7. Chemische reacties

Vergelijkbare documenten
Hoofdstuk 4 Kwantitatieve aspecten

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

Inleiding in de RedOx chemie

Ar(C) = 12,0 u / 1 u = 12,0 Voor berekeningen ronden we de atoommassa s meestal eerst af tot op 1 decimaal. Voorbeelden. H 1,0 u 1,0.

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3

Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?

Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?

1 Algemene begrippen. THERMOCHEMIE p. 1

Voorkennis chemie voor 1 Ba Geografie

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019)

ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,.

4 Verbranding. Bij gele vlammen ontstaat roet (4.1)

Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties

Wat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?

Wat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?

3.1 Energie. 3.2 Kenmerken chemische reactie

Deze Informatie is gratis en mag op geen enkele wijze tegen betaling aangeboden worden

SCHEIKUNDE. Hoofdstuk 9

1. Geef bij de volgende reactievergelijkingen steeds aan:

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3

Aantekening Scheikunde Chemie Overal

Oefenopgaven REDOX vwo

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen

de reactievergelijking schrijven van de oxidatie van metalen en de naam van de gevormde oxiden geven als de formules gekend zijn;

Chemische reacties. Henk Jonker en Tom Sniekers

Het spel: Rad van Fortuin

Voorkennis chemie voor 1 Ba Bio-ir, Chemie, Fysica en sterrenkunde

SCHEIKUNDE VWO 4 MOLBEREKENINGEN ANTW.

Redoxreacties. Gegeven zijn de volgende reactievergelijkingen: Reactie 1: Pd Cl - 2- PdCl 4 Reactie 2: 2 Cu I - -

Hoofdstuk 3-5. Reacties. Klas

Samenvatting Scheikunde H3 Reacties

scheikunde vwo 2017-II

6.9. Boekverslag door G woorden 13 december keer beoordeeld. Scheikunde

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

gebruik maken van de gegeven formules om de reactievergelijking te schrijven van de verbranding van enkelvoudige en samengestelde stoffen;

PbSO 4(s) d NH 4Cl + KOH KCl + H 2O + NH 3(g) NH 4. + OH - NH 3(g) + H 2O e 2 NaOH + CuCl 2 Cu(OH) 2(s) + 2 NaCl

Module 2 Chemische berekeningen Antwoorden

ZUREN EN BASEN. Samenvatting voor het HAVO. versie mei 2013

Opgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M

Hoofdstuk 5. Reacties en energie. J.A.W. Faes (2019)

5 Formules en reactievergelijkingen

Hoofdstuk 8. Redoxreacties. Chemie 6 (2u)

SCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE

Hierbij is sprake van elektronenoverdracht; elk Na atoom draagt een elektron over aan Cl-atoom onder vorming van een ionrooster.

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts

IM4--14 ONDERWIJS IN 1 MAV04. Maandag 17 mei, uur. NATUUR- EN SCHEIKUNDE H (Scheikunde) OPEN VRAGEN

6 VWO SK Extra (reken)opgaven Buffers.

Natuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen.

Eindexamen scheikunde havo 2002-I

Eindexamen scheikunde havo 2006-II

de verbranding van een enkelvoudige stof definiëren als een reactie met zuurstofgas waarbij een oxide gevormd wordt;

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts

Basiskennis 5 chemie 1. I. Basiskennis

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2

Scheikunde SE2. Hoofdstuk 8

Fosfor kan met waterstof reageren. d Geef de vergelijking van de reactie van fosfor met waterstof.

Aardolie is een zwart, stroperig mengsel van heel veel stoffen, wat door middel van een bepaalde scheidingsmethode in zeven fracties gescheiden wordt.

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2016

Voorkennis chemie voor 1 Ba Biologie

Een neutraal atoom van een element bezit 2 elektronen in de K-schil, 8 elektronen in de L-schil en 8 elektronen in de M-schil.

Een neutraal atoom van een element bezit 2 elektronen in de K-schil, 8 elektronen in de L-schil en 8 elektronen in de M-schil.

HOOFDSTUK 11. Kwantitatieve aspecten van reacties

I. Basiskennis. Zuivere stof*: Is materie die uit 1 stof bestaat en niet meer gescheiden kan worden door fysische scheidingstechnieken.

Hoofdstuk 6: Zure en base oplossingen / ph

14 DE ATOOMTHEORIE VAN DALTON PROCESTECHNIEK

Verbetering Chemie 1997 juli

ßCalciumChloride oplossing

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2

Scheikunde Samenvatting H4+H5

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

Je kunt de ph van een oplossing meten met een ph-meter, met universeelindicatorpapier of met behulp van zuur-base-indicatoren.

Chemisch rekenen, zo doe je dat!

Heavy metal. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Eindexamen scheikunde havo I

Wat zijn anorganische of minerale stoffen? In hoeveel stofklassen zijn de anorganische stoffen in te delen?

universele gasconstante: R = 8,314 J K -1 mol -1 Avogadroconstante: N A = 6,022 x mol -1 normomstandigheden:

Redoxreacties; een aanvulling op hoofdstuk 13

Reacties en stroom 1

1) Stoffen, moleculen en atomen

Curie Hoofdstuk 6 HAVO 4

Hoofdstuk 3: Zuren en basen

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 1: INLEIDING MOLECULEN EN ATOMEN

Eindexamen havo scheikunde pilot 2013-I

VWO 1995 Scheikunde tijdvak 1. Het antwoord 2-methyl-1,2-propadiol of methyl-1,2-propadiol mag goed worden gerekend.

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

Hoofdstuk 17 Redoxreacties

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 4

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2019

Kaliumaluminiumsulfaat is een dubbelzout met drie ionsoorten, twee positieve monoatomische en één negatief polyatomisch.

Kaliumaluminiumsulfaat is een dubbelzout met drie ionsoorten, twee positieve monoatomische en één negatief polyatomisch.

SEPTEMBERCURSUS CHEMIE HOOFDSTUK 3: STOICHIOMETRIE

Transcriptie:

7. Chemische reacties 1. Definitie Bij een chemische reactie verdwijnen één of meer stoffen en ontstaan één of meer nieuwe stoffen. De stoffen die verdwijnen noemen we de uitgangsstoffen of reagentia. Ze worden links van de reactiepijl geschreven. De stoffen die ontstaan noemen we de reactieproducten: ze worden rechts van de reactiepijl geschreven. Volgens de wet van Lavoisier blijft tijdens een chemische reactie de totale massa constant (massa van de uitgangsstoffen = massa van de reactieproducten). Bovendien blijven van alle betrokken elementen de atomen behouden. Een chemische reactie is dus niets anders dan een herschikking van atomen, waardoor nieuwe combinaties en dus nieuwe stoffen ontstaan. Er verdwijnen geen atomen, er komen er ook geen bij (massabehoud). Ze zijn na de reactie gewoon onderling anders gebonden dan voor de reactie. uitgangsstoffen (reagentia) 2. Reactievergelijking reactieproducten Bekijken we de synthese van water: een mengsel van diwaterstof en dizuurstof ontploft bij ontsteking met een knal: knalgas. Laten we veronderstellen dat we 10 moleculen diwaterstof en 5 moleculen dizuurstof samenvoegen. Diwaterstof bestaat uit moleculen die opgebouwd zijn uit twee H-atomen. Dizuurstof bestaat uit moleculen die opgebouwd zijn uit twee O-atomen. Al die moleculen bewegen wanordelijk door elkaar (gassen!) en zullen dus ook met elkaar botsen. Bij botsingen tussen diwaterstof- en dizuurstofmoleculen kunnen nieuwe moleculen ontstaan: water. Onderstaand schema geeft het verloop van de reactie weer. Voor de reactie Na samenvoegen Na de reactie We kunnen het bovenstaande verloop dus als volgt kort weergeven: 10 H2 + 5 O2 10 H2O In de reactievergelijking stellen we echter enkel voor volgens welke (kleinste) verhouding de moleculen reageren: 2 H2 + 1 O2 2 H2O De voorgetallen in een reactievergelijking noemt men coëfficiënten. Omdat de coëfficiënt 1 niet geschreven wordt, wordt dit uiteindelijk: 2 H2 + O2 2 H2O Een reactievergelijking is goed geschreven als:

de formule van elke stof correct geschreven is (H2O is de juiste formule van water, H2O2 is de formule van een andere stof en dus foutief, HO2 bestaat niet), in beide leden van de reactievergelijking (linkerlid en rechterlid) evenveel atomen van elke soort voorkomen (massabehoud). Linkerlid Rechterlid H O H O 2 H2 O2 2 H2O 4 2 4 2 Een reactievergelijking is goed geschreven als de formule van elke stof correct geschreven is en als in beide leden van de reactievergelijking evenveel atomen van elke soort voorkomen. 3. Stoichiometrie Als stoffen met elkaar reageren ontstaan er nieuwe stoffen. Uit de reactievergelijking kunnen we niet enkel afleiden welke stoffen er reageren en welke stoffen er ontstaan, maar ook de hoeveelheden die reageren en ontstaan. a A + b B c C + d D a deeltjes A + b deeltjes B c deeltjes C + d deeltjes D a.na deeltjes A + b.na deeltjes B c.na deeltjes C + d.na deeltjes D a mol A + b mol B c mol C + d mol D deeltjes = atomen, moleculen, ionen, formule-eenheden N A = getal van Avogadro = 6,02.10 23 Bij het uitvoeren van stoichiometrische berekeningen werken we dus nooit met massa s, maar altijd met stofhoeveelheden. Indien nodig zetten we eerst de massa om in een stofhoeveelheid, voeren dan de stoichiometrische berekeningen uit en zetten, indien nodig, achteraf de stofhoeveelheden terug om in massa s. Enkel voor gassen kunnen de stofhoeveelheden rechtstreeks omgezet worden in volumes.

4. Verbranding IJzermetaal beschouwen we niet als een brandbare stof, in tegenstelling tot houtskool bijvoorbeeld. Toch kan ijzermetaal branden, indien het fijn verdeeld wordt. Houtskool ontbrandt niet spontaan. Opdat ze zou branden moet de temperatuur verhoogd worden. Elke brandbare stof heeft haar specifieke ontbrandingstemperatuur. Bij een verbranding reageert de brandbare stof met dizuurstof, aanwezig in de lucht. Bij elke verbrandingsreactie komt warmte vrij. 3.1 Verbranding van enkelvoudige stoffen Bij de verbranding van houtskool reageert koolstof met dizuurstof. Daarbij ontstaat koolstofdioxide. Die reactie kunnen we als volgt voorstellen: houtskool + dizuurstof C(v) + O2(g) koolstofdioxide CO2(g) Bij de verbranding van een enkelvoudige stof ontstaat een oxide. Dit is een verbinding van een element met zuurstof. 3.2 Verbranding van samengestelde stoffen Tegenwoordig is aardgas een veel gebruikte brandstof. Aardgas is een mengsel met methaan (CH4) als hoofdbestanddeel. Bij de verbranding van methaan ontstaan koolstofdioxide en water. De reactie kunnen we als volgt voorstellen: methaan + dizuurstof CH4(g) + 2 O2(g) koolstofdioxide + water CO2(g) + 2 H2O(g) Bij de verbranding van een samengestelde stof ontstaan er meerdere oxiden. Elk element uit de samengestelde stof (behalve het element zuurstof) wordt gebonden met zuurstof. Er ontstaan meerdere oxiden. 5. Oxidatiegetal Het oxidatiegetal OG van een element in een deeltje is een algebraïsch getal, meestal voorgesteld met een Romeins cijfer, dat aangeeft hoeveel elektronen het element heeft afgegeven (+) of opgenomen (-), volledig of gedeeltelijk. Het oxidatiegetal is de lading die het atoom zou krijgen indien de elektronenverschuiving volledig zou zijn. Anders gezegd: Het oxidatiegetal is het getal dat weergeeft over hoeveel elektronen een atoom meer (negatief oxidatiegetal) of minder (positief oxidatiegetal) beschikt dan in de ongebonden toestand. H2 : H 0 H + : H +I HCl : H +I en Cl I H2O : H +I en O II H2SO4 : H +I en S +VI en O II Na2 + O 2 : Na +I en O II

6. Bepalen van het oxidatiegetal Uit de lewisstructuur van een deeltje kunnen de oxidatiegetallen van de verschillende atomen in het deeltje afgeleid worden. Dit kan echter ook op een meer eenvoudige manier door gebruik te maken van de volgende regels. Oxidatiegetal Monoatomische ionen = lading Cu 2+ : +II = totale lading van het deeltje Som van de oxidatiegetallen H 2 O: H +I, O -II : 2x(+I) + 1x(-II) = 0 ClO 4 - : Cl +VII, O -II : 1x(+VII) + 4x(-II) = -1 In enkelvoudige stoffen oxidatiegetal = 0 Na, Cl 2, P 4, O 2 F : -I H : +I Metaalhydriden zoals CaH2 : -I In verbindingen Peroxiden zoals H2O2 : -I O : -II Superoxiden zoals NaO2 : -I/2 7. Redoxreacties OF2 : +II Een redoxreactie kan altijd opgedeeld worden in twee halfreacties: een oxidatiereactie en een reductiereactie. Hierbij wordt het reagens dat de elektronen opneemt oxidans/oxidator genoemd en het reagens dat de elektronen afgeeft reductans/reductor. Bij een oxidatiereactie stijgt het oxidatiegetal. Bij een reductiereactie daalt het oxidatiegetal.

8. Redoxreacties in zuur milieu Voorbeeld K 2 Cr +VI 2 O 7 (aq) met HCl-I (aq) (zuur midden) geeft: Cr +III Cl 3, Cl 0 2 en KCl. 1 Schrijf de essentiële begin- en eindproducten van elke deelreactie op (eventueel rekening houdend met elektrolytische dissociatie in waterige oplossing). Balanceer de atomen die veranderen van oxidatiegetal. 2-2 Cr 3+ 2 Cl - Cl 2 2 Balanceer de O- en H-atomen in elke reactie. Redoxreacties in zuur midden Waar O tekort is: voeg evenveel H 2 O toe Waar H tekort is: voeg evenveel H + toe Cr 2 O 2-7 + 14 H + 2 Cr 3+ + 7 H 2 O 2 Cl - Cl 2 3 Balanceer de ladingen: waar negatieve ladingen tekort zijn, voeg evenveel elektronen toe / waar negatieve ladingen teveel zijn, trek evenveel elektronen af. 2- + 14 H + + 6 e 2 Cr 3+ + 7 H 2 O 2 Cl - - 2 e Cl 2 4 Vermenigvuldig elke deelreactie zodanig dat het totaal aantal uitgewisselde elektronen in elke deelreactie gelijk wordt. [ 2- + 14 H + + 6 e 2 Cr 3+ + 7 H 2 O] 3 x [2 Cl - - 2 e Cl 2 ] 5 Sommeer beide deelreacties tot de totaalreactie en vereenvoudig desnoods de voorgetallen/reactievergelijking. 2- + 14 H + + 6 Cl - 2 Cr 3+ + 7 H 2 O + 3 Cl 2 6 Voor de volledige molecuulvergelijking voeg je in het linker- en het rechterlid hetzelfde aantal ionen toe. 2- + 14 H + + 6 Cl - 2 Cr 3+ + 7 H 2 O + 3 Cl 2 2 K + 8 Cl - 2 K + 8 Cl - K 2 + 14 HCl 2 CrCl 3 + 2 KCl + 7 H 2 O + 3 Cl 2

9. Redoxreacties in basisch milieu Voorbeeld KMn +VII O 4 (aq) met N -II 2 H 4 (aq) in basisch midden geeft Mn+IV O 2 en N 0 2 1 Schrijf de essentiële begin- en eindproducten van elke deelreactie op (eventueel rekening houdend met elektrolytische dissociatie in waterige oplossing). Balanceer de atomen die veranderen van oxidatiegetal. MnO 4 - MnO 2 N 2 H 4 N 2 2 Balanceer de O- en H-atomen in elke reactie. Redoxreacties in basisch midden Waar O tekort is: voeg evenveel H 2 O toe Waar H tekort is: voeg evenveel H 2 O toe en aan de andere kant evenveel OH - toe. MnO 4 - + 4 H 2 O MnO 2 + 2 H 2 O + 4 OH - N 2 H 4 + 4 OH - N 2 + 4 H 2 O 3 Balanceer de ladingen: waar negatieve ladingen tekort zijn, voeg evenveel elektronen toe / waar negatieve ladingen teveel zijn, trek evenveel elektronen af. MnO 4 - + 4 H 2 O + 3 e MnO 2 + 2 H 2 O + 4 OH - N 2 H 4 + 4 OH - - 4 e N 2 + 4 H 2 O 4 Vermenigvuldig elke deelreactie zodanig dat het totaal aantal uitgewisselde elektronen in elke deelreactie gelijk wordt. 4 x [MnO 4 - + 4 H 2 O + 3 e MnO 2 + 2 H 2 O + 4 OH - ] 3 x [N 2 H 4 + 4 OH - - 4 e N 2 + 4 H 2 O] 5 Sommeer beide deelreacties tot de totaalreactie en vereenvoudig desnoods de voorgetallen/reactievergelijking. 4 MnO 4 - + 16 H 2 O + 3 N 2 H 4 + 12 OH - 4 MnO 2 + 20 H 2 O + 16 OH - + 3 N 2 4 MnO - 4 + 3 N 2 H 4 4 MnO 2 + 4 H 2 O + 4 OH - + 3 N 2 6 Voor de volledige molecuulvergelijking voeg je in het linker- en het rechterlid hetzelfde aantal ionen toe. 4 MnO - 4 + 3 N 2 H 4 4 MnO 2 + 4 H 2 O + 4 OH - + 3 N 2 4 K + 4 K + 4 KMnO 4 + 3 N 2 H 4 4 MnO 2 + 4 H 2 O + 4 KOH + 3 N 2