Leerlingenboekje les 11 en 12. Naam. Schrijfopdracht 6 Door de ogen van een dier. Groep 6

Vergelijkbare documenten
Leerlingboekje les 9 en 10. Naam. Schrijfopdracht 6 Het dierentoneel. Groep 6

Leerlingenboekje les 7 en 8. Naam. Schrijfopdracht 6 Een spannend dierenverhaal. Groep 6

Leerlingboekje les 11 en 12. Schrijfopdracht 6 Echte vrienden. Groep 7

Leerlingboekje les 5 en 6. Schrijfopdracht 3: Het dier waar ik op lijk. Groep 6

Schrijfopdracht 4 Hoe overtuig ik mijn ouder(s)?

Leerlingboekje les 1 en 2. Schrijfopdracht 1 Welk dier is dit? Groep 6

Leerlingboekje les 5 en 6. Schrijfopdracht 3 Onze idolen. Groep 7

Leerlingboekje les 3 en 4. Schrijfopdracht 2 Wie zijn zij? Groep 7

Schrijfopdracht 6 Hoe maak je een gebruiksvoorwerp?

Schrijfopdracht 3: Een spannende gebeurtenis op school

Schrijfopdracht 5: Zijn vrienden het altijd eens?

Leerlingboekje les 1 en 2. Naam:. Schrijfopdracht 1: Wie ben ik? Groep 7

Leerlingboekje les 3 en 4. Naam:.. Schrijfopdracht 2: Dieren vergelijken. Groep 6

Leerlingboekje Les 9 en 10. Naam:. Schrijfopdracht 5 Hoe vind je de weg? Groep 8

Leerlingboekje Les 1 en 2. Schrijfopdracht 1 Afscheid van de basisschool. Groep 8

Leerlingboekje les 3 en 4. Naam:.. Schrijfopdracht 2 Bang voor de brugklas. Groep 8

Leerlingboekje les 11 en 12. Schrijfopdracht 6 Hoe help je bij een ongeval? Groep 8

Leerlingboekje les 5 en 6 Schrijfopdracht 3 Een spannende gebeurtenis op school

Leerlingboekje verhalen Les 3 en 4 Schrijfopdracht 2 Bang voor de brugklas

Leerlingboekje Les 1 en 2 Schrijfopdracht 1 Afscheid van de basisschool

Leerlingboekje Les 7 en 8 Schrijfopdracht 4 Hoe maak je een gebruiksvoorwerp?

Leerlingboekje les 11 en 12 Schrijfopdracht 6 Hoe help je bij een ongeval?

Leerlingboekje Les 9 en 10 Schrijfopdracht 5 Hoe vind je de weg?

Wat ga je schrijven: een verklarende tekst. Voorbereiden op het schrijven: een film bekijken

Les 1: Een sprookje schrijven

lesmateriaal Taalkrant

Handleiding. UNICEF Handleiding lessuggestie Schoolplein groep 3-4. Schoolplein

Les 1: Een sprookje schrijven

Hallo wereld! Schrijf een reisverhaal

Hallo wereld! Schrijf een reisverhaal

Wat ga je schrijven: een verklarende tekst. Voorbereiden op het schrijven: een film bekijken

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Handleiding les 1: Een verhaal schrijven over jouw dag in 2034 voor een toekomsttentoonstelling

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken. Wat voor tekst schrijf je en aan wie?

Handleiding Les 1: Een verklarende tekst schrijven over waarom sporters nu sneller zijn dan vroeger

Handleiding schrijfles: Een uitdaging

Waar zie je de bijzondere vogel en hoe ziet hij eruit?

Wat ga je schrijven: een verhaal over een held die een uitdaging aangaat

Maak samen een glossy groep 8

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken

Lees vooraf beide lessen door. Bereid de directeur voor dat hij of zij een map met overtuigende teksten zal ontvangen.

Voordoen (modelen, hardop denken)

Het juiste perspectief Waarnemen en beschrijven STAP 9 171

Een verhaal schrijven

Presentaties: presenteer jezelf met PowerPoint

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Waarom ga je schrijven: om iets leuks te leren voor thuis

Hallo wereld! Schrijf een reisverhaal

Opdracht: de kinderen gaan zelf een verhaal bedenken, prenten bij het verhaal ontwerpen en het verhaal presenteren.

SPELVARIANTEN. Bonus: Ondertussen oefen je met het geven en ontvangen van feedback en bouw je aan het vertrouwen in jouw team.

Nucleair materiaal uit ziekenhuis verdwenen

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Een verhaal schrijven

Handleiding Les 1: Wat kun je doen aan de plastic soep?

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over de Paralympische Spelen

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken

Bedenken: een tekening maken van de held

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Waarom ga je schrijven? Om mensen ervan te overtuigen dat een plek in je buurt opgeknapt moet worden.

Leerlingen leren wat mediatie is: conflicten oplossen met de hulp van een derde, neutrale partij.

Spot 2+ La Baracca (Italië)

Handleiding Les 1: Een verklarende tekst schrijven over waarom sporters nu sneller zijn dan vroeger

Het Centrum Leren en Denken. Doeboek. Vol raadsels, kleurplaten, spelletjes en. verhaaltjes. Dit doeboek is van:

Voordoen (modelen, hardop denken)

Lesbrief: Slimme oplossingen Thema: Mens & Dienstverlenen in de toekomst

In welk huis voel jij je veilig en waarom?

Beoordeling power-point groep 5

Handleiding Les 1. Nieuwsbegriponderwerp. Schrijftaak. Voorbereiding. week november 2013 Handleiding niveau A, les 1 en 2

Voordoen (modelen, hardop denken)

De Kunstenaar. Korte lessenserie bij het gelijknamige prentenboek. Doelgroep Groep 6-8. Leerdoelen

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

DE JUF WIL BLOED Dirk Vranken

Het is goed om een dagelijks ritueel te hebben, bv. even lezen en zingen voor het naar bed gaan.

Hoe bereid ik een spreekbeurt voor?

Nederlands in Uitvoering

Waarom ga je schrijven? om de directeur te overtuigen. Wat voor tekst schrijf je? een overtuigende tekst. Voorbereiden van je overtuigende tekst

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Sammie en opa. - Vakantiebestemmingen - Je dood vervelen

WERKBLADEN & HANDLEIDING Maak samen een glossy voor groep 8

groep 5/6 Thema: Water groep 1/2 groep 3/4 groep 7/8

Dwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig.

Inhoud. Voorwoord. Inleiding

Designopdracht Groenten pimpen

Handleiding Les 1: Een verklarende tekst schrijven over waarom er onrust is in Oekraïne

Handleiding. UNICEF Handleiding lessuggestie Gedicht groep 7-8. Gedicht

Verwerkingsopdrachten bij boeken VMBO B/K/T Klas 2. Versie 2013/2014

Mijn doelen voor dit jaar

Nederlands in Uitvoering

Maak samen een glossy groep 8

Lesbrief: Sporten met een doelgroep Thema: Waar ga ik heen?

FICTIEDOSSIER NEDERLANDS LEERJAAR 3 EN 4 BK

Verder is het handig als je dit boekje bij de hand hebt. Je hoeft het niet helemaal te printen!

3. Lees om de beurt een rijtje, een zin of een stukje. 6. Kies nu een leeslijst uit de map naar keuze.

Les 1: Welke plek in de buurt moet opgeknapt worden?

Werkwijzer Verslagkring:

Uitleg bij de spellingskaartjes.

Waarom ga je schrijven: om iets leuks te leren voor thuis

De volgende onderdelen moeten in het verslag worden verwerkt:

INKIJKEXEMPLAAR. challenges voor ouders en kids! Spelboekje. Samenspel. Tover een glimlach op je gezin VAN DE FAMILY FACTORY

Transcriptie:

Leerlingenboekje les 11 en 12 Naam. Schrijfopdracht 6 Door de ogen van een dier Groep 6 Schrijven met peerresponse Tekst: M. Hoogeveen, A. van Gelderen, A. Wijnbergh Illustraties: V. van Asperen SLO, 2018 1

Waarover gaan de lessen Jullie schrijven in tweetallen een verhaal over een spannende gebeurtenis die een dier meemaakt. Jullie schrijven het verhaal door de ogen van het dier. Jullie gaan het verhaal voorlezen aan de kinderen van groep 3. In deze lessen leer je: Dat je een verhaal levendiger kunt maken door dingen te beschrijven met erbijwoorden en vergelijkingswoorden. 2

Les 11 Door de ogen van een dier Voor het schrijven: oefenen met erbij- en vergelijkingswoorden In een verhaal beschrijf je gebeurtenissen zo levendig mogelijk. Wanneer een lezer de gebeurtenissen voor zich ziet, zal hij het verhaal met plezier lezen. Anouk en Iris hebben een verhaal geschreven voor een verhalenwedstrijd over dieren. Ze verplaatsen zich in een hond en beschrijven door de ogen van een hond een avontuur. Lees in hun verhaal hoe levendig ze de gebeurtenis beschrijven: Avontuur in zee Vaak zit ik vast aan een korte lijn en daardoor kan ik niet ver lopen. Dat vind ik jammer want ik ren graag alle kanten op. Maar gisteren gingen we naar de zee en mocht ik helemaal los. Eerst rende ik over het strand. Dat is een gele zandvlakte, die veel groter is dan het veldje waar ik meestal uitgelaten word. Ik moest er overheen om bij de zee te komen. Toen ik bij de zee kwam en er voorzichtig inliep, wilde een grote golf me pakken. Ik liep een eindje terug en blafte hard tegen hem. Dat hielp want hij verdween. Toen ik even de andere kant opkeek, kwam hij terug om me als een spook van achteren te pakken. Dat was heel eng. Het werd donker en ik werd keihard op het strand gesmeten. Mijn vacht droop heel erg en mijn poten trilden als rietjes. Terwijl ik opstond blafte ik zo hard als ik kon tegen een volgende golf. Dat hielp niets, maar mijn baasje luisterde beter en hoorde me gelukkig wel. Hij nam me veilig mee naar huis. Anouk en Iris, groep 6 3

Opdracht 1 (werk samen) Lees de volgende uitleg: Anouk en Iris hebben erbijwoorden gebruikt om iets extra's te zeggen waardoor dingen levendiger worden beschreven. Ze schrijven bijvoorbeeld dat de hond vast zit aan een korte lijn en dat een grote golf de hond wilde pakken. Korte en grote zijn erbijwoorden. Door die woorden wordt de beschrijving levendig. Ze gebruiken ook erbij met meer woorden om iets extra's te zeggen. Bijvoorbeeld dat hij blafte "'zo hard als ik kon'". Hierdoor weet je hoe hij blafte: heel erg hard. Opdracht 2 (werk samen) Kies in de tekst een paar erbijwoorden (met één of meer woorden) waarvan jullie vinden dat ze iets heel levendig beschrijven. Opdracht 3 (werk samen) Anouk en Iris gebruiken ook vergelijkingen om hun tekst levendig te maken (vergelijkingen met één of meer woorden): Bijvoorbeeld met de woorden: als een spook te pakken vergelijken ze de golf met een spook Schrijf nu op wat Anouk en Iris vergelijken met de volgende woorden. 1. Met het woord beter vergelijken ze.met. 2. Met de woorden die veel groter is dan het veldje vergelijken ze..met 3. Met de woorden: trilden als een rietje vergelijken ze.met. 4

Opdracht 4 (werk samen met een ander tweetal) Vergelijk met jullie maatjes jullie antwoorden bij opdracht 2 en 3. Zijn het allemaal vergelijkingen (met één of meer woorden)? En is duidelijk wat met wat vergeleken wordt? Voor het schrijven: jullie tekst voorbereiden Lees de schrijfopdracht: Jullie schrijven in tweetallen een verhaal over een gebeurtenis die een dier meemaakt. Jullie schrijven door de ogen van het dier. Stel jullie voor dat je een dier bent. Het dier maakt iets mee. Schrijf een verhaal over deze gebeurtenis. Het mag een echte gebeurtenis zijn of een gebeurtenis die jullie verzinnen. Maak jullie verhaal levendig met erbijwoorden (met één of meer woorden). Gebruik ook vergelijkingen (met één of meer woorden) zodat het voor de kinderen van groep 3 leuk is om naar te luisteren als jullie het verhaal gaan voorlezen. Gebruik de ik-persoon om te schrijven vanuit de ogen van het dier. Schrijf een tekst die ongeveer even lang is als de voorbeeldtekst. Opdracht 5 (werk samen) Kies samen een dier waarover jullie gaan schrijven. Praat met elkaar over: welk dier je kiest en waarom of het een spannend, droevig of leuk verhaal wordt wat er met het dier gebeurt hoe het afloopt 5

Opdracht 6 (werk samen) Schrijf kort op wat jullie gaan schrijven. 6

Tijdens het schrijven Opdracht 7 (werk samen) Schrijf jullie verhaal. Gebruik de ideeën die jullie opschreven bij opdracht 6. Lees tijdens het schrijven terug wat jullie geschreven hebben. Beschrijf jullie dier en wat hij of zij meemaakt levendig (erbijwoorden en vergelijkingen met één of meer woorden). Bepaal samen hoe jullie gaan schrijven: Bijvoorbeeld: de een begint met typen en later wisselen jullie. Opdracht 8 De tekst bewaren en printen (werk samen): Sla allebei jullie tekst op met jullie namen+les11versie1. Print ieder jullie tekst en schrijf jullie namen+les11versie1 erop. Doe jullie tekst in je boekje en lever alles in! 7

Les 12 Door de ogen van een dier Na het schrijven: jullie verhaal bespreken en veranderen Opdracht 1 (werk samen) Lees jullie verhaal goed en kijk of jullie levendig beschrijven (met erbijwoorden en vergelijkingen met één en meer woorden): wat het dier meemaakt? hoe het afloopt? Maak aantekeningen in jullie tekst waar jullie het verhaal willen veranderen om het levendiger te maken (met erbijwoorden en vergelijkingen). Opdracht 2 (werk in twee tweetallen) Bespreek om de beurt jullie teksten. Doe dat zo: 1. Lees de tekst van jullie maatjes. 2. Vertel wat jullie leuk vinden aan de tekst. 3. Vraag wat de schrijvers zouden willen veranderen om de tekst beter te maken. 4. Vertel of jullie het eens zijn met wat beter kan. Leg uit waarom. 5. Geef de schrijvers tips hoe hun verhaal levendiger kan (erbijwoorden en vergelijkingen met één of meer woorden). 6. Kijk of jullie nog andere plaatsen zien waar het verhaal levendiger kan. Maak aantekeningen in je tekst van wat je nu nog meer wilt gaan veranderen. 8

Opdracht 3 (werk samen) Verander jullie tekst: Open je eerste versie (namen_les11versie1). Klik op opslaan als en sla je tekst op met je namen+les12versie2 (als je nu dingen verandert en opslaat, is versie 1 ook nog bewaard als namen+les11versie1). Gebruik de aantekeningen bij je tekst. Let op de erbijwoorden en vergelijkingen. Jullie lezen de teksten voor aan de kinderen van groep 3. Zorg ervoor dat je tekst zo goed mogelijk wordt. Bespreek en verander je tekst serieus! Opdracht 5 Je tekst bewaren en printen (werk alleen) Klik op opslaan (niet: opslaan als, dat heb je al gedaan bij opdracht 3). Print de tekst allebei en schrijf jullie namen+les12versie2 erop. Bewaar je verhaal! 10