Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Inzet van Middelen. Zaaknummer:

Vergelijkbare documenten
Naar aanleiding van deze uitspraak van de rechtbank is geen nadere afweging nodig.

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Voorgenomen besluit. Zaaknummer: HHVOL10. Parkeerverbodzone Mondriaanpark in Vlijmen

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Inzet van Middelen. Risico's. Zaaknummer: OLOGJvB26

uitspraak rechtbank gedeeltelijke intrekking bouwvergunning geluidsscherm A59

Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel

De commissie bezwaarschriften heeft partijen gehoord en aan u advies uitgebracht.

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Zaaknummer: OLOGyd02. beslissing op bezwaarschrift C.H. Verbunt

Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel

Ik adviseer u in dit verband uw besluit van 8 januari 2009 te herroepen.

LJN: BO2154,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/2913 en 10/3065

Collegevoorstel. Zaaknummer: Uitspraak Raad van State Bizetlaan 28 en 30 in Vlijmen

Ik verwijs u verder naar het advies van de commissie en de rest van het dossier.

de Rechtspraak Rechtbank Noord-Holland het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland Postbus BA Monnickendam

ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890

Collegevoorstel. Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel

Onderwerp: Beslissing op bezwaarschriften ten aanzien van bouwvergunning geluidsscherm type 9, 13 en TS

besluit op bezwaarschrift tegen besluit toepassing bestuursdwang

Inleiding: Op 29 juli 2009 is door de heer Hop uit Ermelo een informatieverzoek op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) binnengekomen.

LJN: BP5782,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/3720 en 11/207

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

Collegevoorstel. Onderwerp: Dakopbouw Bizetlaan 28 en 30

beslissing op bezwaar tegen een kapvergunning

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven; Dienst Werk, Zorg en Inkomen (Dienst WZI), te Eindhoven, verweerder.

de Rechtspraak Rechtbank Overijssel Reg.nr. PS/2XJIU lao<sa 04 DEC 2014 Dat. ontv.:

Voor verdere inhoud verwijs ik u kortheidshalve naar bijgevoegde uitspraak.

Onderwerp: Te volgen procedure voor gewijzigd bouwplan voor Nieuwkuijksestraat 72

Aan een inhoudelijke afweging kan uw college dan ook niet toekomen. Daarmee kan het bezwaar niet-ontvankelijk worden verklaard.

de Rechtspraak Rechtbank Breda Hierbij zend ik u een kopie van de uitspraak waarbij op het beroep is beslist.

ECLI:NL:RBOBR:2017:3205

ECLI:NL:RBGEL:2015:5301

ECLI:NL:RBNHO:2015:7536

Collegevoorstel. Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Beslissing op bezwaar tegen een kapvergunning

Afdeling bestuursrechtspraak P^na 1 van 1. Uw kenmerk

2 1FEB datum onderdeel contactpersoon doorkiesnummer ons kenmerk uw kenmerk

ECLI:NL:RVS:2001:AB2287

ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar. I.P». Feis

beslissing op bezwaar tegen weigeren Herziene ontheffing ex artikel 87 RVV

de Rechtspraak Rechtbank Gelderland gemeente Tiel

de Rechtspraak Rechtbank Rotterdam Hierbij zend ik u een kopie van de uitspraak van de rechtbank waarbij op bovenvermeld beroep is beslist.

ECLI:NL:RBZLY:2012:BX0557

uitspraak van de meervoudige kamer van 27 juli 2016 in de zaak tussen

de Rechtspraak Rechtbank Gelderland PER EAX Over het beroep met zaaknummer ZUT 12 / 249 WRO 219 deel ik u het volgende mee.

de Rechtspraak Rechtbank Den Haag PER FAX Over het beroep met zaaknummer SGR 13/9215 BESLU V258 deel ik u het volgende mee.

ECLI:NL:RVS:2011:BP3671


Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen

ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorst te Twello, verweerder.

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, verweerder, gemachtigden: mrs. C.J. Telting en B.A. Veenendaal.

Onderwerp Uitspraak Raad van State d.d. 25 mei 2011 op het verzet van P.M. van Dijk e.a. te Elshout

Vragen ex art. 61 regelement van orde van de fractie CDA inzake levering bouwperceel

' s Sftg. de Rechtspraak. Over het beroep met procedurenummer 11 / 685 WOB JAN 1 deel ik u het volgende mee.

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen.

ECLI:NL:RBNNE:2017:2675

1)estuursreclaqirA,IL

ECLI:NL:RBAMS:2017:2366

Inleiding Op 6 november 2012 heeft u een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van negen woningen aan de Abt van Grevenbroekstraat in Herpt.

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant,

ECLI:NL:RVS:2014:2812

Uitspraak /1/A1

2. Beoordeling. 2.4 Artikel 2.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: de Wabo)

Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie

Afweging Er zijn geen redenen om af te wijken van het advies van de commissie. Het voorstel is om het bezwaarschrift niet-ontvankelijk te verklaren.

ECLI:NL:RBOVE:2013:3359

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

ECLI:NL:RBGEL:2014:4543

de Rechtspraak Postbus: Rechtbank Noord-Holland ZAAKNUMMER: Afdeling Publiekrecht Sectie Bestuursrecht Locatie Alkmaar

Afd eli n g bes tuursrechtspraak TEAM: Behandelend amhten.iar P. Slappendel

Uitspraak /1/A1

ECLI:NL:RBALK:2012:BV7977

ECLI:NL:RBAMS:2012:BY6930

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is

ECLI:NL:RBNHO:2017:6739

HABITAT ADVOCATENKANTOOR OMGEVINGSRECHT WONEN I ONDERNEMEN I NATUUR

ECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234

ECLI:NL:RBBRE:1999:AA4802

de Rechtspraak Rechtbank Oost-Brabant

Uitspraak. RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD Sector Bestuursrecht Registratienummer: Awb 10/895. uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

Bij besluit op het door eiser gemaakte bezwaar van 25 juni 2007 is het besluit van II mei 2007 gehandhaafd.

ECLI:NL:RVS:2017:1997

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB2855

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

Afdeling bestunrsreclitspraak. Behandelend ambtenii;ir J. Jhauw

de Rechtspraak Rechtbank Breda toezending afschrift uitspraak en mededeling rechtsmiddel.

ECLI:NL:OGEAM:2016:86

de Rechtspraak

aanvraag 1e fase bouwvergunning voor 6 appartementen aan de Akkerstraat te Vlijmen

ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

ECLI:NL:RBSHE:2007:BC1229

Samenvatting: Inleiding: Afweging: Advies:

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Zaaknummer: OORAJJ06. Schrijven fractie Heusden Eén over centrum Drunen

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

ECLI:NL:RBZWB:2016:7164

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar J.P. van het Hul

ECLI:NL:RBZWO:2001:AB0945

Transcriptie:

Onderwerp Zaaknummer: 00151665 Uitspraak rechtbank 's-hertogenbosch d.d. 22 april 2011 inzake het bouwplan voor het plaatsen van een dakopbouw op de garage/hobbyruimte aan de Bizetlaan 28 en 30 te Vlijmen Collegevoorstel Inleiding Op 16 juli 2009 is ontheffing als bedoeld in artikel 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening en bouwvergunning geweigerd voor het plaatsen van een dakopbouw op de garage/hobbyruimte aan de Bizetlaan 28 en 30 te Vlijmen. Het door R. Jansen en J. van de Sande (namens dezen destijds de heer R. van Laarhoven) ingediende bezwaarschrift is bij besluit van 24 december 2009 ongegrond verklaard. De weigering is in stand gelaten. Vervolgens hebben genoemde personen hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank 's-hertogenbosch. Deze heeft op 22 april 2011 uitspraak gedaan. Feitelijke informatie De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en het besluit van 24 december 2009 (besluit tot ongegrondverklaring bezwaren) vernietigd. Uw college is opgedragen een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen met inachtneming van het gestelde door de rechtbank. Tegen het besluit van de rechtbank kan hoger beroep worden ingesteld bij de Raad van State. De termijn daartoe eindigt 3 juni 2011. Afweging In essentie is de rechtbank tot haar oordeel gekomen gelet op het besluit van uw college van 25 maart 2010. Dit laatste besluit is gedaan in het kader van een voor de betreffende dakopbouw destijds eveneens lopende handhavingszaak en het besluit was om te gedogen. De rechtbank stelt nu samengevat dat de overwegingen die aan dit gedoogbesluit ten grondslag hebben gelegen evenzo bij het besluit omtrent de ontheffing hadden moeten gelden. Dit klemt naar het oordeel van de rechtbank temeer daar het gedoogbesluit is genomen in afwijking van het ambtelijk advies. Ook maakt de rechtbank melding van dat de beide besluiten (enerzijds weigering legaliserende ontheffing/bouwvergunning en anderzijds gedogen) leiden tot een voor eisers rechtsonzekere situatie en dit bij de belangenafweging ten aanzien van de ontheffing had moeten worden betrokken. Alhoewel ik de rechtbank kan volgen in haar overwegingen wat betreft de inhoudelijke kant van deze zaak, adviseer ik u toch om hoger beroep in te stellen tegen de gedane uitspraak. Zo dateert het gedoogbesluit namelijk van na de in het geding zijnde beslissing op bezwaar (rechtbank mag slechts ex tunc toetsen), is dit bovendien onherroepelijk en derhalve rechtens onaantastbaar, zodat de rechtbank dit naar mijn oordeel niet aan haar overwegingen ten grondslag had mogen leggen. Voor nadere gronden van het hoger beroep verwijs ik u kortheidshalve naar bijgevoegd concepthoger beroepschrift. Inzet van Middelen 1

Onderwerp Zaaknummer: 00151665 Uitspraak rechtbank 's-hertogenbosch d.d. 22 april 2011 inzake het bouwplan voor het plaatsen van een dakopbouw op de garage/hobbyruimte aan de Bizetlaan 28 en 30 te Vlijmen Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel. Risico's Er zijn geen risico's verbonden aan dit voorstel. Procedure Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen. 2

Onderwerp Zaaknummer: 00151665 Uitspraak rechtbank 's-hertogenbosch d.d. 22 april 2011 inzake het bouwplan voor het plaatsen van een dakopbouw op de garage/hobbyruimte aan de Bizetlaan 28 en 30 te Vlijmen BESLUIT Het college van Heusden heeft in de vergadering van 31 mei 2011; gelet op: Algemene wet bestuursrecht; besloten: na kennisneming van de uitspraak van de rechtbank s-hertogenbosch d.d. 22 april 2011, AWB 10/505 hiertegen hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State overeenkomstig bijgevoegd concept. namens het college van Heusden, de secretaris, mr. J.T.A.J. van der Ven 3

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Postbus 20019 2500 EA DEN HAAG Ons kenmerk: 00151666 Vermeld bij uw correspondentie altijd ons kenmerk! Uw kenmerk: Uw brief van: Behandeld door: J. van Baardwijk Doorkiesnummer: (073) 51 31 789 E-mailadres: info@heusden.nl Onderwerp: uitspraak rechtbank 's-hertogenbosch 22-04-2011, Bizetlaan 28-30 Vlijmen Aantal bijlagen: 1 Datum: 31 mei 2011 Verz. 31 mei 2011 Geachte Afdeling, Postadres Gemeente Heusden Postbus 41 5250 AA Vlijmen Bezoekadressen Julianastraat 34 Vlijmen Raadhuisplein 16 Drunen Telefoon (073) 51 31 789 Fax (073) 51 31 799 Digitaal loket www.heusden.nl e-mail info@heusden.nl Hierbij stellen wij hoger beroep in tegen de uitspraak van de rechtbank s- Hertogenbosch d.d. 22 april 2011, nummer AWB 10/505, betrekking hebbende op de geweigerde bouwvergunning voor het plaatsen van een opbouw op de garage/hobbyruimte aan de Bizetlaan 28 en 30 te Vlijmen. De gronden van ons beroep zijn als volgt: Ex nunc/ex tunc De rechtbank dient in beroepsprocedures ex tunc te toetsen. In casu heeft de rechtbank aan haar uitspraak een besluit van ons college d.d. 25 maart 2010 ten grondslag gelegd. De beslissing op bezwaar dateert echter van 24 december 2009. Dit impliceert naar ons oordeel dat de rechtbank het besluit van 25 maart 2010 niet bij haar overwegingen had mogen betrekken. Bouwvergunning/handhaving In het geding is de geweigerde bouwvergunning en ontheffing voor het plaatsen van een opbouw op de garage/hobbyruimte aan de Bizetlaan 28 en 30 te Vlijmen. Naast deze bouwzaak heeft een handhavingszaak gelopen met betrekking tot deze dakopbouw. Alhoewel beide zaken een raakvlak hebben met elkaar dienen zij in juridisch opzicht afzonderlijk te worden beschouwd. In de handhavingszaak hebben wij besloten (eerdergenoemd besluit van 25 maart 2010) tot gedogen. Tegen dit besluit is geen bezwaar/beroep ingesteld, zodat dit onherroepelijk is. De rechtbank gaat naar ons oordeel in haar uitspraak in op de rechtmatigheid van dit besluit, hetgeen thans niet Bankrelatie 28.50.03.909 Gemeente Heusden gebruikt uw persoonsgegevens uitsluitend voor het doel waartoe zij zijn verstrekt. Indien u daarover inhoudelijk meer wilt weten kunt u contact opnemen met de behandelend ambtenaar van onze gemeente (Wet Bescherming Persoonsgegevens, artikel 33 en 34) *000305445*

Ons kenmerk 00151666 Onderwerp uitspraak rechtbank 's-hertogenbosch 22-04-2011, Bizetlaan 28-30 Vlijmen Datum 31 mei 2011 Pagina 2 van 2 meer geoorloofd is en voorzover dat aan de orde had kunnen komen dat niet in deze procedure had moeten geschieden. Besluit college/ambtelijke overwegingen Secondair merken wij op, dat voorzover ons college beslist in afwijking van een ambtelijk advies aan deze laatste geen verdere betekenis toekomt. In rechte gaat het om het collegebesluit en niet om het ambtelijk standpunt. Wij volgen de rechtbank dan ook niet in haar oordeel dat in een voorkomend geval de ambtelijke overwegingen in de motivering van het collegebesluit tot uitdrukking moeten komen. Ons college heeft telkenmale gepersisteerd in haar standpunt geen ontheffing te verlenen voor het gevraagde bouwwerk. Op grond van het vorenstaande verzoeken wij u de uitspraak van de rechtbank s- Hertogenbosch d.d. 22 april 2011, AWB 10/505, te vernietigen. Met vriendelijke groet, namens het college van Heusden, manager Team Ondersteuning Leefomgeving, drs. Y.T. Vos Bijlages: kopie uitspraak AWB 10/505

de Rechtspraak Rechtbank 's- Hertogen bosch voj)j66s T og/"s/666 INGEKOMEN 26 APR 2011 GemeenteH eusden AANTEKENEN het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heusden Postbus 41 5250 AA Vlijmen datum 22 april 2011 Afdeling 11Zitting mevr E. von Zengen onderdeel contactpersoon doorkiesnummer 073-6202700 ons kenmerk procedurenummer 10 I 505 WW44 V 111 C4 casusnummer uw kenmerk bijlage(n) faxnummer 073-6202790 onderwerp toezending afschrift uitspraak en mededeling rechtsmiddel. Sector Bestuursrecht bezoekadres Leeghwaterlaan 8 5223 BA 's-hertogenbosch correspondentieadres Postbus 90125 5200 MA 's-hertogenbosch t 073-6 20 20 20 www.rechtspraak.nl Bij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts een zaak in uw brief behandelen. Geachte heer/mevrouw, Hierbij zend ik u een kopie van de uitspraak waarbij op het beroep is beslist. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open. Indien u daarvan gebruik wenst te maken, dient u binnen zes weken na de datum van verzending van de uitspraak een beroepschrift en een kopie van bijgaande uitspraak te zenden aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EADen Haag. In het beroepschrift vermeldt u waarom u de uitspraak nietjuist vindt. Uw persoonsgegevens en - indien van toepassing - die van uw cuent worden voor zover nodiq, ten behoeve van een goede procesvoering verwerkt in 50562 een registratiesysteem van het gerecht.

uitspraak RECHTBANK 's-hertogenbosch Sector bestuursrecht Zaaknummer: AWB 10/505 Uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 april 2011 inzake R.F.J. Jansen en J.C.M. van de Sande, te Vlijmen, eisers, gemachtigde mr. P.W.G.M. Christophe, tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heusden, verweerder, gemachtigde 1.E.W. van Baardwijk. Procesverloop Bij besluit van 16 juli 2009 heeft verweerder bouwvergunning geweigerd voor het plaatsen van een opbouw op de garagelhobbyruimte op het perceel kadastraal bekend gemeente Heusden (Vlijmen), sectie N, nummer 1440 en 1439, plaatselijk bekend Bizetlaan 28 en 30 te Vlijmen. Het hiertegen door eisers gemaakte bezwaar is door verweerder bij besluit van 24 december 2009 ongegrond verklaard. Eisers hebben tegen dit besluit beroep ingesteld. De zaak is behandeld op de zitting van 16 maart 2011, waar eisers zijn verschenen in persoon, bijgestaan door hun gemachtigde. Verweerder is verschenen bij gemachtigde. Overwegingen 1. Aan de orde is ofverweerder bij het bestreden besluit terecht en op goede gronden de weigering van de bouwvergunning in stand heeft gelaten. 2. Bij de beoordeling gaat de rechtbank uit van de volgende feiten en omstandigheden. 3. Op 14januari 2009 heeft de heer 1.C.M. van de Sande, wonende aan de Bizetlaan 30 te Vlijmen, een reguliere bouwaanvraag ingediend voor het bouwen van een opbouw op de garage/hobbyruimte aan de Bizetlaan 28 en 30. R.F.1. lansen woont aan de Bizetlaan 28. 4. Verweerder heeft aan het bestreden besluit -zakelijk weergegeven- ten grondslag dat de goothoogte aan de achterzijde van het bouwplan 5,50 m bedraagt, hetgeen in strijd is met het

AWB 101505 2 bestemmingsplan. Verweerder ziet geen aanleiding om van het bestemmingsplan afte wijken, omdat in het voorontwerpbestemmingsplan "Vlijmen-Vliedberg" dezelfde goothoogte wordt gehanteerd en verlening van ontheffing planologisch gezien onwenselijke gevolgen heeft. Volgens verweerder is geen sprake van gewekt vertrouwen dat ontheffing zou worden verleend. Bovendien kan, gelet op de bij vergunningverlening betrokken belangen van derden, het eventueel bij eiser gewekt vertrouwen niet leiden tot verlening van een bouwvergunning in strijd met de wettelijke regels. Daarbij heeft verweerder gesteld dat het eiser vrij staat om de door hem geleden schade te verhalen op de gemeente. 5. Eisers hebben in beroep -zakelijk weergegeven- aangevoerd dat er mededelingen zijn gedaan door de destijds verantwoordelijke wethouder B.M. Groen en diens opvolger W. Dijkstra, op grond waarvan bij eisers het gerede vertrouwen is gewekt dat tot afgifte van een bouwvergunning zou worden gekomen, al dan niet middels het verlenen van ontheffing van het bestemmingsplan. Ter onderbouwing hebben eisers een door voonnalig wethouder B.M. Groen ondertekende verklaring overgelegd. Eisers hebben erop gewezen dat verweerder zich na het bestreden besluit nogmaals heeft beraden over de bebouwing. Op 23 maart 2010 heeft verweerder besloten om niet verder handhavend op te treden en om de bestaande situatie te gedogen. Volgens eisers zijn er geen zwaarwegende bezwaren tegen het verlenen van de benodigde ontheffing. De enkele verwijzing naar het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan is onvoldoende, nu volgens eisers aan de afwijzing van de ontheffing planologische en/of stedenbouwkundige argumenten ten grondslag dienen te worden gelegd. Bovendien had verweerder in de bijzondere omstandigheden van het onderhavige geval aanleiding moeten zien ontheffing te verlenen. Van precedentwerking is geen sprake, aldus eisers. 6. Het wettelijk kader luidt als volgt. 7. Ingevolge artikel40, eerste Iid, aanhef en onder a, van de Woningwet (Ww) is het verboden te bouwen zonder of in afwijking van een door burgemeester en wethouders verleende bouwvergunning. Ingevolge artikel 44, eerste lid, aanhef en onder c, van de Ww mag slechts en moet de reguliere bouwvergunning worden geweigerd, indien het bouwen in strijd is met een bestemmingsplan of met de eisen die krachtens zodanig plan zijn gesteld. 8. De weigeringsgronden van artikel 44 van de Ww hebben een Iimitatief-imperatief karakter. Dit betekent dat de bouwvergunning moet worden geweigerd indien zich ten aanzien van het bouwplan waarop de aanvraag betrekking heeft een of meer van de in het eerste lid genoemde weigeringsgronden voordoen. Voorts betekent dit dat bouwvergunning moet worden verleend indien een weigeringsgrond ontbreekt. 9. Ingevolge artikel46, derde lid, van de Ww, voor zover hier relevant, is het eerste Iid niet van toepassing indien de in artikel 44, eerste lid, onderdeel c, bedoelde situatie zich voordoet. In dat geval wordt de aanvraag om bouwvergunning tevens aangemerkt als een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikei3.6, eerste lid, onderdeel c, 3.22 of3.23 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). 10. Het perceel is gelegen in het geldende bestemmingsplan "Vijfhoeven 1" en heeft daarin de bestemming "Woondoeleinden halfopen bebouwing". Op grond van artikel6 van de planvoorschriften zijn de als zodanig aangewezen gronden bestemd voor de huisvesting van huishoudens in middelgrote eengezinshuizen met de daarbij behorende voorzieningen,

.,' AWB 101505 3 alsmede voor een woongebruik grond. in de ruime zin van zowel de bebouwde als niet-bebouwde 11. Ingevolge artikel 6, lid A, onder 1, onder c, onder 5, van de planvoorschriften mogen op de tot "W oondoeleinden halfopen bebouwing" bestemde gronden uitsluitend worden gebouwd vrijstaande woningen (... ) met in achtneming van het navolgende met betrekking tot de bijgebouwen: de goothoogte van een bijgebouw mag ten hoogste 3 m en de bouwhoogte mag ten hoogste 5,50 m bedragen. Oordeel van de rechtbank 12. Niet in geschil is dat het bouwplan voor wat betreft de goothoogte aan de achterzijde in strijd is met het geldende bestemmingsplan. Voorts is niet in geschil dat deze strijdigheid kan worden opgeheven door het verlenen van ontheffing als bedoeld in artikel 3.23 van de Wro. Verweerder is niet bereid deze ontheffing te verlenen, omdat -kort gezegd- bouwplan niet past binnen het meest recente planologische kader, zoals verwoord in het voorontwerpbestemmingsplan "Vlijmen-Vliedberg". Verder is er volgens verweerder geen sprake van gewekt vertrouwen dat noopt tot het verlenen van ontheffing. 13. Eisers hebben betoogd dat het bestreden besluit terzake van de weerlegging van het beroep op het vertrouwensbeginsel niet voldoende draagkrachtig is gemotiveerd. Dit betoog slaagt. De rechtbank overweegt daartoe het volgende. 14. Aan verweerder kan worden toegegeven dat aan de uitlatingen van de betreffende wethouders niet die waarde kan worden gehecht die eisers daaraan gehecht willen zien. Volgens vaste jurisprudentie kunnen alleen aan mededelingen afkomstig van het daartoe bevoegde bestuursorgaan rechten worden ontleend. Deze bevoegdheid ligt voor wat betreft het verlenen van onderhavige ontheffing en bouwvergunning bij verweerder. Ter zitting is door verweerder onweersproken gesteld dat deze bevoegdheid niet was gemandateerd aan de betreffende wethouders. Voorts kan verweerder worden gevolgd in zijn redenering dat aan de verzonden ambtelijke brieven evenmin aanspraken kunnen worden ontleend, nu deze van voor het primaire besluit dateren en hierin een voorbehoud is gemaakt, doordat expliciet is aangegeven dat het bouwplan vooralsnog niet in strijd wordt geacht met het bestemmingsplan. 15. Echter, in het Iicht bezien van verweerders besluit van 25 maart 2010, moet worden geoordeeld dat de weerlegging van het beroep op het vertrouwensbeginsel in het onderhavige geval onvoldoende draagkrachtig is gemotiveerd. In voormeld besluit staat namelijk met zoveel woorden dat eisers in het kader van de bezwarenprocedure tegen de weigering van de bouwvergunning aannemelijk hebben gemaakt dat in ambtelijke brieven is aangegeven dat de aanvraag om bouwvergunnlng vooralsnog niet in strijd werd geacht met het bestemmingsplan, dat eisers van zowel de toenmalige portefeuillehouder B.M. Groen als van wethouder W. Dijkstra de toezegging hebben gekregen dat met de bouw, zoals die uiteindelijk gerealiseerd is, door verweerder zou worden ingestemd en dat eisers door op deze toezeggingen te vertrouwen feitelijk gehandeld hebben en schade hebben geleden. Op grond van deze zwaarwegende omstandigheden bestaat volgens verweerder aanleiding van verder handhavend optreden afte zien. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder echter niet inzichtelijk gemaakt waarom deze omstandigheden niet zouden kunnen en moeten leiden tot het verlenen van ontheffing. Ook ter zitting heeft verweerder desgevraagd hiervoor geen draagkrachtige motivering gegeven. Dit klemt temeer nu verweerder is afgeweken van het aan het besluit van 25 maart 2010 ten grondslag liggende ambtelijk

AWB 10/505 4 advies. Hierin wordt geadviseerd om, gelet op de betrekkelijk geringe omvang van de afwijking van het bestaande stedenbouwkundige beleid en de bijzondere omstandigheden (gewekt vertrouwen), gebruik te maken van de ontheffingsbevoegdheid van artikel3.23 van de Wro. 16. Voorts is het bij de in het kader van de ontheffing te verrichten belangenafweging niet zonder belang te achten dat als gevolg van de weigering van de (Iegaliserende) ontheffing en bouwvergunning en het besluit van 25 maart 2010 een voor eisers rechtsonzekere situatie ontstaat. Immers, indien om handhaving wordt verzocht, is verweerder in beginsel gehouden om handhavend op te treden. Dat geldt ook ten aanzien van eventuele rechtsopvolgers van eisers. Door verweerder is niet inzichtelijk gemaakt op welke wijze dit aspect is betrokken bij de belangenafweging ten aanzien van onderhavige ontheffing. ConcIusie 17. Op grond van vorenstaande overwegingen komt de rechtbank tot het oordeel dat het bestreden besluit wegens strijd met artikel 7:12 van de Awb voor vemietiging in aanrnerking komt. Het bestreden besluit zal, onder gegrondverklaring van het daartegen gerichte beroep, worden vemietigd. Omdat het verlenen van ontheffing een discretionaire bevoegdheid van verweerder betreft, bestaat geen aanleiding zelf in de zaak te voorzien. Verweerder zal worden opgedragen een nieuw besluit op bezwaar te nemen met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen. 18. De rechtbank acht termen aanwezig verweerder te veroordelen in de door eisers gemaakte proceskosten. Deze kosten zijn met inachtneming van het Besluit proceskosten bestuursrecht en de daarbij behorende bijlage begroot op in totaal 874,00 voor kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand: 1 punt voor het indienen van een (aanvullend) beroepschrift; 1 punt voor het verschijnen ter zitting; waarde per punt 437,00 wegingsfactor 1. 19. Tevens zal de rechtbank bepalen dat verweerder aan eisers het door hen gestorte griffierecht ten bedrage van 150,00 dient te vergoeden. 20. Beslist wordt als volgt.

AWB 10/505 5 Beslissing De rechtbank, verklaart het beroep gegrond; vernietigt het bestreden besluit van 24 december 2009; bepaalt dat verweerder een nieuw besluit dient te nemen met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen; bepaalt dat verweerder aan eisers het door hen gestorte griffierecht dient te vergoeden ten bedrage van 150,00; veroordeelt verweerder in de door eisers gemaakte proceskosten vastgesteld op 874,00. Aldus gedaan door mr. R.J.A. Schaaf als rechter in tegenwoordigheid van A.J.H. van der Donk als griffier en in het openbaar uitgesproken op 22 april 2011. Partijen kunnen tegen deze uitspraak binnen zes weken na de datum van verzending van deze uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019,2500 EA Den Haag. Afschriften verzonden: l 2 APR. 2011

de Rechtspraak Rechtbank 's-hertogenbosch INGEKOMEN 26 APR 2011 Gemeente Heusden TNT Post Port betaald Port Paye Pays-Bas 3S RRRE 0359466 3S RRRE 0359466 Postbus 90125, 5200 MA 's-hertogenbosch