Actualisatie natuurtoets Wallerstraat te Nijkerk

Vergelijkbare documenten
Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Notitie flora en fauna

Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming

Quickscan flora en fauna Plantage 80 Oude Wetering

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Quickscan flora en fauna Solarpark Groene Hoek te Haarlemmermeer

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

Verkennend natuuronderzoek herinrichting Venlo-Noord

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO

Verkennend natuuronderzoek locatie tennisvereniging Beukersweide te Wierden

MEMO. Vleermuizen Sportlaan 2 4 te Gemert

Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Controle: drs. ing. E. Scheer Paraaf:

Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern

Toets flora en fauna Herinrichting locatie Spreeuwenstraat 11 te Nijmegen

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek

Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen

Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora- en faunawet

Vleermuisonderzoek Paranadreef te Utrecht

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

Verkennend natuuronderzoek locatie Loostraat 55a/57 Huissen

Verkennend natuuronderzoek De Hoeven Beekbergen

Toets flora en fauna President Verhofstadtstraat Groeskuilenstraat en Virmundtstraat te Gemert

Toets flora en fauna Kolping te Nijmegen

Aanvullend natuuronderzoek voormalig Zoutdepot Breukelen

Verkennend natuuronderzoek Parklaan / Nieuweweg te Hattem

Verkennend natuuronderzoek locatie Woonpark Zeist

Quickscan flora en fauna De Hoef Oostzijde 27 te De Hoef

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet

Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg

Project Status Datum. Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari Auteur Veldonderzoek Projectcode

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter

! " # $! % & '%(#(#%) * +,,, & -, ".,,,,,!

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

mevrouw M. van Aarle 1100 AK Amsterdam Nader onderzoek vleermuizen landgoed Beresteijn ir. Linda Dresmé

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Van Zuylenlaan 9, Hoevelaken

Samenvatting quickscan natuurtoets

Vleermuisonderzoek locatie Merenhoef te Maarssen

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Bureaustudie natuurwaarden Nijverheidstraat te Nederhemert

Veldinventarisatierapport t Hof 12 te Uddel. Opdrachtgever: Van Beijnum Architecten. 18 mei projectnummer

Onderzoek flora en fauna

Saksen Weimar fase 5 en verder Ecologische check

Nieuwe bedrijfslocaties

Verkennend natuuronderzoek Anklaarseweg Apeldoorn

memo datum: 22 juli 2011

Beschermde soorten in Hasselt (Overijssel)

Quickscan flora en fauna Renovatie Parkhotel aan de Hoek Stationsstraat en de Breelaan te Bergen

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond

Notitie Quickscan flora en fauna

Bureauonderzoek Flora en fauna

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Vleermuisonderzoek Kildijk

Busbaan langs de Kruisvaart

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. De heer J. Arends. datum: 20 april quick scan flora en fauna

Bijlage 1 Onderzoek ecologie

Aanvullend vleermuisonderzoek plangebied Dennenlaan en Olmenlaan te Zwanenburg

Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

Nader onderzoek Vleermuizen, huismus en steenmarter Ingen

6 Flora- en fauna quickscan

Briefrapport. Globale ligging plangebied. AANLEIDING EN METHODE. De heer E.J. Overbeek. datum: 16 september quick scan flora en fauna

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, opgaande beplanting en watergangen.

COLOFON. BK Ruimte & Milieu bv, Adviseurs in omgevingsrecht

Boomcontrole vleermuizen boom 61145, Nieuwegracht te Utrecht

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

Toets flora en fauna Tempeliersweg 46 te Haaren

Briefrapport. Globale ligging plangebied AANLEIDING EN METHODE. Gemeente Oldenzaal t.a.v. de heer F. van Es. datum: 23 november 2011

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. Gemeente Dinkelland t.a.v. dhr. H. Zegeren. datum: 22 juni quick scan flora en fauna

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum

Briefrapport Flora en fauna

Vleermuisonderzoek De Waterwijzer Lelystad

Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/

Vleermuisonderzoek Havendreef te Heemstede

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g

Onderzoek flora en fauna

Toets flora en fauna Dorpsstraat 52 te Loosbroek

Quickscan samenvatting twee percelen Staphorst

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn

Notitie. 1 Inleiding. 1.2 Plangebied Het plangebied omvat de percelen op Straatweg 77 en Statenlaan 2 te Rotterdam (figuur 1 en 2).

Memo. Inleiding. Werkzaamheden. Aan. Hilke de Vries Van. Carola van den Tempel CC Datum 9 september 2016 Betreft

Notitie aanvullend onderzoek

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede

Toets flora en fauna. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader. Dreef 8 te Eersel

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis

Bijlage. Bodemonderzoek

Notitie quickscan Flora en fauna

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10

Datum : 10 juli 2015 Ons kenmerk : 1502H037/DBI/rap2 Betreft : Resultaten flora- en faunaonderzoek J.P. Gouverneurlaan 20 te Sassenheim

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

Quickscan samenvatting Stephensonstraat Harderwijk

Erasmuslijn Den Haag. Quick scan ecologie en vleermuisonderzoek. Movares Nederland B.V. drs. T.P. Seip Kenmerk MNO-TS Versie 1.

Transcriptie:

Actualisatie natuurtoets Wallerstraat te Nijkerk Opdrachtgever: BK ruimte&milieu de heer M.W. van der Hulst Postbus 2111 1990 AC Velserbroek Versienummer: Concept 2 Datum: 10 juni 2012 Auteur: Paraaf: mevrouw ir. L. Dresmé

Actualisatie natuurtoets Wallerstraat te Nijkerk N-Holland.FF.12529 10 juni 2012 Pagina 2 van 17 Colofon Dresmé&vanderValk Wüstelaan 31 2082 AA Santpoort-Zuid +31 (0)23 5315153 +31 (0)6 47570615 linda@dresmevandervalk.nl www.dresmevandervalk.nl Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, elektronisch op geluidsband of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Dresmé&vanderValk.

Actualisatie natuurtoets Wallerstraat te Nijkerk N-Holland.FF.12529 10 juni 2012 Pagina 3 van 17 Samenvatting In mei 2012 is een Actualisatie natuurtoets uitgevoerd naar mogelijke beschermde flora en fauna in combinatie met de vereisten vanuit de natuurbeschermingswetgeving. Aanleiding Het project is gelegen aan de Wallerstraat te Nijkerk in de provincie Gelderland. Het project bestaat uit sloop van de leegstaande huidige knopenfabriek. Daarna worden nieuwe woningen gebouwd. In 2008 is een Quick Scan uitgevoerd voor het onderhavige project. Omdat na ongeveer 5 jaar een natuurtoets of Quick Scan verouderd is, is in onderhavige rapportage een actualisatie van het bestaande onderzoek uitgevoerd. Conclusies Negatieve effecten op Natura 2000 of andere beschermde gebieden worden als gevolg van het voorgenomen initiatief niet verwacht. In het projectgebied is een nest van de zwarte kraai waargenomen. Het is niet uitgesloten dat later in het voorjaar ook een roofvogel gebruikmaakt van dit nest. Indien na de zwarte kraai een roofvogel in het bestaande nest zal broeden, mag de boom niet zonder meer gekapt worden en zijn compenserende en mitigerende maatregelen nodig. Concreet betekent dit dat de boom met nest tussen augustus en februari mag worden gekapt en dat voor maart een nieuw kunstnest, geschikt voor roofvogels, wordt opgehangen in vergelijkbaar struweel. Hiervoor is een ontheffing van de Flora- en faunawet of een positieve afwijzing nodig. Op basis van een vleermuisonderzoek dat in de periode van de kraamverblijfplaatsen (27 mei 2012) is uitgevoerd, worden kraamverblijfplaatsen niet verwacht. Zomerverblijfplaatsen, paarverblijfplaatsen, tussenverblijfplaatsen en winterverblijfplaatsen kunnen echter op basis van één avondbezoek niet worden uitgesloten. Om met zekerheid vleermuisverblijfplaatsen uit te kunnen sluiten dan wel aan te tonen, dienen meerdere veldbezoeken te worden uitgevoerd conform het vleermuisprotocol van de Vereniging van zoogdieren, 2012. Mogelijk worden de aanwezige zandige en begroeide heuvels in het zuiden van het projectgebied als winterverblijfplaats door de rugstreeppad gebruikt. Indien deze heuvels onaangetast blijven is geen ontheffing van de Flora- en faunawet nodig.

Actualisatie natuurtoets Wallerstraat te Nijkerk N-Holland.FF.12529 10 juni 2012 Pagina 4 van 17 Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding... 5 1.1 Aanleiding... 5 1.2 Doel... 5 1.3 Indeling van de rapportage... 5 2 Projectbeschrijving... 6 2.1 Ligging... 6 2.2 Projectbeschrijving... 6 3 Wettelijk kader... 7 3.1 Soortenbescherming... 7 3.2 Gebiedsbescherming... 8 4 Beschermde gebieden... 10 5 Beschermde soorten... 11 5.1 Flora...11 5.2 Fauna...11 5.2.1 Vogels... 11 5.2.2 Vleermuizen... 12 5.2.3 Overige zoogdieren... 13 5.2.4 Reptielen en amfibieën... 13 5.2.5 Vissen... 14 5.2.6 Insecten en overige fauna... 14 6 Conclusie en aanbevelingen... 15 6.1 Gebiedsbescherming...15 6.2 Soortbescherming...15 Bijlagen 1 Stroomschema Flora- en faunawet algemeen

Actualisatie natuurtoets Wallerstraat te Nijkerk N-Holland.FF.12529 10 juni 2012 Pagina 5 van 17 1 Inleiding In mei 2012 is een Actualisatie natuurtoets uitgevoerd naar mogelijke beschermde flora en fauna in combinatie met de vereisten vanuit de natuurbeschermingswetgeving. 1.1 Aanleiding Het project is gelegen aan de Wallerstraat te Nijkerk in de provincie Gelderland. Het project bestaat uit sloop van de leegstaande huidige knopenfabriek. Daarna worden nieuwe woningen gebouwd. In 2008 is een Quick Scan uitgevoerd voor het onderhavige project. Omdat na ongeveer 5 jaar een natuurtoets of Quick Scan verouderd is, is in onderhavige rapportage een actualisatie van het bestaande onderzoek uitgevoerd. 1.2 Doel De Actualisatie natuurtoets heeft als doel de meest recente archiefgegevens, de wijzingen in aanwezig biotoop, kansen op het voorkomen naar beschermde flora en fauna en wijzigingen in de wetgeving te analyseren ten opzichte van de onderzoeksresultaten van de uitgevoerde Quick Scan van 2008, uitgevoerd door Groenteam. 1.3 Indeling van de rapportage De actualisatie natuurtoets bestaat uit zeven hoofdstukken. In hoofdstuk 2 is het projectgebied en het voorgenomen initiatief beschreven. Hoofdstuk 3 bevat de relevante regelgeving met betrekking tot de bescherming van flora en fauna en gebieden met een beschermde status. Hoofdstuk 4 beschrijft het projectgebied in relatie met beschermde gebieden. In hoofdstuk 5 zijn de onderzoeksmethode en de bevindingen beschreven. De conclusies en aanbevelingen van het oriënterende ecologische onderzoek zijn weergegeven in hoofdstuk 6.

Actualisatie natuurtoets Wallerstraat te Nijkerk N-Holland.FF.12529 10 juni 2012 Pagina 6 van 17 2 Projectbeschrijving 2.1 Ligging Het projectgebied bestaat uit de knopenfabriek aan de Wallerstraat te Nijkerk (provincie Gelderland) zie figuur 1. Het projectgebied is gelegen in een bedrijventerein met aan de zuidzijde het spoor en aan de westzijde een groenstructuur die de Havenlijn volgt. De groenstructuur bestaat uit een wandelpad met aan weerszijde bomen en een sloot. Ten noorden van het gebied is een woonwijk en ten oosten van het projectgebied gaat het stedelijke gebied na circa 100 meter over in agrarisch gebied. Figuur 1: topografische ligging (bron: Googlemaps.nl) 2.2 Projectbeschrijving De huidige bebouwing wordt gesloopt en bouwrijp gemaakt. Daarna worden op deze locatie woningen gebouwd, met de nodige groenvoorzieningen en waterpartijen (zie figuur 2). Figuur 2: Nieuwe ontwikkeling

Actualisatie natuurtoets Wallerstraat te Nijkerk N-Holland.FF.12529 10 juni 2012 Pagina 7 van 17 3 Wettelijk kader 3.1 Soortenbescherming Flora- en faunawet De nationale regelgeving met betrekking tot de bescherming van dier- en plantensoorten is sinds 1 april 2002 in de Flora- en faunawet geregeld. De Flora- en faunawet vervangt daarmee de Vogelwet (1936), de Jachtwet en hoofdstuk V van de Natuurbeschermingswet. In de Flora- en faunawet is tevens het onderdeel soortbescherming van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn overgenomen. De Flora- en faunawet beoogt de bescherming van in het wild levende planten en dieren, alsmede hun directe leefomgeving. Dit gebeurt onder meer door middel van: een algemene zorgplicht; enkele verbodsbepalingen. Algemene zorgplicht De Flora- en faunawet gaat uit van de algemene zorgplicht (artikel 2). Zorgplicht bestaat uit het voorzichtig omgaan met soorten en een onderzoeksplicht. Verbodsbepalingen Op grond van de Flora- en faunawet (artikelen 8 tot en met 12) is het verboden planten, behorende tot een beschermde inheemse plantensoort te beschadigen. Beschermde inheemse dieren mogen niet worden gedood, verstoord, verwond, gevangen en bemachtigd. Tevens is het verboden om nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde inheemse dieren te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren. Onder specifieke voorwaarden is het mogelijk ontheffing aan te vragen. Op 23 februari 2005 is het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten Flora- en faunawet in werking getreden. De beschermde flora en fauna zijn onderverdeeld in drie tabellen overeenkomstig de brochure Buiten aan het werk van het toenmalige ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (nu Economische zaken, Landbouw en Innovatie of EL&I). Gedragscode Voor tabel 2 soorten geldt een vrijstelling indien tijdens bestendig beheer wordt gewerkt volgens een goedgekeurde gedragscode. Voorbeelden van tabel 2 soorten zijn eekhoorn en steenmarter. Tabel drie soorten zijn de zwaarst beschermde soorten, waarbij een deel genoemd zijn in bijlage IV van de Habitatrichtlijn. Indien sprake is van negatieve effecten voor tabel 3 soorten, zoals alle vleermuissoorten, is een ontheffing nodig. Soms 1 is het niet mogelijk een ontheffing te krijgen. Indien het niet mogelijk is om ontheffing te verkrijgen, zijn maatregelen nodig om negatieve effecten uit te sluiten. 1 Indien het gaat om soorten genoemd in Bijlage IV van de Habitatrichtlijn en het project geen groot algemeen belang kent zoals bedoeld in de Habitatrichtlijn.

Actualisatie natuurtoets Wallerstraat te Nijkerk N-Holland.FF.12529 10 juni 2012 Pagina 8 van 17 In bijlage 1 is een stroomschema opgenomen van het ministerie van EL&I over de keuzestappen die nodig zijn om te bepalen of een ontheffing nodig is, of dat kan worden volstaan met mitigerende (verzachtende) of compenserende maatregelen. In juli 2010 is een uitspraak (200909427/1/H3) van de Raad van State naar voren gekomen dat voor ruimtelijke inrichting geen vrijstelling geldt voor tabel 2 soorten. Vogels Vogelsoorten zijn niet in de tabellen opgenomen. Alle broedvogels in Nederland zijn beschermd. De nesten en de directe omgeving zijn tijdens het broedseizoen beschermd. Nesten van sommige vogelsoorten, zijn jaarrond, dus ook buiten het broedseizoen beschermd. 3.2 Gebiedsbescherming Natura 2000 Natura 2000 is het grootste initiatief op het gebied van natuurbescherming in Europa. Het is een samenhangend, Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. Voor natuurbehoud is het van belang dat soorten niet geïsoleerd van elkaar raken. De Natura 2000-gebieden worden aangewezen op basis van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. De totale oppervlakte van Nederlandse natuurgebieden die valt onder Natura 2000, betreffen circa 330.000 ha land en circa 770.000 ha water (onder andere Waddenzee, IJsselmeer en Delta). Europese Vogelrichtlijn De Europese Vogelrichtlijn heeft tot doel alle natuurlijke in het wild levende vogelsoorten in Europa te beschermen. Deze richtlijn beschermt ook Nederlandse wilde vogelsoorten. Voor schadebestrijding gelden specifieke uitzonderingen. Nu de Vogelrichtlijngebieden vastgesteld zijn, geldt voor deze gebieden de rechtstreekse werking van de Natuurbeschermingswet. Europese Habitatrichtlijn De Habitatrichtlijn heeft tot doel natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna op het Europees grondgebied van de Lidstaten te beschermen. In de Habitatrichtlijn wordt gesproken over het vormen van een coherent netwerk van speciale beschermingzones, Natura 2000. Dit netwerk vormt een ecologische hoofdstructuur op Europees niveau. De aangemelde gebieden genieten bescherming door middel van de Natuurbeschermingswet. Natuurbeschermingswet Het ondernemen van activiteiten in en rondom een Natura 2000-gebied kan gevolgen hebben voor de natuur in dat gebied. Hiervoor is in veel gevallen een ontheffing van de Natuurbeschermingswet nodig. Het bevoegde gezag verleent alleen een ontheffing als uit een beoordeling (voortoets) blijkt dat de ingreep de natuurlijke kenmerken van het gebied niet aantast. Bij een negatieve beoordeling kunnen alleen die activiteiten doorgang vinden waarvan de effecten niet significant negatief zijn (wat blijkt uit een effectenbeoordeling welke passende beoordeling 2 of voortoets wordt genoemd). 2 Een passende beoordeling in de zin van artikel 6 van de Habitatrichtlijn is volgens bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) nodig indien aannemelijk is dat een plan of project significante gevolgen kan hebben voor het betreffende Natura 2000- gebied en de bijbehorende beschermde flora en fauna.

Actualisatie natuurtoets Wallerstraat te Nijkerk N-Holland.FF.12529 10 juni 2012 Pagina 9 van 17 Activiteiten waarvoor geen alternatieve oplossingen zijn en sprake is van een dwingende reden van groot openbaar belang, kunnen wel uitgevoerd worden. Wet ruimtelijke ordening In het Natuurbeleidsplan (1990) is de basis gelegd voor de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Dit is een aaneengesloten of met elkaar in verbinding staand stelsel van belangrijke Nederlandse natuurgebieden. De EHS overlapt de Natura 2000-gebieden (Habitatrichtlijn- en Vogelrichtlijngebieden) maar de provincies wijzen ook groengebieden als EHS buiten de Natura 2000-gebieden. Momenteel wordt de EHS herijkt, dat wil zeggen dat de locatie en oppervlakte van de EHS wordt geëvalueerd en zonnodig worden veranderd. In het streekplan of structuurplan zijn de EHS-gebieden aangegeven en bij ruimtelijke plannen (bestemmingsplanwijzigingen en structuurplannen) wordt hieraan getoetst. Indien wijzigingen in het bestemmingsplan of structuurplan worden aangebracht, waarbij sprake is van een EHS-gebied, wordt door de provincie getoetst of de wijziging in overeenstemming is met het beleid ten aanzien van de EHS. Het huidige beleid is het zogenaamde nee-tenzij -regime. Dit regime houdt in dat nieuwe plannen, projecten of handelingen in de EHS niet zijn toegestaan indien deze de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied significant aantasten, tenzij er geen alternatieven zijn en er sprake is van een groot openbaar belang.

Actualisatie natuurtoets Wallerstraat te Nijkerk N-Holland.FF.12529 10 juni 2012 Pagina 10 van 17 4 Beschermde gebieden Natura 2000, Beschermde natuurmonumenten De meest nabijgelegen Natura 2000-gebied is Arkenheem, ten noorden van Nijkerk op een afstand van circa 2,5 kilometer. Gezien de relatief grote afstand en de beperkte reikwijdte van bouw- en sloopactiviteiten van het onderhavige project, worden geen negatieve effecten als gevolg van het project verwacht. Op minder dan vijf kilometer zijn geen Beschermde natuurmonumenten gelegen. Figuur 3: Natura 2000-gebied in de nabijheid van het projectgebied (http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/documenten/gebieden/056/n2k_056_00_arkemheen%20klein.pdf) Ecologische Hoofdstructuur (hierna EHS) Het projectgebied is geen onderdeel van de EHS, zie figuur 4 Gezien de tussengelegen bebouwde kom kunnen negatieve effecten als gevolg van het project op de EHS, worden uitgesloten. Figuur 4: EHS ter plaatse van Nijkerk (bron: http://www.gelderland.nl/documenten/themas/landelijk_gebied/natuur/ehs_herijking_resultaat_dec2011_manifestpar tners_a3_roodmetbeheer.pdf

Actualisatie natuurtoets Wallerstraat te Nijkerk N-Holland.FF.12529 10 juni 2012 Pagina 11 van 17 5 Beschermde soorten De uitgevoerde onderzoeksmethode waarbij de beschermde soorten inzichtelijk zijn gemaakt bestaat uit een archiefonderzoek. Het onderzoek is gebaseerd op de ethische code van het Netwerk Groene Bureausbranchevereniging. Deze code richt zich op goed opdrachtnemerschap en maatschappelijk verantwoord ondernemen (Netwerk Groene bureaus, 2005). Door middel van het archiefonderzoek is een overzicht gemaakt van de soorten die mogelijk in het projectgebied aanwezig kunnen zijn. Omdat in 2008 al eerder een natuurtoets is uitgevoerd 3 zijn deze gegevens als uitgangspunt genomen. Archiefgegevens van na oktober 2008 zijn meegenomen in onderhavige rapportage. Geraadpleegde bronnen zijn: waarneming.nl, telmee.nl, uitgevoerde natuurtoetsen in Nijkerk die zijn gepubliceerd op IMRO.nl en afgegeven of geweigerde vergunningen van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie. De veldwerkzaamheden bestaan uit een biotooponderzoek overdag en een avondbezoek naar vleermuizen. Het biotooponderzoek is uitgevoerd 14 mei 2012 en het avondbezoek is uitgevoerd op 27 mei 2012. Beide dagen waren relatief warm (20 C), onbewolkt met een zwakke wind. De weeromstandigheden of jaargetijde van de uitgevoerde onderzoeken vormen geen belemmering voor het veldonderzoek. 5.1 Flora In overeenstemming met de Quick Scan van 2008 zijn beschermde plantensoorten binnen het projectgebied uitgesloten. Een ontheffing van de Flora- en faunawet is voor flora niet nodig. 5.2 Fauna 5.2.1 Vogels Het projectgebied is geschikt voor algemeen voorkomende vogels die broeden in struiken zoals merel, koolmees en roodborst. In een esdoorn op de heuvel aan de zuidzijde, op de begroeide heuvel, is een nest gezien van een zwarte kraai. Het is niet uitgesloten dat later in het voorjaar ook een roofvogel gebruikmaakt van dit nest. Het projectgebied is ongeschikt voor bosvogels of weidevogels. Vogels die in of op gebouwen broeden zijn niet waargenomen en worden niet verwacht vanwege de beperkte mogelijkheden op het platte dak. Effecten Alle in Nederland voorkomende wilde vogelsoorten met uitzondering van de exoten (en hun broedgebied) worden in het kader van de Flora- en faunawet als extra te beschermen soorten beschouwd. Voor mogelijke schade toegebracht aan broedvogels kan geen ontheffing worden aangevraagd in het kader van de Floraen faunawet (behalve bij een aantal uitzonderingen zoals een groot algemeen belang). 3 Groenteam, 2008, Quick Scan Flora- en faunawet t.b.v. Procedure W.R.O., Planlocatie Knopenfabriek te Nijkerk, concept, 29-8-2008.

Actualisatie natuurtoets Wallerstraat te Nijkerk N-Holland.FF.12529 10 juni 2012 Pagina 12 van 17 Indien na de zwarte kraai een roofvogel in het bestaande nest zal broeden, mag de boom niet zonder meer gekapt worden en zijn compenserende en mitigerende maatregelen nodig. Concreet betekent dit dat de boom met nest tussen augustus en februari mag worden gekapt en dat voor maart een nieuw kunstnest, geschikt voor roofvogels, wordt opgehangen in vergelijkbaar struweel. Hiervoor is een ontheffing van de Flora- en faunawet of een positieve afwijzing nodig. Van de eventueel overige broedvogels die in het projectgebied broeden, hebben geen daarvan een jaarrond beschermd nest. Indien bomen buiten het broedseizoen worden gekapt zijn geen aanvullende maatregelen of ontheffing nodig. 5.2.2 Vleermuizen archiefonderzoek In de regio komen de vleermuissoorten gewone baardvleermuis, watervleermuis, meervleermuis, gewone en ruige dwergvleermuis, rosse vleermuis en laatvlieger (Limpens, 1997). In de Quick Scan van 2008 is aangegeven dat de knopenfabriek geschikte invliegopeningen bevat : De bebouwing vertoont divers kleine openingen in de vorm van open stootvoegen (naar kennelijk achterliggende spouwmuur), dilatiespleten ter plaatse van gebouwaansluitingen, oude zonwering, een kennelijk holle dakruimte met ventilatiegaten, bruikbare oude regenpijpen en een kapotraampje, allemaal specifieke openingen welke door vleermuizen worden gebruikt om in een kleine holle ruimte als verblijfplaats te kunnen voorkomen. (pagina 6). In de Quick Scan van 2008 wordt vervolgens geconcludeerd: Met name de vleermuizen vergen voorafgaand aan de uitvoering, nadere veldinventarisaties met rapportage en verdere onderbouwing van consequenties in een complete natuurtoets. (pagina 10). Van der Molen Groenconsult heeft een onderzoek naar vleermuizen uitgevoerd voor een projectgebied binnen het bedrijventerrein Arkervaart te Nijkerk in 2010. Dit projectgebied ligt op een afstand van ongeveer 1 kilometer ten oosten van de knopenfabriek. Er zijn 3 avondbezoeken in 2010 uitgevoerd (20 mei, 15 juli, 25 augustus en 5 september) en 1 ochtendbezoek (5 juli). Er is tijdens het ochtendbezoek een zomerverblijfplaats aangetroffen dat ook als paarverblijfplaats is waargenomen tijdens het avondbezoek van 5 september. In 2008 is een ontheffing van de Flora en faunawet verleend (FF/75C/2008/0173) voor een woningbouwproject aan de Havenlijn voor het verstoren van vliegroutes en foerageergebieden van de franjestaart, gewone dwergvleermuis en laatvlieger. Onderdeel van de ontheffing zijn mitigerende maatregelen voor het in stand houden van de vliegroute langs de Havenlijn. De Havenlijn grenst met het zuidelijk deel van het terrein van de knopenfabriek. Het zuidelijk deel van het projectgebied is daarom op basis van het archiefonderzoek onderdeel gebleken van de vliegroute en daarom zijn dezelfde mitigerende maatregelen van toepassing ten aanzien van het behoud van bomen, het tijdstip van bomenkap en het lichtplan.

Actualisatie natuurtoets Wallerstraat te Nijkerk N-Holland.FF.12529 10 juni 2012 Pagina 13 van 17 Veldonderzoek Er zijn geen boomholtes aangetroffen die geschikt zijn als vleermuisverblijfplaats. De omstandigheden die relevant zijn voor de geschiktheid voor vleermuisverblijfplaatsen zijn ten opzichte van 2008 als volgt veranderd. De knopenfabriek staat geheel leeg en er wordt geen verlichting meer langs de gevels gebruikt. Verlichting op gevels werkt voor de meeste vleermuissoorten als belemmering. Enkele jaren geleden is in de zuidelijke vleugel een brand geweest. De brandschade is in het pand nog steeds aanwezig. Vleermuizen hebben een hekel aan brandlucht, waardoor het gebouw minder geschikt is als vleermuisverblijfplaats. Op basis van de omgeving van het projectgebied met de aangrenzende Havenlijn als migratieroutes voor vleermuizen, het ontbreken van verlichting en de aanwezige mogelijke invliegopeningen kunnen verblijfplaatsen niet worden uitgesloten. Op 27 mei is daarom s avonds is van 20.30 u tot 23.00 u een veldonderzoek uitgevoerd naar uitvliegende vleermuizen. Uitvliegende vleermuizen zijn niet waargenomen. Boven de Havenlijn zijn rond 22.30 u enkele laatvliegers waargenomen en twee langsvliegende gewone dwergvleermuizen. Foeragerende vleermuizen in het projectgebied zijn niet waargenomen, vermoedelijk omdat in de directe omgeving voldoende betere foerageergebieden aanwezig zijn. conclusie Op basis van de onderhavige Actualisatie Natuurtoets, met een vleermuisonderzoek in de periode van de kraamverblijfplaatsen, worden kraamverblijfplaatsen niet verwacht. Zomerverblijfplaatsen, paarverblijfplaatsen, tussenverblijfplaatsen en winterverblijfplaatsen kunnen echter op basis van een avondbezoek niet worden uitgesloten. Dat geen verlichting aanwezig is en dat het projectgebied aan een migratieroute is gelegen maakt de kans op vleermuisverblijfplaatsen groot, terwijl de brandschade de kans verkleint. Vleermuizen zijn moeilijk te onderzoeken, omdat soorten meerdere verblijfplaatsen op verschillende locaties gebruiken. Om met zekerheid vleermuisverblijfplaatsen uit te kunnen sluiten dan wel aan te tonen, dienen meerdere veldbezoeken te worden uitgevoerd conform het vleermuisprotocol van de Vereniging van zoogdieren, 2012. 5.2.3 Overige zoogdieren In het projectgebied dient op basis van biotoopkenmerken aangenomen te worden dat kleinere zoogdieren van tabel 1 voor kunnen komen. Effecten De inrichtingsmaatregelen hebben op de korte termijn alleen verstoring of vernietiging van de leefomgeving tot gevolg. Deze effecten zijn voor tabel 1 zoogdiersoorten vrijgesteld, een ontheffing of aanvullende maatregelen zijn niet nodig. 5.2.4 Reptielen en amfibieën Binnen het projectgebied wordt alleen de rugstreeppad verwacht. In het zuiden van het projectgebied zijn twee zandige heuvels aanwezig. Deze heuvels zijn geschikt als winterverblijfplaats voor de rugstreeppad. Andere beschermde amfibieën en reptielen worden niet verwacht. Effecten

Actualisatie natuurtoets Wallerstraat te Nijkerk N-Holland.FF.12529 10 juni 2012 Pagina 14 van 17 Indien de bestaande zandige heuvels onaangetast blijven is geen nader onderzoek, ontheffing of speciale maatregelen nodig. 5.2.5 Vissen Omdat de bestaande watergang ten westen van het projectgebied onaangetast blijft, worden geen negatieve effecten op vissen verwacht en is daarom buiten beschouwing gelaten. 5.2.6 Insecten en overige fauna In het projectgebied zijn geen andere gegevens bekend dan uit de Quick Scan van 2008. Gezien het biotoop worden beschermde insectensoorten en overige fauna niet verwacht.

Actualisatie natuurtoets Wallerstraat te Nijkerk N-Holland.FF.12529 10 juni 2012 Pagina 15 van 17 6 Conclusie en aanbevelingen 6.1 Gebiedsbescherming Het projectgebied maakt geen onderdeel uit van beschermde gebieden. Negatieve effecten op Natura 2000-gebieden of andere beschermde gebieden worden niet verwacht. 6.2 Soortbescherming In het projectgebied is een nest van de zwarte kraai waargenomen. Het is niet uitgesloten dat later in het voorjaar ook een roofvogel gebruikmaakt van dit nest. Indien na de zwarte kraai een roofvogel in het bestaande nest zal broeden, mag de boom niet zonder meer gekapt worden en zijn compenserende en mitigerende maatregelen nodig. Concreet betekent dit dat de boom met nest tussen augustus en februari mag worden gekapt en dat voor maart een nieuw kunstnest, geschikt voor roofvogels, wordt opgehangen in vergelijkbaar struweel. Hiervoor is een ontheffing van de Flora- en faunawet of een positieve afwijzing nodig. Op basis van de onderhavige Actualisatie Natuurtoets, met een vleermuisonderzoek in de periode van de kraamverblijfplaatsen, worden kraamverblijfplaatsen niet verwacht. Zomerverblijfplaatsen, paarverblijfplaatsen, tussenverblijfplaatsen en winterverblijfplaatsen kunnen echter op basis van een avondbezoek niet worden uitgesloten. Dat geen verlichting aanwezig is en dat het projectgebied aan een migratieroute is gelegen maakt de kans op vleermuisverblijfplaatsen groot, terwijl de brandschade de kans verkleint. Vleermuizen zijn moeilijk te onderzoeken, omdat soorten meerdere verblijfplaatsen op verschillende locaties gebruiken. Om met zekerheid vleermuisverblijfplaatsen uit te kunnen sluiten dan wel aan te tonen, dienen meerdere veldbezoeken te worden uitgevoerd conform het vleermuisprotocol van de Vereniging van zoogdieren, 2012. Als verblijfplaatsen van vleermuizen niet uitgesloten kunnen worden, dient rekening gehouden te worden met het voortplantingsseizoen en de winterslaap van vleermuizen. Mogelijk worden de aanwezige zandige en begroeide heuvels in het zuiden van het projectgebied als winterverblijfplaats door de rugstreeppad gebruikt. Indien deze heuvels onaangetast blijven is geen ontheffing van de Flora- en faunawet nodig. Voor de niet beschermde soorten blijft de zorgplicht uit de Flora- en faunawet gelden. Dit betekent dat bij de ontwikkeling, indien mogelijk, zorg wordt gedragen voor een zo min mogelijke verstoring of aantasting van deze soorten. Aan deze zorgplicht wordt voldaan indien gewerkt wordt volgens het advies genoemd in paragraaf 6.3. Werkzaamheden waarbij broedvogels worden verstoord of aangetast, mogen niet worden uitgevoerd.

Actualisatie natuurtoets Wallerstraat te Nijkerk N-Holland.FF.12529 10 juni 2012 Pagina 16 van 17 Literatuurlijst Groenteam, 2008, Quick Scan Flora- en faunawet t.b.v. Procedure W.R.O., Planlocatie Knopenfabriek te Nijkerk, concept, 29-8-2008. KNNV, red. Dijkstra en anderen (2002). De Nederlandse Libellen (Odonata), 440 p. KNNV, red. Janssen, J.A.M. en Schaminée, J.H.J. (2004). Soorten van de Habitatrichtlijn. Utrecht, 112p. Limpens, H.G.A. et al. (1997). Atlas van de Nederlandse vleermuizen. Onderzoek naar verspreiding en ecologie. KNNV Uitgeverij, Utrecht. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2005). Buiten aan het werk? Houd tijdig rekening met beschermde dieren en planten! Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2009). Uitleg aangepaste beoordeling ontheffing ruimtelijke ingrepen. 12p. Netwerk Groene Bureau gedragscode (2010), zie http://netwerkgroenebureaus.nl/werken-aankwaliteit/gedragscode

Actualisatie natuurtoets Wallerstraat te Nijkerk N-Holland.FF.12529 10 juni 2012 Pagina 17 van 17 Bijlage 1: Stroomschema Flora- en faunawet algemeen Bron stroomschema: ministerie van LNV (nu EL&I)