tb* Nijmegen Onderwerp: Oude Groenestraat; fietsoversteek Kenmerk: 18.0002814 BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN NIJMEGEN; Nijmegen, 3 0 APR, 2018 Overwegende, dat zich in Nijmegen-Noord in de wijk Oosterhout een vrijliggende (brom)fietsroute bevindt die een verbinding vormt tussen de Volsellastraat en de Oude Groenestraat; dat de Oude Groenestraat een gebiedsontsluitingsweg is met een functie voor de afwikkeling van verkeer van en naar de wijk; dat in de huidige situatie op het punt waar de (brom)fietsroute de Oude Groenestraat kruist verkeer op het (brom)fietspad voorrangsgerechtigd is ten opzichte van verkeer op de Oude Groenestraat; dat op de rest van het tracé tussen de Volsellastraat en de Oude Groenestraat eveneens geldt dat gebruikers van het (brom)fietspad voorrangsgerechtigd zijn ten opzichte van verkeer op de aansluitende wegen, zij het dat het hier erftoegangswegen betreft; dat zich ter hoogte van de (brom)fietsoversteek Oude Groenestraat ook een voetgangersoversteekplaats bevindt; dat uit overleg met bewoners en belanghebbenden naar voren is gekomen dat het oversteken van de Oude Groenestraat op dit punt een onveilig gevoel oproept; dat dit er mee samenhangt dat automobilisten laat remmen voor overstekende (brom)fietsers en overstekende weggebruikers zelfs over het hoofd worden gezien; dat op deze plek de afgelopen 2 jaar 2 keer een aanrijding met een fietser is geregistreerd waarbij letselschade werd opgelopen; dat nader onderzoek van de verkeerssituatie door de gemeente en door Veilig Verkeer Nederland heeft geleid tot de conclusie dat de oversteek voldoet aan de inrichtingseisen voor een dergelijke situatie; dat er desondanks wordt ervaren dat er door automobilisten laat wordt geremd voor overstekend verkeer hetgeen leidt tot een gevoel van onveiligheid bij (brom)fietsers; dat ook het beperkte zicht, met name in het donker, op (brom)fietsers die de oversteek naderen mogelijk bijdraagt aan een onveilige verkeerssituatie; dat voorts de indruk bestaat dat de oversteek met te hoge snelheid wordt genaderd waardoor er te weinig tijd is om de verkeerssituatie goed te beoordelen; dat daarnaast is aangegeven dat het aantal verkeerstekens ter hoogte van deze verkeerssituatie mogelijk de aandacht afleidt van de oversteek zelf;
dat eerdere aanpassingen aan de verkeerssituatie niet hebben geleid tot het gewenste gevoel van veiligheid op deze oversteek; dat er verschillende verkeerskundige aanpassingen zijn overwogen om verbetering in de verkeerssituatie te brengen; dat bijvoorbeeld het plaatsen van verkeerslichten niet wenselijk wordt geacht omdat er voldoende hiaten in het verkeer zitten om over te kunnen steken; dat het aanbrengen van verkeerslichten zonder dat daar noodzaak toe is, kan leiden tot het negeren van roodlicht en daarmee tot een groter risico op ongevallen; dat uit voorgaande naar voren is gekomen dat indien wordt vastgehouden aan de voorrang voor (brom)fietsers op deze plek, hier geen veiligere omgeving kan worden gegarandeerd; dat verwacht wordt dat wanneer de voorrangssituatie wordt gewijzigd er wel kan worden bijgedragen aan het verbeteren van de verkeersveiligheid; dat het omdraaien van de voorrang er toe zal leiden dat de verantwoordelijkheid voor het kiezen van het juiste moment om over te steken bij de (brom)fietser wordt gelegd; dat daarmee het risico op confrontaties van verkeer op de Oude Groenestraat met verkeer op de (brom)fietsoversteek wordt verlaagd; dat de (brom)fietsroute door Oosterhout geen zogeheten snelfietsroute is waarop de (brom)fietser in beginsel in de voorrang zit; dat in dit verband het omdraaien van de voorrang op deze oversteek niet bezwaarlijk is; dat er gelet op de verkeersintensiteiten op de Oude Groenestraat voldoende hiaten tussen het autoverkeer zitten om over te kunnen steken; dat daarnaast door de aanwezigheid van een brede middenberm de weg in 2 fasen overgestoken kan worden; dat via een slinger in de middenberm de snelheid wordt geremd op het (brom)fietspad waarmee bij het oversteken tevens wordt bijgedragen aan meer attentie voor verkeer op de Oude Groenestraat; dat met het wijzigen van de voorrang ook de op dit punt aanwezige voetgangersoversteekplaats (aangeduid met verkeersbord L2 en zebramarkering) verwijderd wordt; dat dit betekent dat ook voetgangers zich bij het oversteken aan dienen te passen aan het verkeer op de Oude Groenestraat; dat vanuit de Fietsersbond is aangegeven dat zij het niet wenselijk vinden om de voorrang op de (brom)fietsoversteek Oude Groenestraat aan te passen; dat hiervoor in hoofdzaak de volgende redenen worden genoemd: onder de fietsers die gebruik maken van de oversteek is jonge schoolgaande jeugd waarvan niet mag worden verwacht dat zij de snelheid van het verkeer op dit punt goed in kunnen schatten door de hoge verkeersintensiteit zullen fietsers naarmate de wachttijd langer wordt meer risico nemen bij het oversteken op- en afstappen kost voor deze categorie extra tijd, hierdoor neemt de wachttijd toe en ook de druk om over te steken (terwijl dat nog niet verantwoord is) dat de Fietsersbond voorstelt: adequate snelheidsremmende maatregelen te treffen op de Oude Groenestraat scholieren en ouders te wijzen op het belang van veilig gedrag in het verkeer de ruimtelijke inrichting van de oversteek te herzien
ruimer voor en na de oversteek terug te gaan naar een maximumsnelheid van 30 km/uur dat er in de huidige situatie op de Oude Groenestraat voor de oversteek busdrempels liggen, er een maximumsnelheid is aangegeven van 30 km/uur en er met markering en bebording wordt gewezen op de oversteek en het matigen van de snelheid; dat er meermaals met de school en binnen de wijk is gecommuniceerd over het belang van veilig gedrag in het verkeer en het matigen van de snelheid; dat verandering van het gedrag in het verkeer erg lastig af te dwingen is met aanpassing van de inrichting van de oversteek; dat het haaks aansluiten van de fietsverbinding op de oversteek wel tot enige verbetering kan leiden, maar dat het geringe effect hiervan niet in verhouding staat tot de hoge kosten die deze aanpassing met zich meebrengt; dat overigens het merendeel van de fietsers sowieso al onder een haakse hoek de weg oversteekt; dat het de bedoeling is de snelheidsverlaging naar 30 km/uur wat ruimer aan te geven zodat weggebruikers die de oversteek naderen meer tijd hebben om hun snelheid aan te passen; dat goede nota is genomen van de reactie van de Fietsersbond, maar dat er alles overwegende met het oog op de verkeersveiligheid vast wordt gehouden aan het aanpassen van de voorrangssituatie zodanig dat overstekend verkeer voorrang dient te verlenen aan verkeer op de Oude Groenestraat; dat aan de Fietsersbond per brief uitleg is gegeven over de redenen waarom wordt vastgehouden aan het omdraaien van de voorrang; dat met de maatregelen in dit besluit wordt beoogd de verkeersveiligheid op het punt waar de (brom)fietsroute de Oude Groenestraat kruist te verbeteren; dat de bovenvermelde maatregelen worden genomen op basis van artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994 om de veiligheid op de weg te verzekeren en om de vrijheid van het verkeer te waarborgen; dat het treffen van een verkeersmaatregel een normale maatschappelijke ontwikkeling is waarmee een ieder kan worden geconfronteerd en waarvan de nadelige gevolgen in beginsel voor rekening van betrokkenen behoren te blijven; dat terzake overleg met de verkeersadviseur en tevens de gemachtigde van de korpschef van de politie-eenheid Oost-Nederland heeft plaatsgevonden; dat gelet op het Mandaat-, Volmacht- en Machtigingsbesluit gemeente Nijmegen (nr. 2017, 91602), waarin voor wat betreft afdeling mobiliteit onder volgnr. 25 voor tijdelijke en definitieve verkeersbesluiten op basis van de Wegenverkeerswet 1994 onder voorwaarden mandaat is verleend aan de Programmamanager Mobiliteit (R010) en het bureauhoofd Parkeren en Verkeersmanagement (SB60); gelet op de artikelen 15 en 18 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer; besluiten: I. door (ver)plaatsing van borden B6 als bedoeld in bijlage 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens en de bijbehorende haaientanden de voorrangssituatie op de oversteek (brom)fietsroute via de Oude Groenestraat zodanig
aan te passen dat overstekend verkeer voorrang dient te verlenen aan verkeer op de Oude Groenestraat; II. Door verwijdering van borden L2 als bedoeld in bijlage 1 van het RVV 1990 en de bijbehorende zebramarkering de voetgangersoversteekplaats op de Oude Groenestraat direct ten westen van de oversteek (brom)fietsroute op te heffen; III. Door (ver)plaatsing van borden Al (30) als bedoeld in bijlage 1 van het RVV 1990 op de Oude Groenestraat een maximumsnelheid van 30 km/uur in te stellen vanaf het punt ca. 50 meter ten westen van de (brom)fietsoversteek tot punt ca. 50 meter ten oosten van de (brom)fietsoversteek; Een en ander zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende situatietekeningen d.d. 09-04-2018 en 14-02-2018 Namens burgemeester en wethouders van Gemeente Nijmegen, Bureauhoofd Parkeren en Verkeersmanagement Arno Lucassen, bureauhoofd Parkeren enyëfkeersmanagement Bezwaar en Beroep Dit besluit ligt gedurende zes weken «a heden voor eenieder ter inzage bij de Informatiebalie in de Stadswinkel, Mariënburg 75 Nijmegen (maandag t/m vrijdag van 09.00-17.00 uur en op donderdag van 09.00-20.00 uur). Gedurende deze termijn kan op grond van de Algemene wet bestuursrecht door belanghebbenden tegen dit besluit een bezwaarschrift worden ingediend bij Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, postbus 9105, 6500 HG Nijmegen. Het is mogelijk om uw bezwaarschrift digitaal in te dienen via een webformulier in de digitale balie van de gemeente Nijmegen (www.nijmegen.n1). Voor het indienen van een digitaal bezwaarschrift dient u in het bezit te zijn van een DigiD. Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van dit besluit niet. Degenen die een bezwaarschrift hebben ingediend kunnen, indien er sprake is van spoedeisend belang, tevens op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, bij de president van de Arrondissementsrechtbank Arnhem, sector bestuursrecht, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem vragen een voorlopige voorziening te treffen. Voor het behandelen van een dergelijk verzoek wordt griffierecht geheven.
verplaatsen borden en pup verwijderen bordenni en zebramarkering Oversteek Oude G roenestraat; aanpassen voorrang tekening 09-04-2018 Loacnda Ase., neo e.1 Ielee/ye(s 0.44haed 1041Zil II/01.4111 W150.1t0 AhleanstMilk trf Nijmegen Irig:n:T0-0 g 4 OvdeGromestraat-oversteek 14-02-2018 hieuwt situatie kt,t oa )
PtLITI E Postbus 618 7300 AP Apeldoorn Telefoon 0900-8844 Bezoekadres Korpsonderdeel Behandeld door E-mail Ons kenmerk Uw kenmerk Datum Onderwerp Bijlagen van Heemstraweg 3a 6644 KE Ewijk Oost Nederland DROS-infrastructuur-Verkeer Verkeersadvisering J.Sengers, verkeersadviseur John.Sengers@politie.n1 24-04-2018 Oude Groenestraat fietsoversteek Aan: Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nijmegen Ter advisering heb ik, gelet op artikel 24 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW), daartoe gemachtigd namens de korpschef, van u een (concept) verkeersbesluit ontvangen betreffende te nemen verkeersmaatregelen. Het voornemen betreft: door (ver)plaatsing van borden B6 als bedoeld in bijlage 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens en de bijbehorende haaientanden de voorrangssituatie op de oversteek (brom)fietsroute via de Oude Groenestraat zodanig aan te passen dat overstekend verkeer voorrang dient te verlenen aan verkeer op de Oude Groenestraat; II. Door verwijdering van borden L2 als bedoeld in bijlage 1 van het RW 1990 en de bijbehorende zebramarkering de voetgangersoversteekplaats op de Oude Groenestraat direct ten westen van de oversteek (brom)fietsroute op te heffen; Door (ver)plaatsing van borden Al (30) als bedoeld in bijlage 1 van het RW 1990 op de Oude Groenestraat een maximumsnelheid van 30 km/uur in te stellen vanaf het punt ca. 50 meter ten westen van de (brom)fietsoversteek tot punt ca. 50 meter ten oosten van de (brom)fietsoversteek; Een en ander zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende situatietekeningen d.d. 09-04-2018 en 14-02-2018. Indien de maatregelen worden uitgevoerd op de in het (U)BABW voorgeschreven wijze, daarbij de omschrijving en motivatie van het bijgevoegde (concept) verkeersbesluit in ogenschouw nemende, zijn er voor de politie geen bezwaren in verband met de juridische handhaafbaarheid. De politie gaat alsdan akkoord met het voorgenomen verkeersbesluit. Namens de korpschef, Inspecteur van politie J.Senciers Verkeersadviseur Operationeel specialist,.<"----------