omgevingsdienst HAAGLANDEN

Vergelijkbare documenten
omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

IE lil! Uil

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Datum Uw Brief Ons Kenmerk Afdeling Contactpersoon 13 april 2015 ODH Toetsing & Vergunningverlening Milieu

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Datum Uw Brief Ons Kenmerk Afdeling Contactpersoon 13 april 2015 ODH Toetsing & Vergunningverlening Milieu

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

omgevingsdienst HAAGLANDEN

lv. dat deze opdracht geldig is tot 15 augustus 2017 HAAGLANDEN lll. de voorschriften 1. tot en met 4. te verbinden aan deze opdracht; Besluit

omgevingsdienst HAAGLANDEN

de aangevraagde ontheffing voor het onder zich hebben en vervoeren van de overige in de aanvraag genoemde soorten te weigeren;

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

omgevingsdienst HAAGLANDEN

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Café Restaurant Rijstal Venhof V.O.F., te Herkenbosch Zaaknummer:

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

VERZONDEN 1 4 SEP. 2017

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst Ondertekening Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor dezen.

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Wnb; overwegingen vergunning; seismisch onderzoek Lemsterland; Rottige Meenthe & Brandemeer en Weerribben.

Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

p- iiiiiiniiii uil ii nu ii

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (Wnb)

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

O~ omgevingsdienst HAAGLANDEN

2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Artikelen 19d en 19e

omgevingsdienst HAAGLANDEN

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2

website - 47-RO ab.doc Pagina 1

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Transcriptie:

Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00464821 ODH-2017-00009797 1 4 FEB. 2017 omgevingsdienst Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl I www.odh.nl Beschikking Natura 2000-gebieden Wet natuurbescherming Onderwerp Op 23 oktober 2016 hebben wij een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming ontvangen. De aanvraag betreft het uitvoeren van graaf-, herstel- en inrichtingswerkzaamheden ten behoeve van de uitbreiding van het Atlantikwall museum Noordwijk, fase 2, inclusief jaarronde openstelling van het noordelijk deel en realisatie van een nooduitgang. De inrichting is gelegen aan de Bosweg 45 te Noordwijk. Besluit Wij besluiten: I. de aangevraagde vergunning te verlenen aan Stichting Atlantikwall Museum Noordwijk voor de locatie Bosweg 45 te Noordwijk; II. III. IV. de voorschriften 1. tot en met 13. te verbinden aan deze vergunning; de aanvraag van 23 oktober 2016 onderdeel te laten zijn van deze vergunning; de volgende documenten onderdeel te laten zijn van deze vergunning: - Vegetatieonderzoek, Aqua-Terra, 15 juli 2016, ODH-2016-00110560; - Ecologisch werkprotocol, Eco.Niche, 1 juli 2012, ODH-2016-00103065; Projectvoorstel uitbreiding vieermuisreservaat en museumruimtes, Atlantikwall Museum Noordwijk, 9 oktober 2016, ODH-2016-00110562; Passende beoordeling uitbreiding Atlantikwall Museum Noordwijk, Stichting Zoogdierenwerkgroep Zuid-Holland, 8 oktober 2016, ODH-2016-00110561; Ecologisch onderzoek Noordduinen te Noordwijk, Coast Info, 16 maart 2011, ODH-2016-00103064. Ondertekening Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor dezen. ing. L. Hopman Hoofd Toatsing & Vergunningverlening Milieu van de Orngevingsdienst Haaglanden

Rechtsmiddelen Voor de mogelijkheid rechtsmiddelen aan te wenden tegen deze beschikking wijzen wij op de desbetreffende tekst in het begeleidende schrijven. 2/11

VOORSCHRIFTEN Algemeen 1. Bij wijzigingen van omstandigheden (bijvoorbeeld de wijziging van de tenaamstelling) waaronder deze vergunning is afgegeven, dient de Omgevingsdienst Haaglanden, Afdeling Toetsing en Vergunningverlening Milieu, Postbus 14060, 2501 GB Den Haag, e-mail: vergunningen@odh.nl hiervan terstond schriftelijk in kennis te worden gesteld. 2. De vergunning is geldig voor de graaf-, herstel- en inrichtingswerkzaamheden zoals beschreven in het Projectvoorstel uitbreiding vieermuisreservaat en museumruimtes, Atlantikwall Museum Noordwijk, 9 oktober 2016 (verder het Projectvoorstel) voor de projecten F: Manschappenverblijf H73 en H: Nooduitgang/vleermuisingang tot 31 december 2021, het verlengen van de gebruiksperiode van deelproject B6 tot 31 december 2021 en jaarronde openstelling van gehele noordelijke gedeelte van het bunkercomplex met aanliggende bunkers en een gewijzigde openstelling van het "oude deel" van het bunkercomplex van 15 mei tot 1 augustus. 3. Alle maatregelen zoals genoemd in het Ecologisch werkprotocol van Eco-Niche worden van toepassing verklaard op project F en H. 4. De toplaag van de afgegraven locaties moet in grote delen apart worden gehouden van het overige zand. Na de graafwerkzaamheden moeten deze plaggen worden teruggebracht op de oorspronkelijke locatie c.q. het nieuw gegraven talud. 5. Het gebruik van kunstmatige lichtbronnen bij de werkzaamheden is niet toegestaan, met uitzondering van de veriichting op de armen van de shovel of mobiele kraan die de bak ter plekke aanlicht. 6. De werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd tussen zonsopgang en zonsondergang. 7. Indien bij deelproject Fl of tijdens de latere deelprojecten vieermuizen worden aangetroffen dient in overleg met de Stichting Zoogdierenwerkgroep Zuid-Holland te worden beslist of de werkzaamheden in de periode 1 augustus tot en met 31 mei moeten worden gestaakt. 8. De vergunninghouder dient: - de start van de werkzaamheden en eventuele wijzigingen gedurende de uitvoering schriftelijk te melden aan Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ), afdeling Toezicht en Handhaving, unit Groen, bodem en opsporing. Bij voorkeur per e-mail meldingwnb@ozhz.nl of anders via de telefoon met nummer 078-770 8585. We verzoeken u om in het onderwerp van de e-mail in ieder geval de afkorting Natura 2000 op te nemen; - uiterlijk een week na het beeindigen van de werkzaamheden de afdeling Toezicht en Handhaving, Team Groen van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid hiervan schriftelijk in kennis te stellen. Eenmalige werkzaamheden 9. Na afronding van de werkzaamheden dienen de gebruikte en bewerkte locaties in ordelijke toestand te worden achtergelaten, hetgeen wil zeggen dat ten behoeve van de werkzaamheden gebruikte en/of vrijgekomen materialen en afval worden opgeruimd en op de juiste wijze uit het Natura 2000- gebied worden afgevoerd. 10. Voor het uitvoeren van de werkzaamheden moet gebruik worden gemaakt van het bestaande onderhoudspad en het werkpad van het Hoogheemraadschap van Rijnland. 3/11

11. Materiaal en materieel, anders dan voor het kunnen uitvoeren van de werkzaamheden, mogen niet in het Natura 2000-gebied worden geplaatst. Vanwege het risico op het lekken van stoffen uit de shovel of mobiele kraan mogen deze machines niet in het Natura 2000-gebied worden gestald. 12. Het plegen van onderhoud en het verversen van olie is in het Natura 2000-gebied niet toegestaan. 13. Het voorschrift nummer 9 van de vergunning van PZH-2012-326006898 met betrekking tot het inplanten van helm van de permanente zandstortlocaties is vervallen. 4/11

OVERWEGINGEN Aanleiding Op 23 oktober 2016 hebben wij een aanvraag om vergunning ontvangen als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb). De aanvraag betreft het uitvoeren van graaf-, herstel- en inrichtingswerkzaamheden ten behoeve van de uitbreiding van het Atlantikwall museum Noordwijk, fase 2, inclusief jaarronde openstelling van het noordelijk deel en de realisatie van een nooduitgang. De inrichting is gelegen aan de Bosweg 45 te Noordwijk in het Natura 2000-gebied Kennemerland Zuid. Bij de aanvraag zijn de volgende stukken gevoegd: Vegetatieonderzoek, Aqua-Terra, 15 juli 2016; Ecologisch werkprotocol, Eco Niche, 1 juli 2012; Projectvoorstel uitbreiding vieermuisreservaat en museumruimtes, Atlantikwall Museum Noordwijk, 9 oktober 2016 (verder: het Projectvoorstel); Passende beoordeling uitbreiding Atlantikwall Museum Noordwijk, Stichting Zoogdierenwerkgroep Zuid-Holland, 8 oktober 2016; Ecologisch onderzoek Noordduinen te Noordwijk, Coast Info, 16 maart 2011. Procedure De uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht is toegepast op deze beschikking. Verlenging Met toepassing van artikel 42, tweede lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nbw) hebben wij op 25 oktober 2016 de termijn voor de afhandeling van de aanvraag met dertien weken verlengd''. Bevoegd gezag De gevraagde activiteit wordt (hoofdzakelijk) gerealiseerd dan wel verricht binnen de provincie Zuid-Holland. Gelet op de bepalingen in artikel 1.3 van de Wnb zijn wij bevoegd gezag voor de beoordeling van deze aanvraag. Toetsingskader en grondsiag beschikking Op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb is het verboden om zonder vergunning van gedeputeerde staten projecten of andere handelingen uit te voeren die, gelet op de instandhoudingsdoelstellingen, de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een Natura 2000-gebied kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen. Zienswijzen De ontwerpbeschikking heeft ter inzage gelegen van 15 december 2016 tot 26 januari 2017. Naar aanleiding hiervan zijn zienswijzen binnen de termijn ingebracht. De zienswijzen luiden - kort samengevat - als volgt: ' Op het moment van vertengen van de procedure was de Wet natuurtdescherming nog niet in werking getreden en betrof de grondsiag van de vertenging artikel 42, tweede lid, Nbw. 5/11

Zictitbare (extra) toegangsdeuren en extra opbouw op de bunkers zijn ongewenst in relatie tot tiet aanzicht van het Natura 2000-gebied. /Wen wil tevens weten ofer op vaste momenten meetbare controles worden uitgevoerd in het proces en hierover wordt gerapporteerd. In het kader van de transparantie en communicatie, is het aan te bevelen dat deze rapportage ook tijdig beschikbaar is voor belanghebbenden en indieners van zienswijzen. Er geen sprake van extra toegangsdeuren of extra opbouw op de bunkers. Wel is het vanuit veiligheidsoogpunt (op last van de brandweer) noodzakelijk een extra nooduitgang te realiseren (project H). Deze moet te alien tijde bruikbaar zijn, en zal dus ook zichtbaar zijn. Deze nooduitgang wordt ook geschikt gemaakt voor invliegende vieermuizen. De Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, afdeling Toezicht en Handhaving, Team Groen, p/a meldinqnbwet@ozhz.nl. is belast met het toezicht op de werkzaamheden en heeft houdt het toezicht op de juiste uitvoering van de vergunningvoorschriften. Gemiddeld wordt er een controlebezoek gebracht bij een project tijdens de uitvoerende werkzaamheden. Zijn er problemen en of meldingen dan wordt er vaker een controlebezoek gebracht. De OZHZ stuurt een afschrift van het controlebezoek met controlerapport naar de Stichting Belangenbehartiging Noordduinen. Concluderend zijn wij van mening dat de zienswijzen geen aanleiding geven om ons ontwerpbesluit te wijzigen. Vergunningplicht In het kader van de Natuurbeschermingsweg 1998 (Nbw) is eerder een vergunning verleend met kenmerk PZH-2012-326006898, voor de periode 1 januari 2014 tot 31 augustus 2016 voor de deelprojecten A, Bl t/m 6 en D en voor de aanleg en het gebruik van stortlocatie B6. De huidige aanvraag heeft betrekking op het verlengen van de termijn voor het uitvoeren van deelproject B6 en het uitvoeren van de projecten F, G en H (zie onder aangevraagde activiteiten). Omdat de werkzaamheden plaatsvinden binnen het Natura 2000- gebied Kennemerland Zuid, kunnen negatieve effecten op instandhoudingsdoelstellingen niet bij voorbaat worden uitgesloten. Er is dan ook sprake van een vergunningplicht voor de gevraagde activiteit. Aangevraagde activiteiten De aanvraag omvat de volgende elementen: A. Werkzaamheden tot 31 december 2021. Project F: Manschappenverblijf H73 De werkzaamheden van Project F zijn onderverdeeld in meerdere deelprojecten. Voor deelproject F2 tot en met F5 geldt dat deze afhankelijk zijn van Fl voor wat betreft de uitvoeringsperiode. Gezien de hoeveelheid deelprojecten en de grootte hiervan, wordt voor dit project vergunning aangevraagd voor de periode tot eind 2021. De werkzaamheden worden gefaseerd en volgens het Ecologisch werkprotocol van Eco-Niche uitgevoerd. Deelproject F1: Proefgraving Deelproject Fl betreft een proefgraving bij het manschappenverblijf (zie afbeelding 1 van het Projectvoorstel). Het zand wordt door middel van een minigraver verwijderd en wordt tijdelijk bovenop het manschappenverblijf opgeslagen. Door de te maken opening kan de Stichting Zoogdierenwerkgroep Zuid- Holland (verder Z.W.G.Z.H) inspecteren of eral vieermuizen overwinteren in het manschappenverblijf. Na de inspectie wordt het verplaatste zand weer teruggebracht. Deze werkzaamheden zullen binnen 1 dag gerealiseerd worden. Periode uitvoering Om goed te kunnen beoordelen of vieermuizen in het manschappenverblijf overwinteren wordt deze proefopgraving in december/januari/februari uitgevoerd. Gelet op de natuurkalender is dit de minst kwetsbare periode. 6/11

De maximale hoeveelheid tijdelijk te verplaatsen zand bedraagt 20 m^ (zie model 1 van het Projectvoorstel). Deelproject F2: Manschappenverblijf H73 toegankelijk maken Om het manschappenverblijf te kunnen inrichten als vieermuisreservaat dient er zand en begroeiing verwijderd te worden ten behoeve van het plaatsen van een toegangsdeur. In deze deur zal een sleuf worden opgenomen om zo de vieermuizen toegang te verschaffen tot de bunker. De werkzaamheden betreffen het vrijmaken van de deur van het manschappenverblijf (zie afbeelding 2 van het Projectvoorstel). Het zand wordt weggegraven door een mobiele kraan. De kraan stort het zand op een tijdelijk stortlocatie (zie afbeelding 3 van het Projectvoorstel). Een shovel zal het zand naar de stortlocatie B6 rijden. Deze graafwerkzaamheden zullen naar verwachting een tot maximaal twee dagen duren. Periode uitvoering: Indien tijdens de proefgraving (project Fl) vieermuizen in het manschappenverblijf aanwezig blijken te zijn zullen de werkzaamheden van het toegankelijk maken van het manschappenverblijf (project F2) in de periode 15 juni tot 1 augustus uitgevoerd worden. Indien bij de proefgraving (project F1) blijkt dat vieermuizen nog geen gebruik maken van het manschappenverblijf, kunnen de werkzaamheden van het toegankelijk maken van het manschappenverblijf (project F2) uitgevoerd worden vanaf het moment van de proefopgraving tot 15 maart. Daarnaast kunnen deze werkzaamheden ook uitgevoerd worden in de periode van 15 juni tot 1 augustus. De maximale hoeveelheid definitief te verplaatsen zand bedraagt 200 m^. Deelproject F3: Ramen manschappenverblijf H73 afsluiten Voordat het manschappenverblijf leeg gegraven kan worden dienen ramen die open blijken te zijn eerst afgesloten te worden. Per raam (maximaal 10 stuks) wordt het zand tijdelijk weggegraven. Deze werkzaamheden worden uitgevoerd met een minigraver. Het zand zal tijdelijk bovenop het manschappenverblijf opgeslagen worden. Na het dichtmetselen van de ramen wordt het zand weer teruggebracht. Gezien het aantal ramen zullen deze werkzaamheden meerdere dagen in beslag nemen. Per raam zal maximaal 1 dag benodigd zijn. Waar mogelijk kunnen graafwerkzaamheden voor ramen gecombineerd worden. Om het klimaat voor de vieermuizen optimaal te maken, worden de ramen met 2 muren dichtgemetseld (zie afbeelding 4 van het Projectvoorstel). De muur aan de buitenkant wordt netjes gemetseld en waar nodig verstevigd tegen inbraak. De binnenmuur zal uitgevoerd worden met tussenruimtes. Deze ruimtes zullen niet gevoegd worden om de vieermuizen kans te geven tussen de kieren hun winterslaap te houden. Periode uitvoering Indien tijdens de proefgraving (project Fl) vieermuizen in het manschappenverblijf aanwezig blijken te zijn zullen de werkzaamheden van het afsluiten van het manschappenverbijf (project F3) in de periode 15 juni tot en met 1 augustus uitgevoerd worden. Indien bij de proefgraving (project Fl) blijkt dat vieermuizen nog geen gebruik maken van het manschappenverblijf, kunnen de werkzaamheden van het afsluiten van de ramen (project F3) uitgevoerd worden vanaf het moment van de proefopgraving tot 15 maart. Daarnaast kunnen we werkzaamheden ook uitgevoerd worden in de periode van 15 juni tot 1 augustus. De maximale hoeveelheid tijdelijk te verwijderen zand bedraagt 20 m^. Deelproject F4: Manschappenverblijf H73 ombouwen tot vieermuisreservaat 7/11

Na het plaatsen van de deur en het afsluiten van de ramen wordt het manschappenverblijf ingericht als vieermuisreservaat. Als eerste wordt het aanwezige zand met de hand uit het manschappenverblijf verwijderd. Nadat het zand verwijderd is worden waar nodig in overleg met de Z.W.G.Z.H. platen en andere optimaliserende voorzieningen voor vieermuizen aangebracht. Het zand wordt gestort op de stortlocatie B6. In verband met het handwerk nemen deze werkzaamheden circa 1 jaar in beslag. Nadat al het zand uit het manschappenverblijf is verwijderd, wordt de locatie afgewerkt door een mobiele kraan. Het afwerken duurt maximaal 1 dag. Periode uitvoering Indien tijdens de proefgraving (project Fl) vieermuizen in het manschappenverblijf aanwezig blijken te zijn zullen de werkzaamheden van het ombouwen tot vieermuisreservaat (project F4) in de periode 15 juni tot en met 1 augustus uitgevoerd worden. Indien bij de proefgraving (project Fl) blijkt dat vieermuizen nog geen gebruik maken van het manschappenverblijf, kunnen de werkzaamheden van het ombouwen tot vieermuisreservaat (project F4) direct na de werkzaamheden van de proefgraving (project Fl) in december/januari uitgevoerd worden. Op 1 augustus zullen de werkzaamheden stoppen omdat vanaf dat moment het manschappenverblijf beschikbaar moet zijn voor overwinterende vieermuizen. In het tweede jaar, en eventueel in het derde jaar, worden de werkzaamheden uitgevoerd tussen 1 mei en 1 augustus. De maximale hoeveelheid definitief te verwijderen zand bedraagt 200 m^. Deelproject F5: Manschappenverblijf voorzien van waterinlaat Om het juiste binnenklimaat in het manschappenverblijf te krijgen wordt er bovenop de bunker een constructie voor wateropvang gerealiseerd. Hierdoor ontstaat er een vochtig klimaat in de bunker wat gunstig is voor de vieermuizen. Hiervoor wordt zand weggegraven met behulp van een minigraver en wordt het zand bovenop het manschappenverblijf binnen de graaflocatie tijdelijk opgeslagen. Na de werkzaamheden wordt het zand weer teruggebracht. Periode uitvoering Indien tijdens de proefgraving (project Fl) vieermuizen in het manschappenverblijf aanwezig blijken te zijn zullen de werkzaamheden van de constructie voor wateropvang (project F5) in de periode 15 juni tot en met 1 augustus uitgevoerd worden. Indien bij proefgraving (project Fl) blijkt dat vieermuizen nog geen gebruik maken van het manschappenverblijf, kunnen de werkzaamheden van de constructie voor wateropvang (project F5) uitgevoerd worden vanaf het moment van de proefgraving tot 15 maart. Daarnaast kunnen de werkzaamheden ook uitgevoerd worden in de periode van 15 juni tot 1 augustus. De maximale hoeveelheid tijdelijk te verwijderen zand bedraagt 85 m^. Deelproject F6: Het ontoegankelijk maken van de noordelijke hoofdgang Na uitvoering van de deelprojecten Fl t/m F5 zijn de werkzaamheden buiten afgerond. Vanaf dit moment (en mogelijk al eerder) kunnen vieermuizen gebruik gaan maken van het manschappenverblijf. Zodra is vastgesteld dat de vieermuizen gebruik maken van het manschappenverblijf, wordt dit aangemerkt als vieermuisreservaat. Vanaf dat moment worden, in overleg met de Z.W.G.Z.H., maatregelen genomen om de noordelijke gang onaantrekkelijk te maken voor vieermuizen (zie kaart 5, groene arcering van het Projectvoorstel) en wordt de vieermuisingang van de noordelijke hoofdgang in samenwerking met Z.W.G.Z.H. afgesloten. Vanaf dat moment wordt het gehele noordelijke gedeelte van de "Batterij" (kaart 5 groen + oranje arcering van het Projectvoorstel) het hele jaar in gebruik genomen als museum. De te nemen maatregelen van dit deelproject zijn bepaald in overleg met de Z.W.G.Z.H. (Passende beoordeling uitbreiding Atlantikwall Museum Noordwijk" van 9-10-2016, Bijlage 3 gewenste situatie gangenstelsel AWM Noordwijk). 8/11

Project H: Realiseren nooduitgang/vleermuisingang Op last van de brandweer wordt in het zuidelijk deel van het stelsel, nabij bunker H51 (zie de overzichtskaart van het Projectvoorstel) een nooduitgang gerealiseerd. Deze nooduitgang kan tevens dienst doen als extra vieermuisingang naar het zuidelijke deel van het gangenstelsel. Voor deze nooduitgang wordt zand en begroeiing verwijderd (zie afbeelding 6 van het Projectvoorstel). In de te plaatsen deur wordt een sleuf opgenomen als toegang voor de vieermuizen. Het zand wordt weggegraven door een mobiele kraan. De mobiele kraan zal het zand op een tijdelijke stortlocatie storten (zie afbeelding 7 van het Projectvoorstel). Een shovel zal het zand van de tijdelijke stortlocatie naar de stortlocatie B6 rijden. Daarna zal de stortlocatie afgewerkt worden door de mobiele kraan. Deze graafwerkzaamheden nemen een maximaal twee dagen in beslag. Periode uitvoering Deze werkzaamheden worden uitgevoerd in de periode 15 juni tot 31 augustus; De maximale hoeveelheid definitief te verplaatsen zand bedraagt 150 m^. B. Jaarronde openstelling voor onbepaalde tijd. Jaarronde openstelling voor bezoek en herstelwerkzaamheden van het gehele noordelijke gedeelte van het bunkercomplex met aanliggende bunkers, nadat de vieermuizen uit de noordelijke gang gemigreerd zijn naar het nieuwe vleermuizenreservaat. Voor het bezoek is alleen sprake van de huidige ingang voor het gehele complex. C. Verlengen periode van het eerder verleende deelproject (stortlocatie) B6 De stortlocatie van deelproject B6 is een vergund deelproject op grond van de Nbw, met het kenmerk PZH- 2012-326006898, voor de periode 1 januari 2014 tot 31 augustus 2016. Omdat het venwijderen van het aanwezige zand uit de circa 200 meter lange noordelijke gang en de aanliggende bunkers meer werk is dan vooraf werd ingeschat, is het niet mogelijk deze werkzaamheden voor het verlopen van de vergunning eind 2016 afte ronden. Hierdoor zal de huidige stortpiek (zie afbeelding 8) langer in gebruik moeten blijven. Om het zand kwijt te kunnen dient het al buiten gedeponeerde zand opgewerkt te worden door middel van een mobiele kraan. Deze werkzaamheden zullen in 1 dag uitgevoerd kunnen worden. De initiatiefnemer wil het gebruik van de stortlocatie verlengen tot eind 2021. Deze stortlocatie kan dan ook gebruikt worden om het zand van projecten F en H te storten. D. Proiect G. Wiiziqinq openstelling "oude gedeelte". Om de vieermuizen meer kans op rust gegeven in het "oude deel", wordt een gewijzigde openstelling voorgesteld van het dit deel van het bunkercomplex van 15 mei tot 1 augustus (zie kaart 6, lichtblauwe arcering van het projectvoorstel). Beoordeling Het Natura 2000-gebied Kennemerland Zuid is aangewezen voor de volgende habitattypen en -soorten. -H2110 Embryonale duinen Doel Behoud oppervlakte en kwaliteit. -H2120 Witte duinen Doel Uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit. -H2130 *Grijze duinen Doel Uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit grijze duinen, kalkrijk (subtype A) en grijze duinen, heischraal (subtype C), behoud oppervlakte en verbetering kwaliteit grijze duinen, kalkarm (subtype B). -H2150 *Duinheiden met struikhei Doel Behoud oppervlakte en kwaliteit. -H2160 Duindoornstruwelen Doel Behoud oppervlakte en kwaliteit. -H2170 Kruipwilgstruwelen Doel Behoud oppervlakte en kwaliteit. -H2180 Duinbossen Doel Behoud oppervlakte en kwaliteit duinbossen, droog (subtype A) en duinbossen, binnenduinrand (subtype C) en behoud oppervlakte en verbetering kwaliteit duinbossen, vochtig (subtype B). 9/11

-H2190 Vochtige duinvalleien Doel Uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit vochtige duinvalleien, open water (subtype A), vochtige duinvalleien, kalkrijk (subtype B) en vochtige duinvalleien, hoge moerasplanten (subtype D) en behoud oppervlakte en kwaliteit vochtige duinvalleien, ontkalkt (subtype C). -HI014 Nauwe korfslak Doel Behoud omvang en kwaliteit leefgebied voor behoud populatie. -HI318 Meervleermuis Doel Behoud omvang en kwaliteit leefgebied voor behoud populatie. HI903 Groenknolorchis Doel Uitbreiding omvang en verbetering kwaliteit biotoop voor uitbreiding populatie. De met een * aangeduide habitattypen en -soorten zijn prioritaire habitattypen en -soorten volgens de Habitatrichtlijn. Voor een uitgebreide beschrijving van de instandhoudingsdoelstellingen wordt verwezen naar de website van het Ministerie van Economische zaken www.minez.nl Aanlegfase Tijdelijke verstoring en/of verslechtering van habitatsoorten en - habitattypen door geluid, licht, trillingen, optische verstoring en veriies van leefgebied kunnen optreden als gevolg van de tijdelijke graaf- en herstelwerkzaamheden van het bunkercomplex. Bij de aanvoer van materieel en het afvoeren van zand naar de stortlocatie B6, wordt gebruik gemaakt van het bestaande onderhoudspad en werkpad van het Hoogheemraadschap. Op het pad komen geen habitattypen voor. Hierdoor kunnen effecten van het rijden met machines worden uitgesloten. Als gevolg van werkzaamheden blijft de stortlocatie B6 in gebruik tot eind 2021. Deze stortlocatie zal ook gebruikt worden om het zand van projecten F en H definitief op te slaan. Deze stortlocatie is reeds in gebruik en vergund bij besluit PZH-2012-326006898 tot eind 2016 en hoeft dus niet opnieuw beoordeeld te worden. De verlenging van de gebruiksperiode van de stortlocatie leidt niet tot andere effecten dan de gebruiksperiode zoals die nu vergund is. De in de eerder verleende vergunning opgenomen voorwaarden zorgen ervoor dat negatieve effecten van het gebruik van de stortlocatie op de instandhoudingsdoelstellingen kunnen worden uitgesloten. Habitattypen Grijze duinen (H2130) en witte duinen (H2120) Uit het Vegetatieonderzoek Atlantik Wall te Noordwijk, Aqua-Terra, 3 november 2016 en de bijbehorende vegetatiekarteringen blijkt dat op de locatie F het habitattype grijze duinen H2130, en op de locatie H het habitattype witte duinen H2120 aanwezig is. Gelet op het geringe oppervlakteveriies van enkele vierkante meters, de leidraad significantie en het feit dat voorafgaand aan de werkzaamheden grote stukken plaggen worden verwijderd om in een later stadium weer te worden teruggeplaatst, concluderen wij dat er geen verslechtering plaatsvindt van de habitattypen H2120 en H2130. De overige kwalificerende habitattypen komen in het plangebied niet voor. Habitatrichtlijnsoorten Nauwe korfslak en groenknolorchis In het plangebied wordt de nauwe korfslak en de groenknolorchis niet aangetroffen. Het plangebied vormt geen geschikte biotoop voor de nauwe korfslak en de groenknolorchis. Negatieve effecten zijn uitgesloten. Meervleermuis In de bestaande delen van het bunkerstelsel overwintert de meervleermuis. Het project heeft tot doel het creeren van een nieuwe meervleermuishabitat (deelproject 1 t/m 4) en het optimaliseren van de huidige meervleermuishabitat (aanpassen sluitingsperiode bij deelproject F5). Door In overleg met de Z.W.G.Z.H. rekening te houden met de aanwezigheid van vieermuizen en buiten kwetsbare perioden te werken, wordt voorkomen dat de vieermuizen negatief worden beinvloed. Significant negatieve effecten zijn uitgesloten. Gebruiksfase 10/11

Permanente effecten kunnen optreden als gevolg van verstoring door geluid en optische verstoring als gevolg van de verruiming van de openstelling of bij permanent verdwijnen van habitattypen of leefgebieden van soorten. De verruimde openstellingen van het gehele noordelijke gedeelte van het bunkercomplex met aanliggende bunkers en de gewijzigde openstelling van het oude gedeelte van het bunkercomplex van 15 mei tot 1 augustus heeft geen enkel negatief effect omdat het bezoek en de werkzaamheden geheel ondergronds plaatsvinden. Voor het bezoek blijft sprake van een (de huidige) ingang voor het gehele complex. Als gevolg van verruimde openstellingen van het museum zal het bezoekersaantal toenemen. In de eerder verleende vergunning met kenmerk PZH 2012-326006898 heeft een beoordeling van de effecten van deze toename plaatsgevonden. Verstoring door geluid en optische verstoring als gevolg van verruiming van de openstelling is uitgesloten. Er is geen sprake van permanente aantasting van habitattypen en/of leefgebieden van soorten. Cumulatieve effecten. Gelet op de bepalingen van artikel 2.8, eerste lid, Wnb in samenhang met artikel 2.7. derde lid onder a, Wnb dient beoordeeld te worden of een plan of project afzonderlijk of in samenhang of in combinatie met andere plannen of projecten cumulatieve effecten heeft. Onder cumulatieve effecten wordt verstaan de effecten van het voorgestelde eigen project op de instandhoudingsdoelstellingen van een Natura 2000-gebied in combinatie met de effecten van andere activiteiten en plannen. Op grond van jurisprudentie hoeven alleen effecten betrokken te worden van projecten waarvoor vergunning op grond van de Wnb is verleend en die nog niet in bedrijf zijn gesteld en van projecten waarvoor veriening van een dergelijke vergunning op korte termijn is te verwachten. Onzekere, toekomstige gebeurtenissen kunnen bij de beoordeling van cumulatieve effecten buiten beschouwing blijven. Ons zijn geen projecten bekend die op basis van bovenstaande criteria in cumulatie mee beoordeeld moeten worden. Conclusie Op grond van het vorenstaande kan worden geconcludeerd dat de gevraagde activiteiten geen belemmering vormen voor het behalen van de instandhoudingsdoelstellingen en dat een vergunning op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb kan worden verleend. 11/11