Handleiding. Besturingen Ecospray Sirius 10. LEMKEN GmbH & Co. KG

Vergelijkbare documenten
Handleiding. Besturingen Megaspray. LEMKEN GmbH & Co. KG

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART REMOTE

BE 1000 Brand BEDIENINGS INSTRUCTIE INHOUDSOPGAVE A3

Vertaling van de originele bedieningshandleiding 1.2. Zorgvuldig doorlezen voor de inbedrijfname! Uitgave: 02/2017, V.1.0. Bestelnr.

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr.

Art-No NL Handleiding

Afstandsbediening Telis 16 RTS

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART SELECT

Elektrische fiets Pedelec

Toetselement onder lang indrukken: het licht wordt met minimale lichtsterkte ingeschakeld.

1 Veiligheidsinstructies

GEBRUIKSAANWIJZING AQUA LASER 2 IN 1 RAAMREINIGER ARTIKEL NUMMER :

InteGra Gebruikershandleiding 1

Met 2-kanaals toetselement: instelling van de kleurtemperatuur met rechter tuimelschakelaar

PowerGrade. Korte gebruiksaanwijzing

Jaloezie- en rolluikbesturingssysteem Jaloeziebesturingsknop, Jaloeziebesturingsknop met sensordetectie

Systeem 2000 Touch-opzetstuk. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat

CC400 Gebruikershandleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem DALI-Power-besturingseenheid inbouwbasiselement

Aanvulling op de technische handleiding. MOVIMOT -opties MLU.1A, MLG.1A, MBG11A, MWA21A. Uitgave 06/ / NL.

HENKELMAN BV. Adres Veemarktkade 8 / D AE s-hertogenbosch Nederland. Postadres Postbus AE s-hertogenbosch Nederland

TECHNISCHE HANDLEIDING

BEDIENINGSINSTRUCTIES

DRAAITAFEL DT-1000.INOX/ALU DT-1200.INOX/ALU DT-1500.INOX/ALU HANDLEIDING

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. LB-management. Power DALI-taststuureenheid TW

GEBRUIKSAANWIJZING. voor hydraulisch weegsysteem model STH / R320 Pro. met uitleesinstrument R320 V1.60

OW 60 V SENSOR VOLTAGE OW 60 V SENSOR VOLTAGE XR

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

Switch. Handleiding

Bedieningen Dutch - 1

Aanbouw- en bedieningshandleiding

Toepassingsvoorbeeld: Bestaand alarmsysteem met e- Domotica koppelen

Printed: Doc-Nr: PUB / / 000 / 00

Toonaangevend in veiligheid. Detect De juiste mensen op de juiste plek

Handleiding. Besturingen Solitronic LEMKEN GmbH & Co. KG

Montage- en gebruikershandleiding

Handleiding. E-Trendy Lithium fietscomputer. 1. Inleiding P. 2

LCD scherm ve LCD scherm

SBGuidance 4.x.x WiFi Manager

installatiehandleiding Alarmlicht met sirene

Verwarming en ventilatie

Opgave 1 Opbouwen van een servomotor-systeem

HANDLEIDING SCOREBORDEN OPTIE 7 Versie 2.0 / augustus 2011

Montage- en gebruiksaanwijzing. NFC-module voor BDC-i440-besturingen

Doepke. Dupline. Handcodeerapparaat DHK 1. Bedieningshandleiding /01/10/E

4.0 Bediening CD AM 19 C 12:10 45 C. Whirlpool Electronic LCD - Gebruikershandboek 12:10 12:10. Licht\kleurentherapie.

Gebruiksaanwijzing Vloeistof stand kachels BINAR-5S BINAR-5S diesel BINAR-5S.24 diesel

LCD scherm va LCD scherm

Programmeerbare elektronische tijdschakelklok

Gebruiksaanwijzing. Gebruiksaanwijzing. Voor de gebruiker VRT 35. BEnl. Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH

Draadloze bussysteem Draadloze handzender comfort. 1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. 3 Functie. Best.nr. :

HANDLEIDING. Radiofrequentiebediening Synchro 3-4 VFF/CDL-C-2G4

Aanbouw- en bedieningshandleiding

XTC (Mk3) PROPORTIONELE SWITCHBOX CONTROLS (7 Service)

Handleiding Alma Rally & Alma Rally Off-road

Bedieningsinstructie

STAKA. Handleiding elektrische bediening. Dakluiken Flachdachausstiege Roof access hatches Trappes de toit

testo 885 / testo 890 warmtebeeldcamera Korte handleiding

INSTALLATIEHANDLEIDING. SBG SmartSwitch. Müller ISOBUS

Handleiding MH1210B temperatuurregelaar

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Producteigenschappen. LB-management. Draaidimmer Standaard led

Handleiding Digitale Thermostaat elektrische Handdoekradiatoren

Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL

Tijdschakelklok. Bestnr.: (groen) (oranje) (transparant) (blauw) Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Helpgids. Ondersteunde cameramodellen. Overzicht van de onderdelen. Voorbereidingen. Opnames maken

INSTALLATIEHANDLEIDING. SBG SmartSwitch. Delvano CommanderUnit

UTA MultiBox. Handleiding

1. Batterijpakket Onderdelen. Kabeltas. Batterijtas Laderstekker. Sleutels (2 stuks) Lader. Batterijstekker F B

De elektrische laadlift

Inhoudsopgave Uitpakinstructies...1 Voordat u begint...3 Installatie...4 Het reservoir met verzegelingsvloeistof vullen...9

Gebruikershandleiding vochtmeter FMW * * FMW Vochtmeter. Gebruiksaanwijzing Versie 3.13 VOCHTMETERS

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. LB-management. Jaloeziebasiselement Universeel. Jaloeziebasiselement Universeel Art. nr.

Powerpack. gebruikshandleiding

GEBRUIKSAANWIJZING. Marsden Weegindicator. Stimag B.V. Meer en Duin 64a 2163 HC Lisse tel. (023) fax.

802/13 LEGIC/815 ½ LEGIC

RGB wand bedieningspaneel DMX sturing en PWM output

Gebruiksaanwijzing. Altijd tot uw dienst SRP3011. Vragen? Vraag het Philips

Smoove Origin RTS. Instalatiehandleiding

Wij danken u hartelijk voor de aankoop van uw LivingLight Color Player 4 en/of Color Player 4 receiver.

RUIMTEREGELAAR MET STOOKLIJN- VERSTELLING

GEBRUIKSAANWIJZING EASYSTART TIMER

GT909NL. Gebruikershandleiding

Opgave 1 Opbouwen van een stappenmotor-systeem

Roetdeeltjesfilter. Handleiding DFG DFG 316s-320s DFG DFG 425s-435s

HANDZENDER CENTRALE VERGRENDELING

Handleiding RGB Led Lamp

Gebruiksaanwijzing NL Unox Line Miss Elena & Rosella ELENA ROSELLA

Aanbouw- en bedieningshandleiding

Verkorte Gebruiker Handleiding

Gebruiksaanwijzing CallBarrier

Montagevoorschrift. UBA3-module xm10 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage /2004 NL Voor de vakman

EM8621 Afstandsbediening. Downloaded from

Na bediening van de Menu - toets kan men met de + of - toets kiezen uit 3 verschillende menu s nl.:

Elektrische muurbeugel

Feuchtigkeits-Detector Moisture detector. Handleiding... 14

Bedieningshandleiding Christiaens Group Stapelaar en Ontstapelaar

Adapters en verloopmoeren van metaal

Bestnr AIPTEK Digitale fotolijst 7 inch

Waarschuwingen. Het onderstaande symbool geeft belangrijke of nuttige informatie aan die u in gedachte dient te houden.

Transcriptie:

Handleiding Besturingen Ecospray Sirius 10 - nl - LEMKEN GmbH & Co. KG Weseler Straße 5, 46519 Alpen / Germany Telefoon +49 28 02 81 0, Fax +49 28 02 81 220 lemken@lemken.com, www.lemken.com 17510518 3/03.14

Beste klant! Wij willen u graag bedanken voor het vertrouwen dat u ons geeft door de aankoop van dit werktuig. De voordelen van het werktuig ontdekt men alleen, wanneer het werktuig vakkundig wordt bediend en gebruikt. Bij de overdracht van dit werktuig heeft de dealer u al informatie gegeven met betrekking tot de bediening, de afstelling en het onderhoud. Deze korte inleiding vereist desondanks toch nog een verdere diepgaande bestudering van de handleiding. Deze handleiding helpt u om het werktuig van de firma LEMKEN GmbH & Co. KG beter te leren kennen en zijn doelmatige toepassingsmogelijkheden te gebruiken. De handleiding bevat belangrijke aanwijzingen over hoe het werktuig veilig, vakkundig en economisch wordt gebruikt. De inachtneming van de handleiding helpt gevaren te vermijden, storingen en uitvaltijden te verminderen en de betrouwbaarheid en levensduur te verhogen. Lees de handleiding vóór de inbedrijfstelling zorgvuldig en aandachtig door! Zorg ervoor dat de handleiding permanent op de gebruikslocatie van het werktuig beschikbaar is. De handleiding moet worden gelezen en in acht worden genomen door iedere persoon, die belast is met de volgende werkzaamheden: Aanbouwen en afkoppelen instellingen, werking, onderhoud en reparatie, oplossen van storingen en definitieve buitenbedrijfstelling en afvoer. 2

Onderdelenbestelling Met dit werktuig wordt een werktuigkaart meegegeven, waarop alle modules vermeld zijn die relevant zijn voor het product. De voor uw werktuig definitieve lijst van reserveonderdelen bevat naast de voor u relevante modules ook de modules, die niet bestemd zijn voor uw werktuig. Let er op dat u alleen reserveonderdelen bestelt, die bij de modules horen die zich op uw werktuigkaart resp. op de bijgevoegde computerafdruk bevinden. Geef bij de onderdelenbestelling ook het typenummer en het fabricagenummer van het werktuig op. U kunt deze gegevens op het typeplaatje vinden. Geef deze gegevens in de onderstaande velden in, zodat u deze nummers altijd bij de hand hebt. Typenummer: Fabricagenummer: Denk eraan, dat u alleen originele onderdelen van LEMKEN gebruikt. Imitatieonderdelen hebben een negatieve invloed op het functioneren van het werktuig, hebben een kortere levensduur en behelzen risico s en gevaren, die niet door de firma LEMKEN GmbH & Co. KG kunnen worden ingeschat. Bovendien verhogen ze de onderhoudskosten. Service en reserveonderdelen Informatie over service en reserveonderdelen is verkrijgbaar bij uw lokale handelaar of op onze website onder www.lemken.com. 3

Inhoud INHOUD Inhoud... 4 1 Algemeen... 10 1.1 Aansprakelijkheid... 10 1.2 Garantie... 10 1.3 Auteursrecht... 11 1.4 Optionele accessoires... 11 2 In de handleiding gebruikte symbolen... 12 2.1 Gevarenklassen... 12 2.2 Aanwijzingen... 12 2.3 Milieubescherming... 12 2.4 Markering van passages in de tekst... 13 3 Veiligheids- en beschermingsmaatregelen... 14 3.1 Doelgroep... 14 3.2 Reglementair gebruik... 14 4 Overdracht van het werktuig... 15 4.1 Afvalverwerking... 15 5 VOorbereidingen aan de Tractor... 16 5.1 Algemeen... 16 5.2 Aansluitingen op het bedieningspaneel... 16 5.3 Contactdoos... 17 5.4 Voedingsspanning en stroombeveiliging... 17 6 Voorbereidingen aan het bedieningspaneel... 18 6.1 Sectiekast... 18 6.2 Joystickkast... 19 6.3 Bedieningspaneel Matrix... 20 6.3.1 Aansluitingen... 20 6.3.2 Het bedieningspaneel Matrix inschakelen... 21 4

Inhoud 6.3.3 Het bedieningspaneel Matrix uitschakelen... 21 7 Bedieningspaneel Ecospray... 22 7.1 Overzicht... 22 7.2 Functie... 22 7.3 Overige weergaven... 23 8 Sectiekast... 24 8.1 Overzicht... 24 8.2 Functie... 24 9 Elektronische niveau-indicatie TankPilot... 25 9.1 Overzicht... 25 9.2 Functie... 26 10 Joystickkast... 27 10.1 Overzicht... 27 10.2 Functie... 28 11 Ingebruikname... 29 11.1 In- en uitschakelen van het bedieningspaneel... 29 11.1.1 Inschakelen... 29 11.1.2 Uitschakelen... 29 11.2 100 m-kalibratie... 30 11.3 Kalibratie doorstroommeter... 32 11.4 Selectie opgeslagen impulsaantallen per tractor... 35 11.5 Gewenste hoeveelheid... 36 12 De boom SEH... 37 12.1 Algemeen... 37 12.1.1 Bediening... 38 12.1.2 Functie... 38 12.1.3 Led boven functietoets... 38 12.1.4 Aanwijzingen op het scherm... 39 12.2 Uitvoeringen... 40 5

Inhoud 12.3 Boomverdeling... 41 12.4 De boom SEH Basis... 44 12.4.1 Algemeen... 44 12.4.2 Pendelblokkering... 45 12.4.3 Boom symmetrisch uitklappen... 46 12.4.4 Boom symmetrisch inklappen... 48 12.5 De boom SEH Full... 49 12.5.1 Algemeen... 49 12.5.2 Boom symmetrisch uitklappen... 50 12.5.3 Boom symmetrisch inklappen... 50 12.5.4 Boom asymmetrisch inklappen... 51 12.5.5 Boom asymmetrisch uitklappen... 52 12.5.6 Hellingcorrectie... 53 12.5.7 Draaien van het boomdeel 1... 54 12.6 De bomen SEH Comfort en Premium via bedieningspaneel Ecospray... 56 12.6.1 Algemeen... 56 12.6.2 De pendelblokkering bedienen... 59 12.6.3 De boom symmetrisch uit- en inklappen (alleen Comfort)... 60 12.6.4 De boom automatisch symmetrisch uit- en inklappen (alleen Premium)... 61 12.6.5 De boom asymmetrisch klappen... 62 12.6.6 Hellingcorrectie... 63 12.6.7 De boomhoogte instellen... 64 12.6.8 Draaien van de boomdelen... 65 12.7 Bomen SEH Comfort en Premium via joystickkast... 66 12.7.1 Algemeen... 66 12.7.2 Pendelblokkering... 66 12.7.3 Boom symmetrisch klappen... 67 12.7.4 Boom asymmetrisch klappen... 68 12.7.5 Boom automatisch klappen (alleen bij Premium)... 70 12.7.6 Hellingcorrectie... 70 12.7.7 Helling spiegelen... 71 12.7.8 Middenpositie... 71 12.7.9 Draaien van het boomdeel 1... 71 12.7.10 Automatisch kopakkerbeheer (alleen bij Premium)... 72 6

Inhoud 13 De boom HE... 73 13.1 Algemeen... 73 13.1.1 Bediening... 74 13.1.2 Functie... 74 13.1.3 Een functie selecteren... 74 13.1.4 Led boven functietoets... 74 13.1.5 Aanwijzingen op het scherm... 74 13.2 Uitvoeringen... 75 13.3 Boomverdeling... 76 13.4 De boom HE Basis... 77 13.4.1 Algemeen... 77 13.4.2 Pendelblokkering... 77 13.4.3 De boom rechts uitklappen... 78 13.4.4 De boom links uitklappen... 79 13.5 De boom HE Full... 80 13.5.1 Algemeen... 80 13.5.2 Pendelblokkering... 81 13.5.3 De boom rechts uitklappen... 82 13.5.4 De boom links uitklappen... 82 13.5.5 Boomdeel 2 klappen... 83 13.5.6 Hellingcorrectie... 83 14 Noodschakeling... 84 14.1 Algemeen... 84 14.2 Bedieningspaneel Ecospray... 84 14.3 Bedieningspaneel Ecospray met EcoControl... 84 14.4 De joystickkast... 85 15 De hoofdtank vullen... 86 15.1 Machine zonder elektronische niveau-indicatie... 86 15.2 Machine met elektronische niveau-indicatie... 88 16 Gebruik... 90 16.1 Algemeen... 90 7

Inhoud 16.1.1 Eerste basismenu... 90 16.1.2 Tweede basismenu... 90 16.2 Instelmenu... 91 16.2.1 Machine-instelling... 92 16.2.2 Menu Tank... 101 16.2.3 Kalibratie debietmeter... 105 16.2.4 100 m-kalibratie... 108 16.2.5 Instellingen bedieningspaneel... 111 16.2.6 Instellingen joystickkast... 113 16.2.7 Instellingen proportionele klep (alleen bij Comfort en Premium)... 115 16.3 Informatiemenu... 117 16.3.1 Tellers... 118 16.3.2 Sensoren... 121 16.3.3 Sproeiers... 121 16.3.4 Storingsmeldingen... 123 16.3.5 Machine... 124 16.3.6 Software... 124 16.3.7 Spanning... 124 16.3.8 Motoren en kleppen... 125 16.4 Klapmenu... 126 16.4.1 De boom SEH Basis uitklappen... 126 16.4.2 De boom SEH Basis inklappen... 126 16.4.3 De boom SEH Full uitklappen... 126 16.4.4 De boom SEH Full inklappen... 126 16.4.5 De boom SEH Comfort uitklappen... 126 16.4.6 De boom SEH Comfort inklappen... 126 16.4.7 De boom SEH Premium uitklappen... 126 16.4.8 De boom SEH Premium inklappen... 126 16.4.9 De boom HE Basis uitklappen... 127 16.4.10 De boom HE Basis inklappen... 127 16.4.11 De boom HE Full uitklappen... 127 16.4.12 De boom HE Full inklappen... 127 16.5 Bedrijfsmenu... 128 16.5.1 Elektronische selectieklep (optioneel)... 130 8

Inhoud 16.6 Sproeierreiniging... 132 16.7 Werklamp... 133 16.8 Zwaailamp... 133 17 Inzet op het veld... 134 17.1 Algemeen... 134 17.2 Handmatige drukinstelling... 135 17.3 Meer/mindervolumeschakeling... 136 17.4 Secties... 136 17.4.1 Bedieningspaneel Ecospray... 136 17.4.2 Bedieningspaneel Matrix... 137 17.5 Grenssproeiers... 138 18 Storingen... 139 18.1 Algemeen... 139 18.2 Het deactiveren van meldingen... 139 18.2.1 Categorie A... 139 18.2.2 Categorie B tot D... 140 18.3 A - Waarschuwing/storing/melding... 140 18.4 B - Draadbreuk... 143 18.5 C - Kortsluiting... 144 18.6 D - Systeemfouten... 147 18.7 Alarmen... 148 18.7.1 Sectiekast... 148 18.7.2 Elektronische niveau-indicatie TankPilot... 148 18.7.3 Joystickkast... 149 19 Positie- en beveiligingssensoren... 150 19.1 De boom SEH... 150 19.2 De boom HE... 154 20 verwijdering... 155 9

Algemeen 1 ALGEMEEN 1.1 Aansprakelijkheid De algemene voorwaarden van de firma LEMKEN GmbH & Co. KG zijn van toepassing, in het bijzonder hoofdstuk IX. Aansprakelijkheid. Volgens deze voorwaarden is de aansprakelijkheid van LEMKEN GmbH & Co KG voor persoonlijk letsel en schade aan eigendommen uitgesloten, wanneer dit het gevolg is van een of meerdere van de volgende oorzaken: Oneigenlijk gebruik van het werktuig, zie ook de paragraaf "Doelmatig gebruik" Niet naleven van de gebruikshandleiding en de daarin opgenomen veiligheidsinstructies; Eigenmachtige wijzigingen aan de constructie van het werktuig; Gebrekkige controle van onderdelen, die onderhevig zijn aan slijtage; Niet correct of niet tijdig uitgevoerde reparatiewerkzaamheden; Gebruik van andere onderdelen dan de originele reserveonderdelen van de firma LEMKEN GmbH & Co. KG; Ongevallen of beschadiging door invloeden van buitenaf of overmacht. 1.2 Garantie De algemene voorwaarden van de firma LEMKEN GmbH & Co. KG zijn van toepassing. De garantieperiode bedraagt één jaar vanaf aankoop van het werktuig. Eventuele storingen aan het werktuig verhelpen wij overeenkomstig de LEMKENgarantierichtlijnen. 10

Algemeen 1.3 Auteursrecht Deze gebruikshandleiding vormt een akte in de zin van de wet op oneerlijke concurrentie. Het auteursrecht erop berust bij de firma LEMKEN GmbH & Co. KG Weseler Straße 5 D-46519 Alpen Deze handleiding is bestemd voor de gebruiker van het werktuig. Ze bevat teksten en tekeningen die zonder uitdrukkelijke toestemming van de fabrikant geheel noch gedeeltelijk mogen worden Verveelvoudigd; Verspreid; of Op enigerlei andere wijze mogen worden doorgegeven. Inbreuk hierop geeft recht op schadevergoeding. 1.4 Optionele accessoires LEMKEN-werktuigen kunnen uitgerust zijn met extra toebehoren. In de gebruiksaanwijzing zijn hieronder zowel de standaard- als de optionele componenten beschreven. Let op: Deze zijn verschillend naar gelang de uitrustingsvariant. 11

In de handleiding gebruikte symbolen 2 IN DE HANDLEIDING GEBRUIKTE SYMBOLEN 2.1 Gevarenklassen In de handleiding worden de volgende symbolen gebruikt voor bijzonder belangrijke informatie: GEVAAR Markering van een onmiddellijk dreigend gevaar met hoog risico, dat de dood of zware lichamelijke letsels tot gevolg heeft, wanneer het niet wordt vermeden. WAARSCHU- WING Markering van een onmiddellijk dreigend gevaar met gemiddeld risico, dat mogelijk de dood of zware lichamelijke letsels tot gevolg kan hebben, wanneer het niet wordt vermeden. VOORZICHTIG Markering van een gevaar met laag risico, dat lichte of middelzware lichamelijke letsels of materiële schade tot gevolg zou kunnen hebben, wanneer het niet wordt vermeden. 2.2 Aanwijzingen 2.3 Milieubescherming Markering van bijzondere gebruikstips en andere bijzonder nuttige of belangrijke informatie voor een efficiënte werkwijze en economisch gebruik. Markering van bijzondere maatregelen voor recycling en milieubescherming. 12

In de handleiding gebruikte symbolen 2.4 Markering van passages in de tekst In de handleiding worden de volgende symbolen gebruikt voor bijzondere passages in de tekst: Markering van uit te voeren stappen Markering van opsommingen 13

Veiligheids- en beschermingsmaatregelen 3 VEILIGHEIDS- EN BESCHERMINGSMAATREGELEN In het hoofdstuk «Veiligheids- en beschermingsmaatregelen» zijn algemene veiligheidsinstructies voor de bediener opgenomen. Aan het begin van enkele kernhoofdstukken zijn gegroepeerd veiligheidsinstructies aangegeven, die gelden voor alle uit te voeren werkzaamheden in dit hoofdstuk. In iedere veiligheidsrelevante werkstap zijn verdere veiligheidsinstructies ingevoegd, die speciaal op de werkstap afgestemd zijn. 3.1 Doelgroep Deze handleiding beperkt zich uitsluitend tot het gebruik van het werktuig door geschoold en gespecialiseerd personeel en geïnstrueerde personen. 3.2 Reglementair gebruik Het werktuig is gebouwd volgens de stand van de techniek en de erkende veiligheidstechnische regels. Toch kunnen er bij het gebruik levensgevaar en gevaar voor verwondingen bij de bediener of derden resp. beschadigingen aan het werktuig en andere materialen ontstaan. Gebruik het werktuig alleen in technisch foutloze toestand en in overeenstemming met het gebruiksdoeleinde, rekening houdend met de veiligheid en mogelijke gevaren en met inachtneming van de handleiding. Tot het reglementaire gebruik behoort ook: de inachtneming van de handleiding en de uitvoering van de in de handleiding aangegeven werkstappen, de inachtneming van de veiligheids- en waarschuwingsborden op het werktuig, het naleven van de vermogensgrenzen van tractor en werktuig, de naleving van alle onderhoudsvoorschriften en de aanvullende controles, het gebruik van originele reserveonderdelen, het gebruik van de vermelde hulp- en bedrijfsstoffen en hun milieuvriendelijke afvoer. Een betrouwbare werking wordt alleen gegarandeerd bij naleving van alle voor het werktuig geldende instructies, instellingen en vermogensgrenzen. De machine is alleen voor de gebruikelijke inzet in de landbouw bestemd. 14

Overdracht van het werktuig 4 OVERDRACHT VAN HET WERKTUIG Controleer onmiddellijk bij de levering van het werktuig of dit overeenstemt met uw bestelling. Controleer eveneens de aard en volledigheid van de eventueel meegeleverde accessoires. U krijgt bij de overdracht een instructie door uw handelaar. Maakt u zich onmiddellijk na de overdracht vertrouwd met het werktuig en zijn functies. 4.1 Afvalverwerking Metaal- en kunststofonderdelen moeten opnieuw worden ingeleverd voor hergebruik. Zorg bij de afvoer van het werktuig, van de individuele componenten en van hulp- en bedrijfsstoffen voor een milieuvriendelijke afvoer. 15

VOorbereidingen aan de Tractor 5 VOORBEREIDINGEN AAN DE TRACTOR 5.1 Algemeen Het bedieningspaneel Ecospray is bedoeld voor het aansturen van de taakcomputer van een machine. Met het bedieningspaneel en de taakcomputer van de machine kunnen verschillende functies van een machine worden bediend. De voedingsspanning van de taakcomputer gebeurt met een 3-polige steker op de tractor; het bedieningspaneel Ecospray gebeurt via de aansluiting CAN. 5.2 Aansluitingen op het bedieningspaneel Drukregelingselement LIN OUT Signaalcontactdoos Op het bedieningspaneel vindt u de volgende aansluitingen: Drukregelingselement [mag niet geopend worden] LIN OUT [Uitgang] Signaalcontactdoos CAN CAN VOORZICHTIG Open nooit het drukregelingselement Het drukregelingselement mag nooit geopend worden. Het openen van het drukregelingselement veroorzaakt ernstige tot onherstelbare schade aan het bedieningspaneel. 16

VOorbereidingen aan de Tractor Op de signaalcontactdoos kunnen de volgende kabels worden aangesloten: Snelheidssensorset Adapterkabel radar of cardanas 5.3 Contactdoos Voor de voeding moet op de tractor een 3- polige contactdoos volgens DIN 9680 aanwezig zijn. Eventueel kan de optionele accuaansluitkabel rechtstreeks op de accu van de tractor worden gemonteerd. 5.4 Voedingsspanning en stroombeveiliging Voor de elektronische besturing is een voedingsspanning van 12 volt noodzakelijk, met een tolerantiebereik van 10 tot 15 volt. Over- en onderspanningen leiden tot bedrijfsstoringen en kunnen eventueel onherstelbare schade veroorzaken aan elektrische bedrijfsmiddelen. Bovendien dient u te letten op een stroombeveiliging van de voeding van minstens 25 A. De elektronische besturing bestaat uit een bedieningspaneel en een taakcomputer. Het bedieningspaneel moet binnen handbereik en in het zicht van de bestuurder in de tractorcabine worden ondergebracht. De taakcomputer zit in de machine. Het bedieningspaneel moet losgekoppeld worden van de voeding: na het werken met de machine; wanneer de machine langere tijd niet gebruikt wordt. 17

Voorbereidingen aan het bedieningspaneel 6 VOORBEREIDINGEN AAN HET BEDIENINGSPANEEL 6.1 Sectiekast LIN OUT LIN IN Op de sectiekast vindt u de volgende aansluitingen: LIN OUT [Uitgang] LIN IN [Ingang] De sectiekast moet als volgt worden aangesloten op het bedieningspaneel Ecospray: Schakel het bedieningspaneel Ecospray uit. LIN IN Verbind de kabel met de aansluiting LIN IN op de sectiekast. Verbind de kabel met de aansluiting LIN OUT op het bedieningspaneel Ecospray. LIN OUT 18

Voorbereidingen aan het bedieningspaneel 6.2 Joystickkast LIN OUT LIN IN Op de joystickkast vindt u de volgende aansluitingen: LIN OUT [uitgang] LIN IN [ingang] De joystickkast moet als volgt worden aangesloten op het bedieningspaneel Ecospray: Schakel het bedieningspaneel Ecospray uit. LIN IN Verbind de kabel met de aansluiting LIN IN op de joystickkast. Verbind de kabel met de aansluiting LIN OUT op het bedieningspaneel Ecospray. LIN OUT 19

Voorbereidingen aan het bedieningspaneel 6.3 Bedieningspaneel Matrix 6.3.1 Aansluitingen Op het bedieningspaneel Matrix vindt u de volgende aansluitingen: GPS-antenne Snelheidssignaal CAN BUS/POWER Camera Het bedieningspaneel Matrix moet als volgt worden aangesloten op de taakcomputer van de machine en op het bedieningspaneel Ecospray: Aansluiting M Aansluiting T CAN BUS/POWER GPS-antenne Camera Aansluiting S Schakel het bedieningspaneel Ecospray uit. Verbind de aansluiting S van de kabel met de taakcomputer van de machine. Verbind de aansluiting T van de kabel met de aansluiting CAN op het bedieningspaneel Ecospray. CAN Verbind de aansluiting M van de kabel met de aansluiting CAN BUS / POWER op het bedieningspaneel Matrix. Snelheidssignaal Snelheidssignaal CAN BUS/POWER 20

Voorbereidingen aan het bedieningspaneel GPSantenne Verbind de GPS-antenne met de aansluiting GPS-Antenne op het bedieningspaneel Matrix. 6.3.2 Het bedieningspaneel Matrix inschakelen Voor het inschakelen van het bedieningspaneel Matrix moet eerst het bedieningspaneel Ecospray zijn ingeschakeld. Zie de handleiding bij het bedieningspaneel Matrix. 6.3.3 Het bedieningspaneel Matrix uitschakelen Voor het uitschakelen van het bedieningspaneel Ecospry moet eerst het bedieningspaneel Matrix zijn uitgeschakeld. Anders kan gegevensverlies optreden. Zie de handleiding bij het bedieningspaneel Matrix. 21

Bedieningspaneel Ecospray 7 BEDIENINGSPANEEL ECOSPRAY Met het bedieningspaneel wordt de elektronische besturing bediend. Hij wordt op de taakcomputer van de machine aangesloten en bestaat uit o.a. een beeldscherm, toetsen, led-indicatoren en een draaiknop. 7.1 Overzicht Scherm Draaiknop 7.2 Functie Toets Functie Toets Functie Bedieningspaneel aan/uit Vrij programmeerbaar Noodschakeling Sproeien aan/uit Vrij programmeerbaar Bladeren naar links Bladeren naar rechts Schakelen tussen vorige weergave en bedrijfsmenu Functietoetsen F1 - F4: Uitvoeren van de grafisch weergegeven functie/submenu Hoeveelheid vergroten Hoeveelheid verkleinen Terugspringen Afbreken van waarde-invoer 1-9: Sectieschakeling Selecteren/bladeren/invoer/bevestigen/fouten vrijgeven Led Weergave van: Opmerkingen Waarschuwingen Alarmen 22

Bedieningspaneel Ecospray 7.3 Overige weergaven Deze weergave wordt tijdens een stap in het werkproces weergegeven. Druk op deze toets om de stap in het werkproces te onderbreken. 23

Sectiekast 8 SECTIEKAST Met de sectiekast kunnen de sectieschakeling en de functie Sproeien aan/uit bediend worden. Hij wordt op het bedieningspaneel aangesloten en bestaat onder andere uit een beeldscherm, schakelaars en led-lampjes. De sectiekast wordt met de LIN IN-aansluiting aangesloten op de LIN-aansluiting van het bedieningspaneel of op de LIN OUT-aansluiting van de joystickkast. 8.1 Overzicht Led Sproeien aan/uit Statusindicatie Sectieschakelaar Toets Functie Led Statusindicatie Sproeien aan/uit Sectieschakelaar 1-9 8.2 Functie Wanneer de sectiekast op het bedieningspaneel is aangesloten, zijn de toetsen 1 t/m 9 van de sectieschakeling op het bedieningspaneel inactief. De functie Sproeien aan/uit kan zowel op het bedieningspaneel als op de sectiekast bediend worden. 24

Elektronische niveau-indicatie TankPilot 9 ELEKTRONISCHE NIVEAU-INDICATIE TANKPILOT Met de elektronische niveau-indicatie TankPilot wordt het niveau van de machine weergegeven. De elektronische niveau-indicatie TankPilot bevindt zich op het bedieningscentrum van de machine. De elektronische niveau-indicatie TankPilot wordt op de taakcomputer van de machine aangesloten en bestaat onder andere uit een beeldscherm, een schakelaar en een led. 9.1 Overzicht led drukknop weergav e Toets Functie led Waarschuwing vrijgeven 25

Elektronische niveau-indicatie TankPilot 9.2 Functie De elektronische niveau-indicatie TankPilot kan de volgende onderdelen weergeven: Huidige niveau-indicatie Alarm maximumniveau Alarm minimumniveau Positie van de selectieklep (optioneel) Er wordt een alarm weergegeven wanneer het op het bedieningspaneel ingestelde niveau voor het betreffende alarm wordt bereikt. Het alarm wordt zowel op het bedieningspaneel als op het scherm van de elektronische niveau-indicatie TankPilot weergegeven. Een alarm op de elektronische niveauindicatie TankPilot vrijgeven: Druk op de schakelaar. Een alarm op het bedieningspaneel vrijgeven: Druk op de draaiknop. 26

Joystickkast 10 JOYSTICKKAST Wanneer de machine is voorzien van EcoControl, kan de boom volledig bediend worden met de joystickkast. De joystickkast wordt met de LIN IN-aansluiting aangesloten op de LIN-aansluiting van het bedieningspaneel of op de LIN OUT-aansluiting van de sectiekast. De actieve functies van de toetsen worden met ledlampjes aangegeven. 10.1 Overzicht Joystick links Joystick rechts Toets Functie Toets Functie Joystickkast aan/uit Statusmelding; geeft ook foutmeldingen weer Boomdraaiing - links Boomdraaiing - rechts Selectie symmetrisch klappen Boom heffen en neerlaten Vrij programmeerbaar; functie Sproeien aan/uit Hellingcorrectie Pendelblokkering openen/sluiten Helling spiegelen Automatisch inklappen Helling op middenstand Automatisch uitklappen 27

Joystickkast Selectie van boomdeel 1 tot 5 Joystick Wanneer de selectie Symmetrisch klappen niet actief is: Joystick naar links = boom naar links Joystick naar rechts = boom naar rechts 10.2 Functie Wanneer de joystickkast op het bedieningspaneel Ecospray is aangesloten, kan de boom bediend worden met de joystickkast. Boom heffen en neerlaten Boom inklappen en uitklappen Boomdraaiing boomdeel 1 links en rechts Pendelblokkering openen en sluiten Hellingcorrectie 28

Ingebruikname 11 INGEBRUIKNAME 11.1 In- en uitschakelen van het bedieningspaneel 11.1.1 Inschakelen Druk op deze toets om het bedieningspaneel in te schakelen. Er wordt een korte systeemcontrole uitgevoerd waarbij alle led's van de toetsen en de led kort gaan branden. Daarna wordt de softwareversie weergegeven. Kort daarna verschijnt het huidige impulsaantal. De weergaven na het inschakelen kunnen ook overgeslagen worden: Druk op deze toets. 11.1.2 Uitschakelen Houd de knop ong. 3 seconden ingedrukt om het bedieningspaneel uit te schakelen. 29

Ingebruikname 11.2 100 m-kalibratie Na het aansluiten van het bedieningspaneel dient u een kalibratie over 100 m uit te voeren. De 100 m-kalibratie moet uitgevoerd worden: zo mogelijk op het te gebruiken oppervlak; met aandrijving van alle wielen ingeschakeld [indien mogelijk] met halfgevulde tank; met de voorgeschreven luchtdruk van de tractorbanden. Druk op deze toets om het bedieningspaneel in te schakelen. Het eerste basismenu verschijnt. Druk op deze toets om naar het instelmenu te gaan. Het instelmenu verschijnt. Druk op deze toets om naar het kalibratiemenu te gaan. Nu verschijnt het menu Kalibratie. Druk op deze toets om naar het 100 m- kalibratiemenu te gaan. Nu verschijnt het huidige impulsaantal. Druk op deze toets om naar de startweergave voor de 100 m-kalibratie te gaan. Nu verschijnt de startweergave 100 m- kalibratie. Druk op deze toets om de 100 m- kalibratie te starten. 30

Ingebruikname Nu verschijnt de weergave 100 m- kalibratie loopt. Rij een afstand van 100 m. Druk op deze toets om de 100 m- kalibratie te stoppen. Druk op deze toets om de 100 m- kalibratie te bevestigen. Nu verschijnt het impulsaantal. Druk op deze toets om het nieuwe impulsaantal aan een tractor toe te wijzen. De getallen 1 t/m 5 geven vijf mogelijke tractoren aan. U kunt impulswaarden opslaan en oproepen voor maximaal vijf tractoren. Druk op de draaiknop om de tractor te selecteren. Draai aan de draaiknop om de tractor in te voeren. Druk op de draaiknop om de tractor te bevestigen. Houd deze toets ongeveer 2 seconden ingedrukt om het getal aan de geselecteerde tractor toe te wijzen. Nu verschijnt een vinkje in de weergave. De 100 m-kalibratie is nu voltooid voor deze tractor. Voor andere tractoren moet de 100 m-kalibratie opnieuw worden uitgevoerd. Druk op deze toets om naar een menu hoger te gaan. 31

Ingebruikname 11.3 Kalibratie doorstroommeter Voor de start van het seizoen moet de doorstroommeter worden gekalibreerd. Het gewicht van de combinatie van tractor en machine vaststellen: Vul de tank van de machine tot de nominale waarde met water. Rijd met de machine op een horizontaal oppervlak zonder gesloten toplaag waar het water ongehinderd kan weglekken. Schakel de aftakas in. Ga sproeien tot uit alle sproeiers water komt. Weeg de combinatie van tractor en machine. Vanuit het instelmenu: Druk op deze toets om naar het menu Gewicht machine te gaan. Nu verschijnt de weergave voor de invoer van het gewicht van de combinatie van tractor en machine. Druk op de draaiknop om de waarde te selecteren. Draai aan de draaiknop om de waarde in te voeren. Druk op de draaiknop om de waarde op te slaan. Druk op deze toets om de waarde te bevestigen. Nu verschijnt de weergave Pomp ingeschakeld?. 32

Ingebruikname Zo niet: Schakel de aftakas in. Laat de pomp draaien met het opgegeven nominale toerental. Zie de handleiding bij de machine. Druk op deze toets om de handeling te bevestigen. De weergave Spuitdoppen gevuld verschijnt. Druk op deze toets om de handeling te bevestigen. De weergave Kalibratie starten verschijnt. Druk op deze toets om de kalibratie te starten. Voer de kalibratie door tot de tank leeg is. Zie niveau-indicatie op de machine. De weergave Impulsen verschijnt. Druk op deze toets om de weergave te bevestigen. De weergave Leeggewicht verschijnt. Weeg de combinatie van tractor en machine. 33

Ingebruikname Voer het gewogen lege gewicht in: Druk op de draaiknop om de waarde te selecteren. Draai aan de draaiknop om de waarde in te voeren. Druk op de draaiknop om de waarde op te slaan. Druk op deze toets om de weergave te bevestigen. De weergave Nieuw impulsaantal verschijnt. De kalibratie van de doorstroommeter is afgesloten. 34

Ingebruikname 11.4 Selectie opgeslagen impulsaantallen per tractor Afhankelijk van de tractor kan het noodzakelijke impulsaantal als volgt worden opgeroepen en ingesteld. Vanuit het instelmenu Druk op deze toets om naar het kalibratiemenu te gaan. Nu verschijnt het menu Kalibratie. Druk op deze toets om naar de weergave Tractorselectie te gaan. De getallen 1 t/m 5 geven vijf mogelijke tractoren aan, met de toegewezen impulsaantallen. De tractor selecteren: Druk op de draaiknop om de tractor te selecteren. Druk op de draaiknop om de tractor in te voeren. Druk op de draaiknop om de tractor te bevestigen. Houd deze toets ongeveer 2 seconden ingedrukt om het getal aan de geselecteerde tractor toe te wijzen. Nu verschijnt het opgeslagen impulsaantal. 35

Ingebruikname 11.5 Gewenste hoeveelheid Na de 100 m-kalibratie moet de gewenste hoeveelheid in l/ha worden ingesteld. Vanuit het instelmenu: Druk op deze toets om naar het instelmenu te gaan. Nu verschijnt de huidige gewenste hoeveelheid. Druk op de draaiknop om het getal te selecteren. De gewenste hoeveelheid kan tussen 30 en 3000 l/ha ingesteld worden. Draai aan de draaiknop om het getal in te voeren. Druk op de draaiknop om het getal in te voeren. 36

De boom SEH 12 DE BOOM SEH 12.1 Algemeen Gedeeltelijk uitklappen van losse boomdelen van de boom is niet toegestaan. De losse boomdelen moeten altijd volledig in- of uitgeklapt worden. De boom mag alleen in stilstand in/uitgeklapt worden. Het gebruik van de machine met compleet uitgeklapte of symmetrisch geklapte boom bij ingeschakelde pendelblokkering/vergrendeling is niet toegestaan. Symmetrisch, verticaal in- en uitklappen is alleen mogelijk als: de vergrendeling/pendelblokkering gesloten is; de boom zich in het detectiebereik van de sensor voor de hoogte-instelling bevindt; alle boomdelen volledig zijn ingeklapt; de optionele hydraulische hellingcorrectie in middenpositie staat. Het aansturen van de boomdelen is alleen mogelijk wanneer: beide boomdelen 1 compleet naar beneden geklapt zijn; de vergrendeling/pendelblokkering gesloten is. 37

De boom SEH 12.1.1 Bediening Bij de bomen SEH Basis en Full wordt het in- en uitklappen aangestuurd met het bedieningspaneel en de stuurventielen van de tractor. Bij de bomen SEH Comfort en Premium wordt het in- en uitklappen aangestuurd met het bedieningspnaeel of met de joystickkast. Afhankelijk van de uitvoering van de machine kan de boom symmetrisch of asymmetrisch in- of uitgeklapt worden. 12.1.2 Functie Bij de bomen SEH Basis en Full selecteert u een functie met de toetsen; u bedient ze met het stuurventiel van de tractor. Bij de bomen SEH Comfort en Premium bedient u de functies met de functietoetsen op het bedieningspaneel of op de joystickkast. Een functie selecteren met de joystickkast: 12.1.3 Led boven functietoets Druk op een van de betreffende toetsen. De led op de betreffende toets gaat branden. Een functie selecteren: Druk nogmaals op de toets. De led van de betreffende toets dooft. Zodra een functie is geselecteerd met een functietoets gaat de led van deze toets branden. U hoeft de toets niet ingedrukt te houden. 38

De boom SEH 12.1.4 Aanwijzingen op het scherm Bedieningspaneel Ecospray Wanneer u de betreffende functietoets voor het inschakelen van een functie indrukt en vasthoudt en er ontbreken een of meerdere voorwaarden voor het inschakelen van de functie, dan verschijnt op het scherm een melding. Voorbeeld Joystickkast Wanneer u op een joystick drukt en niet alle voorwaarden voor het inschakelen van deze functie zijn vervuld, verschijnt op het scherm een melding. Voorbeeld 39

De boom SEH 12.2 Uitvoeringen De boom SEH is verkrijgbaar in vier verschillende uitvoeringen: Basis Full Comfort Premium De volgende stuurventielen zijn noodzakelijk: Hoogte-instelling Klappen, asymmetrisch Klappen, symmetrisch Pendelblokkering Hellingcorrectie Boomdraaiing symmetrisch/asym metrisch Basis (*) ew dw dw dw - - Full (*) ew dw dw dw dw dw SEH Comfort (**) Joystick rechts en links Joystick rechts en links Joystick rechts en links Joystickk ast Joystick rechts en links Joystick links Premium (**) Joystick rechts en links Joystick rechts en links Joystick rechts en links Joystickk ast Joystick rechts en links Joystick links (*) alleen in combinatie met Closed Center-hydraulisch systeem (**) alleen in combinatie met Open Center- of Load-Sensing-hydraulisch systeem ew = enkelvoudig werkend stuurventiel van de tractor ew = dubbel werkend stuurventiel van de tractor 40

De boom SEH 12.3 Boomverdeling 5 4 3 2 1 0 1 2 3 4 5 0 1 2 3 4 5 = Boomdeel 0 = Boomdeel 1 = Boomdeel 2 = Boomdeel 3 = Boomdeel 4 = Boomdeel 5 41

De boom SEH Toegelaten reduceringen van de werkbreedte SEH 15 en 18 SEH 20, 21 en 24 SEH 27, 28 en 30 symmetrisch met boomdelen 3, 2 en 1. enkelzijdig links met boomdelen 3, 2 en 1. enkelzijdig rechts met boomdelen 3, 2 en 1. alle combinaties tussen enkelzijdig en symmetrisch symmetrisch met boomdelen 4, 3, 2 en 1. enkelzijdig links met boomdelen 4, 3 en 2, wanneer boomdeel 1 (-4) rechts is uitgeklapt. enkelzijdig rechts met boomdelen 4, 3 en 2, wanneer boomdeel 1 (-4) links is uitgeklapt. alle combinaties tussen symmetrisch, enkelzijdig links en enkelzijdig rechts. symmetrisch met boomdelen 5, 4, 3 en 2. Boomdeel 5 asymmetrisch wanneer boomdeel 5 op de tegenoverliggende zijde is uitgeklapt. 42

De boom SEH Dubbelzijdig draaien van het boomdeel SEH 15 en 18 1 2 SEH 20 en 21 met uitgeklapte of gereduceerde boomdelen tot 20 (1). met ingeklapte boomdelen 1 (-3) van tot 80 (2). 1 2 met uitgeklapte of ingeklapte boomdelen tot 20 (1) en (2). SEH 24 1 2 met uitgeklapte of ingeklapte boomdelen tot 17 (1) en (2). SEH 27, 28 en 30 1 2 met uitgeklapte of ingeklapte boomdelen 5 tot 15 (1) en (2). 43

De boom SEH 12.4 De boom SEH Basis 12.4.1 Algemeen Druk op deze toets om het bedieningspaneel in te schakelen. Voordat u de boom kunt uitklappen: Hef de boom met het stuurventiel tot de meetpositie. De boom uitklappen: Druk op deze toets om naar het eerste klapmenu te gaan. Nu verschijnt het eerste klapmenu. Hier kunt u de volgende functies aansturen: Pendelblokkering Boom symmetrisch klappen 44

De boom SEH 12.4.2 Pendelblokkering of Druk daartoe op een van de toetsen om de functie Pendelblokkering te selecteren. Gebruik het betreffende stuurventiel van de tractor om de pendelblokkering te openen of te sluiten. of Druk op een van de toetsen om de selectie ongedaan te maken. De volgende weergaven geven de status van de pendelblokkering aan: Pendelblokkering gesloten Pendelblokkering noch helemaal geopend, noch helemaal gesloten Pendelblokkering geopend 45

De boom SEH 12.4.3 Boom symmetrisch uitklappen Hef de boom met het betreffende stuurventiel zo ver dat de klappositie wordt bereikt. Nu verschijnt op het scherm de melding Pendelblokkering sluiten. Sluit de pendelblokkering, zie "Pendelblokkering, pag. 45". Druk op deze toets in het klapmenu om de functie Boom symmetrisch uitklappen te selecteren. Nu verschijnt het menu Boom symmetrisch uitklappen. U kunt de boom in de volgende volgorde symmetrisch uitklappen: Boomdeel 1 Boomdeel 2 Boomdeel 3 Boomdeel 4 Boomdeel 5 Wilt u een boomdeel selecteren, druk dan op de betreffende functietoets. Houd de toets ingedrukt, eventuele meldingen worden weergegeven. Druk op deze toets om boomdeel 1 te selecteren. Boomdeel 1 uitklappen: Gebruik het betreffende stuurventiel van de tractor. 46

De boom SEH Druk op deze of op een andere functietoets om de selectie ongedaan te maken. Druk op deze toets om boomdeel 2 te selecteren. Boomdeel 2 uitklappen: Gebruik het betreffende stuurventiel van de tractor. Druk op deze of op een andere functietoets om de selectie ongedaan te maken. Boomdeel 3, 4 of 5 selecteren: Druk op de betreffende functietoets Boomdeel 3, 4 of 5 uitklappen: Gebruik het betreffende stuurventiel van de tractor. Druk op deze of op een andere functietoets om de selectie ongedaan te maken. Wanneer alle bomen zijn uitgeklapt: Open de pendelblokkering. 47

De boom SEH 12.4.4 Boom symmetrisch inklappen Wilt u de boom weer symmetrisch inklappen, druk dan op deze toets in het klapmenu. Sluit de pendelblokkering. Breng de boom in meetpositie. Het menu Boom symmetrisch inklappen verschijnt. 48 Druk op deze toets op de tweede pagina om boomdeel 5 te selecteren. Bedien het betreffende stuurventiel om het boomdeel in te klappen. Druk op deze toets om boomdeel 4 te selecteren. Bedien het betreffende stuurventiel om het boomdeel in te klappen. Boomdeel 3, 2 en 1 selecteren: Druk eveneens op de betreffende functietoetsen. Houd deze toets ingedrukt, eventuele meldingen worden weergegeven. Boomdelen 3, 2 en 1 inklappen: Gebruik het betreffende stuurventiel van de tractor. Druk op een van de functietoetsen om de selectie ongedaan te maken. Laat de boom met het betreffende stuurventiel zo ver neer tot de boom de transportstand bereikt.

De boom SEH 12.5 De boom SEH Full 12.5.1 Algemeen Druk op deze toets om het bedieningspaneel in te schakelen. Voordat u de boom kunt uitklappen: Hef de boom met het stuurventiel tot de meetpositie. De boom uitklappen: Druk op deze toets om naar het eerste klapmenu te gaan. Nu verschijnt het eerste klapmenu. Hier kunt u de volgende functies aansturen: Pendelblokkering Boom symmetrisch klappen Boom asymmetrisch klappen Sluit de pendelblokkering. Zie "Pendelblokkering, 45, pagina Fehler! Es wurde kein Textmarkenname vergeben.". Druk op de toets om naar het tweede klapmenu te gaan. Nu verschijnt het tweede klapmenu. In het tweede klapmenu kunt u de volgende functies aansturen: Hellingcorrectie Eenzijdig of dubbelzijdig draaien van boomdeel 1 Druk op deze toets om terug naar het eerste klapmenu te gaan. 49

De boom SEH 12.5.2 Boom symmetrisch uitklappen Na het uitklappen van de boom moet de pendelblokkering weer geopend worden. Voordat u de boom kunt uitklappen: Hef de boom met het stuurventiel tot de meetpositie. Nu verschijnt op het scherm de melding Pendelblokkering sluiten. Sluit de pendelblokkering. Druk op deze toets in het eerste klapmenu om de functie Boom symmetrisch klappen te selecteren. Zie "Boom symmetrisch uitklappen, pag. 46" 12.5.3 Boom symmetrisch inklappen Druk op deze toets in het eerste klapmenu om de functie Boom symmetrisch klappen te selecteren. Zie "Boom symmetrisch inklappen, pag. 48" 50

De boom SEH 12.5.4 Boom asymmetrisch inklappen Druk op deze toets in het eerste klapmenu om de functie Boom asymmetrisch klappen te selecteren. Nu verschijnt, afhankelijk van de uitvoering van de boom, het eerste menu Boom asymmetrisch klappen. Druk op de betreffende functietoets om een boomdeel te selecteren. Houd de toets ingedrukt, eventuele meldingen worden weergegeven. Uitvoering met 3 boomdelen: Gebruik het stuurventiel van de tractor om het boomdeel uit te klappen. Uitvoering met 4 boomdelen: Uitvoering met 5 boomdelen: 51

De boom SEH 12.5.5 Boom asymmetrisch uitklappen Om de boom weer uit te klappen, gaat u in omgekeerde volgorde te werk. Wanneer de boom compleet is ingeklapt: Hef de boom met het stuurventiel tot de meetpositie. Sluit de pendelblokkering. 52

De boom SEH 12.5.6 Hellingcorrectie Druk op de toets om naar het eerste klapmenu te gaan. Nu verschijnt het eerste klapmenu. Hier kunt u de volgende functies aansturen: Pendelblokkering Boom symmetrisch uitklappen Boom asymmetrisch uitklappen Druk op de toets om naar het tweede klapmenu te gaan. of Nu verschijnt het tweede klapmenu. Hier kunt u de volgende functies aansturen: Hellingcorrectie Draaien van het boomdeel 1 Druk op een van de toetsen om de hellingcorrectie te selecteren. De hellingcorrectie instellen: Gebruik het betreffende stuurventiel van de tractor. Druk op de toets of op een andere functietoets om de selectie ongedaan te maken. Hellingcorrectie blijft actief tot deze weer wordt uitgeschakeld; of een andere functie wordt geselecteerd. 53

De boom SEH 12.5.7 Draaien van het boomdeel 1 Met deze functie kunnen de boomdelen worden gedraaid, zie pagina 43. Druk op de toets om naar het eerste klapmenu te gaan. Nu verschijnt het eerste klapmenu. Hier kunt u de volgende functies aansturen: Pendelblokkering Boom symmetrisch uitklappen Boom asymmetrisch uitklappen Druk op de toets om naar het tweede klapmenu te gaan. Nu verschijnt het tweede klapmenu. Hier kunt u de volgende functies aansturen: Hellingcorrectie Eenzijdig of dubbelzijdig draaien van boomdeel 1 Druk op de toets om het enkelzijdig draaien van het boomdeel links te selecteren. Het enkelzijdig draaien van het boomdeel links instellen: Gebruik het betreffende stuurventiel van de tractor. Druk op de toets om het enkelzijdig draaien van het boomdeel rechts te selecteren. 54

De boom SEH en Het enkelzijdig draaien van het boomdeel rechts instellen: Gebruik het betreffende stuurventiel van de tractor. Druk op beide toetsen om dubbelzijdig draaien van de boomdelen te selecteren. Om dubbelzijdig draaien van de boomdelen in te stellen: Gebruik het betreffende stuurventiel van de tractor. Druk op de toets of op een andere functietoets om de selectie ongedaan te maken. 55

De boom SEH 12.6 De bomen SEH Comfort en Premium via bedieningspaneel Ecospray 12.6.1 Algemeen Het klapmenu in de uitvoering met de bomen SEH Comfort en Premium is als volgt opgebouwd: 1 e klapmenu 2 e klapmenu 3 e klapmenu 4 e klapmenu Pendelblokkering bedienen [F1/F2] Boom symmetrisch klappen [F3] Boom asymmetrisch klappen [F4] Naar hellingmiddenpositie gaan [F1] Helling spiegelen [F2] Hellingcorrectie handmatig instellen [F3/F4] Boomhoogte tijdens het werk [F1] Boomhoogte op kopakker [F2] Boom handmatig bedienen [F3/F4] Draaien van boomdeel links naar onder [F1] Draaien van boomdeel links naar boven [F2] Draaien van boomdeel rechts naar boven [F3] Draaien van boomdeel rechts naar onder [F4] 56

De boom SEH Druk op deze toets om het bedieningspaneel in te schakelen. Voordat u de boom kunt uitklappen: Zet druk op het stuurventiel van de tractor. De boom uitklappen: Druk op deze toets om naar het eerste klapmenu te gaan. 1 e klapmenu: pendelblokkering bedienen, boom klappen 2 e klapmenu: helling bedienen Nu verschijnt het eerste klapmenu. Hier kunt u de volgende functies aansturen: Pendelblokkering sluiten [F1] Pendelblokkering openen [F2] Boom symmetrisch klappen [F3] Boom asymmetrisch klappen [F4] Druk op de toets om naar het tweede klapmenu te gaan. Nu verschijnt het tweede klapmenu. In het tweede klapmenu kunt u de volgende functies aansturen: Naar hellingmiddenpositie gaan [F1] Helling spiegelen [F2] Hellingcorrectie handmatig instellen [F3/F4] 57

De boom SEH 3 e klapmenu: boomhoogte 4 e klapmenu: draaien van de boomdelen Druk op de toets om naar het derde klapmenu te gaan. Nu verschijnt het derde klapmenu. Hier kunt u de volgende functies aansturen: Boomhoogte tijdens het werk [F1] Boomhoogte op kopakker [F2] Boom handmatig naar onder brengen [F3] Boom handmatig naar boven brengen [F4] Druk op de toets om naar het vierde klapmenu te gaan. Nu verschijnt het vierde klapmenu: draaien van de boomdelen. Hier kunt u de volgende functies aansturen: Draaien van boomdeel links naar onder [F1] Draaien van boomdeel links naar boven [F2] Draaien van boomdeel rechts naar boven [F3] Draaien van boomdeel rechts naar onder [F4] Deze weergave verschijnt altijd wanneer een stap in het werkproces wordt uitgevoerd. 58

De boom SEH 12.6.2 De pendelblokkering bedienen Voor het klappen van de boom moet de pendelblokkering worden gesloten. Na het uitklappen van de complete boom moet de pendelblokkering weer geopend worden. De pendelblokkering sluiten: Druk op deze toets in het eerste klapmenu. Druk op deze toets om de pendelblokkering te openen. De volgende weergaven geven de status van de pendelblokkering aan: Pendelblokkering gesloten Geen pictogram Pendelblokkering noch helemaal geopend, noch helemaal gesloten Pendelblokkering geopend 59

De boom SEH 12.6.3 De boom symmetrisch uit- en inklappen (alleen Comfort) Let erop dat voor het uitklappen de pendelblokkering is gesloten. De boom symmetrisch uitklappen: Druk op deze toets. Nu verschijnt, afhankelijk van de uitvoering, het menu Boom symmetrisch inklappen. Druk op de betreffende functietoets om het boomdeel uit te klappen. Druk op deze toets om de selectie voor boomdeel 5 (indien aanwezig) weer te geven. Het menu voor het uit- en inklappen van boomdeel 5 verschijnt. Druk op deze toets om boomdeel 5 uit te klappen. Let erop dat na het uitklappen van de boom de pendelblokkering weer geopend moet zijn. Boomdeel 5 weer inklappen: Druk op deze toets. Boomdelen 4 tot 1 weer inklappen: Druk op deze toets. Het menu voor het inklappen van boomedelen 1 tot 4 verschijnt. 60

De boom SEH Druk op deze toets om boomdeel 4 in te klappen. Druk op deze toets om boomdeel 3 in te klappen. Druk op deze toets om boomdeel 2 in te klappen. Druk op deze toets om boomdeel 1 in te klappen. 12.6.4 De boom automatisch symmetrisch uit- en inklappen (alleen Premium) De boom automatisch symmetrisch klappen: Druk op deze toets. of of Nu verschijnt het menu voor het automatisch klappen. Druk op een van deze toetsen om de boom uit te klappen. Druk op een van deze toetsen om de boom in te klappen. Houd de toets zo lang ingedrukt tot een akoestisch signaal aangeeft dat het klappen is voltooid. 61

De boom SEH 12.6.5 De boom asymmetrisch klappen Aan beide zijden kunnen boomdelen paarsgewijs uitgeklapt worden. Druk daartoe bovendien op de betreffende toets. De boom asymmetrisch klappen: Druk op deze toets. (indien boom met 5 boomdelen is gemonteerd) Nu verschijnt het eerste menu Boom asymmetrisch uitklappen. De volgende functies van de boom kunnen worden aangestuurd: Boomdeel 5 links uitklappen Boomdeel 5 links inklappen Boomdeel 5 rechts inklappen Boomdeel 5 rechts uitklappen dan wel: Boomdeel 4 links uitklappen Boomdeel 4 links inklappen Boomdeel 4 rechts inklappen Boomdeel 4 rechts uitklappen Druk op deze toets om boomdelen 5 resp. 4 links uit te klappen. Druk op deze toets om boomdelen 5 resp. 4 links in te klappen. Druk op deze toets om boomdelen 5 resp. 4 rechts in te klappen. Druk op deze toets om boomdelen 5 resp. 4 rechts uit te klappen. 62

De boom SEH Druk op deze toets om naar het menu voor het asymmetrisch klappen van het volgende boomdeel te gaan. Het betreffende boomdeel klappen: Ga net zo te werk als hierboven beschreven. 12.6.6 Hellingcorrectie Een willekeurige hellingcorrectie starten: Druk op deze toets in het tweede klapmenu en de boom beweegt links naar onder. Druk op deze toets en de boom beweegt rechts naar onder. De spiegelbeeldige hellingcorrectie starten: Druk op deze toets. De middenpositie instellen: Druk op deze toets. 63

De boom SEH 12.6.7 De boomhoogte instellen Met deze functie kunt u een vooraf ingestelde boomhoogte gebruiken tijdens het werken en op de kopakker. Vanuit het derde klapmenu kunt u de vooraf ingestelde boomhoogten instellen. Druk op deze toets om de boom op de vooraf ingestelde werkhoogte in te stellen. Druk op deze toets om de boom op de vooraf ingestelde hoogte voor het rijden op de kopakker in te stellen. Houd deze toets ingedrukt tot de boom op de gewenste positie naar onder is ingesteld. Houd deze toets ingedrukt tot de boom op de gewenste positie naar boven is ingesteld. 64

De boom SEH 12.6.8 Draaien van de boomdelen In het vierde klapmenu kunt u de boomdelen eenzijdig draaien. Klap de boom helemaal uit. Zie "Boom klappen, pagina 60Fehler! Es wurde kein Textmarkenname vergeben.". Druk op deze toets om het boomdeel links naar onder op de gewenste positie in te stellen. Druk op deze toets om het boomdeel links naar boven op de gewenste positie in te stellen. Druk op deze toets om het boomdeel rechts naar onder op de gewenste positie in te stellen. Druk op deze toets om het boomdeel rechts naar boven op de gewenste positie in te stellen. en en Druk op deze toetsen om tweezijdig draaien van de boomdelen links en rechts naar onder in te stellen. Druk op deze toetsen om tweezijdig draaien van de boomdelen links en rechts naar boven in te stellen. 65

De boom SEH 12.7 Bomen SEH Comfort en Premium via joystickkast 12.7.1 Algemeen Voordat u de boom kunt uitklappen: Houd de knop ong. 1 seconde ingedrukt om de joystickkast in te schakelen. De boom blijft automatisch in de meetpositie staan. 12.7.2 Pendelblokkering Voor het uitklappen van de boom moet de pendelblokkering worden gesloten. De pendelblokkering openen of sluiten: Druk op deze toets om de pendelblokkering te openen of te sluiten. Bij geopende pendelblokkering brandt de bovenste led op de toets. Bij gesloten pendelblokkering brandt de onderste led op de toets. Na uitklappen van de boom moet de pendelblokkering weer geopend worden (indien deze functie niet automatisch is ingeschakeld). 66

De boom SEH 12.7.3 Boom symmetrisch klappen Druk op deze toets om de functie Boom symmetrisch klappen te selecteren. Wanneer de led brandt, is de functie actief. Druk op deze toets om boomdeel 1 te selecteren. Druk de linker- of rechterjoystick naar buiten om boomdeel 1 uit te klappen. Druk op deze toets om boomdeel 2 te selecteren. Druk de linker- of rechterjoystick naar buiten om boomdeel 2 uit te klappen. Druk op deze toets om boomdeel 3 te selecteren. Druk de linker- of rechterjoystick naar buiten om boomdeel 3 uit te klappen. Druk op deze toets om boomdeel 4 te selecteren. Druk de linker- of rechterjoystick naar buiten om boomdeel 4 uit te klappen. Druk op deze toets om boomdeel 5 te selecteren. Druk de linker- of rechterjoystick naar buiten om boomdeel 5 uit te klappen. Om het boomdeel in te klappen, beweegt u de betreffende joystick naar binnen. 67

De boom SEH 12.7.4 Boom asymmetrisch klappen Druk op deze toets om de functie Boom symmetrisch klappen te deselecteren. Wanneer de led is gedoofd, is de functie inactief. Druk op deze toets om boomdeel 1 te selecteren. Druk de linkerjoystick naar buiten om boomdeel 1 links uit te klappen. Druk de rechterjoystick naar buiten om boomdeel 1 rechts uit te klappen. Druk op deze toets om boomdeel 2 te selecteren. Druk de linkerjoystick naar buiten om boomdeel 2 links uit te klappen. Druk de rechterjoystick naar buiten om boomdeel 2 rechts uit te klappen. Druk op deze toets om boomdeel 3 te selecteren. Druk de linkerjoystick naar buiten om boomdeel 3 links uit te klappen. Druk de rechterjoystick naar buiten om boomdeel 3 rechts uit te klappen. Druk op deze toets om boomdeel 4 te selecteren. Druk de linkerjoystick naar buiten om boomdeel 4 links uit te klappen. Druk de rechterjoystick naar buiten om boomdeel 4 rechts uit te klappen. 68

De boom SEH Druk op deze toets om boomdeel 5 te selecteren. Druk de linkerjoystick naar buiten om boomdeel 5 links uit te klappen. Druk de rechterjoystick naar buiten om boomdeel 5 rechts uit te klappen. Om het boomdeel in te klappen, beweegt u de betreffende joystick naar binnen. 69

De boom SEH 12.7.5 Boom automatisch klappen (alleen bij Premium) Houd deze toets ingedrukt totdat de boom volledig uitgeklapt is. Houd deze toets ingedrukt totdat de boom volledig ingeklapt is. Tijdens het klappen knippert de led. 12.7.6 Hellingcorrectie Druk op deze toets om de functie Hellingcorrectie te selecteren. Wanneer de led brandt, is de functie actief. De hellingcorrectie aan de linkerkant naar beneden en aan de rechterkant naar boven instellen: Druk de linkerjoystick naar buiten of Druk de rechterjoystick naar binnen De hellingcorrectie aan de rechterkant naar beneden en aan de linkerkant naar boven instellen: Druk de linkerjoystick naar binnen of Druk de rechterjoystick naar buiten 70

De boom SEH 12.7.7 Helling spiegelen Druk op deze toets om de gebruikte hellingcorrectie voor de volgende ronde verticaal te spiegelen. 12.7.8 Middenpositie Druk op deze toets en de boom keert terug naar de middenpositie. 12.7.9 Draaien van het boomdeel 1 Druk op de toets om de functie Draaien van boomdeel 1 links te selecteren. Druk de linkerjoystick naar boven of onder om het draaien van de boom in te stellen. Druk op de toets om de functie Draaien van boomdeel 1 rechts te selecteren. Druk de linkerjoystick naar boven of onder om het draaien van de boom in te stellen. en Druk op beide toetsen om de functie Draaien van boomdeel 1 links en rechts te selecteren. Druk de linkerjoystick naar boven of onder om het draaien van de boom in te stellen. 71

De boom SEH 12.7.10 Automatisch kopakkerbeheer (alleen bij Premium) Druk op deze toets en de eerste stap van uw persoonlijke volgordeschakeling (zie "Functie van de toets Auto, pag. 113") wordt gestart. Wanneer de eerste stap is afgesloten, brandt de led continu. Druk nu nogmaals op deze toets om de volgende stap te starten. Voor de volgende stappen gaat u net zo te werk. Wanneer alle stappen van de persoonlijke volgordeschakeling zijn afgesloten, brandt de led niet meer. 72

De boom HE 13 DE BOOM HE 13.1 Algemeen Gedeeltelijk uitklappen van losse boomdelen van de boom is niet toegestaan. De losse boomdelen moeten altijd volledig in- of uitgeklapt worden. De boom mag alleen in stilstand in/uitgeklapt worden. Het gebruik van de machine met compleet uitgeklapte of symmetrisch geklapte boom bij ingeschakelde pendelblokkering/vergrendeling is niet toegestaan. Symmetrisch, verticaal in- en uitklappen is alleen mogelijk als: de vergrendeling/pendelblokkering gesloten is; de boom zich in het detectiebereik van de sensor voor de hoogte-instelling bevindt. Het aansturen met de schakelaar Boomdeel 1 is alleen mogelijk wanneer beide boomdelen 1 volledig naar achteren zijn geklapt. 73

De boom HE 13.1.1 Bediening Het in- en uitklappen van de boom verloopt over het bedieningspaneel en over het stuurventiel van de tractor. Afhankelijk van de uitvoering van de machine kan de boom asymmetrisch in- of uitgeklapt worden. 13.1.2 Functie U kunt functies met de functietoetsen op het bedieningspaneel selecteren en met het stuurventiel van de tractor bedienen. 13.1.3 Een functie selecteren U kunt op de volgende manieren een functie deselecteren: Druk in het klapmenu op een andere toets. Selecteer een andere functie. Verlaat het menu. Druk nogmaals op de toets. 13.1.4 Led boven functietoets Zodra een functie is geselecteerd met een functietoets gaat de led van deze toets branden. U hoeft de toets niet ingedrukt te houden. 13.1.5 Aanwijzingen op het scherm Wanneer u de betreffende functietoets voor het inschakelen van een functie indrukt en vasthoudt en er ontbreken een of meerdere voorwaarden voor het inschakelen van de functie, dan verschijnt op het scherm een melding. Voorbeeld 74

De boom HE 13.2 Uitvoeringen De boom HE is verkrijgbaar in twee verschillende uitvoeringen: Basis Full De volgende stuurventielen zijn noodzakelijk: HE Hoogte-instelling Klappen, asymmetrisch Klappen, symmetrisch Pendelblokkering Hellingcorrectie Boomdraaiing symmetrisch/asymm etrisch Basis (*) ew dw - dw - Full (*) ew dw - dw dw - (*) alleen in combinatie met Closed Center-hydraulisch systeem ew = enkelvoudig werkend stuurventiel van de tractor ew = dubbel werkend stuurventiel van de tractor 75

De boom HE 13.3 Boomverdeling 2 1 0 1 2 0 1 2 = Boomdeel 0 = Boomdeel 1 = Boomdeel 2 Toelaatbaar klappen van de boomdelen enkelzijdig rechts enkelzijdig links symmetrisch met boomdeel 2 76

De boom HE 13.4 De boom HE Basis 13.4.1 Algemeen Druk op de toets om het bedieningspaneel in te schakelen. Het basismenu verschijnt. Druk op deze toets om naar het eerste klapmenu te gaan. Nu verschijnt het eerste klapmenu. Hier kunt u de volgende functies selecteren: Boom links klappen [F1] Pendelblokkering openen/sluiten [F2/F3] Boom rechts klappen [F4] 13.4.2 Pendelblokkering of of Voordat de boom kan worden uitgeklapt, moet de pendelblokkering worden gesloten: Druk op een van deze toetsen om de functie Pendelblokkering te selecteren. Gebruik het betreffende stuurventiel van de tractor om de pendelblokkering te openen of te sluiten. Druk op een van deze toetsen om de selectie ongedaan te maken. 77

De boom HE De volgende weergaven geven de status van de pendelblokkering aan: Pendelblokkering gesloten Pendelblokkering niet gesloten Na het uitklappen van de boom moet de pendelblokkering weer geopend worden. 13.4.3 De boom rechts uitklappen De boom rechts uitklappen: Druk op deze toets om het boomdeel rechts te selecteren. Houd deze toets ingedrukt, eventuele meldingen worden weergegeven. Gebruik het betreffende stuurventiel op de tractor om de boom rechts uit te klappen. Druk op deze of op een andere functietoets om de selectie ongedaan te maken. 78

De boom HE 13.4.4 De boom links uitklappen Zodra de boom rechts volledig is uitgeklapt, mag de boom links volledig worden uitgeklapt. Druk op de toets om de functie Boom links uitklappen te selecteren. Houd de toets ingedrukt, eventuele meldingen worden weergegeven. Gebruik het betreffende stuurventiel op de tractor om de boom links uit te klappen. Druk op deze of op een andere functietoets om de selectie ongedaan te maken. 79

De boom HE 13.5 De boom HE Full 13.5.1 Algemeen Druk op de toets om het bedieningspaneel in te schakelen. Het basismenu verschijnt. Druk op deze toets om naar het eerste klapmenu te gaan. Nu verschijnt het eerste klapmenu. Hier kunt u de volgende functies selecteren: Boom links klappen [F1] Pendelblokkering openen/sluiten [F2/F3] Boom rechts klappen [F4] Druk op deze toets om naar het tweede klapmenu te gaan. Nu verschijnt het tweede klapmenu. Hier kunt u de volgende functies selecteren: Boomdeel 2 links klappen [F1] Boomdeel 2 rechts klappen [F2] Pendelblokkering [F3/F4] 80

De boom HE 13.5.2 Pendelblokkering of of Voordat de boom kan worden uitgeklapt, moet de pendelblokkering worden gesloten: Druk op een van deze toetsen om de functie Pendelblokkering te selecteren. Gebruik het betreffende stuurventiel van de tractor om de pendelblokkering te openen of te sluiten. Druk op een van deze toetsen om de selectie ongedaan te maken. De volgende weergaven geven de status van de pendelblokkering aan: Pendelblokkering gesloten Pendelblokkering niet gesloten Na het uitklappen van de boom moet de pendelblokkering weer geopend worden. 81

De boom HE 13.5.3 De boom rechts uitklappen De boom rechts uitklappen: Druk op deze toets om het boomdeel rechts te selecteren. Houd deze toets ingedrukt, eventuele meldingen worden weergegeven. Gebruik het betreffende stuurventiel op de tractor om de boom rechts uit te klappen. Druk op deze of op een andere functietoets om de selectie ongedaan te maken. 13.5.4 De boom links uitklappen Zodra de boom rechts volledig is uitgeklapt, mag de boom links volledig worden uitgeklapt. Druk op de toets om de functie Boom links uitklappen te selecteren. Houd de toets ingedrukt, eventuele meldingen worden weergegeven. Gebruik het betreffende stuurventiel op de tractor om de boom links uit te klappen. Druk op deze of op een andere functietoets om de selectie ongedaan te maken. 82

De boom HE 13.5.5 Boomdeel 2 klappen Om tijdens het werken uit te kunnen wijken voor een hindernis of om met slechts halve boombreedte te kunnen werken, kunt u de boomdelen eenzijdig inklappen. 13.5.6 Hellingcorrectie De functie Boomdeel 2 links terugklappen selecteren: Druk op deze toets op de tweede pagina van het klapmenu. Gebruik het betreffende stuurventiel van de tractor om het boomdeel links in te klappen. Druk op deze of op een andere functietoets om de selectie ongedaan te maken. Druk op deze toets om boomdeel 2 rechts in te klappen. Druk op deze of op een andere functietoets om de selectie ongedaan te maken. De functie Pendelblokkering selecteren: of Druk op een van deze toetsen op de tweede pagina van het klapmenu. Bedien nu het betreffende stuurventiel op de tractor om de hellingcorrectie in te stellen. Druk op deze of op een andere functietoets om de selectie ongedaan te maken. 83

Noodschakeling 14 NOODSCHAKELING 14.1 Algemeen WAARSCHUW ING Gebruik deze functie alleen wanneer: de boom zich buiten het meetbereik van de armdraaiing bevindt [alleen boom SEH]; de sensoren op de boom een foutmelding geven. Controleer dan de sensoren of voer eerst andere klapfuncties uit om de gewenste functie uit te voeren. Om de boom in en uit te klappen wanneer de sensoren een storing hebben, kunt u de besturing met de noodschakeling bedienen. De noodschakeling functioneert wanneer een klapmenu is geselecteerd. 14.2 Bedieningspaneel Ecospray 14.3 Bedieningspaneel Ecospray met EcoControl Druk op deze toets en houd hem ingedrukt. Afwisselend verschijnen het klapmenu en de weergave Waarschuwingen. De klapfunctie selecteren wanneer het klapmenu verschijnt: Druk op een van de toetsen. De led op de toets gaat branden. Druk op deze toets en houd hem ingedrukt. Druk tegelijkertijd op een van de toetsen. De betreffende functie wordt uitgevoerd. 84

Noodschakeling 14.4 De joystickkast Met de joystickkast kunt u met de noodschakeling de volgende functies van de boom bedienen: Draaien van boomdeel 1, enkelzijdig of dubbelzijdig Inklappen en uitklappen Druk op de betreffende toets om de gewenste functie te activeren. Druk op deze toets. Druk op de betreffende joystick om de functie uit te voeren. Druk op de betreffende toets om de gewenste functie te deactiveren. 85

De hoofdtank vullen 15 DE HOOFDTANK VULLEN 15.1 Machine zonder elektronische niveau-indicatie Vul de tank tot het gewenste niveau. Druk op de toets om het bedieningspaneel in te schakelen. Druk op de toets om naar het instelmenu te gaan. Druk op de toets om naar het tankmenu te gaan. Druk op de toets om het huidige niveau van de hoofdtank weer te geven. Nu verschijnt het huidige niveau [het niveau is theoretisch berekend]. Druk op de draaiknop om de weergegeven waarde te selecteren. Draai aan de draaiknop om de waarde in te voeren. Druk op de draaiknop om de waarde te bevestigen. Druk op de toets om naar de weergave Nulniveau te gaan. Nu verschijnt de weergave Nulniveau. Houd de toets drie seconden ingedrukt om het huidige niveau op 0 in te stellen en op te slaan. Op de weergave verschijnt het woord 'SAVE' (opslaan). Druk op de toets om naar de weergave Maximaal niveau te gaan. 86

De hoofdtank vullen Nu verschijnt de weergave Maximaal niveau [= nominaal volume]. Houd de toets drie seconden ingedrukt om het maximale niveau op te slaan. Op de weergave verschijnt het woord 'SAVE' (opslaan). Druk op de toets om naar de weergave Alarm restniveau te gaan. Nu verschijnt de weergave Alarm restniveau. OFF = uit ON = aan Het alarm Restniveau wordt gegeven wanneer het ingestelde restniveau is bereikt. Druk op de draaiknop om de weergegeven waarde te selecteren. Draai aan de draaiknop om de waarde in te voeren. Druk op de draaiknop om het getal te bevestigen. Druk op de toets om het alarm Restniveau in of uit te schakelen. 87

De hoofdtank vullen 15.2 Machine met elektronische niveau-indicatie Druk op deze toets om het bedieningspaneel in te schakelen. Druk op deze toets om naar het instelmenu te gaan. Druk op deze toets om naar het tankmenu te gaan. Nu verschijnt het huidige niveau [het niveau is theoretisch berekend]. Druk op de toets om naar de weergave Alarm maximaal niveau te gaan. Nu verschijnt de weergave Alarm maximaal niveau. ON = aan OFF = uit Het alarm Maximaal niveau wordt gegeven wanneer het ingestelde maximale niveau is bereikt. Druk op de draaiknop om de weergegeven waarde te selecteren. Draai aan de draaiknop om de waarde in te voeren. Druk op de draaiknop om de waarde te bevestigen. Druk op de toets om het alarm Maximaal niveau in of uit te schakelen. Druk op de toets om naar de weergave Alarm restniveau te gaan. 88

De hoofdtank vullen Nu verschijnt de weergave Alarm restniveau. ON = aan OFF = uit Het alarm Restniveau wordt gegeven wanneer het ingestelde restniveau is bereikt. Druk op de draaiknop om de weergegeven waarde te selecteren. Draai aan de draaiknop om de waarde in te voeren. Druk op de draaiknop om het getal te bevestigen. Druk op de toets om het alarm Restniveau in of uit te schakelen. 89

Gebruik 16 GEBRUIK 16.1 Algemeen Na inschakelen van het bedieningspaneel verschijnt het basismenu dat uit twee pagina's bestaat. 16.1.1 Eerste basismenu Als u het bedieningspaneel inschakelt, wordt het eerste basismenu weergegeven. Instelmenu Infomenu Klapmen u Bedrijfs menu Het eerste basismenu bestaat uit verschillende submenu's: Instelmenu, zie "pag. 91" Infomenu, zie "pag. 117" Klapmenu, zie "pag. 126" Bedrijfsmenu, zie "pag. 128" Druk op deze toets om naar het tweede basismenu te gaan. 16.1.2 Tweede basismenu Nu verschijnt het tweede basismenu. Dit basismenu bestaat uit nog meer submenu's: Sproeierr einiging Werklamp Zwaaila mp Sproeierreiniging, zie "pag. 132" Werklampen [indien aanwezig], zie "pag. 133" Zwaailamp [indien aanwezig], zie "pag. 133" 90

Gebruik 16.2 Instelmenu Schakel het bedieningspaneel in. Het eerste basismenu verschijnt. Druk op deze toets om naar het instelmenu te gaan. In het instelmenu kunt u de volgende submenu's oproepen: Instelling van de machine [F1], zie "pag. 92" Tank [F2], zie "pag. 101" Kalibratie debietmeter [F3], zie "pag. 105" 100 m-kalibratie [F4], zie "pag. 108" Instellingen bedieningspaneel [F1], zie "pag. 111" Instellingen joystickkast [F2], zie "pag. 113" Instellingen proportionele klep [F3], zie "pag. 115" 91

Gebruik 16.2.1 Machine-instelling In het menu Machine-instelling kunt u de volgende submenu's oproepen: Uitrijhoeveelheid Stappen meer/minder Minimale regelsnelheid Hoogte van boom op kopakker [alleen bij boom SEH Comfort en Premium] Hoogte van boom tijdens het werken [alleen bij boom SEH Comfort en Premium] Naar hefhoogte gaan Gesimuleerde rijsnelheid Maximale sproeidruk Minimale sproeidruk Automatische pendelblokkering Buitenste secties handmatig reduceren 16.2.1.1 Uitrijhoeveelheid Druk op deze toets om naar het menu Machine-instelling te gaan. De uitrijhoeveelheid in l/ha verschijnt. Druk op de draaiknop om de waarde te selecteren. Draai aan de draaiknop om de waarde in te voeren. Druk op de draaiknop om de waarde op te slaan. 92

Gebruik 16.2.1.2 Stappen meer/minder De stappen voor meer/minder zijn in stappen van 1% instelbaar. Druk op de toets om naar de weergave Stappen meer/minder in % te gaan. Nu verschijnt de stapgrootte voor meer/minder in %. Druk op de draaiknop om de waarde te selecteren. Draai aan de draaiknop om de waarde in te voeren. Druk op de draaiknop om de waarde op te slaan. In het bedrijfsmenu kunt u de stappen voor meer/minder activeren, zie Meer/mindervolumeschakeling, pag. 136. 93

Gebruik 16.2.1.3 Minimale regelsnelheid Wanneer de werkelijke snelheid onder de ingestelde minimale snelheid ligt, wordt voor de regeling de minimale snelheid gebruikt. Hierdoor wordt voorkomen dat bij het aanrijden de sproeidruk te ver zakt. Druk op deze toets om naar de weergave Minimale regelsnelheid in km/u te gaan. De minimale regelsnelheid in km/u verschijnt. Druk op de draaiknop om de waarde te selecteren. Draai aan de draaiknop om de waarde in te voeren. Druk op de draaiknop om de waarde op te slaan. Wanneer u de waarde op 0 km/u instelt, is de functie uitgeschakeld. 94

Gebruik 16.2.1.4 Hoogte van boom op kopakker [alleen bij boom SEH Comfort en Premium] Druk op deze toets om naar de weergave voor de hoogte van de boom op de kopakker te gaan. Nu verschijnt deze weergave. of Druk op deze toetsen om de boom naar de gewenste positie te brengen. Druk op deze toets om de positie op te slaan. 16.2.1.5 Hoogte van boom tijdens het werken [alleen bij boom SEH Comfort en Premium] Druk op deze toets om naar de weergave voor de hoogte van de boom tijdens het werken te gaan. Nu verschijnt deze weergave. of Druk op deze toetsen om de boom naar de gewenste positie te brengen. Druk op deze toets om de positie op te slaan. 95

Gebruik 16.2.1.6 Naar hefmasthoogte gaan Wanneer deze functie is ingeschakeld, wordt de hefmast bij het inschakelen van de hoofdschakelaar op de opgeslagen hefmasthoogte gebracht. Hoofdschakelaar: aan = de hefmast beweegt naar de opgeslagen werkstand uit = de hefmast beweegt naar de opgeslagen kopakkerstand Druk op deze toets om naar de weergave Automatisch naar hefmasthoogte gaan te gaan. Nu verschijnt de weergave Automatisch naar hefmasthoogte gaan. ON = functie ingeschakeld OFF = functie uitgeschakeld Druk op de draaiknop om de waarde te selecteren. Draai aan de draaiknop om de waarde in te voeren. Druk op de draaiknop om de waarde op te slaan. 96

Gebruik 16.2.1.7 Gesimuleerde rijsnelheid Wanneer het snelheidssignaal uitvalt, kunt u een gesimuleerde rijsnelheid invoeren om daarmee het werk af te kunnen maken. Druk op deze toets om naar de weergave Gesimuleerde rijsnelheid te gaan. De gesimuleerde rijsnelheid in km/u verschijnt. ON = aan OFF = uit Druk op de draaiknop om de waarde te selecteren. Draai aan de draaiknop om de waarde in te voeren. Druk op de draaiknop om de waarde op te slaan. Druk op deze toets om de gesimuleerde rijsnelheid in of uit te schakelen. 16.2.1.8 Maximale sproeidruk Afhankelijk van het type spuitdop kan de maximale sproeidruk tussen 1 en 10 bar ingesteld worden. Druk op deze toets om naar de weergave Maximale sproeidruk te gaan. De maximale sproeidruk in bar verschijnt. Druk op de draaiknop om de waarde te selecteren. Draai aan de draaiknop om de waarde in te voeren. Druk op de draaiknop om de waarde op te slaan. 97

Gebruik 16.2.1.9 Minimale sproeidruk Afhankelijk van het type spuitdop kan de minimale sproeidruk tussen 0,5 en 10 bar ingesteld worden. Druk op deze toets om naar de weergave Minimale sproeidruk te gaan. De minimale sproeidruk in bar verschijnt. Druk op de draaiknop om de waarde te selecteren. Draai aan de draaiknop om de waarde in te voeren. Druk op de draaiknop om de waarde op te slaan. 98

Gebruik 16.2.1.10 Buitenste secties handmatig reduceren Wanneer sproeiers bijv. met dopvormige bouten worden afgesloten, moeten de buitenste secties links en rechts om de afgesloten sproeiers handmatig worden gereduceerd. De buitenste secties links en rechts kunnen in stappen van 50 cm tot 1,50 m worden gereduceerd. De linker- of rechterkant selecteren: Druk op deze toets om naar de weergave Buitenste secties handmatig reduceren te gaan. De weergave Buitenste secties handmatig reduceren verschijnt: L = buitenste sectie links R = buitenste sectie rechts Druk op de draaiknop om de waarde te selecteren. Het betreffende getal knippert. Draai aan de draaiknop om de waarde in te voeren. Druk op de draaiknop om de waarde op te slaan. WAARSCHUW ING Deze instelling wordt onthouden, ook wanneer u het bedieningspaneel tussendoor uitschakelt. Wanneer een sectie is gereduceerd, verschijnt bij drukken op de hoofdschakelaar deze weergave ter informatie. 99

Gebruik 16.2.1.11 Automatische pendelblokkering [alleen boom SEH] Druk op de toets om naar de weergave Automatische pendelblokkering te gaan. De weergave Automatische pendelblokkering verschijnt. ON = bij symmetrisch uitklappen van het laatste boomdeel: Pendelblokkering wordt automatisch geopend. bij symmetrisch inklappen van het laatste boomdeel: pendelblokkering wordt automatisch gesloten. OFF = handmatig openen en sluiten van de pendelblokkering Druk op de draaiknop om de waarde te selecteren. Draai aan de draaiknop om de waarde in te voeren. Druk op de draaiknop om de waarde op te slaan. 100

Gebruik 16.2.2 Menu Tank In het tankmenu kunt u de volgende submenu's oproepen: Huidig niveau Nulniveau [alleen bij machines zonder elektronische niveau-indicatie] Maximaal vulniveau Alarm restniveau Druk op deze toets in het instelmenu om naar het tankmenu te gaan. 16.2.2.1 Huidig niveau Druk op de toets om naar de weergave Huidig niveau te gaan. De weergave Huidig niveau in l verschijnt. Druk op de draaiknop om de waarde te selecteren. Draai aan de draaiknop om de waarde in te voeren. Druk op de draaiknop om de waarde op te slaan. 101

Gebruik 16.2.2.2 Nulniveau [alleen bij machines zonder elektronische niveauindicatie] Onder bepaalde omstandigheden kan het nodig zijn om op het bedieningspaneel rechtstreeks het nulniveau in te voeren. Druk op deze toets om naar de weergave Nulniveau te gaan. De weergave Nulniveau verschijnt. Houd de toets drie seconden ingedrukt om het huidige niveau op 0 in te stellen en op te slaan. Op de weergave verschijnt het woord 'SAVE' (opslaan). 16.2.2.3 Maximaal vulniveau Druk op de toets om naar de weergave Maximaal niveau te gaan. De weergave Maximaal niveau [= nominaal volume] verschijnt. Houd de toets drie seconden ingedrukt om het maximale niveau op te slaan. Op de weergave verschijnt het woord 'SAVE' (opslaan). 102

Gebruik 16.2.2.4 Alarm restniveau Het alarm Restniveau wordt gegeven wanneer het ingestelde restniveau is bereikt. Druk op deze toets om naar de weergave Alarm restniveau te gaan. De weergave Alarm restniveau verschijnt. ON = aan OFF = uit Druk op de draaiknop om de waarde te selecteren. Draai aan de draaiknop om de waarde in te voeren. Druk op de draaiknop om de waarde op te slaan. Druk op de toets om het alarm Restniveau in of uit te schakelen. 103

Gebruik 16.2.2.5 Alarm maximaal vulniveau Het alarm Maximaal vulniveau wordt gegeven wanneer het ingestelde maximale vulniveau is bereikt. Druk op deze toets om naar de weergave Alarm maximaal vulniveau te gaan. Nu verschijnt de weergave Alarm maximaal vulniveau. ON = aan OFF = uit Met de draaiknop kunt u nu de waarde invoeren waarbij het vullen moet stoppen en waarbij een alarm wordt gegeven. Druk op de draaiknop om de waarde te selecteren. Draai aan de draaiknop om de waarde in te voeren. Druk op de draaiknop om de waarde op te slaan. Druk op deze toets om het alarm Maximaal vulniveau in of uit te schakelen. Bij elektronisch gestuurde selectieklep stopt het vullen automatisch. 104

Gebruik 16.2.3 Kalibratie debietmeter Druk op deze toets om vanuit het instelmenu naar het menu Kalibratie debietmeter te gaan. In het menu Kalibratie debietmeter kunt u de volgende submenu's oproepen: Impulsen per liter handmatig instellen Kalibratie via weegmethode Kalibratie via maatbekermethode 16.2.3.1 Impulsen per liter handmatig instellen De impulsen per liter kunnen handmatig ingesteld worden. Druk op deze toets om naar het menu Impulsen per liter handmatig instellen te gaan. Nu verschijnen de impulsen per liter. Druk op de draaiknop om de waarde te selecteren. Draai aan de draaiknop om de waarde in te voeren. Druk op de draaiknop om de waarde op te slaan. 105

Gebruik 16.2.3.2 Kalibratie via weegmethode 16.2.3.3 Kalibratie via maatbekermethode Druk op deze toets om vanuit het instelmenu naar het menu Kalibratie via weegmethode te gaan. Nu verschijnt de weergave voor de invoer van het gewicht van de combinatie van tractor en machine. Zie "Kalibratie doorstroommeter, pagina 32". Vul de tank van de machine tot de nominale waarde met water. Rijd met de machine op een horizontaal oppervlak zonder gesloten toplaag waar het water ongehinderd kan weglekken. Laat de pomp draaien met het opgegeven nominale toerental. Zie de handleiding bij de machine. Ga sproeien tot uit alle sproeiers water komt. Druk op deze toets om vanuit het instelmenu naar het menu Kalibratie via maatbekermethode te gaan. Plaats een maatbeker zo onder een sproeier, dat alle uitstoot wordt opgevangen. Nu verschijnt de weergave Pomp ingeschakeld?. Zo niet: Schakel de aftakas in. Druk op deze toets om de handeling te bevestigen. 106

Gebruik De weergave Kalibratie starten verschijnt. Druk op deze toets om de kalibratie te starten. Voer de kalibratie door tot de maatbeker voldoende is gevuld. Druk op deze toets om de kalibratie te stoppen. Meet de opgevangen hoeveelheid. Vermenigvuldig dit met het aantal sproeiers die tijdens de kalibratie actief waren. Het berekende totale volume moet nu worden ingevoerd: Druk op deze toets. Druk op de draaiknop om de waarde te selecteren. Draai aan de draaiknop om de waarde in te voeren. Druk op de draaiknop om de waarde op te slaan. Druk op deze toets om de weergave te bevestigen. De weergave met het nieuwe impulsaantal verschijnt. De kalibratie is afgesloten. 107

Gebruik 16.2.4 100 m-kalibratie 16.2.4.1 Impulsen handmatig instellen Druk op deze toets om vanuit het instelmenu naar het menu 100 m-kalibratie te gaan. In het menu 100 m-kalibratie kunt u de volgende submenu's oproepen: Impulsen handmatig instellen [F1] 100 m-kalibratie [F2] Selectie tractor [F3] Selectie snelheidssignaal [F4] Druk op deze toets om naar het menu Impulsen handmatig instellen te gaan. De weergave Impulsen handmatig instellen verschijnt. Hier kunt u het impulsaantal handmatig aanpassen. Druk op de draaiknop om de waarde te selecteren. Draai aan de draaiknop om de waarde in te voeren. Druk op de draaiknop om de waarde op te slaan. Druk op deze toets om terug naar het kalibratiemenu te gaan. 108

Gebruik 16.2.4.2 100 m-kalibratie 16.2.4.3 Selectie tractor Druk op deze toets om naar het menu 100 m-kalibratie handmatig te gaan. De weergave met het huidige impulsaantal verschijnt. Start nu de 100 m-kalibratie. Zie "100 m- kalibratie, pagina 30". Druk op deze toets om naar de weergave Selectie tractor te gaan. Hier kunt u vijf verschillende tractoren selecteren met hun toegewezen impulsaantallen. Zie "Selectie opgeslagen impulsaantallen per tractor, pag. 35". 109

Gebruik 16.2.4.4 Selectie snelheidssignaal Druk op deze toets om naar het menu Selectie snelheidssignaal te gaan. In deze weergave kunt u de volgende snelheidssignalen configureren: Taakcomputer Bedieningspaneel Ecospray Bedieningspaneel Matrix Parallel aan het snelheidssignaal over het bedieningspaneel Matrix wordt aanbevolen om een tweede snelheidssignaal over de tractor rechtstreeks naar het bedieningspaneel Ecospray te voeren. Bij verlies van het GPS-signaal wordt automatisch het snelheidssignaal van het bedieningspaneel Ecospray gebruikt. Het betreffende snelheidssignaal selecteren: Druk op de draaiknop om het pictogram te selecteren. Draai aan de draaiknop om het pictogram in te voeren. Druk op de draaiknop om het pictogram op te slaan. LEMKEN is niet aansprakelijk voor eventuele gevolgschade bij uitval van een snelheidssignaal door schaduwing. 110

Gebruik 16.2.5 Instellingen bedieningspaneel Druk op deze toets op de tweede pagina van het instelmenu om naar het menu Instellingen bedieningspaneel te gaan. In het menu Instellingen bedieningspaneel kunt u de volgende submenu's oproepen: Toetsgeluid Automatisch/handmatige bladerfunctie 16.2.5.1 Toetsgeluid Het toetsgeluid van de sectieschakelaar en van de schakelaar Sproeien kan in- en uitgeschakeld worden. De weergave Toetsgeluid verschijnt. Hier kunt u het toetsgeluid in- en uitschakelen. ON = aan OFF = uit Druk op de draaiknop om de status te selecteren. Draai aan de draaiknop om de status in te voeren. Druk op de draaiknop om de status op te slaan. 111

Gebruik 16.2.5.2 Bladerfunctie De bladerfunctie kan ingesteld worden op automatisch of handmatig. Daardoor werkt de besturing verschillend: AUTO = wanneer u op de toets Sproeien aan/uit drukt, gaat u meteen naar het bedrijfsmenu. OFF = wanneer u op de toets Sproeien aan/uit drukt, blijft u in de huidige weergave. Druk op deze toets in het menu Instellingen bedieningspaneel om naar de weergave Bladerfunctie te gaan. De weergave Bladerfunctie verschijnt. Hier kunt u de gewenste bladerfunctie instellen. AUTO = automatische bladerfunctie OFF = handmatige bladerfunctie Druk op de draaiknop om de status te selecteren. Draai aan de draaiknop om de status in te voeren. Druk op de draaiknop om de status op te slaan. 112

Gebruik 16.2.6 Instellingen joystickkast Druk op deze toets op de tweede pagina van het instelmenu om naar het menu Instellingen joystickkast te gaan. In het menu Instellingen joystickkast kunt u de volgende instellingen oproepen: Functie van de toets Auto [F1] Functie van de toets Draaien van de boom [F2] 16.2.6.1 Functie van de toets Auto U kunt hier een persoonlijke volgordeschakeling programmeren. Er zijn vijf verschillende handelingen die u over acht stappen kunt verdelen: Hoofdschakelaar Sproeien aan/uit Hoogte van de boom tijdens het werken Hoogte van de boom op de kopakker Horizontale stand van de boom Hellingcorrectie van de boom Druk op deze toets om naar de weergave Functie van de toets Auto voor de joystickkast te gaan. De weergave Functie van de toets Auto verschijnt. Druk op deze toets om de gewenste stap te selecteren. 113

Gebruik Druk op de draaiknop om de handeling te selecteren. Draai aan de draaiknop om de handeling in te voeren. Druk op de draaiknop om de handeling op te slaan. Druk op deze toets om de volgende stap te selecteren. 16.2.6.2 Functie van de toets Draaien van de boom Druk op deze toets om naar de weergave Draaien van de boom te gaan. De selectie voor de functie van de toets Draaien van de boom verschijnt. Hier kunt u het draaien van de boom met de joystick instellen: Met de joystick links - verticale richting Met de joystick links en rechts - horizontale richting Druk op de draaiknop om de status te selecteren. Draai aan de draaiknop om de status in te voeren. Druk op de draaiknop om de status op te slaan. 114

Gebruik 16.2.7 Instellingen proportionele klep (alleen bij Comfort en Premium) Afhankelijk van de tractor en van omgevingsinvloeden kan de viscositeit van de olie variëren; hierdoor kunnen wijzigingen aan de instelling van de proportionele klep nodig zijn. Druk op deze toets op de tweede pagina van het instelmenu om naar het menu Instellingen proportionele klep te gaan. Bij fouten bij de doelposities kunnen parameters overeenkomstig worden veranderd. De MIN-waarde is verantwoordelijk voor het bereiken van de doelposities. Verhoog de MIN-waarde wanneer de doelpositie niet wordt bereikt. Verlaag de MIN-waarde wanneer de doelpositie wordt overschreden. De MAX-waarde geeft de maximale snelheid weer voor het hele traject. Verhoog de MAX-waarde als de snelheid te laag is. Verlaag de MAX-waarde als de snelheid te hoog is. Druk op de draaiknop om de selectie in te schakelen. Druk op de draaiknop om de parameter te selecteren. Draai aan de draaiknop om de waarde in te voeren. Druk op de draaiknop om de waarde op te slaan. 115

Gebruik Voor de volgende functies kunt u de parameters wijzigen: Druk op deze toets om naar de verschillende weergaven te gaan. Hefmast heffen Hefmast neerlaten Boomdeel 1 inklappen Boomdeel 1 uitklappen Boomdeel 2 tot 5 klappen Individuele armdraaiing naar boven Individuele armdraaiing naar onder Gezamenlijke armdraaiing naar onder Gezamenlijke armdraaiing naar boven Hellingcorrectie 116

Gebruik 16.3 Informatiemenu Schakel het bedieningspaneel in. Het eerste basismenu verschijnt. Druk op deze toets om naar het informatiemenu te gaan. In het informatiemenu kunt u de volgende submenu's selecteren: Teller [F1], zie 'pag. 118' Sensoren [F2], zie 'pag. 121' Sproeiers [F3], zie 'pag. 121' Storingsmeldingen [F4], zie 'pag. 139' Machine [F1], zie 'pag. 124' Software [F2], zie 'pag. 124' Spanning [F3], zie 'pag. 124' Motoren en kleppen [F4], zie 'pag. 125' 117

Gebruik 16.3.1 Tellers In het menu Tellers kunt u de volgende tellers oproepen: Hectaretellers Litertellers Werktijdtellers Druk op deze toets om vanuit het infomenu naar het menu Tellers te gaan. Het menu Tellers verschijnt. 16.3.1.1 Hectaretellers De hectaretellers geven informatie over de bewerkte oppervlakte. De hectaretellers beginnen met tellen zodra u op de toets Sproeien aan/uit drukt. U kunt de volgende hectaretellers oproepen: Slaghectareteller Daghectareteller Jaarhectareteller Levensduurhectareteller Druk op deze toets om vanuit het tellermenu naar het menu Hectaretellers te gaan. Druk op deze toets om naar het volgende hectaremenu te gaan. 118

Gebruik Alle individuele hectaretellers, behalve de levensduurhectareteller, kunnen op '0' teruggesteld worden. Druk daartoe op deze toets in de betreffende hectaretellerweergave en houdt hem enkele seconden lang ingedrukt, tot de waarde op '0' springt. 16.3.1.2 Litertellers De litertellers geven informatie over de verbruikte hoeveelheid liter. De litertellers beginnen met tellen zodra u op de toets Sproeien aan/uit drukt. U kunt de volgende litertellers oproepen: Slagliterteller Dagliterteller Jaarliterteller Levensduurliterteller Druk op deze toets om vanuit het tellermenu naar het menu Litertellers te gaan. Druk op deze toets om naar het volgende litermenu te gaan. Alle individuele litertellers, behalve de levensduurliterteller, kunnen op '0' teruggesteld worden. Druk daartoe op deze toets in de betreffende litertellerweergave en houdt hem enkele seconden lang ingedrukt, tot de waarde op '0' springt. 119

Gebruik 16.3.1.3 Werktijdtellers De werktijdtellers geven informatie over de verbruikte gebruikstijd. De werktijdtellers beginnen met tellen zodra u op de toets Sproeien aan/uit drukt. U kunt de volgende werktijdtellers oproepen: Slagwerktijdteller Dagwerktijdteller Jaarwerktijdteller Levensduurwerktijdteller Druk op deze toets om vanuit het tellermenu naar het menu Werktijdtellers te gaan. Druk op deze toets om naar het volgende werktijdmenu te gaan. Alle individuele werktijdtellers, behalve de werktijdhectareteller, kunnen op '0' teruggesteld worden. Druk daartoe op deze toets in de betreffende werktijdtellerweergave en houdt hem enkele seconden lang ingedrukt, tot de waarde op '0' springt. 120

Gebruik 16.3.2 Sensoren In het infomenu Sensoren kan de huidige status van de sensoren weergegeven worden. Druk op deze toets om vanuit het infomenu naar het menu Sensoren te gaan. Het menu Sensoren verschijnt. Draai aan de draaiknop om de status van de gewenste sensor weer te geven. 16.3.3 Sproeiers Druk op deze toets om vanuit het informatiemenu naar het menu Sproeiers te gaan. In het menu Sproeiers wordt het aantal sproeiers weergegeven dat door het systeem wordt herkend. Druk op deze toets om naar de volgende menupagina te gaan. Op deze pagina kunt u de status van de diverse sproeiers opvragen: Druk op de draaiknop om de selectie in te schakelen. Draai aan de draaiknop om de toestand van de gewenste sproeier weer te geven. 121

Gebruik ON/OFF - geeft aan of de huidige sproeier in- of uitgeschakeld is = Sproeier ingeschakeld = Sproeier uitgeschakeld CAN - geeft aan of de geselecteerde sproeier door het systeem wordt herkend. = De sproeier met het geselecteerde nummer heeft zich correct bij het systeem aangemeld X = De sproeier met het geselecteerde nummer is niet herkend door het systeem. Error - Geeft aan dat de geselecteerde sproeier een defect heeft. Geen weergave = geen fout X = De sproeier heeft een fout gemeld 122

Gebruik 16.3.4 Storingsmeldingen In het infomenu Storingsmeldingen kan de huidige status van bestaande alarmen weergegeven worden. Druk op deze toets om vanuit het infomenu naar het menu Storingsmeldingen te gaan. Het infomenu Storingsmeldingen verschijnt. Hier kunt u de volgende storingsmeldingen weergeven en uitschakelen: Waarschuwing/storing/melding [F1] Draadbreuk [F2] Kortsluiting [F3] Systeemfout [F4] Zie ook "Storingen, pag. 139Fehler! Es wurde kein Textmarkenname vergeben.". 123

Gebruik 16.3.5 Machine In het infomenu Machine worden de voor uw machine geldende waarden weergegeven. Druk op deze toets op de tweede pagina van het infomenu om naar het menu Machine te gaan. U kunt de volgende weergaven oproepen: Machinetype: Tanktype Serienummer Boomuitvoering Boombreedte Aantal secties Sectieverdeling Impulsen per 100 m Impulsen doorstroommeter 16.3.6 Software In het infomenu Software wordt de huidige softwareversie weergegeven. Druk op deze toets op de tweede pagina van het infomenu om naar het menu Software te gaan. Het infomenu Software verschijnt. 16.3.7 Spanning In het infomenu Spanning wordt de huidige spanningswaarde weergegeven. Druk op deze toets op de tweede pagina van het infomenu om naar het menu Spanning te gaan. 124

Gebruik Het infomenu Spanning verschijnt. 16.3.8 Motoren en kleppen In het informatiemenu Motoren en kleppen kunt u de volgende motoren en kleppen handmatig schakelen: Motoren/kleppe Functie n BY Bypasskleppen RV Regelkleppen TB Sectiekleppen Y Y-kleppen Druk op deze toets op de tweede pagina van het informatiemenu om vanuit het informatiemenu naar het menu Motoren en kleppen te gaan. Nu verschijnt het menu Motoren en kleppen. Hier kunt u alle motoren en kleppen individueel handmatig schakelen. Draai aan de draaiknop om de gewenste motor of klep te selecteren. Druk op deze knop om de motor of klep te schakelen: 0 = uit 1 = dicht/aan 2 = open 125

Gebruik 16.4 Klapmenu 16.4.1 De boom SEH Basis uitklappen Zie "De boom SEH Basis uitklappen, pag. 46". 16.4.2 De boom SEH Basis inklappen Zie "De boom SEH Basis inklappen, pag. 48". 16.4.3 De boom SEH Full uitklappen Zie "De boom SEH Full uitklappen, pag. 51". 16.4.4 De boom SEH Full inklappen Zie "De boom SEH Full inklappen, pag. 52". 16.4.5 De boom SEH Comfort uitklappen Zie "De boom SEH Comfort uitklappen, pag. 60". 16.4.6 De boom SEH Comfort inklappen Zie "De boom SEH Comfort inklappen, pag. 60". 16.4.7 De boom SEH Premium uitklappen Zie "De boom SEH Premium uitklappen, pag. 61". 16.4.8 De boom SEH Premium inklappen Zie "De boom SEH Premium inklappen, pag. 61". In het klapmenu kunt u de boom in- en uitklappen. Schakel het bedieningspaneel in. Het eerste basismenu verschijnt. Druk op deze toets om naar het klapmenu te gaan. 126

Gebruik 16.4.9 De boom HE Basis uitklappen Zie "De boom HE uitklappen, pag. 78". 16.4.10 De boom HE Basis inklappen Zie "De boom HE inklappen, pag. 78". 16.4.11 De boom HE Full uitklappen Zie "De boom HE uitklappen, pag. 82". 16.4.12 De boom HE Full inklappen Zie "De boom HE inklappen, pag. 82". 127

Gebruik 16.5 Bedrijfsmenu Het bedrijfsmenu kan tijdens het werken op het veld worden weergegeven. Schakel het bedieningspaneel in. Het eerste basismenu verschijnt. Druk op deze toets om naar het eerste bedrijfsmenu te gaan. In het bedrijfsmenu kunnen de volgende gegevens permanent worden weergegeven: Huidige rijsnelheid Uitrijhoeveelheid in l/min Huidige hectareteller of Druk op deze toets en de weergave van de bovengenoemde gegevens wisselt. In het bedrijfsmenu kunnen bovendien de volgende gegevens permanent worden weergegeven: Meer/mindervolume in % Druk op deze toets om de waarde te verhogen. Druk op deze toets om de waarde te verlagen. Resthoeveelheid in hectare Resthoeveelheid in liter 128

Gebruik Druk op deze toets en de weergave van de bovengenoemde gegevens wisselt. Druk op deze toets en u kunt de volgende menu's selecteren: Hellingcorrectie en boompositie Draaiing van de boom Instelling modus Handmatig of Automatisch Status van de automatische sectieschakeling via bedieningspaneel Matrix (indien geïnstalleerd) Druk op deze toets om naar het betreffende klapmenu te gaan. Instellen van de modus In automatische modus wordt het uitbrengvolume automatisch geregeld. Druk op deze toets en de modus wordt op handmatig of automatisch ingesteld. De modus wordt onder de weergave l/ha weergegeven. handmatig automatisch 129

Gebruik 16.5.1 Elektronische selectieklep (optioneel) Wanneer uw machine is uitgerust met een elektronische selectieklep, kunnen de aanzuigstanden met de besturing worden geselecteerd. Druk op deze toets in het bedrijfsmenu om de functies van de elektronische selectieklep in te schakelen. Functies Aanzuigen uit de: Hoofdtank Linker externe aansluiting Rechter externe aansluiting Schoonwatertank 16.5.1.1 Weergave zonder externe rechtervulaansluiting Weergave met externe rechtervulaansluiting 130

Gebruik 16.5.1.2 Bediening via Ecospray Selecteer de gewenste positie van de selectieklep door op de betreffende functietoets te drukken. De selectieklep neemt de gewenste positie in. Na bereiken van de geselecteerde positie van de selectieklep gaat de led van de betreffende functietoets branden. Wanneer een maximaal vulniveau is ingevoerd, zie 'Alarm maximaal vulniveau, pagina 104', neemt de selectieklep automatisch de positie Hoofdtank in. 16.5.1.3 Bediening via TankPilot Als alternatief kan de kogelkraan ook via de toets van de elektronische vulstandindicator TankPilot worden bediend. Druk eenmaal op de toets en de huidige positie van de kogelkraan wordt weergegeven. Om de positie van de kogelkraan te veranderen: druk nogmaals op de toets. 131

Gebruik 16.6 Sproeierreiniging Schakel het bedieningspaneel in. Het eerste basismenu verschijnt. Druk op deze toets. Het tweede basismenu verschijnt. Druk op deze toets om naar het menu Sproeierreiniging te gaan. Voor de automatische sproeierreiniging moet de boom zijn uitgeklapt, de aftakas zijn ingeschakeld en de hoofdtank al zijn gereinigd, zie de gebruiksaanwijzing bij de machine. Druk op deze toets om de automatische sproeierreiniging te starten. Tijdens deze functie knippert de led van deze toets. Het reinigingsprogramma schakelt automatisch alle secties door en sluit na de laatste sectie het schoonmaken af. Wanneer u tijdens de procedure op deze knop drukt, wordt het proces beëindigd. 132

Gebruik 16.7 Werklamp Druk op deze toets om de werklamp in en uit te schakelen. ON = aan OFF = uit 16.8 Zwaailamp Druk op deze toets om de zwaailamp in en uit te schakelen. ON = aan OFF = uit 133

Inzet op het veld 17 INZET OP HET VELD 17.1 Algemeen Wanneer de machine correct is voorbereid, kunt u met het werken op het veld beginnen. Schakel de aftakas in. Controleer de ingestelde sproeidruk. Druk op de toets om het sproeien te starten. De led op de toets geeft de status van de toets Sproeien aan/uit aan. Led Sproeier Betekenis uit knipp ert aan uit stand-by aan geen rijsnelheid of alle secties uitgeschakeld Wanneer weer een rijsnelheid wordt ontvangen of een sectie of secties worden ingeschakeld, gaat de led continu branden. 134

Inzet op het veld 17.2 Handmatige drukinstelling De handmatige drukinstelling kan gebruikt worden wanneer: de werkbreedte is gereduceerd [behalve via de sectieschakeling]; de doorstroommeter geen signaal geeft; landelijke plantenbeschermingsvoorschriften handmatige drukinstelling vereisen. Schakel in het bedrijfsmenu de modus op Handmatig, zie "Instelling modus, pag. 129" Wanneer de besturing op handmatige drukinstelling is ingesteld, moet u vóór het werk de regelkraan instellen. U vindt de juiste instelling in uw spuitdoptabel. Druk op deze toets om de regelkraan te openen. Druk op deze toets om de regelkraan te sluiten. 135

Inzet op het veld 17.3 Meer/mindervolumeschakeling 17.4 Secties 17.4.1 Bedieningspaneel Ecospray De gewenste uitrijhoeveelheid kan tijdens het werk vergroot of verkleind worden met de vooringestelde procentuele stap. In het bedrijfsmenu wordt het ingestelde meer/mindervolume in % weergegeven. Wanneer een meer/mindervolume is inschakeld, knippert de gewenste uitrijhoeveelheid. Om de waarde voor het meer/mindervolume in te stellen: Druk op deze toets om de waarde te verhogen. Druk op deze toets om de waarde te verlagen. Druk tegelijkertijd op beide toetsen om de waarde van het meer/mindervolume op nul te stellen. De verschillende secties kunnen tijdens het werk op het veld ofwel met het bedieningspaneel Ecospray of met het bedieningspaneel Matrix individueel in- en uitgeschakeld worden. tot Druk in het bedrijfsmenu op een of meerdere toetsen om de gewenste sectie(s) in of uit te schakelen. 136

Inzet op het veld 17.4.2 Bedieningspaneel Matrix Wanneer een sectie of meerdere secties zijn geactiveerd, kunnen de secties met het bedieningspaneel Matrix aangestuurd, ingeschakeld of uitgeschakeld worden. Status sectieschakelaar bedieningspaneel Ecospray ingeschakeld uitgeschakeld Status BoomPilot Matrix geactiveerd Sectiecontrole met bedieningspaneel Matrix Sectie uitgeschakeld gedeactiveerd Sectie ingeschakeld Sectie uitgeschakeld Deze weergave verschijnt wanneer het bedieningspaneel Matrix zich heeft aangemeld bij het bedieningspaneel Ecospray. ON: bedieningspaneel Matrix aan OFF: BoomPilot uit Deze weergave verschijnt wanneer het bedieningspaneel Matrix op het bedieningspaneel Ecospray is aangemeld en de sectiecontrole op de Matrix is geactiveerd. ON: bedieningspaneel Matrix aan ON: BoomPilot aan 137

Inzet op het veld 17.5 Grenssproeiers Druk op deze toets in het bedrijfsmenu om de grenssproeier links in en uit te schakelen. Druk op deze toets in het bedrijfsmenu om de grenssproeier rechts in en uit te schakelen. De grenssproeier is ingeschakeld als de led brandt. 138

Storingen 18 STORINGEN 18.1 Algemeen In principe worden meldingen voor storingen op de volgende manier kenbaar gemaakt: akoestisch signaal foutmelding op het scherm led gaat rood branden Meldingen voor storingen kunnen onderverdeeld worden in de volgende categorieën: Categorie A B C Melding Waarschuwing/storing/- melding Leidingbreuk Kortsluiting D Systeemfout Druk op de draaiknop om de melding vrij te geven. 18.2 Het deactiveren van meldingen 18.2.1 Categorie A Meldingen kunnen als volgt worden gedeactiveerd. Houd een functietoets ong. twee seconden lang ingedrukt om de melding te deactiveren. 139

Storingen 18.2.2 Categorie B tot D 18.3 A - Waarschuwing/storing/melding Afhankelijk van de uitvoering van de machine. 140 Druk op deze functietoets om de melding te deactiveren. Bij opnieuw opstarten van het bedieningspaneel Ecospray worden de gedeactiveerde meldingen weer weergegeven. Zodra de storing is verholpen, dooft de rode led. Code Groep Beschrijving Mogelijke oorzaak Oplossing A01 Waarschuwing Verschillende opgave van lengte sectie voor werkbreedte A02 Storing Afwijking tussen gewenste waarde en werkelijke waarde uitrijhoeveelheid l/ha bij sluitende regelkraan A03 Storing Beide sensoren van pendelblokkering geschakeld A04 Melding Maximaal vulniveau bereikt Onjuiste invoer Regelkraan beweegt niet Rijsnelheid te laag Drukfilter vuil Fout in kabel Fout in sensor Onjuiste schakelafstand sensoren Te ver gevuld Onjuiste invoer Bij elektronische niveau-indicatie Corrigeer de invoer Visuele controle regelklep Verhoog de rijsnelheid Houd de regelgrenzen aan Maak drukfilter schoon Visuele controle bekabeling Visuele controle sensoren Controleer schakelafstan d sensoren Corrigeer de invoer

Storingen Code Groep Beschrijving Mogelijke oorzaak Oplossing A05 Melding Minimaal vulniveau bereikt A06 Melding Maximale ingestelde sproeidruk bereikt A07 Melding Minimale ingestelde sproeidruk bereikt A08 Storing Afwijking tussen gewenste waarde en werkelijke waarde uitrijhoeveelheid l/ha bij openende regelkraan A09 Storing Onjuist signaal van druksensor A10 Storing Onjuist signaal van niveausensor A11 Storing Sensor S5 boomdeel 1 links defect A12 Storing Sensor S6 boomdeel 1 rechts defect eventueel onjuiste sensorwaarde Resthoeveelheid bereikt Onjuiste invoer Bij elektronische niveau-indicatie eventueel onjuiste sensorwaarde Onjuiste invoer Eventueel defecte sensor Fout bij sproeien Onjuiste invoer Eventueel defecte sensor Fout bij sproeien Regelkraan beweegt niet Rijsnelheid te hoog Fout in kabel Fout in sensor Fout in kabel Fout in sensor Fout in kabel Fout in sensor Fout in kabel Fout in sensor Bijvullen Corrigeer de invoer Controleer de sensor Corrigeer de invoer Verlaag de sproeidruk Corrigeer de invoer Verhoog de sproeidruk Visuele controle regelklep Verlaag de rijsnelheid Houd de regelgrenzen aan Controleer de bekabeling Controleer de sensor Controleer de bekabeling Controleer de sensor Controleer de bekabeling Controleer de sensor Controleer de bekabeling Controleer de sensor 141

Storingen Code Groep Beschrijving Mogelijke oorzaak Oplossing A13 Storing Sensor S4 hefmasthoogte defect A14 Storing Sensor S2 hellingpositie defect A15 Melding Sensor S15/S16 doorstroombewaking geen doorstroom of doorstroom in beide richtingen A16 Melding Maximale pomptoerental overschreden A17 Storing Fout bij sproeieraansturing Fout in kabel Fout in sensor Fout in kabel Fout in sensor Stuurventiel niet gebruikt Sensor defect Toerental aftakas te hoog Sproeier defect Bekabeling defect Controleer de bekabeling Controleer de sensor Controleer de bekabeling Controleer de sensor Controleer de olietoevoer Controleer de sensor Verlaag toerental aftakas Controleer de status van de sproeiers in het infomenu Controleer de bekabeling 142

Storingen 18.4 B - Draadbreuk Afhankelijk van de uitvoering van de machine. Code Uitgang Beschrijving Mogelijke oorzaak Oplossing B01 SA1 Y2 boomdeel 4 Kabelverbinding Visuele controle links defect Evt. kabel vervangen B02 SA2 Y4 klep boomdeel Kabelverbinding Visuele controle 3 links defect Evt. kabel vervangen B03 SA3 Y6 klep boomdeel Kabelverbinding Visuele controle 2 links defect Evt. kabel vervangen B04 SA4 Y8 klep boomdeel Kabelverbinding Visuele controle 1 links defect Evt. kabel vervangen B05 SA5 Y10 klep Kabelverbinding Visuele controle boomdeel 1 defect Evt. kabel vervangen rechts B06 SA6 Y12 klep boomdeel 2 rechts B07 PA1 Y14 klep boomdeel 3 rechts B08 PA2 Y16 klep boomdeel 4 rechts B09 PA3 Y18/Y19 kleppen pendelblokkering B10 PA4 Y20/21 kleppen hellingcorrectie B11 PB1 Y22 oliekringloop 4/3-weg B12 PB2 Y23 oliekringloop 3/3-weg B13 PB3 Y24 oliekringloop klep hefmast Kabelverbinding defect Kabelverbinding defect Kabelverbinding defect Kabelverbinding defect Kabelverbinding defect Kabelverbinding defect Kabelverbinding defect Kabelverbinding defect B14 PB4 vrij Kabelverbinding defect Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen 143

Storingen 18.5 C - Kortsluiting Afhankelijk van de uitvoering van de machine. Code Uitgang Beschrijving Mogelijke oorzaak Oplossing C01 SA1 Y2 boomdeel 4 links Kabelverbinding defect C02 SA2 Y4 klep boomdeel 3 links C03 SA3 Y6 klep boomdeel 2 links C04 SA4 Y8 klep boomdeel 1 links C05 SA5 Y10 klep boomdeel 1 rechts C06 SA6 Y12 klep boomdeel 2 rechts C07 PA1 Y14 klep boomdeel 3 rechts C08 PA2 Y16 klep boomdeel 4 rechts C09 PA3 Y18/Y19 kleppen pendelblokkering C10 PA4 Y20/21 kleppen hellingcorrectie C11 PB1 Y22 oliekringloop 4/3-weg C12 PB2 Y23 oliekringloop 3/3-weg C13 PB3 Y24 oliekringloop klep hefmast Kabelverbinding defect Kabelverbinding defect Kabelverbinding defect Kabelverbinding defect Kabelverbinding defect Kabelverbinding defect Kabelverbinding defect Kabelverbinding defect Kabelverbinding defect Kabelverbinding defect Kabelverbinding defect Kabelverbinding defect Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel 144

Storingen Code Uitgang Beschrijving Mogelijke oorzaak Oplossing vervangen C14 PB4 vrij Kabelverbinding defect C15 HA1 RV regelklep Kabelverbinding defect C16 HA2 BY bypassklep Kabelverbinding defect C17 HA3 TB1 sectie 1 Kabelverbinding defect C18 HA4 TB2 sectie 2 Kabelverbinding defect C19 HA5 TB3 sectie 3 Kabelverbinding defect C20 HA6 TB4 sectie 4 Kabelverbinding defect C21 HA7 TB5 sectie 5 Kabelverbinding defect C22 HA8 TB6 sectie 6 Kabelverbinding defect C23 HA9 TB7 sectie 7 Kabelverbinding defect C24 HA10 TB8 sectie 8 Kabelverbinding defect C25 HA11 TB9 sectie 9 Kabelverbinding defect C26 HA12 Y25 randspuitdop links/y26 randspuitdop rechts Kabelverbinding defect Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen 145

Storingen Code Uitgang Beschrijving Mogelijke oorzaak Oplossing C27 HA13 Y27 grensspuitdop links/y28 grensspuitdop rechts C28 HA14 AL werklamp/rul zwaailamp Kabelverbinding defect Kabelverbinding defect C29 HA15 vrij Kabelverbinding defect Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen 146

Storingen 18.6 D - Systeemfouten Afhankelijk van de uitvoering van de machine. Code Beschrijving Mogelijke oorzaak Oplossing D01 Fout CAN-BUS D02 D03 Fout LIN-BUS 1 (taakcomputer) Fout LIN-BUS 2 (bedieningspaneel) D04 Noodstopketen onderbroken D05 Fout onderspanning Ontbrekende afsluitsteker Defecte busleiding Defecte steekverbinding taakcomputer Defecte steekverbinding bedieningspaneel Defecte busleiding Defecte steekverbinding taakcomputer Defecte steekverbinding LIN-accessoire Defecte busleiding Defecte steekverbinding bedieningspaneel Defecte steekverbinding LIN-accessoire Ontbrekende afsluitsteker Defecte busleiding Defecte steekverbinding taakcomputer Defecte steekverbinding bedieningspaneel Foute of defecte voeding D06 Fout overspanning Foute of defecte voeding D07 Temperatuursensor Oververhitting taakcomputer Visuele controle Evt. kabel vervangen Evt. taakcomputer vervangen Evt. bedieningspaneel vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen Evt. steekverbinding vervangen Evt. extra bedieningsapparaat vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen Evt. steekverbinding vervangen Evt. extra bedieningsapparaat vervangen Visuele controle Evt. kabel vervangen Evt. steekverbinding vervangen Voeding controleren Voeding controleren Oorzaak voor te hoge temperatuur opzoeken 147

Storingen 18.7 Alarmen 18.7.1 Sectiekast Code Beschrijving Mogelijke oorzaak Oplossing F1 F2 Foutief initialisatieproces Fout in communicatie Onjuiste aanmelding bij bedieningspaneel Sectiekast is aangesloten voordat het bedieningspaneel was uitgeschakeld 18.7.2 Elektronische niveau-indicatie TankPilot Schakel het bedieningspaneel uit en weer in Controleer de aansluitingen Schakel het bedieningspaneel uit en weer in Code Beschrijving Mogelijke oorzaak Oplossing NO-ID Foutief initialisatieproces NO- LIN Fout in communicatie Onjuiste aanmelding bij bedieningspaneel Het bedieningspaneel is uitgeschakeld Foutieve aansluitingen Functie elektronische niveau-indicatie niet ingeschakeld Schakel het bedieningspaneel uit en weer in Controleer de aansluitingen Schakel het bedieningspaneel in Controleer de aansluitingen Laat de instelling controleren door uw leverancier 148

Storingen 18.7.3 Joystickkast Code Beschrijving Mogelijke oorzaak Oplossing F1 F2 F3 Foutief initialisatieproces Fout in communicatie Functie EcoControl op bedieningspanee l niet geactiveerd, hoewel joystickkast is aangesloten Onjuiste aanmelding bij bedieningspaneel Sectiekast is aangesloten voordat het bedieningspaneel was uitgeschakeld Functie niet geactiveerd Schakel het bedieningspaneel uit en weer in Controleer de aansluitingen Schakel het bedieningspaneel uit en weer in Laat de instelling controleren door uw leverancier 149

Positie- en beveiligingssensoren 19 POSITIE- EN BEVEILIGINGSSENSOREN 19.1 De boom SEH Om de bediening te vereenvoudigen en vanwege de veiligheid meten sensoren verschillende machinetoestanden. Het aantal en soort sensoren kan variëren, afhankelijk van de boomuitvoering. S14 S7 S8 S4 S11 S3 S15 S16 S10 S5 S6 S2 S1 150

Positie- en beveiligingssensoren Sensor Afkorting Druksensor S1 Doorstroommeter S10 Tankinhoud S14 Pendelblokkering dicht S3 Pendelblokkering open S11 Basis Full Comfort Premium Hellingcorrectie middenstand S2 - - - Hellingcorrectie positie - S2 S2 S2 Hoogte-instelling S4 S4 S4 S4 Doorstroombewaking - - S15/16 S15/16 Boomdeel 1 (-5), links S5 S5 S5 S5 Boomdeel 1 (-5), rechts S6 S6 S6 S6 Boomdeel 2 (-5), links S7 S7 S7 S7 Boomdeel 2 (-5), rechts S8 S8 S8 S8 151

Positie- en beveiligingssensoren Afkorti ng Functie Beschrijving S1 Druksensor De druksensor meet de druk in de machine. De druk wordt op het bedieningspaneel als sproeidruk aangegeven; wordt als systeemdruk van de circulatie EltecBase bij uitgeschakelde sproeiers weergegeven (boom SEH); is nominale waarde voor verschillende regelfuncties van het bedieningspaneel. S10 Doorstroommeter De doorstroommeter meet de volumestroom in l/min naar de boom. S14 Tankinhoud Met de sensor wordt het niveau in de hoofdtank gemeten. S3 S11 Pendelblokkering dicht Pendelblokkering open Het niveau wordt weergegeven met de meter op het bedienings- en instelcentrum; op het bedieningspaneel. Stelt gesloten pendelblokkering vast en schakelt het verticale klappen van de boomdelen 1 (-5) vrij. Stelt geopende pendelblokkering vast. S2 Boom SEH Meet de hoek van de hellingcorrectie. S4 Hoogte-instelling: De posities van de hellingcorrectie kunnen op het bedieningspaneel worden aangegeven en aangestuurd. meet de verschillende posities van de boomhoogte. 152

Positie- en beveiligingssensoren Boomdeel 1 (-5) klappen Boomdeel 2 (-5) klappen Kopakker hoogte Werkhoogte S5 Boomdeel 1 (-5), links S6 Boomdeel 1 (-5), rechts S7 Boomdeel 2 (-5), links Fabrieksinstelling; ong. 10 cm boven het boomplateau. Deze positie van de boomhoogte schakelt het verticale klappen van de boomdelen 1 (-5) vrij. Fabrieksinstelling; ong. middenpositie tussen "Boomdeel 1 (-5) klappen" en maximaal geheven boom. Deze positie van de boomhoogte schakelt bij geactiveerde volgordeschakeling van de boomuitvoering Premium het horizontale klappen van de boomdelen 2 (-5) vrij. Kan individueel worden ingesteld; fabrieksinstelling is ong. 70% van de hefhoogte van de boom. Deze positie kan bij de boomuitvoeringen Comfort en Premium met het bedieningspaneel worden aangestuurd. Kan individueel worden ingesteld; fabrieksinstelling is ong. 30% van de hefhoogte van de boom. Deze positie kan bij de boomuitvoeringen Comfort en Premium met het bedieningspaneel worden aangestuurd. Meet de linkerhoek van de boomdelen 1 (-5). Basis voor het draaien van de boomdelen. Basis voor het klappen van de boomdelen 1 (-5). Meet de rechterhoek van de boomdelen 1 (-5). Basis voor het draaien van de boomdelen. Basis voor het klappen van de boomdelen 1 (-5). Stelt horizontaal ingeklapte boomdelen 2 (-5) vast en schakelt verticaal symmetrisch en asymmetrisch klappen van de linker boomdelen 1 (-5) vrij. 153

Positie- en beveiligingssensoren S7 Boomdeel 2 (-5), rechts Stelt horizontaal ingeklapte boomdelen 2 (-5) vast en schakelt verticaal symmetrisch en asymmetrisch klappen van de rechter boomdelen 1 (-5) vrij. 19.2 De boom HE Om de bediening te vereenvoudigen en vanwege de veiligheid meten sensoren verschillende machinetoestanden. Het aantal en soort sensoren kan variëren, afhankelijk van de boomuitvoering. S3 S4 S8 S2 Sensor Nr. Functie Middenstand hydraulische hellingcorrectie S2 Stelt de middenpositie van de hydraulische hellingcorrectie vast. Vergrendeling/pen delblokkering S3 Stelt de gesloten vergrendeling/pendelblokkering vast. Schakelt horizontaal in- en uitklappen vrij. Hoogte-instelling S4 Stelt de voorziene hefhoogte vast van de boom bij verticaal in/uitklappen. Boomdeel 2-(3)-4 S8 Stelt ingeklapt rechter boomdeel vast. 154