(Resoluties, aanbevelingen en adviezen) AANBEVELINGEN RAAD

Vergelijkbare documenten
8653/19 voo/mak/hh 1 TREE.1.B

Voorstel voor een AANBEVELING VAN DE RAAD

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 mei 2017 (OR. en) het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

Fiche 2: Voorstel voor een aanbeveling van de Raad inzake gemeenschappelijke waarden, inclusief onderwijs en de Europese dimensie van lesgeven

8273/1/18 REV 1 dui/ass/sv 1 DG E 1C

Alle delegaties gaan thans akkoord met de tekst van bovengenoemde conclusies van de Raad.

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

13645/1/16 REV 1 ev 1 DG E 1C

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 april 2014 (OR. en) 9026/14 JEUN 65 SOC 299

Erasmus+ ROLMODELLEN GEMEENSCHAPPELIJKE WAARDEN UITDRAGEN

De Raad wordt verzocht in zijn zitting van 7 maart 2016 de in de bijlage opgenomen ontwerpconclusies aan te nemen.

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-1803/2016

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S20/2019. Sport als instrument voor integratie en sociale inclusie van vluchtelingen

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0389/2. Amendement. Dominique Bilde namens de ENF-Fractie

9641/16 ons/zr/as 1 DGE 1C

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN, I. INLEIDING

PUBLIC. Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 12470/05 LIMITE JEUN 47 EDUC 134 SOC 355

obs Jaarfke Torum CL Scheemda Postbus ZH Scheemda

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 juni 2016 (OR. en) het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel)

8034/17 rts/pau/ln 1 DG E - 1C

13640/15 nes/ass/fb 1 DG E - 1C

BIJLAGEN. bij. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

NOTA het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties Gezamenlijke conclusies van de Jeugdconferentie van de EU (Dublin, maart 2013)

Milan Zver "Erasmus": het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport (COM(2018)0367 C8-0233/ /0191(COD))

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 april 2013 (26.04) (OR. en) 8578/13 JEUN 40 EDUC 114 SOC 255

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

10279/17 PAU/ev 1 DG C 1

12671/17 van/asd/sp 1 DG D 2C

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 december 2004 (03.01) (OR. fr) 15763/04 JEUN 95 EDUC 224 SOC 587

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 3 november 2017 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 april 2011 (29.04) (OR. en) 8064/11 JEUN 16 SOC 272

Burgerschapsonderwijs op school in Europa 2017

voor politiefunctionarissen.

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

AANGENOMEN TEKSTEN. Tenuitvoerlegging van het Bolognaproces stand van zaken en follow-up

7935/17 rts/van/fb 1 DG E - 1C

8760/19 tin/van/ev 1 TREE.1.B

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B

Culturele hoofdsteden van Europa voor de periode 2020 tot Voorstel voor een besluit (COM(2016)0400 C8-0223/ /0186(COD))

Kwaliteitsvol. jeugdwerk. In vogelvlucht. Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016

AANGENOMEN TEKSTEN. gezien de beleidsagenda van de alliantie voor vrijwilligerswerk in Europa (2011) voor het Europees Jaar van het vrijwilligerswerk,

8763/19 jwe/gra/sp 1 TREE.1.B

Raad van de Europese Unie Brussel, 3 maart 2017 (OR. en)

14434/15 DUI/hw 1 DG E - 1 C

Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag met verzoek om mondeling antwoord B8-1803/2016

9635/17 mou/gys/ln 1 DG E 1C

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

12 RICHTLIJNEN VOOR INTERRELIGIEUZE DIALOOG OP LOKAAL NIVEAU

9273/16 gar/zr/as 1 DG B 3A

15312/16 NAF/ev 1 DG D 1B

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Verslag college 4: De staat van burgerschapsonderwijs en een blik op de toekomst

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Resolutie van het Europees Parlement over analfabetisme en sociale uitsluiting (2001/2340 (INI))

13617/16 van/ons/sv 1 DG E 1C

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 oktober 2004 (10.11) (OR. en) 13996/04 LIMITE JEUN 89 EDUC 211 SOC 512

9068/16 van/gra/mt 1 DG E - 1C

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 februari 2016 (OR. en)

9123/19 gar/gra/ev 1 TREE 1.B

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ONTWERPVERSLAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag..

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Tweede Kamer der Staten-Generaal

AANBEVELINGEN. AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 9 april 2014 over de kwaliteit van de rapportage over corporate governance ( pas toe of leg uit )

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

Luc Van den Brande Laten we samen aan Europa bouwen

CREATIEF EUROPA ( ) Subprogramma Cultuur. Oproep tot het indienen van voorstellen:

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

7749/19 voo/pau/sp 1 TREE 1.B

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S17/2017. Toezicht op en coaching van jongeren die het risico lopen te radicaliseren, via sport

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S14/2018. Bevorderen van Europese waarden via sportinitiatieven op gemeentelijk niveau

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 april 2010 (20.04) (OR. en) 8570/10 ENFOPOL 99

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

CREATIEF EUROPA ( ) Subprogramma Cultuur. Oproep tot het indienen van voorstellen:

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum

EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie. van de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 februari 2007 (OR. en) 5332/07 PESC 38 COEST 9

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 juli 2014 (OR. en)

9895/19 mak/van/hh 1 ECOMP.2B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 mei 2014 (OR. en) 10071/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0134 (NLE) AVIATION 120 COEST 175 NIS 27 RELEX 437

Het Comité van permanente vertegenwoordigers heeft op 27 mei 2009 overeenstemming bereikt over de tekst die in de bijlage gaat.

Voor een Europa van solidariteit en gelijkheid

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Fiche 5: Aanbeveling inzake een alomvattende benadering van het onderwijzen en leren van talen

Europa voor de Burger Programma EU subsidie lijn EACEA (EC) 7-jarig programma ( ) Jaarlijkse oproep

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 december 2005 (03.01) 15929/05 EDUC 197 STATIS 100

Transcriptie:

7.6.2018 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 195/1 I (Resoluties, aanbevelingen en adviezen) AANBEVELINGEN RAAD AANBEVELING VAN DE RAAD van 22 mei 2018 inzake de bevordering van gemeenschappelijke waarden, inclusief onderwijs en de Europese dimensie in lesgeven (2018/C 195/01) DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 165 en 166, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1) De Unie berust op de in artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde gemeenschappelijke waarden en algemene beginselen inzake eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren. Overeenkomstig artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie streeft de Unie ernaar haar waarden te handhaven en zich ervoor in te zetten. (2) Geïnspireerd door deze waarden is de Unie erin geslaagd om mensen, gemeenschappen en landen samen te brengen in een uniek politiek project dat heeft geleid tot de langste periode van vrede in Europa, wat op zijn beurt heeft geleid tot sociale stabiliteit en economische welvaart. Doordat alle lidstaten de in het Verdrag vastgelegde waarden hebben aangenomen, is er een gemeenschappelijke basis die de Europese manier van leven en de Europese identiteit typeert en de Unie haar eigen plaats geeft op het wereldtoneel. (3) De Unie en haar lidstaten worden geconfronteerd met uiteenlopende uitdagingen zoals populisme, xenofobie, polariserend nationalisme, discriminatie, de verspreiding van nepnieuws en desinformatie, evenals radicalisering die tot gewelddadig extremisme leidt. Deze verschijnselen kunnen niet alleen een ernstige bedreiging vormen voor de fundamenten van onze democratieën, maar ook het vertrouwen in de rechtsstaat en de democratische instellingen ondermijnen en het gevoel van samenhorigheid in en tussen onze Europese samenlevingen schaden. (4) Als burgers daarentegen niet beseffen hoe en waarom de EU tot stand is gekomen en hoe zij in de basis functioneert, staat de deur open voor desinformatie en kunnen zij geen geïnformeerde mening vormen over de activiteiten van de Unie. Kennis van de diversiteit van de Unie en haar lidstaten versterkt wederzijds respect, begrip en samenwerking binnen en tussen de lidstaten. (5) Onderwijs in al zijn vormen en op alle niveaus en van jongs af aan speelt een cruciale rol bij het bevorderen van gemeenschappelijke waarden. Het draagt bij tot sociale inclusie doordat elk kind reële en gelijke kansen krijgt om te slagen. Het biedt mogelijkheden om actieve en kritische burgers te worden en vergroot de kennis van de Europese identiteit. (6) Tijdens de bijeenkomst over de Leidersagenda in november 2017 in Göteborg hebben de Europese leiders gesproken over het belang van onderwijs en cultuur voor de toekomst van Europa. Met het oog op deze besprekingen heeft de Commissie haar visie op een Europese onderwijsruimte uiteengezet en een aantal initiatieven voorgesteld in haar mededeling over De Europese identiteit versterken via onderwijs en cultuur ( 1 ), waarin staat dat het versterken van onze Europese identiteit essentieel [blijft]; dat kan het best via onderwijs en cultuur. ( 1 ) COM(2017) 673 final.

C 195/2 NL Publicatieblad van de Europese Unie 7.6.2018 (7) Na de bijeenkomst van de leiders in Göteborg heeft de Europese Raad in zijn conclusies van 14 december 2017 benadrukt dat onderwijs en cultuur een sleutelrol vervullen bij het opbouwen van inclusieve, hechte samenlevingen, en bij het op peil houden van ons concurrentievermogen ( 1 ). (8) Een van de doelstellingen van het ET 2020-kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding ( 2 ), namelijk het bevorderen van kansengelijkheid, sociale cohesie en actief burgerschap, houdt in dat onderwijs interculturele competenties, democratische waarden en respect voor grondrechten moet bijbrengen, alle vormen van discriminatie en racisme moet voorkomen en bestrijden, en kinderen, jongeren en volwassenen in staat moet stellen positief met leeftijdgenoten met een andere achtergrond om te gaan. (9) De Verklaring van Parijs, die op 17 maart 2015 is goedgekeurd door de Europese ministers van Onderwijs, getuigt van het streven van de lidstaten om gemeenschappelijke waarden, kritisch denken en mediageletterdheid, en inclusief onderwijs en interculturele dialoog te bevorderen. Uit de reacties op een EU-brede openbare raadpleging ( 3 ) blijkt duidelijk dat inclusief onderwijs moet worden bevorderd. Slechts 16 % van de respondenten meent dat het onderwijs momenteel dit doel bereikt; 95 % van de respondenten vindt dat het onderwijs jongeren moet helpen inzicht te krijgen in het belang van gemeenschappelijke waarden en dat de Unie de lidstaten moet helpen bij de verwezenlijking van die taak (98 %). (10) Uit het Eurydice-verslag 2017 over burgerschapsvorming op school in Europa blijkt dat burgerschapsonderwijs momenteel veel aandacht krijgt in een aantal Europese landen. Toch beschikt bijna de helft van de landen nog altijd niet over een beleid om burgerschapsvorming op te nemen in de initiële lerarenopleiding. Daarom moeten leerkrachten door middel van maatregelen worden ondersteund en in staat gesteld om een open leercultuur en -omgeving te ontwikkelen en om te gaan met diversiteit met het oog op de ontwikkeling van burgerschapscompetenties, de overdracht van het gedeelde Europese erfgoed en het uitdragen van gemeenschappelijke waarden, en als rolmodel te kunnen dienen voor hun leerlingen. (11) Radicalisering die tot gewelddadig extremisme leidt, is nog altijd een acuut probleem in verschillende lidstaten. Het bevorderen van gemeenschappelijke waarden als katalysator voor sociale cohesie en integratie, onder meer via beleidsmaatregelen op het gebied van onderwijs, draagt in belangrijke mate bij tot de oplossing hiervan. Om de lidstaten te ondersteunen bij hun inspanningen heeft de Europese Commissie in juli 2017 een deskundigengroep op hoog niveau inzake radicalisering opgericht ( 4 ), die zal bepalen welke ondersteunende maatregelen kunnen worden genomen, onder meer op het gebied van onderwijs. (12) De meest recente resultaten van het PISA-onderzoek 2017 en de Onderwijs- en opleidingsmonitor 2017 tonen een duidelijk verband tussen ongelijkheden op onderwijsgebied en de sociaal-economische achtergrond van studenten. Uit de gegevens van PISA blijkt dat studenten uit armere gezinnen drie keer meer kans lopen om slechter te presteren dan hun meer bemiddelde tegenhangers en dat studenten met een migrantenachtergrond tweemaal zoveel kans lopen om laag te scoren als andere studenten. Om de marginalisering van jongeren te voorkomen, is het van essentieel belang dat de onderwijsstelsels inclusief en rechtvaardig zijn, zodat zij hechte samenlevingen bevorderen en de fundamenten leggen voor actief burgerschap en inzetbaarheid op de arbeidsmarkt. (13) De International Civic and Citizenship Education Study 2016 van de International Association for the Evaluation of Educational Achievement geeft aan dat nationale en Europese identiteiten positief naast elkaar kunnen bestaan en niet met elkaar in tegenspraak zijn. De studie toont ook aan dat studenten met hogere niveaus van maatschappelijke kennis zich in het algemeen toleranter opstellen. (14) Uit Eurobarometer-enquêtes blijkt dat mensen maar weinig weten over de Unie. Volgens een opiniepeiling uit 2014 heeft 44 % van de mensen het gevoel dat ze niet goed weten hoe de Unie werkt, terwijl uit een enquête van 2011 blijkt dat een relatieve meerderheid vindt dat zij niet veel weet over de Europese Unie. In dezelfde studie wordt ook aangetoond dat een derde van de respondenten niet precies weet hoeveel landen deel uitmaken van de Unie. Uit de Eurobarometer-enquête van 2017 blijkt dat 89 % van de jonge Europeanen het erover eens is dat de nationale regeringen het onderwijs over hun rechten en plichten als burgers van de Unie moeten versterken. Tot slot blijkt uit de meest recente Eurobarometer-enquête dat volgens 35 % van de ondervraagden vergelijkbare onderwijsnormen heel nuttig zouden zijn voor de toekomst van Europa. ( 1 ) EUCO 19/1/17 REV 1. ( 2 ) Gezamenlijk verslag 2015 van de Raad en de Commissie over de uitvoering van het strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding (ET 2020) Nieuwe prioriteiten voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding (PB C 417 van 15.12.2015, blz. 25). ( 3 ) SWD (2018) 13 final. ( 4 ) Besluit van de Commissie van 27 juli 2017 tot oprichting van een deskundigengroep op hoog niveau van de Commissie inzake radicalisering. (PB C 252 van 3.8.2017, blz. 3).

7.6.2018 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 195/3 (15) Tegen deze achtergrond is het van essentieel belang dat de lidstaten hun inspanningen opvoeren om alle doelstellingen van de Verklaring van Parijs van 2015 te verwezenlijken. Het is vooral ook belangrijk om gemeenschappelijke waarden te blijven bevorderen als katalysator voor samenhang en inclusie, alsook de ontwikkeling van participatieve leeromgevingen op alle niveaus van onderwijs aan te moedigen, de opleiding van leerkrachten inzake burgerschap en diversiteit te verbeteren en de mediageletterdheid en het kritisch denkvermogen van alle leerlingen te stimuleren. (16) Ervoor zorgen dat alle lerenden, ook lerenden met een migratieachtergrond, uit sociaal-economisch achtergestelde milieus, met bijzondere behoeften of met een handicap in lijn met het Gehandicaptenverdrag effectieve gelijke toegang hebben tot hoogwaardig inclusief onderwijs, is absoluut noodzakelijk om te komen tot hechtere samenlevingen. In dit verband kunnen de lidstaten profiteren van bestaande instrumenten van de Unie, met name Erasmus+, de Europese structuur- en investeringsfondsen, Creatief Europa, Europa voor de burger, het programma Rechten, gelijkheid en burgerschap, het Europees Solidariteitskorps en Horizon 2020, evenals de hulp en de deskundigheid van het Europees Agentschap voor bijzondere onderwijsbehoeften en inclusief onderwijs. (17) Het Erasmus+-programma illustreert dat mobiliteit en grensoverschrijdende contacten een efficiënte manier zijn om zich bewust te worden van de Europese identiteit. Het is van essentieel belang dat alle categorieën lerenden in Europa in gelijke mate gebruikmaken van de mogelijkheden die worden geboden door het programma, met name via schooluitwisselingen tussen de lidstaten. Virtuele mobiliteit, bijvoorbeeld via e-twinning, is een uitstekend instrument om directe contacten te leggen tussen leerlingen, en zal in de komende jaren op grotere schaal worden ontwikkeld, samen met fysieke mobiliteit. (18) Door toevoeging van een Europese dimensie aan lesgeven worden lerenden geholpen om de Europese identiteit in al haar diversiteit te ervaren en naast hun lokale, regionale en nationale identiteiten en tradities ook een sterkere positieve en inclusieve Europese betrokkenheid te voelen. Bovendien is dit belangrijk om een betere kennis van de Unie en van de lidstaten te bevorderen. (19) Deze aanbeveling is volledig in overeenstemming met de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid. De inhoud van deze aanbeveling laat de bestaande nationale initiatieven op deze gebieden, met name inzake nationale burgerschapsvorming, onverlet. HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD: De lidstaten zouden het volgende moeten doen: Bevordering van gemeenschappelijke waarden 1. ervoor zorgen dat de gemeenschappelijke waarden die zijn vastgelegd in artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, van jongs af aan en op alle onderwijsniveaus en in alle onderwijsvormen, vanuit het oogpunt van een leven lang leren, meer worden gedeeld met het oog op meer sociale cohesie en een sterker positief en inclusief gevoel van samenhorigheid op lokaal, regionaal, nationaal en Unieniveau; 2. verder uitvoeren van de voornemens in de Verklaring van Parijs, met name door: a) het bevorderen van actieve burgerschaps- en ethische vorming en een open klasklimaat met het oog op de ontwikkeling van tolerante en democratische opvattingen en sociale, interculturele en burgerschapscompetenties; b) het stimuleren van kritisch denkvermogen en mediageletterdheid, met name bij het gebruik van internet en sociale media, om de burgers bewuster te maken van de risico s inzake betrouwbaarheid van informatiebronnen en hen te helpen hun gezond verstand te gebruiken; c) het gebruiken van bestaande of, waar nodig, ontwikkelen van nieuwe structuren die de actieve deelname van leerkrachten, ouders, studenten en de bredere gemeenschap aan scholen bevorderen, en d) het ondersteunen van mogelijkheden voor jongeren tot democratische participatie en actieve, kritische en verantwoordelijke betrokkenheid bij de gemeenschap; 3. doeltreffend gebruikmaken van bestaande instrumenten om burgerschapsvorming te bevorderen, zoals het door de Raad van Europa ontwikkelde kader voor competenties voor een democratische cultuur. Verstrekking van inclusief onderwijs 4. Inclusief onderwijs voor alle leerlingen bevorderen, met name door: a) alle lerenden van jongs af aan en gedurende het hele leven hoogwaardig onderwijs te bieden;

C 195/4 NL Publicatieblad van de Europese Unie 7.6.2018 b) alle leerlingen, onder wie leerlingen uit sociaal-economisch achtergestelde milieus, met een migratieachtergrond, met speciale behoeften of met uitzonderlijke talenten, de nodige steun te bieden in overeenstemming met hun bijzondere behoeften; c) de overgang tussen de verschillende onderwijstrajecten en -niveaus te vergemakkelijken en adequate onderwijs- en loopbaanbegeleiding te bevorderen; 5. op vrijwillige basis doeltreffend gebruikmaken van het Europees Agentschap voor bijzondere onderwijsbehoeften en inclusief onderwijs om succesvolle inclusieve benaderingen in hun onderwijsstelsels te implementeren en te monitoren. Bevordering van een Europese dimensie in lesgeven 6. een Europese dimensie in lesgeven bevorderen, met name door het stimuleren van: a) kennis van de Europese context en gemeenschappelijk erfgoed en waarden en een besef van de eenheid en verscheidenheid, op sociaal, cultureel en historisch gebied, van de Unie en de lidstaten van de Unie; b) kennis van het ontstaan, de waarden en de werking van de Unie; c) de deelname van studenten en leerkrachten aan het e-twinning-netwerk, grensoverschrijdende mobiliteit en transnationale projecten, met name voor scholen; d) kleinschalige projecten om mensen in leeromgevingen bewust te maken van en meer inzicht te geven in de Europese Unie, met name via rechtstreekse contacten met jongeren, zoals een jaarlijkse viering, op vrijwillige basis, van een Dag van de Europese Unie in leeromgevingen. Ondersteuning van onderwijzend personeel en lesgeven 7. Onderwijzend personeel helpen om gemeenschappelijke waarden te bevorderen en inclusief onderwijs aan te bieden, door: a) maatregelen om onderwijzend personeel in staat te stellen om niet alleen gemeenschappelijke waarden over te brengen en actief burgerschap te bevorderen, maar ook een gevoel van samenhorigheid uit te dragen en in te spelen op de uiteenlopende behoeften van lerenden, en b) het bevorderen van initiële en voortgezette opleiding, uitwisselingen en intercollegiaal leren en intercollegiaal advies en begeleiding en mentoring voor onderwijzend personeel. Uitvoeringsmaatregelen 8. evalueren van de bestaande beleidsmaatregelen en praktijken op het gebied van onderwijs, opleiding en niet-formeel leren en, waar nodig, verbeteren teneinde gevolg te geven aan deze aanbevelingen; 9. bepalen van behoeften en vergroten van de publieke betrokkenheid, met gebruikmaking van bestaande gegevens of, indien nodig, verzameling van nieuwe gegevens met het oog op een betere empirisch onderbouwde beleidsvorming met betrekking tot de sociale en maatschappelijke aspecten van onderwijs en opleiding; 10. blijven samenwerken op EU-niveau in strategische kaders voor samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding, jeugd, sport en cultuur door middel van intercollegiaal leren, intercollegiaal advies en de uitwisseling van goede praktijken met het oog op de bevordering van gemeenschappelijke waarden; 11. met het oog op de uitvoering van deze aanbevelingen doeltreffend gebruikmaken van de financieringsinstrumenten van de EU, met name Erasmus+, de Europese structuur- en investeringsfondsen, Creatief Europa, Europa voor de burger, het programma Rechten, gelijkheid en burgerschap en Horizon 2020. WAARDEERT HET VOORNEMEN VAN DE COMMISSIE OM 12. de lidstaten bij de uitvoering van de bepalingen van deze aanbeveling te ondersteunen via de beschikbare financierings- en andere instrumenten, zoals het Erasmus+-programma, met name via leermobiliteit op alle onderwijsniveaus, met de nadruk op scholen, transnationale projecten, het e-twinning-netwerk en de Jean Monnet-activiteiten; 13. nationale en regionale beleidshervormingen en praktijkverbeteringen te ondersteunen in het kader van ET 2020 voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding of een eventueel vervolgkader;

7.6.2018 NL Publicatieblad van de Europese Unie C 195/5 14. waar nodig, praktische referentie-instrumenten en richtsnoeren voor beleidsmakers en praktijkmensen te ontwikkelen en deze regelmatig te evalueren en onderzoek en betrokkenheid van belanghebbenden te ondersteunen om aan kennisbehoeften te voldoen; 15. de maatregelen die ingevolge deze aanbeveling zijn genomen te evalueren en te beoordelen, met name in het kader van ET 2020, met inbegrip van de Onderwijs- en opleidingsmonitor. Gedaan te Brussel, 22 mei 2018. Voor de Raad De voorzitter K. VALTSJEV