COLOFON. BK Ruimte & Milieu bv, Adviseurs in omgevingsrecht
|
|
- Sylvia Gerritsen
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1
2 pagina 2 van 20 COLOFON BK Ruimte & Milieu bv, Adviseurs in omgevingsrecht Postbus 2111, 1990 AC Velserbroek T: F: Ook gevestigd te Capelle aan den IJssel en Utrecht Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, elektronisch op geluidsband of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van BK Ruimte & Milieu bv.
3 pagina 3 van 20 Samenvatting In opdracht van BOAG BV heeft bk ruimte&milieu in juli 2011 een oriënterend ecologisch onderzoek uitgevoerd naar de mogelijke effecten van de sloop van een voormalig woonhuis en opvangcentrum voor dak- en thuislozen in gemeente Utrecht. Het onderzoek betreft een toetsing aan de natuurbeschermingswetgeving. De natuurbeschermingswetgeving bevat naast de Flora- en faunawet ook de Natuurbeschermingswet 1998 en de Wet ruimtelijke ordening. Aanleiding De Flora- en faunawet schrijft voor dat bij ruimtelijke ingrepen rekening wordt gehouden met beschermde dier- en plantensoorten. Actuele flora- en faunagegevens van het projectgebied zijn nodig om te voldoen aan de door het ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) gestelde eisen in het kader van de Flora- en faunawet. Doel Het doel van het oriënterend ecologisch onderzoek is het aangeven of door het project negatieve effecten te verwachten zijn op natuurwaarden met extra aandacht voor vleermuizen. Conclusie Gebiedsbescherming Het projectgebied maakt geen onderdeel uit van een Natura 2000-gebied, een Staatsnatuurmonument, Beschermd natuurmonument en Ecologische Hoofdstructuur. Negatieve effecten op deze beschermde gebieden zijn niet te verwachten. Soortbescherming Noch met de sloop noch door het kappen van een boom verdwijnen verblijfplaatsen van vleermuizen, foerageergebieden of migratieroutes. Daarom worden negatieve effecten op vleermuizen niet verwacht en is een ontheffing van de Flora- en faunawet niet nodig. Ten slotte wordt opgemerkt dat het uitgevoerde onderzoek een oriënterend onderzoek betreft naar de aanwezige flora en fauna. Aangenomen wordt dat een meer volledige inventarisatie over een langere periode deze conclusie niet zal verwerpen. Aanvullend onderzoek in de vorm van een passende beoordeling 1 is naar onze mening niet noodzakelijk. 1 Een passende beoordeling in de zin van artikel 6 van de Habitatrichtlijn is volgens bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) nodig indien aannemelijk is dat een plan of project significante gevolgen kan hebben voor het betreffende Natura gebied en de bijbehorende beschermde flora en fauna.
4 pagina 4 van 20 Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding Aanleiding Doel Indeling van de rapportage Wettelijk kader Gebiedsbescherming Soortbescherming Afbakening projectgebied Ligging van het projectgebied Beschermde gebieden Natura 2000-gebied Ecologische Hoofdstructuur Projectomschrijving Uitgevoerd ecologisch onderzoek Resultaten en effecten Gebiedsbescherming Soortbescherming Flora Vogels Vleermuizen Overige zoogdieren Reptielen en amfibieën Vissen Insecten en overige fauna Conclusie en aanbevelingen Gebiedsbescherming Soortbescherming Compenserende en mitigerende maatregelen Bijlagen 1 Tekeningen 1.1 Topografische ligging 1.2 Locatiefoto s 2 Onderzoeksmethode 3 CV ecoloog L. Dresmé
5 pagina 5 van 20 1 Inleiding In opdracht van BOAG BV heeft bk ruimte&milieu in juli 2011 een oriënterend ecologisch onderzoek uitgevoerd naar de mogelijke effecten van de sloop van een voormalig woonhuis en opvangcentrum voor dak- en thuislozen in gemeente Utrecht. Het onderzoek betreft een toetsing aan de natuurbeschermingswetgeving. De natuurbeschermingswetgeving bevat naast de Flora- en faunawet ook de Natuurbeschermingswet 1998 en de Wet ruimtelijke ordening. 1.1 Aanleiding Twee aaneengesloten panden worden gesloopt en bij activiteiten waar mogelijke verstoring van natuurwaarden kan plaatsvinden, is in het kader van de algemene zorgplicht (artikel 2) onderzoek noodzakelijk. Met een oriënterend ecologisch onderzoek voldoet u aan de onderzoeksplicht. 1.2 Doel Bij activiteiten waar mogelijk verstoring van natuurwaarden kan plaatsvinden, dient volgens de Flora- en faunawet rekening worden gehouden met beschermde planten- en diersoorten. De initiatiefnemer heeft een onderzoeksplicht en dient derhalve te beschikken over actuele flora- en faunagegevens. Voorliggende onderzoekrapportage heeft als doel de actuele floraen faunagegevens van het betreffende projectgebied inzichtelijk te maken, door: het vaststellen of beschermde planten- en diersoorten voorkomen. het vaststellen van effecten van het voorgenomen initiatief op eventueel aanwezige beschermde soorten en hun leefgebieden. het vaststellen of voor de ruimtelijke ingreep een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet nodig is. het inschatten van effecten van de voorgenomen activiteiten op beschermde natuurgebieden. 1.3 Indeling van de rapportage Het oriënterende flora- en faunaonderzoek bestaat uit acht hoofdstukken. In hoofdstuk 2 is relevante regelgeving met betrekking tot de bescherming van flora en fauna en gebieden met een beschermde status omschreven. De relevante regelgeving vormt het beoordelingskader waarbinnen de effecten van de ruimtelijke ingreep op de mogelijk aanwezige te beschermen flora, fauna en gebieden worden getoetst. Hoofdstuk 3 beschrijft de ligging van het projectgebied. In hoofdstuk 4 is een presentatie van het voorgenomen initiatief. In hoofdstuk 5 is de methode van het archiefonderzoek beschreven. De bevindingen en de effecten zijn uiteengezet in hoofdstuk 6. De conclusies en aanbevelingen van het oriënterende flora- en faunaonderzoek zijn weergegeven in hoofdstuk 7.
6 pagina 6 van 20 2 Wettelijk kader De natuurbeschermingswetgeving is onderverdeeld in gebiedsbescherming en in soortbescherming. De mogelijke effecten van de voorgenomen activiteiten op de beschermde natuurwaarden van de onderzoekslocatie worden getoetst aan: gebiedsbescherming: de ligging van de onderzoekslocatie ten opzichte van de Natura 2000-gebieden (de Europese Vogel- en Habitatrichtlijngebieden), de Beschermde natuurmonumenten, Staatsnatuurmonumenten en de Ecologische Hoofdstructuur; soortbescherming: de aanwezigheid van beschermde (leefgebieden van) flora en fauna in het kader van de Flora- en faunawet en beschermde bomen in het kader van de Boswet en de gemeentelijke regelgeving. 2.1 Gebiedsbescherming Natura 2000 Natura 2000 is het grootste initiatief op het gebied van natuurbescherming in Europa. Het is een samenhangend Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. Voor natuurbehoud is het van belang dat soorten niet geïsoleerd van elkaar raken. De Natura gebieden worden aangewezen op basis van de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn. De totale oppervlakte van Nederlandse natuurgebieden die valt onder Natura 2000, betreft circa ha land en circa ha water (onder andere Waddenzee, IJsselmeer en Delta). Vogelrichtlijn De Europese Vogelrichtlijn heeft tot doel alle natuurlijke in het wild levende vogelsoorten in Europa te beschermen. Deze richtlijn beschermt ook Nederlandse wilde vogelsoorten. Voor schadebestrijding gelden specifieke uitzonderingen. Nu de Vogelrichtlijngebieden vastgesteld zijn, geldt voor deze gebieden de rechtstreekse werking van de Natuurbeschermingswet. Habitatrichtlijn De Habitatrichtlijn heeft tot doel natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna op het Europees grondgebied van de Lidstaten te beschermen. In de richtlijn wordt gesproken over het vormen van een coherent netwerk van speciale beschermingzones, Natura Dit netwerk vormt een ecologische hoofdstructuur op Europees niveau. De aangemelde gebieden genieten bescherming door middel van de Natuurbeschermingswet als (en dat moet nog gebeuren) de gebieden officieel zijn aangewezen. Natuurbeschermingswet In de Natuurbeschermingswet zijn alle gebiedsbeschermende onderdelen uit de Vogel- en habitatrichtlijn vertaald in de nationale wetgeving. De gebieden met de status Natura gebieden (Vogel- en Habitatrichtlijngebieden), Staatsnatuurmonumenten en Beschermde natuurmonumenten vallen onder de Natuurbeschermingswet. Indien de activiteiten significant negatieve gevolgen kan hebben voor het beschermde gebied, dan is voor deze handeling een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet vereist van Gedeputeerde Staten of de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Voorts dienen bij de goedkeuring van bestemmingsplannen rekening gehouden te worden met de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet.
7 pagina 7 van 20 Het bevoegde gezag verleent alleen toestemming voor de activiteiten als uit de beoordeling blijkt dat de activiteiten de natuurlijke kenmerken van het gebied niet aantast. Bij een negatieve beoordeling kunnen alleen die activiteiten doorgang vinden waarvoor geen alternatieve oplossingen zijn en wel dwingende reden voor groot openbaar belang, onder de voorwaarde dat volledige en tijdige compensatie zal plaatsvinden. Wet ruimtelijke ordening De Wet ruimtelijke ordening verplicht gemeenten voor het gehele grondgebied een bestemmingsplan te hebben. Het bestemmingsplan dient juridisch in overeenstemming te zijn met het (provinciale) ruimtelijke beleid. Het ministerie van landbouw, natuurbeheer en voedselkwaliteit heeft in het Natuurbeleidsplan (1990) de basis gelegd voor de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Dit is een aaneengesloten of met elkaar in verbinding staand stelsel van belangrijke Nederlandse natuurgebieden. De EHS is veel groter dan de voorgestelde Habitatrichtlijn- en Vogelrichtlijngebieden. De gebiedsbescherming komt in het streekplan tot uiting door de aangegeven EHS-gebieden en bij ruimtelijke plannen wordt hieraan getoetst. In het streekplan Utrecht is beschreven op welke wijze dient te worden omgegaan met de EHS gebieden: Nieuwe plannen, projecten of handelingen binnen en in de nabijheid van deze gebieden zijn niet toegestaan indien deze de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied significant aantasten, tenzij er geen reële alternatieven zijn én sprake is van redenen van groot openbaar belang (het nee, tenzij -regime) 2.2 Soortbescherming Flora- en faunawet De nationale regelgeving met betrekking tot de bescherming van dier- en plantensoorten is sinds 1 april 2002 in de Flora- en faunawet geregeld. De Flora- en faunawet vervangt daarmee de Vogelwet (1936), de Jachtwet en hoofdstuk V van de Natuurbeschermingswet. In de Flora- en faunawet is tevens de soortbescherming uit de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn geïmplementeerd. De Flora- en faunawet beoogt de bescherming van in het wild levende planten en dieren, alsmede hun directe leefomgeving. Dit gebeurt onder meer door middel van: een algemene zorgplicht; enkele verbodsbepalingen. Algemene zorgplicht De Flora- en faunawet gaat uit van de algemene zorgplicht (artikel 2). Zorgplicht bestaat uit voorzichtig omgaan met soorten en een onderzoeksplicht. Verbodsbepalingen Op grond van de Flora- en faunawet (artikelen 8 tot en met 12) is het verboden planten, behorende tot een beschermde inheemse plantensoort, te beschadigen. Beschermde inheemse dieren mogen niet worden gedood, verstoord, verwond, gevangen en bemachtigd. Tevens is het verboden om nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde inheemse dieren te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren. Onder specifieke voorwaarden is het mogelijk ontheffing aan te vragen.
8 pagina 8 van 20 Op 23 februari 2005 is het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten Flora- en faunawet in werking getreden. Een ontheffing is niet noodzakelijk indien de ruimtelijke ingreep uitgevoerd kan worden zonder dat schadelijke effecten optreden voor beschermde soorten. Vrijstellingsregeling Voor reguliere voorkomende werkzaamheden (bestendig beheer, onderhoud en gebruik) en ruimtelijke ontwikkelingen geldt nu in veel gevallen een vrijstellingsregeling. Hoe zeldzamer de soort en hoe ingrijpender de activiteit, hoe strikter de regeling. De soorten zijn onderverdeeld in drie tabellen overeenkomstig de brochure Buiten aan het werk van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en voedselkwaliteit: Tabel 1 - Algemene soorten: algemene vrijstelling of ontheffing Voor deze soorten geldt de lichtste vorm van bescherming. Als deze soorten voorkomen en de werkzaamheden betreffen reguliere werkzaamheden of ruimtelijke ontwikkelingen dan geldt voor deze soorten een vrijstelling van de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet. Deze soorten zijn genoemd in Bijlage 4 Regeling vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten Flora- en faunawet. Tabel 2 - Overige soorten: vrijstelling met ontheffing Deze soorten hebben een zwaardere bescherming. Er geldt alleen een vrijstelling als de werkzaamheden reguliere werkzaamheden of ruimtelijke ontwikkelingen betreffen en een door de Minister van LNV goedgekeurde gedragscode voorhanden is. Als er is geen goedgekeurde gedragscode voorhanden, dan moet vooraf een ontheffing worden aangevraagd. Tabel 3 - Soorten genoemd in bijlage IV van de Habitatrichtlijn en in bijlage 1 van het Besluit vrijstelling beschermde diersoorten: vrijstelling met gedragscode of ontheffing/uitgebreide toets Bij ruimtelijke ontwikkeling en inrichting geldt voor de soorten die zijn genoemd in Bijlage 1 van het Besluit vrijstelling beschermde diersoorten, dat in het geval geen maatregelen kan worden genomen om te voorkomen dat de functionaliteit van vaste verblijfplaatsen van deze soorten worden aangetast, een ontheffing van artikel 75 lid C vereist is. Sinds een aantal uitspraken van de Raad van State in 2009, is het voor de Europees beschermde soorten genoemd in bijlage IV van de Habitatrichtlijn (bijvoorbeeld alle vleermuissoorten) niet meer mogelijk ontheffing te krijgen, tenzij sprake is van een groot algemeen belang of een ander belang overeenkomstig artikel 16 van de Habitatrichtlijn. Voor projecten waarbij een dergelijk zwaarwegend belang niet kan worden aangetoond, kan een project alleen doorgang vinden wanneer vooraf duidelijk is dat met voldoende maatregelen (mitigerende of compenserende maatregelen) wordt voorkomen dat de gunstige instandhouding van de betreffende soort niet in het geding is. Deze maatregelen kunnen voorgelegd worden aan het ministerie van EL&I en bij een positieve afwijzing 2, is het bevoegd gezag akkoord met de voorgestelde maatregelen. In figuur 1 is een stroomschema opgenomen van het ministerie van EL&I over de stappen die nodig zijn om te bepalen of een ontheffing nodig is, of dat kan worden volstaan met mitigerende (verzachtende) of compenserende maatregelen. 2 Een positieve afwijzing is een goedkeuring van de voorgestelde maatregelen in overeenstemming met de uitkomst van het stroomschema van figuur 1: U hoeft geen ontheffing van de Flora- en faunawet aan te vragen. Wilt u zeker weten of uw mitigerende maatregelen voldoende zijn, en er inderdaad geen ontheffing nodig is? Vraag dan een ontheffing aan om uw maatregelen goed te keuren. De positieve afwijzing of goedkeuring is een brief met de conclusie dat een ontheffing niet nodig is, omdat op basis van de voorgestelde maatregelen, de gunstige staat van instandhouding van de beschermde soort niet in het geding is.
9 pagina 9 van 20 figuur 1: stroomschema: ministerie van LNV (nu EL&I) Vogels Vogelsoorten zijn niet in de tabellen opgenomen. Alle vogels in Nederland zijn beschermd. Het is in ieder geval niet toegestaan om nesten met eieren en jongen te verstoren. Als de werkzaamheden buiten het broedseizoen worden uitgevoerd, is voor de meeste vogelsoorten geen ontheffing noodzakelijk. Nesten van vogelsoorten die jaarrond gebruik maken van hun nest, zoals steenuil, zijn wel jaarrond beschermd. De nesten van vogelsoorten die jaarrond beschermd zijn, zijn opgenomen in de Aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten Flora- en faunawet. Ontheffingsaanvraag Indien de vrijstellingsregeling niet van toepassing is, kan een ontheffing van de Flora- en faunawet worden aangevraagd. Afhankelijk van de aanwezige soorten wordt de aanvraag onderworpen aan een lichte of uitgebreide toets. Boswet De Boswet is niet van toepassing binnen de bebouwde kom. Voor het kappen van bomen in de gemeente Utrecht is de Algemene Plaatselijke Verordening 2010 van kracht. Momenteel is er geen Algemene Plaatselijke Verordening 2011, maar de leges zijn wel aangepast. In de Algemene Plaatselijke Verordening 2010 staat in afdeling 4.3 de bepalingen omtrent het kappen van bomen. Voor het kappen van bomen met een doorsnede van meer dan 15 centimeter op 1,5 meter hoogte is een omgevingsvergunning/kap nodig. In onderstaande tekstvak staat op welke manier de vergunning dient te worden aangevraagd. De mogelijke weigeringsgronden voor een omgevingsvergunning/kap zijn dat een boom een ecologische waarde heeft, cultuurhistorische, ruimtelijke of milieuwaarde.
10 pagina 10 van 20 tekstvak 1: wijze waarop een omgevingsvergunning/kap dient te worden aangevraagd (bron: ing%202010%20gb2010_18.pdf)
11 pagina 11 van 20 3 Afbakening projectgebied 3.1 Ligging van het projectgebied Het projectgebied betreft het terrein van de Leger des Heils in Utrecht. In figuur 2 is de ligging van het projectgebied weergegeven. Het terrein is ongeveer 920 m² groot. De gebouwen zijn in eigendom van Het Leger des Heils, waar dak- en thuislozen worden opgevangen. In het hoofdgebouw zijn ongeveer 35 kamers met een aantal gemeenschappelijke ruimtes waar de opvang is georganiseerd. In het voormalige woonhuis zijn de medewerkers van het leger de Heils wat betreft werkruimten gehuisvest. Aan de achterzijde van het pand zijn twee uitbouwen gerealiseerd. Ook is er een kleine binnentuin. In bijlage 1.1 is de topografische ligging opgenomen. In bijlage 1.2 zijn de locatiefoto s van het projectgebied opgenomen. figuur 2: luchtfoto projectgebied, noordgericht (bron: Google Earth)
12 pagina 12 van Beschermde gebieden Natura 2000-gebied Het projectgebied maakt geen onderdeel uit van een Natura 2000-gebied. Alle Natura gebieden liggen aan de rand van de provincie Utrecht op een afstand van ongeveer acht kilometer of verder. figuur 3: ligging projectgebied ten opzichte van Natura gebieden (bron: Ecologische Hoofdstructuur Het projectgebied is volgens de streekplan van provincie Utrecht geen onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur, zie figuur 4. De meest nabijgelegen Ecologische Hoofdstructuur, op een afstand van circa 240 meter, wordt gevormd door de Wolters Heukelslaan met als benaming een ecologische verbindingszone richting het Hogelandsepark. Het tussengelegen gebied bestaat uit stedelijk gebied. figuur 4: ligging projectgebied (bron: projectgebied
13 pagina 13 van 20 4 Projectomschrijving Ter plaatse van het projectgebied worden de bestaande panden gesloopt en nieuwbouw gepleegd. Ten behoeve van de herontwikkeling wordt één boom gekapt, die vergunningplichtig is. figuur 5. bestaande situatie (bron: mexarchitects, Leger des Heils Oudwijkerveldstraat Utrecht, d.d ) figuur 6: toekomstige situatie (bron: Barkhuis, Haren, DO )
14 pagina 14 van 20 5 Uitgevoerd ecologisch onderzoek Het onderzoek is gebaseerd op de ethische code van het Netwerk Groene Bureausbranchevereniging. Deze code richt zich op goed opdrachtnemerschap en maatschappelijk verantwoord ondernemen (Netwerk Groene bureaus, 2005). Het onderzoek bestaat uit een archiefonderzoek dat voorafgaand aan het veldbezoek is uitgevoerd. De methoden van het archiefonderzoek en het veldonderzoek zijn in bijlage 3 nader omschreven. Door middel van het archiefonderzoek is een inschatting gemaakt van de soorten die mogelijk in het projectgebied aanwezig kunnen zijn. Het veldonderzoek heeft de vorm van een biotooponderzoek. Op basis van een algemene beoordeling wordt de potentiële geschiktheid van het projectgebied vastgesteld voor het voorkomen van beschermde soorten en soortengroepen. Hierbij is gelet op biotoopkenmerken, aanwezige vegetatie, de bedekkingsgraad en de vochtigheidsgraad. Uiteraard is ook naar de aanwezigheid van beschermde soorten gekeken. Als gevolg van het oriënterende karakter van het onderzoek heeft eenmaal een integraal veldbezoek plaatsgevonden. In tabel 1 zijn de gegevens samengevat van het uitgevoerde veldbezoek en de weersgesteldheid. Het weer vormde geen belemmering voor het veldonderzoek. De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd door mevrouw ir. L. Dresmé, ecoloog bij bk ruimte&milieu, haar CV is opgenomen in bijlage 3 en voldoet aan de criteria van het ministerie van EL&I die gelden voor erkend ecoloog. tabel 1: uitgevoerde veldbezoek en weersgesteldheid Datum Aanvang bezoek (uur) Temperatuur (gemiddeld) Wind (overheersende richting) Bewolking Bijzonderheden 18 juli ºC ZZW 4 Geheel bewolkt Integraal veldonderzoek met extra aandacht voor vleermuizen
15 pagina 15 van 20 6 Resultaten en effecten 6.1 Gebiedsbescherming Het projectgebied maakt geen onderdeel uit van een Natura 2000-gebied. Hoewel het project buiten beschermde gebieden gelegen is, kan toch sprake zijn van negatieve gevolgen. Dit is de zogenaamde externe werking 3. Door de sloop van de panden aan Oudwijkerveldstraat kan geen sprake zijn van de externe werking van beschermde gebieden. Het voorgenomen initiatief heeft geen negatieve effecten op de Natura 2000-gebieden of de EHS vanwege de relatief grote afstand in combinatie met het tussengelegen stedelijke gebied en het feit dat er geen directe verbinding via het water is. Onder negatieve effecten worden verstaan effecten zoals licht, geluid, geur en dergelijke. 6.2 Soortbescherming Flora Archiefonderzoek Er komen geen gegevens van beschermde plantensoorten binnen het projectgebied of in de directe omgeving van het projectgebied naar voren. Veldonderzoek Het projectgebied is nagenoeg geheel verhard. Alleen in de binnentuin is een prieel met tuinplanten aanwezig. Ook staat er een grote es en is naar verwachting ongeveer de leeftijd van het pand; circa 60 jaar. Daarnaast zijn geen beschermde plantensoorten aangetroffen en kunnen gezien de verharding worden uitgesloten. Effecten Omdat beschermde plantensoorten kunnen worden uitgesloten in het projectgebied, is voor flora geen ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet nodig. Voor het kappen van de es in de binnentuin is een omgevingsvergunning/kap nodig. Bij de aanvraag is een situatieschets en een afweging benodigd van de waarde (ecologische waarde heeft, cultuurhistorische, ruimtelijke of milieuwaarde) van de boom te opzichte van het project. Gezien de locatie van de boom en het ontbreken van een ruimtelijk verband met andere bomen is geen sprake van een bijzondere waarde in ecologisch, cultuurhistorisch, ruimtelijk opzicht of met betrekking tot milieuaspecten Vogels Archiefonderzoek Uit het archiefonderzoek komen geen gegevens van broedvogels binnen het projectgebied naar voren. Nabij het stationsterrein van Utrecht, broedt al jaren een kolonie huismussen (Tauw, 2008). Uit de gegevens van Sovon blijkt dat in het projectgebied en in de directe omgeving geen huismussen bekend zijn. 3 Externe werking: als een activiteit buiten een Natura 2000-gebied een significant negatief effect heeft op het Natura 2000-gebied.
16 pagina 16 van 20 In 2011 is een telling uitgevoerd in Utrecht, zie figuur 7, waarin ook de kolonie huismussen van het stationsgebied duidelijk naar voren komt, gezien de grootste aantallen huismussen in de binnenstad (grote stip in de binnenstad). Uit figuur 7 komt naar voren dat in Oudwijk wel tellingen gedaan zijn, maar niets hebben opgeleverd. Ter plaatse van de projectlocatie zijn vergelijkbare omstandigheden en aangenomen kan worden dat in de directe omgeving huismussen ontbreken. figuur 7: telling Huismussen in Utrecht ten opzichte van projectlocatie (bron: Sovon, 2011 en GoogleMaps) Veldonderzoek Er zijn geen broedgevallen of verlaten nesten in het projectgebied aangetroffen. Het dak van de bestaande panden zijn geschikt voor gebouwbewonende vogels, zoals huiszwaluw of huismus. Er zijn geen waarnemingen gedaan van huismussen, terwijl deze wel in deze tijd van het jaar verwacht kunnen worden. Huismussen zijn zeer goed waarneembaar en als de huismussen op het dak van het leger des Heils hadden gebroed waren deze niet over het hoofd gezien. In de aanwezige boom en struiken in de binnentuin van het projectgebied worden geen broedgevallen van vogels verwacht, vanwege de open structuur hebben. Effecten Alle in Nederland voorkomende wilde vogelsoorten met uitzondering van de exoten (en hun broedgebied) worden in het kader van de Flora- en faunawet als extra te beschermen soorten beschouwd. Voor mogelijke schade toegebracht aan broedvogels kan geen ontheffing worden aangevraagd in het kader van de Flora- en faunawet (behalve bij een aantal uitzonderingen zoals een groot algemeen belang). In het projectgebied worden geen broedvogels verwacht en op de korte termijn (aantal jaren) worden in elk geval geen broedvogels verwacht met een jaarrond beschermd nest. Toch is het niet uitgesloten dat in de toekomst in het projectgebied sprake is van een broedgeval. Werkzaamheden waarbij broedvogels worden verstoord of aangetast, mogen niet worden uitgevoerd. Indien de sloop buiten het broedseizoen wordt uitgevoerd worden geen effecten verwacht. Indien de sloop in het broedseizoen (maart-juni) wordt uitgevoerd, is het advies vooraf de binnentuin op broedgevallen te controleren.
17 pagina 17 van Vleermuizen Archiefonderzoek In de gemeente Utrecht komen diverse vleermuizen voor. Volgens de zoogdierenatlas komen in Oudwijk de gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis en laatvlieger voor. Een winterverblijfplaats van vleermuizen met een omvang van 700 individuen bevindt zich in de Inktpot, het kantoor van NS vastgoed aan de Catharijnebaan. Deze kolonie bestaat voornamelijk uit gewone dwergvleermuizen die foerageren in de omgeving van het stationsgebied (Tauw 2008). Uit gegevens van de voorzitter van de Vereniging van Eigenaren van de kerk (persoonlijke mededeling mevrouw A.M. Suwout, 22 juli 2011) grenzend aan het perceel van het projectgebied, zie foto 4 op bijlage 1.2, blijkt dat geen vleermuizen bekend zijn in de kerk. Veldonderzoek De zolder, de liftruimte op het dak (zie foto 2 bijlage 1.2) en de ruimte waar stadsverwarming het pand binnen komt is onderzocht op sporen van vleermuizen, maar niets wijst op de aanwezigheid van vleermuizen. Het is bekend dat vleermuizen graag in warme ruimtes verblijven. De ruimte waar de stadsverwarming binnen komt is geheel inpandig, omdat geen sprake is verbranding zoals bij een c.v. en heeft geen directe verbinding met buiten. Daarom kunnen vleermuisverblijfplaatsen in deze ruimte worden uitgesloten. Aan de voorzijde van de panden zijn geen geschikte invliegopeningen waargenomen. Aan de achterzijde van het pand in de uitbouw wel geschikte invliegopeningen gezien, maar leiden naar een geïsoleerde spouwruimte. De invliegopeningen bestaan uit verticale open stootvoegen op twee meter hoogte en zijn onbeschut. Aan de zijde van de kerk heeft het woonhuis een kapotte ventilatierooster, waar mogelijk vleermuizen in - en uit- kunnen vliegen. Deze zijde is echter verlicht, er zijn geen bomen of andere beschutting aanwezig en deze zijde is winderig gezien de hoge gevel aan de oostzijde van het projectgebied. Het gehele pand is rondom voorzien van nachtverlichting. Gezien de aard van het licht (wit licht) en het feit dat deze de gehele nacht branden, is het projectgebied onaantrekkelijk als foerageergebied voor de meeste vleermuissoorten. Uit onderzoek blijkt dat deze verlichting voor vleermuizen hinderlijk is 4. Het projectgebied is geen onderdeel van een lijnvormig element die als migratieroute dient voor vleermuizen. Er worden geen vleermuisverblijfplaatsen in de bestaande panden verwacht, geen foerageergebied en geen migratieroute van vleermuizen in het projectgebied verwacht, omdat beschutting van bomen ontbreken, vanwege de nachtverlichting en omdat de meest geschikte gevel winderig en beschaduwd (relatief koud) is. In de boom in de binnentuin zijn geen geschikte holtes aangetroffen die als verblijfplaats kunnen dienen. Effecten Noch met de sloop noch door het kappen van een boom verdwijnen verblijfplaatsen van vleermuizen of foerageergebieden. Ook de functionaliteit van een mogelijke migratieroutes blijven behouden. Daarom worden negatieve effecten op vleermuizen niet verwacht en is een ontheffing van de Flora- en faunawet niet nodig. 4
18 pagina 18 van Overige zoogdieren Archiefonderzoek Het biotoop van het projectgebied is niet geschikt voor beschermde zoogdiersoorten. Mogelijk komen veelvoorkomende muizensoorten voor. Veldonderzoek Op zolder zijn sporen van muizenkeutels aangetroffen, maar waren zeker niet van vleermuizen. Effecten Als gevolg van de sloop en aanbouw worden geen negatieve effecten op beschermde zoogdieren verwacht Reptielen en amfibieën Archiefonderzoek Door het ontbreken van geschikt biotoop is het uigesloten dat beschermde reptielen binnen het projecten een geschikt leefgebied hebben. Vanwege de verharding kunnen amfibieën geen geschikt leefgebied vinden binnen het projectgebied. Effecten Omdat in het projectgebied geen beschermde amfibie- en reptielsoorten worden verwacht, is geen ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet nodig Vissen Omdat het projectgebied geen oppervlaktewater bevat is de soortgroep vissen buiten beschouwing gelaten Insecten en overige fauna Archiefonderzoek Vanwege de verharding worden geen beschermde insecten en overige fauna verwacht en is de soortgroep insecten en overige fauna buiten beschouwing gelaten.
19 pagina 19 van 20 7 Conclusie en aanbevelingen 7.1 Gebiedsbescherming Het projectgebied maakt geen onderdeel uit van een Natura 2000-gebied, een Staatsnatuurmonument, Beschermd natuurmonument en Ecologische Hoofdstructuur. Negatieve effecten op deze beschermde gebieden zijn niet te verwachten. 7.2 Soortbescherming Er bestaat geen aanleiding om beschermde flora en fauna te verwachten in het projectgebied. Negatieve effecten zijn daarom uitgesloten en een ontheffing van de Flora- en faunawet is niet nodig. Voor de niet beschermde soorten blijft de zorgplicht uit de Flora- en faunawet gelden. Dit betekent dat bij de ontwikkeling, indien mogelijk, zorg wordt gedragen voor een zo min mogelijke verstoring of aantasting van deze soorten. Aan deze zorgplicht wordt voldaan indien gewerkt wordt volgens het advies genoemd in paragraaf 7.3. Voor het kappen van de boom in de binnentuin is mogelijk een kapvergunning nodig. 7.3 Compenserende en mitigerende maatregelen Werkzaamheden waarbij broedvogels worden verstoord of aangetast, mogen niet worden uitgevoerd. Indien de sloop buiten het broedseizoen wordt uitgevoerd worden geen effecten verwacht. Indien de sloop in het broedseizoen (maart-juni) wordt uitgevoerd, is het advies vooraf de binnentuin op broedgevallen te controleren.
20 pagina 20 van 20 Literatuurlijst Gemeente Utrecht, Algemene Plaatselijke Verordening ke%20verordening%202010%20gb2010_18.pdf KNNV, red. Janssen, J.A.M. en Schaminée, J.H.J., 2004, Soorten van de Habitatrichtlijn, Utrecht, 112p. Netwerk groene bureaus ethische code, zie februari, Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, 2005a, Buiten aan het werk? Houd tijdig rekening met beschermde dieren en planten! Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, 2005b. Concept - Natura 2000 doelendocument - hoofddocument en bijlagendocument. Provincie Overijssel, Rijkswaterstaat, _tcm pdf Sovon, Tauw, 2008, Quickscan stationsgebied Utrecht. Onderzoek naar de natuurwaarden in en rondom het stationsgebied, concept, Zoogdieratlas.nl,
21 Bijlage 1 Tekeningen
22 Bijlage 1.1 Topografische ligging Schaal : zie schaallat
23 Oudwijkerveldstraat Projectnr: RM Topografische ligging Legenda ruimte&milieu, Adviseurs in omgevingsrecht Postbus 2111, 1990 AC Velserbroek Telefoon : Telefax : Postbus 59136, 3008 PC Rotterdam Telefoon : Telefax : Deze kaart is noordgericht Opdrachtgever: Boag BV De heer A. Brand Postbus AN Rotterdam ligging onderzoekslocatie Schaal : niet op schaal Formaat : A4 Getekend : LIDR Bijlage : 1.1 Datum : Versie : 1.0 Gecontroleerd: ISDI
24 Bijlage 1.2 Locatiefoto s Aantal pagina s: 2
25 pagina 1 van 2 Foto 1 de binnentuin Foto 2 achterzijde van het grootste pand met uitbouw Oudwijkerstraatweg te Utrecht - CONCEPT oriënterend ecologisch onderzoek R augustus 2011
26 pagina 2 van 2 Foto 3 achterzijde van het voormalige woonhuis Foto 4 zicht op de kerk vanaf het voormalige woonhuis aan de achterzijde Oudwijkerstraatweg te Utrecht - CONCEPT oriënterend ecologisch onderzoek R augustus 2011
27 Bijlage 2 Onderzoeksmethode Aantal pagina s: 2
28 Archiefonderzoek Voor het onderzoek zijn conform de Flora- en faunawet gegevens geraadpleegd die niet ouder zijn dan tien jaar. De landelijke PGO s De gegevens die Telmee.nl levert, zijn afkomstig van de Particuliere Gegevensbeherende Organisaties (PGO's) (onder andere RAVON, SOVON, de Vlinderstichting, VZZ) die zijn verenigd in de Vereniging Onderzoek Flora & Fauna (VOFF). De landelijke PGO s vormen een belangrijke bron van informatie over voorkomen en verspreiding van (beschermde) soorten. De gegevens van het Natuurloket zijn in een stedelijke omgeving zoals onderhavige project niet geraadpleegd, omdat deze overeen komen met de gegevens van Telmee.nl. Daarnaast zijn de gegevens van het Natuurloket ons inziens beperkt bruikbaar, omdat de exacte locatie niet aangegeven wordt. Waarneming.nl Waarneming.nl werkt samen met meerdere instanties (PGO's, vogelwerkgroepen, et cetera) in het streven naar één centraal loket voor natuurwaarnemingen in Nederland. Beschikbare verspreidingsatlassen Met behulp van beschikbare verspreidingsatlassen (zoogdieren, reptielen en amfibieën, libellen en broedvogels) is nagegaan in hoeverre diverse beschermde soorten ook daadwerkelijk verwacht kunnen worden in de omgeving van het betreffende projectgebied. Integraal veldonderzoek Algemeen De interessante delen van het projectgebied zijn nader onderzocht op het voorkomen van beschermde soorten of sporen daarvan door middel van het omkeren van tegels, planken en boomstronken, gehoor, letten op voetprinten en uitwerpselen, et cetera. Flora Bij de inventarisatie van de flora is gezien het jaargetijde vooral gelet op biotoopkenmerken op basis van abiotische omstandigheden en herkenbare plantenresten. Vogels Tijdens de veldinventarisaties worden aanwezige vogels op zicht en geluid waargenomen. Zoogdieren Algemeen Tijdens het veldbezoek aan het projectgebied zijn alle waarnemingen van zoogdieren genoteerd. Hierbij is gelet op sporen (prenten, keutels, haren en dergelijke) die op de aanwezigheid van zoogdieren kunnen duiden. Tevens is aandacht besteed aan het voorkomen van verblijfplaatsen van kleine zoogdieren, zoals muizenholen en molshopen. Als gevolg van het oriënterende karakter van het onderzoek zijn geen vallen geplaatst ten behoeve van een inventarisatie.
29 Vleermuizen Wegens het oriënterende karakter van het onderzoek is geen avondbezoek met behulp van een batdetector uitgevoerd naar het voorkomen van foeragerende (jagende) en laagvliegende vleermuissoorten. Er is extra aandacht besteed aan de gevels en mogelijke invliegopeningen. Daarnaast is gekeken naar de omgeving van het gebouw en beoordeeld of het gebouw aantrekkelijk is voor vleermuizen als verblijfplaats. Amfibieën Tijdens het veldbezoek is aandacht besteed aan het (mogelijk) voorkomen van amfibieën en reptielen. Gewerkt is conform de door RAVON opgestelde handleiding [1]. Een avond- en/of nachtbezoek ten behoeve van amfibieën en reptielen is vanwege het jaargetijde niet uitgevoerd. De kans dat beschermde of bedreigde amfibieën voorkomen, is vooraf als uiterst gering geschat, als gevolg van de biotoopkenmerken. Reptielen De kans dat beschermde of bedreigde reptielen voorkomen, is vooraf als uiterst gering geschat, als gevolg van de biotoopkenmerken. Vissen Een visinventarisatie is niet uitgevoerd. Insecten en overige fauna De kans dat beschermde of bedreigde vlinders en libellen voorkomen, is vooraf als uiterst gering geschat. Er is dan ook geen specifiek onderzoek naar verricht. Wel is tijdens de inventarisatie gelet op de aanwezigheid van een geschikt biotoop. [1] Handleiding voor het monitoren van amfibieën in Nederland (RAVON Werkgroep Monitoring, Universiteit van Amsterdam, gedateerd 2001).
30 Bijlage 3 CV ecoloog L. Dresmé Aantal pagina s: 1
31 Curriculum Vitae Persoonlijke gegevens Naam: Functie: Werkervaring: Linda Dresmé Adviseur ecologie 8 jaar Opleiding Eind 2011 Beleid, Communicatie en Organisatie, Vrije Universiteit, Amsterdam 2002 Bosbouw/ Bos- en natuurbeheer, specialisatie natuurbeleid, Wageningen Universiteit 1997 Propedeuse Tropische landbouw, Larenstein, Deventer Functies nu BK Ruimte & Milieu bv Functie: Adviseur Werkzaamheden: Projecten toetsen aan groene wetgeving, Wro en Wm 2007 Provincie Noord-Holland Functie: Juridisch adviseur groene wetgeving Werkzaamheden: Interne advisering m.b.t. groene wetgeving, juridische ondersteuning afdeling vergunningen en verzorgen cursus, op aanvraag referentie mogelijk Envisie BV en Het grote Oost BV Functie: projectleider Werkzaamheden: - Projectleiding natuurontwikkelingsprojecten, aanvragen van subsidies en vergunningen, beleidsadvisering en praktische invulling Ecologische Hoofdstructuur. Studie bosbouw/ Bos- en natuurbeheer Scriptie: Beleidsanalyse subsidieregeling Programma beheer (natuurbeheer) Stage bij PWN: opstellen beheerplan Beschermd natuurmonument (Natura 2000) Stage bij Grontmij: opstellen handleiding Natuurtoetsen Grontmijbreed. - CONCEPT oriënterend ecologisch onderzoek RM augustus 2011
Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)
Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen
Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg
Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verantwoording Titel : Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Subtitel : Projectnummer : Referentienummer : Revisie : C1 Datum : 30-10-2012 Auteur(s) :
Notitie flora en fauna
Notitie flora en fauna Titel/locatie Projectnummer: 6306 Datum: 11-6-2013 Opgesteld: Rosalie Heins Gemeente Baarn is voornemens om op de locatie van de huidige gemeentewerf een nieuwe brede school ontwikkelen.
1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie
1 NATUUR 1.1 Natuurwetgeving & Planologie De bescherming van de natuur is in Nederland vastgelegd in respectievelijk de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Deze wetten vormen een uitwerking
Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt
Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt CONCEPT Omgevingsdienst Regio Utrecht juli 2012 kenmerk/ opgesteld door beoordeeld door Ronald Jansen Dagmar Storm INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...
QUICKSCAN FLORA EN FAUNA
QUICKSCAN FLORA EN FAUNA Behorende bij project: Oostkanaalweg 44, te Ter Aar Gemeente Nieuwkoop Opdrachtgever : Keijzer Dakbedekking b.v. Projectnummer : PS.2017.714 Datum : 21 augustus 2017 Niets uit
Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora- en faunawet
BEM1605644 gemeente Steenbergen Behoort bij beschikking d.d. nr.(s) 28-11-2016 ZK16004958 Beleidsmedewerker Publiekszaken / vergunningen Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora-
Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland
Bijlage 3. Ecologie B3.1. Beleidskader Aanleiding en doel De beoogde ontwikkeling betreft de bouw van 31 woningen op een deels braakliggende kavel en delen van zeer diepe achtertuinen (zie ook paragraaf
QUICKSCAN FLORA EN FAUNA
QUICKSCAN FLORA EN FAUNA Behorende bij project: ( Naast) Elststraat 2, te Rosmalen Gemeente s-hertogenbosch Opdrachtgever: De heer P. van Hooft Projectnummer: PS.2016.618 Datum: 9 augustus 2016 Pasmaat
: Quickscan Flora en Fauna, Dijkstraat 23 te Gendt
Advies : Quickscan Flora en Fauna, Dijkstraat 23 te Gendt Datum : 17 december 2010 Opdrachtgever : mevrouw I. Zwartkruis Ter attentie van Projectnummer : mevrouw I. Zwartkruis : 211X04268.062985_1 Opgesteld
Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV
Notitie Contactpersoon ing. M.M. (Margaret) Konings Datum 18 juli 2012 Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV Algemeen In opdracht van Monarch heeft Tauw in 2011 en 2012 onderzoek
Verkennend natuuronderzoek Parklaan / Nieuweweg te Hattem
Verkennend natuuronderzoek Parklaan / Nieuweweg te Hattem Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten en gebieden Datum: 28-11-2011 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer:
Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele
Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele Butersdijk nabij nummer 21, Lettele Datum: 12-3-2014 Opgesteld door: Vincent de Lenne Projectnummer: 6546 Aanleiding en doel Aan de Butersdijk, nabij
Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn
Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn Elburgweg 59, Apeldoorn Datum: 21-10-2013 Opgesteld door: Vincent de Lenne Projectnummer: P3959 Aanleiding en doel Aan de Elburgweg te Apeldoorn worden twee kippenschuren
Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen
Witpaard BV Contactpersoon Kenmerk Status Datum Dhr. J. Drenth 15-182 concept 13 mei 2015 Betreft Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen Omschrijving Aanleiding en doelstelling
Nieuwe bedrijfslocaties
E c o l o g i s c h e i n v e n t a r i s a t i e Om de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan Midwolda-Nieuwlandseweg Arts/Rulo te toetsen, is een ecologische inventarisatie uitgevoerd. Tevens is gekeken
Verkennend natuuronderzoek locatie Loostraat 55a/57 Huissen
Verkennend natuuronderzoek locatie Loostraat 55a/57 Huissen Onderzoek naar het voorkomen van beschermde natuurwaarden Datum: 16-08-2013 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: AT/2013/16.08
Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond
Quickscan flora en fauna Deltaweg te Helmond A.P. Kerssemakers Voor de afdeling: SB/ROV. Gemeente Helmond. December 2012 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2.Wettelijk kader 2 3. Plangebied 4 4. Onderzoek 7
Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld
Tegelseweg 3 5951 GK Belfeld Tel: 077-4642999 www.faunaconsult.nl info@faunaconsult.nl Faunaconsult KvK Venlo 09116138 De heer J. Bruekers Bolenbergweg 18 5951 AZ Belfeld Flora- en faunascan voor de bouw
Notitie Quickscan flora en fauna
Notitie Quickscan flora en fauna De Uithof/ Kromhout te Utrecht Projectnummer: 5755.9 Datum: 5-5-2017 Projectleider: Opgesteld: Opdrachtgever: Universiteit Utrecht Universiteit Utrecht laat jaarlijks bomen
Samenvatting quickscan natuurtoets
Samenvatting quickscan natuurtoets Onderwerp Opdrachtgever Insingerstraat Soest RV&O Project Status Datum Sloop en nieuwbouw Insingerstraat concept 8 januari 2016 Auteur Veldonderzoek Projectcode Gelder,
Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis
Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis 3 april 2014 Zoon ecologie Colofon Titel Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 3 april
Adviesnota. Figuur 1: de geprojecteerde locatie van het Noordgebouw is aangegeven middels de gele lijn. Bron: POS plankaart 2010.
Aan Dura Vermeer Van N. Scheerder Telefoon 0613221762 Projectnummer RM002426 Onderwerp Update ecologisch onderzoek Stationsplein Utrecht ten behoeve van het Noordgebouw Datum 18-12-2014 1. Aanleiding en
Project Status Datum. Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari 2016. Auteur Veldonderzoek Projectcode
Onderwerp Opdrachtgever Emmaschool Heerde Witpaard Project Status Datum Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari 2016 Auteur Veldonderzoek Projectcode Gelder, A. (Adriaan) de Gelder, A.
Notitie aanvullend onderzoek
Notitie aanvullend onderzoek Vleermuizen Langbroekerdijk, Overlangbroek Auteur(s ): Ing. M. (Martijn) Bunskoek Project: 09078 Datum: 28 oktober 2009 Status: Definitief ecogroen advies bv Postbus 625, 8000
Soortenonderzoek Julianahof Zeist
Soortenonderzoek Julianahof Zeist 21 sept 2013 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Soortenonderzoek Julianahof Zeist Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 21 sept 2013 ZOON ECOLOGIE
NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO
VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO November 2009 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en doel 3 1.2 Werkwijze 3 1.3 Leeswijzer 4 2 Wettelijk kader Flora- en faunawet 5 3 Aanwezige natuurwaarden 7 3.1 Inleiding
Saksen Weimar fase 5 en verder Ecologische check
Saksen Weimar fase 5 en verder Arnhem, 11 december 2014 P a g i n a 2 Colofon Titel : Saksen Weimar fase 5 Subtitel : Projectnummer : 14.125 Datum : 11 december 2014 Veldonderzoek : T. Kooij Auteur(s)
Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem
Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem Onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen en steenmarter Datum: 15-10-2012 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer:
Verkennend natuuronderzoek herinrichting Venlo-Noord
Verkennend natuuronderzoek herinrichting Venlo-Noord Onderzoek naar het voorkomen van beschermde natuurwaarden Datum: 16-04-2013 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: AT/2013/16.04
Verkennend natuuronderzoek De Hoeven Beekbergen
Verkennend natuuronderzoek De Hoeven Beekbergen Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten en gebieden Datum: 27-10-2011 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: DT/2011/010.03
Bijlage 1 Ecologisch onderzoek
Page 1 of 5 Bijlage 1 Ecologisch onderzoek Plan: Hoofdwinkelcentrum Status: vastgesteld Plantype: bestemmingsplan IMRO-idn: NL.IMRO.0406.BPHWC2011-VG01 In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit
Quickscan samenvatting twee percelen Staphorst
Aan Bouwbedrijf Bovenhuis B.V. t.a.v. de heer J. H. Tromp Contactpersoon Kenmerk Status Datum M.A. (Martin) Heinen 14-416 concept 11 februari 2016 Betreft Quickscan samenvatting twee percelen Staphorst
Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum
Quick scan flora en fauna Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum Gemeente Castricum 0 INHOUD 1. Aanleiding... 2 2. Gebiedsomschrijving en beoogde ingrepen... 3 3. Wettelijk kader... 4 4. Voorkomen van beschermde
Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet. Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied)
Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied) 5 november 2011 Wat doen DR en DLG Dienst Regelingen is namens
Onderzoek flora en fauna
Onderzoek flora en fauna 1. Conclusie Geconcludeerd wordt dat voor de beoogde functieveranderingen geen ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet vereist is. Hierbij dient wel gewerkt te worden
Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming
Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november 2009 Soortenbescherming De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze
Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen
Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten in het kader van de Flora- en faunawet Datum: 03-12-2012 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever:
Bureaustudie natuurwaarden Nijverheidstraat te Nederhemert
Bureaustudie natuurwaarden Nijverheidstraat te Nederhemert Datum : 30 oktober 2014 Opdrachtgever : Pouderoyen BV Opgesteld door : ir. N. Arts Projectnummer : P14-0202 Inleiding Initiatiefnemer is voornemens
Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg
Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg 101 te Dalfsen Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten en gebieden Datum: 09-10-2012 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer:
Verkennend natuuronderzoek locatie tennisvereniging Beukersweide te Wierden
Verkennend natuuronderzoek locatie tennisvereniging Beukersweide te Wierden Onderzoek naar het voorkomen van beschermde natuurwaarden Datum: 05-05-2014 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt
Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede
Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Enschede 2 December 2010 Rapportnummer 0123 Projectnummer
- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,
Bureauonderzoek ecologie, wijzigingsplan IJsseldijk-West Ecologie Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en het
Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.
Aan Rob Knijn Van C. van den Tempel CC M. Witteveldt Datum 12 januari 2017 Betreft Flora- en faunagegevens Middenweg Zuid Project Herontwikkeling Middenweg Zuid Geachte heer Knijn, Beste Rob, In 2014 en
QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis
QUICK SCAN FLORA EN FAUNA Heilleweg 21 te Sluis 1 QUICK SCAN FLORA EN FAUNA Heilleweg 21 te Sluis Opdrachtgever: A.C. Dingemans Heilleweg 21 4524 KL Sluis Opgesteld door: ZLTO Advies Cereshof 4 4463 XH
Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1
Briefrapport van: ons kenmerk: SAB Arnhem B.V. KUEN/80685 datum: 30 januari 2009 betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 aanleiding en methode Aan de Bloksteegweg 1, te Borne (gemeente Borne)
DBI1410.P103/projectnummer Milieuadvies Bodem en Ecologie Buys Ballotweg in De Bilt
MILIEUADVIES aan t.a.v. opsteller Gemeente De Bilt W. Zweverink D. Storm telefoon 088 022 50 00 datum 17 juli 2014 kenmerk onderwerp DBI1410.P103/projectnummer Milieuadvies Bodem en Ecologie Buys Ballotweg
Toets flora en fauna Herinrichting locatie Spreeuwenstraat 11 te Nijmegen
Toets flora en fauna Herinrichting locatie Spreeuwenstraat 11 te Nijmegen Datum : 27 maart 2014 Projectnummer : 13-0255 Opdrachtgever : Bureau Verkuylen Inleiding Aanleiding In verband met de voorgenomen
Datum : 10 juli 2015 Ons kenmerk : 1502H037/DBI/rap2 Betreft : Resultaten flora- en faunaonderzoek J.P. Gouverneurlaan 20 te Sassenheim
Sedos Mevrouw N. Wigmore Voorstraat 53 2201 HT Noordwijk Datum : 10 juli 2015 Ons kenmerk : 1502H037/DBI/rap2 Betreft : Resultaten flora- en faunaonderzoek J.P. Gouverneurlaan 20 te Sassenheim Geachte
Vleermuisonderzoek De Waterwijzer Lelystad
Vleermuisonderzoek De Waterwijzer Lelystad Opdrachtgever : DG Groep Rapporteur : R. van der Kuil Status : concept Datum : 27 augustus 2011 Stichting CREX Boekenburglaan 54 2215 AE Voorhout 06-48410531
Notitie quickscan Flora en fauna
Notitie quickscan Flora en fauna Prins Bernardstraat 2, Oldenzaal Projectnummer: 8399 Datum: 5-9-2017 Opgesteld: V. de Lenne Inleiding De initiatiefnemer is voornemens de woning aan de Prins Bernhardstraat
Toets flora en fauna Molenstraat 59c te Gemert
Toets flora en fauna Molenstraat 59c te Gemert Datum : 7 maart 2016 Projectnummer : 16-0068 Opdrachtgever : Peter en Harry van Schijndel Meizoentje 5 5422 EA Gemert 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In verband
Quickscan Flora- en Faunawet. t.b.v. sloop Opstallen. Oude Maasstraat 18 gemeente Uden
Quickscan Flora- en Faunawet t.b.v. sloop Opstallen Oude Maasstraat 18 gemeente Uden Zaaknummer:Ecologisch 253720 Adviesbureau Ettema december 2015 Behoort bij besluit van het College van burgemeester
Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet
Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet Inleiding Praktisch overal in Nederland komen beschermde soorten flora en fauna voor. Bekende voorbeelden zijn de aanwezigheid van rugstreeppadden op
P a r a g r a a f e c o l o g ische inventa r is a tie J a d e A en C B e i len
P a r a g r a a f e c o l o g ische inventa r is a tie J a d e A en C B e i len E c o l o g i e Om de uitvoerbaarheid van onderhavig plan te toetsen, is een ecologische inventarisatie van de natuurwaarden
Quickscan flora en fauna Plantage 80 Oude Wetering
Quickscan flora en fauna Plantage 80 Oude Wetering Opdrachtgever: Versienummer: Mees ruimte & milieu Postbus 854 2700 AW Zoetermeer Definitief Datum: 30 mei 2016 Auteur: Paraaf: mevrouw ir. L. Dresmé Plantage
P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g
P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g X.X Eco lo gi e KADER Om de uitvoerbaarheid van het plan te toetsen, is een inventarisatie van natuurwaarden
Natuurtoets. Fort Oranje 27. Woerden
Natuurtoets Fort Oranje 27 Woerden 19 augustus 2013 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Natuurtoets Fort Oranje 27 Woerden Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 19 augustus 2013 ZOON
Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182
Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Betreft Actualisatie locatieonderzoek natuurwaarden 1 Aanleiding In 2007 is door Grontmij het Locatieonderzoek natuurwaarden Projectlocatiegebied
Verkennend natuuronderzoek Anklaarseweg Apeldoorn
Verkennend natuuronderzoek Anklaarseweg Apeldoorn Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten en gebieden Datum: 31-10-2011 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: DT/2011/010.04
Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Van Zuylenlaan 9, Hoevelaken
Dhr. J.P.L.M.G. Gelauff Van Zuylenlaan 9 3871 BG Hoevelaken Contactpersoon Kenmerk Status Datum Dhr. A. de Gelder 15-314 definitief 31 augustus 2015 Betreft Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Van
Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen
Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 21 Mei 2014 Rapportnummer 031 Projectnummer 012 opdrachtgever Fam. Ten Dam Kolenbranderweg
Aanvullend natuuronderzoek voormalig Zoutdepot Breukelen
Aanvullend natuuronderzoek voormalig Zoutdepot Breukelen Onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen Datum: 30-08-2014 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: AT/2014/30.08 Versie:
Terneuzen. Quickscan Flora en fauna. Wulpenbek 16 te Hoek. <NL.IMRO.Invullen> concept. I. Dekker MSc. identificatiecode: datum: status:
Terneuzen Quickscan Flora en fauna Wulpenbek 16 te Hoek identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: 16-09-2016 concept projectnummer: auteur I. Dekker MSc. Inhoud van
Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven
Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven 15 november 2012 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Opdrachtgever Uitvoerder Auteur Datum Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven m RO Zoon Ecologie C.P.M. Zoon ZOON ECOLOGIE
Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel
Quick scan ecologie Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel Samenvatting Inhoud H 01 Aanleiding Voor de Mientweg 5 en Mientweg 29 te Lutjewinkel wordt een ruimtelijke ontwikkeling voorbereidt. Het gaat om de ontwikkeling
Flora en faunascan Beatrixpark Gemeente Amsterdam
Flora en faunascan Beatrixpark Gemeente Amsterdam Colofon Project: Flora en faunascan, Beatrixpark Opdrachtgever: Gemeente Amsterdam Onderzoeker: Dick van der Poel Ecoloog, niveau 4 gecertificeerd Telefoon:
Bijlage 1 Wettelijk kader
Bijlage 1 Wettelijk kader Inleiding In deze bijlage worden de wettelijke kaders voor ecologische beoordelingen van ruimtelijke ingrepen en andere handelingen beschreven. In de natuurbeschermingswetgeving
Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam
Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam Colofon Titel Nader onderzoek plangebied Insulindeblok, Amsterdam Projectnummer 12364 Opdrachtgever
Toets flora en fauna Kolping te Nijmegen
Toets flora en fauna Kolping te Nijmegen Datum : 21 mei 2015 Projectnummer : 15-0099 Opdrachtgever : Talis Postbus 628 6500 AP Nijmegen 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In verband met de voorgenomen werkzaamheden
Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern
Aanvullend vleermuisonderzoek restaurant Castellum Novum in De Meern Toetsing in het kader van de Flora- en faunawet Datum: 08-11-2008 Auteur: A.H. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Kenmerk: vlm2008/10
QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR HET PERCEEL KAATSWEG 3 RODERESCH
Eindrapport QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR HET PERCEEL KAATSWEG 3 RODERESCH September 2015 Quick scan Flora- en faunawet Kaatsweg 3 Roderesch Pagina 1 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding 1.1 Inleiding 1.2 Het
Busbaan langs de Kruisvaart
Busbaan langs de Kruisvaart Onderzoek Flora en Fauna Opdrachtgever ITC Utrecht B.V. De heer P. van Sterkenburg Ondertekenaar Movares Nederland B.V. ir. W.J. Arnold Kenmerk D83-WAR-KA-1200532 v1.0 - Versie
notitie drs. M.J. Schilt 1. ONDERDEEL ECOLOGIE
notitie postbus 233 7400 AE Deventer telefoon 0570 69 79 11 telefax 0570 69 73 44 onderwerp ecologie - Trompenburg projectcode LIS16-2 referentie LIS16-2/akkr/029 opgemaakt door drs. A. den Held datum
Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen
Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen 17 juli 2013 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen Opdrachtgever mro Uitvoerder
Boomcontrole vleermuizen boom 61145, Nieuwegracht te Utrecht
Notitie Contactpersoon Datum 16 december 2016 Boomcontrole vleermuizen boom 61145, Nieuwegracht te Utrecht 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel In opdracht van de gemeente Utrecht heeft Tauw onderzoek gedaan
Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter
Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter Ff-onderzoek Wierdenseweg, Enter Datum: 19-9-2013 Opgesteld door: Vincent de Lenne Projectnummer: 6444 Aanleiding en doel Binnen het plangebied (zie bijlage 1) wordt
: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas
Advies : QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas Datum : 14 januari 2014 Opdrachtgever : De heer L.P.G. Oudenhoven Projectnummer : 211x05418 Opgesteld door : Ineke Kroes
Vleermuisonderzoek locatie Merenhoef te Maarssen
Vleermuisonderzoek locatie Merenhoef te Maarssen Onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen Datum: 10-10-2014 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: AT/2014/10.10 Versie: Definitief
QUICKSCAN CORDERIUS COLLEGE TE AMERSFOORT
QUICKSCAN CORDERIUS COLLEGE TE AMERSFOORT In opdracht van: Gemeente Amersfoort QUICKSCAN CORDERIUS COLLEGE TE AMERSFOORT 2011 P. Calle In opdracht van Gemeente Amersfoort Ecologisch Adviesbureau Viridis
Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk
Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 254564 13 november 2014 254564 Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk 1 Aanleiding en doel De ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor
E c o l o g ische inventa r isatie W o n i n g b o u w v o o r m a l i g e T r ia n g e l s c h o o l te R o uveen
E c o l o g ische inventa r isatie W o n i n g b o u w v o o r m a l i g e T r ia n g e l s c h o o l te R o uveen Om de uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan te toetsen, is een ecologische inventarisatie
Toets flora en fauna President Verhofstadtstraat Groeskuilenstraat en Virmundtstraat te Gemert
Toets flora en fauna President Verhofstadtstraat Groeskuilenstraat en Virmundtstraat te Gemert Datum : 5 november 2014 Projectnummer : 14-0249 Opdrachtgever : Casper Kalb Projectaandrijving Rector de Vethstraat
: Natuurtoets Stadhuis Wageningen, Markt 22, Wageningen
Advies : Natuurtoets Stadhuis Wageningen, Markt 22, Wageningen Datum : 4 september 2013 Opdrachtgever : Ter attentie van : Projectnummer : 211x06459 Opgesteld door i.a.a. : Ineke Kroes : Rob van Dijk Bij
Natuurtoets station Alkmaar
Natuurtoets station Alkmaar Opdrachtgever ProRail Ondertekenaar Movares Nederland B.V. drs. T.P. Seip Kenmerk MNO-TS-100037641 - Versie 1.0 Utrecht, 15 december 2010 vrijgegeven 2010, Movares Nederland
Quickscan samenvatting Stephensonstraat Harderwijk
Gemeente Harderwijk T.a.v. mevr. K. van der Schot Havendam 56 3841AA Harderwijk Contactpersoon Kenmerk Status Datum Dhr. M. Hoksberg 15-238 definitief 10 juli 2015 Betreft Quickscan samenvatting Stephensonstraat
Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, opgaande beplanting en watergangen.
Ecologie In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven waaraan deze ontwikkelingen
BIJLAGE 1. Quickscan ecologie
BIJLAGEN BIJLAGE 1 Quickscan ecologie QUICKSCAN FLORA- EN FAUNAWET EN NATUURWETGEVING BREDE SCHOOL TE BIERVLIET QUICKSCAN TEN BEHOEVE VAN DE FLORA- EN FAUNAWET EN NATUURWETGEVING VOOR DE BOUW VAN EEN
Quickscan Flora- en Faunawet Nieuwbouw Doorninkweg 6. Verkennend onderzoek naar beschermde natuurwaarden ten behoeve van ruimtelijke ontwikkelingen
Quickscan Flora- en Faunawet Nieuwbouw Doorninkweg 6 Verkennend onderzoek naar beschermde natuurwaarden ten behoeve van ruimtelijke ontwikkelingen Quickscan Flora- en Faunawet Nieuwbouw Doorninkweg 6 Verkennend
Notitie. Aanvullend onderzoek Trambaan, Gorssel. 1. Aanleiding en doelstelling. 2. Situatie en werkwijze
ecogroen advies bv Postbus 625, 8000 AP Zwolle t:038 423 64 64 f:038 423 64 65 info@ecogroen.nl www.ecogroen.nl Notitie Aanvullend onderzoek Trambaan, Gorssel Auteur: Ing. E. (Esther) Veldhoen Veldonderzoek:
Quickscan samenvatting Flora- en faunawet bomen Hoofdweg, Harderwijk
Quickscan samenvatting Flora- en faunawet bomen Hoofdweg, Harderwijk Auteur: M.A. (Martin) Heinen Veldonderzoek: J. (Jasper) Zoeter Project: 13-340 Datum: 9 september 2013 Status: Definitief Aanleiding
Notitie. 1 Inleiding. 1.2 Plangebied Het plangebied omvat de percelen op Straatweg 77 en Statenlaan 2 te Rotterdam (figuur 1 en 2).
Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 500/332923/ET 10 oktober 2013 PN332923 Betreft Natuuronderzoek Straatweg 77 Rotterdam 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel In verband met geplande sloop van de bebouwing
:Natuurtoets Beneluxstraat 4, Oisterwijk
Advies :Natuurtoets Beneluxstraat 4, Oisterwijk Datum : 27 mei 2015 Opdrachtgever : Troboco Machines Ter attentie van Projectnummer : de heer T. Brock : 211x06739 Opgesteld door : Ineke Kroes i.a.a. :
Quickscan flora en fauna
Quickscan flora en fauna Hofjeswoningen Wijk bij Duurstede Projectnummer: 7323 Datum: 9-7-2015 Projectleider: Rob van Dijk Opgesteld: Tatiana Lodder De gemeente Wijk bij Duurstede is van plan om 29 hofwoningen
Figuur 1: Links: Luchtfoto plangebied (bron: Google Maps, maart 2016). Rechts: foto plangebied (juni 2014).
Notitie Referentienummer Kenmerk 349218 Betreft Natuuronderzoek in het kader van Goede Ruimtelijke Onderbouwing voor het realiseren van een hotel-woningen complex aan de Croeselaan 1-3 in Utrecht. 1 Inleiding
Quickscan winkelcentrum Meijhorst te Nijmegen
Notitie Contactpersoon Marc Wilberts Datum 10 mei 2010 Kenmerk N001-4710764MWX-mfv-V01-NL Quickscan winkelcentrum Meijhorst te Nijmegen 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Bij alle ruimtelijke ingrepen en plannen
Verkennend natuuronderzoek locatie Woonpark Zeist
Verkennend natuuronderzoek locatie Woonpark Zeist Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten in het kader van de Flora- en faunawet Datum: 22-11-2012 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de
Quickscan Lankhorsterweg 27 Staphorst. John Mulder
Quickscan Lankhorsterweg 27 Staphorst John Mulder Colofon Mulder,J.(2018): Quickscan Lankhorsterweg 27 Staphorst. Ecologisch Adviesbureau Mulder, Beemte Broekland. Opdrachtgever: dhr. H. Visscher. Status
Onderzoek flora en fauna
Bijlage 3 Onderzoek flora en fauna Ecologie In dit onderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven
HABITATSCAN DIEPENBROCKLAAN. Broedvogels & vleermuizen
HABITATSCAN DIEPENBROCKLAAN Broedvogels & vleermuizen Adviesbureau E.C.O. Logisch Nieuwerkerk a/d IJssel, 14-2-2017 VERANTWOORDING Opdrachtgever: Gemeente Voorschoten Contactpersoon: R. Pitlo Adres: Leidseweg