De huiszwaluw in kleur Uiterlijke kenmerken 1 / 3e graad Misjel Decleer Fonny Schoeters
Verenkleed Uiterlijke kenmerken 2 / 3e graad Het is lente, de huiszwaluwen zijn terug in ons land! Ze gaan direct aan de slag en zoeken modder voor hun nest. Ze zijn druk bezig. Voorzichtig sluipen we dichterbij... Misjel Decleer Hun vleugels en staart zijn bruin-grijs. Boven op het kopje en de rug zijn de veren donker blauw. Zo donker dat het wel zwart lijkt. Zijn buik, zijn keel en zijn achterste zijn spierwit. Het lijken wel kleine nonnetjes! Kies de juiste kleuren en geef deze huiszwaluw een net verenpak! Vergelijk de tekening met de prenten. Ga je de buik of de rug een kleurtje geven? buik rug Geef deze zwaluw het juiste verenpak met je kleurpotloden.
Speels door de lucht Uiterlijke kenmerken 3 / 3e graad Spiegel de halve silhouetten.
Stap voor stap Uiterlijke kenmerken 4 / 3e graad Stap 1 Teken het. Welke vorm heeft het? Stap 2 Teken de lange vleugels met een punt. Zwaluwen hebben geen dikke buik. Het zijn slanke vogels. Met zijn puntige, fijne vleugels kan de huiszwaluw snel vliegen. Stap 3 Teken de staart. De staart lijkt op een letter. Welke? Teken stap voor stap deze zwaluw. Met zijn staart als roer stuurt hij foutloos door de lucht. De huiszwaluw is een echte stuntpiloot. Snel vliegen, draaien en keren kan hij als de beste. Rechtdoor vliegen vindt hij maar saai. Simpel, niet? Teken nu zelf een familie zwaluwen op een blad papier.
Meten en wegen Uiterlijke kenmerken 5 / 3e graad Volg de stippellijnen Zo teken je een huiszwaluw op ware grootte! Meet en noteer de lengte en spanwijdte naast de hulplijnen. Meet de huiszwaluw langs deze lijnen Van bek tot staart: cm Van vleugelpunt naar vleugelpunt: cm Het gewicht van de huiszwaluw Een huiszwaluw weegt s morgens ca. gr. Dat is even veel als suikerklontjes van gram. Vind jij dat zwaar als een steen of licht als een pluimpje? Tegen de avond weegt de zwaluw 3/17den meer: gr. Hoeveel zou jij moeten eten om op één dag 3/17den meer te wegen?
Zwaluw tangram Uiterlijke kenmerken 6 / 3e graad Knip deze figuren uit langs de stippellijnen. Vorm met deze figuren een huiszwaluw. Plak jouw vogel op een nieuw blad papier.
Snelheidsduivels Uiterlijke kenmerken 7 / 3e graad Los de volgende vraagstukken op. Op de speelplaats Op de school van Emma woont een koppel huiszwaluwen. Ze wil alles over de huiszwaluw weten. Ook hoe snel deze luchtacrobaat vliegt! Emma heeft een plan bedacht. Ze leent de chronometer en de lange meetlat van haar meester. Het plan is eenvoudig. Op de speelplaats meet Emma de afstand van de schoolpoort tot aan het nest van de zwaluw: 25m. Als een zwaluw door de poort de speelplaats op vliegt, begint de tijd te lopen. Als de zwaluw op het nest landt, drukt Emma een tweede keer af. Nauwkeurig noteert ze alles in een schriftje. Dit zijn de tijden: 4,6s / 4,0s / 4,3s / 4,7s / 5,1s / 4,3s. Nu kan Emma de gemiddelde snelheid berekenen, net als jij. In de lucht Aan de schoolpoort vliegt onze stuntvlieger op het gemak een auto voorbij die zich aan de regels houdt. De bestuurder rijdt precies volgens de snelheidsbeperking. Na een minuut is de jagende zwaluw 33,33m verder dan de wagen. Hoe snel vliegt de zwaluw? Op de vlucht Een andere zwaluw vliegt de zelfde wagen in een flits voorbij. Hij maakt een korte sprint van levensbelang! Na drie seconden is deze doodsbange zwaluw 35m verder dan de wagen. Hoe snel moet de boomvalk vliegen om deze lekkere zwaluw bij te houden? Ten slotte: hoe snel kan jij fietsen op een vlakke baan? Vergelijk met de zwaluw.