september 2012 septembre 2012 tijdskrediet www.aclvb.be



Vergelijkbare documenten
Hoofdstuk 2. Recht op tijdskrediet

Wijziging van de reglementering van het tijdskrediet

NIEUWE REGELS ROND TIJDSKREDIETUITKERINGEN: REGEERAKKOORD DI RUPO.

a. Anciënniteitsvoorwaarde

expertise binnen handbereik Ouderschapsverlof Opname Voorwaarde in hoofde van het kind Anciënniteit

expertise binnen handbereik Ouderschapsverlof Opname Voorwaarde in hoofde van het kind Anciënniteit Juridische dienst

De nieuwe CAO 103 betreffende het tijdskrediet

NOTA STUDIEDIENST Tijdskrediet vanaf

Publicatiedatum: 6 februari 2012

Niet-gemotiveerd tijdskrediet

Het recht op tijdskrediet

Tijdskrediet en loopbaanvermindering 1

- 7 - HOOFDSTUK III. INSCHRIJVING

Tijdskrediet met motief 1

Het tijdskrediet Na het KB van 28 december 2011 resultaten van overleg met de regering Situatie op 19 april 2012

2012/44. Een nieuw kader voor tijdskrediet anno /07/2012

Wijziging van de reglementering van het tijdskrediet

Ouderschapsverlof Rev Juridische dienst

Inhoudstafel. Inleiding 1. Deel I Tijdskrediet

Tijdskrediet: wijzigingen ( )

Van 77bis naar 103: een nieuwe CAO over tijdskrediet: wijzigingen vanaf 1 september 2012

PARITAIR COMITE VOOR HET VERMAKELIJKHEIDSBEDRIJF (304)

MEDEDELING Nr Zitting van dinsdag 30 oktober

Sociale partners sneller dan wetgever: CAO nr. 103ter past recht op tijdskrediet aan

Paritair subcomité voor de haven van Antwerpen, "Nationaal Paritair Comité der Haven van Antwerpen" genaamd

nationale arbeidsraad

Zijn er mogelijkheden om tijdelijk te stoppen met werken?

Tijdskr edie t Tijdskrediet

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 77 QUINQUIES

R A P P O R T Nr RAPPORT BETREFFENDE HET TIJDSKREDIET - JAARLIJKSE EVALUATIE

Zijn er mogelijkheden om tijdelijk te stoppen met werken?

Ouderschapsverlof en andere thematische verloven

Ouderschapsverlof en andere thematische verloven

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;

Halftijds brugpensioen

INVENTARIS MANTELZORGVRIENDELIJKE MAATREGELEN I.V.M. COMBINATIE ARBEID EN ZORG (mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid)

focus op het tijdskrediet in de privésector Vraag dit verlof online aan

A D V I E S Nr Zitting van maandag 27 april

Voor bepaalde werknemers is er echter al recht op tijdskrediet voor oudere werknemers vanaf 50 jaar. Het gaat hier meer bepaald om werknemers:

M E D E D E L I N G Nr Zitting van dinsdag 27 februari 2018

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 103 BIS VAN 27 APRIL

Reglementering Tijdskrediet Vergelijkend overzicht CAO nr KB

Vraag dit verlof online aan. focus op. loopbaanonderbreking in het kader van het verlof voor medische bijstand

VERLOFSTELSELS Vrije universiteit Brussel. Maart 2017 Jo Coulier Tim Vandenberghe

Wat is de weerslag van tijdskrediet op mijn pensioen? Welke regels gelden voor tijdskrediet? Bijvoorbeeld: Je zit in halftijds tijdskrediet vanaf je

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR.77 TER

Het tijdskrediet anno 2015

Infoblad - werknemers Overgang van een 1/2-tijds tijdskrediet of een tijdskrediet 1/5 naar een thematisch verlof en omgekeerd

ZORGKREDIET VANAF 2 SEPTEMBER 2016 EN DE MOGELIJKHEDEN VOOR ONBETAALD VERLOF

HET TIJDSKREDIET

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 103 VAN 27 JUNI 2012 TOT INVOERING VAN EEN STELSEL VAN TIJDSKREDIET, LOOPBAAN- VERMINDERING EN LANDINGSBANEN

Vraag dit verlof online aan. focus op. het tijdskrediet in de privésector

Op Stapel april Onderwijsorganisatie en -personeel Huis van het GO! Willebroekkaai Brussel

Lange loopbaan : 35 jaar vanaf 2012, 38 jaar vanaf 2014, 39 jaar vanaf 2016 en 40 jaar vanaf 2017 ;

Vraag dit verlof online aan. focus op. loopbaanonderbreking in het kader van het verlof voor medische bijstand

SNELNIEUWS SOCIAAL RECHT Verschijnt wekelijks, ook wanneer er geen belangrijke wijzigingen zijn

Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

Instelling. Onderwerp. Datum

Vraag dit verlof online aan. focus op. loopbaanonderbreking in het kader van het verlof voor medische bijstand

MINDER WERKEN. John Hallaert

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr

DEEL 1. STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT) 1

Aanvraag van onderbrekingsuitkeringen in het kader van het Vlaams zorgkrediet

Switchen tussen systemen tijdskrediet. Anouk Reygel, Dag van de Payroll Professional 210

1 Algemeen 3. 2 Het tijdskrediet zonder motief 5. 3 Tijdskrediet met motief 9

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 77 BIS VAN 19 DECEMBER 2001 TOT VERVANGING


COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 77 BIS VAN 19 DECEMBER 2001 TOT VERVAN- GING VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 77 VAN 14 FEBRUARI 2001

FOCUS op. loopbaanonderbreking in het kader van het verlof voor medische bijstand

Aanmoedigingspremies Tijdskrediet

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 77 BIS VAN 19 DECEMBER 2001 TOT VERVANGING

Mogelijkheden van ondersteuning voor patiënt en omgeving

BEKENDMAKING GEMEENTERAADSBESLUIT Ingevolge artikel 186 van het gemeentedecreet

NOTA STUDIEDIENST SWT vanaf

Infoblad - werknemers Tijdskrediet - algemeen stelsel

Aanvraag tijdskrediet 1/5

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 77 SEPTIES

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR

8. Uw werknemer vraagt ouderschapsverlof

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 103 BIS VAN 27 APRIL 2015 EN 103 TER VAN 20 DECEMBER

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, gegeven 1 juli 2016;

Aanvraag tijdskrediet 1/5

Eindejaarspremie (uitvoering VIA-akkoord) Vakbondspremie Vervoersonkosten Openbaar vervoer Privé-vervoer Vervoerstussenkomst voor dienstopdrachten

TITEL. 11 oktober Dag van de Payroll Professional. Jurryt Prims Els De Coninck

Wetgevend kader tijdkrediet

Aanvraag voor uitkering mantelzorg

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr

Aanvraag tijdskrediet 1/5 Oude reglementering

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 103 TER

8. LOOPBAAN- ONDERBREKING

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 77 SEXIES

Provincieraadsbesluit

Studies. Mei 2001 RVA Studies

Zorgkrediet. 2. Recht op zorgkrediet Het zorgkrediet is een recht. De werkgever kan het niet weigeren.

DEEL 1. STELSEL VAN WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG (SWT) 1

Aanvraag 1/2-tijds tijdskrediet

Aanvraag tijdskrediet 1/5 met motief

Transcriptie:

september 2012 septembre 2012 tijdskrediet www.aclvb.be

Inhoud Inleiding...5 Basisprincipes...5 Wat verandert er ten opzichte van de CAO 77bis?...6 Wat blijft hetzelfde t.o.v. de CAO 77bis?...7 De nieuwe CAO 103: context...7 Tijdskredietreglementering...8 I. Toepassingsgebied Wie krijgt welk recht?...9 1. Principe...9 2. Uitsluitingen...9 3. Bijkomende mogelijkheden tot uitsluiting...9 II. De verschillende formules...10 1. Het recht op voltijds tijdskrediet of tot vermindering van de arbeidsprestaties tot halftijds of tot viervijfden, niet-gemotiveerd...10 1.1. Vormen van het recht en uitoefening...10 1.2. Voorwaarden inzake anciënniteit, loopbaan en tewerkstelling in hoofde van de werknemer...11 1.3 Duur...12 1.3.1 Maximumduur van het recht...12 1.3.2 Verrekening van bepaalde loopbaanonderbrekingen...12 1.3.3 Minimumduur van het recht...13 1.4 Onderbreking van de arbeidsprestaties aan viervijfden: uitvoerings modaliteiten, principe en uitzonderingen...13 1.5 De uitkeringen voor een niet-gemotiveerd tijdskrediet...14 1.5.1 Bij overstap op halftijds...14 Voor de voltijdse werknemers...14 Voor de deeltijdse werknemers...15 1.5.2 Bij volledige schorsing van prestaties...16 1.5.3 Bij vermindering van de arbeidsprestaties tot viervijfden...16 2. Het recht op voltijds tijdskrediet of op gemotiveerd tijdskrediet o.v.v. vermindering van arbeidsprestaties tot viervijfden...17 2.1..Basisprincipes...17 2.2. Het recht op een aanvullend gemotiveerd tijdskrediet gedurende 36 maanden...18

2.2.1 Basisprincipes...18 2.2.2. De motieven in detail...19 a) Zorg over eigen kind tot de leeftijd van 8 jaar...15 b) Palliatieve verzorging...16 c) Medische verzorging en bijstand aan een zwaar ziek gezins- of familielid...17 d) Het volgen van een opleiding...18 2.3. Het aanvullend gemotiveerd tijdskrediet van 48 maanden...23 2.3.1 Basisprincipes...23 2.3.2 De motieven in detail...23 a) Zorg over kind met een handicap van minder dan 21 jaar...19 b) Verzorging of bijstand aan een ernstig ziek, minderjarig kind...19 2.4. Anciënniteits- en tewerkstellingsvoorwaarden voor het gemotiveerd tijdskrediet...25 2.4.1 Anciënniteitsvoorwaarden...25 2.4.2 Tewerkstellingsvoorwaarden...25 2.5. Minimum- en maximumperiodes van het gemotiveerd tijdskrediet...25 2.6. Het gemotiveerd tijdskrediet bedraagt maximum 48 maanden (absoluut maximum)...26 2.7 Verrekening van bepaalde eerder opgenomen periodes...27 2.8 Viervijfde tijdskrediet: uitvoeringsmodaliteiten en uitzonderingen...29 2.9 De uitkeringen voor het gemotiveerd tijdskrediet...30 2.9.1. Bij overstap op halftijds...30 Voor de voltijdse werknemers...24 Voor de deeltijdse werknemers...25 2.9.2 Bij volledige schorsing van prestaties...31 Voor de voltijdse werknemers...25 Voor de deeltijdse werknemers...26 2.9.3 Bij vermindering van de arbeidsprestaties tot viervijfden...32 3. Werknemers van 55 jaar en ouder hebben recht op landingsbanen...33 3.1.Vormen van het eindeloopbaantijdskrediet (zgn. landingsbanen)...33 3.2.Duur...34 3.3.Leeftijdsgerelateerde afwijkende stelsels: het eindeloopbaantijdskrediet op 50 jaar...34 3.3.1 Het halftijds tijdskrediet voor zware beroepen en knelpuntberoepen...34 3.3.2 Het 4/5 tijdskrediet voor zware beroepen en lange loopbanen...35 3.3.3 Het 1/2 en 4/5 tijdskrediet voor ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering.36 3.4 Viervijfde tijdskrediet: uitvoeringsmodaliteiten, principe en uitzonderingen...36 3.5 Voorwaarden in hoofde van de werknemer...37 3.6 Verhoogde uitkering...39 2 Het tijdskrediet september 2012

III Gemeenschappelijke bepalingen voor de verschillende rechten...41 1. De tewerkstellingsvoorwaarden...41 2. De verlengingen...42 3. Bijzondere modaliteiten voor zeer kleine ondernemingen...43 4. Neutralisatiemechanisme voor tijdskredietperiodes...43 5. Mogelijkheid voor de werknemers in ziekteverlof langer dan 6 maanden en/of die geleidelijk aan het werk hervatten om van een tijdskrediet te genieten...45 6. Mogelijkheid voor de werknemer die onder een crisismaatregel valt om te genieten van een tijdskrediet...45 IV De uitvoeringsmodaliteiten...47 1. De schriftelijke kennisgeving...47 1.1. Vormvereisten...47 1.2. Termijn...47 1.3. Zelfde vorm en zelfde termijn...47 1.4. Attest van de RVA...48 1.5. Inhoud en attesten...48 2. Planningsysteem toepassing van de voorkeuren...49 2.1. Principe: organisatorische drempel...49 2.2. Wijziging van de organisatorische drempel...51 2.3. Voorkeurstelsel...51 2.4. Praktische uitvoering...52 3. Uitstel, intrekking of wijziging van het tijdskrediet...53 3.1. Redenen van uitstel...53 3.2. Duur...53 3.3. Praktische modaliteiten...53 3.4. Bijzondere bepaling...53 4. Intrekking of wijziging voor de werknemers die een niet-gemotiveerd, gemotiveerd of eindeloopbaantijdskrediet aan viervijfden opnemen...54 V Bijkomende bepalingen...55 1. Ontslagbescherming...55 Het tijdskrediet september 2012 3

2. Terugkeer in het bedrijf...55 VI VII Overgangsbepalingen...56 Bijkomende elementen...58 1. Sociale zekerheid...58 1.1. Principe...58 1.2. Pensioenen...58 1.3. Jaarlijkse vakantie...59 2. Vervangingsplicht...60 3. Bijkomende premies...60 4. Cumul met inkomsten uit andere activiteiten (als zelfstandige of loontrekkende)...61 5. Cumuleren met het pensioen...61 6. Cumuleren met een opleidingsactiviteit/mentorschap...62 7. Fiscaliteit...62 8. Grensarbeiders of personen gedomicilieerd in een andere EU-lidstaat...62 9. Tijdskrediet en werkloosheid met bedrijfstoeslag (het vroegere brugpensioen)...63 10. Tijdskrediet en opzeg...63 VIII. De thematische verloven...65 1. Principes...65 2. Overstap van een niet-gemotiveerd of gemotiveerd half tijds, 4/5tijds tijdskrediet of van een eindeloopbaan tijdskrediet op een van de thematische verloven, en vice versa.66 IX Indienen van de formuleren bij de RVA...67 Bijlage Overzichtelijk tabel met alle tijdskredietuitkeringen...68 Bijlage Overzichtelijk tabel met alle tijdskredietuitkeringen...68 Bedragen van toepassing op de tijdskredietuitkeringen die de RVA vanaf 1.2.2012 betaalt...68 4 Het tijdskrediet september 2012

Inleiding Basisprincipes Op 27 juni 2012 werd in de schoot van de Nationale Arbeidsraad een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst goedgekeurd. Het gaat om de CAO nr. 103. Deze CAO, die sinds 1 september 2012 van toepassing is vervangt de vroegere CAO 77bis, die evenwel niet verdwijnt. In sommige gevallen zal de CAO 77bis immers van toepassing blijven via het mechanisme van de overgangsmaatregelen dat in de CAO 103 werd opgenomen. De bedoeling hiervan is de rechten van de werknemers die voor de goedkeuring van de CAO 103 in een tijdskredietsysteem zijn gestapt, te vrijwaren. De CAO 77bis behoudt dus zijn nut binnen deze complexe materie en maakt deel uit van de hele reglementering inzake tijdskrediet. U vindt de ACLVB-brochure met alle details over deze CAO 77bis op onze website. Het nieuwe systeem van de tijdskrediet ziet er voortaan als volgt uit : Het niet-gemotiveerd tijdskrediet of de mogelijkheid voor de werknemer (met werknemer worden uiteraard steeds zowel de mannelijke werknemer als de vrouwelijke werkneemster geviseerd) een voltijds tijdskrediet van 12 maanden op te nemen, of de loopbaan te verminderen gedurende 24 maanden halftijds of voor een periode van 60 maanden aan viervijfden te werken Het aanvullend gemotiveerd tijdskrediet onder vorm van een voltijds, halftijds of viervijfdentijds gedurende maximum 48 maanden Het eindeloopbaantijdskrediet voor werknemers of werkneemsters vanaf 55 jaar op voorwaarde dat ze 25 jaar beroepsloopbaan als loontrekkende kunnen voorleggen of, in zeer specifieke gevallen, vanaf 50 jaar, wanneer ze een zwaar beroep hebben beoefend, langdurig hebben gewerkt of tewerkgesteld zijn in een onderneming in moeilijkheden of in herstructurering Deze verschillende rechten staan volledig los van mekaar, wat dus betekent dat ze gecombineerd kunnen worden binnen de vastgelegde limieten. Om er recht op te hebben moet men aan een reeks specifieke voorwaarden voldoen. Daarnaast zijn er ook bijzondere organisatorische regels voorzien. De verschillende tijdskredietformules staan ook los van de thematische verloven en kunnen daarmee dus worden gecombineerd. Deze zijn: het ouderschapsverlof, het verlof voor medi- Het tijdskrediet september 2012 5

sche bijstand aan een zwaar ziek gezins- of familielid of het verlof voor palliatieve verzorging. Alle informatie over de thematische verloven is online beschikbaar op de website van de ACLVB. Een beknopte analyse, op het einde van de brochure, vindt u terug onder titel VIII. De motieven die de toekenning van de thematische verloven rechtvaardigen, namelijk de zorg over een kind tot maximum 12 jaar, de medische bijstand of palliatieve verzorging komen deels ook in aanmerking voor een gemotiveerd tijdskrediet. De sociale partners hebben dit bewust gedaan: ze beogen hiermee een bepaalde synergie tussen het gemotiveerd tijdskrediet en de thematische verloven zodat de vereiste documenten en minimale en maximales periodes voor de uitoefening van het recht dezelfde zouden zijn. Wat verandert er ten opzichte van de CAO 77bis? De drie delen inzake tijdskrediet, vervat in de CAO 103 het niet-gemotiveerd tijdskrediet, het gemotiveerd tijdskrediet en het eindeloopbaantijdskrediet vervangen de drie delen van de CAO 77bis. Even ons geheugen opfrissen! In de CAO 77bis bestonden de volgende tijdskredietformules: het tijdskrediet sensu stricto (voltijdse of halftijdse onderbreking van een jaar over de hele beroepsloopbaan, door de sectoren of bedrijven eventueel te verlengen tot maximum vijf jaar), het viervijfde tijdskrediet (algemeen stelsel), dat maximum 5 jaar kon worden opgenomen, of het tijdskrediet voor werknemers vanaf 50 jaar of ouder dat halftijds of 4/5 tijds kon worden opgenomen op voorwaarde ook dat men minstens 20 jaar had gewerkt. Het viervijfde tijdskrediet (algemeen stelsel) werd overgenomen in het niet-gemotiveerd tijdskrediet en in het gemotiveerd tijdskrediet die voltijds, halftijds of viervijfdentijds kunnen worden genomen. De ondernemingen en sectoren hebben niet meer de mogelijkheid om het voltijds of halftijds tijdskrediet, bovenop het toegestane jaar, te verlengen. In de plaats daarvan bestaat nu het gemotiveerd tijdskrediet. Het eindeloopbaantijdskrediet (de zgn. landingsbanen) is voortaan pas mogelijk vanaf de leeftijd van 55 jaar. Vroeger was dat vanaf 50 jaar. Er bestaan hierop uitzonderingen, nl. als de werknemer een loopbaan als loontrekkende van 25 jaar kan aantonen, in plaats van vroeger 20 jaar. De wijzigingen in het nieuwe tijdskredietstelsel impliceren meestal een verstrenging van de regels maar niet altijd. Daar waar een werknemer vroeger, op basis van de CAO 77bis zijn arbeidsprestaties tot 4/5 kon verminderen gedurende 5 jaar over zijn hele loopbaan, heeft hij 6 Het tijdskrediet september 2012

nu, via de CAO 103, de (hypothetische) mogelijkheid 4/5 tijds te werken gedurende negen jaar, waarvan vijf zonder motief en vier jaar met motief, nl. als hij een van de in de CAO voorziene motieven kan doen gelden (bovenop de thematische verloven). Wat blijft hetzelfde t.o.v. de CAO 77bis? De nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst verandert niet alles. Ze werd goedgekeurd op vraag van de regering om een einde te stellen aan de ongelijkheid tussen de toegang tot het tijdskrediet (CAO 77bis) en de toegang tot de tijdskredietuitkeringen waarvan de regels waren veranderd naar aanleiding van de goedkeuring van het koninklijk besluit van 28 december 2011 (zie context (lager) waarin de CAO 103 werd aangenomen). De nieuwe CAO 103 moest dit verschil dus wegwerken en er opnieuw voor zorgen dat er een overeenstemming was tussen de toegang tot het recht en de toegang tot de uitkeringen. De bepalingen m.b.t. het toepassingsgebied, de modaliteiten op het vlak van kennisgeving, uitstel en intrekking en de organisatorische regels werden niet gewijzigd, met uitzondering van de aanpassingen die nodig waren om aan de nieuwe logica van de CAO te beantwoorden. Let op! Voor de thematische verloven verandert er niets. De nieuwe CAO 103: context Op 1 december 2011 kondigde de regering aan dat het regeringsakkoord een wijziging van het reglementair kader van het tijdskrediet inhield, nl. striktere toegangsvoorwaarden. In navolging daarop werd het koninklijk besluit van 28 december 2011 goedgekeurd. Het wijzigde het koninklijk besluit van 12 december 2001 over de toegangsvoorwaarden van de tijdskredietuitkeringen. Let wel! De bedragen van de tijdskredietuitkeringen werden niet aangepast. Met dus de hoger genoemde ongelijkheid tot gevolg tussen de toegang tot het tijdskrediet, geregeld door de CAO 77bis, en de toegang tot de tijdskredietuitkeringen. Om de nieuwe maatregelen te versoepelen en beide rechten op tijdskrediet en op uitkeringen te harmoniseren startte er een onderhandeling tussen de sociale partners en de regering. Op 25 augustus 2012 kon een nieuw KB worden goedgekeurd dat het koninklijk besluit van 12 december 2001 wijzigt. De CAO 103 en het hoger genoemd koninklijk besluit volgen eenzelfde stramien ter bevordering van de leesbaarheid. Ze traden allebei op dezelfde dag in werking, nl. op 1 september Het tijdskrediet september 2012 7

2012, om juridisch veilig gesteld te zijn. Tijdskredietreglementering De basiselementen van deze reglementering zijn: de collectieve arbeidsovereenkomst 103, gesloten op 21 juni 2012 binnen de Nationale Arbeidsraad, ter invoering van een systeem van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, gesloten op 19 december 2001 binnen de Nationale Arbeidsraad, waarbij een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en prestatievermindering tot halftijds ingesteld wordt; deze conventie vervangt integraal de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77, gesloten op 14 februari 2001; de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis werd aangepast door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77ter, gesloten op 10 juli 2002, om zo hoofdzakelijk een aantal overgangsproblemen van het oude systeem van loopbaanonderbreking naar het nieuwe systeem te regelen; de overeenkomst werd verder gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77quater, gesloten op 30 maart 2007, in hoofdzaak om een aantal wijzigingen te integreren die voortvloeien uit het interprofessioneel akkoord 2007-2008; de overeenkomst werd nadien gewijzigd op 20 februari 2009 door de CAO nr. 77quinquies, om aan de werknemer de mogelijkheid te bieden wederom meer te werken; tenslotte werd de CAO 77sexies van 15 december 2009 aangepast om de periodes van langdurige ziekte of van geleidelijke werkhervatting te neutraliseren ; de CAO 77septies van 2 juni 2010 maakt de neutralisatie mogelijk van de periodes van arbeidstijdvermindering door toepassing van de crisismaatregelen de wet van 10 augustus 2001 betreffende de verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven, hoofdstuk IV het koninklijk besluit van 12 december 2001 tot uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001, gewijzigd door het Koninklijk Besluit van 16 april 2002 en het koninklijk besluit van 8 juni 2007, dat voornamelijk de kwestie van de aan de werknemers betaalde uitkeringen regelt het koninklijk besluit van 21 januari 2003 dat de verschillende elementen inzake sociale zekerheid regelt het koninklijk besluit van 2 februari 2009 inzake bedrijfsvoorheffing. Opmerking: de vernoemde bedragen zijn van toepassing op de uitkeringen vanaf 01.02.2012. Ze zijn, net zoals de sociale uitkeringen, gebonden aan de gezondheidsindex. Op het einde van deze brochure vindt u een overzicht van alle uitkeringen die door de RVA worden uitbe- 8 Het tijdskrediet september 2012

taald. I. Toepassingsgebied Wie krijgt welk recht? 1. Principe Komen in aanmerking voor de onderscheiden rechten zoals uitgelegd onder titel II: werknemers gebonden door een arbeidsovereenkomst werknemers die anders dan op basis van een arbeidsovereenkomst tegen loon arbeid ver richten onder het gezag van een andere persoon. 2. Uitsluitingen Jongeren die gebonden zijn door een leerovereenkomst vallen niet onder het toepassingsgebied. 3. Bijkomende mogelijkheden tot uitsluiting Bepaalde «personeelscategorieën» kunnen uitgesloten worden van het toepassingsgebied. Dit kan enkel via een collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten: hetzij op niveau van het paritair (sub-)comité hetzij op ondernemingsvlak als het paritair comité waaronder de onderneming ressorteert deze mogelijkheid niet heeft uitgesloten Daar vloeit uit voort dat, als een onderneming de intentie zou hebben bepaalde werknemers uit te sluiten van het recht op tijdskrediet, zij dit enkel kan doen via een collectieve arbeidsovereenkomst, wat dus veronderstelt dat de representatieve vakbonden hun goedkeuring moeten geven. Een werknemer die een tijdskrediet wenst op te nemen zal eerst moeten nagaan of de personeelscategorie waartoe hij behoort niet werd uitgesloten. Zoja moet hij controleren of alles volgens de voorschriften van de CAO is verlopen. Het tijdskrediet september 2012 9

II. De verschillende formules 1. Het recht op voltijds tijdskrediet of tot vermindering van de arbeidsprestaties tot halftijds of tot viervijfden, niet-gemotiveerd 1.1. Vormen van het recht en uitoefening De werknemer heeft het recht om, over zijn hele beroepsloopbaan, een niet-gemotiveerd tijdskrediet op te nemen gedurende maximum 12 maanden o.v.v. een volledige loopbaanonderbreking, of als volgt: hetzij dus een voltijds tijdskrediet van 12 maanden (op te nemen in schijven van minstens 3 maanden) hetzij een tijdskrediet o.v.v. vermindering van de arbeidsprestaties tot halftijds gedurende 24 maanden (op te nemen in schijven van minstens 3 maanden) hetzij een 4/5 tijdskrediet, waarbij hij zijn arbeidsprestaties met 1/5 vermindert over 1 dag of twee halve dagen per week, gedurende 60 maanden (op te nemen in schijven van minstens 6 maanden) hetzij een combinatie van de verschillende vormen Concreet : maximum 12 maanden voltijds equivalent komt overeen met: maximum 12 maanden in geval van voltijds tijdskrediet of, maximum 24 maanden in geval van halftijds tijdskrediet of, maximum 60 maanden in geval van viervijfde tijdskrediet of, een combinatie van de drie hoger beschreven vormen ten belope van een equivalente periode van 12 maanden voltijds, wetende dat een maand voltijdse onderbreking gelijkstaat met twee maanden halftijdse onderbreking wat dan weer gelijk is aan vijf maanden van verminderde arbeidsprestaties aan 4/5. Als de werknemer al een deel van zijn recht op een niet-gemotiveerd tijdskrediet heeft uitgeput, en hij nog kan genieten van een korte periode die kleiner is dan de door de reglementering toegestane minimumschijf (3 of 6 maanden al naargelang de formule) dan mag hij die kortere periode toch opnemen. Op die manier kan de werknemer zijn volledig tijdskredietkapitaal opgebruiken. Een werknemer heeft sowieso recht op een niet-gemotiveerd tijdskrediet, ook al heeft hij geen recht meer op de RVA-uitkeringen. Dit kan bvb nuttig zijn voor een werknemer die een nieuwe baan wil uitproberen. Let wel! Op die manier raakt het tijdskrediet opgebruikt. 10 Het tijdskrediet september 2012

1.2 Voorwaarden inzake anciënniteit, loopbaan en tewerkstelling in hoofde van de werknemer De werknemer moet voldoen aan een anciënniteit van 24 maanden bij zijn werkgever en minstens 5 jaar hebben gewerkt. De beroepsloopbaan van 5 jaar wordt berekend zoals de 25 jarige loopbaan die de werknemer moet aantonen wanneer hij aanspraak wil maken op een eindeloopbaantijdskrediet. Deze regels vindt u onder punt 3.5. De anciënniteitsvoorwaarde betreft de periode waarin de werknemer door een arbeidsovereenkomst verbonden is met de werkgever waaraan de tijdskredietaanvraag werd gericht. Aan beiden voorwaarden anciënniteit en loopbaan hoeft niet te worden voldaan in geval de werknemer rechtstreeks overstapt op een niet-gemotiveerd tijdskrediet nadat hij zijn volledig ouderschapsverlof heeft uitgeput voor al zijn rechthebbende kinderen. De werknemer moet daarnaast ook de voorwaarden vervullen die betrekking hebben op zijn arbeidsstelsel, m.a.w. de tewerkstellingsvoorwaarden. Om recht te hebben op een volledige loopbaanonderbreking: Hier is het arbeidsstelsel van de werknemer voltijds of halftijds niet van tel (het bedrag van de uitkering wordt wel beïnvloed door het arbeidsstelsel) Om te kunnen overstappen op halftijds: In dit geval moet het arbeidsstelsel ten minste 3/4 bedragen van een voltijds arbeidsstelsel binnen de onderneming, en dit gedurende de 12 maanden die aan de schriftelijke tijdskredietaanvraag die door de werknemer werd ingediend, voorafgaan. Om te kunnen overstappen op viervijfden: Hier moet het om een voltijds arbeidsstelsel gaan, verdeeld over vijf dagen of meer tijdens de 12 maanden die aan de schriftelijke aanvraag die door de werknemer werd ingediend, voorafgaan. Het tijdskrediet september 2012 11

1.3 Duur 1.3.1 Maximumduur van het recht Het niet-gemotiveerd tijdskrediet kan over de hele loopbaan maximaal 12 maanden voltijds opgenomen worden, of 24 maanden halftijds, of 60 maanden viervijfden. Deze maximumduur kan niet verlengd worden. Het gaat dus om een absoluut maximum en de sectoren of bedrijven hebben niet meer de mogelijkheid dit te verlengen. Even ons geheugen opfrissen: de CAO 77bis opende het recht op tijdskrediet, onder vorm van een volledige of halftijdse onderbreking gedurende één jaar, waarna de sectoren en de bedrijven de mogelijkheid hadden de duur van dit recht met vier jaar te verlengen om over de hele loopbaan maximum vijf jaar te bedragen. De mogelijkheid voor werknemers om hun tijdskrediet te verlengen is vervangen door het gemotiveerd tijdskrediet zorg & opleiding dat 36 maanden kan duren. De CAO 103 bepaalt dat het opnemen van dit tijdskrediet halftijdse of voltijdse onderbreking het bestaan van een sector- of bedrijfscao vereist (let wel: niet vereist als men kiest voor 4/5). De sector- of bedrijfscao s die gesloten worden in het kader van de CAO 77bis blijven van toepassing en dienen als basis voor het aanvullend halftijds of voltijds tijdskrediet van 36 maanden, en dit op grond van de overgangsbepalingen vervat in de CAO 103 (zie titel VI). 1.3.2 Verrekening van bepaalde loopbaanonderbrekingen Het niet-gemotiveerd tijdskrediet over de hele loopbaan bedraagt maximaal 12 maanden voltijds, wat betekent dat de opgenomen tijdskredietperiodes in het kader van de CAO 77bis op basis van de artikels 3 en 6 in mindering zullen gebracht worden van deze maximumperiode van 12 maanden. Dit slaat op alle opgenomen periodes van arbeidsprestatieonderbreking (voltijds, haltijds, viervijfden). Ook bepaalde periodes van loopbaanonderbreking die nog werden genomen in het kader van de wet van 22 januari 1985 zullen worden verrekend, nl. de periodes van voltijdse loopbaanonderbreking of waarin de arbeidsprestaties met de helft werden verminderd. Het gaat hier om het algemeen verrekeningsbeginsel dat in principe stelt dat de vroegere opgenomen periodes in mindering moeten worden gebracht van het niet-gemotiveerd tijdskrediet. Voorbeeld: een werknemer heeft al 6 maanden halftijds tijdskrediet opgenomen in het kader van het algemeen stelsel georganiseerd door de CAO 77bis. Hij wenst nu te genieten van een voltijds tijdskrediet. De opgenomen 6 maanden halftijds tijdskrediet zullen afgehouden worden van de maximumduur van het voltijds tijdskrediet waar de werknemer recht op heeft. De 6 maanden halftijds tijdskrediet moeten dus omgerekend 12 Het tijdskrediet september 2012

worden: dit geeft 3 maanden voltijds tijdskrediet. Dit betekent dus dat de werknemer nog slechts 9 maanden voltijds tijdskrediet zal kunnen opnemen. Er bestaat, zoals verder uitgelegd onder punt 2.7. een afwijking op dit verrekeningsprincipe. Dit laat toe om de vroeger opgenomen tijdskredietperiodes niet in mindering te brengen van het niet-gemotiveerd tijdskrediet maar af te houden van het gemotiveerd tijdskrediet, om de werknemer de mogelijkheid te geven zijn niet-gemotiveerd tijdskredietkapitaal te behouden. Let op! De periodes van loopbaanonderbreking die werden genomen in het kader van de thematische verloven (ouderschapsverlof, verlof voor palliatieve verzorging of verlof voor medische bijstand aan een zwaar ziek familie- of gezinslid zie punt III lager) kunnen nooit in mindering gebracht worden op deze maximumduur. 1.3.3 Minimumduur van het recht Om organisatorische redenen binnen de onderneming is er ook een minimumduur voorzien voor het tijdskrediet. Het gaat om minimaal 3 maanden als de werknemer opteert voor een volledige of halftijdse onderbreking en om 6 maanden als hij kiest voor viervijfden. Deze minimale duurtijden zijn zowel van toepassing op de eerste tijdskredietaanvraag door de werknemer, als op alle volgende aanvragen tot verlenging van dit recht. Let op! Wanneer een werknemer deze minimumduur niet respecteert dan kan de RVA de terugbetaling eisen van de reeds gestorte tijdskredietuitkeringen voor de begonnen maar niet beëindigde periode, tenzij de werknemer uitzonderlijke omstandigheden kan doen gelden. 1.4 Onderbreking van de arbeidsprestaties aan viervijfden: uitvoeringsmodaliteiten, principe en uitzonderingen Principe De arbeidsprestaties verminderen tot viervijfden kan op twee manieren: ofwel onder vorm van een dag per week, ofwel o.v.v. twee halve dagen per week. De werknemer moet voltijds tewerkgesteld zijn bij zijn werkgever en dit gedurende de 12 maanden die aan de schriftelijke kennisgeving voorafgaan, meestal binnen een arbeidsstelsel van vijf dagen per week of meer. Uitzonderingen Voor de werknemers die in ploegen of cycli werken is het het paritair (sub)comité of de onderneming die per CAO vastlegt wat de organisatorische regels inzake het 4/5 tijdskrediet Het tijdskrediet september 2012 13

moeten zijn, namelijk ten belope van een dag of twee halve dagen per week. Het is mogelijk dat de sector beslist de prestatievermindering per volledige dag door te voeren; het kan ook dat de sector de verantwoordelijkheid bij de onderneming legt die dan de praktische uitvoeringsmodaliteiten dient vast te leggen. Voor datzelfde ploegenpersoneel, en voor alle andere werknemers die de voorwaarden vervullen om in aanmerking te komen voor een 4/5 tijdskrediet, kunnen nog andere modaliteiten inzake de uitoefening van het recht voor een maximumduur van 12 maanden worden geregeld: Via een CAO, gesloten op sector- of bedrijfsniveau Als er geen syndicale afvaardiging is in het bedrijf, via een arbeidsreglement, met daarbovenop een schriftelijk individueel akkoord tussen de werkgever en de betrokken werknemer Deze alternatieve methode laat toe rekening te houden met de organisatorische werkingsnoden van het bedrijf, maar ook en vooral met de individuele behoeften van de werknemer om zijn werk beter te kunnen combineren met zijn privéleven, want, laten we niet vergeten dat dit de oorspronkelijke bedoeling van het tijdskrediet is. 1.5 De uitkeringen voor een niet-gemotiveerd tijdskrediet Belangrijke opmerking: de nieuwe reglementering wijzigt de bedragen van de uitkeringen niet. Het bedrag van de uitkering is afhankelijk van de door de werknemer gekozen tijdskredietvorm. Voor het niet-gemotiveerd en het gemotiveerd tijdskrediet gelden dezelfde bedragen. 1.5.1 Bij overstap op halftijds Het bedrag van uitkering zal variëren in functie van de anciënniteit van de werknemer in de onderneming. Bovendien is er een kleine bedrijfsvoorheffing verschuldigd op dit bedrag. Hierna vindt u de bruto- en nettobedragen, na afhouding van de bedrijfsvoorheffing (in vetjes). De bedrijfsvoorheffing voor het halftijds tijdskrediet werd opgetrokken van 17,15% naar 30% voor de werknemers < 50 jaar en wordt 35% voor de werknemers > 50 jaar. Voor alleenstaanden of uitsluitend samenwonend met een of meer kinderen waarvan ten minste een ten laste blijft de bedrijfsvoorheffing 17,15%. Ook voor de thematische verloven blijft ze 17,5% (zie punt Fiscaliteit). Deze percentages zijn van toepassing op alle aanvragen vanaf 1 januari 2009 en voor alle uitkeringen betaald vanaf 1 maart 2009. Voor de voltijdse werknemers Bedrijfsvoorheffing: 30% voor werknemers 50 jaar, behalve alleenstaanden (17,15%) 35% voor werknemers > 50 jaar, behalve alleenstaanden (17,15%) 14 Het tijdskrediet september 2012

Anciënniteit Minder dan 5 jaar anciënniteit 5 jaar en meer anciënniteit Niet-gemotiveerd tijdskrediet Overstap op halftijds 50 jaar >50 jaar 50 jaar >50 jaar Uitkering wordt betaald mits 2 j. anciënniteit en 5 j. loopbaan behalve i.g.v. opname tijdskrediet onmiddellijk na volledig opgebruikt ouderschapsverlof 235,78 165,05 195,35* 235,78 153,26 195,35* 314,38 220,07 260,47* 314,38 204,35 260,47 * (*) indien de werknemer alleenstaand is of uitsluitend samenwoont met een of meer kinderen waarvan ten minste een ten laste Voor de deeltijdse werknemers Bij een overgang naar halftijds dient de werknemer minstens 3/4 van een voltijds uurrooster in de onderneming te presteren. Hier ook zal de vergoeding proportioneel zijn aan het arbeidsstelsel van de werknemer voor zijn overstap naar halftijds. «Halftijdse» uitkering X Deeltijds arbeidsstelsel van de werknemer Voltijdse arbeidstijd binnen de onderneming Voorbeeld: binnen een onderneming waar de werkduur 38 uur bedraagt, stapt een werkne mer die drievierden of dus 28,5 uren is tewerkgesteld over op een systeem van halftijds tijdskrediet. Hij zal een brutobedrag van 176,83 (minder dan 5 jaar anciënniteit) of 235,78 krijgen (5 jaar anciënniteit of meer). Belangrijke opmerking: het feit dat een werknemer meer dan 5 jaar anciënniteit verkrijgt gedurende de periode van tijdskrediet heeft geen wijziging van het bedrag van de uitkering tot gevolg. Het tijdskrediet september 2012 15

1.5.2 Bij volledige schorsing van prestaties Voor de voltijdse werknemers Bedrijfsvoorheffing: 10,13% Niet-gemotiveerd tijdskrediet o.v.v. volledige onderbreking Uitkering wordt betaald mits 2 j. anciënniteit en 5 j. loopbaan behalve i.g.v. opname tijdskrediet onmiddellijk na volledig opgebruikt ouderschapsverlof Minder dan 5 jaar anciënniteit 471,58 EUR 423,81 EUR 5 jaar anciënniteit en meer 628,78 EUR 565,09 EUR Voor de deeltijdse werknemers De hoger vermelde vergoeding is proportioneel aan het ar beidsstelsel van de werknemer. «Halftijdse» uitkering X Deeltijds arbeidsstelsel van de werknemer Voltijdse arbeidstijd binnen de onderneming Voorbeeld: als de arbeidstijd binnen de onderneming 38 uur bedraagt, heeft een deeltijdse werknemer met een uurrooster van 20 uur recht op 20/38ste van het basisbedrag volgens zijn anciënniteit, of dus 248,2 of 330,94 bruto. Belangrijke opmerking: het feit dat een werknemer meer dan 5 jaar anciënniteit verkrijgt gedurende de periode van tijdskrediet heeft geen wijziging van het bedrag van de uitkering tot gevolg. 1.5.3 Bij vermindering van de arbeidsprestaties tot viervijfden Vermits enkel de voltijdse werknemers recht hebben op een 4/5 tijdskrediet hoeft in dit geval geen proportionele berekening te gebeuren. De werknemer die een 4/5 tijdskrediet opneemt zal een brutomaanduitkering van 155,27 ontvangen. Dit maandbedrag is hoger als het gaat om een alleenstaande werknemer en bedraagt 200,38 bruto. 16 Het tijdskrediet september 2012

De alleenstaande werknemer is: de man of vrouw die alleen woont de man of vrouw die uitsluitend samenwoont met een of meer kinderen ten laste De reglementering voorziet een hoger bedrag voor de alleenstaande werknemer. Op het brutobedrag is evenwel nog een bedrijfsvoorheffing verschuldigd. Voor deze tijdskredietformule bedraagt de bedrijfsvoorheffing 35%, behalve wanneer de werknemer uitsluitend samenwoont met een of meer kinderen ten laste (17,15%). De bedoeling is de afhouding aan de bron (voorheffing) beter te laten overeenstemmen met wat uiteindelijk aan belastingen zal zijn verschuldigd. De bruto en nettomaandbedragen zijn: Niet-gemotiveerd tijdskrediet Vermindering arbeidsprestaties tot 4/5den Uitkering wordt betaald mits 2 j. anciënniteit en 5 j. loopbaan behalve i.g.v. opname tijdskrediet onmiddellijk na volledig opgebruikt ouderschapsverlof 155,27 EUR (200,38 EUR) 1 100,93 EUR (130,25 EUR) 2 (166,02 EUR) 3 1. Indien de werknemer alleenstaand is of uitsluitend samenwoont met een of meer kinderen waarvan ten minste een ten laste 2. Indien de werknemer alleen woont 3. Indien de werknemer uitsluitend samenwoont met een of meer kinderen waarvan ten minste een ten laste 2. Het recht op voltijds tijdskrediet of op gemotiveerd tijdskrediet o.v.v. vermindering van arbeidsprestaties tot viervijfden 2.1. Basisprincipes Naast een niet-gemotiveerd tijdskrediet heeft de werknemer de mogelijkheid en het recht een aanvullend gemotiveerd tijdskrediet op te nemen. Dit gemotiveerd tijdskrediet duurt 36 maanden voor de motieven «zorg en opleiding» en 48 maanden voor de motieven «zwaar ziek of gehandicapt kind». Deze 36 maanden en 48 maanden mogen gecumuleerd worden maar het absoluut maximum voor een gemotiveerd tijdskrediet is 48 maanden over de volledige beroepsloopbaan. Het tijdskrediet september 2012 17

Voortaan zal een werknemer die een gemotiveerd tijdskrediet aanvraagt het bewijs moeten leveren aan zijn werkgever voor elkeen van de opgegeven motieven. Verder zal hij aan de RVA alle stavende documenten moeten doorsturen om te kunnen genieten van tijdskredietuitkeringen. Het gemotiveerd tijdskrediet staat los van het niet-gemotiveerd tijdskrediet. Beide formules kunnen bijgevolg gecumuleerd worden voor zover de werknemer zijn tijdskredietkapitaal niet al eerder heeft uitgeput via een loopbaanonderbreking op basis van de CAO 77bis of de wet van 22 januari 1985. Daarnaast is het niet nodig dat de werknemer eerst een niet-gemotiveerd tijdskrediet aanvraagt en dan pas een gemotiveerd tijdskrediet. Hij kan de gewenste tijdskredietformule vrij kiezen. Verder in dit document zullen we zien dat hij in bepaalde gevallen ook een strategische keuze kan maken. Beide tijdskredietformules (gemotiveerd en niet-gemotiveerd) zijn overigens volledig onafhankelijk van de thematische verloven. Bijgevolg zijn alle deze rechten combineerbaar. Voor elkeen van de opgegeven motieven kan de werknemer opteren voor een van de drie tijdskredietvormen: voltijdse onderbreking, halftijdse prestatievermindering, of vermindering van de arbeidsprestaties tot viervijfden. Let wel! De 36 maanden en 48 maanden worden niet proportioneel berekend: of men nu een voltijds, halftijds of viervijfden tijdskrediet opneemt, de duur blijft maximaal 36 en 48 maanden. 2.2 Het recht op een aanvullend gemotiveerd tijdskrediet gedurende 36 maanden 2.2.1 Basisprincipes De werknemers hebben recht op een aanvullend tijdskrediet voltijdse onderbreking, halftijdse prestatievermindering, of vermindering van de arbeidsprestaties tot viervijfden gedurende maximum 36 maanden voor de volgende motieven: Zorg over eigen kind tot de leeftijd van 8 jaar Palliatieve verzorging Medische bijstand aan ernstig ziek gezins- of familielid Volgen van opleiding Het voltijds of halftijds onderbreken van de arbeidsprestaties kan alleen wanneer de sector of het bedrijf een collectieve arbeidsovereenkomst die dit recht regelt, heeft gesloten. Een dergelijke CAO is niet vereist als het gaat om een gemotiveerd 4/5 tijdskrediet. Welke CAO s voldoen? Deze die op basis van de CAO 77bis werden gesloten en die de bedoeling hadden het voltijds of halftijds tijdskrediet te verlengen tot maximum vijf jaar. 18 Het tijdskrediet september 2012

Via het artikel 3 van de CAO 77bis heeft de werknemer de mogelijkheid zijn arbeidsprestaties voltijds of halftijds te onderbreken gedurende één jaar over de volledige beroepsloopbaan (het tijdskrediet sensu stricto ). Deze CAO voorzag dat de sectoren en bedrijven dit recht konden verlengen (dat is: als geen enkele sectorcao een verbod oplegde) tot maximum vijf jaar. Met de komst van de nieuwe CAO 103 kan, op basis van deze sector- en bedrijfscao s, een aanvullend tijdskrediet voor 36 maanden worden aangevraagd voltijds of halftijds ongeacht of deze al dan niet een verwijzing naar een van de hoger vernoemde motieven, bevatten. Let wel! Het gemotiveerd tijdskrediet van 48 maanden vereist geen enkele CAO, ongeacht de door de werknemer gekozen tijdskredietformule of vorm (zie lager). 2.2.2. De motieven in detail a) Zorg over eigen kind tot de leeftijd van 8 jaar Werknemers hebben de mogelijkheid een tijdskrediet op te nemen van 36 maanden om te zorgen voor hun kind van jonger dan 8 jaar. Dit betekent dus dat zij moeten gestart zijn met het voltijds, halftijds of 1/5tijds onderbreken van de arbeidsprestaties vooraleer hun kind de leeftijd van 8 heeft bereikt (en hetzelfde geldt voor een verlengingsaanvraag). Het feit dit recht op tijdskrediet uit te stellen in hoofde van de werkgever en het pas te laten aanvangen nadat het kind 8 is geworden, heeft geen invloed: de werknemer blijft recht hebben op het aangevraagde tijdskrediet. In geval van adoptie vangt het recht op tijdskrediet aan vanaf de datum van inschrijving in het volks- of vreemdelingenregister. De minimale duur van uitoefening hangt af van de door de werknemer gekozen formule. Bij het voltijds of halftijds onderbreken van de arbeidsprestaties is de minimumperiode 3 maanden. In geval van vermindering van de arbeidsprestaties tot 4/5, geldt als minimumperiode 6 maanden. De werknemer zal aan zijn werkgever het bewijs leveren dat zijn recht op tijdskrediet moet staven, namelijk de aanwezigheid van het kind in het gezin, en daarnaast ook de leeftijd van het kind.! Zoals gezegd is dit bijkomend recht van 36 maanden cumuleerbaar met het ouderschapsverlof. Het ouderschapsverlof werd opgetrokken van 3 naar 4 maanden voltijds (of 8 maanden halftijds of 20 maanden aan viervijden) en moet opgenomen worden vooraleer elk kind de leeftijd van 12 heeft bereikt. Het ouderschapsverlof kan opgenomen worden in schijven van een maand o.v.v. volledige onderbreking, in schijven van 2 maanden o.v.v. halftijdse onderbreking en in schijven van 5 maanden o.v.v. eenvijfde onderbreking. Het tijdskrediet september 2012 19