Deel4: Verklaringenvoor Vlaamsepositie Mark Elchardus 22/12/2010 pag. 1
Overzicht indicatoren Kennis Belang convent. burgerschap Politiek zelfbeeld Houding t.o.v. genderrechten Houding t.o.v. immigranten W-Eur. 518 Int 50,0 Int 50,0 W-Eur. 52,6 Int. 50,0 Eur. 515 W-Eur. 48,8 Eur. 48,8 Vlaand 52,2 Eur. 49,3 Vlaand 514 Eur. 48,4 W-Eur. 48,8 Eur. 51,0 W-Eur. 49,1 Int. 500 Vlaand 45,5 Vlaand 45,1 Int. 50,0 Vlaand 45,9 22/12/2010 pag. 2
Waarom behaalt Vlaanderen die scores? Het is niet onze bedoeling de vastgestelde nationale verschillen te verklaren, wel om specifiek te kijken naar wat de internationale positie van Vlaanderen kan verklaren 22/12/2010 pag. 3
Landen We beperken de vergelijking tot Europese landen Voor 20 Europese landen voldoende gegevens: Bulgarije, Denemarken, Estland, Engeland, Letland, Finland, Litouwen, Griekenland, Polen, Ierland, Slovenië, Italië, Slowakije, Tsjechië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Spanje, Vlaanderen en Zweden 22/12/2010 pag. 4
Drie mogelijke groepen van verklaringen De verschillen hebben te maken: met de leerlingenbevolking (steekproeven) met de wijze waarop de scholen burgerschapseducatie aanpakken met kenmerken van de landen: nationale of regionale context en cultuur onderwijsbeleid en onderwijssysteem 22/12/2010 pag. 5
Steekproef Beïnvloedt de samenstelling van de leerlingenbevolking de internationale positie van Vlaanderen? 22/12/2010 pag. 6
Steekproef We onderzochten de invloed van de volgende kenmerken: Leeftijd leerlingen Geslacht leerlingen Sociaal-culturele status ouders (opleidingspeil + aantal boeken) Beroepsstatus ouders Onderwijsambitie leerlingen (hoe lang wil men studeren?) Thuistaal leerlingen (al dan niet testtaal) 22/12/2010 pag. 7
Steekproef Die factoren hebben een (grote) invloed op de vijf onderzochte kenmerken, maar verklaren de positie van Vlaanderen geenszins (het gaat om correcte steekproeven) 22/12/2010 pag. 8
Scholen Kan de aanpak van de Vlaamse scholen de internationale positie van Vlaanderen verklaren? 22/12/2010 pag. 9
Scholen De impact van een zeer groot aantal schoolkenmerken werd onderzocht: Hoe wordt burgerschapseducatie (BE) onderwezen (3 variabelen)? Wat zijn volgens de directie de belangrijkste doelen van BE? Zijn individuele leerkrachten verantwoordelijk voor BE? 22/12/2010 pag. 10
Scholen (Vervolg): Leerlingenparticipatie zoals beschreven door leerlingen (5 variabelen) Participatieve schoolcultuur zoals beschreven door schoolhoofd (3 variabelen) Samenstelling schoolbevolking (5 variabelen) Omgeving van de school (2 variabelen) 22/12/2010 pag. 11
Scholen (Vervolg): Samenstelling schoolbevolking Gemiddelde opleiding ouders Gemiddelde onderwijsambitie % allochtoon (nonnative) Gedrag leerlingen volgens schoolhoofd Mate van probleemgedrag (schoolhoofd) Omgeving van de school Beschikbaarheid voorzieningen in omgeving (schoolhoofd) Spanningen in de wijk van de school (schoolhoofd) 22/12/2010 pag. 12
Scholen Een aantal van die kenmerken beïnvloeden de 5 indicatoren, maar verklaren de positie van Vlaanderen niet Met één kleine uitzondering 22/12/2010 pag. 13
Scholen Meer participatie en een positief klasklimaat zijn bevorderlijk voor alle indicatoren Vlaanderen doet het op het vlak van participatie en klasklimaat iets minder goed dan het gemiddelde in Europa Moest Vlaanderen het doen zoals het gemiddelde van Europa, zouden de indicatoren stijgen met 2 à 10% 22/12/2010 pag. 14
Tussentijds besluit Met de kleine uitzondering van de participatie vinden we in de samenstelling van de leerlingenbevolking en de aanpak van de scholen geen verklaring van de internationale positie van Vlaanderen Dat betekent niet dat wat de scholen doen er niet toe doet; wel dat er op dat vlak geen systematische en invloedrijke verschillen zijn tussen wat de scholen in de verschillende landen doen 22/12/2010 pag. 15
Tussentijds besluit Als er al een verklaring kan worden gevonden, dient die dus gezocht op landenniveau Kenmerken van de landen Kenmerken van onderwijssysteem en onderwijsbeleid 22/12/2010 pag. 16
22/12/2010 pag. 17 Landenkenmerken
Landenkenmerken We onderzochten de impact van 29 landenkenmerken (voor België!) Aangezien we werken met 20 landen deden we dat kenmerk per kenmerk (maar verantwoord 1 of 2 in te voeren) We deden dat in modellen die al controleren voor de relevante kenmerken van leerlingen en scholen Ik licht hier enkel die kenmerken toe die in een belangrijke mate bijdragen tot de verklaring van de positie van Vlaanderen 22/12/2010 pag. 18
22/12/2010 pag. 19 Kennis
Kennis In het voor leerlingen-en schoolkenmerken gecontroleerde model heeft Europa een gemiddelde van 500, Vlaanderen van 487 We stellen vast dat landen die gedetraditionaliseerd zijn, geglobaliseerd zijn en een hoge mate van persvrijheid hebben, het beter doen op het vlak van de kennis 22/12/2010 pag. 20
Kennis Detraditionalisering Economische ontwikkeling, uitbouw verzorgingsstaat, secularisering, verlaten traditionele moraal Globalisering economisch (Dreher) uitwisseling goederen, kapitaal en diensten Globalisering cultureel Contact: telefoon, toerisme, internet, internationale ketens consumptie Persvrijheid (FreedomHouse) Ondersteuning, politieke en economische onafhankelijkheid 22/12/2010 pag. 21
Kennis Op al die kenmerken scoort Vlaanderen hoog: een posttraditionele, geglobaliseerde samenleving met hoge persvrijheid Gegeven die kenmerken zou de kennisscore hoger moeten zijn Indien op die kenmerken VL zelfde gemiddelde als Europa, zou onze kennisscore tussen de 470 en 475 liggen (ipv487) Op kennis doen we het dus minder goed dan we aanvankelijk dachten en zouden moeten doen (het gaat om beperkte verschillen) 22/12/2010 pag. 22
Conventioneel burgerschap en politiek zelfbeeld 22/12/2010 pag. 23
Conventioneel burgerschap Hoe belangrijk zijn de volgende zaken om een goede volwassen burger te zijn? Stemmen bij alle nationale (federale) verkiezingen Respect tonen voor vertegenwoordigers van de overheid Het volgen van politieke onderwerpen in de krant, op de radio, op de televisie of via internet Leren over de geschiedenis van het land Politieke discussies voeren Lid worden van een politieke partij 22/12/2010 pag. 24
Politiek zelfbeeld In welke mate ga je akkoord of niet akkoord met de volgende stellingen over jezelf en politiek? Ik weet meer over politiek dan de meeste mensen van mijn leeftijd Wanneer er over politieke thema s of problemen gepraat wordt, heb ik daar gewoonlijk iets over te zeggen Ik ben in staat om de meeste politieke thema s gemakkelijk te begrijpen Ik heb politieke opvattingen of meningen die de moeite waard zijn om naar te luisteren Ik zal als volwassene deel kunnen nemen aan de politiek Ik begrijp goed met welke politieke problemen dit land geconfronteerd wordt 22/12/2010 pag. 25
Conventioneel burgerschap en politiek zelfbeeld We zien dat naarmate landen detraditionaliseren 22/12/2010 pag. 26 en globaliseren, het conventioneel burgerschap verlaten wordt en jongeren een zwakker politiek zelfbeeld krijgen Aangezien die processen bij ons sterk gevorderd zijn, verklaart dat ten dele ons deficiet(voor ongeveer 50%)
Houding tegenover gendergelijkheid 22/12/2010 pag. 27
Houding tegenover gendergelijkheid De houding ten opzichte van gendergelijkheid wordt vooral bepaald door de bestaande mate van gendergelijkheid in het land zoals gemeten op basis van o.m.: Levensverwachting, opleidingsniveau, inkomen, vertegenwoordiging in parlement, arbeidsmarktparticipatie 22/12/2010 pag. 28
Houding tegenover gendergelijkheid 22/12/2010 pag. 29
Houding tegenover gendergelijkheid In het gecontroleerde model is de gemiddelde score voor gendergelijkheid: Voor Europa: 46,7 Voor Vlaanderen: 47,9 Doen het dus beter dan gemiddeld, ten gevolge grotere gendergelijkheid in Vlaanderen Moest Vlaanderen daarop gemiddeld scoren, de gemiddelde score van de leerlingen zou 45,2 zijn 22/12/2010 pag. 30
Houding tegenover immigranten Het gaat ten dele om multiculturaliteit: Immigranten zouden de mogelijkheid moeten hebben om hun eigen taal te blijven spreken Immigranten zouden de mogelijkheid moeten hebben om hun eigen gewoonten en leefstijl verder te zetten 22/12/2010 pag. 31
Houding tegenover immigranten Verschillende landenkenmerken dragen bij tot de verklaring van het Vlaams deficit, vooral: Het aantal asielzoekers (vluchtelingen of asielzoekers in verhouding tot de totale bevolking) Democratische competitie-index (% stemmen niet voor de grootste partij x % uitgebrachte stemmen) Op beide indicatoren scoort België hoog Asielzoekers (0=laag; 1=hoog) Europa 11 laag, 9 hoog, waaronder België Politieke competitieindex: Gemiddelde Europa 63, gemiddelde België 70 22/12/2010 pag. 32
Houding tegenover immigranten In het gecontroleerde model scoort Europa 48,6 Vlaanderen 44,7 Moest Vlaanderen Lager scoren op asielzoekers, dan 46,7 Gemiddeld scoren op politieke competitie, dan 45,9 Gemiddeld scoren op beiden, dan 47,1 (46% van deficit verklaard) 22/12/2010 pag. 33
Tussentijds besluit We zien dat de nationale context een rol speelt Detraditionalisering, globalisering en persvrijheid dragen bij tot kennis Detraditionalisering, globalisering en persvrijheid ondergraven conventioneel burgerschap en politiek zelfbeeld Verwezenlijkte gendergelijkheid leidt tot positieve houding t.o.v. gendergelijkheid Migratiedruk en politieke competitie (versnippering politiek landschap) leiden naar negatievere houding t.o.v. migranten 22/12/2010 pag. 34
Onderwijsbeleid en onderwijssysteem 22/12/2010 pag. 35
22/12/2010 pag. 36 Onderwijsbeleid en onderwijssysteem 25 kenmerken van onderwijsbeleid en onderwijssysteem werden onderzocht Één voor één ingevoerd in gecontroleerde model Eventueel de twee belangrijkste samen ingevoerd Bespreken hier enkel de kenmerken die voor één of meer van de 5 onderzochte criteria een betekenisvolle rol spelen
Onderwijsbeleid en onderwijssysteem De gemiddelde duur van de lerarenopleiding Europa 4,5 jaar gemiddeld Vlaanderen 3 jaar Examen einde lager secundair (of einde leerplicht) 0=enkel op basis van punten en werk doorheen het jaar, 1=op basis van interne of externe eindexamens (soms gecombineerd met punten en werk doorheen het jaar) 0=10 landen, 1=10 landen, waaronder Vlaanderen 22/12/2010 pag. 37
Onderwijsbeleid en onderwijssysteem Al dan niet automatische overgang van basis naar lager secundair onderwijs 0=automatische overgang van basis-naar secundair onderwijs, 1=tussenvorm, 2=overgang na succesvol afronden basisonderwijs via getuigschrift, toelating klassenraad, 0=6 landen, 1=6 landen, 2=8 landen, waaronder Vlaanderen 22/12/2010 pag. 38
Mate overheidsregulering Vrije schoolkeuze ouders Onderwijsbeleid en onderwijssysteem 0=school wordt aangewezen, 1= ouders kiezen in zekere zin maar overheid kan ingrijpen, 2= volledig vrije schoolkeuze voor ouders, 0=9 landen, 1=8 landen, 2=3 landen, waaronder Vlaanderen % leerlingen in publieke scholen van 24% tot 100% Europees gemiddelde=86,6%, Vlaanderen=43,9% Ervaren concurrentie bij schoolhoofden van 52,4% tot 95,9% Europees gemiddelde=76,5%, Vlaanderen=90,6% 22/12/2010 pag. 39
22/12/2010 pag. 40 Kennis
Kennis In gecontroleerd model Europa = 500 Vlaanderen = 487 Mocht in Vlaanderen de lerarenopleiding even lang zijn als gemiddelde van Europa, zou de kennisscore 513 bedragen Mocht in Vlaanderen de overgang basis naar secundair ook automatisch zijn, zou de score 507 bedragen Als beide voorwaarden vervuld zijn, zou de score 534 bedragen 22/12/2010 pag. 41
Conventioneel burgerschap en politiek zelfbeeld Het onderwijsbeleid en onderwijssysteem bieden geen noemenswaardige verklaring 22/12/2010 pag. 42
Houding tegenover genderrechten Kenmerken van onderwijsbeleid en onderwijssysteem hebben evenmin effect 22/12/2010 pag. 43
Houding tegenover immigranten In gecontroleerd model Europa = 48,6 Vlaanderen = 44,7 Mocht Vlaanderen een overheidsregulering hebben zoals gemiddeld in Europa, zou de score 46,7 zijn Mocht Vlaanderen geen examens hebben op einde lager secundair, zou de score 46,7 zijn Als beide voorwaarden vervuld zijn, stijgt score tot 47,7 (59%) 22/12/2010 pag. 44
Houding tegenover immigranten Het gebrek aan overheidsregulering (bijzonder vrije schoolkeuze) resulteert in Vlaanderen in grote ongelijkheid tussen de scholen 22/12/2010 pag. 45
Houding tegenover immigranten Het gebrek aan overheidsregulering (bijzonder vrije schoolkeuze) resulteert in Vlaanderen in grote ongelijkheid Correlatie tussen mate van overheidsregulering en mate van schoolachterstand (% 15-jarigen dat ten minste 1 jaar heeft overgedaan in basisonderwijs) = -0,730 (wel slechts o.b.v. 15 landen) 22/12/2010 pag. 46
Besluit Het beter doen? Te stellen vragen 22/12/2010 pag. 47
Besluit Hoe kunnen we participatie op school bevorderen? Hoe verbeteren we het klasklimaat? Moeten we niet naar een langere lerarenopleiding? Naar een onderwijssysteem met minder bissen en meer automatische overgangen? Hebben we niet meer overheidsregulering nodig om ongelijkheid tussen de scholen te beperken? 22/12/2010 pag. 48