KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN. Taoïsme in Japan. Taoïstische elementen in het oude Japan. Bert Leysen

Vergelijkbare documenten
Academisch schrijven Inleiding Inleiding - Inleiding Nederlands In dit essay/werkstuk/deze scriptie zal ik... nagaan/onderzoeken/evalueren/analyseren.

Beste meneer Jansen 佐藤太郎様 Minder formeel, men heeft reeds zaken met de geadresseerde gedaan Beste Jan 佐藤太郎様 Informeel, men is bevriend met de geadress

Geachte heer Formeel, mannelijke geadresseerde, naam onbekend 拝啓 Geachte mevrouw Formeel, vrouwelijke geadresseerde, naam onbekend 拝啓 Geachte heer, me

Wij schrijven u naar aanleiding Wij schrijven van... u naar aanle なメール ( 会社を代表して書く場合 ) Wij schrijven u in verband Wij schrijven met... u in なメール ( 会社を

Aanwerving van kompels in Japan en België: Een vergelijkende studie tussen Hokkaidō en het Kempisch steenkoolbekken tot en met de Tweede Wereldoorlog.

2015 年 1 月号. S-Racing. Contents 各班の活動報告 今後の活動予定

Beste oom Jeroen Informeel, standaardaanhef voor een familielid Hallo Jan Informeel, standaardaanhef voor een vriend Hoi Jan Zeer informeel, standaard

Aanwerving van kompels in Japan en België: Een vergelijkende studie tussen Hokkaidō en het Kempisch steenkoolbekken tot en met de Tweede Wereldoorlog.

Leidraad voor de aanvraag voor het nationaal pensioen / pensioenverzekering voor werknemers / onderling bijstandspensioen

Van harte gefeliciteerd met jullie verloving. Hebben jullie al een datum voor de trouwdag geprikt? 婚約おめでとう 結婚式はいつにするかもう決めた? voor een fris verloofd paa

1. Gelieve hieronder uw naam en uw geboortegegevens IN DRUKLETTERS in te vullen 下 欄 に 申 請 者 の 氏 名 出 生 に 関 する 詳 細 を 大 文 字 で 記 入 してください

Is er een specialiteit van het huis? Vragen of het restaurant een specialiteit heeft 自家製料理はありますか Is er een specialiteit van de regio? 郷土料理はありますか? Vrag

Leidraad voor de aanvraag voor het nationaal pensioen / pensioenverzekering voor werknemers / onderling bijstandspensioen

日本語入力方法 Input van het Japans

JAPANS INTERNATIONAAL HUMAN RESOURCE MANAGEMENT

Orgaantransplantatie in Japan

社会保険未加入で 営業停止 下請指導 も 大手 中堅の技術 工法を活用しよう コンパクト電解還元整水器 / 販売 2 防災のスキルアップ / 第 1 回防災委 3 府の簡易耐震助成最大 30 万円 3 祇園の町家を料亭に / 住まいトーク 4 組合主催の新しい講習会 5

Anneleen Boons 1 e licentie Japanologie Popular Culture Inleiding サラリーマン金太郎本宮ひろ志

Zakelijke correspondentie Brief Brief - Adressering Roemeens Mr. J. Rhodes Rhodes & Rhodes Corp. 212 Silverback Drive California Springs CA Jap

Reizen Uit Eten Uit Eten - Bij de ingang Japans Duits _[ 人数 ]_ Ich würde gern einen Tisch für _[Personenanzahl]_ 用のテーブルを _[ 時間 ]_ から予約したいです Personen u

単位 : 台湾元 有効期間 ホテル名 シングルツイン追加ベッドツイン追加ベッドベッドなし

Nederlands voor buitenlanders. Woordenlijst Japans

LEIDSCHENDAM, LEIDSCHENDAM-VOORBURG EUR (K.K.) MLS ID: 総部屋数: 所在階: 寝室: 地上/地下: 選択されていません バスルーム: 専有面積 : トイレ: 築年: 駐車場数:

単位 : 台湾元 KUTA 地区 シングル ツイン 追加ベッド ツイン 追加ベッド ベッドなし

Wat te regelen voor Japan?

Reizen Uit Eten Uit Eten - Bij de ingang Deens Jeg vil gerne bestille et bord til _[antal af mennesker]_ til _[tidspunkt]_. Een reservering doen Japan

ヒカルの碁ほったゆみ 小畑健. Jump comics (Matthew-David Connolly) Modern Japans III: Pop cultuur. 0. Index 1. Inleiding Algemeen. 2

Reizen Accommodatie Accommodatie - Vinden Spaans Japans En dónde puedo encontrar? はどこで探せますか? Om de weg naar je accommodatie vragen... una habitación p

Genre en historische context. Auteur

Sengokuhen - PopularCultureWiki. Inleiding. Japanese Studies Home

Het beste geluid begint met een goede pasvorm. Om te zorgen dat hij uitstekend blijft klinken...

Reconversie, een lokaal antwoord op een mondiale transitie:

R ロ O ー T テ E M ム 0 7

Website beoordeling aokihd.co.jp

BT2 -- Shure Bluetooth Earphones

Crayon Shinchan クレヨンしんちゃん

K.U. Leuven Academiejaar Populaire Cultuur Mr. H. Coppens 1 ste Licentie Japanologie Annabelle Maes

Katholieke Universiteit Leuven

-Oda Nobunaga. Deze educatieve manga schetst het levensverhaal van Oda Nobunaga in zeven hoofdstukken:

Bron: Shurangama Sutra

Media in Japan en de rol van de keizer in de media

HIRAGANA LEER JAPANS MET KINAKO. GRATIS e-book Inclusief uitspraak Met oefeningen

Nichiro sensō hen ( 日 露 戦 争 編, The Russo- Japanese War) algemeen. bespreking. genre. From PopularCultureWiki. chapter 1 ロシア 皇 太 子 襲 撃 事 件

はじめに. Introductie. COMMISSIELEDEN Lena Bounimovitch Melissa Costa Liselore Goossens Martijn Heule Diana Kuijpers Carmen Loh

Reizen Gezondheid Gezondheid - Noodgeval Spaans Necesito ir al hospital. Zeggen dat je naar het ziekenhuis moet Me siento mal. Japans 病院に連れて行ってください 気持

Auteur. Cesare is een Japanse manga reeks, geschreven en getekend door Fuyumi. Cesare is historische seinen manga.

Achtergrond. Auteurs origineel werk

РУКОВОДСТВО ПОЛЬЗОВАТЕЛЯ 车主手册

kintsugi candice kumai Spectrum 金継ぎ de complete japanse lifestylegids foto s van candice kumai 作者 / 撮影者キャンディス熊井

Het onzichtbare volk: de Burakumin

NANA - PopularCultureWiki. Auteur. Bespreking. Biografie. Bibliografie. Situering. Japanese Studies Home

A FEVERISH ERA IN JAPANESE ART EXPRESSIONISM IN THE 50 s AND 60 s 14 OCT JAN. 2017

Laura Schepers 1ste licentie japanologie Katholieke Universiteit Leuven

1998: Tweede plaats 51ste Akatsuka Award ( 赤塚賞, Akatsuka Shō) voor "Samui hanashi" ( さむいはなし ).

De relatie tussen China en Japan: van Seirei Keinetsu tot de huidige toestand

... heeft mij om een referentie... heeft gevraagd mij om een voor refer zijn sollicitatie voor sollicitatie.... Ik verheug voor mij... zeer,. Ik hierb

Auteur. Auteur. Biografie

Kami nomizo shiru sekai ( 神 のみぞ 知 るセカイ) Auteur. Biografie. From PopularCultureWiki. Japanese Studies Home

TERRACOTTALEGER HET. & De erfenis van de eeuwige Keizer van China EXPO > PEDAGOGISCH DOSSIER JAAR LUIK GUILLEMINS TGV STATION

Chinmoku no Kantai - PopularCultureWiki. Inleiding. Auteur. Biografie. Japanese Studies Home

Muziek in de Heian periode - Encyclopedie. Inleiding. Voorbereiding. Tools. Rikaichan. Japanese Studies Home

Fairy Tail is een Japanse manga serie geschreven door Hiro Mashima. De manga verscheen in 2006 voor het eerst in Weekly Shonen Magazine.

Genji monogatari; Ise monogatari - PopularCultureWiki

Auteur. Kurosagi (クロサギ), The Black Swindler, is een manga geschreven door

Biografie. Andere werken. Plot. newcomers awards.

Pagina verplaatst naar /nl/node/9822

Mannen- en vrouwentaal in Japan: Wat is mannelijk? Wat is vrouwelijk...

Gebruikershandleiding

ACTIVO MAART-APRIL ZONDAG 4 MAART. ZONDAG 11 MAART (Misti verjaart ) ZONDAG 18 MAART

Bunraku: een uniek poppentheater.

Caroline De Beleyr Japanologie 1ste licentie. Individuele opdracht: Buddha

ouble Juliet (W ジュリエット ) Volume 2 - PopularCultureWiki

Sven Van Stichel Populaire cultuur Zipang 1ste Licentiaat Japanologie

Umizaru ( , 12 volumes, Weekly Young Sunday, Shogakukan)

Chobits - ちょびっツ. Chobits - ちょびっツ - PopularCultureWiki. Auteur(s) Algemeen. De leden: Japanese Studies Home CLAMP ( クランプ )

Karoshi ( 過労死 ) 過労死. Inleiding. Zoektermen. Opzoekwerk LIBIS. Uit Encyclopedie. Japanese Studies Home

Suizen - Encyclopedie. Inleiding. Zoekwoorden. Japanese Studies Home

Standardized warning statements for AC systems

Het is een historische en ludieke manga die verhaalt over de einddagen van het Bakufu.

Kusatta kyōshi no hōteishiki - PopularCultureWiki. Inleiding Auteur. Biografie. Bibliografie. Japanese Studies Home

From PopularCultureWiki

Reizen Algemeen Algemeen - Belangrijkste benodigdheden Thais ค ณช วยอะไรฉ นหน อยได ไหม? (Khun chuay arai chan noi dai mai?) Om hulp vragen Japans 助けてい

Otokozaka ( 男坂 ) is een Japanse manga geschreven en geïllustreerd door Masami Kurumada ( 車田正美, Kurumada

東 京 KERK IN DE STAD! verdiepingsconferentie 22 november 2014 Geert & Eline de Boo Zicht krijgen op Gods Koninkrijk wereldwijd: Ervaringen in Tokio

Ayako Rokkaku MUSEUM. Fumble in colors, tiny discoveries JAN VAN DER TOGT AMSTELVEEN

Nationalisme en internationalisering in het Japanse onderwijs

Don Quichot ( ドン キホーテ ) - PopularCultureWiki

Het effect van economische crisis op Japanse werknemers - Encyclopedie

Slideshows De kunst informatie duidelijk voor te stellen aan je publiek

JAPANS INPAKCULTUUR. Promotor Prof. Dr. Vande Walle ingediend door : Ann-Sofie Van Enis

Ōdō inu - PopularCultureWiki. Auteur. Bespreking. Tijd en ruimte. Historische achtergrond. Tijd en ruimte van het werk. Japanese Studies Home

gepubliceerd, waarvan de eerste volume hier wordt besproken.

Hieronder volgt een korte bespreking van het leven en werk van Murasaki Yamada.

Geschiedenis van China

Urusei Yatsura - PopularCultureWiki. Rumiko Takahashi. Biografie. Japanese Studies Home

Oosterse filosofie. China en het confucianisme

Nederlands Engels Kanji Hiragana. Bamboo whisk used to prepare matcha tea 茶筅ちゃせん

Norakuro ( のらくろ ) Norakuro ( のらくろ ) - PopularCultureWiki. Auteur. Biografie. Japanese Studies Home

Ik weet al dat China een groot land is en dat je daar maar een kind mag en dat er daar veel uitvindingen door China gemaakt zijn.

Ao no Exorcist ( 青の祓魔師 ) Auteur. Biografie. Bibliografie. From PopularCultureWiki. Japanese Studies Home

Transcriptie:

KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN Taoïsme in Japan Taoïstische elementen in het oude Japan Bert Leysen Professor Willy Vande Walle Faculteit Letteren

1

Japanse Samenvatting この論文には日本が中国の道教の影響を受けたかどうかを調べる 具体的には その影響の主な要素か大事な出来事編年体で研究し整理したいと思う しかし そうすると様々な問題点が浮き上がる まずは道教と伝統的な中国文化を差別しなければならない また 道教の宗教と道教から来た要素も同じのことではないので 差別しなければならない 道教はおそらく宗教として日本に存在しなかった そして このトピックには 歴史の中の中国から日本への知識移動に関して 韓国の役割も重要である 最初に 第一章は奈良時代以前の時代の要素についてである 道教の最初の出土の証明として三種の神器がみつけられる この件に韓国の影響は明確であり 道教の影響として重要だと考える また 昔の日本に関する文献の中にも様々な要素が見つけられる 例えば蓬莱 常世の国 変身 そして仙術についての論及は日本書と万葉集に書いてある もう一つの大事な要素は仏教の一つの宗 修験道だ この特徴は道教と同じような訓練である 第二章は奈良時代の要素についてだ 以前と比較すると文献はもっと豊富であり 日韓使節も増加した この一つの理由は元首の支配する権利を証明することである 奈良時代の一番よく知られていることは暦法 生命科学と予後をしていた陰陽道にちがいない このような技術で天皇の合法が証明出来るため 厳しいコントロールされていたのは当然である また 鑑真という僧の件もある この僧は何回も唐の皇帝の反対を押し切って渡日しようとしたが 五回まで失敗に終わったのである この出来事は唐の皇帝が道教を日本に進めていたが 日本は仏教の僧と知識だけを手に入れたがっていたこと推察できる 平安時代は最終章で扱い 道教は取分けて仏教を通じて日本に渡海した 道教に関して 真言 天台 また禅を研究するかいがあり 道教の神と用語法は酷似している それだけでなく 空海とい う真言の開祖による書かれた三教指帰という宗教的愚意小説に 道教は儒教と仏教と同じように 2

扱われたため 平安時代の日本に道教が知られていることを現せるであろう さらに 禅の日常の集中 また今の世界このままで受け入れるような考え方も道教に似ているのである なお 平安時代に始めた庚申信仰も重要な要素である 現在までに伝わる庚申信仰は仏教の信仰になったが もともとこれは道教の一つの古説に基づいた 最後に 伝統中国医学に関する影響もある このような医学は基本的平安時代以前のことだのは確かにそうだが 最初の日本の意義深い作品は平安時代に作られた 伝統中国医学の全ては道教だという訳ではないが 様々な変化は道教の影響を示している 具体的に長寿から仙術への変化は普通の医学の技術から道教の技術の変化の一つである 結論とすると宗教的な道教は日本になかったということが分かる しかし 道教から来た要素が日本の文化に入ったことは明確である 確かに仏教の場合を見ると なぜ道教はあまり人気ではなかったのであろう 確実に分からないのだが 仏教はもともと政治家に道具として使われたため昔から強く日本の文化と力を持っている人の世界に含めていたのは主な理由だと思う 3

Woord vooraf Ik zou graag professor Vande Walle, mijn promotor, willen bedanken voor het geven van de noodzakelijke suggesties en me de juiste richting te wijzen. Ook zou ik mijn dank willen uiten aan heel het lerarencorps van Japanse Studies aan de KULeuven. Het is hoofdzakelijk door hen dat ik genoeg achtergrondkennis heb om een bachelorproef te schrijven. Ten laatste zou ik ook iedereen willen bedanken die mij heeft gesteund, niet alleen financieel, maar ook door middel van aanbevelingsbrieven en dergelijke, om mijn jaar uitwisseling aan Rikkyo University te Tokyo mogelijk te maken. Deze ervaring is ongetwijfeld noodzakelijk voor het bewerkstelligen van een objectiever beeld over Japan als land, de cultuur en de mensen. 4

Inhoudsopgave Japanse Samenvatting... 2 Woord vooraf... 4 Inleiding... 7 De dunne lijn tussen taoïsme en volksreligie... 8 Korea, de voornaamste link tussen Japan en China... 9 Hoofdstuk 1. De eerste invloeden...12 1. Sanshu no Jingi, de Drie Schatten van Japan...13 2. Oude Japanse literatuur: de eerste geschreven bronnen...15 1. Inleiding...15 2. Tokoyo no Kuni...16 3. Onsterfelijkheid...19 4. Hōrai...21 3. Shugendō...22 Hoofdstuk 2: De Nara-periode...24 1. Inleiding: De weg naar de eenheidsstaat...24 2. Van China naar Japan...26 1. Onmyōdō...26 2. Ganjin...29 Hoofdstuk 3: De Heian-periode...31 1. Inleiding...31 2. Heian-boeddhisme...31 1. Tendai...31 2. Shingon...33 3. Zen...35 3. Kōshin cult...36 4. Traditionele geneeskunde en medische literatuur...37 5

Besluit...41 Bibliografie...43 6

Inleiding Taoïsme en Japan zijn twee woorden die je niet meteen in dezelfde context zou verwachten. Taoïsme is immers van oorsprong Chinees, en heeft volgens velen nooit de sprong gemaakt naar Japan zoals het boeddhisme en het confucianisme in de 6 e eeuw. Het is echter een onderwerp waar in de loop van mijn opleiding niet enorm diep op werd ingegaan, waarschijnlijk terecht door een gebrek aan zowel tijd als noodzaak. Veel studenten Japanologie zijn dan ook voornamelijk bekend met de boeddhistische invloeden en in iets mindere mate, de confucianistische elementen in Japan. Over het taoïsme is bijna niets bekend hoewel het toch degelijk een rol heeft gespeeld in het vormen van het traditionele Japan, al dan niet actief. Ik hoop dan ook met deze scriptie aan te tonen dat, ook al is het maar kort, het misschien toch aangewezen is om even stil te staan bij wat eventueel taoïstisch zou kunnen zijn in Japan, of de af en toe opmerkelijke gelijkenissen. We moeten echter een onderscheid maken tussen religieus taoïsme, als een institutionele religie, en taoïstische elementen en gebruiken. Religieus taoïsme heeft zo goed als zeker nooit bestaan in Japan, maar invloeden en elementen zijn wel terug te vinden. Deze verhandeling gaat over een aantal van deze elementen over een periode van nog voor de Nara-periode tot en met de Heian-periode. Er wordt ook telkens de historische context geschetst die de import van deze elementen heeft mogelijk gemaakt. Onder geleerden is er veel discussie over wat al dan niet taoïstisch is, en of de verscheidene elementen die in Japan nog overblijven wel als taoïstisch mogen worden opgevat aangezien taoïsme specifiek Chinees is en normaal tegen een Chinese achtergrond wordt verklaard. Op deze problematiek wordt in deze scriptie niet dieper ingegaan. Wel echter ga ik in op enkele van de meest voorkomende onderwerpen in deze discussie, deze uiteenzetten tegen hun respectievelijke historische achtergrond, en dan de vraag beantwoorden of er al dan niet echte taoïstische elementen te vinden zijn in Japan. Dit tweede deel, het uitwerken van de probleemstelling, zal echter subjectief zijn, en voornamelijk van de interpretatie van bepaalde termen afhangen. Het zou namelijk niet mogelijk en pretentieus zijn te pretenderen een vraagstuk te kunnen oplossen dat geleerden al jaren bezighoudt, en waarschijnlijk nooit opgelost geraakt. 7

Ik hanteer een chronologisch kader, onderverdeeld in drie delen: de periode die de Naraperiode voorafgaat, de Nara-periode en de Heian-periode. Wel moet opgemerkt worden dat deze indeling om inhoudelijke redenen soms niet perfect bewaard wordt. Sommige elementen kunnen hun oorsprong in de Nara-periode hebben, maar pas in de Heian periode op grote schaal teruggevonden worden. In deze gevallen wordt gebruik gemaakt van de begindatum voor de indeling van onderwerpen. De gehanteerde bronnen zijn voornamelijk teksten, boeken en artikels die specifiek over de onderwerpen gaan, maar ook naslagwerken zoals the Cambridge History of Japan voor algemene informatie en achtergrond, en bronteksten, meestal Engelse vertalingen naast het originele werk in gevallen van bijvoorbeeld de Manyōshū. Gebruikte termen worden bijna altijd vertaald indien de Japanse of Chinese term geen algemeen begrip is, met uitzondering van de term corpse delivery (shih-chieh 屍解 in het Chinees) waarvoor ik het Chinese woord hanteer. Deze term kort vertalen is namelijk moeilijk en zou ons leiden tot het hanteren van een korte zin telkens het woord gebruikt wordt. De gehanteerde citeerwijze is Chicago vijftiende editie, en voor de tekst hanteer ik anderhalve witregel voor leesbaarheid en een betere consistentie met betrekking tot regelafstand als er Japanse, Chinese of Koreaanse woorden in hun respectievelijke alfabet worden weergegeven. De dunne lijn tussen taoïsme en volksreligie Het is altijd lastig te schrijven met betrekking tot een religie, vooral als deze religie in kwestie een inheems geloof is. Het grote probleem is namelijk, waar ligt de grens tussen volkscultuur en religie? Welke elementen kan men toeschrijven aan religie, en welke niet? Vandaag de dag het antwoord op deze vraag proberen te geven lijkt dan ook dikwijls onmogelijk. Het gaat immers over feiten die te lang geleden ontstaan zijn, en waarvan men dikwijls de oorsprong volledig bijster is. Hier wordt niet dieper op ingaan in deze verhandeling, hoewel het ongetwijfeld een belangrijk vraagstuk is dat zeker niet uit het oog mag verloren worden. Zeker kunnen we wel zijn van het feit dat taoïstische elementen zich in de Chinese volkscultuur hebben genesteld. Maar sommige elementen die men typisch taoïstisch noemt, denk maar aan de leer gebaseerd op de vijf elementen, astrologie, wichelarij of divinatie, zijn Chinese gebruiken die nagenoeg aan elk Chinees hof werden beoefend, ook al waren sommige in se confucianistisch (maar tegelijkertijd toch ook vitaal voor het taoïsme). Ze komen hier wel aan bod in het taoïsme, maar ze worden eerder gezien als onderdeel van de Chinese cultuur. Livia Kohn verwoordt het vraagstuk met betrekking tot invloeden van het 8

taoïsme op Japan als volgt; The question of the presence and role of Taoism in Japan is thus first of all a question of definition, then a question of degree. (Kohn sd) Men zou zich ook kunnen afvragen of taoïsme wel buiten zijn Chinese context gezien kan worden. Is taoïsme in feite wel taoïsme in een ander land en cultuur? Of is het gebonden aan zijn afkomst, met name China? Volgens Anna Seidel moet er onderscheid gemaakt worden tussen 2 verschillende niveaus die in direct verband staan met historische periodes. Het eerste niveau betreft de vroegere periode, waarin elementen uit archeologische vondsten, en teksten en verhalen uit oude geschriften centraal staan. Tijdens deze periode zien we het taoïsme ook opduiken bij het tennō -systeem en de rituelen van de keizerlijke hofhouding. Daarnaast vinden we tijdens een tweede periode een import van taoïstische elementen, dikwijls als onderdeel van het overbrengen van boeddhistische praktijken en teksten. Korea, de voornaamste link tussen Japan en China Wanneer we het taoïsme in Japan bespreken, mag natuurlijk Korea niet verzwegen worden. Hoewel het taoïsme in Korea niet het onderwerp is van deze thesis, acht ik het toch nodig een korte achtergrond te schetsen over het belang van dit element in het oude Korea. De omvang van Chinese invloeden in Korea mag niet onderschat worden. Veel van de Chinese elementen wortelden zich zo diep in de Koreaanse cultuur, dat men ze na verloop van tijd als Koreaans ging beschouwen. Deze Koreaanse cultuur beïnvloedde op zijn beurt de Japanse cultuur weer enorm. Positief contact tussen de twee landen vinden we dan op vrijwel elk punt in de geschiedenis terug. Er wordt dikwijls gesproken over de Japanse invasie van Korea eind 16 e eeuw door Hideyoshi (Seth 2011), maar dit was eerder een uitzondering op de regel. De regel zijnde dat contacten tussen Japan en Korea vrij frequent en vriendelijk van aard waren. Zelfs tijdens de Edo-periode ( 江戸時代 ), onder de heerschappij van de Tokugawa 1 waren er niet minder dan 12 gezantschappen met bijna 500 begeleiders en medereizigers. (Lewis 1985), en dit tijdens een periode die bekend staat als een periode van isolatie. Taoïsme is nooit een grote godsdienst geworden, maar heeft enkele belangrijke invloeden uitgeoefend op alle lagen van de Koreaanse bevolking. Het opmerkelijke is dat in Korea het taoïsme bewust 1 Ook wel Tokugawa-periode ( 徳川時代 ) genoemd, van 1603 tot 1868. De gezantschappen vonden plaats tussen 1607 en 1811) 9

geïntroduceerd is, namelijk in 624 in het noordwestelijke koninkrijk Goguryeo. In de 7 e eeuw werd het taoïsme actief door de staat bevorderd als een alternatief voor het boeddhisme door de staat. Sinologe Anna Seidel citeerde over deze introductie het volgende uit het werk Kodai shinkô to Dôkyô ( 古代信仰と道教 ) van Masaaki Ueda ( 上田正昭 ): In 624 CE, the T'ang emperor Kao-tsu ( 高祖 )is said to have sent a Taoist preacher of the Tao-te ching to the king of Koguryo with a statue of a Celestial Worthy. In the early seventh century Taoist priests and abbeys, with statues and scriptures, were well established in northwest Korea (Ueda 1978; Ch'a 1984). (Seidel 1989-1990) De Daodejing van Laozi bleek erg gekend geweest te zijn. Ook de andere taoïstische klassieken waren niet ongekend. Vooral in Baekje gebeurde de introductie vroeg. De derde grote politieke macht op het Koreaanse schiereiland, Silla, kwam pas later in 738, via de Tang in aanraking met het taoïsme. 2 Het taoïsme geïntroduceerd in Korea verschilde echter van rijk tot rijk. Het taoïsme in Baekje leek sterk op dat van Silla: in beide gevallen ging het om een filosofisch taoïsme gebaseerd op de werken van Laozi en Zhuangzi. Het verschil was dat er in Silla er minder actieve interesse was in het taoïsme dan in Baekje, maar dat anderzijds het inheemse volksgeloof sterk op het taoïstische leek waardoor assimilatie gemakkelijk was. In Goguryeo daarentegen was er een interesse in het religieuze taoïsme en werd het voor politieke doeleinden gebruikt. Een voorbeeld van deze politieke verwevenheid is terug te vinden in een ritueel waarin men de hemel en de sterren als goden aanbad. Dit ritueel werd geïmiteerd van het Tang hof. Wellicht had dit tot doel Goguryeo te legitimeren (ideologisch) onder de dreiging van de Tang. Sommige geleerden (onder wie Song Hang-nyong 3 ) schrijven zelfs over de mogelijkheid van taoïstische gebruiken die ontstaan waren in het gebied van wat hedendaags Korea is, en nadien terug China binnen kwamen. Dit argument is gebaseerd op gelijkenissen die men aantreft tussen het gedachtengoed 4 in Korea voor de introductie van het taoïsme, boeddhisme en confucianisme, en het taoïstische gedachtengoed. (Hang-nyong 1986) Deze prominente rol was weliswaar erg tijdelijk en na de 9e eeuw was de invloed die het taoïsme uitoefende sterk naar de achtergrond verschoven. Later in de 9 e eeuw, tijdens een reis naar de hoofdstad van de Tang, Chang an, kwamen de 2 Een gezantschap van de Tang overhandigde een exemplaar van de Daodejing aan koning Hyoseong ( 효성왕 \ 孝成王 ). (Seth 2011) 3 Professor in de Koreaanse filosofie aan Sung Kyun Kwan University. 4 Dit gedachtegoed bestond uit drie aspecten; shindo ( 神道, weg van de goden), seondo ( 仙道, weg van de onsterfelijkheid), en sjamanisme. 10

Koreanen in contact met taoïstisch praktijken zoals het bevorderen van de gezondheid door rituelen en oefeningen, en alchemie afkomstig van taoïstische meesters van de Chung-nan shan, in de huidige Shaanxi provincie. Deze praktijken werden doorgegeven tot zelfs Kim Shi Sup 5, die ons bronnen nalaat met sporen van exoterische praktijken, alchemie en taoïstische ceremonies een het hof. (Chu-Hwan 1986) 5 Kim Shi Sup (1435 1493) was een taoïstische Koreaanse geleerde en dichter. Daar hij heel loyaal was aan de koning, deed de overheid grote inspanningen om veel van zijn werken, en ook geschriften met taoïstische elementen te bewaren. 11

Hoofdstuk 1. De eerste invloeden Over de eerste invloeden bestaat weinig zekerheid, maar naar alle waarschijnlijkheid kunnen we het volgende stellen: samen met de eerste invloeden van de Chinese cultuur in de 5 e eeuw werden ook de eerste taoïstische elementen in Japan binnengebracht. Rond de 6 e eeuw zien we een duidelijkere invloed. Geleerden van de Noordelijke Wei dynastie, welke waarschijnlijk via Baekje reisden, brachten traditionele Chinese geneeskunde, divinatie technieken en de kalender rekening mee. Veel van deze informatie komt uit de Chinese geschiedschrijving, en vinden we door een gebrek aan objectieve bronnen aan Japanse kant dikwijls alleen in China terug. Taoïstische elementen moeten echter ook in andere gebieden gezocht worden. Met name mythologische overleveringen kunnen ons soms meer vertellen dan feitelijke weergaven. Ook in de Japanse Klassieken vinden we elementen terug die wijzen op taoïstisch invloeden. De belangrijkste Japanse bronnen van voor de Nara-periode zijn de Nihon Shoki, Manyōshū en Kojiki. Hieronder volgt een overzicht en bespreking van de voornaamste. 1. Sanshu no Jingi, de Drie Schatten van Japan De elementen onderzoeken in deze periode is niet gemakkelijk. De schriftelijke bronnen die we nu nog ter beschikking hebben zijn niet meteen erg objectief, en mogen dikwijls niet te letterlijk genomen worden. Desondanks zijn er een aantal elementen welke mogelijkerwijs taoïstisch van oorsprong zijn. Als eerste hebben we de drie kostbaarheden van de Japanse keizer (ook wel drie heilige schatten van Japan genoemd ( 三種の神器, Sanshu no Jingi), welke bestaan uit zwaard Kusanagi ( 草薙劍 ), de spiegel Yata no kagami ( 八咫鏡 ), en het juweel Yasakani no magatama ( 八尺瓊曲玉 ). Volgens Fukunaga, zouden het zwaard en de spiegel elementen zijn die werden gebruikt tijdens de Zes Dynastieën (316 589). Zulke zwaarden worden vandaag de dag nog erg gekoesterd door bijvoorbeeld de Shōsōin in Nara en Osaka s Tennōji 6. Soms treft men exemplaren aan met symbolen van sterren op de kling, gelijkend op de symbolen die men aantreft op de kling van ceremoniële zwaarden gebruikt bij taoïstische ceremonies. (Ooms, Ancient Japan; The Tenmu Dynasty, 650-800 2009) 6 Tennōji of Shitennō-ji ( 四天王寺 ), één van de oudste boeddhistische tempels van Japan (593). 13

Over de bronzen spiegels 7 valt meer te zeggen. Er zijn er namelijk driehonderdeenenvijftig opgegraven in Japan (Kakubayashi 1983). Ook een historische bron (Wei Zhi 魏志, kroniek van de koninkrijk Wei) weet ons te melden dat koningin Himiko 8 in 239 een honderdtal van deze spiegels in ontvangst heeft genomen, een geschenk van keizer Ming 9. (Wang 2005) De betrouwbaarheid van deze bron valt uiteraard te betwisten, maar het archeologische bewijs is er wel. In de derde en vierde eeuw werden deze voorwerpen gebruikt als symbolen voor koninklijke autoriteit, en uitgedeeld aan lokale leiders. In taoïstische context worden aan deze spiegels magische eigenschappen toegeschreven, en zijn deze versierd met dieren van de Chinese dierenriem. Ze werden gebruikt om de toekomst te voorspellen, te zien wat er over een grote afstand gebeurde, of om geesten op te roepen. De Baopuzi 10 meldt dat vooral de grotere (eenentwintig centimeter in diameter) exemplaren krachtiger zijn. Deze grotere exemplaren, in tegenstelling tot de archeologische vondsten in China, werden in hoge verhouding (een 40%) teruggevonden in Japan. Er is echter geen bewijs is dat deze spiegels op dezelfde manier werden gebruikt in het vroege Japan als in het taoïsme. Het gebruik en hun functie kan dus verschillend zijn, als object echter, zijn deze wel degelijk van taoïstisch van oorsprong. In het geval van de magatama is er dan weer een opvallende gelijkenis met de Koreaanse Gogok ( 곱은옥 of 곡옥 ), dewelke werd gebruikt als decoratie voor kronen. Er is echter veel onduidelijkheid over waar deze sieraden ontstaan zijn. Hoewel er met even weinig zekerheid gezegd kan worden dat deze juwelen van Japan naar Korea en China overgewaaid zijn, suggereren de omstandigheden het tegengestelde. Ook het feit dat deze magatama dikwijls (niet altijd) vervaardigd werden uit jade, een mineraal dat kenmerkend is voor China, en dat vanaf de Han-dynastie (206 (202) v.c. 220) werd gebruikt als sieraad, suggereert een Chinese oorsprong, eerder dan een Japanse. 7 ook wel Shinjūkyō ( 神獣鏡 ) genoemd. Deze bronzen spiegels zijn versierd met afbeeldingen van goden en dieren uit de Chinese mythologie, en mogelijks van taoïstische afkomst. De ene kant is het spiegelende vlak, terwijl de andere is gehoogd met afbeeldingen van de Xian (onsterfelijke, 仙 ), Shen (godheid, geest, 神 ) en andere legendarische wezens in bas-reliëf. 8 Een vroege vrouwelijke heerser (3 e eeuw) die zowel sacrale als wereldlijke macht bezat. Ze heeft waarschijnlijk het belangrijkste Shinto schrijn te Ise opgericht. 9 Regeerde als tweede keizer van het koninkrijk Wei van 226 tot 239. Wei is een van de Drie Koninkrijken. 10 Hij die eenvoud omarmt geschreven door Ge Hong, is een vroeg Confucianistisch-taoïstisch werk over onderwerpen zoals alchemie, ademhalingsoefeningen maar ook ethische principes. 14

2. Oude Japanse literatuur: de eerste geschreven bronnen 1. Inleiding De oudste geschreven bronnen 11 langs Japanse zijde waar we iets van taoïstische invloeden in kunnen terugvinden, zijn de oude historische en poëtische werken, meestal gecompileerd in opdracht van de toenmalige keizers. Als we tussen de regels lezen, is het snel duidelijk dat het voornaamste thema, of zelfs doel is het legitimeren van het gezag van de keizer. 12 Dit terzijde vinden we echter een aantal andere elementen terug die richting taoïsme wijzen. Zo is er bijvoorbeeld het concept van Tokoyo no Kuni ( 常世の国 ), een eeuwig land of paradijs waar men niet oud wordt en niet sterft. Kijk je naar dit begrip door een Westerse bril, dan doet dit weliswaar denken aan het concept van een 'hemel', een hiernamaals zoals we dat kennen van het christendom. Volledig hetzelfde is het echter niet, maar later meer hierover. Een volgend element dat we sporadisch tegenkomen, is het thema van verre bergen, waar volgens sommige beweringen dit eeuwig land zou liggen. In het taoïsme is er de geloofsovertuiging dat daar onsterfelijken leven, en dat een van de manieren om de onsterfelijkheid te bereiken was het levenselixir te bemachtigen dat naar verluidt in deze landen te verkrijgen was. De bekendste van deze bergen is de Penglai berg, welke in de Japanse mythologie de Hōrai ( 蓬莱 ) is geworden. De rode draad in al deze thema's is onsterfelijkheid en de soms roekeloze zoektocht naar de verre oorden waar deze te vinden is. Om onsterfelijk te worden zijn er verschillende manieren waaronder lichamelijke oefeningen (zoals Qigong), het reciteren van bepaalde geschriften (Shangqing school) maar ook het beoefenen van alchemie en het maken van elixirs (z. het levenselixir). Vooral de richtlijnen voor die laatste zijn erg uitgebreid, maar dikwijls eerder schadelijk dan goed voor het menselijk lichaam. 13 11 Hoewel de meesten zijn uitgegeven of voltooid tijdens de Nara-periode, zijn deze invloeden meer van toepassing onder het hoofdstuk Oude Japanse literatuur: de eerste geschreven bronnen omdat de eigenlijke datum van de bevatten werken, of hun onderwerpen van voor de Nara-periode dateren. 12 Een goed voorbeeld hiervan treffen we aan in de Nihon Shoki, waar in het verhaal over het eeuwige land de overleden keizer wordt afgebeeld als een machtige heerser die zelfs door de onsterfelijken naast wie hij vertoefd wordt gerespecteerd. Ook zijn onderdanen deinsden er niet voor terug om naar het uiteinde van de wereld te reizen om aan de keizer zijn behoeften te voldoen.(zie ook punt twee. Tokoyo no kuni) (Ashton 1972, hfdst 1, blz. 341-42) 13 Denk maar aan het verwerken (Pao Zhi) van giftige metalen zoals lood, arsenicum en kwik. (Cooper 1990, blz. 55-70) 15

2. Tokoyo no Kuni Tokoyo no Kuni ( 常世の国 ) wordt als begrip in hedendaagse woordenboeken vertaald als ver land, hemel, ver land over de zee, en 'wereld van de doden'. Tokoyo als woord op zich vertaalt men als eeuwig of voor altijd hetzelfde. Het is dan ook verwarrend dat in de traditionele Japanse mythologie, er twee van zulke plaatsen beschreven staan. Hoewel deze niet volledig gelijk zijn, moet vanuit een westers perspectief kort even het verschil tussen beide worden toegelicht. In vele gevallen bestaat er verwarring over beide termen. Een passage uit Asian Mythologies van Yves Bonnefoy verwoordt (misschien onbedoeld) de onduidelijkheid goed: One cannot exclude the hypothesis that the words ne and tokoyo may refer to a single conception, that of a maritime afterworld, a land of ancestors, from which prosperity comes. Then little by little, the terms yomi, ne and soko may have come to be applied to the negative aspects of death, for example, death as a source of pollution. At the same time, the Japanese may have borrowed certain characteristics of the Chinese hell. On the other hand, tokoyo no kuni seems related to other Chinese conceptions, especially that of a land of immortals in which there is neither old age nor death. (Asian Mythologies, Yves Bonnefoy, University of Chicago, 1993, blz 272 ) Als eerste is er het hiernamaals, of het koninkrijk van de doden en kwade geesten in de Japanse mythologie, Yomi ( 黄泉 ), of Yomi no kuni. Volgens de Kojiki is dit de plaats onder de grond waar de doden heen gaan en rotten tot in de oneindigheid. Eens een overleden persoon het hart van de Yomi heeft gegeten, kan hij of zij nooit meer terug naar het rijk van de levenden. Het is hier dat Izanami na haar dood naartoe ging waarop Izanagi haar volgde. Op zijn terugweg van Yomi no kuni waste hij zich in de oceaan en creëerde Amaterasu uit zijn linkeroog, Tsukiyomi no Mikoto ( 月読の尊, de kami van de maan) uit zijn rechteroog en Susanoo ( 須佐之男, kami van de zee en de stormen) uit zijn neus. De locatie van de ingang naar de Yomi no kuni is vrij precies beschreven in de Kojiki. De ingang bevindt zich in de Izumo provincie, maar werd geblokkeerd door Izanagi met een enorme steen (Chibikino-Iwa 千引の岩 ), toen hij uit Yomi terugkeerde. (The Cambridge History of Japan Volume 1 Ancient Japan 1993, blz. 103, 465) Dit rijk wordt in de mythologie niet gezien als een paradijs zoals het Eeuwige Rijk in het taoïsme, maar ook niet als een echte hel zoals wij ze kennen van het christendom. Het lijkt er dus op dat dit rijk der doden puur Japans is, 16

gevrijwaard van taoïsme en Chinese invloeden. Een klein detail doet vele geleerden hier echter aan twijfelen. De kanji gebruikt voor yomi ( 黄泉 ) betekenen letterlijk 'gele bron', een term die uit China zou kunnen komen (Huángquán). In China, draagt deze de betekenis van 'hel' en is beter bekend onder de naam diyu ( 地獄, uit het Sanskriet नरक, uitgesproken als Naraka). Zoals vele Chinese concepten, is diyu gebaseerd op een amalgaam van boeddhistische, taoïstisch en andere populaire geloofsovertuigingen in het oude China. De link met het taoïsme is te ver om Yomi als taoïstisch te beschouwen, maar verder onderzoek over de oorsprong van dit concept kan mogelijkerwijs naar China leiden. Interessant is, dat de interpretatie van de kosmos in het shintoïsme, niet volledig inheems is. Zo is het universum onderverdeeld in vijf delen en wordt elk deel geregeerd door een bijbehorende kami. Het eerste deel is Takamanohara, ook wel bekend onder de naam Takamagahara ( 高天原 ), waar de belangrijkste kami verblijven. Het tweede is de aarde, en het derde, onder de aarde is het voornoemde Yomi no Kuni, waar de doden en boze geesten heersen. De oceanen nemen een vierde deel in beslag, Watatsumi no Kuni ( 綿津見 ook wel als 海神 geschreven) genaamd. Het vijfde is Tokoyo no Kuni, een paradijs waar de mensen niet oud worden of sterven. (The Cambridge History of Japan Volume 1 Ancient Japan 1993, blz. 329) Dit laatste deel heeft wel degelijk zijn wortels in het taoïsme. Het is dan ook dit begrip van 'eeuwig land' of hiernamaals dat hier verder wordt onderzocht. In de Manyōshū 14 ( 万葉集 ), de oudste bloemlezing van Japanse poëzie, vinden we ook verwijzingen naar Tokoyo no Kuni terug, hoewel schaars. In een gedicht (Boek 1, gedicht 50 )vinden we Tokoyo no Kuni terug, samen met nog een ander element dat sterk taoïstisch/chinees geïnspireerd is, namelijk de schildpad. Zo is er de parabel van Chuang Tzu 15 en de Schildpad, en ook het symbool van de Zwarte Schildpad 16, één van de vier Hemelse Dieren in de Chinese mythologie. In dit gedicht is de schildpad echter ook het symbool voor onsterfelijkheid, en draagt ze de drie bergen van het Land van de taoïstische onsterfelijken met zich mee. 14 Het werk Verzameling van Tienduizend Bladeren genaamd is een verzameld werk welk tot stand kwam rond 759. De opgenomen werken zijn van 347 tot 759. De persoon die de meest voorname bijdragen leverde is hoogstwaarschijnlijk Ōtomo no Yakamochi. 15 Zhuangzi ( 庄子 of 莊子 ) was een voorname Chinese (taoïstisch) filosoof die leefde in de 4 e eeuw. 16 In het Chinees en Japans respectievelijk Xuanwu en Genbu 玄武 ), 17

To the gates we build, The lofty Gates of the Sun, Let unknown lands In obedience draw near: from Kose Road, Bearing on its back Strange markings that proclaim Our land the Deathless Land (Tokoyo), A sacred tortoise has come forth, Foretelling a new age. (Cranston 1993, blz. 642) Herman Ooms spreekt zijn bedenkingen uit bij een zekere episode in de Nihon Shoki 17. Rond 644 zou er een man zijn geweest in hedendaags Shizuoka, die met de steun van sjamanen een nieuw geloof verspreidde onder de bevolking. Centraal hierin stond de aanbidding en verering van een insect 18 dat voor rijkdom en een langer leven moest zorgen. De naam van het insect, Tokoyo no kami (god van de eeuwige wereld), doet meteen denken aan het taoïsme. Uiteindelijk liep de sekte uit de hand en werden de autoriteiten genoodzaakt op te treden en de leider onschadelijk te maken. (Ooms, Ancient Japan; The Tenmu Dynasty, 650-800 2009, blz. 145) Ooms stelt hier dat, hoewel dit soort van aanbidding niet per definitie eigen is aan het taoïsme, de verschillende elementen (rups als symbool voor metamorphose, het zoeken naar manieren om het leven te verlengen, de naamgeving van de god in kwestie) aan taoïsme doen denken. De Nihongi bevat wel meerdere verhalen in verband met onsterfelijkheid, maar men is het erover eens dat dit slechts parabels zijn, met weinig of geen taoïstische oorsprong. Deze verhalen zouden eerder teruggrijpen naar de notie van de keizer als afstammeling van de goden en moeten dus eerder in de context van het legitimeren van het gezag van de keizer in het vroege Japan begrepen worden. Eén verhaal uit de Nihon Shoki blijkt echter wel een taoïstische achtergrond te hebben. Het deel in kwestie verhaalt over de dood van de Keizer, en kan teruggevonden worden in hoofdstuk zes, betreffende keizer Suinin op pagina 449 vanaf de tweede regel. Volgens het relaas stierf de keizer op 140-jarige leeftijd in de winter. Zijn trouwe dienaar was gedurende die tijd echter op zoek naar het geurige fruit Hachibana (acht bundels) genaamd in het 17 De Nihon Shoki ( 日本書紀 ), ook wel Nihongi ( 日本紀 ) genaamd, is het tweede oudste werk over de Japanse geschiedenis. Samengesteld onder toezicht van prins Toneri en Ō no Yasumaro werd het in 720 afgerond. 18 Waarschijnlijk ging het hier over een gigantische rups, een symbool van transformatie. Transformatie is wederom een thema in het taoïsme. 18

Eeuwige Land (tokoyo). Dit land blijkt enorm ver te zijn (Afar I went to a remote region:ten thousand ri I crossed the waves) en normaal niet toegankelijk voor gewone stervelingen (to which ordinary mortals cannot attain.). Bij zijn terugkomst aan het paleis verneemt hij echter dat de keizer overleden is. Dit eeuwige land blijkt ver over het water in het oosten te zijn en bevindt zich ergens op de eilanden rond de berg Penglai (Hōrai, zie verder) of op de toppen van de Kunlun 19 in de westelijke bergen ver van de beschaafde wereld. De vermelding van de precieze locatie van dit eeuwige land doet sterk denken aan die van de verblijfplaats van de onsterfelijken in het taoïsme. Ook andere details zoals de beschrijving van de verre landen, en de vermelding van de zoektocht naar het fruit doet sterk denken aan die van het levenselixir. Een gelijkaardige beschrijving van dit land van de onsterfelijken vinden we ook terug in de Shoku Nihongi 20. 3. Onsterfelijkheid Gerelateerd aan het vorige deel over Tokoyo no Kuni is onsterfelijkheid. Onsterfelijkheid en onsterfelijken zijn erg populaire en belangrijke thema s binnen het taoïsme. Veel Chinese teksten verhalen over het nastreven of het bereiken van onsterfelijkheid door een aantal methoden, waaronder alchemie, speciale diëten of gevaarlijke trektochten naar verre bergen. In de Nihon Shoki zowel als in de Nihon Ryōki en de Manyōshū vinden we veel verhalen terug die te maken hebben met onsterfelijkheid. Het merendeel heeft echter weinig met het taoïsme te maken. Onsterfelijkheid is namelijk een populair thema in zo goed als elke vroege beschaving. 21 Belangrijk is dus niet het eigenlijke concept van onsterfelijkheid, maar eerder de manieren waarop men die kan bereiken, en de specifieke symbolen en figuren die hiermee gepaard gaan. Zo zijn er een aantal elementen die als taoïstische beschouwd mogen worden. Het Chinese woord voor onsterfelijke is xiānrén ( 仙人 ), letterlijk onsterfelijk persoon. Dit concept wordt in het Japans met het woord sennin ( 仙人 ) uitgedrukt, dikwijls vertaald als 'onsterfelijk persoon', 'wijze' of 'kluizenaar'. De oorspronkelijke xiānrén in het taoïsme zijn de Acht Onsterfelijken. Deze groep legendarische onsterfelijke wijzen lijkt te zijn ontstaan tijdens de Tang en de Song-dynastie en leeft volgens de mythologie op de vier eilanden rond de berg Penglai, en op de berg zelf. Twee van deze acht onsterfelijken hebben hun weg gevonden naar wat misschien het beste als de tegenhanger in 19 Een gebergte in Centraal-Azië waar volgens het taoïsme paradijs van Xi Wangmu ligt, een monster met een menselijk gezicht, tijgergebit en panterstaart. 20 Shoku Nihongi ( 続日本紀 ) is het tweede werk van de Zes Nationale Historiën, samengesteld door voornamelijk Fujiwara no Tsugutada en Sugano no Mamichi in 797. 21 vid. de oude Grieken, Egyptenaren, het christendom, het hindoeïsme, het boeddhisme 19

de Japanse mythologie gezien kan worden, namelijk de zeven geluksgoden (Shichi Fukujin 七福神 ) 22. Jurōjin ( 寿老人 ), god van het lange leven, en Fukurokuju( 福禄寿 ), de god van geluk, rijkdom en lang leve hebben echter dezelfde taoïstische voorouder zodat soms gezegd wordt dat de twee hetzelfde lichaam bezitten, namelijk dat van de oude man die op zijn beurt de incarnatie van de zuidelijke Poolster is. Een andere theorie stelt echter dat Fukurokuju de drie Chinese Sterren goden geassimileerd heeft, beter bekend onder de naam Fu Lu Shou ( 福祿壽 ) 23 en dus instaat voor geluk, materiele voorspoed en lang leven. Dit lijkt echter onwaarschijnlijk, sinds het concept van Fu Lu Shou dateert van de Ming-dynastie, wat vrij laat is. Ook Jurōjin wordt dikwijls afgebeeld als een oude man met een staf, dikwijls vergezeld van een hert, kraanvogel of een schildpad, een wederkerend kenmerk van lang leven. (Pye 2004) Aan sommige sennin worden taoïstische eigenschappen toegeschreven. Een goed voorbeeld is Gama sennin ( 蝦蟇仙人 ). Gama heeft de betekenis pad (het dier), en is gebaseerd op de taoïstische figuur van Liu Hai ( 劉海 ), een ambtenaar en alchemist die leefde in de 10 e eeuw. Deze alchemist leerde zijn technieken van Chan Chu ( 蟾蜍 ) 24, een pad met drie poten die voor geluk en rijkdom zorgde. Deze associatie kan enig verband met Jurōjin hebben, echt bewijs is hier echter niet voor. Gama sennin wordt dikwijls afgebeeld met een pad, of zelfs in de gedaante van een pad. Onsterfelijkheid wordt in het taoïsme dikwijls uitgedrukt door de symboliek van de kunst van de metamorfose (pien-hua), dikwijls gebruikmakend van smeltende slangen of cicaden. (Robinet 1979) Van deze cicade-symboliek maakt men gebruik om de transformatie van Tenmu tot een bovennatuurlijke heerser te beschrijven en ook de hoger vermelde Gamma sennin maakte zich volgens legenden wel eens schuldig aan het afwerpen van de huid en als slang. Een ander fragment beschrijft het taoïstisch concept van corpse delivery (shih-chieh), vrij vertaald als het ontsnappen uit het lichaam. Isabelle Robinet verklaart het begrip als volgt: The binome pien-hua, or either one of its terms, is often associated with the word chieh, deliverance: One is "delivered from the body and transformed by escaping" (shih-chieh tun-pien). Compounds which combine pien or pien-hua with tun, to escape, 22 De zeven goden van geluk hebben hun wortels in zowel het taoïsme, India als in Japan zelf (Ebisu). Ze worden dikwijls als onderwerp gebruikt in afbeeldingen en netsuke. Net zoals bij de Acht Onsterfelijken is er slechts één vrouwelijke godheid, namelijk Benten (Benzaiten), oorpspronkelijk een hindoe godin (Saraswati). 23 Fu Lu Shou zijn drie Chinese geluksgoden, daterend van de Ming-dynastie. Het bezitten van hun beeltenissen is alomtegenwoordig in Chinese huishoudens en de plaatsing gebaseerd op fengshui (een Chinees geomantisch systeem). Concreet hebben we Fu Xing voor geluk, Lu Xing voorspoed en Shou Zing voor lang leven. 24 Chan Chu betekent letterlijk kikker of pad, maar er wordt vooral het symbool van (de bescherming van) rijkdom en voorspoed in de Chinese mythologie mee bedoeld: de pad met drie poten. 20

are common. One example is encountered in the title, "The Method for Disappearing by Slipping Away and Transforming Oneself," and in the title of the technique for "disappearing by escaping and transforming one's light." (Robinet 1979, blz. 57) In de Nihon Shoki en Nihon Ryōki vinden we een verhaal over Shōtoku Taishi waar shihchieh aan bod komt: Shōtoku Taishi trof op zijn weg een uitgehongerde man aan. Hij gaf deze man eten en drinken en een deel van zijn kleding. De volgende dag zond hij een dienaar om te kijken hoe het met de man gaat, maar deze blijkt te zijn overleden en begraven. Enkele dagen nadien echter, oordeelt Shōtoku Taishi dat deze man geen gewone sterveling is en beveelt een dienaar het graf te openen. Er werd geen lijk aangetroffen, alleen maar de kledingstukken die Shōtoku Taishi de man had gegeven, netjes opgevouwen. De mensen in het verhaal oordeelden over Shōtoku Taishi dat deze een taoïstische onsterfelijke is, gezien onsterfelijken elkaar herkennen. (Ooms, Ancient Japan; The Tenmu Dynasty, 650-800 2009) Wat we in dit kort verhaaltje aantreffen is wel degelijk taoïstisch. De vermelding van zowel Shotoku Taishi als een onsterfelijke, als het toch wel speciale concept van corpse delivery maakt dat ook deze passage naast andere details wellicht bewijs is van een vroege taoïstische invloed op de Japanse klassieken. 4. Hōrai In het taoïsme spelen bergen een belangrijke rol. Het is namelijk dikwijls de plaats waar men de onsterfelijken aantreft en ook waar de Acht Onsterfelijken 25 zouden verblijven. Het gaat dikwijls over drie bergen (oorspronkelijk vijf) 26, waar Penglai de belangrijkste is. Precies deze berg, omgeven door vier andere eilanden, zou zijn weg hebben gevonden naar de Japanse mythologie en geschiedschrijving onder de naam Hōrai. Volgens Shan Hai Ling 27 zou deze berg zich bevinden op een eiland in het oosten aan het einde van de Bohai zee 28. Waarschijnlijk is de locatie van deze mythische berg de voornaamste reden dat we hetzelfde concept in Japan terugvinden. Vanuit China bekijken, ligt ten oosten, aan het andere eind van de zee namelijk Japan. Hōrai en het taoïstische thema van de schildpad vinden we elders ook terug, namelijk in het verhaal van Urashima Tarō ( 浦島太郎 ). Het verhaal op zich is niet taoïstisch, maar enkele 25 Acht legendarische onsterfelijken ( 八仙 ) in de Chinese en taoïstisch mythologie. 26 cf. hoofdstuk vijf uit het Boek van Meester Lie (Lieze, 列子 ). 27 Shan Hai Jing ( 山海经 / 山海經 ), Klassieken van de Bergen en de Oceanen, Is een Klassiek Chinese compilatie van mythologie en geografische duidingen, van rond de 4 e eeuw. 28 Bohai Zee ( 渤海 ) is de binnenste golf van de Gele Zee. 21

elementen zijn dit wel. Het verhaal gaat terug tot in de Nara-periode onder een licht andere naam: Mizue no Urashimako ( 水江浦嶋子 ). In een episode in de Nihon Shoki treffen we het verhaal van Mizue no Urashimako uit een gebied ten noorden van het hedendaagse Kyoto 29 terug. Hij ving op zee een gigantische schildpad die veranderde in een vrouw. Hij nam haar tot vrouw en samen trekken ze naar de eilanden van Hōrai, waar de Onsterfelijken wonen. Een verfraaide en meer uitgewerkte versie van dit verhaal vinden we ook terug in de Manyōshū. Een andere doch gelijkaardige versie kan men terugvinden in Tango no kuni fūdoki ( 丹後国風土記 ) 30. Niet alleen Hōrai en de schildpad, maar ook het lange leven dat Urashima leidde (drie dagen, die driehonderd jaren blijken te zijn) is een element dat taoïstisch geïnterpreteerd zou kunnen worden. 3. Shugendō Shugendō ( 修験道 ) is een op syncretisme geïnspireerde boeddhistische stroming die zijn wortels heeft in het Shinto, animisme, en vanaf de Heian-periode 31 ook taoïstische en esoterisch boeddhistische elementen bevat. Verlichting (boeddhisme) wordt in het Shugendō bereikt door het één worden met een kami (Shinto). Centraal in het Shugendō treffen we bergen, een ascetische levenswijze en mystieke elementen aan. Letterlijk betekent Shugendō dan ook de Weg van Training en Beproeving. Beoefenaars worden Yamabushi( 山伏 ) of Shugenja ( 修験者 ) genoemd, de eerste term in lijn met het belang van bergen als mysterieus en heilig element in de stroming. De stichter wordt algemeen aanvaard En no Gyōja ( 役行者 ) 32 te zijn geweest in de 7 e eeuw. Ook Hijiri of zogenaamde Heilige Man lijkt zijn invloed te hebben gehad op het Shugendō. (Hitoshi 2001) 29 Uit het district Yosa genaamd, hedendaags Yosa ( 与謝郡 ), Kyoto. 30 Fudoki zijn oude verslaggevingen van provincies in Japan, opgesteld in de 8e eeuw welke niet alleen folklore e contain agricultural, geographical, historical and mythological records, as well as folklore. 31 Taoïstische en esoterisch boeddhistische elementen vinden we terug in het Shugendō vanaf de 8 e - 9 e eeuw. 32 Er is weinig terug te vinden over deze mysterieuze stichter van het Shugendō. Er zijn echter wel een paar verwijzingen in de Shoku Nihongi naar hem. Twee verschillende fragmenten verhalen over zijn verbanning op 26 juni 699 naar Izu Oshima en over de plaats waar hij voorheen leefde, de Katsuragi berg. Ook treffen we aanwijzingen aan die duiden op zijn grote kennis in geneeskrachtige kruiden. In 732 werd één van zijn leerlingen (Karakumino Hirotari) zelfs aangeduid door het hof als belangrijkste apotheker (Ten Yaku no Kami 典薬頭 ) aan het agentschap dat instond voor geneeskrachtige kruiden en dergelijke (Ten Yaku Ryou 典薬寮 ) 22

Hoewel het Shugendō dus tal van taoïstische elementen bevat, al dan niet meer identificeerbaar, zijn er twee gevallen waar we hier op in gaan. Het eerste is een spreuk, een verbaal ritueel dat eerder dan in het Shugendō werd aangetroffen in de Baopuzi, een oud taoïstisch werk dat verhaalt over alchemie, magie en onsterfelijkheid. De spreuk in het Japans gaat als volgt: Rin byōtosha kai jinretsu zaizen, vertaald als Kom naar beneden, soldaten en krijgers, vorm een rij voor mij. In het taoïsme moet deze spreuk die negen karakters telt, een sterke vorm van bescherming voorstellen. In Shugendō verandert de betekenis licht. Shugenja gebruiken deze spreuk bij voor ze de bergen binnen trokken, een activiteit die ook weer erg taoïstisch aandoet. Ook andere voorwaarden voor het betreden van deze bergen zijn taoïstisch. Alleen op bepaalde dagen mag men deze bergen betreden en men moet de juiste zuiveringsrituelen uitvoeren. (Kohn sd) Een tweede duidelijk taoïstisch element is een formule 33 die ook vandaag nog kan aangetroffen worden op onder meer talismannen en dakpannen. Deze taoïstische formule gaat terug tot de Han-dynastie. 33 Another link between Taoism and Shugendō is the ritual formula Swiftly, swiftly, in accordance with the statutes and ordinances! (Kohn sd, blz. 18) 23

Hoofdstuk 2: De Nara-periode 1. Inleiding: De weg naar de eenheidsstaat Vanaf de Nara-periode krijgen we een duidelijker beeld op Japan en de overlevering van Chinese en Koreaanse elementen. Er duiken elementen op zoals voorspellingen, wetenschappen gebaseerd op de vijf elementen en de leer van yin en yang, maar deze zijn onderdeel van de introductie van Chinese elementen en cultuur op een grotere schaal, eerder dan specifiek religieus taoïstisch. Zijn er dan wel taoïstische elementen te vinden in de Naraperiode vraagt men zich af. Het antwoord daarop is mogelijk te vinden op een niveau dieper dan dat van magische praktijken en legenden. Als we een betere blik werpen op de achtergrond van het maken van de Nara als een staat komen we mogelijk het taoïsme tegen. Taoïsme werd immers in China frequent gebruikt voor het legitimeren van gezag. In het bijzonder waren tijdens de Han-dynastie en de latere Tang-dynastie voorspellingen en voortekenen populair bij heersers om hun macht te laten gelden of stonden deze taoïstische gebruiken aan de vooravond van noemenswaardige politieke gebeurtenissen. Zo schrijft Herman Ooms over de stichter van de Tang-dynastie, Lǐ Yuān, het volgende: Eventually, the founder of the Tang dynasty benefited greatly from popular prophecies for establishing his regime over a unified China, just as the Eastern Han had. Based on a prophecy, the Han house had claimed a special link with the Li clan, which traced its origin to Laozi. The Tang founder adopted the name of the Western Han s founder, Gaozu, for himself, and similarly claimed Laozi as the ancestor of his house, throwing his full support behind Daoism. (Ooms 2009) In China werden de taoïstische rituelen en praktijken wegens grote populariteit en aanhang van de heersende elite eerder als een politiek middel gebruikt dan echt gewaardeerd als een godsdienst of een geloofsovertuiging. In 672, met als achtergrond een dispuut om troonopvolging, brak in Japan de Jinshin Oorlog 34 los. Deze periode die de Nara-periode voorafgaat wordt gekenmerkt door heel wat machtsverschuivingen, niet alleen in Japan, maar ook op het vaste land. In de tweede helft van de 7e eeuw zien we op het continent een grote macht genaamd Tang een alliantie aangaan met Silla, een van de drie voornaamste koninkrijken op het Koreaanse schiereiland. Deze alliantie 34 Een burgeroorlog die plaatsvond in 672, die een keizer en zijn familie meer macht gaf ten koste van andere machtige clans zoals de Soga en Nakatomi. 24

onderwierp Baekje 35 in 660, en acht jaar later, in 668, was ook het noordelijke Goguryeo 36 aan de beurt. Rond hetzelfde jaar dat de Jinshin Oorlog uitbrak, rukte Silla zich echter los uit de alliantie met de Tang, en wist een verenigd Silla uit te bouwen. (Seth 2011) Rond 678 had China ook andere problemen om zich nog verder met Silla bezig te houden, en schrapte dan ook de plannen voor het binnenvallen van Silla. Deze machtige buur zorgde initieel voor een defensieve houding bij het hof van Temmu, dat zich vooropstelde zo snel mogelijk Japan als staat een geheel te maken en deze te versterken. Later zou echter blijken dat Silla niet meteen een dreiging was, wat zich uitte in een verschuiving van beleid aan het Nara hof. (Ooms, Ancient Japan; The Tenmu Dynasty, 650-800 2009) Deze verschuiving was er concreet één van militaire aangelegenheden naar het ontwikkelen van religieuze riten en instituten, en het uitbouwen van een op Chinese Tang-stijl gebaseerde hoofdstad. Dit zorgde voor de nodige legitimatie van de keizer voor het heersen over het toenmalige Japanse rijk, en versterkte ook het religieuze aspect van zijn afkomst. Ook het uitbouwen van een bureaucratisch-systeem zoals in China zorgde voor de nodige controle over de gebieden, inwoners en inkomsten van de staat. Temmu en zijn ministers keken echter niet alleen naar China als model. Bij de machtsverschuivingen op het vaste land waren immers ook de drie grote Koreaanse rijken betrokken. Twee Koreaanse staten waren verslagen, en een was als overwinnaar uit de strijd gekomen. Deze bleek zich zelfs te kunnen meten met de machtige Tang-dynastie. Het wordt dan ook algemeen aanvaard dat de plannen na 672 met betrekking tot het uitbouwen van een machtige, sterke staat, zich niet alleen baseerden op het Chinese staatsmodel, maar ook rekening hielden met de zwakheden van de twee overwonnen staten, Baekje en Goguryeo, en de sterke punten van Silla. Baekje en Goguryeo waren immers slachtoffer geworden van interne verdeling, en de positie van de koning binnen de drie bestuurssystemen bleek ook anders te zijn. De koning van Baekje stond ver boven de ministers, waardoor een kloof tussen de twee partijen ontstond, terwijl de koning van Goguryeo slechts nominaal de heerser was. Daartegenover stond dat de koning van Silla stevig de leiding in handen had, gesteund door een sterk uitgebouwd apparaat van ministers. Hoewel dit allemaal rechtstreeks misschien niet als taoïstisch element of invloed gedefinieerd kan worden, is het erg belangrijk te weten waar de elite tijdens de Nara-periode zich op baseerde (Tang en Silla), en waarom ze bepaalde elementen die wel rechtsreeks met het 35 Een van de drie machtige koninkrijken in het oude Korea, gelegen in het zuidwesten van het Koreaanse schiereiland. 36 Het grootste van de drie oude Koreaans koninkrijken, gelegen in wat nu Noord Korea is. 25

taoïsme te maken hebben (zoals bepaalde rituelen) overnamen. In dit deel wordt er dieper in op deze elementen ingegaan, en hoe deze de vroege Nara-periode mee hebben vorm gegeven. 2. Van China naar Japan 1. Onmyōdō Onmyōdō, of de weg van Yin en Yang, is wederom een controversieel onderwerp in de discussie over taoïstische invloeden in Japan. Het hekelpunt is wederom wat er precies onder taoïsme, en wat er onder traditionele Chinese volkscultuur wordt beschouwd. Onmyōdō in zijn geheel is dan ook moeilijk als puur taoïstisch op te vatten, hoewel enkele respectabele werken het toch zeker met het taoïsme verbinden: Ommyodo, the Taoist divinatory science,is a major category (The Cambridge History of Japan Volume 1 Ancient Japan 1993, blz 349) is een goed voorbeeld van zulk gevestigde waarde. Wat onmyōdō dan zo interessant maakt, is de manier waarop het Japan binnenkwam. Het laat zien hoe Chinese of Koreaanse elementen in de Nara- en Heian periode aangepast werden aan de noden van de staat, en hoe de vroege taoïstische elementen ook het land moeten binnengekomen zijn. Het onmyōdō wordt hier niet als een noodzakelijk taoïstische invloed behandeld, maar eerder als een kort voorbeeld dat aantoont wat een van de moeilijkheden is van het proberen te onderscheiden van de verschillende invloeden en geloofsovertuigingen in het vroege Japan. Het is een onderwerp waar buitengewoon veel over is terug te vinden, een zeldzaamheid voor bronnen over de vroege geschiedenis. Elementen zoals waarzeggerij, het maken van kalenders, voorspellingen, wetenschappen gebaseerd op yin yang en de vijf elementen, welke Japan, Yamato binnenkwamen in de 6 e en 7 e eeuw, hebben dit grotendeels te danken aan het boeddhisme. Ook hier weer kan het belang van de rol van Korea, meer specifiek Baekje, in deze overlevering niet onderschat worden. Boeddhisme werd in Baekje officieel geïntroduceerd in 384, en volgens verscheidene oude Chinese bronnen 37 werd de aanwezigheid van elementen zoals traditionele Chinese geneeskunde, wetenschappen die gebruikmaken van voorspellingen en voortekens vastgesteld in Baekje in begin 6 e eeuw. Dezelfde bronnen melden ook dat er in deze periode een groot aantal monniken, tempels en pagodes zijn.(ooms, Yin-yang s Changing Clientele, 600-800 sd, blz. 2) Baekje en Yamato hadden veel contact en veel gemeen, zo ook de manier waarop kennis van het Chinese rijk overkwam. De meest voor de hand liggende instelling waar men 37 De bronnen hier vernoemd zijn van de vroege-tang periode, de Beishi, Zhoushu, en Suishu. 26