PROJECT HISTORISCHE PLEKKEN

Vergelijkbare documenten
PROJECTBESCHRIJVING HISTORISCHE PLEKKEN

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT HISTORISCHE PLEKKEN

projectbeschrijving voor de leerkracht PROJECT DE WIJK IN Leerlijn Erfgoed Thema Identiteit Groep 3 en 4 februari 2018

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT HISTORISCHE PLEKKEN

PROJECT RECHT EN ONRECHT

PROJECT NOODZAAK OF NIET

PROJECT EVEN VOORSTELLEN

projectbeschrijving voor de leerkracht PROJECT PERSPECTIEF Leerlijn Literatuur Thema Onze Stad Groep 5 en 6 maart 2018

PROJECTBESCHRIJVING VOOR DE LEERKRACHT PROJECT EVEN VOORSTELLEN

PROJECTBESCHRIJVING DE WIJK IN

PROJECTBESCHRIJVING EVEN VOORSTELLEN

PROJECT SYMBOLISCHE VERHALEN

PROJECT INDUSTRIEEL ERFGOED

PROJECT SCHATTIG SPELEN

PROJECT WIJ ZIJN BIJZONDER

PROJECTBESCHRIJVING VOOR DE LEERKRACHT PROJECT DAT HAD JE GEDROOMD

PROJECTBESCHRIJVING EVEN VOORSTELLEN

PROJECT TEKST IN BEELD

PROJECT DANS EN SPORT

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT ERFGOED VAN DE INDUSTRIALISERING

PROJECT HAAGSE SKYLINE

projectbeschrijving voor de leerkracht Leerlijn Beeldend Thema Onze Stad Groep 3 &4 januari 2018

PROJECT DEN HAAG HOFSTAD

PROJECT MIJN BOOMHUT

PROJECT UTOPISCH DEN HAAG

PROJECTBESCHRIJVING RECHT EN ONRECHT

PROJECT BEREGOEIE VERHALEN

PROJECT BOEK EN HELDEN

PROJECT HAAGSE BOODSCHAPPEN

PROJECT HAGENAARS EN HAGENEZEN

Projectbeschrijving voor de leerkracht PROJECT ZO BEN IK. Leerlijn Beeldend Thema Identiteit Groep 5 en 6 September 2018

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT TEKST IN BEELD

PROJECTBESCHRIJVING ECHT IETS VOOR MIJ

MUSEUMLES IN HET VAN ABBEMUSEUM Groep 7 en 8

PROJECTBESCHRIJVING DAT HAD JE GEDROOMD

PROJECT BLIK OP DE TOEKOMST

PROJECT BINNENSTEBUITEN

PROJECT HAAGSE SKYLINE

PROJECTBESCHRIJVING VOOR DE LEERKRACHT

PROJECT IK SPEEL DUS IK BEN

projectbeschrijving voor de leerkracht PROJECT ZIT DAT ZO? Leerlijn Mediacultuur Thema Identiteit Groep 5 en 6 februari 2018

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT PRIVACY, NOODZAKELIJK OF NIET?

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT IN RAP EN ROER

PROJECTBESCHRIJVING VOOR DE LEERKRACHT PROJECT TOVEREN EN GAMES

PROJECTBESCHRIJVING HISTORISCHE PLEKKEN

PROJECTBESCHRIJVING NAAR BUITEN

PROJECTBESCHRIJVING SCHATTIG SPELEN

Amsterdam DNA is een project voor NT2 cursisten. Het is ontwikkeld door het Amsterdam

PROJECTBESCHRIJVING VOOR DE LEERKRACHT PROJECT LUCHTKASTELEN

PROJECT METAMORFOSE IN BEELD

PROJECT STADSGELUIDEN

PROJECT DEN HAAG DANSSTAD

Doelen: - De leerlingen weten dat talent, hard werken en een goede voorbereiding belangrijk zijn als je beroemd wilt worden;

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT VERHALEN IN DE MUZIEK

PROJECTBESCHRIJVING VOOR DE LEERKRACHT PROJECT NIEUWE VERHALEN

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT DANS & SPORT

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT IK SPEEL

projectbeschrijving voor de leerkracht PROJECT DURF Leerlijn Interdisciplinair Thema Identiteit Groep 7&8 nov 2018

PROJECT MET DE MODE MEE

projectbeschrijving voor de leerkracht PROJECT RAAR Leerlijn Interdisciplinair Thema Identiteit Groep 5&6 nov 2018

PROJECTBESCHRIJVING VOOR DE LEERKRACHT PROJECT GROTE VERHALEN

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT SCHATTIG SPELEN

PROJECTBESCHRIJVING SCHATTIG SPELEN

PROJECTBESCHRIJVING HAAGS LICHT

PROJECTBESCHRIJVING DAT HAD JE GEDROOMD

DURVEN, ZIEN, ERVAREN & DELEN HET CREATIEF PROCES IN HET BASISONDERWIJS

PROJECTBESCHRIJVING VAN A NAAR B

PROJECTBESCHRIJVING VOOR DE LEERKRACHT PROJECT DAT BEN JIJ

Projectbeschrijving voor de leerkracht PROJECT DROMEN. Leerlijn Cultureel erfgoed Thema Utopie Groep 1 en 2 Jan 2018

Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst

Cultuuronderwijs op zijn Haags

Projectbeschrijving voor de leerkracht PROJECT IK MAAK. Leerlijn Theater Thema Identiteit Groep 7 en 8 Feb 2017

DURVEN ZIEN ERVAREN DELEN HET CREATIEF PROCES IN 5 DISCIPLINES

Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT DURF

10. Rondleiding in het museum

PROJECTBESCHRIJVING VOOR DE LEERKRACHT PROJECT DAT BEN JIJ

PROJECT MIJN LETTERS

Mijn Mokum is een project voor NT2 cursisten. Het is gemaakt door het Amsterdam Museum.

PROJECTBESCHRIJVING PERSPECTIEF

Docentenhandleiding Rijksmuseum Groep 7-8

MOERASBOS IN STADSHAGEN. Thema: natuur

ONVERGETELIJK Kunst bespreken met mensen met dementie en hun dierbaren

PROJECT KUNST IN DEN HAAG

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT IK SPEEL

PROJECTBESCHRIJVING VOOR DE LEERKRACHT PROJECT SPEUREN

PROJECTBESCHRIJVING IK SPEEL DUS IK BEN

Reizen in de tijd Leren van de plek waar je opgroeit. Leeswijzer bij KUNSTHUIS

PROJECTBESCHRIJVING BOEKENHELDEN

PROJECTBESCHRIJVING MIJN BOOMHUT

primair onderwijs groep 4 en 8 samen Mijn verhaal van Brabant docentenhandleiding

PROJECTBESCHRIJVING VOOR DE LEERKRACHT PROJECT DE MASKERADE

Gratis cultuuronderwijs voor Haagse basisscholen: een digitale ladekast met 128 projecten voor de groepen 1-8

KUNSTDAG 4 de jaars. Praktijk Nee 1. Diverse workshops Theoretische opdracht 1

Vertel eens - aanpak van Aidan Chambers

INFORMATIE VOOR DE LEERKRACHT SAMEN ÉÉN

Samenvatting leerlijn Cultureel Erfgoed Thema Utopie Kijk voor meer informatie op of neem contact op met uw cultuurcoach.

PROJECTBESCHRIJVING DEN HAAG HOFSTAD

Handleiding Docent 1

Transcriptie:

projectbeschrijving voor de leerkracht PROJECT HISTORISCHE PLEKKEN Leerlijn Cultureel erfgoed Thema Identiteit Groep 5 en 6 februari 2018 Klaar voor de start? Gebruik de digitale versie van dit project. Download dit document op je computer voor het beste gebruik. We gaan ervan uit dat je kennis hebt van de opzet van COH. Vraag bij de voorbereiding zo nodig hulp aan je interne cultuurcoördinator of je cultuurcoach (laat je informeren over de scholingsmogelijkheden). Bereid het project bij voorkeur samen met je collega s voor (vergeet de vakleerkrachten niet). Een bezoek aan een voorstelling, tentoonstelling of vaste collectie in een Haagse culturele instelling is van grote meerwaarde. Zie CultuurSchakel voor het actuele aanbod. Nodig als dat lukt een kunstenaar uit die betrokken wordt bij de uitvoering van het project. Zie CultuurSchakel. Bedenk van tevoren bij welke onderdelen je ouders kunt inschakelen. Je mag het project op maat maken, mits je de fasen van het creatieve proces blijft doorlopen. Trek voor het hele project zes tot acht lesmomenten van 45 minuten uit. Kijk ook even op de Facebookpagina van Cultuuronderwijs op zijn Haags voor meer informatie en het gebruikersplatform. Inhoudsopgave 1. Informatie... 1 2. Introductie... 3 3. Oriëntatie... 4 4. Opdracht: Haagse helden... 6 5. Opdracht: Buitenbeelden... 9 6. Opdracht: Mijn stadstour... 12 1. Informatie Lees ter voorbereiding van de COH-lessen onderstaande informatie over de invulling en het doel van het project en manieren om het project te promoten. Ook zijn hieronder de algemene benodigdheden en de begrippenlijst opgenomen. 1

Wat doen de leerlingen in dit project? Onderwerp van dit Cultureel Erfgoedproject is Identiteit. In het project Historische plekken wordt de leerling zich bewust van de diversiteit van cultureel erfgoed om zich heen en van de invloed van cultureel erfgoed op zijn identiteit. Hij ontdekt dit door onderzoek te doen naar Haagse helden en standbeelden in Den Haag en door het samenstellen van een Haagse highlights -tour. Waarom dit project? Het project gaat over de directe Haagse leefomgeving van de leerling. Het thema speelt in op burgerschap: je betrokken voelen bij de maatschappij en je er onderdeel van voelen. Doelen In dit project worden bij de Introductie, de Oriëntatie en de Opdrachten steeds twee kennisdoelen en twee vaardigheidsdoelen benoemd. De volgende houdingsdoelen gelden voor het project in het algemeen: stelt zich met alle zintuigen open voor cultureel erfgoed binnen een thema/onderwerp dat aansluit bij zijn belevingswereld en in binnen- en buitenschoolse activiteiten; kan zich bij het experimenteren laten leiden door een manipulerende en onderzoekende houding; is trots op zijn resultaten: zowel oriënterend en onderzoekend als uitvoerend; heeft een nieuwsgierige, betrokken en onderzoekende houding; kijkt met aandacht naar voorbeelden uit de beeldende kunst, diverse media-uitingen en werk van medeleerlingen; luistert met aandacht naar ideeën van medeleerlingen; neemt actief deel aan de diverse gesprekken en presentaties gedurende het project; is zich bewust van zijn eigen leven binnen een historische context; wil graag samenwerken met klasgenootjes. Promotie Het project gaat meer leven als er ook buiten de klas aandacht voor is. Denk na over manieren om het project te promoten. Stel ouders op de hoogte van het museumbezoek of de komst van de kunstenaar in de klas. Maak flyers voor de eindpresentatie en verspreid deze in de buurt. Maak foto s of filmpjes van de diverse presentatiemomenten en deel deze via de schoolwebsite, klassenapp of andere kanalen. Zorg dat de redactie van de wijkkrant tijdens de presentatie aanwezig is om een stukje te schrijven. Algemene benodigdheden Maak gedurende het hele project gebruik van de volgende ruimtes en materialen: klaslokaal of speellokaal muziekinstallatie en/of digibord digitaal foto- en filmtoestel (kleuren)printer computers voor de leerlingen en internetverbinding Begrippenlijst Nederlandse taal Vaktaal Algemene woorden Werkwoorden het (Haags Historisch) museum de rondleiding de wijk de schurk herdenken vervullen 2

de stadswandeling de stadstour het monument het beeld het epos het heldendicht het standbeeld de bron de plattegrond de historie figuratief/non-figuratief de sokkel decoratief de geschiedenis de vormgeving het beeldmateriaal de beeldenroute het ontwerp de folder de held de gids de dialoog de heldendaad het interview de omgeving het kenmerk de samenleving het onderzoek de eigenschap de invloed de overeenkomst/het verschil het formaat de uitstraling de maatregel de aanpassing het tekstbord de toerist het highlight/het hoogtepunt de meerderheid de reclame het eindresultaat favoriet specifiek achterwege waardevol gemeenschappelijk de uitwisseling de bijdrage de totstandkoming de tussenoplossing vergelijken argumenteren discussiëren verlopen voordragen presenteren ordenen aanvullen wijden vermijden toelichten samenstellen tonen inventariseren 2. Introductie Kennisdoelen Vaardigheidsdoelen weet wat de term historische plek betekent en hoe hij een historische plek herkent; weet wat een held is. kan historische en bijzondere plekken benoemen; kan een held van een schurk onderscheiden. Benodigdheden Zie bronnen Aan de slag in de klas Het project kan op verschillende manieren worden geïntroduceerd: 3

Bezoek het Haags Historisch Museum aan de hand van het lesprogramma Typisch Haags!. Maak met de klas een stadswandeling in de wijk en behandel onderstaande vragen met de leerlingen: o Wat zijn bijzondere plekken? o Wat zijn historische plekken? o Waaraan herken je een historische plek? Is dit altijd duidelijk op te maken? o Wanneer is iemand een schurk? o Kan iemand zowel een held als een schurk zijn? o Is elke bijzondere plek een historische plek en andersom? o Wat vind je een mooie historische plek en welke spreekt je juist niet aan? Waarom? Beluister en bespreek het lied Oh Oh Den Haag van Harrie Jekkers. Bekijk en bespreek de rap over Den Haag van het Haags Historisch Museum. 3. Oriëntatie Kennisdoelen Vaardigheidsdoelen leert in grote lijnen waar Vincent van Gogh, Christiaan Huygens, Baruch Spinoza en Domela Nieuwenhuis bekend om staan; noemt een aantal Haagse helden op verschillende gebieden. benoemt de kenmerken van een held; kan bedenken waarom een held belangrijk is voor een stad. Benodigdheden leesteksten Aan de slag in de klas Doorloop de vaste oriëntatie-onderdelen: het filosofisch gesprek en het uitvoeren van de eerste opdracht. Het filosofisch gesprek Voer naar aanleiding van de introductie een filosofisch gesprek. Stel hierbij (een aantal van) onderstaande vragen: Wie is voor jou een held? Wanneer is iemand een held? Wanneer is iemand een schurk? Kan iemand zowel een held als een schurk zijn? Waarom is iemand een held voor jou en misschien voor een klasgenoot niet? Kan iedereen een held zijn? Kunnen kinderen helden zijn? Zijn helden altijd mensen? Kan een stad of een plek een held zijn? Horen er bij een plek of stad altijd helden? Hoe zou de stad eruitzien als er alleen helden waren? Hoe zou de stad eruitzien als er geen helden waren? 4

Ben jij zelf weleens een held? Hoe weet je dat iemand een held is? Kun je dat (altijd) aan iemand zien? Wie bepaalt eigenlijk of en wanneer iemand een held is? Hoe zou het zijn om altijd een held te zijn? Kan dat eigenlijk wel? Oriëntatieopdracht Voer onderstaande opdrachten in volgorde uit: 1. Toon de afleveringen van het televisieprogramma Het Klokhuis over drie Haagse beroemdheden: Baruch Spinoza Vincent van Gogh Christiaan Huygens 2. Toon de film George Maduro - een gewone held. Wachtwoord: gmaduro 3. Lees verschillende verhalen voor: o Verhalen over Haagse helden, zoals Vincent van Gogh en Domela Nieuwenhuis, uit het boek Met eigen ogen: 750 jaar Haagse geschiedenis door jongeren verteld van Rob Claassen (Gemeente Den Haag, 1998). o Passages uit strips over helden. 4. Inventariseer met de leerlingen Haagse helden. Denk aan sport, kunst, politiek, wetenschap, vrijwilligers, etc. Wat maakt iemand een held? Zijn er specifieke kenmerken voor helden te benoemen? Reflectievragen Hebben helden altijd dezelfde kenmerken? Leg uit. Heb je in de filmpjes en verhalen helden gezien of gehoord? Waarom vond je het wel of geen held? Welke rollen spelen helden in de samenleving? Bestaan er persoonlijke helden? Welke eigenschappen van een held heb jij? Wat zou je moeten leren om een held te zijn? Kun je helden met elkaar vergelijken? Bestaan er grote en kleine helden? Denk je dat deze historische helden in hun tijd ook al als een held werden gezien? Worden helden altijd door iedereen als held gezien? 5

4. Opdracht: Haagse helden In deelopdracht 1 ontmoet de leerling belangrijke personen uit Den Haag. Hij ontdekt waarom een persoon voor iemand belangrijk kan zijn en voor iemand anders juist helemaal niet. Vervolgens gaat de leerling op zoek naar een Haagse held. Helden zijn er op allerlei gebieden: een voetballer, een zanger, een belangrijk bewindspersoon, een schilder, etc. Mogelijke helden zijn Lex Immers, Anouk, Spinoza, Mandela, Mozart, Huygens, Anna Paulowna, Mauve, Van Gogh, Willem Alexander, Maxima, etc. De leerling verwerkt zijn zoektocht door verschillende teksten te schrijven (heldendicht, interview, dialoog) en strips te tekenen. Kennisdoelen Vaardigheidsdoelen kent een aantal Haagse helden op verschillende gebieden (sport, geschiedenis, muziek, etc.); weet wat de eigenschappen van een held zijn. verzamelt en analyseert informatie via verschillende bronnen over personen, standbeelden en plekken in de stad; verwerkt zijn bevindingen en ervaringen in een eigen werkstukje. Benodigdheden verkleedspullen A3-vellen postervellen behangerslijm in potjes + lijmkwasten scharen pennen oude tijdschriften (zachte) kleurpotloden, stiften of grijze tekenpotloden Aan de slag in de klas Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren, presenteren en evalueren. Onderzoek Voer onderstaande opdrachten in volgorde uit: 1. Bepaal met elkaar op welke gebieden je helden tegenkomt. Denk aan sport, muziek, politiek, geschiedenis, gezondheidszorg, wetenschap, kunst, etc. Verdeel de leerlingen in groepjes en wijs elk groepje een van de gebieden toe. 2. Laat de groepjes binnen hun gebied op zoek gaan naar verschillende Haagse helden. De leerlingen doen onderzoek naar de gevonden personen. Waarom waren of zijn deze mensen een held? Wat voor soort materiaal is er te vinden over de helden? Benoem eigenschappen en zoek afbeeldingen. 3. Bekijk en bespreek de onderzoeksresultaten en de argumentatie. 4. Onderzoek met de klas of het mogelijk is om een volgorde van belang aan te brengen. Is een sporter belangrijker dan een muzikant? Bediscussieer de verschillende meningen. 6

Reflectievragen In welk gebied zijn de meeste Haagse helden gevonden? Zijn de gevonden helden tijdens hun leven alleen maar goed geweest? Kan een held van zijn voetstuk vallen? Hoe komt dat dan? Hoe verliep het selecteren van de helden in het groepje? Hoe verliep de discussie over het belang van de helden? Moet je iets hebben aan een held? Kon je goed uitleggen waarom je de ene held meer held vindt dan de andere? Zou je op school moeten leren hoe je een held wordt? Waarom wel of niet? Uitvoeren Voer onderstaande opdrachten in volgorde uit: 1. Laat elke leerling één held uitkiezen. 2. Laat de leerlingen zoveel mogelijk informatie verzamelen over de door hen gekozen personen. 3. Elke leerling beschrijft vervolgens waarom deze persoon volgens hem een held is. Dit kan in de vorm van: o Een epos/heldendicht. Dit gedicht, dat ongeveer één A4 lang is, vertelt waarom de figuur een held is, noemt een voorbeeld van een heldendaad en zet hem of haar af tegen anderen. o Een dialoog tussen twee (misschien wel totaal verschillende) helden van twee leerlingen. Laat de twee leerlingen de dialoog over heldendom bedenken en schrijven. Besteed aandacht aan begin, midden en eind. Uit de dialoog blijkt het bijzondere van deze helden. o Een strip waarin de held een heldendaad verricht. Denk aan één A4 met ongeveer zes tot twaalf tekeningen. Besteed aandacht aan de teksten en de plaats daarvan in de tekeningen. o Een door de leerling geschreven interview met de gekozen held. Reflectievragen Waaruit bestond de informatie die je hebt gevonden? Welke vorm heb je gekozen? Waarom? Hoe verliep het beschrijven van de heldendaad in woord of beeld? Welke invloed heeft de omgeving op de held? Zijn er gemeenschappelijke eigenschappen van de gekozen helden te vinden (uiterlijk of innerlijk)? Zou de held weten of geweten hebben dat hij of zij voor iemand een held is? Welke invloed heeft het overlijden van een held op zijn heldenstatus? Is er een verschil tussen helden uit het verleden en heden van nu? 7

Presenteren De eindresultaten kunnen op verschillende manieren gepresenteerd worden: De leerlingen dragen hun heldendicht of dialoog voor. Gebruik hierbij eventueel kleding en/of attributen. Bekijk de gemaakte strips via het digibord. De leerlingen lichten hun strips aan elkaar toe. Print de strips op groot formaat en presenteer ze in de klas, school of op internet. Richt op school of in de schoolkrant een heldenhoek in. Plaats de interviews in de schoolkrant. Reflectievragen In hoeverre is het gelukt om jouw held een heldenrol te laten vervullen? Wat ging er goed, wat ging er minder goed? Welke held kwam volgens jou het meeste tot zijn recht? Waarom? Welke held heeft jou het meest verrast? Welke vorm paste het best bij de heldendaad van de held? Evalueren Bespreek met uw leerlingen het doorlopen proces aan de hand van onderstaande vragen: Wie is de grootste held van Den Haag? Leeft deze held nog? Was er veel te vinden over de helden? Wist je waar je moest zoeken? Was iedereen het in je groepje eens over wie de grootste held is en waarom? Deed iedereen in je groepje wat hij moest doen? Welke presentatie vond je het beste gelukt? Welke presentatie kon het beste duidelijk maken waarom de held een held was? Over welke held zou je de volgende keer meer willen weten? 8

5. Opdracht: Buitenbeelden Bij deelopdracht 2 bekijkt en onderzoekt de leerling Haagse beelden en monumenten; zijn deze gemaakt voor een held of een belangrijke gebeurtenis? Waarom staan ze waar ze staan? Naar aanleiding van dit onderzoek maakt de leerling tekstborden bij standbeelden en ontwerpt hij zelf een standbeeld. Kennisdoelen Vaardigheidsdoelen weet wat de termen figuratief/non-figuratief, sokkel, ordenen, uitstraling en functie betekenen in relatie tot standbeelden; kent de beeldenroute van Peter Struyken; weet wat een standbeeld uitstraalt in relatie tot de omgeving waar die staat. onderzoekt en ervaart historische bronnen, stelt er vragen over en zoekt/ verzamelt informatie; legt verbanden tussen de bronnen. Benodigdheden A3-vellen postervellen behangerslijm in potjes + lijmkwasten scharen pennen oude tijdschriften (zachte) kleurpotloden, stiften of grijze tekenpotloden Aan de slag in de klas Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren, presenteren en evalueren. Onderzoek Voer onderstaande opdrachten in volgorde uit: 1. Bekijk op internet verschillende standbeelden in de stad en bespreek deze (zie het document Informatie voor de leerkracht). Schenk aandacht aan onderstaande vragen: o Waarom en van wie zijn de standbeelden gemaakt? o Waarin verschillen de beelden van elkaar? Bijvoorbeeld figuratief of non-figuratief, belangrijke of onbelangrijke mensen, materiaal, kleur, maat, wel of geen sokkel, gebeurtenissen, herinneringen. o Kun je de beelden ordenen? o Welke beelden staan in de wijk of in de buurt van de school? o Welke invloed heeft de maat van het beeld op de uitstraling? o Waarom staat het beeld juist op deze plek? o Past het beeld in de omgeving? Zijn er speciale maatregelen getroffen of aanpassingen gedaan? o Welke functie heeft de sokkel? Bijvoorbeeld decoratief, verhoging, bescherming. 9

o Heb je thuis of in de familie beelden staan of portretten hangen van bekende personen of van familieleden? Waarom zijn daar beelden, schilderijen of portretfoto s van gemaakt? 2. Iedere leerling kiest een standbeeld en verzamelt informatie over de persoon van wie het beeld is gemaakt, de plek waar het standbeeld staat en de maker. Reflectievragen Hoe verliep het verzamelen van de informatie? Zouden de beelden in de wijk ook op een andere plek in de stad kunnen staan? Heb je favoriete beelden? Waarom juist dat beeld of die beelden? Welk beeld vind je lelijk? Waarom? Op welke plek in de omgeving zou een beeld passen? Waarom juist daar? Waarom zouden er standbeelden worden gemaakt? Wat zijn de overeenkomsten tussen de personen van wie een standbeeld is gemaakt? Aan welke geschiedenissen wordt vaak een standbeeld gewijd? Kun je een geschiedenis bedenken waaraan geen enkel standbeeld is gewijd? Denk je dat er van jou ooit een standbeeld in de stad zal komen? Waarom wel of niet? Uitvoeren Voer onderstaande opdrachten in volgorde uit: 1. Laat de leerlingen met de verzamelde informatie een informatiebord voor bij hun gekozen standbeeld maken. De tekst moet aanvullend zijn op het beeld. Let op vormgeving, de hoeveelheid informatie, de volledigheid van de informatie, eventueel aanvullend beeldmateriaal. 2. Laat de leerlingen zelf een Haagse held en een plek kiezen. Ze ontwerpen een standbeeld voor hun held, voegen eventueel een tekstbord toe en geven aan hoe de omgeving misschien aangepast moet worden. Reflectievragen Welk tekstbord is het meest informatief? Hoe komt dat? Hebben de personen van de standbeelden dingen gedaan waar sommige mensen aanstoot aan kunnen nemen? Wat voor effect zal het standbeeld op die mensen hebben? Welke kenmerken van de held zijn duidelijk zichtbaar in jouw beeld? Welke plek heb jij voor je beeld in gedachten en hoe denken jouw medeleerlingen daarover? Worden de personen in de beelden beter voorgesteld dan ze misschien in werkelijkheid waren? Zijn er veel standbeelden uit dezelfde periode? Wat zegt dit over deze periode? Wat kun je vertellen over de manier waarop het beeld is onderhouden? 10

Presenteren De eindresultaten kunnen op verschillende manieren gepresenteerd worden: De leerlingen tonen op het digibord een afbeelding van het door hen gekozen, bestaande beeld. Ze kruipen om beurten in de huid van een rondleider en dragen de teksten van het zelfgemaakte tekstbord uit het hoofd voor. De eigen ontwerpen worden in de klas tentoongesteld. De leerlingen lichten hun ontwerpen toe en bespreken de keuze van hun held, de vorm en de plaats van het standbeeld. Reflectievragen Waarom heb je voor dit beeld gekozen? Wat heb je ontdekt aan dit beeld? Waar werd je bij de presentaties het meest door verrast? Evalueren Bespreek met uw leerlingen het doorlopen proces aan de hand van onderstaande vragen: Wat ben je te weten gekomen tijdens het onderzoek? Zou je met de klas een rondleiding langs de beelden in de stad kunnen maken? Welke beelden zouden er in ieder geval in die route moeten worden opgenomen? Waar heb je vooral op gelet bij het maken van het tekstbord? En bij het ontwerp? Welke standbeelden mis je nog? Als je één van jullie ontwerpen zou mogen plaatsen in de beeldenroute van Peter Struycken, bij Paleis Noordeinde of op jullie schoolplein, welke zou dat dan zijn? Heb je veel alleen gewerkt of ook samen? Is jouw ontwerp een waardevolle toevoeging voor de stad Den Haag? Waarom? 11

6. Opdracht: Mijn stadstour Ten slotte staan in deelopdracht 3 interessante, historische en toeristische Haagse plekken centraal. Op basis van onderzoek naar deze plekken ontwerpt de leerling een eigen highlights-tour. Bij deze verwerking spelen plattegronden, folders, teksten en samenwerking een belangrijke rol. Deze laatste deelopdracht geeft de leerling de mogelijkheid om de opgedane kennis en ervaringen te koppelen aan zijn eigen voorkeuren, kortom: zijn eigen identiteit gerelateerd aan Haags cultureel erfgoed. Kennisdoelen Vaardigheidsdoelen kent minstens drie monumenten in de omgeving; kent de belangrijkste (toeristische en/of betekenisvolle) plekken van Den Haag. kan zijn weg in de stad vinden met behulp van een plattegrond of route; stelt een stadstour samen en maakt hierbij gebruik van een plattegrond, folder en/of wandel/fietsroute. Benodigdheden A3-vellen postervellen behangerslijm in potjes + lijmkwasten scharen pennen oude tijdschriften (zachte) kleurpotloden, stiften of grijze tekenpotloden kopieën van plattegrond van Den Haag Aan de slag in de klas Doorloop de vaste onderdelen binnen elke projectopdracht: onderzoek, uitvoeren, presenteren en evalueren. Onderzoek Voer onderstaande opdrachten in volgorde uit: 1. Markeer op een plattegrond van de stad de plekken waar de beelden uit deelopdracht 2 te vinden zijn. 2. Bespreek en benoem met de klas welke plekken in de stad van belang zijn en waarom. Denk aan standbeelden, straten, gebouwen, monumenten, pleinen, sportplekken, etc. 3. Bepaal met de klas wat een toerist moet hebben gezien als hij een dagje naar Den Haag komt. Bepaal ook welke plekken hij beter kan vermijden. 4. Den Haag maakt zelf reclame voor een aantal hoogtepunten van de stad. Laat de leerlingen in groepjes onderzoek doen naar deze highlights. Wat en hoe wordt erover verteld? 12

Reflectievragen Welke highlights ken je en welke zijn nieuw voor je? Door welke highlights ben je verrast? Waar zijn er meer van: plekken die je moet zien of plekken die je wilt vermijden? Waarom zal de stad alleen reclame maken voor bepaalde plekken en andere achterwege laten? Uitvoeren Voer onderstaande opdrachten in volgorde uit: 1. Vorm groepjes. Stel, er vindt een uitwisseling plaats met een groep 5/6 van een school in bijvoorbeeld Groningen. Bespreek en bepaal in het groepje wat de leerlingen zelf aan hun leeftijdsgenoten zouden willen laten zien van hun stad. 2. Verdeel de gekozen plekken over de leerlingen in het groepje en laat hen informatie verzamelen over deze plekken. 3. Verwerk de gevonden informatie in een stadstour (wandeling of fietsroute) langs de plekken. 4. Laat de groepjes hun ideeën in een product verwerken. Mogelijke eindresultaten zijn: o De route weergegeven op een plattegrond, met bij elke plek een toelichtende tekst die je als gids voor een groep zou kunnen gebruiken. o Een folder waarin de wandeling of fietsroute staat die mensen zelf kunnen volgen. o Een filmpje waarin de groep de voor hun belangrijke plekken laat zien. Reflectievragen Vonden alle leerlingen uit het groepje alle plekken even belangrijk, of hebben jullie een tussenoplossing moeten zoeken? Welke ideeën van anderen hebben jou nieuwsgierig gemaakt? Welke bijdrage heb jij geleverd aan de totstandkoming van de route? Zijn jouw plekken in de route opgenomen? Welk verhaal vertellen jullie met deze route? Waarop heeft jouw groepje de nadruk gelegd bij het samenstellen van de route? Presenteren De eindresultaten kunnen op verschillende manieren gepresenteerd worden: De verschillende groepjes gidsen hun klasgenoten via Google Earth op het digiboard langs de route die zij samenstelden en geven een toelichting bij hun highlights. De groepjes gidsen hun klasgenoten in de stad mee langs (een deel van) hun route. De groepjes tonen elkaar op het digiboard hun filmpje. 13

Reflectievragen Wat heb je ontdekt tijdens de stadstours van de andere groepjes? Is je beeld van de stad Den Haag veranderd door de stadstours? Hoe komt dat? Wat vond je leuk om te doen? Wat vond je minder leuk om te doen? Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen de presentaties? Wat zegt dit over de stad Den Haag? En wat zegt dit over de leerlingen? Evalueren Bespreek met uw leerlingen het doorlopen proces aan de hand van onderstaande vragen: Wat ben je te weten gekomen over jezelf tijdens deze opdracht? Wat ben je te weten gekomen over Den Haag tijdens deze opdracht? Hoe verliep de samenwerking binnen jullie groepje? Is het goed gelukt om jullie eigen highlights over te brengen? Waarom wel of niet? Waren anderen geraakt of verrast door jullie presentatie of werkstuk? Zegt jouw tour, filmpje of folder niet alleen iets over de stad, maar ook over jezelf? Licht toe. 14