De houtopbrengst van Pinus nigra Arn. * The wood yield of Pinus nigra Arn.

Vergelijkbare documenten
Advantages and disadvantages of the method of "topping" with cleaning young Pinus stands

van droge landbouwgronden

De groei van de Amerikaanse eik in Nederland *)

Werkhoutvolumetabellen

irslagen VAN DE OUWPROEFSTATION DE DORSCHKAMP" De samenstelling van inhoudsen opbrengsttabellen voor Pinus nigra Arn. in Nederland

NN groeiprognose. Rijksinstituut voor onderzoek. Wageningen. Uitvoerig verslag Band 21 nr. 1 DE DORSCH KAM R" P. J.

of equations derived from the distribution series of Mit eherlieh (3) and

METEN = WETEN Onderbouwing Duurzaam Bosbeheer

5 Meting van hout op stam

De ontwikkeling van massatabellen voor eik, beuk, es en berk

Opwerkingskosten en houtwaarde in de kroon van lariks en fijnspar J)

Groei en productie van Corsicaanse den in Nederland

ENGELSE EN NEDERLANDSE OPBRENGSTGEGEVENS VOOR GROVEDEN. door

Meet- en rekenprincipes

WANNEER DUNNEN WE DICHT GEPLANTE POPULIEREN? When should narrowly spaced poplar plantations be thinned? RIJKSINSTITUUT VOOR ONDERZOEK IN DE BOS

Groei en productie van es in Nederland

Groei en productie van Amerikaanse eik in Nederland

Groei en productie van zomereik in Nederland

Groei en productie van ruwe berk in Nederland

Groei en productie van gewone esdoorn in Nederland

Groei en productie van zwarte els in Nederland

Groeimetingen eik op zware kleigrond in Oostelijk en Zuidelijk Flevoland. zijn als regel eerste versies van te schrijven rapporten

Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen

Experiments with pre-commercial thinnings in young larch stands

Groei en productie van beuk in Nederland

Groei en productie van grove den in Nederland

De bijgroei van bos in Nederland

Houtoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden

OPBRENGST TABELLEN voor

J.J. Jansen. Vakgroep Bosbouw Landbouwuniversiteit Wageningen

Kostenefficiënte en verantwoorde oogst van tak- en tophout

DE DUNNING VAN DE JAPANSE LARIKS [242.13,242.51, Larlx leptolepis (492) [

Houtoogst en nutriënten op zandgronden Resultaten van het onderzoek, opzet van het adviessysteem en toepassing in de praktijk.

Kosten van eerste dunning in gemengde loofhoutbeplantingen

De psychologie van de houtmeter en zijn gelijk

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

4900 snelheid = = 50 m/s Grootheden en eenheden. Havo 4 Hoofdstuk 1 Uitwerkingen

. De verantwoordelijkheid voor de tekst be~st ' '. rten zijn als regel eerste versies van te schrijven rapporten

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl II OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

Algemene Bijdragen 9. OMLOOP, KOSTPRIJS EN ONDERNEMERSWINST VAN DE DOUGLAS. [651.5 : 671 Fseudotsuga taxifolia] door H. VEENENDAAL

Eindexamen wiskunde B1 havo 2008-II

Houtoogst in relatie tot nutriëntenvoorraden in bossen op droge zandgronden

Beoordeling van investeringsvoorstellen

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2003-II

Algemene Bijdragen. 1 = N ew Forest 2 = B~amshill Forest 3 = Forest ot Dean. Inleiding.

Kwaliteitsbeoordeling. 8 bomen Projectlocatie Markt van Matena, Papendrecht

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Artikel Criteria toegepast door het Licentiedepartement voor het opstellen van haar verslag gericht aan de Licentiecommissie

Eindexamen wiskunde B1 vwo 2002-I

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1

Examen HAVO. wiskunde B1. tijdvak 2 woensdag 18 juni Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Samenvatting Proefschrift van Jaap Kuper Sustainable development of Scots pine forests

PRAKTIJKNETWERK BOERENBOS NOORD-OOST NEDERLAND

Opbrengstberekening Windenergie A16

3.1 Procenten [1] In 1994 zijn er 3070 groentewinkels in Nederland. In 2004 zijn dit er nog 1625.

Trillingen en geluid wiskundig

Opgave Zonnestelsel 2005/2006: 3

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Het ene volume is het andere niet

Het Nederlandse bos in cijfers

Proef Scheikunde Het suikergehalte in Cola en Cola Light bepalen

Algemene Bijdragen EEN NIEUWE KOSTPRIJSBEREKENING VOOR HET HOUT VAN DE GROVEDEN IN NEDERLAND. door J. H. BECKING

BOOM-SafetyCalc Boom-KCB. All rights reserved. BOOM-SafetyCalc is ontwikkeld door Boom-KCB. Alle rechten zijn voorbehouden aan Boom-KCB.

Eindexamen wiskunde vmbo gl/tl I OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = π diameter. oppervlakte cirkel = π straal 2

Inleiding en probleemstelling. Summary. Algemeeen.. J. Luitjes, Bosbouwproefstation. Insekten 453

9.1 Oppervlakte-eenheden [1]

Eindexamen wiskunde A1 compex vwo 2007-I

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME

Correctievoorschrift VWO. Wiskunde A

Executive summary Waardebepaling GoodWood Investments B.V.

Examen VWO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Correctievoorschrift VBO-MAVO-D. Wiskunde

Relevante artikelen uit de algemene v o o rw a a rden voor de verkoop van ro n d h o u t. Bijlage 1. A a n v a a rding en eigendomsvoorbehoud

Nog een eindexamen met veel vaardigheden Eindexamen Wiskunde A havo 2009-I 2 tabel 1 -getal Draagvermogen (kg)

Correctievoorschrift HAVO 2016

Prognose mastverwachting 2013

In het internationale eenhedenstelsel, ook wel SI, staan er negen basisgrootheden met bijbehorende grondeenheden. Dit is BINAS tabel 3A.

Correctievoorschrift HAVO. Wiskunde B1

Examen HAVO. wiskunde A. tijdvak 1 dinsdag 19 mei uur

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

KENMERKENDE CIJFERS EN BENADERINGSREGELS

Betonstaal met betere aanhechting Afmetingen, massa, toelaatbare afwijkingen Algemene eisen

Correctievoorschrift VBO-MAVO-D. Wiskunde

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

... Correctievoorschrift HAVO en VHBO. :::s ~ :::s :::s. Inhoud I Algemene regels 2 Scoringsvoorschrift 2.1 Scoringsregels 2.

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

1.Tijdsduur. maanden:

4.1 Voederwaarderingssystemen voor paarden en pony s

Examen VMBO-GL en TL 2008 wiskunde CSE GL en TL tijdvak 1 donderdag 22 mei uur

Waardebepaling Plantages Terra Vitalis. Samenvatting

wiskunde CSE GL en TL

Correctievoorschrift HAVO 2017

Correctievoorschrift HAVO. Wiskunde A 1,2

:Rendabiliteit van de categorieën van verzekeringsprodukten LEVEN.

Goniometrie. Les 23 Nadruk verboden 45 Tafels 1,1. Inleiding

handleiding pagina s 994 tot Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 26: bladzijde 841 huistaak 29: bladzijde Werkboek 3 Posters

Klantonderzoek: statistiek!

In het Besluit eindexamens h.a.v.o. komen twee artikelen voor die van belang zijn voor de correctie van het schriftelijke werk.

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2013

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 1

Transcriptie:

Houtmeetkunde 56 De houtopbrengst van Pinus nigra Arn. * The wood yield of Pinus nigra Arn. (Een uittreksel uit de resultaten van het opbrengstonderzoek) (A summary of the results of the yield research, L1t. 2) P. J, Faber en E. J. Dik Bosbouwproefstation In 1968 is door het Bosbouwproefstation een uitvoerig verslag (2) uitgegeven, waarin het opbrengstonderzoek van Pinus nigra en de resultaten daarvan uitgebreid worden beschreven en verantwoord. Het leek gewenst om de vele gegevens, die dit onderzoek heeft opgeleverd, nog eens In een overzichtelijke en hanteerbare vorm samen te vatten, opdat de praktijk er zoveel mogelijk profijt van zal kunnen hebben. Hiertoe zun de gegevens bijeengebracht In vijf tabellen, waarin de bosbeheerder al die gegevens kan vinden, welke hij voor de schatting van de houtopbrengst nodig heeft. Bij elke tabel zal een nauwkeurige toelichting voor het gebruik worden gegeven, waarbij achtereenvolgens de volgende problemen zullen worden behandeld: 1 De bepaling van het actuele houtvolume. 2 De bepaling van de boniteit en het opbrengstniveau. 3 De bezettingsgraad of stamtaldichtheid. Voor de bepaling van het houtvolume van een opstand, moeten een aantal metingen in deze opstand worden uitgevoerd. Allereerst moet een klemstaat worden gemaakt van de voorkomende diameters op borsthoogte. Hieruit kan het grondvlak van de opstand bepaald worden evenals de gemiddelde diameter. In de meeste gevallen is het voldoende van ongeveer tien bomen met een diameter gelijk aan de gemiddelde diameter de hoogte te bepalen ter berekening van de gemiddelde hoogte. Het volgende rekenvoorbeeld is misschien nuttig ter verduidelijking van een en ander: diam.l,30 aantal (diam)' x aantal = in cm bomen 20 29 400 x 29 = 11600 21 50 441 x 50 = 22050 22 276 484 x 276 = 133584 23 230 529 x 230 121 670 24 128 576 x 128 = 73728 25 37 625 x 37 = 23125 Totaal 750 385757 * Verschijnt tevens als Bericht nr. 68 van het Bosbouwproefstation. Foto's: Bosbouwproefstation. 46 Summary In th is artiele a methad Is discussed for the determinatian of the gross and nett wood volume, of the site quality and the yield level and of the stocking denslty of a stand of Pin us nigra. Het grondvlak van de opstand bedraagt nu 0,7854 x 385757 cm' = 30,30 m', waarin 0,7854 =!4 ".. Hieruit volgt verder voor de gemiddelde diameter dg = V385757 = 22,7 cm. Indien ter illustratie de 750. hoogtemeting een gemiddelde waarde zou hebben opgeleverd van 15,20 m, dan geeft dat samen met het gevonden grondvlak van 30,30 m 2 via interpoleren in tabel 1 een houtvolume van 238 m 3, Deze werkwijze kan vereenvoudigd worden door niet I alle bomen te klemmen, maar de gemiddelde diameter uit een monster te berekenen. Het stamtal moet in dat geval wel volledig door telling worden bepaald. Indien het stamtal in de klemstaat gelijk is aan n en het totale stamtal is N, dan wordt het grondvlak van de N gehele opstand: grondvlak (opstand) = - x grondn vlak (monster). In al deze gevallen is het niet nodig, dat het oppervlak van de opstand precies 1 ha beo draagt. Wel is echter de tabel 1 uit gegevens per ha bepaald. Daarom kan het voorkomen, dat een grondvlak gevonden wordt, dat niet meer in de tabel past, bijv. 74 m'. In zo'n geval kan men eenvoudig twee maal het volume nemen dat bij 37 m' wordt afgelezen. Het grondvlak per ha is overigens ook zeer eenvoudig te bepalen met de methode van Bitterlich, zoals reeds eerder nog eens is uiteengezet (1); in dat geval krugen we wel precies het volume per ha en moet voor het volume van de opstand het oppervlak in rekening gebracht worden. Omdat tabel 1 ontstaan is door samenvoeging van vier aparte tabellen. moet erm op worden gewezen, dat voor Corsicaanse den Binnenland de gevonden waarden met 5% moeten worm den verhoogd, en voor Oostenrijkse den met 2% moeten worden verlaagd om systematische fouten te vermijden. Voor Corsicaanse den Kustgebied geldt geen correctie.

'11"', "', Het op de bovenomschreven wijze gevonden houtvolume is in wezen het bruto of spilhoutvolume. Wenst men het netto of werkhoutvolume te weten. dan kan men gebruik maken van tabel 2. In deze tabel is het werkhoutvolume weergegeven in afhankelijkheid van de diameter op 1.30 m en de hoogte. Indien we weer de waarden van ons rekenvoorbeeld nemen, dan vinden we na interpoleren voor dg = 22,7 cm en h, = 15,2 meen werkhoutvolume van 226 dm'. Het werkhoutvolume van de opstand wordt dan 750 x 226 dm' = 169,5 m', omdat de tabel boomvolumes aangeeft. Speciaal moet er nog op worden gewezen, dat hier onder werkhoutvolume wordt verstaan het bruto boomvolume verminderd met de inhouden van stobbe, bast en top (dus witgeschild) waarbij voor de topdiameter waarden worden geno~ men van 5 tot 7 cm. We komen nu op ons tweede punt: de bepaling van de boniteit of groeiklasse. Hiertoe moeten we de opperhoogte van onze opstand te weten komen. Onder opperhoogte wordt verstaan de gemiddelde hoogte van de hoogste bomen van de opstand, regelmatig verdeeld: één op elke are oppervlak. De schatting van de opperhoogte kan gedaan worden door op tien willekeurige punten van de opstand te gaan staan, en steeds vanuit het standpunt binnen een straal van ruim 5% m de hoogste boom te zoeken en te meten. Het gemiddelde van deze tien hoogtemetingen is dan de gezochte opperhoogte. Vervolgens hebben we de leeftijd nodig vanaf het tijdstip van ontkieming. Bij Pinus nigra is deze met redelijke nauwkeurigheid te bepalen door het aantal takkransen te tellen, bij voorkeur van de hoogste bomen. Het tellen van de jaar~ ringen van een boorspaan is uiteraard ook een goede methode. Voor de boomvoet moet in alle gevallen nog twee à drie jaren bijgeteld worden. In tabel 3 is voor zes verschillende groeiklassen de ontwikkeling van de opperhoogte in de tijd weergegeven. Hoewel er voor Corsicaanse en Oostenrijkse den samen één groeiklassenindeling is gemaakt, moet er wel op gewezen worden dat de groeiklassen I en 11 eigenlijk alleen bij Corsicaanse den voorkomen en dan ook alleen nog maar in het binnenland. Voor Oostenrijkse den en voor opstanden in het kustgebied '(duinbebosslngen) is groeiklasse 111 in het algemeen het beste wat men kan verwachten. Aan een indeling in groeiklassen heeft men echter nog niet zoveel, zolang men niet weet welk houtbij~ groeiniveau men aan de verschillende groeiklassen mag toekennen. We raken hier een probleem, waarop geen eenvoudig antwoord gegeven kan worden, omdat de houtbijgroei per ha niet alleen afhankelijk is van de toename van de opperhoogte. Er spelen hier ook nog andere factoren een rol, zoals: 1 Bezettingsgraad (stamtaldichtheid) van de opstand. 2 Homogeniteit en ruimtelijke verdeling van de bomen. 3 Diepte en kwaliteit van de levende kroon en de naaldbezetting. 4 Mate van windinvloed op de hoogtegroei. Bij de berekening van de gepubliceerde opbrengsttabellen (2) is de schatting van de houtopbrengst aan de voorzichtige kant gehouden. Immers in de praktijk zijn de omstandigheden vaak zodanig, dat het opbrengstniveau van uitgezochte proefvelden niet be~ reikt kan worden. In tabel 4a is de berekende maximale gemiddelde houtbijgroei in m' per jaar per ha weergegeven voor Corsicaanse en Oostenrijkse den voor de verschillende groeiklassen en groeigebieden. Bij dezelfde opperhoogtegroei zal dit houtopbrengstniveau onder gunstige omstandigheden 1 à 2 m' hoger kunnen liggen. De bijgroei van het grondvlak per ha voor elke meter toename van de opperhoogte is gedurende de gehele omloop vrij constant. In tabel 4b zijn hiervoor waarden opgegeven, steeds een laag getal en een hoog getal. Onder niet optimale omstandigheden van de factoren 1 tfm 3 is het beter het lage getal aan te Foto 1. Proefveld Corsicaanse den C14 (landgoed "De Utrecht") dat sinds 1926 regelmatig is gemeten. Yield sample plot C14 recorded since 1926 Opperhoogte (dominant height) 21.3 m. LeeftUd (age) 60 Jaar (years) In 1965. Volume per ha 318 ms. 47

Foto 2. Een kroonopname in hetzelfde proefveld: stamtaidichtheid aan de lage kant en kroonkwaliteit zeer matig. A crown picture in the same plot: stand density lew and crown quality poor. Grondvlak per ha (basal area per ha) 31,77 m 2 Stamtal (stem number) per ha 520. Grondvlakbijgroei 2,5 mtl ha per m opperhoogtegroei. (Bas al area increment 2,5 m!/ha per m dominant height increment). houden; zijn de omstandigheden wel optimaal, dan kan met minstens het hoge getal gerekend worden. Een norm voor deze beoordeling is moeilijk te geven, alleen voor de bezettingsgraad zal hieronder nog een richtlijn worden verstrekt; homogeniteit en kroonkwaliteit moeten op het oog beoordeeld worden. Hoe nu met behulp van tabel 4b de lopende houtbijgroei berekend kan worden, zal aan de hand van een rekenvoorbeeld uiteengezet worden. Keren we hiertoe terug naar ons eerste rekenvoor beeld en nemen we aan, dat het hier gaat om een opstand van 1 ha oppervlak. Veronderstellen we verder, dat we hier een leeftijd vinden van 54 jaren en een opperhoogte van 16,5 m. Volgens tabel 3 valt deze opstand dan in groeiklasse IV met een jaarlijks te verwachten opperhoogtegroei van 0,21 m. De groei van de gemiddelde hoogte bedraagt ongeveer 85% à 90% van de groei van de opperhoogte, dat is dus 0,18 m. Kiezen we op grond van tabel 4b een relatieve grondvlakbijgroei van 5 m'/ha, dan geeft dat in ons voorbeeld een te verwachten jaarlijkse grondvlakbijgroei van 0,21 x 5 = 1,05 m'/ha. Na één jaar zal de gemiddelde hoogte gekomen zijn op 15,20 + 0,18 = 15,38 m en het grondvlak per ha op 30,30 + 1,05 = 31,55 m'/ha. In tabel 1 vinden we na interpoleren met deze nieuwe getallen een houtvolume per ha van 247 m'. De te verwachten houtbijgroei in één jaar, de zogenaamde lopende bijgroei, Is dan vastgesteld op 247-238 = 9 m'/ha. Tenslotte nog een enkel woord over de bezettings- 48 graad of stamtaldichtheid, waarvoor nog een richtlun zou worden gegeven. In tabel 5 is het verband weergegeven tussen de gemiddelde diameter op 1,30 en het stamtal per ha, geldend voor de toestand na dunning. Een opstand, die aan deze norm voldoet heeft een normale bezetting. Indien het grondvlak per ha bij een bepaald stamtal meer dan ongeveer 8 m' boven het niveau van tabel 5 is gestegen, dan verdient het aanbeveling aan een dunning te gaan denken. Een voorbeeld: bij een gemiddelde diameter van 16 cm is het stamtal per ha 1450, waaruit een grondvlak per ha volgt van 0,7854 x 145CYx 16' cm' = 29,15 m'. De opstand is aan dunning toe, als het grondvlak Is opgelopen tot 29,15 + 8,0 = 37,15 m'/ha, wat bu dit stamtal een gemiddelde diameter betekent van ongeveer 18 cm. Indien bij een bepaald stamtal het grondvlak per ha lager Is dan het niveau van tabel 5, dan is er sprake. van onderbezetting. Als laatste opmerking kan er nog op worden gewezen, dat met behulp van de tabellen 3 en 4b ook een schatting gemaakt kan worden van het tüdsinterval, dat tussen twee opeenvolgende dunningen moet liggen. Na de gegeven voorbeelden zal een dergeluke bewerking ongetwijfeld weinig moeilijkheden meer opleveren.

Literatuur 1 Faber, P. J. 1966. De groei van de Amerikaanse eik in Nederland. Ned. Bosb. Tijdschr. 38 (10): (357-374); Korte Meded. Bosbouwproefstation nr. 85. 2 Faber, P. J. en E. J. Dik. 1968. De samenstelling van inhouds- en opbrengsttabellen voor Pinus nigra Arn. in Nederland. Uitv. Vers I. Bosb. Proefst., Wageningen 9 (1). Tabel 1. Opstandshoutvolume in m'. Grond- gem. hoogte (m), mean height (m) vlak 10 11 12 13 14 15 16 basal area (m') 16 92 99 105 112 118 124 130 17 98 105 112 119 125 132 138 18 104 111 118 126 133 139 146 19 110 117 125 133 140 147 154 20 115 124 132 140 147 155 162 21 121 130 138 147 155 163 170 22 127 136 145 154 162 170 179 23 133 142 152 161 170 178 187 24 139 149 158 168 177 186 195 25 144 155 165 175 184 194 203 26 150 161 171 182 192 202 211 27 156 167 178 189 199 209 219 28 162 173 185 196 207 217 228 29 168 180 191 203 214 225 236 30 173 186 198 210 221 233 244, 31 179 192 205 217 229 241 252 32 185 198 211 224 236 248 260 33 191 205 218 231 244 256 269 34 197 211 225 238 251 264 277 35 202 217 231 245 259 272 285 36 208 223 238 252 26B 280 293 37 214 229 244 259 273 287 301 38 220 236 251 266 281 295 309 39 226 242 258 273 288 303 318 40 232 248 264 280 296 311 326 41 237 254 271 287 303 319 334 42 243 261 278 294 311 327 342 43 249 267 284 301 318 334 350 44 255 273 291 308 325 342 359 45 261 279 298 315 333 350 367 46 266 286 304 322 340 358 375 47 272 292 311 329 348 366 383 48 278 298 318 337 355 373 391 49 284 304 324 344 363 381 400 50 290 311 331 351 370 389 408 Table 1. Stand volume In m'. 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 136 141 147 153 158 163 169 174 179 185 144 150 156 162 168 174 179 185 191 196 153 159 165 172 178 184 190 196 202 208 161 168 175 181 188 194 201 207 213 219 170 177 184 191 198 205 211 218 225 231 178 186 193 201 208 215 222 229 236 243 187 195 202 210 218 225 233 240 247 254 195 204 212 220 228 235 243 251 258 266 204 212 221 229 238 246 254 262 270 277 212 221 230 239 248 256 264 273 281 289 221 230 239 249 257 266 275 284 292 301 229 239 249 258 267 277 286 295 304 312 238 248 258 268 277 287 296 306 315 324 246 257 267 277 287 297 307 317 326 336 255 266 276 287 297 308 318 328 337 347 264 275 286 297 307 318 328 339 349 359 272 284 295 306 317 328 339 350 360 371 281 293 304 316 327 338 350 361 371 382 289 301 314 325 337 349 360 372 383 394 298 310 323 335 347 359 371 363 394 405 306 319 332 345 357 369 382 394 405 417 315 328 341 354 367 380 392 404 417 429 323 337 351 364 377 390 403 415 428 440 332 346 360 374 387 400 413 426 439 452 340 355 369 383 397 411 424 437 451 464 349 364 37& 393 407 421 435 448 462 475 358 373 388 402 417 431 445 459 473 487 366 382 397 412 427 442 456 470 485 499 375 391 406 422 437 452 467 481 496 510 383 400 416 431 447 462 477 492 507 522 392 408 425 441 457 473 488 503 519 534 400 417 434 451 467 483 499 514 530 545 409 426 443 460 477 493 509 525 541 557 418 435 453 470 487 504 520 536 553 569 426 444 462 480 497 514 531 547 564 580 49

Tabel 2. Werkhoutvolume in dm:!. dlam. op boomhoogt. (m). tree helght (m) 1,30 in cm diam. br. h. In cm 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 10 29 35 41 47 12 41 50 58 67 76 14 56 68 79 91 103 16 73 88 104 119 134 149 18 93 112 131 150 170 189 208 228 247 20 114 138 161 185 209 233 257 281 305 22 138 167 195 224 253 282 310 339 369 24 164 198 232 266 300 335 369 404 438 26 193 232 272 312 352 392 433 473 514 554 595 28 223 269 315 362 408 455 502 548 595 642 690 30 256 309 362 415 468 522 575 629 683 737 791 32 351 411 472 532 593 654 715 776 838 899 34 396 464 532 601 669 738 807 876 945 1015 36 444 520 596 673 750 827 904 981 1059 1137 38 494 579 664 749 B35 921 1007 1093 1179 1266 40 641 735 830 925 1020 1115 1210 1306 1402 42 706 810 914 1019 1123 1228 1334 1439 1545 44 775 889 1003 1117 1232 1348 1463 1579 1694 46 846 971 1096 1221 1346 1472 1598 1724 1851 48 921 1057 1192 1329 1465 1602 1739 1877 2015 50 1146 1293 1441 1589 1738 1886 2036 2185 52 1239 1398 1558 1718 1879 2039 2201 2362 54 1336 1507 1679 1852 2025 2198 2372 2546 56 1436 1620 1805 1991 2177 2363 2550 2737 58 1540 1737 1936 2135 2334 2534 2735 2935 60 1647 1859 2071 2284 2479 2711 2925 3140 Table 2. Merchantable tree volume in dm 3 Table 4a. De groei klassen en het houtbljgroelnlveau In m 3 /ha per jaar. Tabel4b. Grondvlakbljgroei per mopperhoogtegroei. Corsicaanse den Binnenland 3 à 5 m'/ha Groeiklasse. site dass 11 111 IV V VI Corsican pine Inland area Corsicaanse den Kustgebied 4 à 6 m'/ha Corsicaanse den Binnenland 16 13 10 8 Corsican pine Coastal area Corslcan plne Inland area Oostenrljkse den Binnenland 4 à 6 m'/ha Corsicaanse den Kustgebied 12 9 6 4 Austrlan pine Inland area Corslcan pine Coastal area Oostenrijkse den Kustgebied 5 à 7 m'/ha Oostenrijkse den BInnenland 11 8 6 4 Austrian pine Caastel area AustrJan plne Inland area Tabel4b. Basal area Increment per meter increment of the Oostenrijkse den Kustgebied 10 7 5 dominant height. Austrian pi ne Caastal area Table 4a. Site classification and wood production level in m 3 /ha mean annual increment. 50

Tabel 3. Opperhoogtegroei (m) en bonitering. lee!tud groei klasse, site class age I 11 III IV V VI 16 8,83 7,60 6,38 5,15 3,93 18 10,10 8,70 7,31 5,91 4,52 3,12 20 11,34 9,78 8,22 6,66 5,10 3,54 22 12,56 10,84 9,12 7,40 5,68 3,96 24 13,75 11.87 10,00 8,12 6,25 4,38 26 14,89 12,87 10,85 8,83 6,81 4,79 28 16,00 13,84 11,68 9,52 7,36 5,19 30 17,07 14,78 12,48 10,18 7,89 5,59 32 18,10 15,68 13,25 10,83 8.41 5,98 34 19,08 16,54 14,00 11.45 8,91 6,37 36 20,02 17,37 14,71 12,05 9,40 6,74 38 20,92 18,16 15,39 12,63 9,87 7,10 40 21,78 18,91 16,05 13,19 10,33 7.47 42 22,59 19,84 16,68 13,73 10,77 7,81 44 23,37 20,33 17,29 14,24 11,20 8,16 46 24,12 20,99 17,87 14,74 11,61 8.49 48 24,83 21,63 18.42 15,22 12,02 8,82 50 25,51 22,23 18,96 15,68 12.41 9,13 52 26,16 22,81 19.47 16,13 12,79 9.45 54 26,78 23,37 19,97 16,56 13,16 9,75 56 27,37 23,91 20.44 16,98 13,52 10,05 58 27,94 24.42 20,90 17,38 13,87 10,35 60 28,49 24,92 21,35 17,78 14,21 10,64 62 29,01 25.40 21,78 18,16 14,54 10,92 84 29,52 25,86 22,19 18,53 14,87 11,20 66 30,01 26,30 22,59 18,89 15,18 11.48 68 30.47 26,73 22,98 19,24 15.49 11,75 70 30,92 27,14 23,36 19,58 15,80 12,02 Table 3. Site classification according 10 dominant hei9hl growth Cm) Tabel 5. Normale bezettingsgraad na dunning. gemiddelde diameter op 1,30 mean diameter br. helght stamtal per ha stem number per ha 6 cm 6000 8 4100 10 3000 12 2300 14 1800 16 1450 18 1200 20 1000 22 850 24 750 26 650 28 550 30 500 Tabla 5. Normal stand denslty after thinning. 51