Terug naar hoofddocument Studievoormiddag georganiseerd door de Raad van de Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen op 12 december 2002, met als thema: DE VERENIGDE NATIES: EEN TROEF VOOR VROUWEN * * * * Tekst van de toespraak door Ria Heremans, Hoofd van het Informatiecentrum van de Verenigde Naties voor België, Nederland en Luxemburg : De VN ten dienste van gelijkheid : structuren en procedures Graag wil ik eerst mijn hartelijke dank betuigen aan de Voorzitter en het Bestuur van de Raad Gelijke Kansen voor de organisatie van deze studievoormiddag. Dank ook aan de deelnemers. Het hele team van het VN-Informatiecentrum is verheugd nogmaals te mogen vaststellen, dat velen een beter inzicht wensen te krijgen in wat de VN voor elke wereldburger kan betekenen. De VN is inderdaad geen ver-van-mijn-bed-show, maar een instrument ten dienste van elke burger, met een daadwerkelijke impact op ieders leven. Wij hopen dat deze studiedag een beter beeld zal scheppen van deze realiteit. Zoals gevraagd, willen we graag proberen een bondig overzicht te schetsen van de VN-structuren en procedures ten dienste van gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Enkele historische gegevens Zoals u waarschijnlijk weet, hebben 51 landen, waaronder België, in 1945 beslist de Verenigde Naties op te richten als intergouvernementele organisatie om de mensheid vrede, veiligheid, ontwikkeling, sociale en economische vooruitgang te verzekeren evenals fundamentele rechten. Boeiend is vast te stellen dat op het ogenblik van de oprichting van de VN slechts 30 van de 51 landen reeds stemrecht aan de vrouwen hadden toegekend, of vrouwen toelieten tot een openbaar ambt. En toch werd in de preambule van het VN Handvest neergeschreven: wij, de volken van de VN zijn vastbesloten om opnieuw ons vertrouwen te bevestigen in de fundamentele rechten van de mens, in de waardigheid en waarde van de menselijke persoon EN in de gelijke rechten voor man en vrouw. In het eerste artikel van het Handvest lezen we verder dat een van de voornaamste doelstellingen is : internationale samenwerking bij het bevorderen en stimuleren van eerbied voor de rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden en dit zonder onderscheid naar ras, geslacht, taal of godsdienst. Vanuit deze doelstellingen betroffen de meeste gender - activiteiten van de VN gedurende de eerste 35 jaren van haar bestaan vooral de codificatie van de rechten van de vrouw, evenals het verzamelen van data betreffende de positie van de vrouw wereldwijd.
Dit alles resulteerde in een aantal zeer belangrijke verdragen, zo onder meer: het Verdrag inzake de Politieke Rechten van de Vrouw (1952) het Verdrag inzake de Nationaliteit van de Gehuwde Vrouw (1957) het Verdrag inzake Huwelijksleeftijd en instemming (1962) de Protocols bij het Verdrag inzake Transnationale georganiseerde misdaad, Protocols inzake het Voorkomen, Onderdrukken en Straffen van Handel in Personen, in het bijzonder van Vrouwen en Kinderen (2000) Het Kinderrechtenverdrag en de Facultatieve Protocols, die een cruciaal engagement omvatten inzake kinderverkoop, kinderprostitutie, kinderpornografie en kindergebruik in gewapende conflicten de bijzonder belangrijke CEDAW Conventie : het VN - Verdrag tot Uitbanning van Alle Vormen van Discriminatie van Vrouwen (1979). De twee volgende sprekers zullen het belang van dit laatste verdrag nader toelichten. De vele rapporten en deze verdragen kwamen tot stand dank zij de inspanningen van een aantal intergouvernementele VN-organen, een aantal afdelingen van het VN-Secretariaat en de vele met de VN samenwerkende NGO s. De VN-organen, die een belangrijke rol spelen inzake gender zijn: De Algemene Vergadering ; De Economische en Sociale Raad ; De Commissie voor de Status van de Vrouw, een van de functionele commissies van deze Economische en Sociale Raad. Het belang van dit centrale VN - genderinstrument zal door Mevrouw Lily Boeykens omstandig worden toegelicht. Laten we hier enkel onderlijnen dat het in deze intergouvernementele Commissie is, dat vertegenwoordigers van de Lidstaten het beleid van de VN inzake gender bepalen. Op het niveau van het VN-Secretariaat was er van in 1946 steeds een afdeling, die belast was met de uitvoering en voorbereiding van het VN beleid inzake gender zoals dit in de bovenvermelde intergouvernementele organen werd bepaald. Momenteel luistert deze afdeling naar de naam Divisie voor de Promotie van de Vrouw. Deze afdeling maakt deel uit van het Departement voor Economische en Sociale Zaken en coördineert tevens de vrouwenwerking van het hele VN-systeem. Een ander ter zake relevant deel van de VN-administratie is het VN Internationaal Onderzoeks- en Trainings Instituut voor de Promotie van de Vrouw, INSTRAW, dat in 1976 werd opgericht. Dit Instituut ontwikkelde o.a. een nieuwe operationele methode, GAINS geheten, wat staat voor Gender Awareness Info & Networking System. Dit initiatief betreft onderzoek en training via het Internet met meer dan 250 leden uit 92 landen.
Sedert 1975 kwamen, dank zij de inspanningen van een aantal Lidstaten en met de VN verbonden NGO s, de VN-genderinspanningen in een stroomversnelling. Eerst waren er de vier grote vrouwenconferenties, waarbij vrouwen niet langer gezien werden als een voorwerp van hulp en steunverlening, maar als actor van elke vorm van ontwikkeling. Sommigen onder u waren aanwezig op een of meer van deze conferenties die plaatsvonden in Mexico (1975), Kopenhagen (1980), Nairobi (1985), Peking (1995) en ook op de opvolgingsconferentie in New York in 2000. Zij zullen tijdens de discussie zeker kunnen bevestigen hoe deze grote conferenties dienen als: - sensibilisator, - stimulator van een beter beleid, - coördinator tussen de verschillende actoren, met andere woorden, een gebeuren met grote impact wereldwijd, zeker omdat werd beslist dat de Lidstaten regelmatig aan de VN verslag moeten uitbrengen over de vooruitgang die werd geboekt inzake de aangenomen actieplannen. Mevrouw Joly zal dit aspect uitvoerig behandelen. bv.: Als gevolg van deze conferenties waren een aantal belangrijke nieuwe genderinstrumenten geboren, De Speciale VN-Adviseur (bij de Secretaris-Generaal) over Gender en de Promotie van de Vrouw. Zij waakt over het behouden van gender op de VN- en internationale agenda s; Het CEDAW, het comité dat moet waken over de uitvoering van het CEDAW-verdrag. De verplichte nationale rapportage ter zake is voor alle vrouwen wereldwijd een bijzonder belangrijk beleidsinstrument, zoals Mevrouw Paternottre verder zal toelichten; Het Interagentschappencomité dat na Peking werd ingesteld om binnen het VN-systeem de doorstroming van het genderperspectief te bevorderen, alsook de opvolging van de conferenties ter zake te coördineren. Belangrijk is ook vast te stellen, dat vele van de andere VN-themaconferenties die de jongste twee decennia plaatsvonden, bijzondere aandacht hebben besteed aan diverse genderaspecten. Dit is onder meer terug te vinden in de teksten van : 1. De Kindertop (New York 1990), die ook de nadruk legde op de noodzaak om de rol en status van de vrouw te versterken; 2. De Rio-conferentie (1992) over leefmilieu en ontwikkeling, die o.a. nadruk legde op de actieve deelname van de vrouw aan de uitvoering van de Rio-agenda; 3. De Mensenrechten-conferentie (Wenen, 1993), die de belangrijke stelling innam dat alle rechten vrouwenrechten zijn, een aspect waar Professor Sybesma zeker verder zal op ingaan; 4. De Conferentie over Bevolking en Ontwikkeling (Caïro 1992), die nadruk legde op de noodzaak aan gendergelijkheid in het gezin en van gedeelde gezinsverantwoordelijkheid. Zo zijn ook diverse genderelementen terug te vinden in de eindteksten en actieplannen van de recente VN-Conferentie over Financiering van Ontwikkeling, de Conferentie over Racisme, de Conferentie over Duurzame Ontwikkeling en de Conferentie over Vergrijzing. Het Bureau van de Hoge VN-Commissaris voor de Mensenrechten, als essentieel deel van het VN- Secretariaat, alsook het daarmee samenhangende intergouvernementele orgaan, de Commissie voor de Rechten van de Mens, zijn geleidelijk aan steeds meer aandacht gaan besteden aan bepaalde genderaspecten zoals:
- vrouwen in conflictsituaties, - handel in vrouwen, - vervrouwelijking van de armoede, - traditionele vrouw-nefaste gebruiken, - vrouwen en HIV/AIDS. Tevens werd bij deze Commissie een Speciale Rapporteur over Geweld tegen Vrouwen aangesteld. Deze Rapporteur ondernam de voorbije jaren onderzoeksmissies naar o.a. Sierra Leone, Colombia, Turkije. De Rapporteur stelt eveneens jaarlijks een rapport op over een welbepaald thema. Het laatste rapport handelde over culturele gewoontes in het gezin, die vrouwen geweld aandoen. Voor vrouwen in vele ontwikkelingslanden is de rol van de vele VN-programma s, VN-fondsen en gespecialiseerde VN-instellingen uiteraard van bijzonder belang. Vrouwen in de Westese wereld hebben dan ook de verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat deze programma s door hun regeringen worden gesteund en gefinancierd. Zo bijvoorbeeld het FAO Actieplan voor Vrouwen, Ontwikkeling en Voedselveiligheid, de UNDP Gender en Governance Projecten, de vele UNFPA Reproductieve gezondheidsprogramma s, het HCR Gender Trainingsprogramma voor betrokken regeringen en verantwoordeljiken van vluchtelingenkampen, het Wereldgezondheidsorganisatie-programma inzake Gezondheid van de Vrouw, enz. Het VN- Ontwikkelingsfonds voor Vrouwen (Unifem) neemt in deze reeks uiteraard een zeer bijzondere plaats in. Unifem werkt immers aan empowerment en genderbeleid op landenniveau. Een van de recente belangrijke initia tieven is het Gender Sensitive Budgetting project, waardoor nationaal beleid wordt aangezet genderindicatoren in alle budgetsectoren op te nemen. Unifem organiseerde vorig jaar, hier in Brussel, in samenwerking met de Staatssecretaris voor ontwikkelngssamenwerking, een belangrijke internationale bijeenkomst, die vérstrekkende invloed uitoefende. Een ander belangrijk gegeven voor vele vrouwen en meisjes wereldwijd is, dat alle VN-Lidstaten de VN-millenniumdoelstellingen voor de 21 ste eeuw hebben onderschreven, waarbij ze zich geëngageerd hebben om tegen 2005 gelijke deelname te verzekeren van jongens en meisjes aan het lager en middelbaar onderwijs. Vrouwen en geweld (in al zijn facetten) is een thema dat de jongste jaren hoog op de VN - agenda staat en resulteerde in een aantal belangrijke instrumenten en initiatieven. Dit leidde er onder meer toe dat de Rwanda- en de Joegoslavië- Tribunalen geweld tegen vrouwen in gewapende conflicten, zoals verkrachting, gedwongen prostitutie, handel in vrouwen en slavernij, in hun rechtspraak hebben opgenomen als oorlogsmisdaden, als misdaden tegen de menselijkheid, als genocide of als marteling. Deze stellngen werden ook opgenomen in het Verdrag van Rome over de oprichting van het Permanent Strafhof, dat momenteel in Den Haag wordt opgestart. Een bijzonder belangrijke juridische ontwikkeling. Belangrijk ter zake is het aanvaarden door de VN Veiligheidsraad van de resolutie 1325 over Vrouwen, Vrede en Veiligheid. Deze resolutie gaf onder andere aan de Secretaris-Generaal de opdracht een studie uit te voeren over de impact van gewapende conflicten op vrouwen en meisjes, over de rol van de vrouw in de vredesopbouw, en over de genderdimensies van vredesprocessen en conflictoplossingen. Dit rapport werd onlangs door de Secretaris-Generaal aan de Veiligheidsraad voorgesteld en bevat een aantal zeer concrete voorstellen, waarvoor NGO s te lande dienen te ijveren, zoals het reële betrekken van vrouwen in alle vredeshandhavings- of vredesopbouwmechanismen en processen, evenals humanitaire operaties. Een van de vele belangrijke aanbevelingen vraagt bijzondere aandacht voor het lot van de vrouwelijke kindsoldaten. Een rapport dat zeker aanzet tot de nodige aandacht, acties en implementatie.
Zoals u kon vaststellen, reikt de hele VN-familie een aanzienlijk gender - instrumentarium aan. Belangrijk is, dat dit instrumentarium, onder meer door studiebijeenkomsten zoals deze, door alle actoren, zijnde regeringen, parlementariërs, NGO s, academici en zeker juristen, gekend wordt. Belangrijk ook is te zorgen voor de nationale vertaling en naleving van de internationale engagementen ter zake. Belangrijk uiteraard is ook aan de betreffende VN-bijeenkomsten te blijven deelnemen. Wellicht zijn dit allemaal uitdagingen voor de Raad Gelijke Kansen. Wij wensen u hierbij veel succes.