foto inzet: Staf de Roover

Vergelijkbare documenten
Kruidenrijk gras voor de veehouderij

Beheer van kruidenrijk grasland. Eerste ervaringen uit Koeien en Kruiden. Goaitske Iepema

Creëren kruidenrijkgrasland

Soortensamenstelling van de Kamgrasweiden

Bloemenweides rijkdom aan cases

Drasland. Groot Wilnis-Vinkeveen

Polder Stein, Reeuwijk; PKN-excursie; perceel oostelijk van kade Polder Kort Roggebroek

Zuidrand Quick Scan 2011

Natuurlijk kruidenrijk gras voor de veehouderij

Oeverplanten in Lelystad

Beheer van een gangbaar graslandperceel

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Kruiden- en faunarijk grasland

Screening ecologisch potentieel grasvlakken:

BIJLAGE 5: Voorbeelden

Van G7 was het met name het subtype: - G7b Matig voedselrijke tot voedselrijke, vochtige bodem; voedselrijk tot zeer voedselrijk

Oevers 2x maaien Oever 2

Het belang van kruiden en vlinderbloemigen in graslanden

Bermenplan Assen. Definitief

Voorwoord 5. Beleid 7 Hulpmiddelen 7 Gebruikers 8 Afbakening 8. DOELEN 9 Tussenfasen 10 Botanische doelen 10 GRASLANDTYPEN 10

Paarden in bloemenweiden. Filippien Koornneef

Resultaten botanische samenstelling. Gerjan Hilhorst KTC De Marke Hengelo

75% Gezond gazon. Vlaamse tuinen en gazon Milieuvriendelijk beheer, zonder zorgen. Dit terwijl gazon. Gazon en herbiciden

Opzet. Streefbeelden Graslanden. Fasen van ontwikkeling. Hooilanden. Tussenfase 0: Raaigras-weide KNNV afdeling Delfland. Tussenfase 1: Grassen-mix

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Regio Alkmaar

Ecologisch bermbeheer

Kruidenrijk gras voor de veehouderij

Nieuwsbrief kruidenrijk grasland

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: veel gestelde vragen

veldgids Beheer van water- en oeverplanten in het gebied van Waterschap De Dommel

15 jaar vegetatieontwikkeling van de Foeperpot

PVM AKKERRANDENMENGSELS MATERIALEN. Telefoon Telefax

Grasland en Heide. Hoofdstuk 2.2 en 2.4

Vegetatie van Nederland

Graslandvisie Oostelijke Vechtplassen

Bloemenweides. Bloemenweides, kleurenpracht in een zee van groen

Weiden. Smakelijkheid en verteerbaarheid Doorschieten en rassen keuze

Kruidenrijk grasland. Meerwaarde voor vee, bedrijf en weidevogels. Rob Geerts ALV ANV De Amstel 3 april 2017

Onkruid in kassen Westland

Kruidenrijk grasland. Meerwaarde voor vee, bedrijf en weidevogels. Rob Geerts & Jan Vrolijk Landelijke ANLb dag 7 april 2017 VHL Velp

15/04/2016. Gezonde paarden in natuur(l)(r)ijk grasland. Inleiding/kaders/doelstelling. Afstemmen van behoeftes. Koeiengrasland. Een koe is geen paard

22/04/2016. Gezonde paarden in natuur(l)(r)ijk grasland. Inleiding/kaders/doelstelling. Afstemmen van behoeftes

De vegetatiekartering ten behoeve van de graslandverbetering

Bermbesluit. Aard : Besluit van de Vlaamse regering Over : maatregelen inzake natuurbehoud op de bermen beheerd door publiekrechtelijke rechtspersonen

Advies: inzaai- en beheer kruidenrijk grasland voor weidevogels, Noord-Holland

1 N12.02 KRUIDEN- EN FAUNARIJK GRASLAND

Beleid Natuurvriendelijk maaien gestart in 2015.

Waarde van kruidenrijk gras en inpassing in de bedrijfsvoering

Monitoring en beheer extensief beheerde grasvlakken en oevers in de gemeente Wageningen

Ecologische bij-structuur: het beheer

SLOBKOUSNIEUWS 17 jrg7

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Nat schraalland

Herintroductie van soorten door het opbrengen van maaisel. Marcel Horsthuis.

Onderzoek naar beschermde soorten aan de Eikenlaan in Sleeuwijk

Advies betreffende het bermbeheerplan van de stad Peer

Natuurrijke bermen in Vijfheerenlanden. Dick Kerkhof Natuur en Vogelwacht De Vijfheerenlanden

Kruidenrijk Grasland in de melkveehouderij

Achtergrondinformatie

Meer dan gras. Terreinstudie in de Bourgoyen

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

SLOBKOUSNIEUWS 26 jrg2

Hieronder volgen schematisch enkele gegevens omtrent gewassen die op de wildakker thuishoren: gewas zaaitijd overige aspecten

ENERGIE UIT LANDSCHAPSONDERHOUD. Pieter Verdonckt Mathias D Hooghe

Polderstudiedag. 15 november 2014

natuurbeheer Jens Verwaerde Natuurpunt CVN

De waarden a1 tot en met b2 komen voor in de tabellen per natuurdoeltype op de navolgende bladzijden.

Instrumentenkaart. Graslandsamenstelling

COPYRIGHT. l Habitat verbeterende maatregelen voor aquatische. 02 juli Regiohoofd Veenweiden, Zuid-Hollands Landschap

Wetland. Groot Wilnis-Vinkeveen

!"#$"%"&'&("#$')#!"#*"(!"$+%",-"."-$'&")## !"#$%"&&'(")*#+$,-#$("$+"./0*120"*($-).$13*1"#)-#($

Uitmijnen van voormalige landbouwgrond in het Drents- Friese Wold

namens de Provincie Noord-Holland Twee percelen land aan de Kolhornerkade te Kolhorn

De biologische waarderingskaart en habitatkaart. Natuurmanagement: kaartmateriaal, BWK en Habitatkaart

Veldwerkplaats dotterbloemgraslanden in de veenweiden. Bas van de Riet Landschap Noord-Holland 26 augustus 2010

maaibeheer GRAS EN HOOILAND Maximapark

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

25 jaar Foeperpot, deel 1: de vegetatie

SLOBKOUSNIEUWS 33 jrg6

T I I Grasbufferstroken

Veldbezoeken Het gebied is op 16 juli 2014 bezocht door Menno Reemer (EIS) samen met Hendrik Baas (gemeente Zoetermeer).

FLORA- EN FAUNASCAN TERREIN VELDOVEN WINTERSWIJK

DSV VitaHorse. Het uitgebalanceerde grasmengsel voor uw paard.

SLOBKOUSNIEUWS 25 jrg2

Sinusbeheer. symposium Eindhoven 16 maart 2017

15 ton ds. 7,5 ton ds. Bron: Opbrengst in kg ds per ha. kg meetmelk per ha

Particulier Natuurbeheer bloemrijk grasland in Groot Mijdrecht Noord-Oost

Mengselkeuzeschema Bermen en Dijken. Intensief Extensief Extensief beheer beheer beheer

Zijn Limburgse bermen lokale natuurgebieden?

RESTANT PRESENTATIES LEERLINGEN SOORTENKENNIS

Opzet veldexperimenten en effecten op bodemchemie

Materiaal is gewonnen uit sloten en greppels langs de volgende wegen bij Arrierveld: Arrierveldweg, Noordelijke Dwarsweg, Dwarsweg en Boekweitakkers

' I 6300 HERZIEN VEGETATIEBEHEER VOOR DE KAVELS U 81 EN U 82 IN HET NATUURTERREIN "DE WILDWALLEN" door. J. Hoogesteger H.J. Drost

voorlopig BEHEER- EN ONDERHOUDS- PLAN NATUURVRIENDELIJKE OEVERS

MEER DAN GRAS! Lieve Verhaeghe

Bos/Bosplaats Perceelsnummer LH1 Bestandsnummer

Werkbladen landschapsstudie

Transcriptie:

foto inzet: Staf de Roover 1

2

3

4

Het woord grasland doet veronderstellen dat grassen het grootste aandeel van de vegetatie moeten vormen. Veelal is dit zo, maar er zijn graslanden waarin andere dan grassen op de voorgrond treden. Anderzijds worden de rietlanden, waar riet dominant is (ook een gras) gewoonlijk niet tot de graslanden gerekend maar wel tot de moerassen. 5

7

8

9

Dit boekje bestaat inmiddels (2012) ook in een recentere versie, die ook aandacht besteedt aan graslanden als habitat voor weidevogels: Schippers, Wim, Ingeborg Bax & Monte Gardenier. 2012. Veldgids Ontwikkelen van Kruidenrijk Grasland. Ede: Aardewerk Advies. 10

Dit boekje bestaat inmiddels (2012) ook in een recentere versie, die ook aandacht besteedt aan graslanden als habitat voor weidevogels: Schippers, Wim, Ingeborg Bax & Monte Gardenier. 2012. Veldgids Ontwikkelen van Kruidenrijk Grasland. Ede: Aardewerk Advies. 11

13

14

Ton ds/ha/jr = ton droge stof per hectare per jaar. Droge stof is de massa van maaisel als het maaisel, meestel gras, gedroogd is. 15

Ton ds/ha/jr = ton droge stof per hectare per jaar. Droge stof is de massa van maaisel als het maaisel, meestel gras, gedroogd is. 16

17

18

19

fases 0-2: gering aantal soorten hierin kunnen kruipende boterbloem, scherpe boterbloem en veldzuring mooi beeld geven, maar weinig karakteristiek voor bodem- en vochttoestand Als je, zoals vaak, een grasland in beheer krijgt dat nog niet top is, gaat het meestal om een fase 0 of 1 grasland. Dat willen we niet, dus moeten we stappen ondernemen om te geraken tot één van de botanische doelen: fases 4, 3 of 5. 20

Botanische doelen: fases 3-5 Let op: fase 5 is niet beter dan fase 3! Wélke fase je kan of wil bereiken heeft te maken met landschappelijke keuzes, haalbaarheid, historiek en abiotische omstandigheden. Je kan nu eenmaal geen schraalgrasland herstellen als het bodemwater nog véél te voedselrijk is. 21

22

Uitzicht: ruwe mozaïek Vooral grassen Grassen: Engels raaigras, ruw beemdgras, veldbeemdgras, fioringras, kropaar, beemdlangbloem, gestreepte witbol, grote vossenstaart Kruiden en bloemen: fase 0 + enkele pinksterbloem en veldzuring Gebruik: intensieve graasweiden 24

Uitzicht: ruwe mozaïek Vooral grassen Grassen: Engels raaigras, ruw beemdgras, veldbeemdgras, fioringras, kropaar, beemdlangbloem, gestreepte witbol, grote vossenstaart Kruiden en bloemen: fase 0 + enkele pinksterbloem en veldzuring Gebruik: intensieve graasweiden 25

in fase 2 wél enkele typische grassen: gestreepte witbol: veengrond, zandgrond grote vossenstaart: vochtig zandleem, leem en klei 26

27

28

Uitzicht: zelfde als fase 1 Grassen: 1 soort duidelijk die uitzicht bepaald, maar niet Engels raaigras Kruiden en bloemen: zelfde als fase 1 maar komen meer voor (bv. Pinksterbloem) 29

30

Kloksgewijs: Oranjetip, echte koekoeksbloem, gewone hoornbloem, kleine klaver, veldzuring. 31

Fase 3 grassen: rood zwenkgras, gewoon struisgras, gewoon reukgras nemen toe kruiden: scherpe boterbloem, pinksterbloem, gewone hoornbloem, smalle weegbree en veldzuring, echte koekoeksbloem, kleine klaver 32

Kloksgewijs: Oranjetip, echte koekoeksbloem, gewone hoornbloem, kleine klaver, veldzuring. 33

Kloksgewijs Rood zwenkgras, gewoon struisgras, slanke weegbree 34

35

36

grasklokje, muizenoortje, gewone brunel 37

38

39

Zeer oud boerengrasland. Nat schraalland is weinig productief en heeft een slappe, bijna moerasachtige bodem. Ze zijn daardoor slecht toegankelijk, kunnen s winters onder water staan maar drogen s zomers oppervlakkig uit. Beheer: jaarlijks hooien. Zo blijft het voedselarme karakter behouden. Grote variatie in types. Blauwgraslanden en kleine zeggenvegetaties worden tot nat schraalland gerekend. Hiermee in mozaïek: dotterbloemhooilanden en veldrusschraallanden. Deze worden ook tot nat schraalland gerekend. 40

Zeer oud boerengrasland. Nat schraalland is weinig productief en heeft een slappe, bijna moerasachtige bodem. Ze zijn daardoor slecht toegankelijk, kunnen s winters onder water staan maar drogen s zomers oppervlakkig uit. Beheer: jaarlijks hooien. Zo blijft het voedselarme karakter behouden. Grote variatie in types. Blauwgraslanden en kleine zeggenvegetaties worden tot nat schraalland gerekend. Hiermee in mozaïek: dotterbloemhooilanden en veldrusschraallanden. Deze worden ook tot nat schraalland gerekend. 41

Zeer oud boerengrasland. Nat schraalland is weinig productief en heeft een slappe, bijna moerasachtige bodem. Ze zijn daardoor slecht toegankelijk, kunnen s winters onder water staan maar drogen s zomers oppervlakkig uit. Beheer: jaarlijks hooien. Zo blijft het voedselarme karakter behouden. Grote variatie in types. Blauwgraslanden en kleine zeggenvegetaties worden tot nat schraalland gerekend. Hiermee in mozaïek: dotterbloemhooilanden en veldrusschraallanden. Deze worden ook tot nat schraalland gerekend. 42

Zeer oud boerengrasland. Nat schraalland is weinig productief en heeft een slappe, bijna moerasachtige bodem. Ze zijn daardoor slecht toegankelijk, kunnen s winters onder water staan maar drogen s zomers oppervlakkig uit. Beheer: jaarlijks hooien. Zo blijft het voedselarme karakter behouden. Grote variatie in types. Blauwgraslanden en kleine zeggenvegetaties worden tot nat schraalland gerekend. Hiermee in mozaïek: dotterbloemhooilanden en veldrusschraallanden. Deze worden ook tot nat schraalland gerekend. 43

44

46

47

48

49

Om fase 0 tot 2 graslanden te verschralen moeten we voedingsstoffen verwijderen. Dit kan door te maaien. Belangrijk hierbij is om op het juiste tijdstip te maaien. Hierbij geldt als regel om te maaien wanneer de meest dominante grassoort in zaad komt. Het is van bijzonder belang dat gras kort de winter in gaat (5 cm lang). Dit voorkomt strooiselopbouw. Wanneer gras niet gemaaid wordt, gaat het plat liggen en kunnen bepaalde soorten in het volgende groeiseizoen niet doorheen deze strooisellaag groeien. 50

51

52

53

Maaien half juni of begin juli resulteert in een vertraging van fase 2 bij sterk bemeste graslanden: derde maaibeurt begin oktober 54

>50% raaigras: eerste helft juni >50% ruw beemdgras: 20 mei >50% grote vossenstaart: 20 mei >50% geknikte vossenstaart: 20 mei >50% gestreepte witbol: eind mei/begin juni 55

>50% raaigras: eerste helft juni >50% ruw beemdgras: 20 mei >50% grote vossenstaart: 20 mei >50% geknikte vossenstaart: 20 mei >50% gestreepte witbol: eind mei/begin juni 56

57

58

59

60

61

62

63

64

65

66

67

68

69

Foto poel: Jens Verwaerde. Deze poel ligt in een ongeveer 15 hectare grote vallei (deels opgehoogd), die door ongeveer 5 Galloways wordt begraasd jaarrond. 70

Gallowayrunderen foto Wim Dirckx 71

Gallowayrunderen foto Wim Dirckx 72

Gallowayrunderen foto Wim Dirckx 73

74

Kort begraasd de winter in geeft ook andere dan grassen een kans om in de lente op te groeien. 75

76

77

78

79

80

81