Postbus 55 8200 AB Lelystad Gemeente Zeewolde De heer Postbus 1 3890 AA ZEEWOLDE Telefoon (0320)-265265 Fax (0320)-265260 E-mail provincie@flevoland.nl Website www.flevoland.nl *2224710* Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 9 augustus 2018 1 z180001197 2224710 Onderwerp Wnb: vergunning voor de aanleg en het gebruik van een sluis naar de Polderwijk, de aanleg van de Polderwijk en de ontwikkeling van de kustzone in Zeewolde Geachte heer Op 10 januari 2018 hebben wij uw aanvraag voor een vergunning, in het kader van de Wet natuurbescherming (Wnb), ontvangen voor de aanleg van een sluis naar de Polderwijk, de aanleg van de Polderwijk en de ontwikkeling van de kustzone Zeewolde. Bij de aanvraag hoort een aanvraagformulier en een verslechteringstoets Zeewolde, Polderwijk-Kustzone van 20-12-2017. In dit verband is het van belang om vast te stellen of er negatieve gevolgen voor de instandhoudingdoelstellingen kunnen optreden in Natura 2000-gebied Veluwerandmeren. Het project of de handeling vindt in hoofdzaak plaats op het grondgebied van de provincie Flevoland. Gedeputeerde Staten van Flevoland zijn daarom gezien artikel 1.3 lid 1 en 4 van de Wnb het bevoegd gezag. Bijgevoegd treft u het besluit van Gedeputeerde Staten aan. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Flevoland, de secretaris, de voorzitter, Inlichtingen bij Doorkiesnummer Bezoekadres Visarenddreef 1 Lelystad
Besluit van GEDEPUTEERDE STATEN VAN FLEVOLAND op een verzoek voor een vergunning op grond van artikel 2.7 lid 2 Wet Natuurbescherming. Inhoudsopgave A. Besluit B. Motivering besluit B.1 Wettelijk kader Wet natuurbescherming B.2 Aanvraag en procedure B.3 Inhoudelijke beoordeling B.4 Conclusie C. Kennisgeving en afschriften D. Bezwaar E. Ondertekening Bijlage 1. Informatieblad bezwaarprocedure Gedeputeerde Staten van Flevoland A. Besluit Gedeputeerde Staten van Flevoland HEBBEN BESLOTEN, op grond van artikel 2.7 lid 2 van de Wet natuurbescherming, een vergunning te verlenen aan Gemeente Zeewolde. Voor de aanleg van een sluis naar de Polderwijk in Zeewolde. Aan deze vergunning zijn de volgende voorwaarden verbonden: 1. Minimaal twee weken voordat men daadwerkelijk overgaat tot de aanleg-werkzaamheden wordt hiervan melding gemaakt bij de Omgevingsdienst Flevoland, Gooi- en Vechtstreek via handhaving@ofgv.nl. 2. Alle door of namens Gedeputeerde Staten gegeven aanwijzingen dienen onverwijld te worden opgevolgd. 3. De sluis kan worden geopend tussen 1 april tot 1 oktober. 4. De kranswieren in de vaargeul naar de sluis toe, worden niet gemaaid. 5. Rondom de nieuwe sluis dient er voor de oeververdediging gebruik gemaakt te worden van stortsteen. 6. De heiwerkzaamheden voor de Polderwijk en Kustzone dienen bij voorkeur in de periode 1 mei tot 1 oktober uitgevoerd te worden. Buiten deze periode dient er gebruik gemaakt te worden van andere heitechnieken (door middel van schroeven) die een lagere geluidsbelasting geeft. 7. De heiwerkzaamheden van de sluis in de periode oktober-april dienen via soft hammering of via het trillen/drukken van damwanden of met een bellenscherm rondom de heipaal of via een afgedekte heipaal onder water met een isolerende huls met dempend materiaal te worden aangebracht. 8. De passantenhaven, surf- en zeilschool in de kustzone mogen alleen gebruikt worden in de periode april tot september. B. Motivering besluit B.1 Wettelijk kader Wet natuurbescherming De Wnb is per 1 januari 2017 het nationale wettelijke kader voor toetsing van activiteiten, plannen, projecten en handelingen met mogelijke gevolgen voor de aangewezen natuurwaarden van Natura 2000-gebieden. Artikel 2.7, tweede lid Wnb luidt: Het is verboden zonder vergunning van Gedeputeerde Staten projecten te realiseren of andere handelingen te verrichten die gelet op de instandhoudingsdoelstellingen voor een Natura 2000-gebied de kwaliteit van de natuurlijke habitats of de habitats van soorten in dat gebied kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor dat gebied is aangewezen. De door u aan te leggen sluis wordt aangelegd aangrenzend aan het Natura 2000-gebied Veluwerandmeren. Dit gebied is onder artikel 10a van de Natuurbeschermingswet 1998 definitief aangewezen als speciale beschermingszone (VR en HR) voor de volgende habitattypen en soorten:
Habitattypen: - kranswierwateren (H3140); - meren met krabbenscheer en fonteinkruid (H3150); - ruigten en zomen (moerasspirea) (H6430A); - ruigten en zomen (harig wilgenroosje) (H6430B). Habitatsoorten: - kleine modderkruiper (H1149); - rivierdonderpad (H1163); - meervleermuis (H1318). Broedvogels: - roerdomp (A021); - grote karekiet (A298). Niet-broedvogels: - fuut (A005); - aalscholver (A017); - grote zilverreiger (A027); - lepelaar (A034); - kleine zwaan (A037); - smient (A050); - krakeend (A051); - pijlstaart (A054); - slobeend (A056); - krooneend (A058); - tafeleend (A059); - kuifeend (A061); - brilduiker (A067); - nonnetje (A068); - grote zaagbek (A070); - meerkoet (A125). Bevoegdheid Artikel 1.3 Wnb regelt de bevoegdheidsverdeling onder de Wnb. Het eerste lid luidt: "Ingeval gedeputeerde staten ingevolge het bepaalde bij of krachtens deze wet bevoegd zijn tot het nemen van een besluit met betrekking tot projecten of handelingen, zijn, tenzij anders bepaald, bevoegd gedeputeerde staten van de provincie waar het project of de handeling wordt gerealiseerd, onderscheidenlijk verricht". De sluis die u wilt aanleggen is gelegen in de provincie Flevoland, waardoor Gedeputeerde Staten van provincie Flevoland op grond van artikel 1.3, eerste lid Wnb bevoegd zijn een besluit te nemen op deze aanvraag. Overeenstemming met andere bevoegde gezagen Artikel 1.3, derde lid stelt dat wanneer projecten of andere handelingen nadelige gevolgen hebben voor een geheel of gedeeltelijk in een andere provincie gelegen Natura 2000-gebied, gedeputeerde staten geen besluiten nemen, dan in overeenstemming met gedeputeerde staten van die andere provincie. Deze vergunning is verleend in overeenstemming met gedeputeerde staten van Gelderland. B.2 Aanvraag en procedure Op 10 januari 2018 hebben wij de aanvraag Wnb ontvangen voor de aanleg van een sluis bij Zeewolde. Bij de aanvraag hoort een aanvraagformulier en een verslechteringstoets Zeewolde, Polderwijk-Kustzone van 20-12-2017. De sluis wordt aangelegd om het verschil tussen het polderpeil en het Wolderwijd te kunnen overbruggen. Hierom wordt in het Havenkwartier een schutsluis worden aangelegd. Het centrale haventje vormt daarmee tevens een wachtplaats voor het binnenvaren van de sluis. De sluis wordt in de periode van 1 april tot 1 oktober opengesteld. Het Wolderwijd heeft ter plaatse voldoende diepte zodat geen vaargeul uitgegraven hoeft te worden. Mogelijk dat voor het bevaarbaar maken en houden van de vaargeul wel jaarlijks de onderwatervegetatie gemaaid moet worden (met uitzondering van de kranswieren).
B.3 Inhoudelijke beoordeling De beoordeling van de aanvraag en de bijbehorende belangenafweging vindt plaats in 3 stappen: 1. identificeren van mogelijke negatieve effecten; 2. mitigerende of andere maatregelen in de aanvraag die de effecten beperken; 3. toets aan de instandhoudingsdoelstellingen; De aanleg en het gebruik van de sluis bij Zeewolde kan effect hebben op de natuurwaarden in Veluwerandmeren, namelijk door verstoring en aantasting leefgebied van vogels door het gebruik van de locatie. Ad. Stap 1: Identificeren van mogelijke negatieve effecten op de instandhoudingdoelstellingen, in het bijzonder de natuurlijke kenmerken van het gebied: - Afname of verslechtering van habitat (areaalverlies); - Afname, verstoring of verslechtering leefgebied van soorten door recreatieve verstoring, verstoring vanuit het woongebied, verstoring tijdens de aanleg, periodiek schonen van vaargeul; - Verzuring/vermesting tijdens de aanleg en het gebruik. Ad. Stap 2: Mitigerende of andere maatregelen in de aanvraag die effecten beperken: De sluis wordt alleen opengesteld in de periode 1 april-1 oktober. Hierdoor worden effecten op overwinterende vogels voorkomen. Ad. Stap 3: Toets aan de instandhoudingsdoelstellingen In de bij de vergunningaanvraag geleverde toets is beschreven welke ingrepen plaatsvinden en wat de gevolgen daarvan zijn op de instandhoudingsdoelstellingen. Samenvattend zijn de belangrijkste conclusies: Habitattypen De aanleg van de sluis heeft geen effect op het habitattype Ruigten en zomen, dit ligt volgens de passende beoordeling (figuur 4.1) niet binnen de beïnvloedssfeer van het habitattype. De aanleg van de sluis heeft en zeer beperkt areaalverlies tot gevolg van het habitattype kranswierwater en meren met krabbenscheer en fonteinkruiden. Het gaat om enkele tienden van een hectare en is ten opzichte van het totale aanwezige oppervlakte verwaarloosbaar klein. In de Veluwerandmeren wordt jaarlijks 150 hectare aan waterplanten gemaaid, in de passende beoordeling staat aangegeven dat in 2017 56 hectare waterplanten in het Wolderwijd is gemaaid. Op de locatie komen voornamelijk kranswieren voor, vanwege de beschikbare waterdiepte (2 meter) hoeven deze niet gemaaid te worden. Er treden dan ook geen significant negatieve effecten op dit habitattype op. Het maaien van fonteinkruiden en aarvederkruid heeft volgende passende beoordeling geen nadelige gevolgen. Als het maaien van dit habitattype noodzakelijk is dan treden er geen significant negatieve effecten op. Habitatsoorten De meervleermuis is s nachts actief, wanneer er geen activiteiten plaatsvinden. Het leefgebied van de meervleermuis wordt niet beïnvloed door de aanleg van de sluis. Er is voor deze soort geen negatief effect te verwachten. De kleine modderkruiper leeft tussen de waterplanten op de modderige bodem van het meer. Het leefgebied van de kleine modderkruiper wordt niet beïnvloed door de aanleg van de sluis. De aanwezige watervegetatie (voornamelijk kranswieren) hoeft niet te worden gemaaid. Er is voor de kleine modderkruiper geen verlies aan leefgebied te verwachten. Voor de rivierdonderpad is er leefgebied op de locatie van de sluis aanwezig in de vorm van stortsteen. Rondom de nieuwe sluis wordt er voor de oeververdediging gebruik gemaakt van stortsteen. Hierdoor treedt er geen habitatverlies op voor de soort en treden er geen significant negatieve effecten op. Broedvogels De moerasvogelsoorten die voor de Veluwerandmeren in de instandhoudingsdoelen zijn opgenomen leven vooral in de van geleidelijke gradiënten en peildynamiek afhankelijke overgangszone tussen water en land. De meeste soorten zijn zowel voor hun voedsel als voor hun broed- en nestplaatsen
afhankelijk van gezonde en vitale rietvegetaties, waarvan de randen in het water staan. Roerdomp en grote karekiet zijn niet als broedvogel in het Wolderwijd aanwezig; deze soorten broeden op grote afstand nabij Elburg. Door de aanleg en het gebruik van de sluis bij Zeewolde vinden er dan ook geen effecten plaats op de instandhoudingsdoelstellingen deze soorten. Niet-broedvogels Verstoring door licht en geluid (heiwerkzaamheden) bij aanleg van de woonwijk en kustzone treedt niet op, doordat de werkzaamheden starten in de periode dat er weinig vogels aanwezig zijn (periode 1 mei-1oktober). Er is dan voldoende voedsel en rust voor de vogels aanwezig. Er treden dan geen significante effecten op. Buiten deze periode dienen er geluidsreducerende maatregelen te worden genomen tijdens de aanleg. Bij de aanleg van de sluis in de periode mei-september treden geen significante effecten op. Er zijn in die periode een beperkt aantal kwalificerende soorten aanwezig, die een gunstige staat van instandhouding hebben. De heiwerkzaamheden in de periode oktober-april dienen via soft hammering of via het trillen/drukken van damwanden of met een bellenscherm rondom de heipaal of via een afgedekte heipaal onder water met een isolerende huls met dempend materiaal te worden aangebracht, om het verstoord oppervlakte te verminderen. Tijdens het gebruik van de sluis zijn alleen de soorten aalscholver, fuut, grote zilverreiger, krooneend, lepelaar en brilduiker aanwezig. De overige soorten zijn niet aanwezig en daar treden dan ook geen negatieve effecten op, op. De toename van het aantal boten door de aanleg van de woonwijk, Kustzone en de sluis valt weg tegen de aanwezige boten op het Wolderwijd in de zomermaanden. Daarnaast treedt er gewenning op en hebben de soorten een positieve trend. Er treden dan ook geen significante effecten op. De passantenhaven, surf- en zeilschool in de kustzone mogen alleen gebruikt worden in de periode april-september. In de rest van het jaren kunnen effecten optreden op de brilduiker en het nonnetje, om effecten op deze soorten te voorkomen mag er geen gebruik gemaakt worden van de passantenhaven, surf- en zeilschool. De aanwezige horeca heeft geen significante effecten op de kwalificerende soorten. Stikstof Uit de AERIUS berekening die is uitgevoerd volgt dat de depositie als gevolg van de aanleg van het sluis bij de Polderwijk Zeewolde in geen van de Natura 2000-gebieden 0,05 mol/ha/jaar of meer zal bedragen. Er vindt dan ook geen overschrijding plaats van de drempelwaarde 0,05 mol N/ha/jaar. Er is geen melding nodig in het kader van de PAS. Cumulatie In paragraaf 5.6 van de voortoets wordt uitgebreid stil gestaan bij de cumulatie. Wij delen de conclusie dat cumulatie niet leidt tot significant negatieve effecten. B.4 Conclusie Uit de toets blijkt dat significante effecten kunnen worden uitgesloten. Voor sommige soorten treden wellicht nog licht negatieve effecten op. Er kan een vergunning in het kader van de Wet natuurbescherming worden afgegeven. C. Kennisgeving en afschriften Van dit besluit zal conform artikel 3:42, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht door ons kennis worden gegeven door middel van publicatie in Zeewolde Actueel en op de website van provincie Flevoland. Afschriften van dit besluit worden verzonden aan: - Rijkswaterstaat Midden-Nederland; - Provincie Gelderland; - Omgevingsdienst Flevoland, Gooi en Vechtstreek. D. Bezwaar Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na datum van verzending van deze brief schriftelijk bij ons bezwaar maken. Uw bezwaarschrift dient ondertekend te zijn en voorzien van uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar.
Nadere informatie over de bezwaarprocedure treft u aan in het hierna volgende informatieblad (bijlage 1). E. Ondertekening Lelystad, Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Flevoland, de secretaris, de voorzitter,
Bijlage 1 Informatieblad bezwaarprocedure Gedeputeerde Staten van Flevoland Bezwaar Tegen onze besluiten kunt u op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na datum van verzending ervan bij ons schriftelijk bezwaar maken. Uw bezwaarschrift dient ondertekend en voorzien te zijn van uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar. Verzoek om voorlopige voorziening Wanneer u van mening bent dat, in afwachting van de behandeling van uw bezwaarschrift, een voorlopige voorziening moet worden getroffen, kunt u een verzoek daartoe indienen bij de Voorzieningenrechter. Het adres is Rechtbank Midden-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, voorlopige voorzieningen, Postbus 16005, 3500 DA Utrecht. Uw verzoek om voorlopige voorziening wordt pas in behandeling genomen wanneer u griffierecht heeft betaald. De rechtbank laat u weten hoe hoog het griffierecht is en op welke wijze u dit kunt overmaken. Overslaan van de bezwaarschriftenprocedure Op grond van artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht kunt u in uw bezwaarschrift aangeven dat u de bezwaarschriftenprocedure wilt overslaan en rechtstreeks in beroep wilt gaan bij de bestuursrechter. In artikel 7:1 a tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat wij een dergelijk verzoek in ieder geval moeten afwijzen wanneer: A) het bezwaarschrift is gericht tegen het niet op tijd nemen van een besluit. B) tegen het besluit door een andere belanghebbende ook een ander bezwaarschrift is ingediend waarin zo n verzoek niet is gedaan en dit bezwaarschrift ontvankelijk is. Wij stemmen alleen in met het verzoek om de bezwaarschriftenprocedure over te slaan, wanneer de zaak daarvoor geschikt is. Wanneer dit het geval is, zenden wij het bezwaarschrift door aan de bevoegde rechter. Proceskostenvergoeding Tot slot wijzen wij u er nog op dat u op grond van artikel 7:15, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht bij ons voordat wij een besluit hebben genomen op uw bezwaarschrift een verzoek kunt indienen om de kosten die u redelijkerwijs in verband met de behandeling van uw bezwaarschrift moet maken, te vergoeden. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om kosten van rechtsbijstand, kosten van een getuige/deskundige; reis- en verblijfkosten, kosten van uittreksels uit openbare registers, telefoongesprekken. Bij het indienen van zo n verzoek moet u het bedrag van de vergoeding aangeven en stukken overleggen waaruit blijkt dat u deze kosten daadwerkelijk heeft gemaakt. Bij het besluit dat wij op het bezwaarschrift nemen, wordt tegelijkertijd een besluit genomen op een ingediend verzoek om vergoeding van de kosten.