Dienstnummer: 1296 zondag: 2 e zondag van advent datum: 09-12-2018 plaats: De Bron, Assen Schriftlezingen (onderstreept = hoofdlezing): Lucas 3: 1-6 liederen: ps 80:1,2; Lb 463:1,3,6,7,8; projectlied; Lb 456b:1,2; Lb 439:1,2,3; Lb 985:1; Lb 377:1,4,7; Lb 451:1,4 eventuele bijzonderheden: dienst van Schrift en Tafel Gemeente van Jezus Christus 1. Ik geloof in een nieuw begin. Doet u dat echt? Waarmee gaat ú dan een nieuw begin maken? Wat moet er anders in jóuw leven? Wat wordt er nieuw voor ú in deze adventstijd? Ja want dáár gaat het deze zondag over: Johannes verkondigt een doop van bekering tot vergeving van zonden zoals er letterlijk staat. En hij roept: maak de weg van de Heer gereed. Ik geloof in een nieuw begin. Wat betekent dat allemaal? Voor u? Voor jou? Voor ons? Nou, wat dat 'allemáál' betekent, daar kan ik geen volledig antwoord op geven, maar waar het in de kern om gaat, daar kan ik wel iets over zeggen; en als het goed is kunt u dan zelf ook een antwoord geven. 2. a. God richt zich tot Johannes, zo vertelt onze Bijbel. Een droge, zakelijke mededeling, zo lijkt het. Maar, het is veel spannender! Want er staat: het woord van God geschiedt aan Johannes. God praat niet zomaar wat, nee, zijn wóórd geschiedt.
2 Dat woord dat hij al spreekt in den beginne, zijn scheppende woord, het woord waarmee hij leven schept en geschiedenis maakt; het woord dat heil, redding, verlossing betekent; het woord dat vlees zal worden in de messias. En, dat woord geschíedt; gaat de geschiedenis is; máákt geschiedenis, bepáált de geschiedenis, verándert de geschiedenis. Want dat woord van God geschiedt in het vijftiende jaar en dan worden al die heersers genoemd, al die zogenaamde grote mannen die zogenaamd geschiedenis maken. Maar -zo wordt dan in feite heel spottend en ironisch verteldniet die politieke en religieuze elite bepalen de geschiedenis, niet de Trumps en Poetins en Macrons en Merkels, nee, het woord van Gód 'geschiedt' en dát bepaalt de geschiedenis, dát maakt een nieuw begin... (Wat dat betreft zou het vanmorgen dus een en al politiek op de kansel kunnen zijn ) b. Hoe wordt dat dan concreet dat Gods woord geschiedt en dat dat nieuwe begin begint? Ik denk door de verkondiging van Johannes: een doop van bekering tot vergeving van zonden, zoals er letterlijk staat. De Nieuwe Bijbelvertaling trekt het wat te veel uit elkaar, alsof het verschillende dingen zijn: doop, bekering, vergeving; maar het gaat in wezen om één ding,
3 om één 'beweging': dat je je vanuit Gods vergeving bekeert en dat zichtbaar maakt in de doop. Dan gaat het om een totale vernieuwing van je leven, om een radicale omkeer. Die is mogelijk omdat Gods vergeving er de dragende grond voor is; omdat God jou daarvoor de ruimte geeft; omdat God jou telkens weer nieuwe kansen geeft. Je hoeft niet voort te blijven gaan op de doodlopende weg van je leven, nee, je kunt ómkeren, het opnieuw proberen. En daar is de doop het teken van, die doorgang door het water, dat sterven van de oude mens en opstaan van de nieuwe mens, dat komen vanuit de woestijn van je leven en de Jordaan, de grensrivier van het beloofde land doorsteken, om aan de andere kant op de oever van dat beloofde land te stappen, die nieuwe wereld die God voor je heeft opengelegd, die wereld waarin je mens kunt zijn zoals je bedoeld bent, samen met anderen; een nieuw begin. c. Ja want zo maak je de weg voor de Heer gereed. Zo help je eraan mee dat Gods woord werkelijk onze geschiedenis kan ingaan, dat zijn woord vlees kan worden, dat God naar de wereld toe kan komen, dat uiteindelijk al wat leeft zal zien hoe God redding brengt. Als jij je omkeert kan God zich ook echt naar de wereld toekeren.
4 3. Ja maar, wacht even: ik moet me bekeren? Maar ik bén toch al bekeerd, ik ben toch al gedóópt, ik ben toch al christen? a. Jazeker. Maar volgeling van Jezus zijn, dat is niet een soort toestand die je eenmaal bereikt en dan bèn je er wel. Nee, christenen zijn 'mensen van de weg'; je bent voortdurend in beweging; het is telkens weer richting zoeken, kijken welke kant je opmoet, wat het in déze concrete situatie betekent om de weg achter Jezus aan te gaan. Daarbij maak je voortdurend vuile handen en verkeerde keuzes. Maar daarom is het ook zo mooi om te weten: God vergeeft mij, ik zit niet vast en ik wordt niet vastgepind op een keuze die ik eenmaal gedaan heb, nee, ik kan omkeren en een ándere weg kiezen, ik kan telkens weer opnieuw beginnen. b. En dat is maar goed ook. Want die weg van de Heer is nog lang niet gereed. Er moeten nog heel wat kloven gedicht worden: kloven tussen mensen, tussen volken, tussen rijken en armen, tussen machtigen en zwakken. Er moeten nog heel wat bergen geslecht worden, bergen haat en vijandschap en vooroordelen die tussen mensen instaan, bergen onbegrip en onverschilligheid en onwilligheid die het onmogelijk maken
5 dat ik weer met hem of haar samen op één weg kan gaan. Er moet nog heel wat worden rechtgetrokken, al die kromme wegen die ik soms ga, die 'on-recht'-wegen waarop ik anderen geen recht doe of met een bocht om mensen heenga. Er liggen nog genoeg hobbels op mijn levensweg waarover ik kan struikelen op weg naar het leven en samenleven zoals God dat heeft bedoeld. Ik moet nog heel wat omkeren om het mogelijk te maken dat God ook in mij en door mij in de wereld kan komen met zijn redding en heil. Ik moet nog heel veel geloven in een nieuw begin om voor de komst van de Heer ruim baan te kunnen maken. 4. a. Ik geloof in een nieuw begin. Advent is dé tijd om juist dáár mee bezig te zijn. Want het nieuw leven kan alleen maar komen als wij er de weg voor banen; in ons eigen leven en in onze samenleving; ieder persoonlijk en samen als gemeente. Wij kunnen er de 'wegbereiders' van zijn. Dan kan Gods woord ook aan óns geschieden, vlees worden ook bij óns, concreet worden ook in ónze geschiedenis. b. Ik geloof in een nieuw begin. Denk er maar eens over na wat dat concreet voor u, voor jou, zou kunnen betekenen; wat er op dit moment in uw, in jouw leven speelt en waar je zo moeilijk mee in het reine kunt komen; op welk punt in je leven jij zou kunnen, moeten, omkeren; wat u maar met u mee blijft zeulen
6 en zo moeilijk kunt loslaten; waar jij ze zo schuldig over voelt of waarvoor u zich zo schaamt; welke kloven in jóuw leven gedicht en welke bergen in úw leven geslecht moeten worden; hoe wij samen als gemeente het misschien ook anders moeten gaan doen om vanuit de woestijn de grensrivier over te steken en naar het beloofde land toe te gaan, eraan mee te werken dat Gods heil ook in ónze samenleving kan geschieden, de kloven tussen mensen en groepen gedicht kunnen worden en de obstakels voor recht en gelijkwaardigheid opgeruimd. c. Ik geloof in een nieuw begin, wíj geloven sámen in een nieuw begin. Want God maakt telkens weer een nieuw begin met míj, met óns. Dat nieuwe begin, dat juist vieren we toch in het avondmaal? Dat nieuwe begin, dat juist ontvangen we toch in brood en wijn? Dat nieuwe begin, dat juist maken we toch al als we breken en delen aan de tafel van de Heer? AMEN.