PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

Vergelijkbare documenten
ONTWERP. Verordening van het Productschap Akkerbouw van 2009, houdende vaststelling bestemmingsheffing

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, d.d. 13 februari 2007;

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Openbare kennisgevingen 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Verordeningen en besluiten 2

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 16 maart 2010; 1 Begripsbepalingen

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 13 februari 2007; 1 Begripsbepalingen

LAATSTE TEKST (februari 2010)

ONTWERP-VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING BLOEMBOLLENHANDEL OOGSTJAAR 2013

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 10 mei 2011; 1 Begripsbepalingen

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

2009 (Verordening PT heffing eetbare paddenstoelen en uitgangsmateriaal van groenten 2009)

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

Verordening PT heffing export bloemkwekerijproducten Japan 2009

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

1 Begripsbepalingen. 2 Heffingsplicht

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Bestuurskamer. Wij Beatrix,.. 1 Begripsbepalingen

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

1 Begripsbepalingen. 2 Retributieplicht

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

VERORDENING PT BESTEMMINGSHEFFING VERDUURZAAMDE GROENTEN EN FRUIT 2013

Bestuurskamer. Wij Beatrix, enzovoorts

Verordening financiering projecten groothandelssector 2013

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Verordeningen en besluiten 2

GEÏNTEGREERDE TEKST (juli 2013) HEFFINGSVERORDENING PA FONDS CONSUMPTIEAARDAPPELEN 2009

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

Sociaal- Economische Raad

Productschap Diervoeder

VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING AANBOD BLOEMKWEKERIJPRODUCTEN 2013

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang 55 1 april 2005 nummer 16. BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Vee en Vlees (PVV 17) 2

No. 03/2012. Het bestuur van het Bedrijfschap Horeca en Catering;

Gelet op de artikelen 93 en 95 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op artikel 4 van het Instellingsbesluit Bedrijfschap Horeca en Catering;

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Regeling verplichte registratie en gegevensverstrekking Brancheorganisatie Aardappelen en overige akkerbouwgewassen

Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang 52 2 augustus 2002 nummer 43

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

: Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten;

Artikel 1. Verordening PT vakheffing boomkwekerijproducten 2008

INTEGRALE TEKST Bijgewerkt t/m Wijziging III d.d

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Bestuurssamenstellingen 2

heffingsplichtige : een natuurlijk persoon of rechtspersoon of een niet-rechtspersoonlijkheidbezittende

Ontwerp-Verordening PT heffing handel bloemkwekerijproducten 2012

Vierjaarlijkse beoordeling representativiteit van het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

No. Ho 03/2010. Het bestuur van het Bedrijfschap Horeca en Catering;

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. Sociaal-economische raad 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

VERORDENING PA SUBSIDIES STRUCTUURVERSTERKING BROOD EN BANKET 2008

Verstrekkingenreglement regeling minder werken voor oudere werknemers in de sector Glastuinbouw 2015

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

No. Ho. 01/2014. Het bestuur van het Bedrijfschap Horeca en Catering;

Besluit «Openbare versie» 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure

Sociaal- Economische Raad

Advies tot opheffing van het Bedrijfschap voor de Detailhandel in Aardappelen, Groenten en Fruit

REGLEMENT REGISTER HORECADNA 2015

Rapport. Datum: 14 oktober 2003 Rapportnummer: 2003/357

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. BEDRIJFSLICHAMEN 2 Bosschap 2

1 Begripsbepalingen. 2 Het hoofdproductschap

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, d.d. 30 september 2008;

Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Renkum

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

BELEIDSREGELS VERGOEDING KOSTEN UITVOERING WERKLEERAANBOD WET INVESTEREN IN JONGEREN 2009

Regeling verplichte registratie en gegevensverstrekking Brancheorganisatie Suiker

PBO-blad. Inhoudsopgave. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie

VERORDENING MVO ADMINISTRATIEVE HEFFINGEN 2009

Verordening Bezwarenprocedure Personele Aangelegenheden

VERORDENING PT BESTEMMINGSHEFFING BOOMKWEKERIJSECTOR 2013

19. REGLEMENT SENIORENREGELING GROOTHANDEL IN BLOEMBOLLEN 2019

Reglement Dienstraden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

PROCEDUREVERORDENING VOOR ADVISERING TEGEMOETKOMING IN PLANSCHADE GEMEENTE HARDENBERG

Gemeenschappelijke regeling samenwerking belastingen Amstelland- Meerlanden

PBO-blad. Inhoudsopgave. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie

gemeente Steenbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

Sociaal- Economische Raad

Toelichting bij Procedureverordening planschade Westerwolde 2019.

Omslagenverordening Schieland en de Krimpenerwaard 2005

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Gelet op de artikelen 93, 95, 123 en 125 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en gelet op Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5060

BESLUIT OPGAVE BEDRIJFSGEGEVENS OP ELEKTRONISCHE WIJZE (PPE) 2005

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Transcriptie:

Nr.21 18 mei 2012-62e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2 Productschap Margarine, Vetten en Oliën 2 Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel 2 Hoofdbedrijfschap Detailhandel 10 Bosschap 10 Bedrijfschap Horeca en Catering 17

Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpverordening van de Sociaal-Economische Raad of een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen gedurende vier weken bij de betreffende organisatie schriftelijk bedenkingen aanvoeren tegen de in dit Mededelingenblad gepubliceerde ontwerpverordening. BEDRIJFSLICHAMEN Productschap Margarine, Vetten en Oliën Tervisielegging en verkrijgbaarstelling ontwerpjaarrekening 2011 Het dagelijks bestuur maakt, gelet op artikel 124, tweede lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie, bekend dat het ontwerpbesluit tot vaststelling van de rekening der inkomsten en uitgaven over 2011, met toelichting bij het secretariaat, Ampèrelaan 4 D te Rijswijk, voor een ieder ter lezing is neergelegd en aldaar verkrijgbaar is tegen betaling van de kosten ad 10,--. De beraadslagingen worden gehouden in de openbare bestuursvergadering van 14 juni 2012. Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel Ontwerp- Verordening HBAG bestemmingsheffing consumptieaardappelfonds vanaf 2012 Verordening van het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel van., houdende vaststelling bestemmingsheffing ten behoeve van het consumptieaardappelfonds voor de periode vanaf 2012 (Verordening HBAG bestemmingsheffing consumptieaardappelfonds vanaf 2012). Het bestuur van het Hoofdbedrijfschap voor de Agrarische Groothandel; Gelet op de artikelen 93, 95 en 126, eerste en vierde lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie en de artikelen 10, 11 en 13 van het Instellingsbesluit Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel; Gehoord de Commissie consumptie-, fabrieks- en voeraardappelen; Besluit: 1 Begripsbepalingen Artikel 1 In deze verordening wordt de terminologie van het Instellingsbesluit Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel overgenomen en wordt daarnaast verstaan onder: a. de ondernemer: de ondernemer die de groothandel in aardappelen uitoefent; b. fabrieksaardappelen: aardappelen bestemd voor de zetmeelindustrie; c. consumptieaardappelen: aardappelen met uitzondering van poot-, fabrieks- en voeraardappelen; d. de voorzitter: de voorzitter van het bestuur van het hoofdbedrijfschap. 2 Heffing Artikel 2 1. De ondernemer is ten behoeve van het consumptieaardappelfonds vanaf 2012 aan het hoofdbedrijfschap ieder kalenderjaar een heffing verschuldigd. 2

2. De heffing bedraagt 0,05 per ton verkochte hoeveelheid consumptieaardappelen. 3. De heffing over een kalenderjaar wordt berekend over de door de ondernemer in de periode van 1 juli in het voorgaande kalenderjaar tot 1 juli van het desbetreffende kalenderjaar verkochte hoeveelheid consumptieaardappelen, voor zover die consumptieaardappelen in Nederland zijn geteeld. 4. Het aan heffing verschuldigde bedrag wordt betaald binnen 14 dagen nadat de heffing is opgelegd. 5. Het bedrag, bedoeld in het vierde lid, wordt onder toepassing van artikel 127, tweede lid, van de Wet op de Bedrijfsorganisatie, verhoogd met de op de invordering daarvan vallende kosten. 6. De ondernemer verstrekt de gegevens in het kader van deze verordening met inachtneming van de Verordening HBAG registratie, verstrekking van gegevens en controle 2007. 3 Onvoorziene gevallen Artikel 3 1. Ingeval de toepassing van deze verordening naar het oordeel van de voorzitter tot kennelijke onbillijkheden leidt, is deze namens het bestuur van het hoofdbedrijfschap bevoegd geheel of gedeeltelijk ontheffing van de betaling van de heffing te verlenen. 2. De voorzitter kan voorwaarden verbinden aan de ontheffing, bedoeld in het eerste lid. 4 Slotbepalingen Artikel 4 Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt terug tot en met 1 juli 2011. Artikel 5 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening HBAG bestemmingsheffing consumptieaardappelfonds vanaf 2012. Deze regeling zal met de toelichting in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie worden geplaatst. Aalsmeer, voorzitter secretaris Toelichting 1. Algemeen In de onderhavige verordening wordt de hoogte van de heffing voor ieder kalenderjaar vastgesteld voor de periode vanaf 2012 ten behoeve van de financiering via het consumptieaardappelfonds van maatregelen en projecten in het belang of de bevordering van de teelt, be- of verwerking en afzet van consumptieaardappelen. Deze heffing is verschuldigd door de ondernemer die de groothandel in aardappelen uitoefent. De heffing is verlaagd van 0,11 naar 0,05 per ton verkochte hoeveelheid consumptieaardappelen en wordt berekend over de door de ondernemer in de periode van 1 juli in het voorgaande kalenderjaar tot 1 juli van het desbetreffende kalenderjaar verkochte hoeveelheid consumptieaardappelen, voor zover die consumptieaardappelen in Nederland zijn geteeld. Hiermede is tevens de heffingssystematiek gewijzigd, aangezien de heffing ieder kalenderjaar is gebaseerd op de omzet van de ondernemer per oogstjaar, terwijl in de vorige Verordening HBAG bestemmingsheffing consumptieaardappelfonds vanaf 2011 de heffing is gebaseerd op de omzet van de ondernemer vanaf 1 januari 2011. Voorts zal de onderhavige verordening in werking treden c.q. terugwerken tot en met 1 juli 2011 en vervangt de verordening genoemde vorige verordening. Dientengevolge wordt via laatstgenoemde verordening de heffing gelegd op de omzet van de 3

ondernemer in de periode van 1 januari 2011 tot en met 30 juni 2011, en wordt via de onderhavige verordening de heffing aansluitend gelegd op de omzet van de ondernemer vanaf 1 juli 2011. 2. Verantwoording van de verordening a) Doelstellingen en te verwachten (neven)effecten van de verordening Doelstelling van de regeling is maatregelen en projecten in het belang of de bevordering van de teelt, be- of verwerking en afzet van consumptieaardappelen te financieren. b) Nadere motivering noodzaak publieke regelgeving c) Afweging ten opzichte van private alternatieven Voor individuele bedrijven is het niet (goed) mogelijk zelf activiteiten op dit terrein te financieren. Bovendien vraagt de sector maatregelen en projecten op te starten die anders niet van de grond zouden komen. Uitvoering op privaatrechtelijke basis biedt derhalve geen alternatief. In het kader van zijn taak financiert het hoofdbedrijfschap dan ook de maatregelen en projecten die zich voor collectieve aanpak lenen en in het algemeen belang zijn. Dit versterkt mede de sociaal economische positie van de sector en levert een positieve bijdrage aan de ordening van de maatschappij. Alle bedrijfsgenoten betalen daaraan mee, zodat voorkomen wordt dat bedrijven daarvan profiteren zonder daaraan bij te dragen (free-riders). De informatie die de maatregelen en projecten opleveren, komt ten goede aan alle belanghebbenden. d) Algemeen belang van de activiteit e) Het sectoraal belang van de activiteit Zonder deze regeling zouden de betreffende maatregelen en projecten in het belang of de bevordering van de teelt, be- of verwerking en afzet van consumptieaardappelen niet plaatsvinden. Via het hoofdbedrijfschap bepaalt de sector zelf aan welke maatregelen en projecten de opbrengst van de heffing wordt besteed. f) Uitvoerings- en handhavingsaspecten van de verordening De uitvoerings- en handhavingsaspecten van deze heffingsverordening komen geheel voor rekening van het hoofdbedrijfschap; er wordt geen last gelegd op andere overheden. g) De financiële gevolgen van de verordening Door het opleggen van de heffing wordt de kostprijs van het product verhoogd. De heffingsopbrengst wordt besteed aan maatregelen en projecten die passen in het algemeen belang en die anders niet zouden worden behartigd of gerealiseerd, althans niet op een wijze die hetzelfde rendement voor de sector zou kunnen opleveren. h) Administratieve lastendruk Het hoofdbedrijfschap verstrekt aan de ondernemers formulieren ten behoeve van het doen van opgave van hun omzetgegevens. Het invullen van deze formulieren brengt voor de ondernemers de nodige lastendruk mee, doch dit wordt door hen acceptabel geacht. De ondernemers zijn bekend met deze werkwijze en houden de desbetreffende gegevens veelal zelf al bij. Verder vermindert deze lastendruk vanwege de toenemende automatisering. Bovendien worden de omzetgegevens tevens gebruikt voor het opstellen en publiceren van statistische gegevens, waaraan de branche behoefte heeft. Het leggen van een jaarlijkse heffing op omzetten per oogstjaar sluit beter aan bij de administratieve werkwijze van de bedrijven en zal tot verdere vermindering van de administratieve lastendruk leiden. i) Terugwerkende kracht Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt terug tot en met 1 juli 2011. Terugwerkende kracht is nodig, aangezien de in deze verordening vastgestelde heffing voor de periode vanaf 2012 dient ter financiering van de in die periode vallende kosten in het kader van de betreffende maatregelen en projecten. 4

3. Heffing a) Structuur van de heffing De heffing wordt opgelegd aan de ondernemer die de groothandel in consumptieaardappelen uitoefent, terwijl ieder kalenderjaar heffing is verschuldigd over de door de ondernemer in de periode van 1 juli in het voorgaande kalenderjaar tot 1 juli van het desbetreffende kalenderjaar verkochte hoeveelheid consumptieaardappelen, en wel voor zover die consumptieaardappelen in Nederland zijn geteeld. b) Onderbouwing van de gekozen structuur De heffing wordt uitsluitend opgelegd ten aanzien van in Nederland geteelde consumptieaardappelen, aangezien de uit de heffing verkregen gelden worden aangewend ten behoeve van het Nederlands bedrijfsleven. c) Werking naar alle bedrijfsgenoten De heffing wordt opgelegd aan elke ondernemer die de groothandel in consumptieaardappelen uitoefent. d) Becijfering van de opbrengst (bruto, contributieaftrek) onder vermelding van de vindplaats in de begroting Blijkens de begroting 2012 van het hoofdbedrijfschap wordt verwacht, dat in 2012 de heffingsopbrengst 100.000 (2 miljoen ton à 0,05 per ton) zal bedragen. e) Invorderingskosten Onder de op de invordering vallende kosten als bedoeld in artikel 2, vijfde lid, van de verordening worden mede begrepen de wettelijke handelsrente over het bedrag van de openstaande vordering, gerekend vanaf het verstrijken van de betalingstermijn tot de dag van de algehele voldoening, alsmede een bedrag ad 45,-- als vergoeding voor extra administratiekosten. f) Verstrekken van gegevens In de verordening zijn geen termijnen opgenomen waarbinnen de ondernemer zijn gegevens aan het hoofdbedrijfschap dient te verstrekken. Om deze reden wordt ten overvloede bepaald, dat op de gegevensverstrekking de Verordening HBAG registratie, verstrekking van gegevens en controle 2007 van toepassing is. 4. Steunmaatregel a) De verhouding tot andere wetgeving en tot bestaande en komende internationale en communautaire regelingen In overeenstemming met het EU-recht wordt de heffing uitsluitend opgelegd ten aanzien van in Nederland geteelde consumptieaardappelen, aangezien de uit de heffing verkregen gelden worden aangewend ten behoeve van het Nederlands bedrijfsleven. De aanwending van de heffingsopbrengst geschiedt in overeenstemming met de geldende (communautaire) wet- en regelgeving. b) Eventuele bijzonderheden rond de steunmelding/notificatie Ter voorkoming dat de heffingsverordeningen jaarlijks naar de Europese Commissie moeten worden doorgeleid is bij de melding van de Verordening heffingen consumptieaardappelen 2003 aan de Europese Commissie het volgende bericht: - de maximum heffing bedraagt 0,30 per ton (thans 0,27 per ton); - de maximum uitgave voor promotie per jaar bedraagt 450.000; - de maximum uitgave voor onderzoek en andere projecten per jaar bedraagt 400.000. De Europese Commissie heeft indertijd kenbaar gemaakt geen bezwaar te hebben tegen de toepassing van de onderhavige steunmaatregel: NN 117/94 (ex 672/91) - Nederland; steun en parafiscale heffingen in de aardappelsector, laatstelijk gewijzigd bij steunmaatregel N 357/2003. 5

Aalsmeer, voorzitter secretaris Vanwege inhoudelijke wijziging van de onderhavige en de voorgaande verordening zijn deze ter goedkeuring aan de Europese Commissie toegezonden. c) Berekening van het de-minimis-bedrag d) In voorkomende gevallen: representativiteit van verzoekende organisaties Niet van toepassing. 5. Mutaties In artikel 2, tweede lid, van de verordening is de heffing vastgesteld op 0,05 (was 0,11) per ton. Verder is in artikel 2, derde lid, van de verordening de heffingssystematiek gewijzigd door te bepalen, dat de heffing ieder jaar is verschuldigd over de door de ondernemer in de periode van 1 juli in het voorgaande kalenderjaar tot 1 juli van het desbetreffende kalenderjaar verkochte hoeveelheid consumptieaardappelen, en wel voor zover die consumptieaardappelen in Nederland zijn geteeld. Tevens is in artikel 3 van de verordening, betreffende onvoorziene gevallen, een redactionele en procedurele aanpassing doorgevoerd. Voor het overige komt deze verordening inhoudelijk overeen met de Verordening HBAG bestemmingsheffing consumptieaardappelfonds vanaf 2011. Ontwerp- Verordening HBAG bestemmingsheffing pootgoedfonds vanaf 2012 Verordening van het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel van., houdende vaststelling bestemmingsheffing ten behoeve van het pootgoedfonds voor de periode vanaf 2012 (Verordening HBAG bestemmingsheffing pootgoedfonds vanaf 2012) Het bestuur van het Hoofdbedrijfschap voor de Agrarische Groothandel; Gelet op de artikelen 93, 95 en 126, eerste en vierde lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op de artikelen 10, 11 en 13 van het Instellingsbesluit Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel; Gehoord de Commissie pootaardappelen; Besluit: 1 Begripsbepalingen Artikel 1 In deze verordening wordt de terminologie van het Instellingsbesluit Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel overgenomen en wordt daarnaast verstaan onder: a. de ondernemer: de ondernemer die de groothandel in pootaardappelen uitoefent; b. de Stichting: de Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed van Landbouwgewassen te Emmeloord; c. de voorzitter: de voorzitter van het bestuur van het hoofdbedrijfschap. 2 Heffing Artikel 2 1. De ondernemer is ten behoeve van het pootgoedfonds vanaf 2012 aan het hoofdbedrijfschap ieder kalenderjaar een heffing verschuldigd. 2. De heffing bedraagt 0,53 per ton verkochte hoeveelheid pootaardappelen. 3. De heffing over een kalenderjaar wordt berekend over de door de ondernemer in de periode van 1 juli in het voorgaande kalenderjaar tot 1 juli van het desbetreffende kalenderjaar verkochte hoeveelheid pootaardappelen, voor zover die pootaardappelen in Nederland zijn geteeld en zijn goedgekeurd door de Stichting. 6

4. Het aan heffing verschuldigde bedrag wordt betaald binnen 14 dagen nadat de heffing is opgelegd. 5. Het bedrag, bedoeld in het vierde lid, wordt onder toepassing van artikel 127, tweede lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie, verhoogd met de op de invordering daarvan vallende kosten. 6. De ondernemer verstrekt de gegevens in het kader van deze verordening met ingachtneming van de Verordening HBAG registratie, verstrekking van gegevens en controle 2007. 3 Onvoorziene gevallen Artikel 3 1. Ingeval de toepassing van deze verordening naar het oordeel van de voorzitter tot kennelijke onbillijkheden leidt, is deze namens het bestuur van het hoofdbedrijfschap bevoegd geheel of gedeeltelijk ontheffing van de betaling van de heffing te verlenen. 2. De voorzitter kan voorwaarden verbinden aan de ontheffing, bedoeld in het eerste lid. 4 Slotbepalingen Artikel 4 Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt terug tot en met 1 juli 2011. Artikel 5 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening HBAG bestemmingsheffing pootgoedfonds vanaf 2012. Deze regeling zal met de toelichting in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie worden geplaatst. Aalsmeer, voorzitter secretaris Toelichting 1. Algemeen In de onderhavige verordening wordt de hoogte van de heffing voor ieder kalenderjaar vastgesteld voor de periode vanaf 2012 ten behoeve van de financiering via het pootgoedfonds van maatregelen en projecten in het belang van de pootaardappelteelt en afzet. Deze heffing is verschuldigd door de ondernemer die de groothandel in pootaardappelen uitoefent. De heffing is verlaagd van 0,55 naar 0,53 per ton verkochte hoeveelheid pootaardappelen en wordt berekend over de door de ondernemer in de periode van 1 juli in het voorgaande kalenderjaar tot 1 juli van het desbetreffende kalenderjaar verkochte hoeveelheid pootaardappelen, voor zover die pootaardappelen in Nederland zijn geteeld en zijn goedgekeurd door de Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed van Landbouwgewassen te Emmeloord. Hiermede is tevens de heffingssystematiek gewijzigd, aangezien de heffing ieder kalenderjaar is gebaseerd op de omzet van de ondernemer per oogstjaar, terwijl in de vorige Verordening HBAG bestemmingsheffing pootgoedfonds vanaf 2011 de heffing is gebaseerd op de omzet van de ondernemer vanaf 1 januari 2011. Voorts zal de onderhavige verordening in werking treden c.q. terugwerken tot en met 1 juli 2011 en vervangt de verordening genoemde vorige verordening. Dientengevolge wordt via laatstgenoemde verordening de heffing gelegd op de omzet van de ondernemer in de periode van 1 januari 2011 tot en met 30 juni 2011, en wordt via de onderhavige verordening de heffing aansluitend gelegd op de omzet van de ondernemer vanaf 1 juli 2011. 7

2. Verantwoording van de verordening a) Doelstellingen en te verwachten (neven)effecten van de verordening Doelstelling van de regeling is maatregelen en projecten in het belang van de pootaardappelteelt en afzet, waaronder begrepen collectief onderzoek en collectieve propaganda voor pootaardappelen te financieren teneinde de afzet daarvan te bevorderen. b) Nadere motivering noodzaak publieke regelgeving c) Afweging ten opzichte van private alternatieven Voor individuele bedrijven is het niet (goed) mogelijk zelf activiteiten op dit terrein te financieren. Bovendien vraagt de sector maatregelen en projecten op te starten die anders niet van de grond zouden komen. Uitvoering op privaatrechtelijke basis biedt derhalve geen alternatief. In het kader van zijn taak financiert het hoofdbedrijfschap dan ook de maatregelen en projecten die zich voor collectieve aanpak lenen en in het algemeen belang zijn. Dit versterkt mede de sociaal economische positie van de sector en levert een positieve bijdrage aan de ordening van de maatschappij. Alle bedrijfsgenoten betalen daaraan mee, zodat voorkomen wordt dat bedrijven daarvan profiteren zonder daaraan bij te dragen (free-riders). De informatie die de maatregelen en projecten opleveren, komt ten goede aan alle belanghebbenden. d) Algemeen belang van de activiteit e) Het sectoraal belang van de activiteit Zonder deze regeling zouden de betreffende maatregelen en projecten in het belang van de pootaardappelteelt en -afzet niet plaatsvinden. Via het hoofdbedrijfschap bepaalt de sector zelf aan welke maatregelen en projecten de opbrengst van de heffing wordt besteed. f) Uitvoerings- en handhavingsaspecten van de verordening De uitvoerings- en handhavingsaspecten van deze heffingsverordening komen geheel voor rekening van het hoofdbedrijfschap; er wordt geen last gelegd op andere overheden. g) De financiële gevolgen van de verordening Door het opleggen van de heffing wordt de kostprijs van het product verhoogd. De heffingsopbrengst wordt besteed aan maatregelen en projecten die passen in het algemeen belang en die anders niet zouden worden behartigd of gerealiseerd, althans niet op een wijze die hetzelfde rendement voor de sector zou kunnen opleveren. h) Administratieve lastendruk Het hoofdbedrijfschap verstrekt aan de ondernemers formulieren ten behoeve van het doen van opgave van hun omzetgegevens. Het invullen van deze formulieren brengt voor de ondernemers de nodige lastendruk mee, doch dit wordt door hen acceptabel geacht. De ondernemers zijn bekend met deze werkwijze en houden de desbetreffende gegevens veelal zelf al bij. Verder vermindert deze lastendruk vanwege de toenemende automatisering. Bovendien worden de omzetgegevens tevens gebruikt voor het opstellen en publiceren van statistische gegevens, waaraan de branche behoefte heeft. Het leggen van een jaarlijkse heffing op omzetten per oogstjaar sluit beter aan bij de administratieve werkwijze van de bedrijven en zal tot verdere vermindering van de administratieve lastendruk leiden. i) Terugwerkende kracht Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt terug tot en met 1 juli 2011. Terugwerkende kracht is nodig, aangezien de in deze verordening vastgestelde heffing voor de periode vanaf 2012 dient ter financiering van de in die periode vallende kosten in het kader van de betreffende maatregelen en projecten. 8

3. Heffing a) Structuur van de heffing De heffing wordt opgelegd aan de ondernemer die de groothandel in pootaardappelen uitoefent, terwijl ieder kalenderjaar heffing is verschuldigd over de door de ondernemer in de periode van 1 juli in het voorgaande kalenderjaar tot 1 juli van het desbetreffende kalenderjaar verkochte hoeveelheid pootaardappelen, en wel voor zover die pootaardappelen in Nederland zijn geteeld en zijn goedgekeurd door de Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed van Landbouwgewassen (hierna: de Stichting) te Emmeloord. b) Onderbouwing van de gekozen structuur De heffing wordt uitsluitend opgelegd ten aanzien van in Nederland geteelde pootaardappelen, aangezien de uit de heffing verkregen gelden worden aangewend ten behoeve van het Nederlands bedrijfsleven. c) Werking naar alle bedrijfsgenoten De heffing wordt opgelegd aan elke ondernemer die de groothandel in pootaardappelen uitoefent. d) Becijfering van de opbrengst (bruto, contributieaftrek) onder vermelding van de vindplaats in de begroting Blijkens de begroting 2012 van het hoofdbedrijfschap wordt verwacht, dat in 2012 de heffingsopbrengst 579.917 (1.094.183 ton à 0,53 per ton) zal bedragen. e) Invorderingskosten Onder de op de invordering vallende kosten als bedoeld in artikel 2, vijfde lid, van de verordening worden mede begrepen de wettelijke handelsrente over het bedrag van de openstaande vordering, gerekend vanaf het verstrijken van de betalingstermijn tot de dag van de algehele voldoening, alsmede een bedrag ad 45,-- als vergoeding voor extra administratiekosten. f) Verstrekken van gegevens In de verordening zijn geen termijnen opgenomen waarbinnen de ondernemer zijn gegevens aan het hoofdbedrijfschap dient te verstrekken. Om deze reden wordt ten overvloede bepaald, dat op de gegevensverstrekking de Verordening HBAG registratie, verstrekking van gegevens en controle 2007 van toepassing is. 4. Steunmaatregel a) De verhouding tot andere wetgeving en tot bestaande en komende internationale en communautaire regelingen In overeenstemming met het EU-recht wordt de heffing uitsluitend opgelegd ten aanzien van in Nederland geteelde pootaardappelen, aangezien de uit de heffing verkregen gelden worden aangewend ten behoeve van het Nederlands bedrijfsleven. De inning van de heffing en de aanwending van de heffingsopbrengst geschiedt in overeenstemming met de geldende (communautaire) wet- en regelgeving. b) Eventuele bijzonderheden rond de steunmelding/notificatie Ter voorkoming dat de heffingsverordeningen jaarlijks naar de Europese Commissie moeten worden doorgeleid is bij de melding van de Verordening heffingen pootaardappelen september 2002 en de Verordening heffingen pootaardappelen 2003 aan de Europese Commissie het volgende bericht: - de maximum heffing bedraagt 0,50 per ton (tot 2009: 0,40 per ton); - de maximum uitgave voor promotie per jaar bedraagt 450.000; - de maximum uitgave voor onderzoek en andere projecten per jaar bedraagt 300.000. De Europese Commissie heeft indertijd kenbaar gemaakt geen bezwaar te hebben tegen de toepassing van de onderhavige steunmaatregel (NL/XXX/07-00/001/00, NL/XXX/07-00/003/00 en steunmaatregel N 145/2001 - Nederland), laatstelijk gewijzigd bij steunmaatregel nr. N 777/2002. 9

Nadien is in de Verordening HBAG bestemmingsheffing pootgoedfonds 2009 de heffing verhoogd van 0,40 naar 0,60 per ton. Deze verordening is gemeld bij de Europese Commissie en door het DG Concurrentie geregistreerd onder kenmerk X558/2009. Voorts zijn de volgende verordeningen ter goedkeuring aan de Europese Commissie toegezonden: - Verordening HBAG bestemmingsheffing pootgoedfonds 2010 Hierbij is de heffing verder verhoogd van 0,60 naar 0,70 per ton, maar is uiteindelijk besloten een heffing van 0,60 per ton op te leggen. - Verordening HBAG bestemmingsheffing pootgoedfonds vanaf 2011 Deze verordening is in overeenstemming gebracht met de (communautaire) weten regelgeving, terwijl tevens de heffing is verlaagd naar 0,55 per ton. De onderhavige verordening zal vanwege een inhoudelijke wijziging eveneens ter goedkeuring aan de Europese Commissie worden toegezonden. c) Berekening van het de-minimis-bedrag d) In voorkomende gevallen: representativiteit van verzoekende organisaties Niet van toepassing. 5. Mutaties In artikel 2, tweede lid, van de verordening is de heffing vastgesteld op 0,53 (was 0,55) per ton. Verder is in artikel 2, derde lid, van de verordening de heffingssystematiek gewijzigd door te bepalen, dat ieder kalenderjaar heffing is verschuldigd over de door de ondernemer in de periode van 1 juli in het voorgaande kalenderjaar tot 1 juli van het desbetreffende kalenderjaar verkochte hoeveelheid pootaardappelen, en wel voor zover die pootaardappelen in Nederland zijn geteeld en zijn goedgekeurd door de Stichting. Tevens is in artikel 3 van de verordening, betreffende onvoorziene gevallen, een redactionele en procedurele aanpassing doorgevoerd. Voor het overige komt de verordening inhoudelijk overeen met de Verordening HBAG bestemmingsheffing pootgoedfonds vanaf 2011. Aalsmeer, voorzitter secretaris Hoofdbedrijfschap Detailhandel Tervisielegging en verkrijgbaarstelling ontwerpjaarrekening 2011 Het dagelijks bestuur maakt, gelet op artikel 124, tweede lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie, bekend dat het ontwerpbesluit tot vaststelling van de rekening der inkomsten en uitgaven over 2011, met toelichting bij het secretariaat, Nieuwe Parklaan 72-74 te Den Haag, voor een ieder ter lezing is neergelegd. De beraadslagingen worden gehouden in de openbare bestuursvergadering van 4 juli 2012. Bosschap Ontwerp- Verordening Bosschap heffing, subsidies en bijdragen 2013 Ontwerp-verordening van het Bosschap van., houdende regels ter zake van de aan de onder het Bosschap ressorterende ondernemers op te leggen heffing subsidies en bijdragen voor het jaar 2013 (Verordening Bosschap heffing subsidies en bijdragen 2013) Het bestuur van het Bosschap; Gelet op de artikelen 93, 95, 126 en 127 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op artikel 7 van het Instellingsbesluit Bosschap; 10

Besluit: 1 Begripsbepalingen Artikel 1 In deze verordening wordt overgenomen de terminologie van het Instellingsbesluit Bosschap en de Registratieverordening Bosschap 2010 en wordt verstaan onder: onderneming: een onderneming waarvoor het Bosschap is ingesteld; heffingsplichtige: een natuurlijk persoon of rechtspersoon of een niet rechtspersoonlijkheid bezittende vennootschap die één of meer ondernemingen heeft gedreven gedurende enige periode in 2013; hectareheffing: heffing volgens de grondslag als bedoeld in artikel 7, eerste lid onder a., van het Instellingsbesluit Bosschap; omzetheffing: heffing volgens de grondslag als bedoeld in artikel 7, eerste lid onder b., van het Instellingsbesluit Bosschap; heffing: het totaal van de hectareheffing en de omzetheffing; secretaris: de secretaris van het Bosschap. Artikel 2 2 Heffingen 1. De heffingsplichtige is voor het jaar 2013 een heffing verschuldigd voor subsidies en bijdragen ten behoeve van onderzoek, onderwijs en verkenning t.b.v. de sector. 2. De heffingsplichtige is voor het jaar 2013: a. per onderneming waarin de bosbouw, het bosbeheer, het natuurbeheer of de houtteelt wordt uitgeoefend een hectareheffing aan het Bosschap verschuldigd van 0,18 per hectare bosgrond en van 0,03 per hectare natuurgrond. b. per bosbouwambachtonderneming een omzetheffing aan het Bosschap verschuldigd volgens onderstaande tariefschaal. Daarbij wordt voor de bepaling van de verhoging van de omzet boswerk het in 2012 aantal m 3 verkregen of gekocht hout, op stam of in het bos liggend, vermenigvuldigd met 12,15 per m 3. Omzet boswerk in 2012 Omzetheffing 0 tot 11.345 0,00 11.345 tot 45.380 7,46 45.380 tot 113.445 14,80 113.445 tot 226.890 22,25 226.890 tot 453.780 29,60 453.780 en meer 37,05 3. Aan de heffingsplichtige die in 2013 gestart is met de uitoefening van een onderneming wordt over het jaar 2013 een aftrek toegekend ter hoogte van de voor die onderneming van toepassing zijnde heffing. Artikel 3 3 Vaststelling en oplegging van de heffing 1. De heffingsplichtige verstrekt op verzoek van het Bosschap binnen een maand de gegevens benodigd voor het vaststellen van de heffing. 2. Een verzoek tot gegevensverstrekking kan achterwege blijven indien het Bosschap reeds uit anderen hoofde over de benodigde gegevens beschikt. 11

3. De secretaris kan namens het bestuur formulieren vaststellen ter verkrijging van de benodigde gegevens. Artikel 4 1. De heffing wordt door de secretaris namens het bestuur vastgesteld na opgave door de heffingsplichtige van de voor de vaststelling van de heffing benodigde gegevens, dan wel nadat de benodigde gegevens op andere wijze zijn verkregen. 2. Indien geen, een onvolledige of een kennelijk onjuiste opgave is gedaan kan de heffing ambtshalve worden vastgesteld. Artikel 5 1. Oplegging van de heffing geschiedt door de secretaris namens het bestuur door middel van toezending of uitreiking van een gedagtekende heffingsaanslag aan de heffingsplichtige. 2. De heffingsaanslag bevat: a. de naam van de heffingsplichtige b. een specificatie van het bedrag van de heffing; c. het totaal van de heffingsaanslag. Artikel 6 1. De vaststelling en oplegging van de heffing kan door de secretaris worden ondergemandateerd. 2. De secretaris beslist namens het bestuur op bezwaarschriften tegen in ondermandaat genomen besluiten. Artikel 7 4 Betaling en invordering 1. De heffingsplichtige voldoet de heffing binnen 30 dagen na dagtekening van de aanslag. 2. Indien de heffingsplichtige het bepaalde in het eerste lid niet of niet geheel nakomt, ontvangt de heffingsplichtige een herinnering. 3. Indien de heffingsplichtige de heffing binnen twee weken na dagtekening van de herinnering niet of niet geheel heeft betaald, ontvangt de heffingsplichtige een schriftelijke aanmaning om alsnog binnen 14 dagen te betalen. 4. Indien de heffingsplichtige de heffing op basis van de in het voorgaande lid genoemde aanmaning niet of niet geheel heeft betaald, volgt invordering bij dwangbevel. Artikel 8 5 Slotbepalingen Deze verordening treedt in werking met ingang 1 januari 2013. Artikel 9 Deze verordening wordt aangehaald als Verordening Bosschap heffing subsidies en bijdragen 2013. Deze verordening zal met de toelichting in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie worden geplaatst. Driebergen, voorzitter secretaris 12

ALGEMENE TOELICHTING Inleiding Het Bosschap verstrekt subsidies en bijdragen op het gebied van onderzoek, onderwijs en verkenning in het algemeen belang van de sector bos en natuur. Om deze subsidies en bijdragen te financieren wordt, aanvullend op de algemene heffing, een (bestemmings)heffing opgelegd aan ondernemers die onder het Bosschap ressorteren. De onderhavige verordening strekt daartoe. De subsidies en bijdragen dragen bij aan de verdere ontwikkeling van de sector en kunnen bezwaarlijk door de individuele bedrijven worden geïnitieerd en gefinancierd. Resultaten van ondersteunde activiteiten worden gepubliceerd in de daarvoor in aanmerking komende vakbladen en/of worden op verzoek van belangstellenden beschikbaar gesteld; alle belangstellenden kunnen dan ook van de resultaten profiteren. Subsidiering of het toekennen van bijdragen zonder dat daaraan een algemeen belang kan worden toegekend wordt niet als een taak van het Bosschap gezien. Voorts verdient opmerking dat alle activiteiten worden beoordeeld aan de hand van de zogenaamde PBO-toets (is sprake van een gemeenschappelijk belang, is sprake van een complementaire activiteit, dus aanvullend en/of versterkend, en voorziet de activiteit in een duidelijke behoefte, m.a.w. is dus vraag gestuurd). Financiering van de activiteiten uit publieke middelen acht het bestuur nodig omdat het (mede) om een collectief belang van de sector gaat waaraan alle bedrijfstakgenoten zouden behoren bij te dragen. Door van alle ondernemers een bijdrage te vragen kunnen de financiële lasten per onderneming relatief laag gehouden worden. Financiering langs privaatrechtelijke weg acht het bestuur hier niet aan de orde, gelet op het algemene en gemeenschappelijke belang. Bovendien zal financiering langs die weg niet tot het gewenste resultaat leiden. Heffingen De heffing wordt over bos en natuurterreinen verdeeld overeenkomstig de sleutel voor de algemene heffing als geregeld in de Verordening Bosschap algemene heffing 2013. In verband met de toename van de begrote uitgaven wordt de heffing ten opzichte van 2012 voor natuurterreinen verhoogd van 0,00 naar 0,03 per ha; de heffing voor bosgronden blijft vooralsnog gehandhaafd op 0,18. De tarieven van de heffing bij bosbouwambachtondernemingen stijgen eveneens en bedragen nu respectievelijk 7,46, 14,80, 22,25, 29,60 en 37,05 per omzetklasse. De opbrengst van de heffing voor het jaar 2013 wordt begroot op 66.100,-. De heffing is in de begroting opgenomen onder de hoofdfunctie bestuur. De heffing inzake subsidies en bijdragen en de daaruit te financieren activiteiten zijn door de Europese Commissie goedgekeurd bij beschikking van 28 februari 2000 (steunmaatregel nr. N 754/99). Uitvoering en handhaving Heffingsplichtigen krijgen per onderneming een heffing opgelegd. Over ondernemingen die in 2013 worden gestart is geen heffing verschuldigd. Artikel 7 vermeldt welke gegevens de heffingsaanslag dient te bevatten. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 dient de heffingsplichtige de heffingsaanslag binnen een maand na dagtekening te betalen. Heffingsplichtigen die op dat moment niet hebben betaald, krijgen een eerste herinnering, op basis waarvan binnen de daarin gestelde termijn de aanslag alsnog dient te worden betaald. Heffingsplichtigen die op basis van de eerste herinnering niet tijdig hebben betaald, ontvangen een schriftelijke aanmaning, op basis waarvan binnen de daarin gestelde termijn de aanslag dient te worden betaald. Van heffingsplichtigen die ook op basis van de aanmaning niet tijdig hebben betaald wordt de vordering uit handen gegeven en start een traject van inning via de deurwaarder. 13

Administratieve lasten In het kader van de Code Goed Bestuur van de product- en bedrijfschappen dient in de toelichting bij de heffingsverordening te worden ingegaan op omvang en noodzaak van administratieve lasten in dit verband. De omvang van de administratieve lasten is vermeld in de meting ter zake voor het jaar 2010. Dat ziet er als volgt uit. Naam verordening - Verordening Algemene Heffing en - Verordening Subsidies en Bijdragen - Verordening Algemene Heffing en - Verordening Subsidies en Bijdragen Administratieve handeling Totaal administratieve lasten Aantal bedrijven Gemidd. admin. last per bedrijf Opgave omzet 17.015,13 337 50,49 Betaling heffing 94.847,22 2.061 46,02 Over de noodzaak van administratieve lasten kan worden gesteld, dat opgave van de omzet en betaling van de heffing verplicht is, en dat deze handelingen administratieve lasten meebrengen. Echter, doordat steeds meer bedrijven hun opgave omzet via mijnbosschap.nl (sinds 2010) digitaal aanleveren, gaan de administratieve lasten op dat punt substantieel afnemen. Verder worden de administratieve lasten in het kader van deze verordening beperkt, doordat de heffing op grond van deze verordening tezamen met de heffing op grond van de Verordening Bosschap algemene heffing 2013 in één heffingsaanslag wordt opgelegd, hetgeen de betaling ervan vergemakkelijkt. Ook een eventuele aanmaning en een mogelijk daaropvolgend invorderingstraject volgen dezelfde, gezamenlijke route. Wijzigingen ten opzichte van voorgaande verordening In deze verordening zijn ten opzichte van de Verordening Bosschap Heffing Subsidies en Bijdragen 2012 de volgende wijzigingen aangebracht: - verhoging van de areaalheffing voor natuurgronden van 0,00 naar 0,03 per hectare - verhoging van de omzetheffing per omzetklasse voor bosbouwambachtondernemingen van (respectievelijk) 7,29 naar 7,46, van 14,47 naar 14,80, van 21,75 naar 22,25, van 28,93 naar 29,60, en van 36,22 naar 37,05. - de aftrek op de heffing voor georganiseerden, de zogenaamde Schilthuisaftrek, is met ingang van dit kalenderjaar (2013), overeenkomstig het bepaalde in artikel 126, achtste lid,van de Wet op de bedrijfsorganisatie, komen te vervallen. Tevens zijn een groot aantal redactionele wijzigingen en enkele andere correcties doorgevoerd om de leesbaarheid van de verordening te verbeteren en te voldoen aan algemene aanwijzingen van regelgeving zonder daarmee te beogen wijziging aan te brengen in de uitvoeringspraktijk. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Artikel 1 Teneinde de leesbaarheid van de verordening te verbeteren is voor de in de verordening gebezigde begrippen verwezen naar de omschrijvingen zoals deze zijn opgenomen in het Instellingsbesluit Bosschap en de Registratieverordening Bosschap 2010. In het Instellingsbesluit Bosschap is opgenomen voor welke ondernemingen het Bosschap is ingesteld. Daarbij is van belang dat onder ondernemingen hier niet worden 14

verstaan de natuurlijke of rechtspersonen die een functie in het bedrijfsleven vervullen, maar de technisch-organisatorische eenheden dat door hen bij het vervullen van die functie wordt geëxploiteerd. Het is derhalve mogelijk dat een heffingsplichtige meerdere ondernemingen waarvoor het Bosschap is ingesteld drijft of heeft gedreven. Overigens is van een onderneming eerst sprake als de bedrijfsuitoefening een bepaalde omvang heeft. Ondernemingen ressorteren niet onder het Bosschap in het geval de oppervlakte bosgrond of natuurterrein tezamen minder dan 5 hectare bedraagt of voor wat betreft een bosbouwambachtonderneming de jaarlijkse omzet boswerk minder dan 11.345 bedraagt. In de notitie Werkingssfeer Bosschap, goedgekeurd door het bestuur op 30 september 2010, wordt overigens uitgebreid beschreven welke ondernemingen derhalve onder het Bosschap ressorteren. In de Registratieverordening Bosschap 2010 wordt voorts uitgebreid omschreven wat onder termen als bosgrond, natuurterrein en omzet boswerk wordt verstaan. Artikel 2 Het eerste lid van artikel 2 legt uit dat uit de verschuldigde heffing subsidies en bijdragen gefinancierd worden die worden verstrekt op het gebied van onderzoek, voorlichting en opleiding in het algemeen belang van de sector bos en natuur, zoals het LEI onderzoek, de gegevensverzameling bos, hout en natuur van Probos en het gastmedewerkerschap WUR. Het tweede lid van artikel 2 kent een tweeledige opzet. Enerzijds zijn de ondernemingen waarin de bosbouw, het bosbeheer, het natuurbeheer of de houtteelt wordt uitgeoefend een zogenaamde hectareheffing verschuldigd voor elke hectare aan bos- of natuurgrond. De omschrijving welke oppervlakten grond als bos- of natuurgrond zijn aan te merken staat in artikel 1 van de Registratieverordening Bosschap 2010. Voor wat betreft bosgrond betreft het oppervlakte grond, gelegen buiten de bebouwde kom als bedoeld in artikel 1, vijfde lid van de Boswet, van meer dan 10 are met daarop een boom, bomen, boomvormers, struwelen of hakhout die een zelfstandige eenheid vormt, alsmede een rijbeplanting die, gerekend over het totaal aantal rijen, 21 bomen of meer omvat. Wegen en brandstroken waarvan de verharding smaller is dan 6 meter alsmede grond waarop een herplantplicht rust uit hoofde van de Boswet worden tot bos(grond) gerekend, evenals tijdelijk bos op landbouwgronden. Kerstbomen tot 20 jaar, handelskwekerijen, bomen op erven en tuinen en boomgaarden worden niet tot bosgrond gerekend. Voor wat betreft natuurgrond betreft het oppervlakte(n) grond of water die is aan te merken als natuurterrein als bedoeld in artikel 1, lid 1, sub d, of lid 2 Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928 of die is gelegen in gebieden welke zijn aangewezen op grond van artikel 10 lid 1, artikel 10a lid 1 of artikel 27 lid 1 van de Natuurbeschermingswet 1998, met uitzondering van bosgrond, landbouwgrond in agrarisch gebruik en water van aanzienlijke omvang. Voor wat betreft bosbouwambachtondernemingen is per onderneming een zogenaamde omzetheffing boswerk verschuldigd. Tot de omzet boswerk wordt volgens de Registratieverordening Bosschap 2010 gerekend het totaalbedrag exclusief btw dat door een bosbouwambachtonderneming in een kalenderjaar in rekening is gebracht wegens uitvoering van werkzaamheden en andere dienstverlening, de bijlevering van materialen inbegrepen, op bosgronden in Nederland. Genoemd totaalbedrag wordt verhoogd met een bedrag dat wordt verkregen door het aantal m 3 verkregen of gekocht hout, op stam of in het bos liggend, te vermenigvuldigen met een jaarlijks door het bestuur vast te stellen vergoeding, in het geval de ondernemer de aan dit hout verrichte werkzaamheden zelf heeft uitgevoerd. Voor het jaar 2013 is deze vergoeding door het bestuur vastgesteld op 12,15 per m 3. In het derde lid wordt eveneens een aftrek, in dit geval een startersaftrek, toegekend ten aanzien van ondernemingen die in 2013 worden gestart. Dit betekent dat de heffingsplichtige over ondernemingen die in 2013 worden gestart geen heffing is verschuldigd. Deze wijziging brengt geen verandering in de reeds jaren uitgevoerde heffingspraktijk, waarbij slechts ondernemingen die op 1 januari van enig jaar in dit geval 2013 in de registratie van het Bosschap waren opgenomen, de heffing verschuldigd waren. Derhalve waren ondernemingen die in de loop van het betreffende kalenderjaar werden gestart en geregistreerd eveneens geen heffing verschuldigd. Om 15

eventuele onjuistheden in de registratie geen gevolgen te laten hebben voor de heffingsplicht is de redactie van relevante bepalingen in de verordening op dit punt aangepast. Artikel 3 Op grond van de Registratieverordening Bosschap 2010 is de ondernemer reeds verplicht om diverse gegevens, waaronder het aantal hectare bos- of natuurgrond alsmede voor wat betreft bosbouwambachtondernemingen de (in het vorige kalenderjaar gerealiseerde) omzet boswerk, aan het Bosschap te verstrekken. Reeds op grond van deze door de ondernemer verstrekte gegevens is het mogelijk de heffing voor het jaar 2013 vast te stellen. Indien echter deze gegevens ontbreken of onvolledig zijn of blijken te zijn kan het Bosschap de ondernemer verzoeken deze gegevens alsnog te verstrekken. De ondernemer dient deze gegevens vervolgens binnen een maand aan het Bosschap te verstrekken. Dit is geregeld in het eerste lid. Een dergelijk verzoek kan uiteraard achterwege blijven als het Bosschap reeds op andere wijze over de voor de vaststelling van de heffing van belang zijnde gegevens beschikt. Om het proces van gegevensverwerking meer te stroomlijnen kan de secretaris namens het bestuur formulieren vaststellen op papier of digitaal die de ondernemer dient te gebruiken ter verstrekking aan het Bosschap van de benodigde gegevens. Zo kunnen bijvoorbeeld voor het vaststellen van de heffing voor bosbouwambachtondernemingen via een daartoe vastgesteld formulier of op andere wijze het in 2012 in rekening gebrachte bedrag aan omzet boswerk in geld (exclusief Btw) en het bedrag aan omzet boswerk in m 3 gekocht of verkregen hout bij de heffingsplichtige worden uitgevraagd. Artikel 4 De secretaris stelt namens het bestuur de heffing vast. Dit kan de secretaris doen nadat de ondernemer op verzoek daartoe de benodigde gegevens heeft verstrekt, dan wel als reeds door het Bosschap op andere wijze over de benodigde gegevens wordt beschikt. De gegevens zullen immers reeds veelal op grond van de ingevolge de Registratieverordening Bosschap 2010 of eerdere registratieverordeningen verstrekte gegevens bij het Bosschap bekend zijn. Als de ondernemer ondanks een verzoek daartoe in gebreke blijft de gegevens, geheel of gedeeltelijk, te verstrekken, dan wel als sprake is van kennelijk onjuist verstrekte gegevens, kan de secretaris namens het bestuur ambtshalve de heffing vaststellen. Daartoe is het tweede lid opgenomen. Artikel 5 Oplegging van de ingevolge artikel 4 vastgestelde heffing geschiedt door toezending of uitreiking van een heffingsaanslag, meestal in de vorm van een heffingsnota. Het tweede lid wijst een aantal gegevens aan die de heffingsaanslag in ieder geval dient te bevatten. Aangezien de heffingsnota is aan te merken als een beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht zal de heffingsnota daarnaast moeten aangeven op welke wijze de heffingsplichtige tegen de aanslag bezwaar kan maken. Overigens zal de heffingsnota in de praktijk gelijktijdig met de algemene heffing op grond van de Verordening Bosschap algemene heffing 2013 aan de heffingsplichtige worden toegezonden. Artikel 7 In artikel 7 wordt geregeld op welke wijze de heffingsplichtige de vastgestelde heffing dient te betalen en op welke wijze het Bosschap tot invordering kan overgaan. Op grond van artikel 127, eerste lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie, kan de voorzitter van het Bosschap het verschuldigde bedrag van de heffing, verhoogd met de op de invordering vallende kosten, bij dwangbevel invorderen. Het bedrag kan bij parate executie worden ingevorderd, dat wil zeggen dat geen tussenkomst van de rechter is vereist. Voordat met de invordering kan worden begonnen, moet de heffingsplichtige schriftelijk zijn aangemaand om het verschuldigde bedrag binnen een in de aanmaning gestelde termijn van ten minste tien dagen te betalen. In de aanmaning moet worden vermeld dat, als niet binnen de gestelde termijn wordt betaald, overeenkomstig het eerste lid van artikel 127 van de Wet op de bedrijfsorganisatie zal worden ingevorderd. 16

De procedure tot invordering van een aan een onderneming opgelegde heffing, als bedoeld in artikel 127 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, wordt niet gestart, zolang: a. tegen de beschikking waarbij de heffing is opgelegd nog bezwaar of beroep open staat; b. op een tegen een heffing ingesteld bezwaar of beroep nog niet onherroepelijk is beslist. Driebergen, voorzitter secretaris Bedrijfschap Horeca en Catering Tervisielegging en verkrijgbaarstelling ontwerpjaarrekening 2011 Het dagelijks bestuur maakt, gelet op artikel 124, tweede lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie, bekend dat het ontwerpbesluit tot vaststelling van de rekening der inkomsten en uitgaven over 2011, met toelichting bij het secretariaat, Baron de Coubertinlaan 6 te Zoetermeer voor een ieder ter lezing is neergelegd en aldaar verkrijgbaar is. De beraadslagingen worden gehouden in de openbare bestuursvergadering van 6 juni 2012. 17

Wettelijk voorgeschreven uitgave van de Sociaal- Economische Raad met mededelingen, verorde ningen en besluiten van de publiekrechtelijke bedrijfs organisatie (PBO). Verschijnt wekelijks. ISSN 0920-4865 Sociaal-Economische Raad Redactie PBO-blad Bezuidenhoutseweg 60 Postbus 90405 2509 LK Den Haag T 070 3499 499 E pboblad@ser.nl www.ser.nl Een jaarabonnement is gratis. Opgave jaarabonnementen, opzeggingen en adreswijzigingen uitsluitend via e-mail met als onderwerp abonnement.