De achterkant van de stad

Vergelijkbare documenten
DEMOGRAFIE DEMOGRAFISCHE TRENDBREUK DOOR VERMINDERDE WONINGBOUW

5 Rurale woonmilieuvoorkeuren en de rol van plattelandsbeelden

Woningvoorraad en woningbehoefte in Nederland

Kwartaalbericht Woningmarkt

Hoogopgeleide jongeren willen grootstedelijk wonen, de rest niet

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn

Onderzoeksflits. Planbureau voor de Leefomgeving De stad: magneet, roltrap en spons. IB Onderzoek, 22 mei Utrecht.

Bevolkingsprognose van Amersfoort Gemeente Amersfoort Marc van Acht en Ben van de Burgwal maart 2013

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn

Demografische ontwikkelingen

Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 2019

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer

Gemeente Valkenswaard

Migratie en pendel Twente. Special bij de Twente Index 2015

Monitor Woningproductie Noordvleugel 2016 Woningvraag, Plancapaciteit en Productie

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer

WoON-themarapport. Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit

Demografische ontwikkeling Gemeente Koggenland

Demografische ontwikkeling Gemeente Wervershoof

Fricties tussen vraag en aanbod op de Nederlandse woningmarkt

Demografische ontwikkeling Gemeente Stede Broec

Demografische ontwikkeling Gemeente Andijk

Demografische ontwikkeling Gemeente Stede Broec

1.1 Bevolkingsontwikkeling Bevolkingsopbouw Vergrijzing Migratie Samenvatting 12

Demografische ontwikkeling Gemeente Koggenland Augustus 2014

Monitor Leerdamse woningmarkt 2006

Dorien Manting en Corina Huisman

Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen

Woningmarktanalyse Gooise Meren

Groningers positief over sociale contacten in de woonbuurt

Bevolkingsvraagstukken in Nederland anno Grote steden in demografisch perspectief

Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet Demografische ontwikkelingen: blijvende groei Amsterdamse bevolking

Levensloopbestendige wijk

Woningmarktmonitor provincie Utrecht: de staat van de woningmarkt medio 2014

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik

Fact sheet. Bevolkingsprognose. Jaarlijks Amsterdammers erbij. Amsterdam blijft groeien. nummer 4 mei 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland

De bevolkings- en woningbehoefteprognoses Noord-Brabant actualisering 2011: een samenvatting

Migratiestromen en inkomensontwikkelingen in de provincie Groningen

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik

Bevolkingsprognose Rotterdam Onderzoek en Business Intelligence

Woningmarktrapport 4e kwartaal Gemeente Amsterdam

Krimp in Fryslân. Inwonertal

vraaggericht woningmarkt onderzoek Maastricht

Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen

Wie kopen er hypotheekloos?

Geen eigen huis, maar wel een plek onder de zon?

Woningen Provincie/Gemeenten Marktgegevens en prognoses Prijzen en transacties. Prijs per m² GBO in mediaan 2017

11 juni 2014 PN

Sociale samenhang in Groningen

Beter leven voor minder mensen

Planbureau voor de Leefomgeving PERSBERICHT. Bevolking daalt in kwart Nederlandse gemeenten. Nieuwe regionale bevolkingsprognoses tot 2040:

Oegstgeest aan de Rijn: realisatie van een woningbouwbehoefte

Vanuit het principe van gebundelde

Woningmarktmonitor provincie Utrecht; de staat van de woningmarkt medio 2018

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Augustus 2014

Ambacht in Amsterdam. MKB-lenteborrel - 15 maart Frits Oevering - RaboResearch

fluchskrift

Dag van het wonen. 12 juni Woonvisie Achtkarspelen

Wonen in Súdwest-Fryslân. Presentatie woningbehoefteonderzoek 11 december 2018

Fact sheet Wonen in Diemen 2017

Bevolkingsprognose s-hertogenbosch

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 7 e editie. Opzet en inhoud

Wonen in Súdwest-Fryslân. Presentatie woningbehoefteonderzoek 10 december 2018

Samenvatting Regionaal Woningbehoefteonderzoek 2015 Gemeente Culemborg

Wonen in Súdwest-Fryslân. Presentatie woningbehoefteonderzoek 28 november 2018

Toekomstige demografische veranderingen gemeente Groningen in een notendop

Wonen in Súdwest-Fryslân. Presentatie woningbehoefteonderzoek 29 november 2018

Regionale woningmarktgebieden: verschillen en overeenkomsten. Andries de Jong, Lia van den Broek, Stephaan Declerck, e.a.

Demografische ontwikkelingen : onzekerheid en regionale diversiteit

Wonen in Súdwest-Fryslân. Presentatie woningbehoefteonderzoek 27 november 2018

1 Inleiding. 1.1 Achtergrond van het onderzoek

Figuur 1: Veronderstellingen per onderdeel uit de Nationale CBS-Prognoses 2008 en 2012

Bevolkingsprognose Deventer 2015

De Nederlandse woningmarkt Léon Groenemeijer, Kenneth Gopal (ABF Research)

Krimp in Woerden? Gemeenteraad Woerden 11 april Frits Oevering. Kennis & Economisch Onderzoek

Leefbaarheid en bevolkingskrimp: Groningers waarderen leefbaarheid positief, al zien ze wel achteruitgang

Beter leven voor minder mensen

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn Augustus 2014

Woonwensenonderzoek 2015

Fact sheet Wonen in Haarlem 2017

Fact sheet Wonen in Ouder-Amstel 2017

Het Noorden: Wat is er aan de hand? Wat is er nodig?

Woningmarktmonitor provincie Utrecht: de staat van de woningmarkt medio 2016

WONINGMARKTAFSPRAKEN ZEEUWS-VLAANDEREN DEEL 2: DE BALANS. [jaarlijkse rapportage over het jaar20xx]

Wonen binnen bestaand bebouwd gebied,

Masterclass Krimp. Presentatie Angelique vanwingerden. 16 september 2011 Kennisnetwerk Krimp Noord-Nederland (KKNN)

Verhuisplannen en woonvoorkeuren

Onderwerp Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant, actualisering 2011

Anticipeer op honkvastheid ouderen

Het Noorden: Wat is er aan de hand? Wat is er nodig?

WoON 2015 Zuid-Holland. Berry Blijie

Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen Augustus 2014

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek.

Woningmarkt- en bewonersonderzoek Noord- en Midden-Groningen

Regio Midden-Limburg. Woningvoorraad. Doelgroepen: Totaal Doelgroepen: Sociale doelgroep

Waar gaat men wonen? Percentage van de inwoners van jaar waarvan de grootouders ook al in dezelfde gemeenten woonde. Bron: Meertens Instituut

Susteren-Heide - gemeente Echt-Susteren

Transcriptie:

De achterkant van de stad 44

Terwijl de woningmarkt in de meeste steden van Nederland oververhit is, is dat meerendeels op het platteland niet het geval. Waar je voor de gemiddelde Nederlandse woningprijs in Haarlem een benauwde tussenwoning vindt, kun je in Wamel, Tynaarlo of Roswinkel een vrijstaande woonboerderij betrekken. Voor een ruime goedkope woning met tuin moet je op het platteland zijn. Maar die lage prijzen roepen ook de vraag op wie daar wil wonen. Wat is de toekomst van het platteland als woonmilieu? Is die somber of valt dat wel mee? Tekst Frank van Dam en Femke Daalhuizen Hengelo t Genseler HENRI CORMONT 45

WONINGMARKT DRAAIT DOOR Sinds de recessie is de Nederlandse woningmarkt weer flink in beweging. De verhuismobiliteit is toegenomen en vooral in de steden zijn de prijzen van woningen weer sterk gestegen; soms zoals in Amsterdam, Utrecht en nu ook Den Haag zelfs explosief. Op het Nederlandse platteland is dat in veel mindere mate het geval: de prijzen van woningen bevinden zich er nog veelal onder het niveau van 2008, soms op slechts 80% van het 2008-niveau. Bijvoorbeeld omdat de vraag naar woningen er soms geringer is dan het aanbod; het vertrek vanuit het platteland is groter dan de trek daar naar toe. En de aantrekkelijkheid van zowel een woonregio als van een woonbuurt uit zich in de ontwikkeling van woningprijzen. Instroom en uitstroom Een analyse van verhuisstromen van de steden naar het platteland laat zien dat het aantal mensen dat zich vanuit het platteland in de steden vestigt in de afgelopen 25 jaar is toegenomen, en dat het aantal mensen dat een omgekeerde beweging heeft gemaakt en verhuisd is naar een plattelandsgemeente door de tijd heen enigszins schommelt (figuur 1). Het aandeel verhuizingen van mensen vanuit een plattelandsgemeente binnen dezelfde gemeente of naar een andere plattelandsgemeente is eveneens geleidelijk afgenomen, van 62% in 1990 naar 57% in 2016. Het nettoresultaat van al deze bewegingen door de tijd heen, een negatief binnenlands migratiesaldo, wordt slechts ten dele gecompenseerd door een positief buitenlands migratiesaldo. Wat betreft de binnenlandse stromen bestaat de uitstroom uit plattelandsgemeenten met name uit jongeren, de instroom betreft met name gezinnen (figuur 2). De blijvers zijn vooral gezinnen en ouderen. Het gevolg daarvan is een geleidelijke vergrijzing van de bevolking van het platteland. Die weerspiegelt zich ook in de relatief geringe verhuismobiliteit op en vanuit het platteland: die schommelt al decennialang rond de 12% (van de bevolking) per jaar, terwijl die in stedelijke gemeenten veel hoger ligt, tot soms ver boven de 20% per jaar. Prognoses van CBS en PBL laten zien dat die vergrijzing zal doorzetten: in 2040 zal in vele plattelandsgemeenten meer dan een derde van de bevolking ouder zijn dan 65 jaar. Als gevolg van het overlijden van de babyboomgeneratie in de periode 2025-2040, zullen steeds grotere aantallen woningen vrijkomen op de markt. Ook na 2040 blijft die uitstroom aanzienlijk. Of naar die woningen vervolgens (nog) een vraag bestaat, staat te bezien. In een aantal plattelandsgemeenten wordt dan ook niet alleen een dalend aantal inwoners voorzien (dat geldt voor de meeste gemeenten, vooral als gevolg van huishoudensverdunning), maar ook een krimpend aantal huishoudens. Woningleegstand is daardoor een reëel perspectief (zie ook Van Dam, De Groot & Verwest 2006; Verwest, Sorel & Buitelaar 2008). Rurale idylle of suburbaan ideaal? Woningbehoeften- en verhuiswensenonderzoek laat zien dat mensen een sterke voorkeur hebben voor groene, rustige, veilige en overzichtelijke woonomgevingen, op korte afstand van stedelijke voorzieningen, werkgelegenheid en openbaar vervoer (Van Dam e.a. 2003; 2005). Ook woningprijzenonderzoek ondersteunt die bevinding (Van Dam & Visser 2006). Die woonwensen zijn bovendien redelijk stabiel en robuust door de tijd heen (Van Dam & De Groot 2017). Er lijkt sprake te zijn van een zogenaamde rurale idylle (Van Dam, Heins & Elbersen 2002). De begrippen ruraal en platte- 46

THEMA HIER INVULLEN De rurale idylle lijkt vooral een suburbaan ideaal. FRANK VAN DAM EN FEMKE DAALHUIZEN 47

30000 25000 20000 15000 10000 5000 0 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Van platteland naar stad Van stad naar platteland Figuur 1. Aantal binnenlandse verhuizingen tussen stad (stedelijkheidsklasse 1 en 2) en platteland (stedelijkheidsklasse 5), 1990-2016. 20000 15000 10000 5000 0 2001 2009 2016 2001 2009 2016 van platteland naar stad van stad naar platteland 18-21 22-29 0-17 en 30-54 55 e.o. Figuur 2. Binnenlandse migratie tussen stad (stedelijkheidsklassen 1 en2) en platteland (stedelijkheidsklasse 5), naar leeftijdsklasse in 2001, 2009 en 2016. land zijn evenwel geen synoniemen. Rurale woonmilieus hoeven niet noodzakelijk op het platteland te zijn gelokaliseerd. Sterker nog: de expliciete wens te verhuizen naar het platteland is vrij gering. Dit plaatst de vraag naar groen en rustig wonen in perspectief. Men wil weliswaar verhuizen naar een woonmilieu met landelijke kenmerken, maar blijkt toch vooral op zoek naar een woning met een tuin in een rustige, veilige, groene en overzichtelijke woonomgeving, in of op korte afstand van 48

WONINGMARKT DRAAIT DOOR de stad. Woonmilieukenmerken als sociale veiligheid, rust, verkeersveiligheid en de aanwezigheid van groen worden daarbij bij uitstek op prijs gesteld. De rurale idylle lijkt vooral een suburbaan ideaal, hetgeen het succes van en de woontevredenheid in de Vinex-wijken verklaart. De meeste stedelingen willen stedelijk blijven wonen. Daarnaast zijn er ook plattelandsbewoners die zich in de stad willen vestigen, met name jongeren, op zoek naar een opleiding, naar werk, vertier en wellicht een partner. De stad trekt, en dat is altijd al zo geweest. Wie willen er dan nog op het platteland wonen? Nou, ten eerste de meeste plattelandsbewoners zelf. Die wonen daar met veel plezier en willen daar niet weg. De vraag is echter of het platteland ook een aantrekkelijk alternatief kan zijn voor mensen die nu nog stedelijker wonen? Slechts een bescheiden, maar niettemin significant, deel van de verhuisgeneigde stedelingen wil daadwerkelijk de stap zetten van de stad of buitenwijk naar het platteland. Rust, ruimte en groen is hier immers voor een schappelijke prijs beschikbaar. Bovendien is de flexibiliteit in tijd en ruimte van individuen en huishoudens in de afgelopen decennia sterk toegenomen en zal in de nabije toekomst nog verder toenemen. Belangrijkste factoren in dit proces zijn: de ontwikkeling van de welvaart, de ontwikkeling van de automobiliteit, de beschikbaarheid van allerlei digitale toepassingen en diensten, de korter en flexibeler geworden werkweken, en de vergrijzing. Hierdoor is de keuzeruimte op de woningmarkt voor veel huishoudens groter geworden. Wellicht dat dat, maar ook de lagere woningprijzen de vraag naar landelijk wonen verder zal stimuleren. Die mogelijke toename van de vraag naar landelijk wonen (dorps wonen, buiten wonen) zal evenwel niet in alle plattelandsgebieden optreden, maar zich vooral De mogelijke toename van de vraag naar landelijk wonen zal vooral in de nabijheid van stedelijke centra optreden. in de relatieve nabijheid van stedelijke centra (van Utrecht tot Groningen en van Maastricht tot Zwolle) en in de als landschappelijk aantrekkelijk beschouwde plattelandsgebieden voordoen. Hoewel afstanden de woning- en woonmilieukeuze van huishoudens steeds minder bepalen, blijft relatieve nabijheid (tot centra van werkgelegenheid) en/of connectiviteit (treinverbindingen, glasvezel) belangrijk. Achterkant Elshof (2017) laat in zijn proefschrift zien dat ook op het in bevolkingsomvang stagnerende platteland (in zijn geval Noord-Nederland) er altijd nog dorpen 49

Uitdammer Die Holysloot, Theo Bos zijn die wel groeien en waar de druk op de lokale woningmarkt aanzienlijk is. Een aantrekkelijke gebouwde omgeving en een aantrekkelijke woningvoorraad in een aantrekkelijk landschap is blijkbaar veel waard. Die bevinding is waardevol en beleidsrelevant. Maar tegelijkertijd niet nieuw: ook in het dertig jaar geleden verschenen onderzoeksrapport De achterkant van verstedelijkt Nederland (Huigen & Van der Velden 1989), de proefschriften van Van Dam (1995) en Thissen (1997) en de Dorpenmonitor van het SCP (Steenbekkers & Vermeij 2013) werden vergelijkbare conclusies getrokken. De toekomst van de dorpen en daarmee 50

van het platteland als woonplek is veelkleurig en verre van kansloos. Al blijven er plekken, met name in onaantrekkelijke landschappen en aan de randen van het land, waar leegstand onvermijdelijk lijkt. Er bestaan echter evenzeer verschillen in druk op de woningmarkt tussen plattelandsgemeenten, als tussen landelijke en stedelijke gemeenten. Dus die zorgelijke achterkant van de stedelijke woningmarkt staat niet per se synoniem voor platteland. LEES MEER Lees dit artikel, en meer, ook online op www.ruimteenwonen.nl/artikelen 51