperking in vergelijking met de bevoegdheid van de Bemiddelingsdienst Banken- Krediet-Beleggingen voor de particulieren. Bij de consumenten kunnen de klachten betrekking hebben op het hele gamma van diensten aangeboden door een financiële instelling: rekeningen, betalingen, kredieten, beleggingen, enzovoort. De bevoegdheid van de Ombudsdienst voor klachten van ondernemingen is echter beperkt tot deze die betrekking hebben op de kredietverlening. Hierbij is het belangrijk aan te stippen dat de Ombudsdienst niet kan tussenkomen in de commerciële politiek van de financiële instellingen. De dienst kan dus niet optreden in geval de financiële instelling bijvoorbeeld weigert een krediet toe te kennen of bepaalde waarborgen vraagt alvorens een krediet toe te kennen. Wanneer de klacht betrekking heeft op commerciële aspecten van de kredietverlening, zal de dienst de onderneming verwijzen naar de Federale Kredietbemiddelaar. Sinds begin 2009 is er een Kredietbemiddelaar voor ondernemingen bij het KeFiK vzw (Kenniscentrum voor Financiering van KMO). De Kredietbemiddelaar komt actief tussen in geval dat een onderneming kredietproblemen ondervindt en niet tot een akkoord met haar financiële instelling kan komen. De Ombudsdienst en de Federale Kredietbemiddelaar hebben een gentleman s agreement gesloten waarbij beide diensten zich ertoe verbinden om, wanneer ze zelf niet bevoegd zijn om tussen te komen voor een onderneming, deze laatste door te verwijzen naar de andere dienst, teneinde de onderneming zoveel mogelijk vooruit te helpen. 1.3 Welke financiële instellingen? De Ombudsdienst is bevoegd voor klachten tegen financiële instellingen die lid zijn van Febelfin. De lijst van deze instellingen is terug te vinden op de website van de dienst. Ook instellingen die geen lid zijn bij Febelfin, kunnen zich individueel bij de Ombudsdienst aansluiten. 1.4 Procedure De procedure verloopt volledig schriftelijk. De onderneming dient een kopie van de belangrijkste stukken en van de briefwisseling met de klachtendienst van de financiële instelling te bezorgen aan de Ombudsdienst. 6

Praktische informatie De Ombudsdienst heeft een tweede lijnsbevoegdheid. Dit betekent dat de klacht in eerste instantie aan de bevoegde dienst binnen de financiële instelling moet worden voorgelegd. Indien de onderneming niet akkoord gaat met het antwoord van de instelling, kan zij de klacht aan de Ombudsdienst voorleggen. Klachten van ondernemingen worden steeds als dringend beschouwd en worden daarom met voorrang behandeld. De betrokken financiële instelling dient binnen de termijn van 1 maand haar standpunt mee te delen. De Ombudsdienst streeft ernaar om eveneens binnen een maand een advies uit te brengen. De Ombudsdienst is niet bevoegd voor klachten die hangende zijn voor een rechtbank of waarvoor reeds een gerechtelijke uitspraak bestaat. De adviezen van de Ombudsdienst zijn niet bindend voor de partijen. Elk blijft vrij het advies op te volgen of niet. 1.5 College Klachten Ondernemingen Na onderzoek kan de Ombudsman beslissen om een complex of principieel dossier voor te leggen aan het College Klachten Ondernemingen. Dit College is paritair samengesteld uit vertegenwoordigers van de verenigingen van ondernemingen enerzijds en van de financiële instellingen anderzijds. De voorzitter en ondervoorzitter zijn onafhankelijke experten. Het College wordt bijeengeroepen telkens wanneer de Ombudsman een dossier wenst voor te leggen. Na de bespreking van het dossier brengt het College een advies uit. Dit advies is evenmin bindend voor de partijen. In 2010 werd het College samengesteld en werd een eerste bijeenkomst belegd. De samenstelling van het College is op het einde van dit jaarverslag terug te vinden. De Ombudsdienst kan gecontacteerd worden: Per brief: Bemiddelingsdienst Belliardstraat 15-17, bus 8 1040 Brussel Per e-mail: ombudsman@ombfin.be Online: www.ombfin.be Per fax: 02 545 77 79 Het beroep op de Dienst is gratis voor de ondernemingen. 7

jaarverslag ombfin 2010 2. 2010 in cijfers 2.1 Een leerrijk jaar Eind december 2010 heeft de Ombudsdienst in totaal 98 klachten van ondernemingen ontvang en, waarvan 85 in 2010 zelf. 13 dossiers waren reeds in 2009 aangemaakt, op het moment dat de Dienst nog niet bevoegd was voor deze klachten en de ondernemingen doorverwezen werden naar het Contactpunt KMO. In deze laatste dossiers werd de Ombudsdienst in 2010 opnieuw door de ondernemingen gecontacteerd na de uitbreiding van haar bevoegdheden. Hiervan waren 41 klachten ontvankelijk. Dit zijn de dossiers die de Ombudsdienst onmiddellijk kan behandelen. De niet-ontvankelijke dossiers kunnen worden opgesplitst in enerzijds de klachten waarvoor de Ombudsdienst niet bevoegd is en anderzijds de dossiers die eerst nog moeten worden behandeld door de financiële instellingen: - In 17 dossiers diende de Ombudsdienst mee te delen dat hij niet bevoegd was. In de meeste gevallen betrof het een probleem in de commerciële sfeer, zodat de onderneming naar de Federale Kredietbemiddelaar kon worden verwezen. - In 40 dossiers had de onderneming zich nog niet tot de financiële instelling gericht. 2.2 De helft opgelost in het voordeel van de onderneming Voor elk dossier dat wordt afgesloten, wordt het resultaat aangeduid. De mogelijkheden zijn: opgelost, gegrond aanvaard, gegrond niet aanvaard en niet gegrond. Hierna volgt een korte toelichting bij de betekenis van elk type van resultaat: - opgelost: tijdens de behandeling van het dossier wordt met de financiële instelling een oplossing gevonden. - gegrond aanvaard: de klacht wordt als gegrond beschouwd door de Ombudsdienst, die een advies in deze zin uitbrengt. De financiële instelling volgt dit advies op. - gegrond niet aanvaard: de klacht wordt door de Ombudsdienst als gegrond beschouwd maar de financiële instelling volgt het advies niet op. - niet gegrond: de klacht wordt door de Ombudsdienst niet als gegrond beschouwd. Voor de in 2010 behandeld en afgesloten dossiers is de verdeling op basis van het resultaat als volgt: In 2010 werden 25 van de 41 ontvankelijke dossiers behandeld en afgesloten. Daarvan werden er 13 opgelost met een positief resultaat voor de onderneming. Op basis van deze cijfers komen we tot de vaststelling dat de helft van de klachten in het voordeel van de onderneming werden opgelost. In twee dossiers kwam de Ombudsdienst na analyse van het dossier tot het besluit dat de klacht gegrond was en vroeg hij de financiële instelling een oplossing aan de onderneming voor te stellen. Zoals reeds vermeld zijn de adviezen van de Ombudsdienst niet bindend voor de partijen. In één van deze dossiers bleef de financiële instelling op haar standpunt en weigerde ze het advies van de Ombudsdienst te volgen. Zij bezorgde de Ombudsdienst de redenen van haar weigering, zodat de dienst de onderneming daarover verder kon informeren. Bij de dossiers die als niet gegrond werden afgesloten, had het advies van de Ombudsdienst doorgaans toch een positief effect in de zin dat een uitleg werd gegeven die bijdroeg tot een beter begrip van het standpunt van de financiële instelling. Het doel van het optreden van de Ombudsdienst is in belangrijke mate bijdragen tot het behoud van het wederzijds vertrouwen tussen de ondernemingen en hun financiële instellingen. Ingediende dossiers 2010 Verdeling van de in 2010 afgesloten dossiers volgens resultaat 40 41 Ontvankelijk Niet bevoegd Niet ontvankelijk Opgelost 12 Gegrond aanvaard 1 Gegrond niet aanvaard 1 11 12 Opgelost Gegrong aanvaard Gegrond niet aanvaard Niet gegrond 11 Niet gegrond 17 TOTAAL 25 1 1 8

2010 in cijfers 2.3 Waarover klagen de ondernemingen? Het grootste aantal klachten had betrekking op de kosten die werden aangerekend in het kader van de kredietverlening: de toegepaste rentevoet strookte niet met wat in de onder tekende contracten vermeld stond, een afrekening die volgens de onderneming niet correct was of die haar te laat werd bezorgd, aangerekende dossierkosten of reserveringsprovisies,... Uit de klachten die werden ingediend kwam herhaaldelijk naar voor dat er behoefte is aan meer transparantie op vlak van de kostenstructuur. Verscheidene klachten hadden hierbij betrekking op een specifieke kost, met name de wederbeleggingsvergoeding (ook funding loss genoemd) die wordt aangerekend in geval van vrijwillige vervroegde terugbetaling. In 2010 werden er 3 dossiers in dit verband behandeld. Ondertussen liep het aantal ontvangen dossiers over dit specifieke onderwerp op tot ongeveer één vierde van het totaal van de ontvankelijke klachten. Vandaar dat deze klachten apart vermeld worden. van een hypotheekdossier. Er werd voor gekozen om deze dossiers te rangschikken bij het meer specifieke onderwerp in plaats van onder de meer algemene noemer kosten. Op basis van de in 2010 behandelde dossiers kwamen we op die manier tot een opdeling in de volgende 5 groepen: 1) vragen rond kosten en afrekeningen van kredieten 32% 2) specifieke klachten over de wederbeleggingsvergoeding 12% 3) problemen in verband met de waarborgen 28% 4) de opzegging van het krediet en stopzetting van commerciële bedrijvigheden 20% 5) varia 8% Thema's 20% 28% 8% 12% 32% kosten wederbeleggingsvergoeding waarborgen opzeg Varia 13 van de 25 behandelde dossiers in 2010 zijn opgelost in het voordeel van de onderneming. Verder zijn er een aantal klachten over waarborgen, met in het bijzonder de borgstelling. Ook over hypotheken ontving de dienst meerdere klachten. Tenslotte waren er nog een aantal klachten met betrekking tot de opzeg van kredieten en over problemen bij de stopzetting van de professionele activiteiten. Het was niet eenvoudig om de verschillende dossiers in aparte categorieën op te delen. Zo waren er bijvoorbeeld klachten die betrekking hadden op kosten, aangerekend in het kader UIt de klachten die werden ingediend kwam herhaaldelijk naar voor dat er behoefte is aan meer transparantie omtrent de kostenstructuur. 9

jaarverslag ombfin 2010 10

Bespreking van enkele van de behandelde thema s 3. Bespreking van enkele van de behandelde thema s Hierna bespreken we kort enkele van de voornaamste thema s: 3.1 Kosten en afrekeningen Een groot aantal dossiers heeft betrekking op problemen in veband met een afrekening of op kosten die worden aangerekend in het kader van het krediet. De dienst gaat na of de kosten terecht werden aangerekend en vraagt rechtzetting wanneer blijkt dat dit niet het geval is. Hierna volgen enkele voorbeelden van dossiers behandeld in deze context: In 2003 verhoogde de openingscommissie die de bank aanrekende plots van 0,25% naar 2%. De onderneming heeft dit pas in 2009 vastgesteld en een klacht ingediend. De bank heeft de historiek van het krediet nagekeken en vastgesteld dat er inderdaad per vergissing vanaf 2003 een te hoog tarief werd aangerekend. Verder werden er te veel debetintresten aangerekend. De bank heeft berekend dat in totaal 10.000 aan de klant moet worden terugbetaald. De onderneming had een krediet bekomen in het jaar 2000. De kredietovereenkomst voorzag dat de financiële instelling driemaandelijks een dossier kost van 400 BEF mocht aanrekenen. De onderneming heeft in 2010 vastgesteld dat de bank deze dossierkost verhoogd had tot 25 EUR. Zij is het hiermee niet eens. De bank heeft ge antwoord dat haar Algemene Voorwaarden voorzien dat tijdens de loop van een contract de kosten mogen verhoogd worden. De onderneming werd van de verhoging op de hoogte gebracht via een bijsluiter bij de rekeningafschriften. De Ombudsdienst heeft vastgesteld dat de onderneming door de kredietbrief te ondertekenen, zich ook akkoord heeft verklaard met de toepassing van de Algemene Voorwaarden. Hierin staat ondermeer dat de bank het recht heeft om de dossierkosten in de loop van het contract te verhogen. De dienst heeft vastgesteld dat de onderneming inderdaad werd ingelicht over de tariefverhoging. Het besluit was dat de kosten correct werden aangerekend. 3.2 De wederbeleggingsvergoeding De dienst kreeg verscheidene klachten met betrekking tot de wederbeleggingsvergoeding die de financiële instellingen aanrekenen in geval van vrijwillige vervroegde terugbetaling van het krediet. De betrokken ondernemingen bleken onaangenaam verrast te zijn wanneer ze vaststelden welke som hiervoor door de kredietverstrekker werd aangerekend. In elke kredietovereenkomst wordt vastgelegd tegen welke prijs de gelden ter beschikking worden gesteld. De kredietnemer verbindt zich ertoe om, zolang het contract loopt een bepaalde interest te betalen. Bij een vrijwillige vervroegde terugbetaling valt dit inkomen voor de kredietgever echter weg en is het niet zeker dat hij het kapitaal opnieuw aan dezelfde voorwaarden kan uitzetten. Vandaar dat in de meeste kredietovereenkomsten een wederbeleggingsclausule is opgenomen waarbij de kredietgever een ver goeding vraagt voor de schade die hij lijdt als gevolg van de vervroegde terugbetaling. Voor de kredietverlening aan particulieren of consumenten is de wederbeleggingsvergoeding wettelijk beperkt tot drie maanden interest. Deze bepalingen gelden echter niet voor bedrijfskredieten. De clausules van wederbeleggingsvergoeding in de commerciële kredietcontracten zijn dikwijls complex opgesteld en daardoor moeilijk verstaanbaar voor de ondernemingen. Bij de onder tekening van de kredietovereenkomst hebben ondernemingen er vaak geen idee van hoe hoog deze vergoeding kan oplopen. Op dit punt is meer transparantie wenselijk teneinde een onaangename verrassing voor de onderneming te voorkomen. Bij de ondertekening van de kredietovereenkomst hebben de ondernemingen dikwijls geen idee hoe hoog de wederbelegginsvergoeding kan oplopen. 11

jaarverslag ombfin 2010 In de Belgische rechtspraak bestaat de jongste jaren een tendens om sommige commerciële kredieten als een gewone lening op interest te beschouwen, indien het toegestane krediet concreet als een lening kan worden geanalyseerd. Het gevolg daarvan is dat artikel 1907bis Burgerlijk Wetboek dan op de kredietovereenkomst van toepassing is. Dit artikel bepaalt dat indien bij een lening op interest een wederbeleggingsclausule voorzien wordt, deze niet hoger mag zijn dan zes maanden interest. Wat is concreet het verschil tussen een krediet en een lening? Een lening op interest is een zakelijke overeenkomst die ontstaat door de overhandiging van een som geld door de kredietgever aan de ontlener, waarbij deze laatste zich ertoe verbindt om het geleende bedrag, verhoogd met de interesten, terug te betalen. Een krediet is een overeenkomst met wilsovereenstemming waarbij de kredietgever zich ertoe verbindt om een som geld ter beschikking te stellen van de kredietnemer, die hierop een beroep kan doen in de mate dat hij de gelden nodig heeft. Wanneer een kredietopening erin bestaat dat de gelden die aan de kredietnemer worden over gemaakt, niet opnieuw kunnen worden opgenomen zonder het akkoord van de kredietgever, en anderzijds de ontleende som samen met de intresten van het krediet met periodieke stortingen wordt terugbetaald, komt de rechter tot het besluit dat de kredietovereenkomst in feite neerkomt op een lening op interest. In dat geval is dus artikel 1907bis BW van toepassing. Indien dergelijk contract een wederbeleggingsclausule bevat, mag deze niet hoger zijn dan 6 maanden interest. Het is duidelijk dat de problematiek van de wederbeleggingsvergoeding niet eenvoudig is. De rechtspraak was vroeger niet unaniem. De meest recente rechtspraak lijkt thans eerder in eenzelfde richting te gaan en rekening te houden met de feitelijke situatie tussen kredietverlener en onderneming, eerder dan met de formele benaming van het contract. Op dit moment is het nog niet duidelijk hoe de zaken zullen evolueren. Het staat echter vast dat het laatste woord nog niet gevallen is over dit onderwerp. Hierna een korte toelichting bij enkele behandelde dossiers: - Volgens het contract hadden we te maken met een krediet op afbetaling. Het krediet was in feite een lening omdat de gelden in één keer aan de klant overgemaakt werden en het krediet niet zonder het akkoord van de bank opnieuw kon worden opgenomen. In het contract was bepaald dat vervroegde terugbetaling mogelijk was en er werd contractueel een wederbeleggingsvergoeding voorzien. De dienst heeft de bank meegedeeld dat in dit geval artikel 1907bis BW van toepassing is en de wederbeleggingsvergoeding tot 6 maanden moet worden beperkt. - In het contract was bepaald dat het krediet de eerste 5 jaar niet kan worden terugbetaald. Vanaf het zesde jaar is vervroegde terug betaling mogelijk waarbij een wederbeleggings vergoeding wordt aangerekend van 6 maanden interest op de terugbetaalde som. Deze clausules staan uitdrukkelijk vermeld in het ondertekend contract en de dienst zag geen reden om aan hun geldigheid te twijfelen. 3.3 Waarborgen Verscheidene klachten hadden betrekking op de waarborgen die door de financiële instelling werden gevraagd. Het betreft zowel borgstellingen als hypotheken. Hierna staan enkele voorbeelden van klachten die werden behandeld: De klacht betrof het voortbestaan van een permanente hypotheek (met aanrekening van de trimestriële kosten) ook al was het onderliggende krediet reeds meerdere jaren volledig terugbetaald. Blijkbaar was de klant zich niet ervan bewust dat het om een permanente hypotheek ging en dat hij zelf initiatief moest nemen om deze stop te zetten. De bank heeft de zaak geregulariseerd en de aangerekende kosten terugbetaald omdat de klant niet voldoende was geïnformeerd over het bestaan van een permanente hypotheek. Bij het toestaan van een kleiner bijkomend hypothecair krediet, vermeldde de bank in de akte van kredietopening ook het bedrag van de vroeger reeds toegestane kredieten, waardoor de notaris bij het verlijden van de akte, zijn ereloon op het totaal van de toegestane kredieten berekende. De klant had echter reeds notariserelonen op de vroeger toegestane kredieten betaald. Eerst wees de bank erop dat zij dit totaal van de toegestane kredieten enkel volledigheidshalve vermeldde en zij niet aansprakelijk was voor de werkwijze van de notaris die zijn ereloon berekende op het hoogste bedrag in de akte. Na de tussen komst van de dienst heeft de bank een voorstel tot regeling overgemaakt waardoor een groot gedeelte van de dubbelbetaalde notariskosten werd terugbetaald. De onderneming heeft het voorstel aanvaard. Een zaakvoerder verkocht de aandelen van de vennootschap vooraleer zijn borgstelling voor het krediet toegekend aan de onder neming was vrijgegeven. Daags na 12

Bespreking van enkele van de behandelde thema s de verkoop van de vennootschap, vroeg de hij aan de bank om zijn borgstelling te schrappen. Overeenkomstig de contractuele bepalingen ging de schrapping echter pas op latere datum in. De nieuwe zaakvoerder nam ondertussen het toegestane krediet volledig op. De vraag was dus concreet voor welk bedrag de borg kon worden aangesproken: het opgenomen krediet op het ogenblik van de verkoop of ook voor het later opgenomen krediet? De Dienst onderzocht het dossier en stelde vast dat het krediet na de opzeg van de borgstelling op een bepaald moment volledig terugbetaald werd. De bank had nadien toegelaten dat de nieuwe zaakvoerder het krediet gedeeltelijk terug opnam. Het besluit was dat de borg volledig bevrijd was. De bank had immers opnieuw krediet verstrekt nadat de borgstelling geschrapt was. 3.4 Opzegging van de kredieten en problemen bij stopzetting beroepsactiviteiten Bij de stopzetting van de beroepsactiviteiten ondervinden de ondernemingen soms problemen met de afbouw of terugbetaling van de kredieten. Volgens hen worden de afspraken die daarbij gemaakt worden, niet altijd nageleefd door de banken. Ook de opzegging van de kredieten kan aanleiding geven tot klachten. De Ombudsdienst kan niet optreden wanneer het gaat om commerciële beslissingen van de financiële instellingen, maar in sommige gevallen geven de ondernemingen aan dat de opzegging of niet-verlenging van een tijdelijk krediet niet correct gebeurde. In dit geval kan de Ombudsdienst de klacht wel onderzoeken. Enkele voorbeelden: - De commerciële kredieten werden op vraag van de klant omgezet in gewone consumenten kredieten. De verzekeringen die bij de bedrijfskredieten hoorden, werden opgezegd. Ten onrechte werden er verder nog verzekeringspremies aangerekend. De bank heeft de premies terugbetaald. - Problemen in de terugbetaling van de kredieten bij stopzetting activiteiten. Bank had uitstel van terugbetaling toegestaan maar vraagt na verloop van tijd toch de betaling. De klant is het niet eens met de beslissing van de bank om geen verder betalingsuitstel toe te staan. De Ombudsdienst is concreet nagegaan of de gemaakte afspraken werden nageleefd. - Een opgezegd professioneel krediet komt niet meer voor op de online banking gegevens. De klant ging er daarom van uit dat krediet was aangezuiverd. De bank heeft de documenten voorgelegd waaruit blijkt dat de schuld nog niet was aangezuiverd. De dienst heeft bevestigd dat het feit dat het opgezegde krediet niet terug te vinden is op de online banking gegevens, niet ipso facto betekent dat er geen schuld meer is. 3.5 Aanbevelingen Op basis van de ervaringen die dit eerste jaar werden opgedaan, wil de Ombudsdienst hier enkele aanbevelingen aan de betrokken partijen formuleren: AANBEVELINGEN aan de ondernemingen Vraag vooraleer een krediet te ondertekenen de nodige uitleg over de kosten die concreet zullen worden aangerekend. Volg regelmatig op welke kosten worden aangerekend en reageer onmiddellijk indien u niet begrijpt waarom een bepaalde kost u wordt aangerekend. AANBEVELINGEN VOOR DE SECTOR Breng meer duidelijkheid en transparantie in de kostenstructuur van de kredieten. Zorg voor een duidelijke verwoording van de clausules van wederbeleggingsvergoeding. 13

jaarverslag ombfin 2010 4. Nuttige links en adressen 4.1 Federale kredietbemiddelaar Kredietbemiddelaar voor ondernemingen De heer Chris Dauw de Lignestraat 1 1000 Brussel tel: 0800/84 426 fax: 02 209 08 34 e-mail: kredietbemiddelaar@cefip-kefik.be website: http://www.kredietbemiddelaar.be 5. Samenstelling van de bevoegde organen 5.1 Ombudsdienst Ombudsman Françoise Sweerts Adviseurs Christine Buisseret, Bérengère de Crombrugghe, Elke Heymans, Pierre Lettany Administratieve medewerkers Serge Henris, Christel Speltens 5.2 College Klachten Ondernemingen Onafhankelijke voorzitters Lieven Acke, Nadine Mollekens Vertegenwoordigers van de ondernemingen Lieven Cloots (Unizo), Frederic Teerlynck(VBO) Vertegenwoordigers van de financiële sector Freddy Van Bogget, Luc Declercq 5.3 De Raad van Bestuur van de Ombudsdienst Voorzitter Michel Vermaerke Leden: Eric Struye de Swielande, Belgische Vereninging van Beursleden Piet Van Baeveghem, Beroepsvereniging van het Krediet (tot oktober 2010, vervangen door Ivo Van Bulck) Veronique Bockstael, Febelfin Daniël Mareels, Febelfin 14

Nuttige links en adressen - Samenstelling van de bevoegde organen 15