COMMISSIE VAN BEROEP BETAALD VOETBAL VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND

Vergelijkbare documenten
COMMISSIE VAN BEROEP BETAALD VOETBAL VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND

COMMISSIE VAN BEROEP BETAALD VOETBAL VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND

COMMISSIE VAN BEROEP BETAALD VOETBAL VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND

Bij bericht van 1 maart 2016 is zijdens appellant het schikkingsvoorstel afgewezen, reden waarom de zaak aan de tuchtcommissie is voorgelegd.

Bij bericht van 17 mei 2016 is het schikkingsvoorstel afgewezen, reden waarom de zaak aan de tuchtcommissie is voorgelegd.

COMMISSIE VAN BEROEP BETAALD VOETBAL VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND

COMMISSIE VAN BEROEP BETAALD VOETBAL VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND

COMMISSIE VAN BEROEP BETAALD VOETBAL VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND

TUCHTCOMMISSIE BETAALD VOETBAL KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND

COMMISSIE VAN BEROEP BETAALD VOETBAL VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND

TUCHTCOMMISSIE BETAALD VOETBAL KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND

COMMISSIE VAN BEROEP BETAALD VOETBAL VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND

COMMISSIE VAN BEROEP BETAALD VOETBAL VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND

COMMISSIE VAN BEROEP BETAALD VOETBAL VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND

COMMISSIE VAN BEROEP BETAALD VOETBAL VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND

TUCHTCOMMISSIE BETAALD VOETBAL KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND

COMMISSIE VAN BEROEP BETAALD VOETBAL VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND

COMMISSIE VAN BEROEP BETAALD VOETBAL VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND

TUCHTCOMMISSIE BETAALD VOETBAL KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND

COMMISSIE VAN BEROEP BETAALD VOETBAL VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND

COMMISSIE VAN BEROEP BETAALD VOETBAL VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND

NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND Tuchtcommissie Zaak-no: Datum: In de zaak van: 25 juni 2012

Toevoegen aan paragraaf 5.8 Handboek competitiezaken zaalvoetbal en paragraaf 5.9 Handboek competitiezaken amateurvoetbal:

Tuchtcommissie Nederlandse Rugby Bond

Op basis hiervan heeft de aanklager NTTB u in staat van beschuldiging gesteld en de volgende aanklacht geformuleerd:

COMMISSIE VAN BEROEP BETAALD VOETBAL VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND

COMMISSIE VAN BEROEP BETAALD VOETBAL VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

Tuchtcommissie Datum: 23 augustus 2017

Voorliggende stukken: Het rapport strafbare feiten van de Strafvervolgingscommissie (SVC) d.d. 19 mei 2019, met bijlagen.

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

Aanklacht Op basis hiervan heeft de aanklager NTTB de volgende aanklacht geformuleerd:

NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND Tuchtcommissie Zaak-no: a

UITSPRAAK VAN DE TUCHTCOMMISSIE

COMMISSIE VAN BEROEP BETAALD VOETBAL VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND

Hiermee hebt u zich (mogelijk) schuldig gemaakt aan een strafbare handeling en/of overtreding als bedoeld in:

COMMISSIE VAN BEROEP BETAALD VOETBAL VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND

COMMISSIE VAN BEROEP VAN DE NEDERLANDSE RUGBY BOND

ECLI:NL:RBGEL:2014:6552

NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND Tuchtcommissie Zaaknummer: a

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND Tuchtcommissie Zaak-no:

Het College van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen doet hierbij uitspraak inzake het beroep van:

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029

1.2. Verweerster in beroep (hierna: de Bank) heeft op 20 januari 2015 een verweerschrift ingediend.

16.062T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND Tuchtcommissie Zaak-no:

ECLI:NL:GHAMS:2017:1213

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: G MAKELAARS, NVM-lid, kantoorhoudende te A, beklaagde in hoger beroep

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak

UITSPRAAK. [appellant], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: mevrouw mr. N.R.H.

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis

Nederlandse Tafeltennisbond

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notarissen te Rotterdam

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

Koninklijke Nederlandse Cricket Bond Commissie van Beroep

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND

Uitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK

Uitspraak in de zaak tussen: [naam appellant], wonende te [naam woonplaats], appellant,

De berisping houdt geen stand omdat niet vaststaat dat de werknemer de geheimhoudingsplicht heeft geschonden.

TUCHTREGLEMENT VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE GOLF FEDERATIE

GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE VAN ARUBA, CURAÇAO, SINT MAARTEN EN VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA. Uitspraak: 8 november 2018 Tegenspraak

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr d.d. 5 november 2015 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. F.

De Commissie beslist - met inachtneming van haar reglement en op basis van de door partijen aan haar ter beschikking gestelde stukken - als volgt.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. E.E. Ribbers, secretaris)

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

Reglementswijzigingen Algemene vergadering amateurvoetbal najaar 2010

Belangenbehartiging opdrachtgever. Beslaglegging.

Samenvatting. 1. Procedure

Betreft: klacht laten spelen van ongerechtigde speler.

de besloten vennootschap ELQ Portefeuille 1 B.V., gevestigd te Amsterdam Zuidoost, hierna te noemen de Bank.

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld.

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid:

1.2 De Bank heeft bij brief van 25 september 2017 een beroepschrift met bijlage ingezonden.

inzake de toelating van reclame-uitingen voor het product Prioderm van Meda Pharma B.V.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND Tuchtcommissie Zaaknummer:

DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

Reglement periode kampioenschappen Eerste Divisie betaald voetbal seizoen 2015/'16

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 5 maart 2012.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. C.A.C.M.

COLLEGE VAN BEROEP van de STICHTING KWALITEITSREGISTER JEUGD (SKJ)

Koepel Nederlandse Traditionele Schutters

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Transcriptie:

14/15-04 COMMISSIE VAN BEROEP BETAALD VOETBAL VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE VOETBALBOND 1. Het beroep De heer A. Jansen, speler van Roda JC, hierna te noemen: appellant, heeft tijdig beroep ingesteld tegen de beslissing d.d. 5 februari 2015 van de tuchtcommissie betaald voetbal, hierna te noemen: tuchtcommissie, waarbij appellant is uitgesloten van deelname aan competitie-, play-off- en/of bekerwedstrijden van de KNVB, tot de dag, volgende op die, waarop het 1e elftal van zijn club 6 achtereenvolgende competitie-, play-off- en/of bekerwedstrijden van de KNVB heeft gespeeld, wegens het spugen naar of in de richting van de scheidsrechter tijdens de op 1 februari 2015 gespeelde wedstrijd MVV Roda JC. 2. Het verloop van de procedure De aanklager betaald voetbal, hierna te noemen: "aanklager", heeft appellant bij e-mailbericht van 2 februari 2015 ten laste gelegd dat hij zich tijdens de op 1 februari 2015 gespeelde wedstrijd MVV Roda JC schuldig heeft gemaakt aan het spugen naar of in de richting van de scheidsrechter. Bij bovengenoemd e-mailbericht van 2 februari 2015 heeft de aanklager appellant een schikkingsvoorstel als bedoeld in artikel 10 van het Reglement Tuchtrechtspraak Betaald Voetbal gedaan, houdende een uitsluiting van deelname aan competitie-, play-off- en/of bekerwedstrijden van de KNVB, tot de dag volgende op die waarop het 1e elftal van zijn club 6 achtereenvolgende competitie-, play-off- en/of bekerwedstrijden van de KNVB heeft gespeeld. Bij e-mailbericht van 2 februari 2015 is zijdens appellant het schikkingsvoorstel afgewezen, reden waarom de zaak aan de tuchtcommissie is voorgelegd. Op 4 februari 2015 heeft de tuchtcommissie de onderhavige zaak mondeling behandeld. De aanklager heeft ter zitting van de tuchtcommissie verzocht om uitsluiting van appellant van deelname aan competitie-, play-off- en/of bekerwedstrijden van de KNVB, tot de dag, volgende op die, waarop het 1e elftal van zijn club 6 achtereenvolgende competitie-, play-off- en/of bekerwedstrijden van de KNVB heeft gespeeld. De tuchtcommissie heeft in zijn beslissing van 5 februari 2015 het volgende overwogen: ʺHet verweer van beschuldigde dat geen sprake was van het spugen naar of in de richting van de scheidsrechter wordt als in strijd met de bewezenverklaring en de grondslag daarvan, als onder 4. vermeld verworpen. Naar het oordeel van de tuchtcommissie blijkt uit zowel de mondelinge als de schriftelijke verklaring van scheidsrechter Sanders alsmede de tv-beelden, dat beschuldigde naar of in de richting van de scheidsrechter heeft gespuugd. De tuchtcommissie is van mening dat de tvbeelden de verklaring van scheidsrechter Sanders ondersteunen. Beschuldigde maakte met zijn hoofd een korte beweging omhoog en tuitte daarbij zijn mond met beide lippen. De stelling van beschuldigde dat hij op dat moment iets ( Flikker op ) tegen de scheidsrechter zou hebben geroepen waaruit de beweging van het hoofd en de mond en lippen zouden zijn te verklaren, is niet in overeenstemming met de tv-beelden. Op de tv-beelden neemt de tuchtcommissie waar dat op het moment dat beschuldigde zijn hoofd opricht en zijn mond tuit niets tegen de scheidsrechter zegt. Naar het oordeel van de tuchtcommissie is spugen naar of in de richting van de scheidsrechter zeer afkeurenswaardig. Het spugen naar of in de richting van een persoon is een uiting van minachting en wordt in het maatschappelijk verkeer behalve als onsmakelijk ook als zeer beledigend ervaren. Daarbij was deze actie tegen de scheidsrechter gericht. knvb.nl

Als speler dient beschuldigde zich, op grond van zijn voorbeeldfunctie, te allen tijde passend te gedragen ten opzichte van de arbitrage. De tuchtcommissie acht deze voorbeeldfunctie zeer belangrijk. Immers, het gedrag van een speler heeft invloed op het gedrag van het publiek en/of de overige spelers alsmede op de beeldvorming en sportiviteit ten aanzien van het voetbal in zijn algemeenheid. Daaraan doet niet af dat niet kan worden vastgesteld of de scheidsrechter mogelijk niet door spuug zou zijn geraakt. Bij het bepalen van de strafmaat heeft de tuchtcommissie rekening gehouden met de aard en ernst van de overtreding, alsmede met de strafkaart van beschuldigde, waarop een aantekening voorkomt van 8 maart 2013. Dit alles in acht nemende, vindt de tuchtcommissie een uitsluiting van 6 wedstrijden passend. De bewezenverklaring van de tuchtcommissie steunt op de navolgende bewijsmiddelen: - De mondelinge alsmede de schriftelijke verklaring d.d. 2 februari 2015 van scheidsrechter J. Sanders; - De waarneming van de tuchtcommissie van de tv-beelden. De commissie van beroep betaald voetbal, hierna te noemen: commissie van beroep, heeft in aanwezigheid van de aanklager en appellant, bijgestaan door mevrouw mr. S.G.J. Habets als raadsvrouw, de zaak mondeling behandeld op 17 februari 2015. Tevens was de heer G. Senden, teammanager van Roda JC, aanwezig. Als getuige, op verzoek van de commissie van beroep, was scheidsrechter J. Sanders aanwezig. Daarbij heeft de commissie van beroep in aanwezigheid van voornoemde personen de tvbeelden van de onderhavige wedstrijd met daarop de relevante spelmomenten bekeken. Eveneens zijn tv-beelden bekeken die door appellant zijn ingebracht. 3. De gronden van beroep Appellant geeft aan het niet eens te zijn met hetgeen hem ten laste is gelegd omdat hij het ten laste gelegde feit niet heeft begaan. Hiertoe voert appellant het navolgende aan. Tijdens de wedstrijd vond er een duel plaats in de buurt van de hoekvlag. De bal rolde over de achterlijn en appellant was van mening dat het een corner was. De assistentscheidsrechter vlagde echter voor een doeltrap voor MVV. Appellant protesteerde hiertegen bij de assistent-scheidsrechter door middel van een armgebaar waarna hij terugliep in de richting van de middenlijn. De scheidsrechter liep vanuit het midden van het veld naar de zijkant en toonde appellant een gele kaart. Toen appellant terugliep richting middenlijn praatte hij in zichzelf. Appellant riep toen iets tegen de scheidsrechter maar heeft niet gespuugd. Eerst zei hij flikker op en daarna pleur op man. Hij maakte een beweging met de kin/het hoofd omhoog terwijl hij de woorden pleur op zei, om deze kracht bij te zetten. Hij stond toen op korte afstand, ongeveer een halve meter van de scheidsrechter. Als er gespuugd zou zijn dan zou hij de scheidsrechter vanwege die korte afstand geraakt moeten hebben en dat zou op de beelden te zien moeten zijn geweest. Appellant begrijpt absoluut niet waarom hij de rode kaart kreeg en hij heeft vanaf het begin ontkend dat hij heeft gespuugd. 2

Ten aanzien van de verklaring van de scheidsrechter merkt appellant op dat de scheidsrechter niet weet of hij is geraakt, terwijl appellant en hij op dat moment dicht bij elkaar waren. Als appellant gespuugd zou hebben dan zou een reflex van de scheidsrechter te zien moeten zijn geweest. Op de tv-beelden is echter geen reactie van de scheidsrechter te zien maar hij trekt in één vloeiende beweging de rode kaart. De scheidsrechter heeft daarnaast ter zitting bij de commissie van beroep verklaard dat hij het idee had dat appellant wilde spugen maar zich inhield. Het enkele feit dat je je lippen tuit is echter nog geen spugen. Appellant verwijst naar de verklaring van Roda JC-speler E. Gyasi die dichtbij het incident stond en goed zicht had op de situatie. Speler Gyasi heeft verklaard dat appellant iets zei tegen de scheidsrechter maar dat appellant niet heeft gespuugd. De scheidsrechter verklaart dat speler Gyasi tegen hem zou hebben gezegd dat appellant naar de grond heeft gespuugd. Dit is echter niet de verklaring van speler Gyasi zelf. Speler Gyasi heeft immers ontkend dat hij dit tegen de scheidsrechter heeft gezegd. MVV-speler Ospitalieri bevestigt het verhaal dat appellant niet heeft gespuugd. Speler Ospitalieri stond ook dicht op de situatie. De tv-beelden van het incident bieden naar het oordeel van appellant geen ondersteunend bewijs; appellant loopt langs de scheidsrechter, richt zich tot de scheidsrechter en loopt door. Je ziet niet iemand die spuugt. Tenslotte merkt appellant op dat het regende. Dit kan ook twijfel zaaien over de verklaring van de scheidsrechter, aangezien hij heeft verklaard dat hij spetters spuug had gezien en niet een klodder spuug. Appellant geeft aan dat het een serieuze zaak betreft waarvoor wettig en overtuigend bewijs aanwezig moet zijn. Uit het feit dat appellant in zichzelf praatte en daardoor zijn mond bewoog, kan niet worden afgeleid dat hij gespuugd zou hebben. Het bewijs dient te berusten op ten minste twee bewijsmiddelen. Naast de verklaring van de scheidsrechter is er geen aanvullend bewijs Derhalve verzoekt appellant om vrijspraak. 4. Vordering aanklager De aanklager heeft aangegeven dat hij het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen acht. Hij baseert zich hierbij op de verklaring van de scheidsrechter, inclusief de verklaring die de scheidsrechter geeft over hetgeen Roda JC-speler Gyasi tegen hem zou hebben gezegd alsmede op de tv-beelden van het incident. Naar het oordeel van de aanklager geven de tv-beelden ondersteuning aan de verklaring van de scheidsrechter. De aanklager hecht waarde aan de verklaring van de scheidsrechter; hij staat er objectief in en reageerde niet geëmotioneerd. Speler Gyasi heeft volgens de scheidsrechter verklaard dat appellant op de grond gespuugd had; er wordt dus gesproken over spugen. De aanklager hecht geen geloof aan de verklaring van speler Gyasi zelf dat hij dit niet tegen de scheidsrechter heeft gezegd. De verklaring van speler Gyasi vormt een aanvullend bewijsmiddel naast de tv-beelden. 3

De aanklager ziet op de tv-beelden dat de mond van appellant steeds open en dicht gaat maar op het moment dat hij bij de scheidsrechter is heeft appellant zijn lippen op elkaar. De wedstrijd vond plaats in de regen en dat de andere spelers dan niet zien dat er gespuugd is, is naar het oordeel van de aanklager begrijpelijk. Het was ook geen klodder spuug maar het waren meer spetters. De aanklager passeert het gegeven dat speler Ospitalieri verklaart dat er niet gespuugd is omdat naar zijn oordeel speler Ospitalieri zich alleen richtte op het rustig houden van Jansen en hij het incident dus niet waargenomen heeft. De aanklager vindt het spugen een minachting van de scheidsrechter, hetgeen een stevige sanctie rechtvaardigt. Gelet op de verklaring van de scheidsrechter en de tv-beelden acht de aanklager voldoende bewijs aanwezig. De aanklager heeft vervolgens een schikking voorgesteld, die door de tuchtcommissie in haar strafoplegging is overgenomen. Gelet op de geschetste omstandigheden verzoekt de aanklager om uitsluiting van deelname van appellant aan competitie-, play-off- en/of bekerwedstrijden van de KNVB, tot de dag, volgende op die, waarop het 1e elftal van zijn club 6 achtereenvolgende competitie-, play-offen/of bekerwedstrijden van de KNVB heeft gespeeld. 5. De beoordeling van de beslissing van de tuchtcommissie De commissie van beroep kan zich niet verenigen met de beslissing van de tuchtcommissie en zal de beslissing van de tuchtcommissie daarom vernietigen. De scheidsrechter heeft de gedraging van appellant geïnterpreteerd als spugen. Hij is daarin duidelijk, zij het dat hij ter zitting van de commissie van beroep heeft gezegd dat het leek alsof appellant wilde spugen maar zich inhield, hetgeen naar het oordeel van de commissie een niet onbelangrijke nuancering is. Voorts neemt de commissie in aanmerking dat de scheidsrechter niet heeft gemerkt of hij door het hem geconstateerde spugen geraakt is, terwijl de speler op zeer korte afstand langs hem loopt, met het gezicht naar hem toegewend. De commissie kent veel waarde toe aan de verklaring van de scheidsrechter en zij heeft geen enkele twijfel aan diens oprechtheid. Een bewezenverklaring kan echter niet steunen op uitsluitend de verklaring van de scheidsrechter. Artikel 40 lid 2 Reglement Tuchtrechtspraak Betaald Voetbal luidt immers: Het bewijs dat betrokkene de overtreding heeft begaan, dient te berusten op tenminste twee bewijsmiddelen. In lid 3 van voornoemd artikel staat een uitzondering vermeld op het in lid 2 aangegeven uitgangspunt. Deze uitzondering geldt echter niet in onderhavige situatie, aangezien het dan zou moeten gaan om het bezigen van onbehoorlijke of beledigende taal jegens de arbitrage. Dit is echter niet tenlaste gelegd aan appellant. De tuchtcommissie was van oordeel dat de tv-beelden het noodzakelijke ondersteunende bewijs (tweede bewijsmiddel) bieden, naast de verklaring van de scheidsrechter. De commissie van beroep - die deze beelden ook zeer uitvoerig heeft bekeken, en kennis heeft genomen van het commentaar daarop van de aanklager, de scheidsrechter en appellant - heeft echter geoordeeld dat deze beelden dat noodzakelijke aanvullende bewijs niet bieden. 4

Op de tv-beelden is te zien dat appellant en de scheidsrechter dicht bij elkaar staan, appellant langs de scheidsrechter loopt en in de richting van de scheidsrechter kijkt, met zijn kin een beweging omhoog maakt en zijn lippen op elkaar heeft, Daarna is op de beelden alleen de achterkant van het hoofd van de scheidsrechter te zien en daaropvolgend is appellant voorbij de scheidsrechter. Op het moment waarop het incident zich zou hebben voorgedaan is het gezicht van appellant niet zichtbaar op de tv-beelden. Deze beelden geven mede in het licht van de verklaring van appellant, dat hij op dat moment pleur op man tegen de scheidsrechter zei, naar het oordeel van de commissie van beroep onvoldoende steun aan de verklaring van de scheidsrechter, juist op het punt dat door appellant wordt betwist (het spugen). In het dossier bevinden zich twee verklaringen van spelers (één van Roda JC en één van MVV) die beiden op zeer korte afstand van appellant en de scheidsrechter stonden en beiden verklaren dat er niet is gespuugd. De scheidsrechter heeft gesteld dat speler Gyasi tegen hem gesproken heeft over spugen door appellant, zij het niet in de richting van de scheidsrechter maar naar de grond. De aanklager is van mening dat die (gestelde) mededeling van speler Gyasi over spugen kan dienen als aanvullend bewijsmiddel. Dat is echter niet het geval, omdat Gyasi ontkent dat hij dit gezegd heeft, daarover ook niemand anders verklaart en het dus blijft bij de verklaring van de scheidsrechter alleen. Ander mogelijk aanvullend bewijs voor het spugen in de richting van de scheidsrechter is er niet. De commissie van beroep spreekt appellant vrij van het hem ten laste gelegde wegens gebrek aan bewijs. 6. De beslissing De commissie van beroep vernietigt de beslissing van de tuchtcommissie waartegen het beroep is ingesteld en spreekt appellant vrij van het hem ten laste gelegde. De commissie van beroep bepaalt dat de kosten zowel in eerste aanleg als in beroep ten laste van de KNVB zullen worden gebracht. Aldus beslist op 18 februari 2015 door mrs. C.H.B Winters, voorzitter, M. Barels en F.W. Bleichrodt, leden, bijgestaan door mr. N. Kok, secretaris. 5