Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en viceminister-president mevrouw drs. C.J. Schouten Postbus 20401 2500 EK Den Haag Leidschendam, 21 september 2018 Ref.: 18.033/me/MJ bezoekadres Overgoo 13 2266 JZ Leidschendam 070 3376200 info@cbl.nl www.cbl.nl postadres Postbus 262 2260 AG Leidschendam NL15 ABNA 0513 5446 74 BIC: ABNANL2A KvK V 40412403 Excellentie, Wij vragen uw aandacht omdat wij zeer bezorgd zijn over de voorgestelde uitbreiding van het toepassingsgebied van het voorstel van de EU-Richtlijn over oneerlijke handelspraktijken in de voedselvoorzieningsketen (COM (2018)173). De uitbreiding van de bescherming van grote voedingsfabrikanten zal onbedoelde negatieve gevolgen hebben en leidt tot hogere prijzen voor consumenten zonder tastbare voordelen voor boeren en tuinders. In de bijlage lichten wij onze bezorgdheid toe. Tevens tref u in de bijlage een brief van gelijke strekking aan die onze Europese organisatie Eurocommerce heeft verzonden aan het voorzitterschap van de Europese Unie. Wij roepen u op om het toepassingsgebied te handhaven zoals nu geformuleerd in het initiële voorstel van de Europese Commissie, namelijk tot boeren en tuinders en mkb-leveranciers. Wij hopen dat u met het innemen van het Nederlandse standpunt in dit dossier onze grote zorg kunt meenemen en pleiten voor aanname van het initiële voorstel. Indien wordt voorgesteld het toepassingsbeleid uit te breiden, roepen wij u op om formeel de Juridische Dienst van de Europese Raad te vragen om een hernieuwd juridisch oordeel met betrekking tot de gekozen juridische basis. Hoogachtend,
Bert Roetert Wouter Kolk Nicolás de Lope Voorzitter CBL CEO Albert Heijn Directeur Aldi Holding B.V. Frits van Eerd Marcel Oosterwijk Dick Roozen CEO Jumbo Supermarkten Algemeen directeur Lidl Algemeen directeur C.I.V. Superunie Superunie namens:
Nadere toelichting en achtergrond Oneerlijke handelspraktijken in de voedselvoorzieningsketen Zorgen van de supermarktbranche over de ontwerp EU-richtlijn (COM(2018)173) Wij uiten onze grote bezorgdheid over de richting die de besprekingen van de richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken in de B2B-voedselvoorzieningsketen in de Raad en het Europees Parlement uitgaan. Deze dreigen namelijk grote schade voor consumenten te veroorzaken in de vorm van hogere prijzen, zonder tastbare voordelen voor boeren en tuinders. In haar ontwerpvorm is de richtlijn uitdrukkelijk gericht op kleine, zwakkere marktdeelnemers in de keten, in het bijzonder boeren en tuinders en mkb-leveranciers, in hun omgang met grote inkopers. Wij roepen op om het toepassingsgebied te handhaven zoals nu geformuleerd in het initiële voorstel van de Europese Commissie, namelijk tot boeren en tuinders en mkb-leveranciers. De uitbreiding van de bescherming tot grote, vaak multinationale voedingsfabrikanten en tot dienstverleners die geen voedingsproducten kopen of verkopen, zal onbedoelde gevolgen hebben en doet fundamentele vragen rijzen over de verenigbaarheid met de wettelijke basis van Artikel 43 van het EU-Verdrag. Wij verzoeken het Oostenrijks voorzitterschap om de Juridische Dienst van de Raad formeel om opheldering daarover te vragen. Supermarkten streven naar eerlijke B2B-relaties Supermarkten hebben een betrouwbare aanvoer nodig van producten die onderscheidend zijn en die klanten doen besluiten om juist in die éne winkel te kopen in plaats van bij de concurrent. Om die reden hebben supermarkten er onmiskenbaar belang bij om zowel grote als kleine leveranciers goed te behandelen. Dit is een duidelijke doelstelling van onze Nederlandse gedragscode voor eerlijke handelsrelaties in de agrinutriketen en van de Europese beginselen van goede praktijken die alle Nederlandse supermarkten hebben ondertekend en vertaald in de contracten en dagelijkse activiteiten. Deze gedragscode en de implementatie ervan is onverkort overgenomen van het Europese Supply Chain Initiative. Het streven naar eerlijke B2B-relaties komt ook tot uiting in onze krachtige ondersteuning van een landbouwbeleid. Dat is erop gericht om boeren en tuinders te helpen zich te organiseren, innovatiever en concurrerender te worden en een duurzaam en gezond aanbod te creëren van aantrekkelijke producten die tegemoetkomen aan de vraag van de consument. De uitbreiding van het toepassingsgebied tot alle marktdeelnemers zal onbedoelde gevolgen hebben In de effectbeoordeling van de Europese Commissie waarschuwt de hoofdeconoom van het Directoraat- Generaal voor Mededinging (DG COMP) voor de onbedoelde gevolgen van de uitbreiding van het toepassingsgebied van de richtlijn naar grote fabrikanten en in het bijzonder voor het gevaar dat deze "de druk zou verminderen die grote kopers kunnen uitoefenen op grote fabrikanten om hun marges te verminderen en een significante marktverstoring kan impliceren omwille van de brede impact op de markt en uiteindelijk op de consumentenprijzen". Voorts wijst hij erop dat het onwaarschijnlijk is dat boeren en tuinders en mkb-leveranciers zullen profiteren van een uitbreiding van het toepassingsgebied van de richtlijn aangezien "het niet duidelijk is of boeren en tuinders of andere partijen die zich hoger in de toeleveringsketen bevinden, zouden profiteren van een regulering van
oneerlijke handelspraktijken die grote leveranciers of fabrikanten grotere marges zou bieden. Een grote fabrikant die gebruik zou maken van een regulering van oneerlijke handelspraktijken om supermarktorganisaties onder druk te zetten om de prijzen te verhogen waartegen supermarktorganisaties van de fabrikant kopen, heeft geen verplichting of stimulansen en zal de extra voordelen die hij uit een dergelijke regulering zou halen waarschijnlijk niet met zijn eigen leveranciers delen. Grote fabrikanten hebben hoge tot zeer hoge marktkapitalisatie en nettowinsten die vele malen hoger zijn dan die van zelfs de grootste Europese supermarktbedrijven. Met een gemiddelde EBIT van 20,3% presteren mondiale fabrikanten aanmerkelijk beter dan supermarkten, die een gemiddelde EBIT van 2,9% hebben. Veel supermarkten zitten daar nog onder (zie tabel als bijlage met de netto marge van de verschillende partijen). Ondanks dat ze geportretteerd worden als machtig en sterk geconcentreerd, realiseren zelfs de grootste supermarktorganisaties in Europa minder dan 2% van de totale omzet van een multinationale fabrikant. Zoals aangetoond in een recente mededeling van de Europese Commissie over de detailhandel (waarnaar wordt verwezen in punt 4 in de bijlage) en in een studie in de Beneluxlanden, versterken de grote merkartikelfabrikanten hun marktmacht en hun marges door de interne Europese markt te fragmenteren in het nadeel van consumenten en de detailhandel. Een verzwakking van het vermogen van supermarkten om met grote producenten te onderhandelen zal enkel de winsten vergroten van die grote, multinationale fabrikanten, die niet aangetoond hebben dat ze economische schade lijden door retailers. Deze laatsten zullen niet meer bij machte zijn de prijsverhogingen van hun leveranciers te temperen, met als gevolg dat de consumentenprijs zal stijgen. Het zal MKB-ers in deze en andere sectoren (zoals restaurants en food services) niet helpen en zal nadelig zijn voor consumenten, die er bij hun dagelijkse inkopen baat bij hebben dat supermarkten namens hen onderhandelen over producten van hoge kwaliteit en over de beste prijzen. De uitbreiding van het toepassingsgebied van de richtlijn kan juridisch worden aangevochten en is onverenigbaar met de jurisprudentie over gelijkheid en evenredigheid De Europese Commissie heeft zelf duidelijk gesteld dat een uitbreiding van het toepassingsgebied wettelijk niet mogelijk is op grond van het artikel van het Verdrag (artikel 43 VWEU) dat als rechtsgrondslag is gekozen en dat moet aantonen dat boeren en tuinders (of consumenten) er baat bij hebben. De uitbreiding van de richtlijn tot de relaties tussen supermarkten en grote multinationale fabrikanten zal de impact nog verscherpen van reeds inherent discriminerende bepalingen van de richtlijn die verplichtingen oplegt aan kopers, maar niet aan verkopers. Dit is onverenigbaar met uitgebreide jurisprudentie over de Europese beginselen van gelijkheid en evenredigheid (zie voorbeelden in punt 5 in de bijlage). Op grond van het Interinstitutioneel Akkoord over betere wetgeving vergt een uitbreiding van het toepassingsgebied van de richtlijn een gedetailleerde en zorgvuldige effectbeoordeling, waarbij wordt gekeken naar de gevolgen van een dergelijk regelgevend optreden voor het beginsel van contractvrijheid en vrijheid van ondernemerschap (zie artikel 16 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie) op domeinen die ver van landbouwproducten af staan en waarop de regelgeving uit hoofde van artikel 43 van het Verdrag betrekking heeft. Ook moet de impact worden beoordeeld in het licht van de beginselen van gelijkheid en evenredigheid en zouden de gevolgen voor andere toeleveringsketens, het vermogen van kopers om met grote leveranciers te onderhandelen en de gevolgen daarvan voor het welzijn van de consument, moeten worden aangegeven.
Tot slot vinden wij dat een opheldering van de juridische en reglementaire twijfels over de toevoegingen aan het initiële voorstel van de Europese Commissie ervoor zorgt dat de richtlijn de principes voor betere wetgeving naleeft.
Bijlage 1. Gevolgen voor de markt van een uitbreiding tot grote fabrikanten: Professor Tommaso Valletti, Chief Competition Economist van de Europese Commissie, stelt in het document van de Commissie dat "het reguleren van handelstransacties tussen grote partijen de druk zou kunnen verminderen die grote klanten op grote fabrikanten kunnen uitoefenen om hun marges te verlagen en dat dit een aanzienlijke verstoring van de markt met zich kan meebrengen vanwege het duidelijke effect ervan op de markt en uiteindelijk op de consumentenprijzen. Bovendien is het niet duidelijk of boeren en tuinders of andere partijen die zich hoger in de toeleveringsketen bevinden, zouden profiteren van een regulering van oneerlijke handelspraktijken die grote leveranciers of fabrikanten grotere marges zou bieden. Een grote fabrikant die gebruik zou maken van een regulering van oneerlijke handelspraktijken om detailhandelaren onder druk te zetten om de prijzen te verhogen waartegen detailhandelaren van de fabrikant kopen, heeft geen verplichting of stimulansen en zal de extra voordelen die hij uit een dergelijke regulering zou halen waarschijnlijk niet met zijn eigen leveranciers delen." 2. Oneerlijke prijsvorming en marktfragmentatie door grote fabrikanten: Jacques Steenbergen, voorzitter van de Belgische Mededingingsautoriteit, vertelde de Commissie economische zaken van het Europees Parlement in 2016: "We hebben een relatief goed beeld van de productiekosten en de nettomarges aan de kant van de boeren en tuinders en een relatief transparante situatie met betrekking tot de belangrijkste supermarktorganisaties. En we weten dat boeren en tuinders met sommige producten geld verdienen, en dat ze met andere geld verliezen. We weten ook dat de gemiddelde nettowinstmarge van de belangrijkste supermarktorganisaties zelden buitensporig hoog is. We hebben geen idee wat er daartussenin gebeurt in de relatie tussen kosten en marges. De boeren en tuinders in dit land zijn ervan overtuigd dat de supermarkten niet met het geld weglopen. Als er sprake is van oneerlijke prijsvorming, dan moeten we echt meer naar de industrie kijken en of er gevolgen zijn voor grensoverschrijdende handel, de werking van de interne markt, prijsdifferentiatie en marktsegmentatie." 3. Boeren en tuinders vragen niet om wetgeving en ervaren nauwelijks tot geen oneerlijke handelspraktijken Rapport Wageningen Economic Research, Positie Primaire Producent in de Keten. https://www.wur.nl/upload_mm/e/a/0/f4257cbd-4667-4fae-ae43-c65ea0599a9a_2018-027%20baltussen_def.pdf De meeste primaire producenten ervaren nauwelijks of slechts in beperkte mate oneerlijke handelspraktijken (p. 7) Oneerlijke handelspraktijken [lijken] eerder uitzondering dan regel te zijn (p. 53) 4. Marktfragmentatie en prijsdifferentiatie door fabrikanten: Benelux-studie Territorial Supply Constraints in the Retail Trade in Belgium, the Netherlands and Luxembourg, 2018; http://www.benelux.int/files/9215/2696/9988/616-tsc-en-draft3.pdf Mededeling van de Commissie: A European retail sector fit for the 21st Century 2018, p. 13: Territoriale leveringsbeperkingen leiden tot segmentatie van de markt, waardoor de concurrentie wordt beperkt en wat resulteert in waarschijnlijk aanzienlijke verschillen tussen groothandels- en consumentenprijzen of in de keuze van producten die aan consumenten in de hele EU worden
aangeboden. Dergelijk gedrag moet worden voorkomen, zodat parallelimport door supermarktorganisaties mogelijk wordt voor alle producten en zij de interne markt nog dichter bij de Europese consumenten kunnen brengen. https://eur-lex.europa.eu/resource.html?uri=cellar:93c3b59e-43ad-11e8-a9f4-01aa75ed71a1.0001.02/doc_1&format=pdf 5. Noodzaak van evenredigheid en gelijkheid uit hoofde van het Verdrag: in een aantal arresten van het Europees Hof wordt benadrukt dat het verbod op discriminatie een specifieke formulering is van het algemene gelijkheidsbeginsel, dat een van de grondbeginselen van het Gemeenschapsrecht is, en dat dit beginsel vereist dat vergelijkbare situaties niet verschillend mogen worden behandeld, tenzij differentiatie objectief gerechtvaardigd is. Voorbeelden: Arrest van 19 oktober 1977, Albert Ruckdeschel (gevoegde zaken 117-76 en 16-77, EU:C:1977:160) Arcelor Atlantique (arrest van de Grote Kamer van 15 december 2008, C-127/07, EU:C:2008:728) 6. Vergelijking van de nettomarges laat zien dat de industrie winstgevender is De winstmarges van mondiale fabrikanten liggen doorgaans tussen 15 en 30% en hun marktkapitalisatie is groter dan die van supermarktorganisaties: Fabrikant Bedrijf Ebit (mia euro) Winstmarge (ebit/opbrengsten, %)* Marktkapitalisatie (mia EUR) Nestle 13.2 16.5 201 Procter and Gamble 13.5 15.7 190 Unilever Group 8.9 16.5 128 Coca-Cola 6.6 21.2 164 JBS S.A. 1.9 4.1 7 Anheuser-Busch InBev 18.9 33.5 184 Diageo 4.1 29.5 60 Mondelez 3.1 13.5 51 Pepsi Co 9.5 17.0 137 Kraft Heinz 6 25.8 67 Danone 1.6 13.0 44 Heineken 3.8 17.2 50 Altria Group 8.5 37.4 106 Sab Miller*** 5.1 29.2 63 Kellogg 1.7 15.1 21 Gemiddeld 20.3 Gegevens 2017; bronnen: websites van bedrijven *** Cijfers 2016
Supermarkten Bedrijf Ebit (mia euro) Winstmarge (ebit/opbrengsten, %)* Marktkapitalisatie (mia EUR) Tesco PLC 1.46 2.6 28.7 Carrefour 2.00 2.5 14.0 REWE Group 1.64 2.8 n/a Auchan Holding SA 0.90 1.7 n/a Ahold Delhaize 2.50 3.9 23.0 Mercadona 0.75 3.3 n/a Jeronimo Martins 0.59 3.6 10.2 Sainsbury 0.73 2.4 10.5 Casino 1.03 2.9 5.6 Metro Group 0.85 2.3 4.0 Colruyt Group 5,40 4,1 0,31 Gemiddeld 2.9 Gegevens 2017; bronnen: websites van bedrijven, Bloomberg *=berekening van EuroCommerce op basis van gegevens op websites van bedrijven **=ebit=bedrijfsresultaat, of winst vóór afschrijving en belastingen