Inhoud. Ruggenmerg en spinale zenuwen 1. 4 Romp Ruggenmerg en bouw van de spinale zenuwen. [79] Afb. 4.78

Vergelijkbare documenten
Trofische kijk op het lumbale radiculaire syndroom

2 De romp. Zichtbare en palpabele oriëntatiepunten van de romp


Anatomie / fysiologie

Belangrijkste anatomische structuren van de wervelkolom

HANDLEIDING PRACTICUM CRANIALE ZENUWEN 1 (Nn. I, II, III, IV, V, VI & autonoom zenuwstelsel)

Inhoud. Zenuwstelsel. Inleiding. Basiselementen van het zenuwstelsel. Ruggenmerg en ruggenmergzenuwen

University of Groningen

Inhoud. Halsspieren 1. 3 Hals. 3.1 Oppervlakkige hals- en gezichtsspieren, aanzicht rechts-lateraal. [12] M. orbicularis oculi (pars orbitalis)

Inhoud. Spiertrainer 3 Hals. 0 basis van de binnenzijde van de onderkaak etagegewijs bij de linea mylohyoidea

Opdrachten, woordenlijsten en stellingen behorende bij Cxx56 Neurologisch systeem / Zenuwstelsel

frontaal vlak sagittale as transversale as sagittaal vlak mediosagittaal (mediaan) vlak

Inhoud. Inleiding 1. 4 Anatomie van de schouder Anteflexie Retroflexie Abductie Adductie 46

Hernia borstwervelkolom (thoracaal)

DEEL II: HET ONDERSTE LIDMAAT (vervolg)

23-Oct-14. 6) Waardoor wordt hyperextensie van het kniegewricht vooral beperkt? A) Banden B) Bot C) Menisci D) Spieren

De antwoorden op de opdrachten E-Learning VAN WIT EN ZWART. Opdracht 1. A = M. tensor fasciae lata B = lig. capitis femoris

Anatomie van de heup. j 1.1

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen


Tabel van de perifere zenuwen [terminale takken]: bovenste extremiteit

Versus, Tijdschrift voor Fysiotherapie, 6e jrg 1988, no. 4 (pp )

SPINALE ANESTHESIE: Dr. J. Debeuf. Inleiding:

THEMA 1: EMBRYOLOGIE (13p)

Osteopatische visie op het bitloos rijden versus het rijden met een bit en de invloed hiervan op het occiput- atlas- axis (OAA) complex

Dutch Spine Surgery Registry DSSR

second year exam for surgery

Inspectie, anatomische structuren en palpatie liggend

Wervelkolomchirurgie. Hernia of prolaps van de tussenwervelschijf

DEEL II: HET ONDERSTE LIDMAAT (vervolg)

Les 23 Skelet. Richtings en vlakken benamingen, skelet, been-bot, groei bot, wervelkolom, gewrichtsaandoeningen

7.Aa,b Heupspieren (heupgewrichtsspieren), oorsprong op os coxae. a lateraal aanzicht. b mediaal aanzicht. Afb. 7.Aa,b

Hernia of wervelkanaalstenose

Ruggenmerg Hersenen. Hersenstam Cerebellum Diencephalon Telencephalon. Somatisch zenuwstelsel Autonoom zenuwstelsel

Protocol voor niet aan MINTH studie deelnemende kliniek

RCT - Facetpijn. Figuur: Lumbale wervelkolom

4 Systematiek van de hersenzenuwen. 4.6 Nervus trigeminus (V): 5 Topografie

Cervicale kanaalstenose. Poli Neurochirurgie

Hieronder tref je de itemlijsten van anatomische structuren die van belang zijn in het kader van de cursus Hersenen en Zintuigen bachelor jaar 1 aan.

De nekhernia. Pagina 1 van 5

5 Bot tussenstof bestaat behalve uit calciumzouten eveneens uit: a) Fibreuze vezels b) Elastische vezels c) Reticulaire vezels d) Collagene vezels 6

Bewegingsleer Deel III De romp en wervelkolom

Reina Welling WM/SM-theorieles 7. Waar zorgt de wervelkolom voor? (m.a.w. wat is de functie van de wervelkolom?)

Myelografie i e m lda m o r n i t g e o g r t z u m

DOOR: RUDOLF ALEXANDER VAN DER KRUIJK GEBOREN TE 's GRA VENHAGE IN 1957

INHOUDSOPGAVE 35. ALLES IS EEN. 3. Voorwoord. 5. De circulatie binnen schedel en wervelkanaal. 9. De veneuze afvoer. 11. Meningen en liquor

Gesloten vragen Functionele Anatomie II

OPEN LESSEN HERFSTVAKANTIE FUNCTIONELE ANATOMIE Prof. dr. Ingrid Kerckaert 13u-14u15

M. supraspinatus. Origo: Insertio: Innervatie: Functie: Fossa supraspinata. Tuberculum maius. N. suprascapularis. Abductie arm

Dorsum manus. Regio femoris anterior. Regio genus anterior. Regio cruris anterior. Dorsum pedis

Bloktoets Beweging en Sturing 3 juni 2011

THEMA 1: EMBRYOLOGIE (13p)

De 5 klassieke blocks. De 5 klassieke blocks. Deze uiteenzetting

Theorie-examen anatomie 25 januari 2008

Dr. Liesbeth Teugels Multidisciplinair Pijncentrum UZA. Algologisch Lentesymposium 24 mei 2014

Instructies voor aanlevering logboek Kwaliteitsbeoordeling SEO

Theorie - herexamen Anatomie 23 mei 2008

HANDLEIDING PRACTICA HERSENDISSECTIE

Anatomie van de nervus trigeminus

Les 19 Zenuwstelsel 2

Anatomie van het bewegingsapparaat itemlijst

Handleiding Pijnbestrijding

VUmc_CAT_HZ_B15_ _inzage Friday, April 20, :19

Hernia van de onderrug

Hernia met een radiculair syndroom in de lage rug Informatie & behandeling. Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis

WAT IS HET EFFECT VAN BOWEN THERAPIE BIJ MENSEN MET EEN NEKHERNIA

Bouw van een skeletspier

WAA BIJEENKOMST dr. RHGP van Erve, orthopedisch chirurg

Fysiologie / zenuwstelsel

Anatomie / fysiologie Circulatie. Spierweefsel. Spierweefsel indeling. Cxx53 13 en 14 Spieren Skelet

THEMA 1: EMBRYOLOGIE. Antwoordopties:

APPENDIX C: Patiënteninformatie over uitzaaiingen in de wervelkolom.

RAADPLEGING VOOR RUGAANDOENINGEN

VUmc_CAT_BB_B15_ _inzage Friday, January 12, :42

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar DEGENERATIEVE LUMBOSACRALE STENOSE BIJ DE HOND. door.

Instructies voor aanlevering logboek Kwaliteitsbeoordeling SEO

Handleiding beeldopslag. Stichting Prenatale Screening Regio Utrecht met dank aan SPSNN

Ruggenmerglaesies door vasculaire stoornissen

Herniaoperatie aan de lage rug

Cervicale kanaalstenose of vernauwing van het halswervelkanaal

Rode vlaggen. in neurochirurgie. Klinische navormingsavond 4 april 2019 Dr. Joris Van Oostveldt

LOCOREGIONALE ANESTHESIE LOCOREGIONALE ANESTHESIE. LRA : INDICATIES centrale blocks. Indicaties spinale anesthesie Perifere zenuwblokkade

VUmc_CAT_BB_B15_ _inzage Wednesday, March 22, :35

Universiteit Gent, haar werknemers of studenten bieden geen enkele garantie met betrekking tot de juistheid of volledigheid van de gegevens vervat in

Tarieven Radiologie 2011

Vernauwing van het wervelkanaal

2. Bevestiging spieren. 3. Stevigheid (samen met spieren) 4. Beweeglijkheid (samen met spieren) 5. Aanmaak rode bloedcellen in beenmerg

Onderzoek naar de effectiviteit van de behandeling van kinderen lijdend aan het ADHD-syndroom op het vermogen zich te concentreren.

Belangrijkste spiergroepen

SPORTMASSAGE les 1 woensdag Hoofdstuk 1. Anatomie of ontleedkunde: Kennis van de bouw van het menselijk lichaam

50103 Beweging en sturing 31 mei uur

NEDERLANDSE ECHOGRAFIE ACADEMIE CURSUS ZENUWECHOGRAFIE

Cervicale stenose (vernauwing in nek)

Inhoudsopgave. Rug. Borstkas. Inhoudsopgave. 1 Botten, banden en gewrichten. 5 Borstkaswand. 6 Borstholte. 2 Spieren.

Lumbale hernia operatie

De hersenen. 1. Anatomie en ontwikkeling 2. De grote hersenen

Prikkelingen in de handen

Inhoud 0 Hoe werkt deze cursus? 1. Dwarslaesie in het kort 1.0 Introductie / samenvatting 1.1 Iets over medische termen 1.2 Dwarslaesie 1.

Transcriptie:

Ruggenmerg en spinale zenuwen 1 4.78 Ruggenmerg en bouw van de spinale zenuwen. [79] Sulcus medianus Sulcus intermedius Funiculus Sulcus posterolateralis Columna Radices es Columna lateralis Funiculus lateralis Columna Ganglion spinale Funiculus Fissura mediana Sulcus anterolateralis Radices es N. spinalis Ramus = dorsalis Ramus = ventralis Ramus meningeus Ramus communicans albus Ramus communicans griseus Weergave van de kolommen (columnae) van de grijze substantie en de bundels (funiculi) van de witte substantie. Verbinding met de truncus sympathicus Afb. 4.78 >

Funiculus Fissuracommunicans mediana Ramus albus Ruggenmerg en spinale zenuwen 2 Ramus communicans griseus Sulcus 4.79a c Dwarsdoorsnede van het ruggenmerg (medulla spinalis). [54] anterolateralis Verbinding met de truncus sympathicus Weergave van de kolommen (columnae) van de grijze substantie en de bundels (funiculi) van de witte substantie. 4.79a c Dwarsdoorsnede van het ruggenmerg (medulla spinalis). [54] Weergave van de kolommen (columnae) van de grijze substantie en de bundels (funiculi) van Sulcus de wittemedianus substantie. Septum medianum posterius Sulcus intermedius Sulcus posterolateralis 4.79a c Dwarsdoorsnede van het ruggenmerg ( Septum cervicale intermedium Radix Fasciculus cuneatus = bundel van Burdach Fasciculus gracilis = goll-bundel Cornu posterius Funiculus Septum medianu Sulcus intermedi Cornu laterale Septum ce Cornu anterius Funiculus lateralis Funiculus Sulcus anterolateralis a b a Fissura mediana Radices es Arachnoidea mater spinalis Cornu posterius Pia mater spinalis Canalis centralis Cornu anterius Spatium subarachnoideum Radices es a Halsmerg (pars cervicalis) b Borstmerg (pars thoracica) c Lendenmerg (pars lumbalis) a,b Kleuring ter scheiding van het merg c Zilverimpregnatie volgens Bielschowsky c een totale dwarslaesie vallen Ä Bij onder de plek van de laesie de motoriek (slappe parese in de spinaleshockfase, gevolgd door Cornu posterius spastische parese), alle sensibiliteitsfuncties vegetatieve Canalisen centralis functies uit. Een laesie van de laterale helft van het ruggencornu anterius merg (brown-séquardsyndroom) leidt onder de laesie zowel tot spastische parese als tot gedissocieerde sensibiliteitsstoornis met a Halsmerg (pars cervicalis) uitval van de dieptesensibiliteit b Borstmerg (pars thoracica) (achterstreng) van de getroffen c Lendenmerg (pars lumbalis) zijde en uitval van het pijnenmerg a,b Kleuring ter scheiding van het temperatuurgevoel (zijstreng) c Zilverimpregnatie volgens Bielschowsky van de niet getroffen zijde. Ruggenmerg < > Afb. 4.79 a-c c

Ruggenmerg en spinale zenuwen 3 4.80a,b a Ruggenmerg, spinalezenuwwortels en spinale ganglia; b Ruggenmerg met gesepareerde voorste wortel. [6] Radices spinales = pars spinalis van de nervus accessorius Medulla oblongata C 2 Ganglion spinale Radices es = fila radicularia Pars cervicalis Intumescentia cervicalis Th 1 Ramus = ventralis Ramus = dorsalis Fissura mediana Radices es = fila radicularia Medulla spinalis Pars thoracica N. spinalis Pars lumbalis Intumescentia lumbosacralis Th 12 Conus medullaris Pars sacralis en pars coccygea Conus medullaris L 1 Cauda equina S 1 C 0 a Dorsaal aanzicht Filum terminale Een conussyndroom (beschadiging van het ruggenmerg- Ä segment S 3 Co) en een caudasyndroom (laesie van de wortels van de spinale zenuwen in het gebied van de cauda equina) kunnen ontstaan door tumoren of door een mediale prolaps van de tussenwervelschijf. Kenmerkende symptomen zijn slappe parese, sensibiliteitsstoornissen in het zg. rijbroekgebied (A Afb. 4.72), incontinentie van blaas en endeldarm en impotentie. < Afb. 4.80 a,b b Vooraanzicht Filum terminale (pars pialis) >

Ruggenmerg en spinale zenuwen 4 4.81 Mediaan-sagittale doorsnede van het wervelkanaal en van het ruggenmerg met de uittredende spinale zenuwen, schematische weergave. [15] C 1 1e halswervel 7e halswervel 1e borstwervel C 8 Th 1 Th 12 12e borstwervel L 1 1e lendenwervel 5e lendenwervel 1e heiligbeenwervel L 5 S 1 5e heiligbeenwervel stuitbeenwervel Afb. 4.81 S 5 Co 1 <

Ruggenmerg 1 4.82 Ruggenmerg (situs medullae spinalis), dorsaal aanzicht. [8] Vertebra thoracica V Mm. intertransversarii thoracis M. intercostalis externus Mm. levatores costarum longus en brevis Arcus vertebrae (res.) Ganglion spinale vertebralis internus en bindweefsel van het spatium epidurale = extradurale Dura mater spinalis Rami articulares N. spinalis A. intercostalis Ramus = ventralis = n. intercostalis Ramus communicans griseus Ramus communicans albus Arachnoidea mater spinalis Ramus lateralis Ramus medialis Ligamentum intertransversarium Ramus = dorsalis Spatium subarachnoideum Ligamentum denticulatum Aa. spinales es M. intertransversarius lateralis lumborum M. intertransversarius medialis lumborum A. radicularis Radix en ganglion spinale Radix Intredeplaats van de radices en in de duraschede Intumescentia lumbosacralis Cauda equina Radices es Radices es Conus medullaris Pars pialis van het filum terminale Om het ruggenmerg, de spinalezenuwwortels, het ruggenmergvlies en de epidurale en subarachnoïdale ruimten weer te geven is het wervelkanaal geopend onder de vijfde borstwervel en is de canalis sacralis van dorsaal geopend. Afb. 4.82 >

Ruggenmerg 2 4.83 Ruggenmerg in het halsgebied, bovenaanzicht. [6] Truncus sympathicus Ramus communicans Ramus = ventralis N. spinalis Ramus = dorsalis Pia mater spinalis Ligamentum denticulatum Substantia grisea Substantia alba Arachnoidea mater spinalis Dura mater spinalis wing van het wervelkanaal ndroom), als gevolg van extratumoren, mediale prolaps van ervelschijf (in het gebied van velkolom) of dorsale spondyloeiden tot compressie van merg. Septum arachnoideum Ligamentum flavum en periost vertebralis internus Vv. vertebrales A. vertebralis Ganglion spinale Radix A. spinalis Radix A. spinalis Spatium subarachnoideum Spatium epidurale = peridurale vertebralis internus en vetrijk bindweefsel Afb. 4.83 < >

Ruggenmerg 3 4.84 Lumbale wervelkanaal en sacrale kanaal, van dorsaal geopend. [15] vertebralis internus Het eind van de durazak (liquorruimte) ligt ter I hoogte van de tweede sacrale wervel. In het caudale (extrathecale) segment verenigen zich de door de duraschede omhulde spinalezenuwwortels nog binnen het sacrale kanaal tot de sacrale en coccygeale zenuwen. Ganglion spinale lumbale I M. intertransversarius Radices es en es van de cauda equina Processus costarius III M. quadratus lumborum Arcus vertebrae lumbalis V Ligamentum iliolumbale Ganglion spinale sacrale II Canalis sacralis Snijrand van de dura mater spinalis Snijrand van de arachnoidea mater spinalis Rami es = dorsales van de lumbale zenuwen Rami es = ventrales van de lumbale zenuwen Ganglion spinale lumbale V Foramen intervertebrale tussen de tweede en derde sacrale wervel Lumbaalpuncties worden verricht in de Ä subarachnoïdale ruimte tussen de vierde en vijfde of tussen de derde en vierde lendenwervel. Diezelfde plaatsen worden gebruikt voor de intrathecale toepassing van lokale spinale anesthesie. Bij epidurale anesthesie wordt het anestheticum in de epidurale ruimte geïnjecteerd. N. coccygeus Filum terminale (pars duralis) Rami es = dorsales van de nn. sacrales De cauda equina is zichtbaar gemaakt door de dura mater spinalis en arachnoidea mater spinalis gedeeltelijk te verwijderen. < Afb. 4.84

Ruggenmerg: bloedvoorziening 4.85a c Bloedvoorziening van het ruggenmerg, halfschematische weergave. [79, 63] 4.85a c Bloedvoorziening van het ruggenmerg, halfschematische weergave. [79, 63] A. basilaris A. spinalis Ramus spinalis (radicularis) van de a. cervicalis profunda Ramus spinalis (radicularis) van de a. cervicalis ascendens Rami spinales (radiculares) van de a. vertebralis A. vertebralis A. cervicalis ascendens A. cervicalis profunda V. spinalis V. cervicalis profunda V. vertebralis A. subclavia sinistra Arcus aortae V. cava superior V. jugularis interna (res.) V. subclavia Pars thoracia aortae V. azygos V. hemiazygos accessoria Aa. intercostales es V. hemiazygos A. radicularis () magna = arterie van Adamkiewicz Pars abdominalis aortae V. lumbalis ascendens A. intercostalis X Aa. lumbales a Vooraanzicht b Vooraanzicht Arteriën voor de verzorging van de cauda equina a Arteriële verzorging: aa. spinales es (posterolaterales), a. spinalis, aa. radiculares es en es uit de aa. vertebralis, cervicalis ascendens, cervicalis profunda, intercostalis suprema, intercostales es en lumbales b Veneuze drainage c Dwarsdoorsnede van het ruggenmerg. Op de rechter zijde de arteriële verzorging, op de linker zijde de veneuze drainage De verzorgingsgebieden vanuit de I a. spinalis en de a. spinalis zijn hier weergegeven. A. spinalis A. spinalis A. radicularis Ramus spinalis A. radicularis V. spinalis c Afb. 4.85 a-c Vasocorona medullaris V. spinalis Ramus spinalis Beschadiging van de a. radicularis Ä magna leidt tot gebrekkige doorbloeding en functieverlies van de ruggenmergsegmenten die door deze arterie verzorgd worden. Een arteria-spinalis-syndroom, bv. bij trombose van de arterie, leidt onder de laesie tot parese ter hoogte van het betreffende ruggenmergsegment, tot spasticiteit en tot gedissocieerde sensibiliteitsstoornissen (de pijn- en temperatuurbeleving is gestoord, de dieptesensibiliteit blijft behouden). a Arteriële verzorging: aa. spinales es (posterolaterales), a. spinalis, aa. radiculares es en es uit de aa. vertebralis, cervicalis ascendens, cervicalis profunda, intercostalis suprema, intercostales es en lumbales b Veneuze drainage c Dwarsdoorsnede van het ruggenmerg. Op de rechter zijde de arteriële verzorging, op de linker zijde de veneuze drainage I

Wervelkolom en wervelkanaal: venen 4.86a c Venen van wervelkolom en wervelkanaal. [a c 58, 59; c 13] Sinus transversus V. jugularis interna Sinus occipitalis Paravertebrale halsspieren V. cervicalis profunda Anastomosen naar de vv. intercostales es Processus spinosus vertebrae thoracicae I V. azygos V. hemiazygos V. intercostalis vertebralis internus vertebralis internus V. intervertebralis Ramus dorsalis Corpus vertebrae thoracicae I vertebralis externus Anastomosen naar de vv. lumbales Processus spinosus vertebrae lumbalis I Ligamentum longitudinale anterius vertebralis externus b Aanzicht voor-lateraal Corpus vertebrae lumbalis I Vv. basivertebrales vertebralis internus vertebralis internus Anastomosen naar de vv. gluteae c Mediaal aanzicht van het rechter snijvlak a Achteraanzicht a vertebralis externus b vertebralis externus en plexus venosus vertebralis internus in het gebied van de borstwervelkolom c Mediaan-sagittale doorsnede van de wervelkolom, plexus venosus vertebralis internus A Afb. 4.51b Afb. 4.86 a-c

Ruggenmerg en wervelkanaal: beeldvorming 1 4.87 Mediaan-sagittale doorsnede van het wervelkanaal van een 15-jarige jongen. [60] Medulla oblongata Cisterna cerebellomedullaris Medulla spinalis Spatium subarachnoideum = leptomeningeum Vertebra lumbalis I Conus medullaris Afb. 4.87 MRT-T 2 gewogen opname. >

Ruggenmerg en wervelkanaal: beeldvorming 2 4.88 Lumbale myelografie bij een 60-jarige vrouw, voor-achterwaartse opname. [60] Cauda equina 1e sacrale wervel Nn. sacrales Einde van de subarachnoïdale ruimte I Afb. 4.88 < >

Ruggenmerg en wervelkanaal: beeldvorming 3 4.89 Axiale CT-scan (transversale doorsnede) ter hoogte van de 4e lendenwervel bij een 60-jarige vrouw. [60] Corpus vertebrae lumbalis IV Pediculus arcus vertebrae Radices es en es van de cauda equina Articulatio zygapophysialis Spatium subarachnoideum Spatium epidurale = peridurale Postmyelo-CT na inbrengen van röntgencontrastmiddel in de subarachnoïdale ruimte, weergave van de cauda equina. Afb. 4.89 <