PROGRAMMA TOPSPORTBIJSCHOLING ONDERDEEL LIBRE



Vergelijkbare documenten
Biljarten: Verzamelstoten van Jos Bongers: zie ook de 6 lessen op film

CLUB-OEFENINGEN. Frans van Hoeve, Amsterdam 10 juni 2012

VERZAMELEN DER BALLEN

WAT DE POSITIES DER SERIE-AMERICAINE ZIJN EN HOE ZIJ GESPEELD MOETEN WORDEN ENKELE ALGEMENE OPMERKINGEN OVER DE SERIE- AMERICAINE.

en nog vijf Oefenboek libre

Van Acquit. en dan? Handleiding biljarttechniek in woord en beeld voor de beginnende biljarter

Beschrijving stootbeelden 1 tot en met 4. Het gaat hier om vier verzamelstoten, waarbij de stoottechniek van belang is.

Training voor Senioren. Doelgroep: senioren, lessen van 30 minuten

Figuur 1: 5 punten. Figuur 2: 6 punten

Opfriscursus arbitreren

Arbitrage van biljart. Vrijspel Bandstoten Driebanden Kader


HOE IK EEN BALG MAAK

Doel van de warming-up oefeningen is het trainen van de basistechnieken zoals aannames, passen, lopen met de bal en passeerbewegingen.

Deel 1: Contratechniek en service + ontvangst

doelschietspel met keeper

Club: vv Sweel. Tijd: 60 min. Aantal spelers: 8. Organisatie (tekening en accenten):

WEDSTRIJDREGLEMENT VAN DE TWEE PROVINCIËN BILJARTFEDERATIE DE TWEE PROVINCIËN

Trainingsinhoud Coachaanwijzingen Tekening

Trainerscongres 2014

Eerst kennismaken met en dan leren biljarten

SPELREGELs MAAS EN WAALSE BILJARBOND

Trainingsprogramma C-junioren

We gaan er vanuit dat de B en C junioren een uur training krijgen en op grootveld met keeper spelen. Je training ziet er dan zo uit:

Poolen. 8-ball begin opstelling

Skills. Organisatie. Aandachtspunten. Dribbelen/drijven (domineren) -dribbelen -passeren, uitspelen

Deze circuitvorm duurt 40 minuten. De leerlingen wisselen na 12 minuten van vak. In vak 3 blijven de 3 spelers staan die in het midden staan.

H. De samenwerking tussen de linies

Voorwoord. Samen biljarten geeft meer effect

DRIBBELEN IN VAK CARS

F. Het verbeteren van het samenspelen

Het Diamond Systeem de basis (RC puntensysteem)

poortschietspel vaste afstand

Doelstelling. Leeftijdscategorie Jeugd Aantal Spelers Ongeveer 12 Oefen/Leerfase

Koersbal. Algemeen. Het speelmateriaal. De belijningen op de mat. (zie figuur 1.)

Train de trainers programma SDV Barneveld Sessie 2

OVERHOUDEN DE TWAALF GEBODEN VOOR HET SPELEN OP DE SERIE VAN MAURICE DALY

Wiskunde bij poolbiljarten: een introductie

Nagel vorm en onderhoud.

Biljarten. Voor iedereen. Bij Frans van Hoeij. Bondstrainer en docent. Schoonhout MD Etten-Leur.

«Diamondsysteem» - de basis


OEFENVORMEN TACTIEK. Door Lucas van Krieken. A. Verdedigen

Technisch Ontwikkeling Plan voor de voetballers uit de jeugd van Klein Dochteren TOP!

MODULE VOLLEYBAL TWEEDE FASE

5. Je schiet NOOIT als je eerst hebt liggen dreigen. Je schiet ALLEEN eerste tempo

inkijkexemplaar Ontwerp van de lamp Ontwerp

DU DOMAINE CHABLESSE Beweging - training: de jonge hond

B. Technische vaardigheden

Biljarten voor Dummies

oefening Dit doe je steeds 3 minuten, dan wisselen de spelers elkaar af.

Stadsbeker REGLEMENT.

Wiskunde bij poolbiljarten: Het goede punt raken

Het verbeteren van de split-vision adhv ball-handling/passing en combinatiedrills :


QUICCUP Home & Garden

oefening Elke speler staat in zijn/haar vak. De spelers spelen naar elkaar over dit doeje ongeveer 5 minuten per oefening.

HC Houten, periodisering seizoen : Middenveld aanspelen

DRIBBELEN IN VAK CARS

Handbal. tactisch beter leren handballen. JG Mulder

Crokinole N Groep / klas: Naam: Bijpassende werkbladen kunt u gratis downloaden

HOLE 2 Je speelt je bal vanaf de schuine helling op hole 2 naar de green. De bal vliegt echter helemaal naar rechts en landt op de green van hole 17.

DRIBBELEN IN VAK CARS

Bouncebal. Voorbereiding voor hockeyvormen

Kennismaken met Handbal via het Tchoukbal

gecreëerd. DOEL o het verbeteren van de samenwerking tussen INHOUD o er ztn I venchillende sjablonen die allemaal

oefenvormen E-Pupillen RVT Basisvorm 4(+K) tegen 4(+K) 2 grote doelen vereenvoudigingen Oefenvormen

Biljarten: één zijn met de bal

Het creëren van kansen en het scoren. Uiteindelijk moet er gescoord worden. Hoe creëer je kansen en wat is van belang bij het benutten van kansen?

Leskaarten muurkaatsen

Dynamictennis Bond Nederland. Dynamictennis instructie

1. Hoofdstuk 1 Stands

2 Basisvorm: DVD D-pupillen oefenvormen. 4 tegen 4 lang smal veld. Vereenvoudigingen. Oefenvormen

Oefenvormen - Het Oversteekspel

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 19 juni uur

Spelregels Chinese 8- ball pool (2018)* *Vertaling van de officiële spelregels zoals vastgesteld door ICEA, zie pool.com

TRAINING 2 FEBRUARI

DEELBEWEGING 1 VAN HET SCHRIJVEN: LINKSHANDIG VERSUS RECHTSHANDIG

Trainingsprogramma B-junioren

1 Basisvorm: DVD D-pupillen oefenvormen. 4 tegen 4 met 4 doeltjes. Vereenvoudigingen. Oefenvormen

groep 2 voorfase-wu 2.1 t/m 2.3 / oefenvorm 2.1 t/m 2.8 / partijvorm 2A t/m 2b llen aanva

2 (+k) tegen 2 (+k) grote doelen

oefenvormen E-Pupillen RVT Basisvorm 4 tegen 4 lang smal veld vereenvoudigingen Oefenvormen

Jeugdopleiding VV Holten. Trainingscyclus

In Evacuate the dancefloor van Cascada wordt een langer motief gebruikt. Meteen daarna wordt een variatie gespeeld.

DE KAATSHANDSCHOEN: LASTENBOEK (jaar 2019) bestemd voor de handschoenfabrikanten 1. Handschoen die vervaardigd mag worden : Enkel de handschoen van

theorie avond vrijdag 25 maart 2011 Welkom Vraagstelling Basisfilosofie golf E<que?en Straffen 1 of 2 stoklengten blauw, wit, rood, geel, Stableford

Blok 1 les 1. Groep 3,4 HUIS

DE TOENEMENDE LAGENSNIT MET PROJECTIE (vanaf 120 )

groep 4 WU 4.1 en 4.2 / oefenvorm 4.1 t/m 4.3, 4.5 en 4.6 / partijvorm 4

Training 1. 1) Warming-up

D-pupillen Training 1

Verbeter Tactische Vaardigheden door Partijvormen

Datum: Maandag 12 maart 2012 Onderwerp: Coachcursus Fielding (fielden) Door: Percy Isenia en hr. S. Isenia Aantekeningen door: Michel ten Broeke

groep 1 WU 1.1 en 1.2 / oefenvorm 1.1, 1.2, 1.4 en 1.6 / partijvorm 1

Vormen voor Warming up

Nieuwerkerkse Hockey Club De IJssel. Coach tips Tactische uitgangspunten

Opwarming U21. Opwarming 1

Een verhaal uit het tijdschrift Handwerken zonder grenzen. ( 4/81 )

Vertaling Uitgave maart 2014 Bonsaiblad Satsuki Kenkyu

Transcriptie:

PROGRAMMA TOPSPORTBJSCHOLNG ONDERDEEL LBRE ALGEMEEN: Voor ale te behandelen stootbeelden geldt dat in principe in een stoot in de serie moet - of kan worden geplaatst. De prakijk heeft uitgewezen dat het waarderen van de uitvoering met 1 of 2 punten een positieve uitwerking heeft. Dit houdt in dat de uitvoering met 2 punten wordt gewaardeerd indien een perfecte tot goede plaatsing is verkregen 'en met 1 punt indien slechts de caramqole werd gemaakt zonder da de juiste positie is verkregen. Ook is het mogelijk alsnog 2 punten toe'te kenneniridien blijkt dat met maximaal 2 stootjes alsnog de perfecte of goede positie wordt verkregen. De 3 mogelijkheden. De tekening moet slechts gezien worden als basisstootbeeld. Nagenoeg ieder stootbeeld kan zodanig worden neergelegd dat er zonder danwel met links of rechts effect moet worden gespeeld. Daarnaast moet er variatie worden nagestreefd in ale te vargren mogelijkheden zoals de afstand van het stootbeeld ten opzichte van de korte band de lange band cg. de hoek de afstand van ball tot bal 2 de afstand van bal 2 tot bal 3 enz. enz. Ook is het belangrijk de stootbeelden te leren spelen (e.g te leren neerleggen) voor zowel linkshandige - als rechtshandige spelers Tevens dienen de stootbeelden zowel in de lengte als in de breedte gespeeld te worden.

bz. 2 STOOTBEELD 1+ 2: Variaties: Zonder effect links effect rechts effect. Diktevan aanspelen van bal 2. "Scherpere" ligging waarbij we bal 1 verder laten doorlopen zelfs via de lange - (en eventueel korte) band laten terugkomen. Hoe scherper de ligging destemeer rechts effect. Masseren indien bal 1 dicht bij bal 2 ligt. Concentratie: Gericht op de plaatsing van bal 2. STOOTBEELD 3: Bal 1 voorbij bal 3 spelen zodat de positie van stootbeeld 1 of 2 danwel een variatie wordt verkregen. STOOTBEELD 4: Zolang het tempo van bal 2 door middel van een trekstoot beheerst kan worden niet piqueren. (Zie stootbeeld 6). STOOTBEELD 5: STOOTBEELD 6': Bal 1 zo recht mogelijk plaatsen ten opzichte van bal 2 waarna een passeerstoot wordt gespeeld. Bij de passeerstoot moet bal 2 iets opgetrokken worden om een betere positie te verkrijgen. >< Pique. Eventueel rood mee-optrekken. Zie ook stootbeeld 4. STOOTBEELD 7: Bal 2 wordt dik aangespeeld met links effect. De concentratie ligt biji "Niet vast aan roodl!11 STOOTBEELD 8+10: Bij een "Kleine ligging" optrekken bij een ruimere ligging sluiten. STOOTBEELD 9: Niet te klein leggen. Vlot spelen en bal 2 opvangen. Variatie: Ball en 2 recht ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de lange band leggen. Bal 2 vol aanspelen (met effect) en bal 3 zo dun mogelijk raken. STOOTBEELD 10: Zie onder stootbeeld 8. Algemeen : Zie bladzijde 1.

Tmes comruter- systeem 0- blad-1 brengen - serie.------------"- '-._-. 2 LSlillU::_S E R E -"-------.------." -.---... ------. ).. +<AN 2 STOTEN-SERE 4 ZE NR.: 1 1 STOOT- SERlE... ----_. J TREKS TOOT - KAN '2 STOTEN- SERlE _oj 6 KAN 1 STOOT-SERlE. PQUE r--" r 2 STOTEN-SERE 8 KAN!.J. ---- - -:;l. : OPTREKKE J. 1 STOOT-SERE 10 -- ------- -j-.. KAN SLUl.tE $. -.-.. - -- -. -..--.-

bz. 3 STOOTBEELD 11: STOOTBEELD 12: Bal 3 mee-optrekken en bal 2 over 2 banden. Door de ruimte die wordt gemaakt ontstaan er meer mogelijkheden om bij een niet perfecte plaatsing toch de serie te verkrijgen. Concentratie op bal Z. Variaren in afstand van bal 1 tot bal 2 en van 'bal 2 tot bal 3 + in afstand tot de hoek. STOOTBEELD 13: Bal 1 en 2 iggen recht ten opzichte van elkaar. Bal 1 rechts effect bal 2 zo vol mogelijk aanspelen "en hal 3 dun raken + bal 2 opvangen. Vlot spelen. STOOTBEELD 14: Concentratie op bal 2. Rood wordt aan de linkerzijde geraakt omdat er door het naar buiten spelen van bal 1 meer mogelijkheden ontstaan dan wanneer binnendoor wordt gespeeld. STOOTBEELD 15.: Bal 2 wordt in de ruimte acnter bal 3 geplaatst. Bal 1 wordt via de band gespeeld. Variatie: Bal 3 dichter bij de bandj bal 1 maakt de ruimte die nodig is voor bal 2. STOOTBEELD 16: Bal 2 wordt via 2 banden gespeeld bal 1 via de korte band. De concentratie ligt bij "Bal 2 op de plaats STOOTBEELD 17: Bal 2 via 1 band (moeilijk). Bal 1 via 1 band. STOOTBEELD 18: De opening niet te groot maken. Amorti. STOOTBEELD 19: Spelen met links effect. STOOTBEELD 20: Algemeen: Rustig en lang (traag) afstoten.met rechts hoog effect. Zie de overeenkomsten (en verschillen) tussen rneerdere stootbeelden.

T mes computer- systeem brengen-serie 1 STDOT-SERrE..g' 12 1S'(OOT - SERlE 8..S.Cl:i1 L MET tiel:!.. 6 EN 110 -- ' ; 1 STOOT - SERlE 14 KAN 1 STOOT - SERlE 1 '}) '4 b '... ' K.tL.J_TOOT - SE RE. 16 KAN 1 STOOT-SERE " ' ". blad-2 1-'. 1 ' r'- ) ll. AN 1 STOOT-SERE 18 " KAN 1 STOOT-SERrE. b ".' :.(&.' _. 20 Lf".0 KAN LNKS EFFECT RECHTS EFFECT --- -..-

blz. 4 STOOTBEELD 21: Erg fijn (finesse) spelen. Bal 2 dun aanspelen. De concentratie is gericht op de plaatsing van bal 2. STOOTBEELD 22: Verwisselen; bal 2 aan de korte band plaatsen dus aanmerkelijk dikker aannspelen' dan in stootbeeld 21. STOOTBEELD 23: STOOTBEELD 24: n de tekening wordt bal lover 1 band gespeeld. ndien mogelijk is het beter bal lover 2 banden' te spelen omdat er. dan meestal een betere positie vogt. Erg veel variaties mogelijk tot zeer dicht bij de hoek. STOOTBEELD 25: Op maat (zacht) naar rood. Bal 2 wordt in de ruimte achter rood geplaatst. Variaties: Afstand van ball en 2 ten opzichte van de lange band en de hdek van bal-l ten opzichte van bal 2 + plaatsing van bal 3. STOOTBEELD 26: De concentratie ligt bij: nbal 2 op de plaats". STOOTBEELD 27: Rustig spelen.. STOOTBEELD 28: Lossebandstoot over 3 banden. STOOTBEELD 29: De concentratie ligt bij de plaatsing van bal 2. STOOTBEELD 30: De concentratie is gericht op het opdrijven van bal 2. Algemeen: Zie bladzijde 1.

T. mes comruter-sy'steem bled -3 brengen-serie 21 KAN UTOOJ - SE:RE.P 22 KAN 1 STOOT-SERE.P-= FNESSE VERWSSELEN 23. STOOT-SERE KAN 1 STOOT SER E j). GROOT 25 rt KAN 1 STOOT-SERE 26 KAN 1 STOQT SEBE -.. SbEN l KAN 1 STodT-SERE 28 r'b SAN 1 STOOT - SERlE 29 KAN 1 STOOT - SER E MASSE 30 KAN 1 STQQT - SERlE MASSE J

bz. 5 STOOTBEELD 31; De concentratie is gericht op het mikpunt op de band + het op maat spelen. Ook hier geldt: Over 2 banden spelenomdat dan (meestal) ee betere positie wordt verkregen. STOOTBEELD 32: Opdrijvend spelen. STOOTBEELD 33: HOp maat" spelen. STOOTBEELD 34: Met (veel) effect. STOOTBEELD 35: Met (veel) effect. De hoeveelheid is afhankelijk van de gewenste afslag van ball. STOOTBEELD 36: STOOTBEELD 37: Lossebandstoot over band. Moet met durf worden gestoten...:.:. '... Liever te hard dan te dun. -". Lossebandstoot waarbij bal 3 veer bal 2 ligt...' ): STOOTBEELD 38: Bal 2 opduwen waarna stootbeeld 37 vogt. STOOTBEELD 39: Er wordt met links effect ("tegen-effect") via de band gespeeld. Variatie: Weinig ruimte achter rood. Bal 2 zeer dik raken; bal 3 dun raken en bal 2 opvangen. STOOTBEELD 40: Doorschietstoot via de band met rechts effect. 38 Algemeen: Zie bladzijde 1.

lmes comruter-systeem blad - 4 brengen-serie A! '_STOQT - SERlE 32 1 STOOT - SER E 2 BAND- LQSBANP LOSBAND - OPDRJVEND CD (}) : 3 33 1 S TOOT - SERlE KAN 1 STOOT - SER E FNE SSE @ (0 ERN - ERUT lit' ; 35 ---.--_._---_.- t:: KAN 1 STOOT-=SERE 36 1 STOOT -SERlE ERUT-ER i t 38 37 L KAN 1 STOQT -SERlE At-J 2 SQEt-J - SEBE (j) DAARNA NR.: 37 " 39! ; KAN 1 STOOT -SERlE b' ' LOSBAND-DOORSCHETEN LNKS-EFFECT 40 W KAN 1 S1 QQT - S E B E. REctnS EFFEC

. '''.v ;"'""'::.:..';...-.-:.:. (;l:.i...'::.;.-.;b: '."';. bz. 6 STOOTBEELD 41: Variaties: Linkshandig spelen de afstanden kleiner en groter maken. ndien bal 2 dichter bij de band ligt en er is onvoldoende ruimte om bal 2 er tussen te spelen dan ruimte maken.. STOOTBEELD 42: Bal 3 (rood) uit '4e band spelen. STOOTBEELD 43: Ball niet te ver terug laten lopeno Denk aan de 3 mogelijkheden.(zonder effect links effect en rechts effect).. STOOTBEELD 44 :. Bal 1 buiten spelen. Bal 2 komt via 2 banden terug. Bal 2 niet te dik aanspelen i.v.m. zijn snelheid. De concentratie ligt op bal 2. Zie de mogelijkheid om dit stootbeeld in kader toe te passen als kering. (n het. anker) STOOTBEELD 45: Niet masseren maar via de 'band spelen. Uitsluitend masseren indien ball dichtbij bal 2 ligt. Aanvoelen wanneer het een masse moet zijn. STOOTBEELD 46: Bal 2 over 2 banden.opvangen. STOOTBEELD 47: STOOTBEELD 48: STOOTBEELD 49: STOOTBEELD 50: Masse. De concentratie ligt op bal 2. Bal 2 voldoende opdrijven. Dit is' opdrijvend masseren. Zacht maar we doorgaan in de bal. Op nieuw laken bal 2 iets dikker aanspelen. Korte droge afstoot met een rustige voorbeweging... Denk aan de 3 mogelijkheden. Variatie: Bal 3 vast aan de band. Piqueren met een weinig links effect. Algemeen: Zie bladzijde 1.

T. mes comruter- sy'steem blad-5 brengen-serie KA N 1 STOOT - SERlE 42 KAN 1 STOOT - SERlE ".. '. ' 1 UT BAND 3 UT BAND 2 fn DE OPENNG 43 to 1 STOOT - SERrE -- ". " KAN 1 S TOOT - SERlE 45 KAN 1'STOOT-SERE 46 " '. " 1 Sloar - SEBE KAN 1 S TOO T - S E R E 48 K AN 1 STOaT - SERlE MASSE MASSE (TOK) 0 49 KAN 1 STaDT - SERlE 50 KAN 1 STOaT - SERlE.to FUN -DUBBEL- KLOS.;6 PQUE

bz. 7 STOOTBEELD 51: Opdrijvend spelen (daarna betere positie). ndien d opening achter bal 3 klein is. bal 2 voller aanspelen. STOOTBEELD 52: Opdrijvend spelen. "Eventueel het effect versterken door "gekopt" te spelen. (pikh:elen) STOOTBEELD 53: Bal 1 boven het hart spelen. STOOTBEELD 54: Rood iets opdrijven. Daarna vogt stootbeeld 51. Denk aan de 3 mogelijkheden. STOOTBEELD 55: Masseren via de band dus altijd drukkenl STOOTBEELD 56: Bal 1 moet buiten komen. Denk "aan variaties. STOOTBEELD 57: STOOTBEELD 58: Zacht spelen dun van wit. Daarna vogt stootbeeld 51. Op de klos. Pittig afstoten. STOOTBEELD 59: Op de klos daarna. eventueel' dubbelklos. Zo dik mogelijk aan8peln. Duwend over de duim spelen. STOOTBEELD 60: Met durf stoten. Algemeen: Ais je denkt dat het. nog net kan niet meer doen!!! Leren zien waar het meeste gevaar dreigt. Bekijk de mogelijkheden. Zie bladzijde 1.

. T.mes comruter-systeem blad-6 brengen-serie :> 1 KAN 1 SToaT-SERlE A.':' 52 KAN 1 SToaT - SERlE 53 KAN 2 STOTEN- SERlE -0 51. KA N 2 STaTEN - SERlE DAARNA DAARNA NR.: 51 55 KAN 1'STOOT.-SERE 56 KAN 2STOTEN-SERE MASSE DAARNA NR.: 51 KAN 2 STaTEN -SERlE DAARNA NR.: 51 5a KAN 1 STOaT - SER E TREKKEN OP DE KLOS 59 2 STOTEN - SERlE 60 KAN 1 STOaT - SER E NJDGER OPVANGEN LJ.At-J.l

bz. 8 STOOTBEELD 61: Variaties: Schuine ligging ten opzicht van de band + los in plaats van vast.. ndien los dan met iets meer effect spelen. Vastliggend: Goed op dikteaanspelen. STOOTBEELD 62: Goed op dikte aanspelen. Denk aan de 3 mogelijkheden. STOOTBEELD 63: Variaties: Schuine ligging + hal 2 en 3 los. STOOTBEELD 64: Pittig stoten met links effect. ndien deze ligging kort bij de hoek is gesitueerd dan een "nijdig" (vinnig) trekstootje. STOOTBEELD65: Dun van bal 2. Denk aan de 3 mogelijkheden. STOOTBEELD 66: Pique zonder effect. Bal 2 dun aanspelen..'. STOOTBEELD 67: Yoelen dat ball terugkomt. Bal 2 wordt vaak te dik geraakt. STOOTBEELD 68: Bal 1 via 1 band. Bal 2 via 2 banden. Variatie: Bal 2 vast aan de band.. STOOTBEELD 69: Erg nauwkeurig (finesse) spelen. STOOTBEELD 70: Als de ruimte tussen bal 2 en 3 klein is (zoals in de tekening) passage via de band. ndien de ruimte groter is! Sluiten + opvangen. Algemeen: Zie bladzijde 1.

51!mes comruter-systeem r--- 1 STOOT-SERE.. OP DE KLOS 62 t.' biad - 7 brengen-serie KAN 1 STOOT -SERlE OP DE KLOS - -- -- -- 63 ' 1 STOOT - SERlE OP DE KLOS 64 H < STOOT-SERE OP DE KLOS 55 KAN 1 STOOT-SERE 66 KAN 1 STOOT-SERE POUE..;7 1 STODT-SERE (VAST) 68-69...'. A > 1 STOaT-SERlE ZE VERSCHL MET NR.:46 70 KAN 1 STOOT -SERlE N FNESSE

bz. 9 11 STOOTBEELD 71: Bal 1 rechts effect. Zie ook de stootbeelden 19 + 20. STQOTBEELD 72: Bal 2 komt terug over 2 banden. Variatie: Bal 3 vast. Zie ook de stootbeelden 13 16 16 17 en 107. STOOTBEELD 73; Concentratie (Voelen) : Bal 2 op de juiste plaats. Denk aan de 3 mogelijkheden. STOOTBEELD 74: Masseren. Zie ook stootbeeld 1. De concentratie ligt op plaats tt "Bal 2 op de STOOTBEELD 75: STOOTBEELD 76: Variatie: Bal 2 vast aan de band. 1 S Altijd proberen zo recht mogelijk te plaatsen" ten opzichte van bal 2. "" :-:;.... ;. ;: Zie het kommentaar bij stootbeeld 15. 0 Dit geldt ook hier aleen nu-door middel van een masse..-. STOOTBEELD 77: Sluiten. Vervolgens passage spelen. Kan in 3 tot 5 stootjes in de serie worden geplaatst. :1';: STOOTBEELD 78: STOOTBEELD 79: Plaatsen op rood. Daarna vogt stootbeeld 4 of stootbeeld 6. (Passeren door middel van een trekstootje of.via een pique). r ndien ball dicht bij bal 2 ligt masseren. 19' Zie ook stootbeeld 108. STOOTBEELD 80: Zie het kommentaar bij stootbeeld 78. Algemeen: Aan de korte band wordt de seie d.ffi.v. placement. Zie bladzijde 1. gespeeld

T. mes comj2uter-systeem blad-8 brengen-serie 71. K_H LS TQOL- E R E 19-20 - -. 72 ' KAN 1 STOOT-SERE '. '..13-15-16-17. 73 1 S TOO T - S E R E MASSE 75 KAN 2 STOTEN-SERE 76 KAN 2 STOTEN-SERE.. 5.. 5! "0 - - 771J KAN 3-1.-5 STaTEN-SERlE J. 78 KAN 2 OF 3 STOTEN - SERlE tjaden 4 QF Q c{ 1 STOOT-SERE 80 MASSE 108!====================== ---. KAN 20F3 STOTEN-SERE FNESSE

bz. 10 81 STOOTBEELD 81: Bal 1 voorbij bal 3 spelen. De concentratie is gericht op bal 2. STOOTBEELD 82: Zodanig plaatsen op bal 81kan worden gespeeld. 2 dat stootbeeld STOOTBEELD 83: Piqu. 53 Daarna volgen meestal meerdere mogelijkheden waaronder de stootbeelden 4 en 6. STOOTBEELD 84: Pique-rentre. ndien de afstand van bal 1 tot bal 2 kort is; korte afstoot. STOOTBEELD 85: edere masse via de band duwend afstoten. (drukken). STOOTBEELD 86: Bal 2 vast. Vraagt training. ndien de carambole wordt geaakt sprake van een biljarde. is er geen. STOOTBEELD 87: Op souplesse. Variatie: Bal 3 zo dicht bij de band dat er onvoldoende ruimte is voor bal 2: j7. Opening spelen.. STOOTBEELD 88: Bal 2 naast bal 3 plaatsen. Bal 3 iets optrekken. (Betere positie). STOOTBEELD 89: STOOTBEELD 90: Bal 2 uit de band trekken. Hierna vogt meestal een aantal mogeijkheden waaronder ook siootbeeld 104. Als de opening achter bal 3 te klein is dan bal 2 de opening laten maken. Concntratie op het tempo van bal 2. Algemeen: Zie bladzijde 1.

. blad-9 - T.mes comruter-systeem brengen-serie 81 i KAN 1 STOOT-SERE PQUE B2 KAN 2 STOTEN- SER E 83 KA N 3-4 -5 STOTEN - 5 ERrE KAN 1 STOaT - SER E NADEN 4 OF 6 PQUE - RENTRE PQUE 85 KAN 1 STOOT - SERlE MASSE 86 KAN 2 STaTEN - SER E 'g.. 3 NU 2 VAST... 87 Li '" KA N 1 S TOOT - S E R E.. a8 KAN 1 STOaT-SERlE. 89 3-4 OF 5 STOTEN-SERE 90 KAN 1 STOOT -SERlE ( DRAAEN)... B - 10. -... 104... (i :.. " :".

bz. 11 STOOTBEELD 91: Concentratie op bal 2. Zle ook stootbeeld 41. STOOTBEELD 92: Denk aan variaties zoals los in plaats van vast los van de band e.d. STOOTBEELD 93: Pique. Bal 3 zo dun mogelijk raken. STOOTBEELD 94: Bij grote opening en onvoldoende ruimte achter bal 3 eerst sluiten. Daarna stootbeeld 4 of 6 danwel passage. STOOTBEELD 95: STOOTBEELD 96: Op maat naar rood. Denk aan de 3 mogelijkheden. Zie ook stootbeeld 25. Op maat naar rood. Denk aan de 3 mogelijkheden. i:... Zie ook stootbeeld 25.... ::.' STOOTBEELD 97: STOOTBEELD 98: STOOTBEELD 99: Zodanig plaatsen op rood dat stootbeeld 9 wordt verkregen. Vol en zacht!!!!! Als het ware tegen bal 3 "laten vallen tt Pique. Kort afstoten (Tok). ' >! 1 i STOOTBEELD 100: Losseband. Variaties: Verander de ligging van bal 2. Denk hierbij ook aan de entre. Algemeen: De serie keren van "tegen de hand ll naar "vr de hand". nden de oude opening wordt gebruikt: Dik op bal 2 spelenj dicht bij bal 3 blijven. Beter is indien mogelijk: Zodanig plaatsen dat stootbeeld 2 wordt verkregen waarna in 1 stoot kan worden gekeerd. Zie bladzijde' 1.

lmes comruter-systeem Lit U U - v -: brengen-serie t KAN 1 STOOT -SER E 92 1 STOOT -SER E -. - - 41 64 KAN 1 STOOT-SERE. PQUE 94 KAN 2 OF 3 STOTEN-SERE.. 4 OF 6. V'. KAN. " " 1 STOOT - SERlE 90 RECHTS- EFF ECT L L 2S. 2S KAN 1 STOOT-SERE ZONDER- EFF EeT 'f 2 STOlE N -SER E 98 KAN 1 STOOT - SER E 9 KAN 1 STOOT - SER E 100 KA N 2 STOTEN - SER E PQUE

bz. 12 STOOTBEELD '101: Bal 1 wordt via de band gespeeld. Bal 3 wordt aan de achterzijde geraakt. STOOTBEELD 102: Rood opdrijven en plaatsen op wit. Dan wit opdrijven en plaatsen op rood. Daarna compact leggen via een trekstootje van rood. STOOTBEELD 103: Bal 1 wordt gespeeld met links effect. Bal 2 klost bal 3 naar buiten. STOOTBEELD 1Q4: Eerst sluiten. Dan in een schuine positie plaatsen om vervolgens bal 2 via 2 banden door de hoek te spelen. STOOTBEELD 105: Bal 2 kan niet meer worden "gehouden". ( Bal 1 moet bal 2 in de ruimte achter bal 3 i opvangen. STOOTBEELD 106: Bal 2 wordt via 2 banden gespeeld. Sluiten. Daarna via 2 tot 3 stootjes in de serie. STOOTBEELD 107: Bal 2 wordt via 1 band gespeeld. Omdat er onvoldoende ruimte achter bal 3 qp wordt deze door ball zodanig geraakt da deze uit de band komt en daarbij voldoende ruimte maakt voor bal 2. STOOTBEELD 108: STOOTBEELD 109: Ball en bal 2 dicht bij elkaar: Masse. Zie ook stootbeeld 79. Rood zodanig plaatsen dat bij de volgende stoot de witte bal via 2 banden in de serie! kan worden geplaatst. Eventueel 1 of 2 0' stootjes meer. STOOTBEELD 110: Pique. Ruim spelen. Bal 3 optrekken. Zie ook de stootbeelden 4 6 en 11. Algemeen: Zie bladzijde 1..

mes comruter-systeem blad -11 brengen- serie KAN 1 STOOT-SERE 102 2 STOTEN-SER E 103 1 STOOT-SERE 104 4 OF5 STOTEN-SERE '. 1 OP DE KLOS e9.. 105 r 1 ST.oOT- SERlE 106 ;3 OF 4 STOTEN -SERlE K AN 1 S TOO T - S E R E 108 1 S TOOT - SE RE MASSE 1 3-15 - 15-1 7-72 - 79. 109 3 OF. STOTEN - SER E 110 KAN 1 STOOT-SERE 11 L. - 5