Wijziging Regeling bekostiging hoger onderwijs 2002

Vergelijkbare documenten
Regeling bekostiging hoger onderwijs 2006

Regeling bekostiging hoger onderwijs 2004

Regeling bekostiging hoger onderwijs 2004

Regeling bekostiging hoger onderwijs 2002

Wijziging Regeling bekostiging hoger onderwijs

Regeling vermelding duale opleidingen hoger onderwijs

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Regeling begeleiding studenten universitaire lerarenopleidingen

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Besluit. Paragraaf I. Begripsbepalingen. Artikel 1. onderwijs en praktijkonderwijs, en. Paragraaf II

ocw Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 19 juni 2001

Regeling exploitatiekosten scholen voor vwo-havo-mavo-vbo-lwoo-praktijkonderwijs schooljaar

Regeling bekostiging hoger onderwijs 2006

Aanpassing landelijke bedragen gemiddelde personeelslast (gpl-bedragen), schooljaar en

Regeling nadere voorschriften met betrekking tot de verrekening van

Gelet op artikel 2.6, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Vaststelling programma s van eisen basisonderwijs voor het jaar 2002

Regeling vaststelling model financiële verantwoording en controleprotocol inburgering nieuwkomers 2001

Wij, Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Gelet op artikel 2.6, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Besluit van tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 in verband met een andere bekostigingswijze van de Open Universiteit

Algemeen verbindend voorschrift

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

ECLI:NL:RVS:2012:BW3893

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

onderwijsachterstanden en het aanpassen van de bedragen leerlinggebonden budget in het vo

Wijziging van de Regeling aanpassing en vaststelling van de bedragen landelijke gemiddelde personeelslast kalenderjaar 2008 en 2009

Algemeen verbindend voorschrift. Bestemd voor: Toelichting. Hoofdstuk 1. Hoofdstuk 2

Algemeen verbindend voorschrift. Bestemd voor: Besluit. Paragraaf 1

Algemeen verbindend voorschrift. Bestemd voor: Besluit. Paragraaf I. Begripsbepalingen. Paragraaf II

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Regeling extra ict-vergoeding basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs

Regeling bekostiging hoger onderwijs 2007

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Aanvulling overgangsregeling bekostiging, rechtspositie en samenvoeging leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs

Regeling Georganiseerd Overleg (GO)- en vakbondsfaciliteiten 1998

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van [-] 2013, No.[]);

Regeling aanwijzing opleidingen in het hoger onderwijs inzake toelating deficiënte studenten 2007

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Wijziging Regeling aanvullende bekostiging voor visueel gehandicapte leerlingen in het voortgezet onderwijs voor de Bve-sector

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Bijlage 1. Indeling van hbo-opleidingen naar bekostigingsniveau als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs. februari 2010

De wijzigingen in dit besluit hebben geen gevolgen voor de Rijksbegroting.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wijziging van de Tijdelijke regeling lerarenbeurs voor scholing

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Regeling tijdelijke toekenning extra voorschoolse middelen

Artikel I Artikel 15 van het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000 wordt als volgt gewijzigd:

Gelet op de artikelen 2.6, eerste lid, en 2.10a van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

Gelet op de artikelen 2.6, eerste lid, en 7.4a, vijfde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op de artikelen 2 en 4 van de Wet overige OCW-subsidies;

Tijdelijke regeling bijzondere positie Regionaal opleidingencentrum Flevoland

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Regeling bekostiging exploitatiekosten vo wordt als volgt gewijzigd:

Regeling collegegeld

Regeling impuls beroepsonderwijs voor landelijke organen 2000

ONDERZOEK NAAR DE RECHTMATIGE BEKOSTIGING VAN NIET-EER-STUDENTEN AAN DE HANZE HOGESCHOOL GRONINGEN

Besluit van 2018 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 in verband met de Wet invoering associate degree-opleiding

Regeling incidentele middelen voor achterstallig onderhoud van scholen voor voortgezet onderwijs (vo)

Wijziging van de Subsidieregeling leerlinggebonden financiering MBO in verband met het aanpassen van de subsidiebedragen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

namens Onze Minister van Landbouw, Nat uur en Voedselkwaliteit;

Regeling overlopende personeelskosten scholen voor praktijkonderwijs met declaratiebekostiging 2006

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Regeling faciliteiten bestuur en management en onderwijsnummer voor. scholen voor praktijkonderwijs 2008

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Aanvullingen overgangsregeling bevoegdheden leraren speciaal voortgezet onderwijs voor lom en mlk

1. Het opschrift Kalenderjaar 2017 wordt vervangen door Kalenderjaren 2018 en Het opschrift Kalenderjaar 2018 komt te vervallen.

Regeling onvoorziene gevallen bij invoering vereenvoudiging bekostiging voortgezet onderwijs

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op de artikelen 2.6, 2.10a en van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Regeling vergoeding exploitatiekosten voor scholen voor vwo, havo, mavo, vbo, lwoo en praktijkonderwijs, schooljaar

Feiten en cijfers. Studentenaantallen in het hoger beroepsonderwijs. februari 2009

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;

Regeling vaststellen bedragen leerlinggebonden financiering in het. middelbaar beroepsonderwijs

Deze memorie van toelichting is opgesteld mede namens de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Gelet op artikel 2.6, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

Voorgezet onderwijs vo

Gelet op artikel 2.6, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op de artikelen 3.16e en 11.5 van de Wet studiefinanciering 2000;

Regeling financiën hoger onderwijs

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, alsmede de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Regeling normen studiefinanciering 2006

Regeling aanpassing bedragen landelijke gemiddelde personeelslast schooljaar en

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet

Regeling structurele gegevenslevering Wet op het primair onderwijs (WPO) en Wet op de expertisecentra (WEC)

Transcriptie:

OCenW-Regelingen Bestemd voor: hogescholen. Besluit Algemeen verbindend voorschrift Datum: 1 november 2002 Kenmerk: HBO/FI-2002/26467 Datum inwerkingtreding: zie artikel II Geldigheidsduur beleidsregel: n.v.t. Juridische grondslag: Bekostigingsbesluit Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) Relatie tot eerdere mededelingen: hangt samen met de Regeling bekostiging van 24 december 2001 (kenmerk: HBO/FI-2001/48770) gepubliceerd in de Staatscourant van 8 januari 2002, nummer 5 Officiële publikatie: zie voor gelijkluidende tekst de Staatscourant van 11 november 2002, nummer 217 Informatie verkrijgbaar bij: CFI/ICO/BVH, 079-3232.666 Artikel I De Regeling bekostiging wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 3.2 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt vijfde lid vervangen door: zevende lid. 2. Het tweede lid wordt vervangen door: 2. De factoren NBA en NBU bedoeld in artikel 3.3, zevende lid, van het besluit zijn: voor opleidingen met een studielast van NBA NBU in studie- in studiepunten t/m punten vanaf 31 augustus 1 september 2002 2002 De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen, Mede namens de staatssecretaris van landbouw, natuurbeheer en visserij, Gelet op: artikel E.9, vierde lid, van de Invoeringswet WHBO, en de artikelen 3.3, 3.3a, 3.4a, 3.7, tweede lid, 3.12, tweede lid en 5.5, vierde lid, van het Bekostigingsbesluit WHW; 42 60 1,13 0,34 84 120 2,25 1,35 105 150 2,81 1,35 126 180 3,38 1,35 147 210 3,94 1,35 168 240 4,50 1,35 Na overleg, bedoeld in artikel 1.2 van het Bekostigingsbesluit WHW, NUMMER 27 17 20 november 2002

B Artikel III In artikel 3.4, vierde lid, wordt de tabel vervangen door: niveau bedrag (euro) 2002 2003 Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen, die ter inzage worden gelegd in de bibliotheek van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. p 5.397 5.397 g 4.201 4.201 kuo-c 5.787 6.003 kuo-d 9.239 10.493 kuo-e 16.129 16.672 kuo-v1 8.415 8.415 kuo-v2 9.570 9.570 kuo-v3 19.887 19.887 kuo-v4 34.087 34.087 C Artikel 4.1 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt 441 vervangen door: 449. 2. In het tweede lid vervalt de zinsnede, onder verrekening van het deel dat bestemd is voor werkloosheidsuitkeringen. 3. In het derde lid worden de onderdelen c., d. en e. verletterd tot b., c., en d. D De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen, drs. A.D.S.M. Nijs, MBA. Toelichting Algemeen De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de bestaande Regeling bekostiging (de Regeling) hebben betrekking op de bekostiging van opleidingen en lerarenopleidingen op het gebied van de kunst vanaf bekostigingsjaar 2004. De wijzigingen vloeien met name voort uit het bestuurlijk overleg van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen met de HBO-Raad van 25 september 2002. De conclusies van dat overleg zijn neergelegd in de brief van de staatssecretaris aan de HBO-Raad van 27 september 2002 met kenmerk HBO/AS/2002/34149. In artikel 4.3 wordt 102.000 vervangen door: 108.300. E In artikel 4.5, eerste lid wordt 2.879 vervangen door: 3.042. F 1. De bijlagen 1 tot en met 6 worden vervangen door de bijlagen 1 tot en met 6 bij deze regeling. 2. Na bijlage 10 wordt de bijlage 7 van deze regeling als bijlage 11 aan de Regeling bekostiging hoger onderwijs 2002 toegevoegd. Artikel II Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2002. De wijzigingen zijn: de limiet voor de opleiding muziek verzorgd door de Hanzehogeschool Groningen wordt met ingang van het studiejaar 2002/2003 verhoogd met 25 in verband met de nevenvestiging in Leeuwarden. de bekostigingslimieten voor 2004 voor de opleidingen autonome beeldende kunst worden met gemiddeld 9% en die voor de opleidingen muziek (rekening houdend met de bovengenoemde verhoging) met gemiddeld 13% verlaagd. met ingang van bekostigingsjaar 2004 vervallen de bekostigingslimieten voor de opleidingen docent muziek. dit betekent ook dat de opleiding muziek en de opleiding docent muziek niet langer als groep worden beschouwd. De onderwijsvraag van de opleidingen muziek en docent muziek wordt voortaan apart berekend. Het aantal malen dat een student bekostigd is wordt voor deze opleidingen dus ook apart geteld. Bij elk van de opleidingen kan een student vier jaar worden bekostigd. de bekostigingslimieten voor de opleidingen docent drama/mime vervallen eveneens. De opleidingen expressie door woord en gebaar worden per 1 september 2002 omgezet in opleidingen docent drama. Voor de NUMMER 27 18 20 november 2002

opleidingen expressie gelden volgens de vigerende Regeling voor bekostigingsjaar 2003 limieten. Omdat, in verband met de middeling over twee jaar, een limiet pas effect heeft als hij twee jaar bestaat en er vanaf bekostigingsjaar 2004 (1 oktober 2002) geen limieten voor deze opleidingen zijn, vervallen ook de limieten voor 2003 (1 oktober 2001). ook de opleidingen theater en docent drama vormen niet langer een groep. De opleidingen docent drama en docent mime van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten vormen nog wel steeds een groep. voor bekostigingsjaar 2005 (peildatum 1 oktober 2003) vervallen de limieten voor de opleidingen vormgeving. De groepsindeling wijzigt niet: de opleidingen vormgeving en autonome beeldende kunst, die beide voortkomen uit de opleiding beeldende kunst en vormgeving zouden op 1 oktober 2002 al geen groep vormen. De wijziging van artikel 3.7, tweede lid, onder b, van het besluit, waarin is bepaald dat met ingang van begrotingsjaar 2004 het bekostigingsniveau van een kunstopleiding waarvoor geen limiet is vastgesteld niveau p is, wordt ingetrokken. Het laten vervallen van een limiet leidt daardoor niet meer automatisch tot wijziging van het bekostigingsniveau. In deze regeling is niet gekozen voor aanpassing van het bekostigingsniveau, hetgeen impliceert dat het vervallen van de limieten bij gelijkblijvende studentenaantallen geen financiële consequenties heeft voor de individuele hogescholen. Het is daarmee niet nodig om budgettaire compensatie te zoeken voor het vervallen van limieten in het verhogen van bekostigingsniveaus of aanpassing van de huisvestingsvergoeding. Deze wijziging van de Regeling wordt verder gebruikt om enkele maatregelen, zoals loon- en prijsbijstellingen, te verwerken in de bekostigingsniveaus, om de wijziging van de definitie van studiepunten in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) in artikel 3.2 te verwerken, en om enkele technische wijzigingen in de regeling en de bijlagen aan te brengen. Artikelsgewijs Artikel I Onderdeel A Op 1 januari 2002 is artikel 3.3 van het Besluit gewijzigd, waarbij onder andere het vijfde lid is hernummerd tot zevende lid. In de Regeling is hiermee per abuis geen rekening gehouden. Deze vergissing wordt hiermee hersteld. Op 1 september 2002 is de bachelor-masterstructuur in het hoger onderwijs ingevoerd. Tegelijkertijd is een nieuwe studiepuntensystematiek conform het European credit transfer system (ECTS) ingevoerd. Voor de wijziging was een studiepunt omschreven als 40 uren studie, vanaf 1 september als 28 uur studie (artikel 7.4 van de WHW bepaalt dat 1680 uren studie gelijk is aan 60 studiepunten). In het tweede lid van artikel 3.2 zijn de studielasten van de opleidingen zowel in de oude als in de nieuwe systematiek gegeven. Voor de te bekostigen opleidingen geldt vanaf studiejaar 2002/2003 de nieuwe systematiek; voor de onderwijsvraagberekening worden studentgegevens van peildata vóór 1 september 2002 gebruikt, waarvoor de oude systematiek geldt. Onderdelen B, C, eerste lid, D en E Dit betreft aanpassing van de bekostigingsniveaus van resp. de in het Centraal register opleidingen hoger onderwijs (CROHO) opgenomen opleidingen (onderdeel B), de zogenoemde pabo-up (onderdeel C), de bedragen voor twee nog niet in het CROHO opgenomen voortgezette opleidingen autonome beeldende kunst (onderdeel D) en het bekostigingsniveau van de applicatiecursussen eigen taal en cultuur (onderdeel E). In de bekostigingsniveaus zijn de volgende maatregelen verwerkt: Loonbijstelling 2002 Toegevoegd is ook nog een nieuwe bijlage 11, met daarin vermeld op welke wijze de onderwijsvraag van nieuwe opleidingen berekend zal gaan worden en wat het bekostigingsniveau van deze nieuwe opleidingen is. De verwerking van de arbeidsvoorwaardenruimte 2002 heeft plaatsgevonden in overeenstemming met de afspraken die zijn gemaakt in het convenant dat de decentralisatie van de verantwoordelijkheid voor het vaststellen van de primaire arbeidsvoorwaarden in het hoger onderwijs regelt. Beroepskolom Voor het begrotingsjaar 2002 is voor het hbo 21,9 miljoen beschikbaar voor de impuls beroepskolom. Zoals aangekondigd in de brief van 19 juli 2002, kenmerk BVE/BDenI/02/19785, is dit bedrag verwerkt in de bekostigingsniveaus. NUMMER 27 19 20 november 2002

Middelen flankerend beleid Voor het voeren van flankerend beleid ten behoeve van het terugdringen van het wachtgeldbeslag is in 1994 7,3 miljoen (ƒ 16,0 miljoen) structureel beschikbaar gesteld. Voorwaarde voor het beschikbaar stellen van deze middelen was, dat de sociale partners een plan van aanpak zouden opstellen. Op grond van dit plan van aanpak werd het geld beschikbaar gesteld aan de Stichting Mobiliteitsfonds hbo (SMF), voorheen Stichting Frictiepools hbo, voor het uitvoeren van diverse projecten, onder andere de frictiepools. In de brief van 11 februari 2002 heeft de HBO-Raad mij bericht dat de sociale partners hebben besloten deze middelen over te hevelen naar de instellingen. Inmiddels zijn in de CAO-2002, die vanaf juni van dit jaar van kracht is, afspraken gemaakt over het flankerend beleid. Voor decentraal arbeidsvoorwaardenbeleid is in 2002 4,2 miljoen toegevoegd aan de bekostigingsniveaus. Het totaalbedrag dat beschikbaar is voor de pabo-up is door deze bijstellingen verhoogd naar 13,6 miljoen. Het bedrag per onderwijsvragende is daardoor netto 444. Omdat de rijksbijdrage, berekend als onderwijsvraag maal bekostigingsniveau (en dus ook de pabo-up) nog vermenigvuldigd moet worden met de factor, bedoeld in artikel 3.7, derde lid van het besluit (de budgetfactor) is de opslag in artikel 4.1 van deze regeling bepaald op 449. Met de rijksbijdragebrieven van 29 augustus 2002, kenmerk CFI/BVH-2002/79055 M en 18 oktober 2002, kenmerk CFI/BVH/BHO-2002/117964 M zijn de hogescholen uitvoerig ingelicht over de aanpassingen van de bekostigingniveaus. Naast de bekostigingsniveaus voor het begrotingsjaar 2002 worden in artikel 3.4 nu ook de niveaus vastgesteld, zoals die in 2003 van toepassing zouden zijn indien geen loonen prijsaanpassingen zouden plaatsvinden. Voor de meeste bekostigingsniveaus verandert het bedrag niet, de niveaus van de bacheloropleidingen en -lerarenopleidingen op het gebied van de kunst (niveaus kuo-c, -d en -e) veranderen wel. Deze wijzigingen houden verband met de wijziging van het bekostigingssysteem voor deze opleidingen per 1 januari 2002. Onderdeel C, tweede en derde lid Deze wijzigingen betreffen correcties van de Regeling. Sinds 1 januari 2001 zijn de bedragen die bestemd zijn voor uitkeringen na ontslag volledig opgenomen in de lump-sum. De hogescholen zijn volledig zelf verantwoordelijk voor deze uitkeringen. Dat betekent dat de minister geen enkele zeggenschap meer heeft bij de bepaling van het deel van de zogenoemde pabo-up dat bestemd is voor deze uitkeringen. De zinsnede in het tweede lid van artikel 4.1 die daarop betrekking heeft vervalt daarom. In artikel 4.1, derde lid van de Regeling waren de onderdelen niet correct geletterd. Dat wordt met deze wijziging gecorrigeerd. Onderdeel F, de bijlagen Bijlage 1 In deze bijlage wordt bepaald hoe de groepen van opleidingen voor de berekening van de onderwijsvraag zijn samengesteld. Onderdeel A van deze bijlage, de groepsindeling voor de berekeningen conform het oude onderwijsvraagmodel is niet gewijzigd. Onderdeel B, de indeling voor het kunstonderwijs is wel aangepast. In subonderdeel B.1 waren in de Regeling de opleidingen theater, docent drama, docent mime en docent dans afhankelijk van de hogeschool in drie verschillende groepen ingedeeld. Bij nader inzien bleek dit niet noodzakelijk en krijgt, als bij een hogeschool meer dan een van deze opleidingen voorkomt, de groep van opleidingen de aanduiding theater. De verschillende opleidingen theater zijn, om te bepalen of iemand een eerstejaarsstudent is, vaak niet dezelfde opleiding. Bijvoorbeeld de opleiding theater van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (drama) is niet dezelfde als de opleiding theater van de Fontys Hogescholen (dans). Welke opleidingen wel equivalent zijn is terug te vinden in bijlage 2. Inhoudelijk wijzigt er niets aan B.1. De indeling van de groepen voor bekostigingsjaar 2004 (peildatum 1 oktober 2002) wordt wel anders. Zoals in de inleiding van deze toelichting al is aangegeven vervallen de bekostigingslimieten voor de opleidingen docent drama en docent muziek. Deze opleidingen kunnen dus vanaf dat moment niet langer onderdeel vormen van een groep die ook opleidingen met een limiet bevat. Als opleidingen een groep vormen geldt de limiet immers voor de groep van opleidingen. De groep muziek die op 1-10-2002 zou bestaan uit de opleidingen muziek en docent muziek wordt dus niet langer gebruikt. De groep theater, die zou bestaan uit theater, docent drama en docent mime valt eveneens uit elkaar. Docent drama en docent mime blijven nog wel een groep vormen. De groep dans en docent dans blijft intact. In deze bijlage is de paragraafnummering aangepast aan die van de overige bijlagen. Bijlage 2 De tabellen met opleidingen die als dezelfde opleiding worden beschouwd zijn herzien. Gepoogd is een beter onderscheid te maken tussen de begrippen groepen van opleidingen en opleidingen die als dezelfde opleiding NUMMER 27 20 20 november 2002

worden beschouwd. Bij deze laatste wordt nu zoveel mogelijk de aanduiding groep van opleidingen vermeden. In de tabellen 2.1 (voor de peildata 1oktober 2000 en 2001) en 2.2 (voor 1 oktober 2002) komt dit tot uiting doordat deze nu zoveel mogelijk op het niveau van opleidingen zijn gemaakt. Alleen voor een aantal verzamelingen van oude opleidingen is een uitzondering gemaakt. Als van iedere combinatie van oude muziekopleidingen in de tabel zou moeten worden aangegeven dat ze de dezelfde opleiding zijn, zou de tabel veel te omvangrijk worden. In tabel 2.2 is nu ook rekening gehouden met de invoering van de bachelor/master-structuur in het hoger onderwijs. Als gevolg van de invoering veranderen ook de codes van de opleidingen. In de tabel is de equivalentie van de nieuwe bacheloropleidingen en de opleidingen-oude stijl waar ze uit voortkomen terug te vinden. Bijlage 3 In bijlage 3 zijn de op 1 september 2002 begonnen opleidingen opgenomen. Daarnaast zijn enkele redactionele wijzigingen aangebracht. Bijlage 4 De tabel met bekostigingslimieten in deze bijlage is uitgebreid met de jaren 2005 en 2006. De hoogte van de limieten was reeds aan de hogescholen bekend gemaakt in brieven van 7 mei, 5 juli en 1 augustus 2002 en de eerder genoemde brief van 27 september 2002. De limieten zijn met deze wijziging van de regeling definitief vastgesteld. Bij het vaststellen van de limieten voor de opleidingen vormgeving in 2004 en autonome beeldende kunst vanaf 2004 is rekening gehouden met de opgaven van de hogescholen. Bij hogescholen die niet tijdig een opgave hebben gedaan, is de limiet voor beeldende kunst en vormgeving verdeeld in de verhouding 75% vormgeving en 25% autonome beeldende kunst, zoals in de Regeling van december reeds voorlopig was vastgesteld. De verdeling van de theater-groepen is, op één uitzondering na, eveneens vastgesteld conform de voorlopige vaststelling. In de kolom opleiding of groep van opleidingen is nu duidelijk aangegeven wanneer de limiet geldt voor een groep van opleidingen. Voor de hogescholen, die vallen onder de Stichting Brabantse Hogescholen geldt vanaf 2003 voor de beeldende kunstopleidingen een gezamenlijke limiet. Bijlage 5 Omdat, ook na herhaaldelijk verzoek, slechts één hogeschool een verdeling van de bekostigingslimieten over de voortgezette opleidingen bouwkunst heeft aangegeven, is deze verdeling voor de andere hogescholen door mij vastgesteld. Als verdeelsleutel zijn de aantallen gebruikt, zoals die zijn vastgesteld bij de z.g. tweede voorlopige statustoe- kenning (brief CFI/IGP2002/65082-M d.d. 16 juli 2002). Op verzoek van twee hogescholen is vanaf bekostigingsjaar 2003 en verder een verschuiving in de bekostigingslimieten tussen die hogescholen aangebracht. In twee gevallen wordt de voortgezette muziekopleiding aangeboden door een samenwerkingsverband van twee hogescholen. In deze gevallen geldt vanaf bekostigingsjaar 2002 een gezamenlijk maximum. De bijlage is op dit punt aangepast. Zolang het totaal aantal studenten van de samenwerkende hogescholen kleiner is dan de gezamenlijke limiet, worden alle studenten bekostigd. Als het totaal aantal studenten de limiet overschrijdt, wordt het aantal van de gezamenlijke limiet evenredig met het aantal studenten verdeeld over de twee hogescholen. Bijlage 6 Bij vier hogescholen met de opleiding mondhygiëne (Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Hogeschool van Utrecht, Hanzehogeschool Groningen en Hogeschool INHOLLAND) is in 2002 voor uitbreiding van de opleidingscapaciteit 0,45 miljoen beschikbaar gesteld. Dit bedrag was oorspronkelijk over de hogescholen verdeeld evenredig met de onderwijsvraag van de opleiding mondhygiëne. De hogescholen hebben inmiddels de gewenste verdeling aangegeven. Deze verdeling leidt tot een geringe bijstelling van de ruimtebehoeftenormen. Bijlage 7 Deze bijlage wordt als bijlage 11 toegevoegd aan de regeling. Artikel 3.8 van het Besluit bepaalt, dat jaarlijks voor 1 juli aan de hogescholen bekend gemaakt moet worden op welk niveau een opleiding die in dat kalenderjaar voor het eerst in het Centraal register opleidingen wordt opgenomen, zal worden bekostigd. De meeste opleidingen die voor het eerst in het CROHO staan, komen al bij andere hogescholen voor. Het bekostigingsniveau is dan al geregeld in bijlage 3. In deze bijlage zijn de opleidingen die nog bij geen enkele hogeschool voorkwamen opgenomen. In de meeste gevallen zijn de hogescholen al eerder op de hoogte gebracht van de bekostigingsniveaus van deze opleidingen, of zijn de bekostigingsniveaus rechtstreeks af te leiden uit bijlage 3 (b.v. alle techniek-opleidingen hebben niveau p). De nieuwe opleidingen zijn reeds verwerkt in bijlage 3. De bijlage 11 is niet genoemd in de regeling, hij is ter informatie bijgevoegd. NUMMER 27 21 20 november 2002

Artikel II De wijzigingen genoemd in onderdelen A tot en met E van artikel I betreffen, naast de technische correcties, de verwerking van loon- en prijsmaatregelen voor het begrotingsjaar 2002. Ze werken daarom terug tot 1 januari van dit jaar. In de bijlagen zijn slechts twee wijzigingen aangebracht die betrekking hebben op het begrotingsjaar 2002. De wijzigingen in bijlage 5 betreffen het vaststellen van bekostigingslimieten voor samenwerkingsverbanden van hogescholen in plaats van voor afzonderlijke hogescholen en het verdelen van de limieten van de bouwkunstopleidingen. Deze wijzigingen zijn niet nadelig voor de betrokken hogescholen. De wijzigingen in bijlage 6, (aanpassing van de verdeling van de extra ruimtebehoefte voor mondhygiëne), zijn aangebracht op verzoek van de hogescholen. De overige aanpassingen in de bijlagen hebben pas effect vanaf begrotingsjaar 2003. Artikel III De regeling zal tevens worden gepubliceerd in Uitleg OCenW-Regelingen. De regeling is ook te raadplegen via CFI-online (http://www.cfi.nl). De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen, drs. A.D.S.M. Nijs, MBA NUMMER 27 22 20 november 2002