Integrale Vroeghulp Bij zorgen over de ontwikkeling van jonge kinderen Jaarverslag 2017 Regio Delft en Zoetermeer
Inhoudsopgave 1. Voorwoord 3 2. Ketenzorg voor jonge kinderen met ontwikkelingsproblemen 4 3. Regie bij de ouders 5 4. Aansluiting bij de lokale (jeugd)wijkteams 6 5. Werkgebied 9 6. Samenwerking 9 7. Cliënten Integrale Vroeghulp in zorg 10 7.1. Aantal aanmeldingen 10 7.2. Leeftijd bij aanmelding 11 7.3. Reden van aanmelding 13 7.4. De geboden hulpverlening 13 8. Tevredenheid klanten 14 9. Het komende jaar: 2018 16 2
1. Voorwoord Integrale Vroeghulp zet zich in ten behoeve van jonge kinderen met (een vermoeden van) ontwikkelingsproblemen. Er kunnen zorgen zijn rondom de emotionele, verstandelijke en/of lichamelijke ontwikkeling. Maar ook met vragen over het gedrag van hun kind kunnen ouders terecht bij Integrale Vroeghulp. Integrale Vroeghulp voorziet zo in een behoefte van ouders om duidelijkheid te krijgen over een eventuele diagnose en/of waar ouders met hun kind terecht kunnen voor passende hulp. Het team wordt gefinancierd door de 11 verschillende gemeenten in de regio Delft en Zoetermeer. Deze subsidie is bestemd voor de coördinatie van de Integrale Vroeghulp en is door de gemeenten bij MEE Zuid-Holland Noord belegd. De samenwerkende instellingen stellen vanuit hun middelen menskracht en materiële middelen beschikbaar om Integrale Vroeghulp mogelijk te maken. Enkele instellingen worden eveneens door de gemeente gefinancierd. Anderen worden betaald uit de ziektekostenverzekering of vanuit de Wet Langdurige Zorg. De aangesloten instellingen zijn: MEE Zuid Holland Noord Stichting IPSE de Bruggen Sophia Revalidatie Delft Stichting Jeugdgezondheidszorg Zuid Holland West GGZ Delfland LangeLandziekenhuis Zoetermeer (kinderneurologisch spreekuur) Jeugdteam Delft Zie voor eventuele verdere informatie over Integrale Vroeghulp ook de websites: www.integralevroeghulp.nl en www.vng.nl/integralevroeghulp De VNG adviseert gemeenten Integrale Vroeghulp op te nemen in hun beleid. In dit jaarverslag legt het Integrale Vroeghulp team verantwoording af over de gedane werkzaamheden en informeert het team u over de ontwikkelingen in het jaar 2017. 3
2. Het doel van de Integrale Vroeghulp is het bieden van een sluitende zorgketen voor kinderen van 0 tot 7 jaar met ontwikkelingsproblemen. Uitgangspunt hierbij is dat de positie van de ouders/ verzorgers als regisseur wordt erkend: zij zijn de constante factor in het leven van hun kind en de eerste belangrijke opvoeder. Onze werkwijze Preventief Het vroeg signaleren van kinderen met ontwikkelingsproblemen om op tijd diagnostiek, zorg en ondersteuning te bieden, zodat de ontwikkeling van het kind optimaal gestimuleerd wordt en gedragsproblemen kunnen worden voorkomen (preventief). We zoeken hier de samenwerking met de jeugdgezondheidszorg en de kinderopvang. Multidisciplinaire diagnostiek Het snel beschikbaar stellen van multidisciplinaire diagnostiek (medisch, gedragsdeskundig en pedagogisch) die aansluit bij de hulpvraag van de ouders. Er is de mogelijkheid om een onafhankelijk beeldvormend ontwikkelingsonderzoek te doen. Regie bij de ouders De ouders en kind worden uitgenodigd bij het multidisciplinaire team. Samen met de ouders wordt een multidisciplinair adviesplan opgesteld waarin aandacht is voor zorg, onderwijs en ondersteuning van het gezin. Op deze wijze kunnen ouders meedenken in wat nodig is voor hun kind (zie ook hoofdstuk 3). Onafhankelijk aanspreekpunt gedurende het gehele proces bespreking in het team was heel goed, maar ook een pittig moment De ouders hebben een vast contactpersoon gedurende het gehele proces en hebben bij afsluiting van het Integrale Vroeghulp traject duidelijkheid over eventuele langdurige trajectondersteuning. Gezinsondersteuning Het team geeft advies over het vroeg inzetten van preventieve en praktische gezinsondersteuning op grond van de vraag van ouders en kind (met en zonder) indicatie. Het advies is een onafhankelijk advies, los van het belang van de eigen organisatie. Het team heeft een brede kennis van de mogelijkheden binnen de verschillende sectoren (jeugdhulpverlening, gehandicaptensector, revalidatiezorg, medische zorg, wijkteams). Afstemming van zorg en onderwijs Het team geeft advies over een aansluitend aanbod tussen onderwijs en zorg in zowel de toeleiding naar zorg en/of onderwijs als de ondersteuning bij de combinatie van zorg en onderwijs. 4
3. Regie bij de ouders In het Integrale Vroeghulp traject gaan we ervan uit dat de ouders de regie hebben, Zij zijn de constante factor in het leven van hun kind en zijn de eerste belangrijke opvoeder. Voor het Integrale Vroeghulp team betekent de term regie bij de ouders meer dan ouders betrekken bij de hulpverlening. Bij Integrale Vroeghulp zien we het liever andersom: de ouders betrekken Integrale Vroeghulp bij hun proces. De casemanager is er voor de ouders om hen bij dit proces te ondersteunen. Regie bij de intake, een belangrijke start De intake is een belangrijke start bij de Integrale Vroeghulp. Bij de intake krijgen de ouders de gelegenheid hun verhaal, vragen en wensen ten aanzien van de hulpverlening voor hun kind aan te geven. Het intakeverslag is dan ook een document waarin de ouders hun kind herkennen en waar de mening van de verschillende hulpverleners geen plaats krijgt. Vanuit de intake wordt het Integrale Vroeghulp traject verder opgestart. De ouders geven aan bij welke instanties verdere informatie opgevraagd kan worden. Het is voor de verdere beeldvorming fijn om zo breed mogelijk informatie te krijgen over het kind. met alles uitstekend geholpen, chapeau! Al bij de intake wordt duidelijk dat het de ouders helpt de bijzonderheden in de ontwikkeling van hun kind op een rijtje te zetten. Veel ouders hebben zelf al een idee over wat nodig is maar anderen beginnen in deze fase bijvoorbeeld verbanden te leggen tussen bijzonderheden op de verschillende ontwikkelingsgebieden of in de verschillende fasen van de ontwikkeling. De casemanager is er om dit proces bij ouders op gang te brengen en te begeleiden. Voor de ouders is het van groot belang dat zij bij het begin van de hulpverlening de gelegenheid krijgen hun verhaal te doen. Integrale Vroeghulp pleit er voor al in een vroeg stadium in het hulpverleningstraject ingeschakeld te worden. Regie bij de trajectbegeleiding Bij de intake wordt de basis gelegd voor wederzijds vertrouwen en de verdere trajectbegeleiding. Ouders hoeven in het verdere traject niet steeds weer hun verhaal te vertellen. De trajectbegeleiding loopt door tot dat de ouders aangeven voldoende antwoorden te hebben om verder te kunnen. Meestal is dit wanneer het kind op de juiste plaats zit of overgedragen is naar een instantie die de begeleiding verder op kan pakken. Regie bij de vorming van het advies Nadat het intakeverslag is goed gekeurd door de ouders en de aanvullende informatie binnen is worden de ouders uitgenodigd bij het multidisciplinaire team. De verslagen worden doorgenomen en er wordt samen met de ouders een advies opgesteld op basis van de vragen die de ouders aan het team hebben gesteld. De ouders krijgen op deze manier inzicht in het denkproces van het multidisciplinaire team en denken mee in de verschillende mogelijkheden die er zijn. Na het Integrale Vroeghulp overleg bespreekt de casemanager met de ouder hoe en wanneer de 5
verschillende adviezen in gang gezet kunnen worden. De ouders geven hierbij aan wat zij zelf oppakken en waarbij zij de hulp van de casemanager nodig hebben. Een mooi proces De ouders van Fenna, een meisje van bijna 3 jaar, hebben bij het Integrale Vroeghulp overleg een duidelijke wens voor de juiste opvang van hun dochter. Zij zijn er stellig van overtuigd dat een spraak-taalgroep de beste plek is voor haar. De ouders zijn teleurgesteld dat het audiologisch centrum hen heeft verwezen naar het Integrale Vroeghulp team. Via het audiologisch centrum kan je immers aanmelden bij de verschillende spraak-taalgroepen. De moeder va Fenna neemt in het Integrale Vroeghulp overleg, letterlijk, de leiding en weet precies de vragen te stellen die haar bezig houden. Ze heeft zowel medische als pedagogische vragen. Het is fijn dat zij deze allemaal kan stellen. In de loop van het overleg staat moeder open voor de visie van het Integrale Vroeghulp team. Het team kan haar meenemen in de bijzonderheden die zij ziet in de bredere ontwikkeling van Fenna. Het team geeft aan dat het wellicht goed is te kijken welke stimulans zij op alle ontwikkelingsgebieden nodig heeft. Dit zet ouders op een ander been, zij kunnen zich hier in vinden en vragen zich af of een spraak-taalgroep dan wel de beste optie is. Regie bij de afsluiting In overleg met de ouders wordt bekeken of alle vragen beantwoord zijn en of het traject vanuit de Integrale Vroeghulp kan worden afgesloten. De ouders krijgen een afsluitbrief. Bij toestemming van de ouders wordt deze ook naar de huisarts, de jeugdarts en eventuele andere betrokken instanties gestuurd. 4. Aansluiting bij de lokale (jeugd)wijkteams Sinds 2015 wordt de hulpverlening zo veel mogelijk aangeboden vanuit de lokale (jeugd)wijkteams, dicht bij de burger. Het lukt echter niet alle specialistische hulp vanuit de gemeenten te organiseren. Zo wordt de Integrale Vroeghulp regionaal aangeboden. Er is gekozen voor een vorm waarbij er aangesloten kan worden bij de gemeentelijke structuur en waarbij er maximaal gebruik kan worden gemaakt van de opgebouwde expertise. Uit onderzoek is gebleken dat het Integrale Vroeghulp team aanvullend en in de meeste gevallen voorafgaand werkt aan de lokale (jeugd)wijkteams. Met de lokale (jeugd )wijkteams zijn afspraken gemaakt over eventuele beschikkingen die nodig zijn voor het traject. De casemanagers van de Integrale Vroeghulp werken in de meeste gemeenten ook in de betreffende wijkteams. Dit werkt goed maar brengt ook knelpunten met zich mee. 6
De casemanager heeft soms 2 petten op die moeilijk te verenigen zijn. Enerzijds wordt van de IVH casemanager verwacht dat zij onafhankelijk is. Anderzijds wordt vanuit het lokale (jeugd)wijkteams geacht dat zij beschikkingen af geven volgens bepaalde protocollen. Bij de ene casus wringt dit meer dan bij de andere casus. Dit wordt versterkt door de ontwikkelingen van de lokale (jeugd )wijkteams. Zij ontwikkelen zich in toenemende mate tot zelfstandige teams waarbij de koppeling met de moederorganisaties los gelaten wordt. Het casemanagement van Integrale Vroeghulp komt hierdoor onder druk te staan en moet op een andere manier ingevuld worden. Het Westland werkt sinds begin 2017 met een zelfstandig functionerend wijkteam. Deze ontwikkeling zet zich ook door bij andere gemeenten. Een en ander vraagt om een heroriëntatie van de organisatie van het Integrale Vroeghulp team. De meerwaarde van het Integrale Vroeghulp team staat hierbij overigens niet ter discussie. Alleen de aansluiting op de lokale (jeugd)wijkteams zal op een andere manier georganiseerd moeten worden. In het Westland werkt de casemanager nu vanuit het voorveld en is er voor IVH casussen een vast aanspreekpunt in het wijkteam. In Delft en Leidschendam-Voorburg is dit al langer het geval. De meerwaarde van Integrale Vroeghulp team is onveranderd: Casemanagement is al beschikbaar tijdens het diagnostisch proces. Het adviesplan wordt samen met de ouders besproken in het onafhankelijk multidisciplinaire team. Goede aansluiting bij het medische circuit. Casemanager is een belangrijke schakel tussen de gemeente en het multidisciplinaire team. De teamleden hebben kennis over en ervaring met deze jonge doelgroep. Zij krijgen aparte scholing. er mag meer bekendheid gegeven worden aan IVH Deze meerwaarde wordt ook onderschreven door de VNG, https://vng.nl/onderwerpenindex/jeugd/jeugdhulp/nieuws/integrale-vroeghulp-is-en-blijft-nodig-voor-puzzelkind 7
Priscilla Stikkolorum is beleidsmedewerker bij de gemeente Rijswijk. Zij verwoordt de meerwaarde van Integrale Vroeghulp als volgt: Deze expertise kun je niet uitsmeren over lokale teams De elf gemeenten zijn het er unaniem over eens dat IVH meerwaarde heeft. Daar ben ik blij mee, want dat is ook mijn overtuiging, zegt Priscilla. Via IVH is er een connectie met het bovenlokale zorgaanbod, bijvoorbeeld van de verschillende ziekenhuizen en specialistische zorginstellingen. Dit bovenlokale veld is vertegenwoordigd in IVH. Stel je voor dat je deze schakel laat vervallen. Dan moeten specialisten connecties gaan onderhouden met allerlei lokale teams. Daarnaast bundelt IVH enorm veel specialistische expertise waardoor een juiste diagnose en een juiste verwijzing op een snelle manier tot stand komen. Die expertise kun je niet uitsmeren over lokale teams. De wens van de gemeenten was dan ook om de samenwerking met IVH voort te zetten en de verbinding met het lokale veld verder te versterken. en Het aantal kinderen dat wordt verwezen naar IVH fluctueert. Als het er in een bepaald jaar minder zijn, betaal je toch voor de voorziening. Dat is logisch, er zijn mensen voor aangenomen. Het gaat hier om een specialistische bovenlokale voorziening. Als het nodig is, moet de juiste zorg direct voorhanden zijn. Dan wil je niet eerst nog van alles moeten regelen. Juist bij deze jonge doelgroep heeft het zo veel meerwaarde als ze zo vroeg mogelijk op de goede plek terechtkomen. We hebben deze zorg op regionaal niveau nodig en dan vind ik het niet meer dan fair om de kosten te delen. Ga voor het hele interview met Priscilla Stikkolorum naar https://integralevroeghulp.pleio.nl/blog/view/461753 92/integrale-vroeghulp-deze-expertise-kun-je-nietuitsmeren-over-lokale-teams%E2%80%99 8
5. Werkgebied Dit zijn de gemeenten die onder het werkgebied van Integrale Vroeghulp regio Delft en Zoetermeer vallen: Delft, Pijnacker-Nootdorp, Midden-Delfland, Westland, Rijswijk, Zoetermeer, Leidschendam-Voorburg, Voorschoten, Wassenaar, Vlaardingen en Maassluis. Dit zijn de rode gemeenten op het kaartje 6. Samenwerking Integrale Vroeghulp is een belangrijke partner binnen de ketenzorg voor jonge kinderen. Zij werkt zowel binnen als buiten het team met verschillende instellingen samen. Naast de zorg voor de kinderen wordt er ingegaan op beleidszaken. Inzet is de wederzijdse bekendheid en de versoepeling van de doorstroming. Er is veelvuldig overleg met de jeugdgezondheidszorg, de lokale (jeugd) wijkteams, de kinderopvang en scholen. De samenwerking wordt gezocht vanuit de casemanagers, de coördinator en de stuurgroep. Goed om te noemen zijn de volgende initiatieven: In de gemeente Westland en de gemeente Zoetermeer is er een overleg gestart genoemd platform t jonge kind. In Delft bestond een dergelijk platform al langere tijd. De organisaties die participeren zijn er voor jonge kinderen (0-7) waarbij er bijzonderheden zijn in de ontwikkeling. Daarnaast is de jeugdgezondheidszorg en de kinderopvang betrokken. o Doel is elkaar op de hoogte houden van de mogelijkheden en de ontwikkelingen die er zijn binnen de verschillende organisaties. Daarnaast proberen we ook met elkaar af te stemmen over de route die voor ouders het meest wenselijk en helder is. Tevens kunnen we hierdoor voorkomen dat ouders dubbele trajecten lopen of dat we in elkaars vaarwater zitten. o Frequentie gemiddeld 2 a 3 keer per jaar o De ervaringen zijn positief en verhelderend. In de regio Nieuwe Waterweg Noord is over een dergelijk overleg gesproken, dit is echter nog niet van de grond gekomen. In Maassluis is er een overleg geweest met dergelijke partijen op uitnodiging van de gemeenteambtenaar. In de gemeente Delft en de gemeente Zoetermeer kwam in dit platform naar voren dat er voor kinderen van 2-5 jaar met ernstige problemen in de sociaal emotionele ontwikkeling weinig mogelijkheden zijn voor een aangepaste dagopvang. Dit knelpunt werd breed gedeeld. Samen met Stichting Jeugdformaat en (in Delft ook met de Delftse peuterspeelzalen) hebben we gekeken naar een gewenste oplossing. Er is een gezamenlijk plan gemaakt dat we begin 2018 met het platform en de betreffende gemeenten willen bespreken. 9
In het Westland hebben we samen met het SKT en de JGZ een voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd over de hulp die er nodig is voor jonge kinderen. De middag was bedoeld voor de leidsters van de kinderopvang. In dit overleg is er ook aandacht besteed aan de ideale verwijsroutes. Er is gewezen op de centrale rol die de JGZ heeft bij het volgen, signaleren en doorverwijzen bij ontwikkelingsproblemen. Er is een afstemmingsoverleg geweest tussen Kentalis en de jeugdgezondheidszorg over de afbakening van de verschillende doelgroepen. Doel is te voorkomen dat kinderen op de verkeerde wachtlijst komen of een dubbel traject lopen. Daarnaast hebben we onze zorgen geuit over de lange wachttijden bij Kentalis. Er is afstemming gezocht met de kinderartsen in het LangeLand ziekenhuis (Lappopspreekuur) en Vlietlandziekenhuis (gezamenlijke poli revalidatiearts, kinderarts en kinderneuroloog). De coördinator is betrokken bij het landelijk overleg en zal samen met een andere coördinator IVH gaan aansluiten bij de landelijke denktank voor Integrale Vroeghulp: De Taskforce Integrale Vroeghulp heeft in 2017 een doorstart gemaakt. Bij het Centrum Jeugd Gezondheidszorg is een projectleidster aangesteld die de IVH netwerken gaat ondersteunen. In plaats van de vroegere Taskforce komt er een partnerraad en een denktank. De denktank is vooral bedoeld om de projectleidster inhoudelijk te voeden. MEE zit in de denktank en in de partnerraad. De coördinatoren IVH zijn er om de link naar de praktijk te waarborgen. 7. Cliënten Integrale Vroeghulp in zorg 7.1. Aantal aanmeldingen De Integrale Vroeghulp regio Delft en Zoetermeer bedient in totaal 11 gemeenten. Overzicht aantallen cliënten 2014 2015 2016 2017 Regio Delft en Zoetermeer Aantal cliënten begin januari 75 90 112 121 Nieuwe cliënten 81 108 143 136 Verdeling jongens/ meisjes 60 jongens 21 meisjes 81 jongens 27 meisjes 98 jongens 45 meisjes 103 jongens 33 meisjes Cliënten in zorg 156 198 255 257 Afgesloten cliënten 84 86 134 149 Aantal cliënten eind december 72 112 121 108 10
De verdeling van de cliënten per gemeente is uit de volgende grafiek af te lezen: 7.2. Leeftijd bij aanmelding Integrale Vroeghulp hecht er veel waarde aan dat kinderen zo jong mogelijk worden aangemeld zodat op tijd diagnostiek, zorg en ondersteuning geboden kan worden. Op deze wijze kan de ontwikkeling van het kind optimaal gestimuleerd worden en kunnen gedragsproblemen worden voorkomen en daarmee dus wellicht duurdere zorg in de toekomst. Alle kinderen verdienen een kansrijke start. De eerste duizend dagen van een kind zijn cruciaal voor een goede ontwikkeling, bepalend voor de kansen in het latere leven. De kans op een goede start krijg je maar één keer. Het is onze opdracht die kans zo groot mogelijk te maken. zie ook het manifest 1001 kritische dagen In 2015 was de gemiddelde aanmeldleeftijd gestegen. Het Integrale Vroeghulp team heeft hier samen met de jeugdgezondheidszorg extra aandacht aan besteed. Ook is bij verschillende kinderopvangorganisaties het belang van vroeg signaleren onder de aandacht gebracht. Dit heeft zijn vruchten afgeworpen: er is een flinke toename van aanmeldingen van kinderen tussen de 2 en 3 jaar. Dit heeft zich in 2017 doorgezet. 11
Leeftijd bij aanmelding 60 50 40 30 20 10 0 0 jaar 1 jaar 2 jaar 3 jaar 4 jaar 5 jaar 6 jaar 2014 2015 2016 2017 De gemiddelde leeftijd bij aanmelding is dit jaar iets gestegen naar 3 jaar en 6 maanden. Dit heeft met name te maken door de betrekkelijk grote groep schoolkinderen. Enerzijds is het goed dat de scholen het Integrale Vroeghulp team weten te vinden, anderzijds is het soms jammer dat de kinderen niet al vóór de schoolleeftijd de juiste hulp hebben gevonden. 3,8 3,7 3,6 3,5 3,4 3,3 3,2 Gemiddelde leeftijd 2014 2015 2016 2017 De gemiddelde leeftijd van de kinderen bij aanmelding verschilt per gemeente. Het gaat hierbij echter steeds om wat kleinere aantallen kinderen waardoor een vergelijk niet geheel te maken is. Wassenaar Voorschoten Leidschendam-Voorburg Rijswijk Zoetermeer Pijnacker-Nootdorp Westland Delft Vlaardingen Gemiddelde leeftijd per gemeente 0 1 2 3 4 5 2017 2016 NB: De gemiddelde leeftijd van de kinderen in Maassluis en Midden Delfland is gebaseerd op 1 of 2 kinderen en zijn daarom uit de grafiek weggelaten. 12
7.3. Reden van aanmelding Bij de aanmelding bij Integrale Vroeghulp wordt aan de ouders gevraagd wat de reden van de aanmelding is. De ouders maken zich op meerdere vlakken zorgen over hun kind. 62% van de ouders gaf aan zorgen te hebben over het gedrag of de sociaal emotionele ontwikkeling van hun kind, 58% van de ouders had zorgen over de spraaktaalontwikkeling en 22% van de ouders gaf aan zich zorgen te maken over een algehele ontwikkelingsachterstand.. Daarnaast hadden ouders zorgen over de contact name (12 %) of de motorische of lichamelijke ontwikkeling (6%). Verreweg de meeste ouders 90%) willen weten wat er met hun kind aan de hand is. Diagnostiek is dan ook de belangrijkste hulpvraag. Daarnaast hebben veel ouders behoefte aan opvoedondersteuning/ ontwikkelingsstimulering (52%) of advies ten aanzien van een passende opvang of school (19%). Verder geven bijna alle ouders aan het fijn te vinden dat zij een vast contactpersoon krijgen (casemanagement). Een Integrale Vroeghulp traject duurde van de aanmelddatum tot het afsluiten gemiddeld 11 maand. Het met de ouders opgestelde plan van aanpak is bij 89% van de kinderen uitgevoerd. Bij de overige 11% is het advies deels uitgevoerd of hebben de ouders gekozen voor een ander traject. 7.4. De geboden hulpverlening Na afloop van het Integrale Vroeghulp traject weten de ouders wat er aan de hand is met hun kind, krijgt het kind de juiste hulp en weten de ouders waar zij terecht kunnen met hun eventuele vervolgvragen. In onderstaande grafiek is af te lezen waar en bij hoeveel kinderen diagnostiek heeft plaatsgevonden. Diagnostiek Audiologisch centrum Revalidatiecentrum Centrum Autisme GGZ instelling MEE Onderzoek In combinatie met KDC plaats Kinderarts * Audiologisch centrum (gehoor) Overig 0 10 20 30 40 50 * onder het kopje kinderarts vallen ook de POA (polikliniek ontwikkelingsachterstanden) in het Reinier de Graaf Gasthuis ), poli byzondere kinderen in het Juliana Kinderziekenhuis en het kinderneurologisch spreekuur in het LangeLand Ziekenhuis en de Sint Franciscus Vlietland Groep. 13
Bij MEE wordt breed ontwikkelingsonderzoek gedaan. Het kind kan indien nodig ook geobserveerd worden op de peuterspeelzaal, school of thuis. Bij een aantal kinderen is vervolgdiagnostiek nodig bij een GGZ instelling als er sprake is van een vermoeden van psychiatrische problematiek (autisme, hechting, trauma). Bij de GGZ en het revalidatiecentrum wordt naast de diagnostiek ook vaak behandeling ingezet. Bij de kinderarts/ kinderneurologisch spreekuur/ polikliniek ontwikkelingsachterstanden vindt vooral brede medische diagnostiek plaats. Nadat diagnostiek heeft plaatsgevonden, kan de juiste hulp ingezet worden. De hulp is gericht op het optimaal stimuleren van de ontwikkeling en het voorkomen van (het verergeren van) gedragsproblemen. Bij het inzetten van de hulp is het uitgangspunt zo licht als mogelijk en zo zwaar als nodig. Er wordt bijvoorbeeld gekeken of een kind gebruik kan maken van een reguliere voorziening met inzet van (specialistische) ambulante hulp. Indien dit niet toereikend is, wordt er verwezen naar meer specialistische vormen van dagopvang, onderwijs en/ of hulpverlening. Als een kind naar school gaat, wordt met het desbetreffende samenwerkingsverband voor passend onderwijs bekeken hoe de benodigde extra hulp kan worden ingezet. Vroegbehandeling spraaktaal Kinderdienstencentrum Daghulp Ambulante Jeugdhulpverlening Opvoedadvies vanuit jeugd/ wijkteam PPG of Early Intervention Fysiotherapie * Logopedie Jeugdgezondheidszorg Kluster onderwijs Inzet passend onderwijs Overig Geboden dienstverlening 0 10 20 30 40 50 60 * veelal wordt fysiotherapie geadviseerd met specialisatie sensorische integratie therapie 8. Tevredenheid klanten In de afgelopen jaren kregen ouders een schriftelijke tevredenheid enquête bij het afsluiten van het IVH traject. De respons hierop liep helaas erg terug. In 2017 is daarom begonnen met een telefonisch enquête. Het traject is met 12 ouders geëvalueerd. Dit blijft een laag percentage waardoor er beperkt conclusies uit getrokken kunnen worden. Wel kon er dieper op hun antwoorden worden ingegaan. 14
De ouders vonden het fijn dat zij een toelichting konden geven op hun bevindingen. Het is bemoedigend dat de binnengekomen reacties positief zijn. Bij de laatste vraag konden ouders een cijfer geven aan de Integrale Vroeghulp. De regio Delft en Zoetermeer haalde gemiddeld een 8,2 als rapportcijfer. Heeft u antwoord gekregen op de vragen die u had over uw kind? 8% ja nee 92% deels Heeft de casemanager u geholpen bij het realiseren van uw doel voor uw kind? Bent u tevreden over de deskundigheid van de casemanager? zeer tevreden 17% 83% heel veel veel een beetje niet 42% 58% tevreden een beetje tevreden niet tevreden Bent u tevreden over het adviesgesprek in het multidisciplinaire teamteam? Was uw casemanager goed te bereiken? (telefonisch/ mail) 58% 42% zeer tevreden tevreden een beetje tevreden 8% 92% ja nee nvt niet tevreden 15
9. Het komende jaar: 2018 Gezien de ontwikkelingen zijn er zaken die in 2018 meer of hernieuwde aandacht vragen: Het goed informeren en blijven informeren van de lokale (jeugd)wijkteams en de Centra voor Jeugd en Gezin over de mogelijkheden van de Integrale Vroeghulp. Afstemming zoeken met de lokale (jeugd)wijkteams over de casussen, het bieden van consultatie aan deze teams bij zorgen over de ontwikkeling van jonge kinderen. In overleg met de jeugdgezondheidszorg, de lokale (jeugd)wijkteams, kinderopvang en de Centra voor Jeugd en Gezin bekijken hoe de aanmeldleeftijd bij Integrale Vroeghulp verder naar beneden gebracht kan worden (vroeg signaleren). Voorlichting aan de peuterspeelzalen en kinderopvang. Samenwerking met de samenwerkingsverbanden voor het passend onderwijs verder uitbreiden en intensiveren. Borging van de huidige inkoopafspraken rondom de Integrale Vroeghulp cliënten (casemanagement, onderzoeksmogelijkheden, overige teamleden, coördinatie). Het volgen van en inspelen op de ontwikkelingen in het sociaal domein bij de verschillende gemeenten. Is een heroriëntatie van de organisatie van Integrale Vroeghulp wenselijk (zie ook bladzijde 7). De voortgang in de samenwerking met instellingen in de regio. Samenwerking met de ziekenhuizen en de huisartsen verder vorm geven. Het organiseren van bijscholing voor leden van het Integrale Vroeghulp team. Het structureel blijven signaleren van knelpunten. Deze onder de aandacht brengen van de stuurgroep of andere betrokkenen. Het blijven meten van de tevredenheid van ouders en eventuele punten die hieruit voortkomen meenemen in het beleid. PR gericht op het bereiken van ouders van jonge kinderen en professionals die te maken hebben met jonge kinderen (Jeugdgezondheidszorg/ centra voor Jeugd en Gezin, kinderopvang, huisartsen en kinderartsen). Opzetten of mede opzetten van een platform t jonge kind in Nieuwe Waterweg Noord. 16